Bediening
Bedieningspaneel
1 Programmakaart
Op deze kaart vindt u richtlijnen voor de in te stellen
droogtijden.
2 Toets «lage temperatuur»
Druk deze toets voortijds in als u kreukherstellend
katoen gaat drogen.
3 Toets «afkoelen»
Door het voortijds indrukken van deze toets schakelt
u de verwarming uit. Dit wordt aanbevolen voor het
drogen van fijne en temperatuurgevoelige kleding en
textiel.
4 Controlelampje «AAN/UIT»
Het lampje gaat branden wanneer de machine in
bedrijf is en gaat uit aan het einde van het
programma.
5 Droogtijdenknop
De tijdklok is in twee sectoren opgedeeld:
Een sector met een normale (hoge)
droogtemperatuur, instelbaar tot 150 minuten. De
normale temperatuur gebruikt u voor katoen en
linnen.
Een sector met verlaagde droogtemperatuur,
instelbaar tot 100 minuten. De verlaagde
temperatuur gebruikt u voor synthetica en fijne was.
U mag de knop uitsluitend rechtsom draaien. Heeft
u in de verkeerde sector ingesteld, dan niet
terugdraaien maar weer rechtsom.
De droogtijd hangt af van verschillende factoren:
– centrifugeertoerental
– gewenste droogtegraad
– soort wasgoed
– vulgewicht
Afkoelfase
Bij het instellen van korte droogtijden moet u er
rekening mee houden dat de machine de laatste 8
minuten met koude lucht werkt. Daarmee worden
zowel wasgoed als machine afgekoeld.
De programmastand kan voor het luchten van
kledingstukken die u anders enige tijd buiten
gehangen zou hebben, gebruikt worden.