49
NL
VERZEGELEN EN
VACUMEREN
1. Steek de stekker van het apparaat in
het stopcontact
2. Vul de zak met de vereiste inhoud.
Zorg ervoor dat er minimaal 7 cm is
van de inhoud tot de plek waar de
zak wordt verzegeld. Zorg ervoor
dat de zak volledig schoon en droog
is op het gebied waar deze wordt
verzegeld.
3. Strijk de zak indien mogelijk glad.
Plaats het open einde van de zak in
het apparaat. Zorg ervoor dat deze
het vacuüm-mondstuk niet blokkeert.
Zie afbeelding 1.
4. Sluit het deksel door beide kanten
ervan in te drukken, zodat er een klik
te horen is. Zie afbeelding 2.
5. Druk op de VAC SEAL (4)-knop of
SEAL-knop (2).
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
Het verzegelings- of vacumeerproces
start.
6. Zodra het verzegelings- of
vacumeerproces is afgerond, gaat
het indicatielampje uit. Druk op de
vergrendelingen aan elke kant van
het apparaat om het deksel te openen
en de verzegelde zak uit het apparaat
te halen. Zie afbeelding 3.
Let op!
• U kunt het vacumeer- of
verzegelingsproces altijd onderbreken
door op de STOP-knop (5) te
drukken.
• Wacht minimaal 60 seconden tussen
elk vacuümverzegeling en minimaal
30 seconden tussen elke verzegeling
zonder vacuüm.
Instellingen
• Druk op de FOOD (1)-knop om te
kiezen tussen droog en vochtig
voedsel.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
De vacuüm-verzegelingstijd is langer
bij vochtig voedsel.