469842
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/54
Pagina verder
Inhoud:
Veiligheid en onderhoud ....................................................1
Veiligheidsraadgevingen ..................................................... 1
Gegevensbeveiliging ........................................................ 2
Voorwaarden van uw werkomgeving ..................................2
Reparaties ...................................................................... 2
Omgevingstemperatuur .................................................... 3
Elektromagnetische tolerantie ........................................... 3
Aansluiten ...................................................................... 4
Accuwerking ................................................................... 5
Onderhoud........................................................................ 6
Onderhoud van het display..................................................6
Transport.......................................................................... 7
Aanwijzingen m.b.t. deze handleiding ................................... 8
De kwaliteit .................................................................... 8
De service ...................................................................... 8
In de levering begrepen...................................................... 9
Componenten ...................................................................10
Vooraanzicht................................................................. 10
Model A........................................................................ 10
Model B........................................................................ 10
Achteraanzicht ................................................................ 12
Model A........................................................................ 12
Model B........................................................................ 12
Onderaanzicht ................................................................. 13
Model A........................................................................ 13
Model B........................................................................ 13
Linker kant ..................................................................... 14
Model A Model B...................................................... 14
Rechter kant ................................................................... 15
Model A Model B...................................................... 15
ii
Eerste initialisatie ............................................................16
I. Batterij laden ............................................................... 16
Netadapter ................................................................... 17
Autoadapter.................................................................. 17
II. Toestel aanzetten ........................................................ 18
III. Navigatiesoftware installeren........................................ 19
Bediening .........................................................................20
Aan- en Uitzetten............................................................. 20
Werken met geheugenkaarten ........................................... 21
Geheugenkaarten invoeren ............................................. 21
Geheugenkaart verwijderen ............................................ 21
Gebruik van geheugenkaarten ......................................... 22
Gegevens uitwisselen via kaartenlezer.............................. 22
Synchronisatie met de PC ................................................. 23
I. Microsoft
®
ActiveSync
®
installeren ................................ 23
II. Met de PC verbinden.................................................. 24
III. Werken met Microsoft
®
ActiveSync
®
........................... 24
Navigatiesysteem terugstellen ........................................... 25
Soft-Reset .................................................................... 25
Hard-Reset ................................................................... 25
Navigatie..........................................................................26
Veiligheidstips voor Navigation........................................... 26
Tip voor de Navigation ................................................... 26
Tips voor gebruik in een voertuig ..................................... 27
Bijkomende tips voor gebruik op een Fiets of motor............ 27
Stand van de antenne ...................................................... 28
Model A........................................................................ 28
Model B........................................................................ 28
I. Montage van de autohouder ........................................... 29
II. Zuignapbevestiging...................................................... 31
III. Bevestiging van de navigatiesysteem ............................ 31
IV. Autoadapter aansluiten................................................ 32
V. Navigatiesoftware starten.............................................. 33
iii
MP3-Player.......................................................................34
Overzicht van het Hoofdscherm ......................................... 34
Playlist ........................................................................... 36
Dikwijls gestelde vragen ..................................................37
Service .............................................................................38
Eerste Hulp bij problemen ................................................. 38
Algemene Tips .............................................................. 38
Verbindingen en kabels controleren.................................. 38
Fouten en mogelijke redenen............................................. 39
Als u nog verdere ondeteuning nogig heeft ?........................ 40
Appendix..........................................................................41
GPS (Global Positioning System) ........................................ 41
Externe GPS-Antenne..................................................... 42
TMC (Traffic Message Channel) .......................................... 43
Installatie van een externe TMC-ontvanger ....................... 44
Bijkomenden Kaarten ....................................................... 45
Kaarten kopiëren op een geheugenkaart ........................... 45
Fietsmontage .................................................................. 46
Garantie ......................................................................... 46
Beperking van de aansprakelijkheid ................................. 48
Kopiëren , fotokopiëren en verveelvoudigen van dit handboek .. 48
Index ...............................................................................49
iv
Apparaat
Behandel het apparaat op het eind van de levensduur in geen geval als gewoon huisvuil.
Informeer naar de mogelijkheden om het milieuvriendelijk als afval te verwijderen.
Batterijen
Lege batterijen horen niet bij het huisvuil! Ze moeten bij een verzamelpunt voor lege
batterijen worden ingeleverd.
Copyright © 2005
Alle rechten voorbehouden.
Dit handboek is door de auteurswet beschermd.
Het copyright is in handen van de firma Medion
®
.
Handelsmerken:
MS-DOS
®
en Windows
®
zijn geregistreerde handelsmerken van de firma Microsoft
®
.
Pentium
®
is een geregistreerd handelsmerk van de firma Intel
®
.
Andere handelsmerken zijn het eigendom van hun desbetreffende houder.
Technische wijzigingen voorbehouden.
V
EILIGHEID EN ONDERHOUD
1
V
V
E
E
I
I
L
L
I
I
G
G
H
H
E
E
I
I
D
D
E
E
N
N
O
O
N
N
D
D
E
E
R
R
H
H
O
O
U
U
D
D
VEILIGHEIDSRAADGEVINGEN
Gelieve dit hoofdstuk aandachtig te lezen en alle raadgevingen die
u hier vindt, goed op te volgen. Op die manier bent u zeker van
een langdurige werking van uw apparaat.
Bewaar ook het verpakkingsmateriaal en de handleiding, zodat u
ze bij een eventuele verkoop van uw apparaat aan een nieuwe
eigenaar kunt doorgeven.
Open nooit de behuizing van uw apparaat of van uw
stroomadapter – ze bevatten immers geen te onderhouden
onderdelen! Meer nog, een geopende behuizing kan
levensgevaarlijke elektrische shocks veroorzaken.
Laat in geen geval kinderen zonder toezicht van volwassenen
met elektrische toestellen spelen. Kinderen kunnen eventuele
gevaren immers niet correct inschatten.
Om beschadiging te voorkomen, mag u het scherm niet
met scherpe objecten aanraken. Gebruik uitsluitend de
stylus (indien meegeleverd) of een andere botte stylus.
Vaak kunt u het toestel ook met de vinger bedienen.
U kunt zich kwetsen, als het display breekt. Gebeurt er
iets dergelijks, dan pakt u de gebroken delen met
beschermende handschoenen aan en zendt u ze naar uw
service center waar men op een correcte manier de afval
kan verwerken. Vervolgens wast u uw handen met zeep.
Het zou namelijk kunnen dat u in aanraking bent gekomen
met chemische produkten.
N
EDERLANDS
2
U trekt de stroomadapter uit het stopcontact, u schakelt uw
apparaat onmiddellijk uit, of u zet hem zelfs helemaal niet aan
en u contacteert de dienst na verkoop in volgende gevallen ...
... de stroomadapter of de stekkers die eraan vastzitten
zijn doorgebrand of beschadigd.
... de behuizing van uw apparaat, de elektrische voeding, of
het laad-/ synchronisatiestation is beschadigd, er zijn
vloeistoffen ingelopen. U laat in dergelijke gevallen de
onderdelen eerst door het service center controleren, om
eschadigingen te vermijden!
GEGEVENSBEVEILIGING
Het indienen van een eis tot schadevergoeding voor het
verlies van gegevens en de daardoor ontstane schade is
uitgesloten. Maak na elke aanpassing in uw gegevens
veiligheidskopieën van die gegevens op externe
opslagmedia (bv. CR-R).
VOORWAARDEN VAN UW WERKOMGEVING
Het niet naleven van deze aanwijzingen kan storingen of
beschadiging van het toestel tot gevolg hebben. Voor deze
gevallen geldt geen waarborg.
Laat uw navigatie-systeem en alle aangesloten apparatuur
nooit in contact komen met vocht. Verder vermijdt u ook
stof, hitte en directe zonnenstralen. Negeert u deze
raadgevingen, dan kan dat leiden tot storingen en
beschadigingen van uw apparaat.
Bescherm uw toestel in ieder geval tegen vocht bijv. door
regen en hagel. Opgelet! Vochtigheid kan door
condensatie ook binnenin een beschermhoes ontstaan.
Vermijd sterke vibraties en schokken, zoals die b.v. bij
veldrijden kunnen optreden.
Zorg ervoor, dat het toestel niet uit zijn houder los kan
komen, b.v. bij het remmen. Monteer het toestel zo
loodrecht mogelijk.
REPARATIES
Heeft u technische problemen met uw apparaat, dan kunt u
hiermee steeds bij ons service center terecht.
V
EILIGHEID EN ONDERHOUD
3
Is een reparatie noodzakelijk, dan wendt u zich uitsluitend
aan onze gemachtigde Servicepartner. Het adres vindt u
op uw garantiekaart.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Uw apparaat kan bij een omgevingstemperatuur van 5° C tot
40° C en bij een relatieve luchtvochtigheid van 10% - 90%
(niet-condenserend) werken
.
Staat uw apparaat uit dan kunt u hem bij 0° C tot 60° C
wegzetten
.
Het toestel dient veilig vervoerd te worden. Vermijd hoge
temperaturen (bijv. bij het parkeren of door rechtstreeks
zonlicht)
.
ELEKTROMAGNETISCHE TOLERANTIE
Bij het aansluiten van extra of andere componenten moet u
rekening houden met de „Richtlijnen voor
elektromagnetische tolerantie“ (EMT). Gelieve er
bovendien op te letten, dat enkel bedekte kabels (max. 3
meter) voor de externe interfaces mogen worden gebruikt.
Behoud minstens één meter afstand van hoogfrekwente en
magnetische storingsbronnen (televisietoestel,
luidsprekerboxen, GSM enz. ) om de goede werking niet in
gevaar te brengen en gegevensverlies te vermijden.
Elektronische apparaten veroorzaken tijdens het gebruik
elektromagnetische straling.
Deze straling is ongevaarlijk, maar kan wel storingen
veroorzaken in andere apparaten die in de onmiddellijke
omgeving gebruikt worden.
Onze apparaten worden in het laboratorium op hun
elektromagnetische compatibiliteit getest en
geoptimaliseerd.
Storingen aan het apparaat zelf of aan de elektronica in de
buurt kunnen echter niet volledig uitgesloten worden
Indien u een dergelijke storing vaststelt, probeert u dit te
verhelpen door de afstand tussen de apparaten te
vergroten of door ze te verplaatsen.
Zorg er vooral voor dat de elektronica van de vrachtwagen
geen storingen vertoont vooraleer weg te rijden.
N
EDERLANDS
4
AANSLUITEN
Neem volgende raadgevingen in acht om uw apparaat op een
correcte manier aan te sluiten
:
STROOMVOORZIENING VIA AUTO-ADAPTER
Gebruik de auto-adapter enkel in een sigarettenaansteker
van een auto (autobatterij = DC 12V , geen
vrachtwagen!). Als u niet zeker bent van het type
stroomvoorziening in uw voertuig, contacteer dan uw
autofabrikant.
STROOMVOORZIENING VIA VOEDING
Het stopcontact moet in de buurt van het apparaat en
makkelijk toegankelijk zijn.
Wilt u de stroomtoevoer naar uw apparaat onderbreken
(via de stroomadapter), dan trekt u de stroomadapter uit
het stopcontact.
Met de stroomadapter werkt u enkel aan geaarde
stopcontacten met AC 100-240V~, 50/60 Hz. Bent u niet
helemaal zeker hoeveel volt er op een bepaalde plaats
wordt gebruikt, dan contacteert u het energietoeleverings-
bedrijf in kwestie.
Gebruik enkel de meegeleverde stroomadapter.
Wij raden u aan om voor extra veiligheid een beveiliging
tegen overbelasting te gebruiken om uw apparaat te
beschermen tegen beschadiging ten gevolge van
stroomverschillen of blikseminslag.
BEKABELING
Leg uw kabel zo, zodat niemand erop kan trappen of erover
struikelen.
Plaats niks op de kabel om hem niet te beschadigen.
V
EILIGHEID EN ONDERHOUD
5
ACCUWERKING
Uw apparaat wordt door een ingebouwde accu gevoed. Om de
levensduur en de prestatiemogelijkheden van uw accu te
optimaliseren en tevens een veilige werking te garanderen, dient
u de volgende raadgevingen te volgen:
Opgelet! Er is explosiegevaar bij ondeskundige
vervanging van de batterij. Vervang de batterij alleen
door hetzelfde of een gelijkwaardig type dat de
producent aanbeveelt. Open de batterij nooit. Gooi
de batterij nooit in open vuur. Verwerk gebruikte
batterijen in het afval volgens de richtlijnen van de
producent…
Een accu kan niet tegen hitte. Legt u deze raad naast u
neer, dan kan het tot beschadiging, zelfs explosie van de
accu komen. Zorg er dus voor dat u uw apparaat en
bijgevolg de ingebouwde accu niet te sterk te verhit.
Gebruik voor het opladen enkel de meegeleverde, originele
voeding of de optionele car adapter van de navigatieset.
Accu’s behoren tot het gevaarlijk afval. Wenst u
uw apparaat niet langer te gebruiken, dan brengt u hem
naar een vakkundige afvalverwerking. U kunt hieromtrent
uw klantendienst na verkoop contacteren.
!
N
EDERLANDS
6
ONDERHOUD
Opgelet! Binnenin de behuizing van het apparaat
zitter er geen delen die moeten worden
onderhouden of gereinigd.
De levensduur van uw apparaat kan door onderstaande
maatregelen beduidend worden verlengd:
Trek voor het reinigen steeds de stekker uit het stopcontact
en maak alle verbindingskabels los.
Reinig uw apparaat enkel met een vochtige, pluisvrije doek.
Gebruik geen oplosmiddelen, bijtende of gasvormige
reinigingsmiddelen .
Het toestel en zijn verpakking zijn geschikt voor recyclage.
ONDERHOUD VAN HET DISPLAY
Vermijd krassen op het beeldscherm. Het oppervlak kan
immers vlug worden beschadigd. Wij raden het gebruik aan
van een display-beschermfolie, om zo krassen en vuil te
vermijden. U kunt dergelijke folie in de handel verkrijgen.
De folie die bij de levering op het display werd
aangebracht, dient enkel als transportbescherming!
Draag er goed zorg voor dat u geen waterdruppels op het
beeldscherm achterlaat. Water kan immers blijvende
verkleuringen veroorzaken.
Reinig het beeldscherm steeds met een zachte, pluisvrije
doek.
Zorg dat uw beeldscherm niet met direct zonlicht of
ultraviolette straling in contact komt.
!
V
EILIGHEID EN ONDERHOUD
7
TRANSPORT
Volg volgende tips als u uw apparaat wilt transporteren:
Na een transport wacht u met het in werking stellen van uw
apparaat totdat hij de omgevingstemperatuur heeft
aangenomen.
Bij grote temperatuurs- of vochtigheidsverschillen kan
er zich door condensatie vocht opladen binnenin het
apparaat. Dit kan tot een elektrische kortsluiting leiden.
Gebruik een beschermhoes die uw apparaat beschut tegen
vuil, vocht, schokken en krassen.
Voordat u op reis vertrekt, wint u inlichtingen in over de
stroom- en communicatievoorzieningen op de plaats van
aankomst. Voorzie dan ook vóór reisbegin de nodige
adapters voor stroom of communicatie (modem, LAN enz.).
Gebruik bij verzending van uw apparaat steeds het
originele karton waarin uw apparaat oorspronkelijk werd
geleverd. Roep de raad in van uw transportfirma bij het
verzenden.
Als u aan de controle van de handbagage op de luchthaven
voorbijgaat, is het aan te raden om uw apparaat aan de
röntgeninstallatie (de lopende band waarop u uw
handbagage zet, waarna ze wordt gescreend) af te geven.
Vermijd de magneetdetektor (de opening waardoor uzelf
gaat) of de magneetknuppel (wat de veiligheidsagent in de
hand heeft), want die zouden uw gegevens kunnen
verstoren.
N
EDERLANDS
8
AANWIJZINGEN M.B.T. DEZE HANDLEIDING
Deze handleiding is zo ingedeeld dat u te allen tijde via de
inhoudsopgave de benodigde informaties m.b.t. het
desbetreffende onderwerp kunt nalezen.
Tip: Uitgebreide instructies voor de navigatie vindt u
op de bijhorende CD’s en de online-hulp van het toestel.
Zie hoofdstuk „Vaak gestelde vragen“ om een antwoord te vinden
op vragen die vaak aan onze klantendienst gesteld worden.
Deze handleiding wil u in begrijpelijke taal leren werken met uw
navigatiesysteem.
DE KWALITEIT
Bij de keuze van de componenten lieten wij ons leiden door hoge
functionaliteit, eenvoudige bediening, veiligheid en
betrouwbaarheid. Door een uitgebalanceerd hard- en
softwareconcept zijn wij in staat om u een op de toekomst
gerichte apparaat te presenteren waarmee u bij uw werk en in uw
vrije tijd veel plezier zult beleven.
DE SERVICE
Door onze individuele klantenservice ondersteunen wij u bij uw
dagelijks werk.
Neem gerust contact met ons op: wij helpen u met alle plezier.
In dit handboek bevindt zich een afzonderlijk hoofdstuk met
betrekking tot het onderwerp service, te beginnen op bladzijde 38.
V
EILIGHEID EN ONDERHOUD
9
IN DE LEVERING BEGREPEN
Gelieve de volledigheid van de levering te controleren en ons
binnen 14 dagen na aankoop te contacteren
, indien de levering
niet compleet is. Gelieve hiervoor zeker het serienummer op te
geven. Met het product dat u verworven heeft, heeft u gekregen:
Navigatiesysteem
Netadapter (Phihong PSC05R-050)
Support CD
CD’s met navigatiesoftware
Kabel voor stroomvoorziening via 12V sigarettenaansteker
Handleiding en garantiekaart
USB-kabel
Optionaal
Stuurbevestiging
Beschermhoes / bewaartas
Voorgeïnstalleerde MMC/SD-geheugenkaart
Externe GPS-antenne
Extern TMC-ontvanger
N
EDERLANDS
10
C
C
O
O
M
M
P
P
O
O
N
N
E
E
N
N
T
T
E
E
N
N
VOORAANZICHT
MODEL A
MODEL B
n
p
q
r
o
C
OMPONENTEN
11
Nr. Component Beschrijving
n
Weergave
„Accu laden“
Licht orange op, wanneer een extra accu
wordt geladen en schakelt op groen over,
waneer de bijkomde accu opgeladen is.
o
Touch Screen
Toont de gegevensoutput van het apparaat.
Raak met de stift het beeldscherm aan om
de menu-items te selecteren of gegevens in
te voeren.
Aan/uit schakelaar
Toets Instellingen*
Toets Terug
Toets Opties/ Bestemminginvoer
Toets voor het uitzoomen
p
Hardware-
toetsen
Toets voor het inzoomen
Door op de bijhorende padzone te drukken
navigeert u naar boven, onderen, links of
rechts.
q
Navigatiepad
Druk in het midden om het gekozen punt te
selecteren.
r
Luidspreker
Geeft muziek, gesproken aanwijzingen en
waarschuwingen weer.
*De toets is pas na de installatie van de navigatiesoftware
gebruiksklaar.
N
EDERLANDS
12
ACHTERAANZICHT
MODEL A
MODEL B
Nr. Component Beschrijving
n
Stift
Raak het touch screen aan om gegevens in
te voeren. Trek de stift voor gebruik uit zijn
houder en plaats hem na gebruik terug.
o
Hoofd-
schakelaar
/
Batterij-
schakelaar
Scheidt het toestel volledig van de batterij
(ook harde reset).
p
GPS-antenne
De GPS-antenne (die bij model A kan
worden uitgeklapt) ontvangt de signalen
van de GPS-satellieten.
q
Externe
antenneaan-
sluiting
Aansluiting voor een optionele tweede
antenne.
n
o
q
p
C
OMPONENTEN
13
ONDERAANZICHT
MODEL A
MODEL B
Nr. Component Beschrijving
n
Mini-USB-
aansluiting
Aansluiting voor de verbinding met
een pc via de ActiveSync
®
-kabel
(voor de gegevensafstemming).
o
Stroomvoor-
ziening
Aansluiting voor het netdeel.
* Bij modellen met mogelijkheid tot TMC-uitbreiding kan op de
mini-USB-connecter de optionele TMC-ontvanger worden
aangesloten (zie pagina 43). Uw toestel is geschikt voor TMC-
uitbreiding, als het modelnummer (op de achterkant van uw
navigatietoestel) over een T beschikt (b.v. PNA220T).
n o
n
o
N
EDERLANDS
14
LINKER KANT
MODEL A MODEL B
Nr. Component Beschrijving
n
SD/MMC-sleuf
Sleuf voor de opname van een optionele SD-
(Secure Digital) of MMC- (MultiMediaCard)-
kaart.
o
Reset-toets
Herstart de apparaat. (Soft-Reset, blz. 25).
* Naargelang de uitvoering van uw toestel
kan de reset-knop links of bovenaan zitten.
n
o*
C
OMPONENTEN
15
RECHTER KANT
MODEL A MODEL B
Nr. Component Beschrijving
n
Volumeknop
Past het volume van uw toestel aan. Draai
het wieltje naar omhoog om het volume te
verhogen, naar omlaag om het volume te
verlagen.
o
Koptelefoon
Aansluiting voor koptelefoon (3,5mm).
n
o
N
EDERLANDS
16
E
E
E
E
R
R
S
S
T
T
E
E
I
I
N
N
I
I
T
T
I
I
A
A
L
L
I
I
S
S
A
A
T
T
I
I
E
E
Hierna wordt u stap voor stap door de eerste initialisatie van het
navigatie-systeem gevoerd.
Verwijder eerst de transportbeschermfolie van het scherm.
I. BATTERIJ LADEN
Opgelet: Naargelang de laadstatus van de
ingebouwde batterij kan het nodig zijn het toestel
eerst voor een bepaalde duur op te laden, voordat de
initiële installatie kan worden uitgevoerd.
U kunt de accu op verschillende manieren laden:
via de autoadapter
met behulp van de netadapter
Houd bij de behandeling van de batterij rekening met volgende
opmerkingen:
De weergave van de laadtoestand oplicht oranje, tot uw
apparaat opgeladen is. U mag het opladen niet
onderbreken, voordat de accu zich volledig heeft
opgeladen. Dit kan enkele uren in beslag nemen.
Het toestel is volledig geladen als de laadled groen oplicht.
Tijdens het opladen kunt u met uw navigatie-systeem
werken. U dient er echter voor te zorgen dat de
stroomtoevoer bij de eerste installatie niet wordt
onderbroken.
Sluit de stroomadapter voor ca. 24 uur op het toestel aan,
zodat de ingebouwde batterij volledig kan worden
opgeladen.
U kunt de stroomnetadapter aangesloten laten, zodat u
steeds kunt werken. U dient er echter wel rekening mee te
houden dat de stroomnetadapter ook stroom verbruikt
wanneer hij de accu van uw apparaat niet oplaadt.
De batterij wordt ook opgeladen, als de hoofdschakelaar in
de positie OFF staat.
!
E
ERSTE INITIALISATIE
17
NETADAPTER
(afbeelding: model A)
1. Schuif de adapterstekker in de sleuf aan de achterkant van
de netadapter. Druk op de Push toets, zodat de
adapterstekker kan vergrendelen.
2. Steek de netadapter (o)in een gemakkelijk bereikbaar
stopcontact.
3. Steek de kabel van de netadapter (n) in de
netadapteraansluiting van het navigatiesysteem.
AUTOADAPTER
(Afbeelding: model A, model B lijkende afbeelding)
Adapterstekker
N
EDERLANDS
18
II. TOESTEL AANZETTEN
1. Neem de invoerstylus uit zijn houder en schuif de
hoofdschakelaar op de achterkant van het toestel in de
positie ON.
Opgelet: Laat de hoofdschakelaar steeds in de stand
ON, behalve indien u een opnieuw wilt initialiseren.
Als de schakelaar op OFF wordt gezet, gaan alle
gegevens van uw toestel verloren en moet het
opnieuw geïnitialiseerd worden.
Het navigatiesysteem start de initialisering automatisch. Er
verschijnt een merklogo en na enkele seconden toont uw toestel
het toepassingsscherm. Volg de aanwijzingen op het beeldscherm.
Model A
Model B
!
E
ERSTE INITIALISATIE
19
III. NAVIGATIESOFTWARE INSTALLEREN
Tijdens de initiële installatie wordt u gevraagd de
navigatiesoftware te installeren. U gaat zoals hier beschreven
voor, a.u.b.:
1. Verwijder de geheugenkaart voorzichtig uit de verpakking.
Let er op, dat u de kontakten niet aanraakt of dat ze vuil
worden.
2. Stek de geheugenkaart in de SD-/MMC gleuf tot ze
vergrendelt.
3. Klik op OK om de toepassing te installeren.
Tijdens het gebruik van het navigatiesysteem moet de
geheugenkaart altijd in het toestel zitten. Wordt de
geheugenkaart tijdens het gebruik verwijderd, zelfs al is het voor
een kort ogenblik, dan moet een soft-reset (zie pagina 25)
worden uitgevoerd om het toestel opnieuw op te starten.
Nadien alle gegeven op uw navigatiesysteem zijn gekopieerd,
verschijnt het hoofdscherm waar u nu navigatie-instellingen kan
uitvoeren.
Lees hiervoor het hoofdstuk Navigatie vanaf pagina 26, a.u.b.
N
EDERLANDS
20
B
B
E
E
D
D
I
I
E
E
N
N
I
I
N
N
G
G
AAN- EN UITZETTEN
Na de initiële inrichting is uw toestel in zijn normale toestand van
gereedheid. Met de aan- en uitschakelaar activeert en deactiveert
u uw toestel.
Druk kort op de aan- en uitschakelaar
, om uw navigatietoestel
aan te zetten.
Tip: Uw toestel wordt zo geleverd, dat het zich niet
van zelf uitschakelt. Via de instellingen van uw
toestel kunt u de duur van de activiteit aan uw
behoeften aanpassen.
1. Druk kort op de aan- en uitschakelaar , om uw
navigatietoestel uit te zetten.
Uw navigatietoestel verbruikt ook in uitgeschakelde toestand een
klein beetje stroom en de ingebouwde batterij wordt ontladen.
Als u uw navigatiesysteem voor langere tijd niet gebruikt, kan de
batterij zo zwak worden, dat een nieuw initiële inrichting nodig is.
Verwijder de geheugenkaart enkel dan, nadat u het toestel eerst
via de aan-/uittoets hebt uitgeschakeld, zoniet kunnen gegevens
verloren gaan.
i
B
EDIENING
21
WERKEN MET GEHEUGENKAARTEN
Uw navigatie-systeem ondersteunt MMC en SD geheugenkaarten.
GEHEUGENKAARTEN INVOEREN
1. Neem de geheugenkaart voorzichtig uit de verpakking
(indien beschikbaar). Let er op, dat u de contacten niet
aanraakt en dat ze niet vuil worden.
2. Breng de geheugenkaart in de kaartensleuf in, waarbij de
aansluiting naar de contacten en de achterkant moeten
wijzen. De kaart moet zich makkelijk laten vastklikken.
GEHEUGENKAART VERWIJDEREN
Tip: U mag de geheugenkaart niet verwijderen als er
mee gewerkt wordt, omdat u anders gegevens zou
kunnen verliezen.
1. Om de kaart te verwijderen, duwt u lichtjes tegen de
bovenkant tot dat ze zich ontgrendelt.
2. Trek de kaart eruit zonder de contacten aan te raken.
3. Bewaar de geheugenkaart in de verpakking of op een
andere veilige plek.
Tip: Geheugenkaarten zijn heel gevoelig. Let erop,
dat de contacten niet vuil worden en dat de kaart niet
geforceerd wordt.
i
i
N
EDERLANDS
22
GEBRUIK VAN GEHEUGENKAARTEN
Het apparaat ondersteunt enkel geheugenkaarten, die in
het gegevensformat FAT16/32 werden geformatteerd.
Indien u kaarten gebruikt die met een ander format werden
voorbereid (vb. in camera’s, MP-3-spellen), zal uw
apparaat deze mogelijk niet erkennen en zal u aanbieden
deze opnieuw te formatteren.
Opgelet: Het formatteren van de geheugenkaarten
zal alle gegevens onherstelbaar wissen.
Niet alle bestanden kunnen via de geheugenkaart worden
uitgewisseld. In sommige gevallen moeten ze via het
programma Microsoft® ActiveSync® worden
geconverteerd.
GEGEVENS UITWISSELEN VIA KAARTENLEZER
U kunt gegevens via ActiveSync
®
overbrengen, resp.
synchroniseren. Op die wijze worden bestanden in een voor het
apparaat leesbaar format omgezet.
Wanneer u grote aantallen gegevens (MP3-bestanden,
navigatiekaarten) naar de geheugenkaart wenst te kopiëren, kunt
u die ook onmiddellijk op de geheugenkaart opslaan.
Vele computers beschikken reeds over apparatuur voor
opslagkaarten. Hierbij brengt u de kaart in en kopieert u de
gegevens direct naar de kaart.
De directe toegang brengt mee dat een beduidend snellere
overdracht wordt gehaald.
!
B
EDIENING
23
SYNCHRONISATIE MET DE PC
I. MICROSOFT
®
ACTIVESYNC
®
INSTALLEREN
Voor de overdracht van gegevens tussen uw pc en uw
navigatiesysteem heeft u het programma Microsoft
®
ActiveSync
®
nodig.
U hebt samen met uw apparaat een licentie van dit programma
verkregen. U vindt het op de Support CD.
Opgelet: Bij de installatie van software kunnen
belangrijke bestanden overschreven en gewijzigd
worden. Om bij eventuele problemen na de installatie
op de originele bestanden te kunnen teruggrijpen,
dient u voor de installatie een back-up van de harde
schijf te nemen.
Onder Windows
®
2000 of XP moet u de administratierechten
hebben om de software te installeren.
Belangrijk:De navigatie-systeem nog niet met uw
PC verbinden.
1. Plaats de support-cd en wacht tot het programma
automatisch start.
Tip: Indien dat niet werkt, is waarschijnlijk de
zogenoemde Autorun functie gedesactiveerd. Om de
installatie manueel te starten, moet het programma
Setup op de cd gestart worden.
2. Selecteer eerst de taal en klik vervolgens op ActiveSync
®
installeren en volg de aanwijzingen op het beeldscherm.
!
!
i
N
EDERLANDS
24
II. MET DE PC VERBINDEN
1. Druk op de aan-/uittoets om uw navigatiesysteem op te
starten.
2. Sluit de USB kabel op het navigatiesysteem aan.
3. Sluit het andere einde van de USB-kabel op een vrije USB-
aansluiting van uw computer aan.
4. De hardware-installatieassistent herkent nu een nieuw
apparaat en installeert een geschikte driver. Dat kan enkele
minuten in beslag nemen. Herhaal de verbindingszoekactie
indien ze de eerste keer mislukt.
5. Volg de aanwijzingen op het beeldscherm. Het programma
brengt nu een partnerschap tussen uw pc en het apparaat
tot stand.
III. WERKEN MET MICROSOFT
®
ACTIVESYNC
®
Zodra u uw navigatiesysteem met uw PC verbindt wordt
ActiveSync
®
automatisch opgestart. Het programma controleert,
of het om een toestel gaat waarmee een partnerschap is
afgesloten. Als dat zo is, dan worden de wijzigingen op de PC en
op het navigatiesysteem, die sinds de laatste synchronisatie
hebben plaatsgevonden, met elkaar vergeleken en gecoördineerd.
In de instellingen van het programma ActiveSync
®
kunt u precies
instellen, welke gegevens bij de synchronisatie prioriteit hebben.
Om de effecten van de verschillende instellingen te leren kennen,
opent u de helpfunctie (met de toets F1) van het programma. Als
het navigatiesysteem niet als een partner wordt herkend, dan
wordt automatisch een beperkte gast-toegang geactiveerd,
waarmee u b.v. gegevens kunt uitwisselen. Indien dit voorkomt
terwijl u over een geregistreerd partnertoestel beschikt, dan
verbreekt u de verbinding tussen navigatiesysteem en PC en zet u
het navigatiesysteem uit en weer aan. U verbindt dan het
navigatiesysteem opnieuw met de PC, om de
herkenningsprocedure opnieuw op te starten. Wordt het toestel
dan nog steeds enkel als gast herkend, dan herhaalt u de
procedure opnieuw en herstart u tevens uw PC.
Tip: Controleer altijd, dat u uw navigatiesysteem
telkens op dezelfde USB-poort van uw PC aansluit,
omdat uw PC anders een nieuwe ID toekent en uw
toestel opnieuw installeert.
i
B
EDIENING
25
NAVIGATIESYSTEEM TERUGSTELLEN
Er bestaan twee opties om het navigatie-systeem terug te stellen.
SOFT-RESET
Bij deze mogelijkheid start het navigatie-systeem opnieuw op,
zonder dat het nodig is een nieuwe installatie te doen. De Soft
Reset wordt dikwijls gebruikt om het geheugen te reorganiseren.
Daarbij worden alle lopende programma’s afgebroken en wordt
het werkgeheugen opnieuw van zijn beginwaarden voorzien.
U gebruikt deze mogelijkheid wanneer uw navigatie-systeem niet
meer correct reageert of werkt.
Zo voert u de Soft-Reset door:
Schroef de eindkap van de aanwijspen af (blz.12, n) en druk de
punt van de eindkap voorzichtig in de reset-opening van uw
toestel of u voert met lichte druk een puntig voorwerp (b.v. een
open gebogen paperclip) in de reset-opening in.
HARD-RESET
Opgelet: Een Hard-Reset wist alle gegevens op uw
apparaat en vraagt zo om een nieuwe eerste
installatie.
Een opnieuw doorgevoerde installatie van software op uw
synchronisatiecomputer is echter niet noodzakelijk.
U voert een Hard Reset op onderstaande wijze uit:
1. Schuif de hoofdschakelaar aan de achterkant van het
toestel eerst in stand OFF en na 2 seconden weer op ON.
2. Na een hardware-reset moet de software installatie
opnieuw worden uitgevoerd.
!
N
N
A
A
V
V
I
I
G
G
A
A
T
T
I
I
E
E
VEILIGHEIDSTIPS VOOR NAVIGATION
Een uitvoerige handleiding vindt u op de bijbehorende CD.
TIP VOOR DE NAVIGATION
Voer geen instellingen aan het navigatie-systeem uit
tijdens het rijden, om uzelf en anderen niet nodeloos in
gevaar te brengen!
Als u een keer de gesproken aanwijzingen niet hebt
verstaan of onzeker bent, wat u bij het volgende kruispunt
moet doen, dan kunt u zich met behulp van de kaart- of
pijlweergave snel oriënteren. Kijk enkel dan op de
scherm, als u zich in een veilige verkeersituatie bevindt!
Belangrijk: Het verloop van de straten en het
verkeersreglement hebben prioriteit over de
aanwijzingen van het navigatiesysteem. Volg de
aanwijzingen enkel dan, wanneer de situatie in het
verkeersreglement het toestaat! Het
navigatiesysteem leidt immers u ook naar uw doel als
u van de uitgestippelde route moet afwijken.
De richtlijnen van het navigatiesysteem ontslaan de
bestuurder niet uit zijn plicht tot zorgvuldigheid en
verantwoordelijkheid.
Plan de routes voor u moet vertrekken. Als u tijdens het
rijden een nieuwe route moet invoeren, stop dan even.
Om het GPS-signaal correct te ontvangen, mogen geen
metallieke voorwerpen de radio-ontvangst verhinderen.
Bevestig het toestel met de zuignap aan de binnenkant van
de voorruit of in de buurt van de voorruit. Probeer
meerdere plaatsen in uw voertuig uit om een optimale
ontvangst te verkrijgen.
!
N
AVIGATIE
27
TIPS VOOR GEBRUIK IN EEN VOERTUIG
Let tijdens de installatie van de houder erop, dat de houder
bij ongevallen geen veiligheidsrisico vormt.
Bevestig de componenten stevig in uw voertuig en let bij
de installatie op een vrij uitzicht.
Het beeldscherm van het toestel kan lichtreflecties
veroorzaken. Let er dus op dat u tijdens de werking niet
verblind wordt.
Leg de kabel niet in de onmiddelijke nabijheid van
componenten die belangrijk zijn voor de veiligheid.
Monteer de houder niet binnen de actieradius van de
airbags.
Controleer regelmatig de zekere zit van de zuigvoet.
De adapter voor stroomtoevoer verbruikt ook dan stroom
als er geen toestel op is aangesloten. Verwijder hem als hij
niet wordt gebruikt om een ontlading van de autobatterij
te voorkomen.
Controleer na de installatie alle inrichtingen die belangrijk
zijn voor de veiligheid.
BIJKOMENDE TIPS VOOR GEBRUIK OP EEN FIETS OF MOTOR
Let er op dat het sturen door de montage niet wordt
belemmerd.
Door de montage mogen geen instrumenten worden
afgedekt.
N
EDERLANDS
28
STAND VAN DE ANTENNE
De antenne moet een vrije zicht naar de hemel hebben voor de
ontvangst van de signalen van de GPS-satellieten. Probeer bij
ontoereikende ontvangst verschillende mogelijkheden uit voor
montage en uitrichting van de antenne in uw voertuig. Eventueel
kan de inbouw van een externe GPS-antenne (zie pagina 42)
noodzakelijk zijn.
MODEL A
Richt de antenne zo horizontaal mogelijk.
Opgelet: U kunt de antenne zo ver uitklappen tot u een lichte
weerstand voelt (bij ca. 140°).
MODEL B
Hier is geen speciaale stand van de antenne nodig.
N
AVIGATIE
29
I. MONTAGE VAN DE AUTOHOUDER
Opgelet: Monteer de houder van het navigatie-
systeem enkel dan aan de voorruit als uw zicht niet
wordt belemmerd. Als dit niet mogelijk is, dan
monteert u de houder met de bijliggende zuigerplaat,
zodat de houder een veilig gebruik zonder risico’s
mogelijk maakt.
Tip: Naargelang de uitvoering is uw
navigatiesysteem alternatief voorzien van een
autohouder met flexibele stang.
Tip: Als u de houder aan de voorruit wilt
aanbrengen, dan kan u de stappen 1 en 2 overslaan.
1. Verwijder de beschermfolie van het kleefvlak van de
zuigerplaat.
snaphebel
zuigerplaat
!
i
i
N
EDERLANDS
30
2. Kleef de zuigerplaat vast aan een geschikte plek op uw
instrumentenpaneel. Let er op, dat het oppervlak van het
instrumentenpaneel schoon is en druk de zuigerplaat vast.
Tip: Om een goede hechting te verkrijgen, wordt de
zuigerplaat het best gedurende 24 uur niet belast.
(lijkende afbeelding)
3. Verbind de bevestigingsschelp met de autohouder. Let op
de belettering op de autohouder. De verbinding moet
duidelijk hoorbaar vergrendelen.
bevestigingsschelp
model A
bevestigingsschelp
model B
i
N
AVIGATIE
31
II. ZUIGNAPBEVESTIGING
Tip: Maak het raam met een glasreiniger zorgvuldig
schoon. Als de temperatuur beneden de 15° C is, dan
moet u het raam en de zuignap een beetje
opwarmen.
1. Zet de autohouder met de zuigvoet op de zuigerplaat (of
rechtstreeks op de voorruit) en druk de hendel naar
beneden. De zuigvoet zuigt zich op de ondergrond vast.
III. BEVESTIGING VAN DE NAVIGATIESYSTEEM
(lijkende afbeelding)
1. Enkel bij model A: Klap de antenne naar boven uit (blz. 28).
2. U plaatst het navigatiesysteem in de autohouder, door het
eerst op de stippen onderaan te zetten en dan lichtjes naar
achteren te kantelen totdat het in de klemhouder
vergrendelt.
Gereedschapsklem model A Gereedschapsklem model B
i
N
EDERLANDS
32
IV. AUTOADAPTER AANSLUITEN
(lijkende afbeelding)
1. Steek de contactstekker (n) van de verbindingskabel in de
daarvoor voorziene aansluiting aan de onderkant van uw
toestel (blz. 13).
2. Steek nu de stroomadapterstekker (o) in de
sigarettenaansteker en zorg ervoor, dat deze tijdens de rit
het contact niet verliest. Dit zou immers tot een foutief
functioneren kunnen leiden.
Tip: Trek na de rit, of als u uw wagen gedurenden
langere tijd niet gebruikt, de stroomadapterstekker
uit de sigarettenaansteker. Op die manier kan de
autobatterie zich niet ontladen.
i
N
AVIGATIE
33
V. NAVIGATIESOFTWARE STARTEN
Tip: De geheugenkaart moet zich tijdens het gebruik
van het navigatiesysteem steeds in het apparaat
bevinden. Als de geheugenkaart tijdens het gebruik
verwijderd wordt, al is het kortstondig, moet een soft
reset uitgevoerd worden om het navigatie-systeem
opnieuw te starten (blz. 25). Naargelang het
navigatiesysteem gebeurt deze reset automatisch.
1. Schakel uw navigatie-systeem in.
2. Naargelang de uitvoering start de navigatiesoftware
onmiddellijk of na aanklikken van de navigatieknop op het
hoofdscherm.
3. Druk op de toets voor de bestemminginvoer
en voer het
adres van uw navigatiedoel in. Start de navigatie
vervolgens door op Navigeren te klikken. Bij toereikende
satellietontvangst verschijnt na enige tijd de weginformatie
op het scherm, aangevuld met gesproken aanwijzingen.
Informatie over de verdere bediening van de navigatiesoftware
vindt u in de uitgebreide gebruikershandleiding op uw
navigatie-cd. Het gaat hierbij om een PDF-bestand, die u met
elke Acrobat Reader kunt lezen en printen.
Tip: De GPS-ontvanger heeft bij het eerste gebruik
einige minuten nodig, voordat hij geïnitialiseerd is.
Ook wanneer het symbool aanduidt dat er een GPS-
signaal aanwezig is, kan de navigatie onjuist zijn. Bij
verdere ritten duurt het ca. 30-60 seconden, vóór er
een correct GPS-signaal komt, op voorwaarde dat er
voldoende „zicht“ op de satelliet is.
i
i
N
EDERLANDS
34
M
M
P
P
3
3
-
-
P
P
L
L
A
A
Y
Y
E
E
R
R
In uw navigatiesysteem is ook een MP3-player geïntegreerd.
1. U start de MP3-player door in het hoofdscherm op de knop
te klikken.
2. Alle MP3-bestanden in het systeem, de bestanden op een
geheugenkaart inbegrepen, worden automatisch aan de
Playlist toegevoegd en kunnen worden afgespeeld.
OVERZICHT VAN HET HOOFDSCHERM
MP3-P
LAYER
35
Toets Naam Omschrijving
of
Play/
Pause
Start het actuele nummer.
Stop Stopt het actuele nummer.
of
Previous/
Next
Gaat naar het vorige of het volgende nummer.
of
Volume Verhoogt of verlaagt het volume.
De indicator in de rechterbovenhoek van het
scherm geeft het huidige volume aan.
Playback
Mode
De volgende verschillende modi worden
ondersteund:
Herhaling van het actuele nummer
Herhaling van alle nummers
(standaardinstelling)
Enkele weergave
Beginweergave
Sequence
Normale volgorde
(standaardinstelling)
Toevalsweergave
Open
Play List
Opent de Playlist. (zie volgende pagina)
Equalizer Opent of sluit het menu van de equalizer.
Help
Legt functie en gebruik van elke knop uit. Klik
op een knop en een kort beschrijving verschijn
onderaan op het scherm.
Exit
Sluit de MP3-player-applicatie af.
N
EDERLANDS
36
PLAYLIST
U kan uw Playlist op volgende manieren onderhouden:
Add Title
Voegt een nummer aan de Playlist toe. Dit nummer kunt u dan in
het volgende scherm kiezen.
Delete Title
Verwijdert het gekozen nummer uit de Playlist.
Delete All
Verwijdert alle nummern uit de Playlist.
Om naar het hoofdscherm terug te keren klikt u op
.
Hou er rekening me, a.u.b., dat uw playlist bij het verlaten van de
MP3-player niet wordt bewaart.
D
IKWIJLS GESTELDE VRAGEN
37
D
D
I
I
K
K
W
W
I
I
J
J
L
L
S
S
G
G
E
E
S
S
T
T
E
E
L
L
D
D
E
E
V
V
R
R
A
A
G
G
E
E
N
N
Waar vind ik meer informatie over het navigatie-systeem.
Uitgebreide handleidingen voor de navigatie vindt u op de
betreffende CD’s die met uw apparaat worden
meegeleverd.
Gebruik als bron voor extra hulp ook de uitgebreide
hulpfuncties, die u eenvoudigweg kunt intoetsen (veelal
de F1-toets op de PC) of aanstippen op het vraagteken
(bij de navigatie-systeem). Deze hulpfuncties worden
tijdens het gebruik van de computer of het apparaat ter
beschikking gesteld.
Waarom heb ik de meegeleverde CD’s nodig?
De Support-CD bevat:
het programma ActiveSync
®
voor de
gegevensafstemming tussen het navigatiesysteem
en de PC.
Extra programma’s (optionaal).
Deze gebruikshandleiding in digitale vorm.
Inhoud van de Navigations-CD(s):
gedigitaliseerd kaartmateriaal
gegevensmateriaal voor het snelle herstel van de
inhoud van de geheugenkaart
Instructies voor het gebruik van de
navigatiesoftware
eventueel pc-toepassingen
Naargelang de uitvoering wordt er één of meerdere CD’s
meegeleverd.
Het navigatie-systeem reageert niet meer. Wat moet er
gedaan worden?
Voer een Soft Reset uit (blz. 25).
Hoe kan ik de belichting bijregelen?
Onder Settings.
N
EDERLANDS
38
S
S
E
E
R
R
V
V
I
I
C
C
E
E
EERSTE HULP BIJ PROBLEMEN
Problemen kunnen soms door heel banale redenen ontstaan, maar
soms ook heel ingewikkeld en moeilijk te analyseren zijn.
ALGEMENE TIPS
Tip: Door geregeld een „Defragmentatie“ en
„Scandisk“ uit te voeren, kunnen oorzaken voor
fouten verwijderd en de systeemprestaties worden
verbeterd.
VERBINDINGEN EN KABELS CONTROLEREN
Voer een zorgvuldige visuele controle van alle kabelverbindingen
uit. Als de indicatielichten niet werken, controleert u of de
computer en alle randapparatuur met voldoende stroom verzorgd
worden.
Tip: Schakel de toetsels uit en controleer alle
kabelaansluitingen. Werd er randapparatuur op de
computer aangesloten, controleert u ook die
kabelverbindingen. Wissel de kabels van
verschillende toestellen niet willekeurig met elkaaruit,
ook al gelijken ze op elkaar, omdat de contacten van
de kabel misschien anders aangesloten zijn. Als u
zeker bent, dat de stroomtoevoer in orde is en alle
verbindingen goed zijn, dan kunt u het apparaat weer
aanzetten.
i
i
S
ERVICE
39
FOUTEN EN MOGELIJKE REDENEN
Het navigatiesysteem reageert niet meer of gedraagt zich
atypisch.
Druk op de reset-toets (blz. 14, o).
Het navigatiesysteem wordt door ActiveSync® enkel als
gast herkend.
Zie informatie op pagina 23.
Na de installatie van ActiveSync® krijg ik foutmeldingen
van een serviceprogramma.
Het programma legt in een door het systeem gedefinieerde
tijdelijke folder het bestand WCESCOMM.LOG aan dat niet
gewist kan worden. Als daartoe door een ander programma
een poging ondernomen wordt, verschijnt een bijhorende
foutmelding.
De GPS-ontvanger kan niet geïnitialiseerd of gevonden
worden.
Indien ondanks een correcte installatie van het systeem nog steeds
geen signaal op het beeldscherm ontvangen wordt, kan dat volgende
oorzaken hebben:
Er is niet voldoende satellietontvangst mogelijk.
Oplossing:
Verander de positie van uw navigatiesysteem en zorg
ervoor dat het „vrije“ zicht van de antenne niet in het
gedrang komt.
Er zijn geen gesproken aanwijzingen te horen.
Controleer de volume-instelling.
N
EDERLANDS
40
ALS U NOG VERDERE ONDETEUNING NOGIG HEEFT ?
Als onze adviezen uit de vooraangaande onderdelen het probleem
niet hebben kunnen oplossen, dan vragen wij u ons te contacteren.
Als u ons volgende informatie zou kunnen bezorgen, zou u ons
enorm helpen:
Wat is u configuratie?
Welke randapparatuur gebruikt u?
Welke meldingen verschijnen er op de scherm?
Welke software gebruikte u, toen de fout zich voordeed?
Welke stappen hebt u reeds ondernomen om het probleem
te verhelpen?
Als u reeds een klantnummer hebt, graag dit nummer
meedelen.
A
PPENDIX
41
A
A
P
P
P
P
E
E
N
N
D
D
I
I
X
X
GPS (GLOBAL POSITIONING SYSTEM)
Het GPS is een satellietondersteund systeem voor de
positiebepaling. Met behulp van 24 satellieten die rond de aarde
cirkelen is een tot op enkele meters nauwkeurige plaatsbepaling
op aarde mogelijk.
De ontvangst van de satellietsignalen gebeurt via de antenne van
de ingebouwde GPS-ontvanger die daarvoor een „vrij zicht“ op
minstens 4 van deze satellieten nodig heeft.
Tip: Bij beperkte zichtbaarheid (bijv. in een tunnel,
in huizenrijen, in het bos of ook in voertuigen met
gemetalliseerde ruiten) is en plaatsbepaling niet
mogelijk. De satellietontvangst begint echter weer
zodra de hindernis overwonnen is en men weer een
goede zichtbaarheid heeft.
De nauwkeurigheid van de navigatie is bij lage
snelheden (bijv. langzaam stappen) eveneens beperkt.
De GPS-ontvanger verbruikt extra energie. Dat is vooral
belangrijk in batterijbedrijf. Om energie te besparen, schakelt u
het toestel niet onnodig in. Sluit daarom ook de navigatiesoftware
af, als deze niet gebruikt wordt of als satellietenontvangst voor
een langere duur niet mogelijk zou zijn. Tijdens een korte
onderbreking van uw rit kunt u het apparaat echter ook via de in-
/uitschakelaar uitschakelen. Opnieuw starten gebeurt door op
dezelfde schakelaar te drukken. Bovendien wordt ook de GPS-
ontvanger weer geactiveerd als de navigatiesoftware nog actief is.
Hierbij kan het naargelang de ontvangstsituatie een tijdje duren
vooraleer de positie opnieuw geactualiseerd wordt.
Tip: Zorg ervoor dat uw toestel zo vooringesteld dat
het in batterijbedrijf bij GPS-ontvangst niet automatisch
na enkele minuten uitgeschakeld wordt. Deze
voorinstelling kan in de instellingenmodus veranderd
worden. Indien de GPS-ontvanger meerdere uren niet
actief is, moet hij zich opnieuw oriënteren. Dit proces
kan enige tijd duren.
i
i
N
EDERLANDS
42
EXTERNE GPS-ANTENNE
Deze tweede, optionele GPS-antenne (enkel voor model A) maakt
het mogelijk, de signalen van satellieten beter te ontvangen (b.v.
in voertuigen met een coating op de voorruit).
Model A
Model B
1. U opent bij model A de afdekking bij de uitgeklapte
antenne.
2. Steek de stekker van de externe GPS-antenne in die
daarvoor voorziene opening.
A
PPENDIX
43
TMC (TRAFFIC MESSAGE CHANNEL)
Traffic Message Channel (TMC) is een digitale radio-datadienst,
die op een vergelijkbare manier als RDS werkt en gebruikt wordt
voor het verzenden van informatie over verkeersstoringen aan
geschikte ontvangers.
De verkeersinformatie wordt voortdurend via FM verzonden.
Omdat dit signaal constant wordt uitgezonden is de gebruiker
minder afhankelijk van de verkeersinformatie, die enkel om het
halve uur wordt uitgezonden. Bijkomend kan belangrijke
informatie, b.v. over spookrijders, meteen worden doorgegeven.
De uitzending is gepland voor heel Europa en wordt in veel landen
reeds door radiozenders aangeboden. De nauwkeurigheid van de
TMC-berichten (Traffic Message Channel) kan van land tot land
sterk variëren.
N
EDERLANDS
44
INSTALLATIE VAN EEN EXTERNE TMC-ONTVANGER
U sluit uw TMC-ontvanger op volgende wijze op uw
navigatiesysteem aan:
1. Sluit de mini-USB-stekker op het mini-USB-contact van uw
toestel aan (zie pagina 13).
2. Sluit de klinkenstekker van de TMC-ontvanger op het
voedingscontact aan.
3. Sluit de draadantenne op de TMC-ontvanger aan en
bevestig de antenne met behulp van de zuigvoeten b.v. op
de rand van uw voorruit.
4. Nadat u de TMC-ontvanger op uw navigatietoestel hebt
aangesloten, sluit u de TMC-ontvanger op het
autoadapterkabel aan.
Uw navigatiesysteem is nu in staat om verkeersinformatie via de
TMC-ontvanger te ontvangen en u kunt zo eventuele
verkeersopstoppingen vermijden.
A
PPENDIX
45
BIJKOMENDEN KAARTEN
Op de meegeleverde geheugenkaart is de gedigitaliseerde kaart
van uw land reeds geïnstalleerd. Naargelang de uitvoering zijn er
bijkomende gedigitaliseerde kaarten op uw navigatie CD's. Deze
kaarten kunt u onmiddellijk naar een geheugenkaart kopiëren.
Het gebruik van een externe kaartlezer wordt hiervoor aanbevolen
(zie ook pagina 22).
Afhankelijk van de hoeveelheid gegevens op de CD's moet u
eventueel geheugenkaarten met een capaciteit van 256 MB, 512
MB, 1.024 MB of meer gebruiken.
Extra geheugenkaarten (MMC- of SD-kaarten) zijn bij
gespecialiseerde handelaars te verkrijgen.
KAARTEN KOPIËREN OP EEN GEHEUGENKAART
U kan bijkomende kaarten bij voorkeur met behulp van de
Windows verkenner van uw PC naar een geheugenkaart kopiëren.
Dit gaat als volgt in zijn wer:
1. Breng de CD met de nodige kaarten erop in.
2. Open uw bureaublad en kies het CD-station uit.
3. Selecteer de gewenste map d.m.v. de rechter muistoets en
stuur deze dan naar de gegevensdrager in kwestie.
4. De gemarkeerde map wordt naar de geheugenkaart
gekopieerd.
Als u gedigitaliseerde kaarten van meerdere landen of
landengroepen op uw geheugenkaart heeft gekopieerd, dan moet
u de gewenste landenkaart in de navigatietoepassing van uw
toestel uitkiezen.
Zorg ervoor dat u over voldoende ruimte op uw geheugenkaart
beschikt.
N
EDERLANDS
46
FIETSMONTAGE
Als optie kunt u uw navigatiesysteem ook op uw fiets bevestigen.
Daarvoor heeft u een speciale houder nodig. Hierna wordt de
montage uitgelegd.
1. Draai met behulp van de binnenzeskantsleutel beide
schroeven los, die de houplaat met de klem verbinden.
2. Verwijder de rubberen ring en wikkel
hem rond het stuur.
3. Plaats de klem op uw fietsstuur door
deze van onderen over het stuur te
trekken.
4. Plaats de houplaat terug op de klem en schroef beide
schroeven terug vast.
5. Plaats de houder voor de navigatiesysteem op de houplaat
tot u een klik hoort. Let er op dat de houder slechts in een
richting ingezet kan worden.
6. Plaats vervolgens het apparaat in de houder. Zorg er altijd
voor dat het apparaat stevig vastzit.
Aanwijzing: Na de montage van de fietshouder
beschermt de optionele bewaartas uw apparaat
tegen stof en vuil. De tas biedt geen bescherming
tegen regen en vochtigheid. Zorg ervoor dat de
navigatiesysteem niet in aanraking komt met
vochtigheid. De elektronische onderdelen zouden
daardoor beschadigd kunnen worden.
Houplaat
i
Binnenzeskant-
sleutel
Schroeven
Klem
A
PPENDIX
47
GARANTIE
Het ontvangstbewijs geldt als bewijs voor de eerste aankoop en
moet goed worden bewaard. Uw legale rechten worden door deze
garantiecondities niet beperkt
. Dit hebt u nodig wanneer u gebruik
wilt maken van een eventuele garantievergoedingen. Wanneer het
product aan een andere gebruiker wordt doorgegeven, dan heeft
deze voor de rest van de garantietijd recht op
garantievergoeding.
Hierbij dienen de kassabon alsmede deze verklaring eveneens in
het bezit van genoemde andere gebruiker te worden gesteld. Wij
garanderen, dat dit apparaat in staat is om te functioneren en in
technisch opzicht overeenstemt met de beschrijvingen in de
bijgevoegde documentatie. De resterende garantietermijn gaat bij
het tonen van het aankoopbewijs van de oorspronkelijke
onderdelen over op de desbetreffende reserveonderdelen.
Wanneer u dit apparaat inlevert om van eventuele garantie-
vergoedingen gebruik te maken, moet u eerst alle programma's,
gegevens en demontabele opslagmedia verwijderen. Producten
die zonder accessoires worden opgestuurd, worden zonder
accessoires vervangen. De vrijwaringsplicht geldt niet voor het
geval, dat het probleem veroorzaakt werd door een ongeval,
catastrofe, door vandalisme, misbruik, onoordeelkundig gebruik,
het veronachtzamen van veiligheids- en onderhouds-
voorschriften, wijziging door software, virussen resp. een ander
apparaat of andere accessoires of andere door ons niet
toegestane modificaties. Deze beperkte garantieverklaring
vervangt alle andere uitdrukkelijke en impliciete garanties, dit
met inbegrip van de garantie van de verkoopbaarheid of van de
geschiktheid voor een bepaald doel, beperkt zich echter niet
daartoe. In sommige landen is de uitsluiting van impliciete
garanties wettelijk niet geoorloofd. In een dergelijk geval is de
geldigheid van alle uitdrukkelijke en impliciete garanties beperkt
tot de garantieperiode. Na afloop van deze periode verliezen alle
garanties hun geldigheid. In sommige landen is het beperken van
de geldigheidsduur van impliciete garanties wettelijk niet
geoorloofd, zodat bovenstaande beperking niet in werking treedt.
Wanneer u met betrekking tot deze garantievoorwaarden vragen
zou hebben, neem dan contact met ons op.
N
EDERLANDS
48
BEPERKING VAN DE AANSPRAKELIJKHEID
De inhoud van dit handboek kan in verband met technische
ontwikkelingen onaangekondigd worden gewijzigd. De fabrikant
en distributie nemen geen verantwoordelijkheid op zich voor
schades die zijn ontstaan als gevolg van fouten of weglatingen
van de informaties die in dit handboek beschikbaar zijn gesteld.
Wij zijn in ieder geval niet aansprakelijk voor:
1. door derden aan u gestelde eisen met betrekking tot
verliezen of beschadigingen.
2. verlies of beschadiging van uw registraties of gegevens.
3. economische uit een schadegeval voortvloeiende verdere
schades (met inbegrip van winstderving of bezuinigingen) resp.
bijkomende schades, ook wanneer wij ervan op de hoogte zijn
gesteld, dat zulke schades mogelijk kunnen optreden.
In sommige landen is de uitsluiting resp. beperking van
bijkomende resp. uit een schadegeval voortvloeiende verdere
schades wettelijk niet geoorloofd, zodat bovenstaande beperking
niet in werking treedt.
KOPIËREN , FOTOKOPIËREN EN VERVEELVOUDIGEN VAN DIT
HANDBOEK
Dit document bevat wettelijk beschermde informaties. Alle rechten
voorbehouden. Niets uit dit document mag worden gekopieerd,
gefotokopieerd, verveelvoudigd, vertaald, verzonden of opgeslagen
op een elektronisch leesbaar medium zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de fabrikant.
I
NDEX
49
I
I
N
N
D
D
E
E
X
X
A
Aan- en Uitzetten .................20
Aansluiting
Koptelefoon ......................15
Accuwerking ......................... 5
Autoadapter ........................17
Autorun ..............................23
Autostart.............................23
B
Batterijschakelaar ................12
Bijkomende kaarten
kopiëren op een
geheugenkaart...............45
Bijkomenden Kaarten............45
C
Componenten
Achteraanzicht ..................12
Linker kant.......................14
Onderaanzicht ..................13
Rechter kant.....................15
Vooraanzicht ....................10
Copyright .............................iv
D
Defragmentatie....................38
Dikwijls gestelde vragen........37
E
Eerste Hulp .........................38
Eerste initialisatie
Batterij laden....................16
Navigatiesoftware
installeren .....................19
Tfoestel aanzetten............. 18
Elektromagnetische tolerantie ..3
EMT .....................................3
Externe antenneaansluiting ... 12
Externe GPS-Antenne ........... 42
F
FAQ ................................... 37
Fietsmontage ...................... 46
Fouten en mogelijke redenen. 39
G
Garantie ............................. 47
Gegevensbeveiliging...............2
Geheugenkaarten................. 21
GPS ................................... 41
Antenne .......................... 12
Externe GPS-Antenne ........ 42
H
Handelsmerk........................ iv
Hard-Reset ......................... 25
Hotline ............................... 40
I
In de levering begrepen ..........9
Inhoud ..................................i
K
Kaartenlezer........................ 22
Koptelefoonaansluiting.......... 15
Kwaliteit ...............................8
L
Luidspreker ......................... 11
N
EDERLANDS
50
M
Montage van de autohouder...29
MP3-Player..........................34
Playlist.............................36
N
Navigatie ............................26
Autoadapter aansluiten ......32
Bevestiging van de
navigatiesysteem ...........31
Montage van de autohouder29
Navigatiesoftware starten ...33
Zuignapbevestiging ...........31
Navigatiepad .......................11
Navigatieset op uw fiets
bevestigen .......................46
Navigatiesysteem terugstellen25
Hard-Reset.......................25
Soft-Reset........................25
Netadapter ..........................17
O
Omgevingstemperatuur.......... 3
Onderhoud ........................... 6
Onderhoud van het display ..... 6
R
Reparaties............................ 2
Resettoets...........................14
S
Scandisk .............................38
SD/MMC-sleuf......................14
Service ...............................38
hotline............................. 40
Soft-Reset .......................... 25
Stand van de antenne........... 28
Stift ................................... 12
Stroomvoorziening ........... 4, 13
Synchronisatie met de PC
Met de PC verbinden ......... 24
Microsoft
®
ActiveSync
®
installeren..................... 23
Werken met Microsoft
®
ActiveSync
®
.................. 24
Systeemprestaties ............... 38
T
TMC
Installatie van een externe
TMC-ontvanger.............. 44
Transport..............................7
V
Veiligheidsraadgevingen..........1
Gegevensbeveiliging............2
Reparaties .........................2
Omgevingstemperatuur .......3
Aansluiten..........................4
Stroomvoorziening ..............4
Accuwerking.......................5
Onderhoud.........................6
Transport...........................7
Veiligheidstip voor Navigation 26
Volumeknop........................ 15
Z
Zuignapbevestiging .............. 31
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Medion MD95058 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Medion MD95058 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,09 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info