5
INLEIDING
Tussen basisstation en handset bestaat een radioverbin-
ding. Het ontvangstbereik bedraagt buiten max. 300
meter en max. 50 meter binnen gebouwen. Door obsta-
kels in de verbindingsweg kan de ontvangst worden
beperkt. Komt men buiten het ontvangstbereik, wordt
de kwaliteit van de gespreksverbinding verminderd. Een
waarschuwingstoon maakt u er op attent dat u zich te
ver van het basisstation bevindt. Als dit gebeurt, moet u
weer dichter bij het basisstation komen, aangezien de
verbinding anders na 10 seconden wordt verbroken.
Wordt de radioverbinding tussen handset en basisstation
tot stand gebracht, klinkt het ontvangstsignaal.
U heeft altijd de beste radioverbinding als het basisstati-
on vanaf de handset is te zien.
- Vermijd het contact van alle metalen delen van het
systeem met vloeistoffen.
- Om elektrische schokken te vermijden, moet u nooit
proberen, de behuizing van de handset of het basis-
station te openen.
- Vermijd het onderlinge contact van de twee metalen
polen van de handset en van de twee metalen polen
van het basisstation (paperclips e.d.).
- Het apparaat werkt niet als de stroom uitvalt. Om het
alarmnummer te kunnen draaien, dient u ervoor te
zorgen dat u beschikt over een telefoontoestel, waar-
voor geen stroomvoorziening nodig is.
- Gebruik nooit batterijen die niet herladen kunnen wor-
den, maar gebruik de door de fabrikant aanbevolen
batterijen.
- Gebruik uitsluitend de meegeleverde netadapter. Het
gebruik van andere netdelen kan uw telefoon bescha-
digen.
BEREIK
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDS-
INSTRUCTIES