20
6. Waterafvoer in noodgevallen
Als het water niet wordt weggepompt gaat u als
volgt te werk om de machine te legen:
● Trek de stekker uit het stopcontact.
● Draai de waterkraan dicht.
● Wacht, indien nodig, tot het water is afgekoeld.
● Open het pompdeurtje.
● Zet een bak op de vloer en leg het einde van de
noodaftapslang in de bak. Verwijder de dop. Het
water moet door de zwaartekracht in de bak lopen.
Als de bak vol is, zet u de dop weer op de slang.
Herhaal de procedure tot er geen water meer
uitkomt.
● Maak de pomp eventueel schoon zoals eerder
beschreven.
● Zet de dop weer op de noodaftapslang en plaats
de slang terug.
● Draai het pompdeksel vast en sluit het deurtje.
7. Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan
temperaturen onder 0°C moeten enkele
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
● Trek de stekker uit het stopcontact.
● Draai de waterkraan dicht en draai de
watertoevoerslang van de kraan los.
● Zet een bak op de vloer, leg het uiteinde van de
noodaftapslang en van de toevoerslang in de bak
en laat het water uit de machine lopen.
● Schroef de watertoevoerslang weer op de kraan,
zet de dop weer op de noodaftapslang en plaats
de slang terug.
Het water dat in de leidingen is achtergebleven,
wordt op deze manier afgevoerd en hiermee wordt
voorkomen dat er ijsvorming optreedt die de
machine kan beschadigen.
Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw wilt
gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger dan
0°C is.
Belangrijk!
Elke keer dat u m. b.v. de noodaftapslang water
aftapt, moet u 2 liter water in het vak voor
hoofdwasmiddel in de wasmiddellade gieten en dan
programma POMPEN instellen. Hierdoor wordt de
spaarklep geactiveerd en wordt voorkomen dat bij
de volgende wasbeurt wasmiddel ongebruikt
achterblijft.
Ga als volgt te werk:
● Trek de stekker uit het stopcontact.
● Wacht, indien nodig, tot het water is afgekoeld.
● Open het pompdeurtje.
● Zet een bak op de vloer om evt. water op te
vangen.
● Trek de noodaftapslang uit zijn plaats, leg hem in
het bakje en verwijder de dop.
● Als er geen water meer uitkomt, draai dan het
pompdeksel los.
● Verwijder vreemde voorwerpen uit het
schoepenrad van de pomp door hem te draaien.
● Zet de dop weer op de noodaftapslang en plaats
de slang terug.
● Draai het pompdeksel volledig vast.
● Sluit het pompdeurtje.