53
In- en uitschakelen Zenders instellen
Zenders instellen
Inschakelen
Wanneer een koud toestel in een warm vertrek wordt
geplaatst, mag het niet eerder worden ingeschakeld dan
nadat de eventuele vochtaanslag op het beeldscherm is
verdampt.
Druk de netschakelaar van het TV-toestel in.
Het TV-toestel schakelt op stand-by. Dit wordt weergegeven door
een rood lampje.
Programmanummers die uit één cijfer bestaan, kunnen met de cij-
fertoetsen ቢ ባ ቤ . . . of met de toetsen P̅ of P̃ van de
afstandsbediening of met de - P + toetsen van het TV-toestel wor-
den opgeroepen.
Programmanummers die uit twee cijfers bestaan, kunnen in de
bedrijfsmodus met de voorkeuzetoets voor dubbele cijferinvoer - - en
d
e cijfertoetsen worden opgeroepen.
Uitschakelen
Het TV-toestel wordt met de UIT-toets van de afstandsbediening op
stand-by of met de nettoets van het TV-toestel uitgeschakeld.
Er zijn drie verschillende manieren om de zenders in te stellen:
1. A.P.S.-functie
Automatische Programmering van de Zender.
Deze functie wordt de eerste keer na het plaatsen en inschake-
len automatisch doorgevoerd.
2. Zenderkeuze.
3. Directe kanaalkeuze.
1. A.P.S.-functie
Wanneer het TV-toestel voor de eerste keer wordt ingeschakeld,
verschijnt er in de terrestrische modus de volgende mededeling op
het beeldscherm:
Met de toets
ń kan de functie worden afgebroken.
Met de toets ୴ wordt de A.P.S.-functie gestart.
Het TV-toestel begint nu met het zoeken van de zenders in het gehe-
le terrestrische ontvangstbereik (wordt via de normale huisantenne
of kabel ontvangen).
Wanneer het zoeken is beëindigd, verschijnt de zendertabel op het
beeldscherm. Deze kan er als volgt uitzien:
Het kan gebeuren, dat enige zenderlogo’s tijdens het automatische
zoeken van zenders niet worden herkend. In dit geval heeft u de
mogelijkheid om een zenderlogo in te geven zoals onder zenderlogo
(naam) op pagina 62 is beschreven.
In de weergegeven zendertabel kunnen de afzonderlijke program-
manummers met de cursortoetsen worden gekozen.
Het gekozen programmanummer kunt u dan:
KIEZEN = met de rode toets op
dit programmanummer
schakelen.
INVOEGEN = het met de rode toets opgeroepen pro-
grammanummer op een andere plaats
invoegen.
WISSEN = het programmanummer wissen.
AUTOMATISCH OPSLAAN
= oproepen van de A.P.S.-functie
Het menu met de toets beëindigen.
2. Zenderkeuze
De zenderkeuze bevelen wij aan voor het vinden van een afzonder-
lijke zender in de terrestrische modus.
• Op de BLAUWE toets drukken en het menu „INSTALL“[Installe-
ren] oproepen.
• Met de toetsen P̅/P̃. „TUNING“[Afstemmen] oproepen.
•
Toets ୴ indrukken om het menu „TUNING“[Afstemmen] te openen.
• Met de toets P̃„SEARCH“[Zenderkeuze] oproepen.
• Met de toetsen ୵ /
୴
de zenderkeuze starten.
Wanneer er een zender wordt weergegeven, blijft de zenderkeuze
staan. De zender wordt op kanaalmidden afgestemd. Wanneer het
beeld toch ruist kan dit, indien nodig, door een fijnafstemming
worden bijgesteld.
• Met de toets
P̃
„STORE“[Opslaan] kiezen en met de toets
୴
bevestigen.
• Het menu met de toets beëindigen.