11
VOOR HET GEBRUIK
1.
Inleggen van de batterijen
Aan de rechterkant van het
apparaat bevindt zich het deksel
van het batterijvak. Schuif dit in
pijlrichting om het te verwijderen.
Plaats de 2 bijgevoegde 1,5 V
alkali-batterijen van het type
„AAA“ op de aangegeven manier
in het vak. Breng eerst de onder-ste
batterij aan. Let er hier-bij op dat
de poolaanslui-tingen correct zijn.
Sluit het batterijvak weer.
2. Verwisselen
van de batterijen
Verwissel de batterijen wanneer het batterijverwisselings-symbool
in het display verschijnt. Verwissel de batterijen wanneer in het display
niets wordt weergegeven, nadat het apparaat ingeschakeld is. Als de
batterijen worden vervangen, dienen beide batterijen tegelijkertijd
door nieuwe te worden vervangen.
Attentie: Batterijen zijn chemisch afval. Ze horen niet in het
huishoudelijk afval thuis.