100
5.2.2 Aanduiding van de reikwijdte in de functie
van met de hand in te stellen flitser
In de functie van de met de hand in te stellen
(manual) flitser M wordt in het display de afstands-
waarde aangegeven die voor het correct belichten
van het onderwerp aangehouden moet worden.
Het aanpassen aan de heersende opnameomstan-
digheden kan bijv. door het veranderen van de dia-
fragmawaarde op het objectief of door het kiezen
van een met de hand in te stellen deelvermogen
(zie 7.4) worden bereikt.
5.2.3 Overschrijding van het bereik van de
aanduidingen
In het display kunnen reikwijdten tot maximaal
99m, c.q. 99 ft worden aangegeven.
Bij hoge ISO-waarden en grote diafragmaopeningen
kan het bereik van de aanduidingen worden over-
schreden.
Dit wordt door een pijl, c.q. driehoekje achter de
afstandswaarde aangegeven.
5.2.4 Error-aanduiding ‘FEE’
Bij sommige cameramodellen, c.q. camerafuncties
(bijv. program P, de vari-programma’s, diafragma-
automatiek S) moet de diafragmaring op het objec-
tief op de hoogste diafragmawaarde worden gezet.
Staat de diafragmaring niet in de stand van de
hoogste diafragmawaarde dan verschijnt op de flit-
ser, c.q. in de zoeker van de camera de error-aan-
duiding ‘FEE’ en de camera kan niet worden ont-
spannen!
De met de hand in te stellen flitserfunctie M wordt
door sommige camera’s in de camerafunctie pro-
gram P en de vari-, c.q. onderwerpsprogramma’s
niet ondersteund.
Als u in deze camerafuncties de manual flitsfunctie
M instelt, dan wordt in het display als waarschu-
wing ‘FEE’ aangegeven en de ontspanknop op de
camera geblokkeerd
Controleer in dat geval de instellingen op het objec-
tief, c.q. die van de camera (zie de gebruiksaan-
wijzing van de camera ).
5.2.5 Aanduiding van onderbelichting
„EXP.“
’
Sommige cameramodellen waarschuwen in sommi-
ge camerafuncties (bijv. bij 'P' en 'A') bij een te
krap belichte flitsopname met een aanduiding in
het display van de flitser, waarbij tevens de mate
van onderbelichting in diafragmastops wordt aan-
gegeven (zie de gebruiksaanwijzing van de came-
ra).
Verschijnt, na een flitsopname, de aanduiding van
de belichtingscontrole niet, c.q. knippert het flits-
symbool in de zoeker van de camera, dan wordt in
het display van de flitser gedurende korte tijd de
mate van onderbelichting in diafragmastops van
0,3 tot 3,0 EV in stappen van een derde stop aange-
geven.
In grensgevallen, als een flitser het OK-signaal afge-
eft, c.q. wanneer in de zoeker van de camera het
flitssymbool knippert en de belichting toch niet cor-
rect is, verschijnt er geen aanduiding!
Om een aanduiding van onderbelichting plaats te
laten hebben, moet op de flitser een TTL- funcie
ingesteld zijn!
EXP.
-3.0
x