48
Toegangspuntnamen instellen
Als u verbinding wilt maken met internet, kunt u de standaardtoegangspuntnamen (APN) gebruiken. En
als u een nieuwe APN wilt toevoegen, neemt u contact op met uw mobiele serviceprovider voor meer
informatie.
1. Tik op de toets Home > toets Menu > Instellingen > Draadloze netwerken > Mobiele
netwerken > Namen toegangspunten.
2. Tik op de toets Menu > Nieuwe APN.
3. Stel de benodigde parameters in. (Zie hoe u een GPRS-/EDGE-/3G-verbinding instelt in verbinding
maken met internet in deze handleiding)
4. Tik op de toets Menu > Opslaan.
Beveiligingsinstellingen
Het is raadzaam uw telefoon en SIM-kaart te beveiligen tegen onbevoegd gebruik. Het is niet alleen
verstandig, maar ook erg slim. Zo werkt het…
De telefoon beveiligen met een schermontgrendelingspatroon
Een schermontgrendelingspatroon maken
1. Tik op de toets Home > toets Menu > Instellingen > Locatie en beveiliging >
Schermvergrendeling instellen > Patroon.
2. Lees de instructies en tik op Volgende.
3. Bekijk het voorbeeldpatroon en tik op Volgende.
4. Teken uw eigen patroon met een vinger en tik op Doorgaan.
5. Teken het patroon nogmaals en tik op Bevestigen.
6. Druk op de aan-uittoets om het scherm te vergrendelen.
TIP: maak het selectievakje Zichtbaar patroon aan leeg als u het patroon wilt verbergen terwijl u dit op
het scherm tekent.
Het scherm ontgrendelen met uw patroon
1. Druk op de aan-uittoets.
2. Teken het patroon dat u hebt ingesteld om het scherm te ontgrendelen.
Als u een fout maakt, vraagt de telefoon u of u het opnieuw wilt proberen.
Kunt u zich uw schermontgrendelingspatroon niet herinneren?
U hebt maximaal vijf pogingen om de telefoon te ontgrendelen. Als u zich het
schermontgrendelingspatroon nog steeds niet kunt herinneren, kunt u op Patroon vergeten? tikken en
uw gebruikersnaam en wachtwoord van uw Google-account invoeren om het
schermontgrendelingspatroon opnieuw in te stellen.
BELANGRIJK: u moet zich aanmelden bij uw Google-account op de telefoon of er een maken voordat u
de bovenstaande methode gebruikt om het patroon opnieuw in te stellen.
De telefoon beveiligen met een PIN-code of wachtwoord
Een PIN-code of wachtwoord maken
1. Tik op de toets Home > toets Menu > Instellingen > Locatie en beveiliging >
Schermvergrendeling instellen.
2. Tik op Pincode of Wachtwoord.
3. Voer de numerieke PIN-code of een wachtwoord van uw keuze in en tik op Doorgaan.
4. Voer het opnieuw in en tik op OK om te bevestigen.