1 Programmakaart
Zo kiest u eenvoudig de meest geschikte droogtijd
voor uw was.
2 Toets “Deur openen”
Door deze toets in te drukken opent u de deur, het
programma stopt.
3 Toets «Lage temperatuur»
Druk deze toets voortijds in als u kreukherstellend
katoen gaat drogen.
4 Toets “Start”
Na instelling van het programma drukt u op deze
toets om het programma te starten.
Als de deur tijdens het in bedrijf zijn geopend
wordt, moet na het weer sluiten van de deur deze
toets nogmaals ingedrukt worden om het
programma te vervolgen.
5 Droogtijdenknop
De tijdklok is in twee sectoren opgedeeld:
Een sector met een normale (hoge)
droogtemperatuur, instelbaar tot 120 minuten. De
normale temperatuur gebruikt u voor katoen en
linnen.
Een sector met verlaagde droogtemperatuur,
instelbaar tot 80 minuten. De verlaagde temperatuur
gebruikt u voor synthetica en fijne was.
U mag de knop uitsluitend rechtsom draaien. Heeft
u in de verkeerde sector ingesteld, dan niet
terugdraaien maar weer rechtsom.
De droogtijd hangt af van verschillende factoren:
– centrifugeertoerental
– gewenste droogtegraad
– soort wasgoed
– vulgewicht
Afkoelfase
Bij het instellen van korte droogtijden moet u er
rekening mee houden dat de machine de laatste 8
minuten met koude lucht werkt. Daarmee worden
zowel wasgoed als machine afgekoeld.
De programmastand kan voor het luchten van
kledingstukken die u anders enige tijd buiten
gehangen zou hebben, gebruikt worden.
6 Controlelampje
Het lampje gaat branden wanneer de machine in
bedrijf is en gaat uit aan het einde van het
programma of als de deur geopend wordt.