7. Flitsen met de verschillende camerafuncties
67
Flits programautomatiek ( P- functie )
De camera schakelt in deze functie bij te weinig
omgevingslicht zelfstandig de flitser in. Stuurt
belichtingstijd en diafragma automatisch en ont-
steekt de flitser als de ontspanknop wordt ingedrukt.
De flitser wordt bij de creatief- programstu-
ring P
A
/P
S
niet ontstoken!
Ontsteeksturing
Wanneer de helderheid voor een belichting in de nor-
male modus voldoende is, dan wordt bij sommige
camera’s het ontsteken van de flits verhinderd. De
belichting geschiedt dan met de in het LC-display
zichtbare belichtingstijd. Details hierover vindt u in
de gebruiksaanwijzing van uw camera.
Met de hand inschakelen van de flitser ( invulflits
met de hand )
Hoewel de camera altijd als de lichtomstandigheden
dat vereisen de flits activeert, kunt u de mecablitz
ook met de hand inschakelen. * Hoe u de ze functie
moet inschakelen, vindt u in de gebruiksaanwijzing
van uw camera.
Flitsen in de functies A, S en M
Bij tijdautomatiek ( A ), diafragmaautomatiek ( S ) en
instelling met de hand ( M ) wordt de mecablitz bij
elke opname ontstoken, als hij ingeschakeld en
opgeladen is. De functies van de camera zijn bij deze
drie belichtingsfuncties dezelfde als zonder flits.
De
enige uitzondering: u kunt geen kortere belich-
tingstijd
gebruiken dan de flitssynchronisatietijd van
de camera).
Details vindt u in de gebruiksaanwijzing van de
camera.
* Zie bladzijde 70
ń