Gebruik van de afstandsbediening
1. Ga verstandig met de afstandsbediening om: houdt de afstandsbediening
uit de buurt van vloeistoffen, laat de afstandsbediening niet vallen en stel
de afstandsbediening niet bloot aan direct zonlicht of te veel warmte.
2. Gebruik nooit voorwerpen met een scherpe punt om de knoppen op de
afstandsbediening in te drukken.
3. Zorg dat u de afstandsbediening richt op de infra-rood ontvanger (deze is
aanwezig op de binnenunit):
a. Een pieptoon zal het einde van het volledige signaal aanduiden;
een afstand van max. 7 meter is toegestaan.
b. Fluorescerende lampen kunnen de signaaloverbrenging aantasten.
c. De airconditioning zal niet werken als gordijnen, deuren of andere
materialen het signaal van de afstandsbediening naar de
binnenunit blokkeren.
4. Batterijen vervangen
a. De afstandsbediening gebruikt twee batterijen (1,5V, type AAA)
i. Schuif de cover van het afstandsbediening naar beneden tot
voorbij de aanslag (dit kan een beetje stroef gaan)
ii. Verwijder de gebruikte batterijen en plaats de nieuwe (let
hierbij op de + en – symbolen)
iii. Stel na vervanging van de batterijen de klok van de
afstandsbediening opnieuw in.