5 Het Gebruik
37 NL
Nederlands
Dringende aanbevelingen:
Neem een bloedproef op de handpalm of de
onderarm alleen
:
• voor een maaltijd of in nuchtere toestand (meer
dan 2 uur na de laatste maaltijd).
• 2 uur of meer na het toedienen van insuline.
• 2 uur of meer na lichamelijke inspanning.
Neem in
geen geval een bloedproef op de
handpalm of de onderam als:
• U aanneemt dat uw bloedglucosewaarde laag is.
• U vaak niet merkt dat uw bloedglucosewaarde
laag is.
•
Uw meetwaarden die met de AST-dop bepaald wer
den,
niet met uw gevoelstoestand overeenkomen.
• U aanneemt dat uw bloedglucosewaarde hoog is.
• Uw regelmatig afgenomen bloedglucosewaarden
vaak van elkaar afwijken.
Neem uitsluitend
bloedproeven van de
vingertop:
• bij ziektes
• bij lage bloedsuikerspiegel (hypoglycemie), omdat
aan bloedproeven uit de vingertop veranderingen
van de bloedglucosespiegel sneller meetbaar zijn
dan van andere plaatsen op het lichaam
• na lichamelijke inspanning.
• 2 uur of minder na het eten.
• nadat u snelwerkende insuline hebt geïnjecteerd
(2 uur of minder).
• als u net insuline toegediend hebt.
• als u vaak over het hoofd ziet dat uw
bloedglucosewaarde laag is.
• Als uw meetwaarden, die met de AST-dop be-
paald werden, niet met uw gevoelstoestand over-
eenkomen, voer dan een test aan de vingertop uit
om het resultaat nog eens te laten bevestigen.