9
Omgevingstemperatuur
Uw apparaat kan bij een omgevingstemperatuur van 5° C tot 35° C en bij een
relatieve luchtvochtigheid van 10% - 90% (niet-condenserend) werken.
Staat uw apparaat uit dan kunt u hem bij 0° C tot +60° C wegzetten.
Het toestel dient veilig vervoerd te worden. Vermijd hoge temperaturen (bijv. bij het
parkeren of door rechtstreeks zonlicht).
Elektromagnetische tolerantie
Bij het aansluiten van extra of andere componenten moet u rekening houden met de
„Richtlijnen voor elektromagnetische tolerantie“ (EMT). Gelieve er bovendien op te
letten, dat enkel bedekte kabels (max. 3 meter) voor de externe interfaces mogen
worden gebruikt.
Behoud minstens één meter afstand van hoogfrequente en magnetische
storingsbronnen (televisietoestel, luidsprekerboxen, GSM enz. ) om de goede werking
niet in gevaar te brengen en gegevensverlies te vermijden.
Elektronische apparaten veroorzaken tijdens het gebruik elektromagnetische straling.
Deze straling is ongevaarlijk, maar kan wel storingen veroorzaken in andere apparaten
die in de onmiddellijke omgeving gebruikt worden.
Onze apparaten worden in het laboratorium op hun elektromagnetische
compatibiliteit getest en geoptimaliseerd.
Storingen aan het apparaat zelf of aan de elektronica in de buurt kunnen echter niet
volledig uitgesloten worden
Indien u een dergelijke storing vaststelt, probeert u dit te verhelpen door de afstand
tussen de apparaten te vergroten of door ze te verplaatsen.
Zorg er vooral voor dat de elektronica van de vrachtwagen geen storingen vertoont
vooraleer weg te rijden.