7
REINIGING EN ONDERHOUD
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Zet de luchtcirculatie altijd uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat reinigt.
Gebruik een zachte droge doek om de externe en interne onderdelen van de luchtcirculatie te
reinigen. Laat de luchtcirculator niet nat worden.
1. Verwijder de voorkant van de ventilator door de achterkant van de ventilator vast te houden
en de voorste beschermkap tegen de klok in te draaien.
2. Stel de kop van de ventilator, door deze naar achteren te duwen, in op de maximale hoogte.
3. Houd de achterkant van de ventilator vast en trek de ventilatorbladen eruit.
4. Reinig de afzonderlijke onderdelen van de ventilator met een zachte droge doek.
5. Zodra de ventilator schoon is, keert u het proces om. Zo zet u de ventilator opnieuw in elkaar.