4.6 Met de hand in te stellen (Manual)
flitsfuncties M en MLo
In deze functie geeft de flitser een niet-geregelde
flits af met vol vermogen P 1/1 bij ’ M’ of 1/8
deel van het vermogen P 1/8 bij ’MLo’.
De aanpassing aan de opnamesituatie vindt door
het kiezen van de diafragmawaarde op de came-
ra, c.q. door het instellen van het deelvermogen.
In het LC-display van de flitser wordt de afstand
van flitser tot onderwerp aangegeven, zoals deze
voor een correct belichte opname moet worden
aangehouden (zie 5.7).
Het instellen
• Druk zo vaak op de toets ’MODE’ van de flitser,
dat in het display ’M’, c.q. ’MLo’ knippert. De
instelling reedt onmiddellijk in werking en wordt
na 5 s. automatisch opgeslagen.
Bij sommige camera’s wordt de manual flits-
functie ’M’, c.q. ’MLo’ van de flitser alleen
ondersteund in de manual camerafunctie ’M’
(zie de gebruiksaanwijzing van de camera)!
5. Dedicated-flitsfuncties
De dedicated-flitsfuncties zijn speciaal op het
betreffende camerasysteem (Canon, Konica/
Minolta, Nikon, Olympus) afgestemde flits-
functies (zie Tabel 1). Afhankelijk van het
type camera worden daarbij verschillende
flitsfuncties ondersteund. Binnen het kader
van deze gebruiksaanwijzing is het niet mo-
gelijk, alle cameratypen van de verschillende
fabrikanten met elk hun eigen dedicated flits-
functies gedetailleerd te beschrijven. Let
s.v.p. op de aanwijzingen betreffende het
gebruik van externe flitsers in de gebruiks-
aanwijzing van uw camera.
5.1 Aanduiding dat de flitser opgeladen is
Zodra de flitscondensator opgeladen is, verschijnt
in het LC-display van de flitser en geeft daar-
mee aan, dat de flitser klaar is voor de opname.
Dat betekent, dat bij de eerstvolgende opname
flitslicht gebruikt gaat worden. Het signaal dat de
flitser gereed is, wordt ook doorgegeven naar de
camera en zorgt ervoor, dat in de zoeker van de
camera c.q. in het cameradisplay een overeen-
☞
☞
69
ń