636185
48
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/52
Pagina verder
Gebruiksaanwijzing en
schakelschema’s
Besturing van industriedeuren
NL
Control 44/45
Gelieve zorgvuldig te bewaren.
Nederlands / Blz. 2
1. Inhoudsopgave
Hoofdstuk Blz.
1. Inhoudsopgave 2
2. Verklaring van de symbolen 3
3. Afbeeldingen van de besturing Control 44 / Control 45 5
4. Belangrijke tips in verband met de bedrijfsveiligheid 7
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45 9
5.1 Verbinding besturing — aandrijving 9
5.1.1 Dynamic 121-128 en Dynamic 300 10
5.1.2 Dynamic 3-101 - 3-108 10
5.2 Verbinding besturing — deurblad 11
5.3 Instellen van het referentiepunt 14
5.3.1 Dynamic 121-128 en Dynamic 300 14
5.3.2 Dynamic 3-101 - 3-108 15
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden 17
6.1 Overzicht van de indicaties en programmeermogelijkheden 17
6.2 Programmering van de basisfuncties van de aandrijving 20
6.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties 23
7. Aansluiting van de veiligheidscontactlijst 29
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen 31
8.1 Afstandsbesturing 31
8.2 Externe bedieningselementen (functiebeschrijving) 32
8.2.1 met systeemstekker 32
8.2.2 zonder systeemstekker 33
8.3 Aansluiting externe fotocel 36
8.4 Eindpositiemelding (relais) 38
8.5 Signaallampen voor sluitfunctie 40
8.6 Verlichting (relais extra functies) 41
9. Foutmeldingsnummers 43
10. Aanhangsel 44
10.1 Schakelschema's 44
10.1.1 Schakelschema Control 44 44
10.1.2 Schakelschema Control 45 46
10.2 Storingshandleiding 48
Nederlands / Blz. 3
Opgelet! Gevaar voor lichamelijk letsel!
Hier volgen belangrijke veiligheidstips; ter voorkoming van
lichamelijk letsel dienen deze tips dringend opgevolgd te
worden!
Attentie! Gevaar voor materiële schade!
Hier volgen belangrijke veiligheidstips; ter voorkoming van
materiële schade dienen deze tips dringend opgevolgd te
worden!
2. Verklaring van de symbolen
Functiecontrole:
Na aansluiting en programmering van de bedieningsapparatuur
kan de besturing op haar functies gecontroleerd worden. Dit is
zinvol omdat een eventuele fout meteen herkend wordt en
bovendien tijd bespaard wordt bij het zoeken naar een fout
achteraf.
Opmerking / tip
Nederlands / Blz. 4
2. Verklaring van de symbolen
in bedrijf, netspanning
impuls
storing
deur open
deur dicht
krachtbegrenzing
stop
extern bedieningselement
elektronische antenne
externe fotocel
zender
(optosensor, fotocel)
ontvanger
(optosensor, fotocel)
veiligheidscontactlijst
toerentalsensor
naar besturing
slappekabelschakelaar
verbindingskabel
loopdeurschakelaar
automatisch sluiten
verlichting
Symbolen voor besturing, aandrijving etc.:
Nederlands / Blz. 5
Afb. 1: Overzicht van de deur en diverse
componenten
D
C
A
B
F
E
Afb. 2: Folietoetsenbord (links) en
sleutelschakelaar (rechts)
Afb. 3: Bedieningspaneel van de besturing
3. Afbeeldingen van de besturing Control 44 / Control 45
Overzicht van de deur en diverse
componenten:
A toetsenbord van de besturing
B aansluitingen besturing
C aansluitingen deuraandrijving
D instelling referentiepunt
E wandcontactdoos CEE-norm 16 A
F aansluiting aan het deurblad.
Sleutelschakelaar:
0 rood uit
I blauw aan
Controlelampjes:
1. fotocel
2. eindpositie 'DEUR OPEN'
3. sluittijden
4. eindpositie 'DEUR DICHT'
5. referentiepunt
6. storing
7. impulsgever
8. bedrijfsspanning
15. veiligheidscontactlijst
Bedieningselementen:
10. toets PROGRAMMERING
11. toets 'DEUR OPEN'
12. toets 'DEUR DICHT'
13. toets STOP
P
2
1
3
4
5
6
7
8
1
2
3
3
1
15
2
12
11
13
0
I
O
1
O
2
O
8
O
3
O
7
O
11
O
10
O
4
O
12
O
5
O
6
48!5 2
!2 !3 !1
Nederlands / Blz. 6
Afb. 4: Aansluitingen in de besturing (detail)
3. Afbeeldingen van de besturing Control 44 / Control 45
Aansluitingen voor diverse stekkers:
25. X30 veiligheidscontactlijst
26. X20a elektronische antenne
27. X10 externe
bedieningselementen
28. X20 externe fotocel
29. X40 toerentalsensor
31. X5 toetsen afdekkap
32. X8b signaallampen (relais)
33. X8a eindpositie (relais)
35. X8d extra functies (relais)
Aansluitklemmen:
39. X2c externe
bedieningselementen
Programmeerschakelaar:
36. S20 fotocelfunctie
37. S20a fotocelfunctie
40. bedieningsgereedschap
O
37
O
35
Nederlands / Blz. 7
4. Belangrijke tips in verband met de bedrijfsveiligheid
Deze besturing mag uitsluitend aangesloten en in bedrijf gesteld worden door
gekwalificeerd en geschoold vakpersoneel. Gekwalificeerd en geschoold
vakpersoneel in deze zin zijn personen die door elektrotechnisch geschoold
personeel voldoende onderricht of getraind zijn, zodat ze in staat zijn gevaren
te onderkennen die door elektriciteit veroorzaakt kunnen worden. Bovendien
moeten ze beschikken over de vereiste kwalifikaties binnen hun vakgebied,
in het bijzonder:
• Kennis van de desbetreffende elektrotechnische voorschriften.
• Opleiding genoten hebben in gebruik en onderhoud van de betreffende
veiligheidsvoorzieningen.
• Opleiding in eerste hulp bij ongevallen.
Attentie!
Bij bekabelingswerkzaamheden moet de besturing absoluut
spanningsloos geschakeld zijn.
• Plaatselijke veiligheidsvoorschriften in acht nemen!
• Net - en stuurleidingen absoluut gescheiden leggen!
Stuurspanning 24 V DC.
Attentie!
Voor het in gebruik nemen van de besturing, moet
gecontroleerd worden of er zich geen personen of voorwerpen
in de gevarenzone van de deur bevinden, omdat bij bepaalde
instellingen de deur in beweging komt.
• Alle voorhanden zijnde noodinrichtingen moeten nog voor de inbedrijfstelling
getest worden.
• De aandrijving mag alleen bij gesloten deur gemonteerd worden!
• Na inbedrijfstelling van de installatie moet de eigenaar of de gebruiker
geïnstrueerd worden in de juiste bediening van de installatie.
• Er mogen geen kabels in de bovenzijde van de besturing ingevoerd worden.
• Om technische redenen gaat de deur de eerste keer na het inschakelen van
de besturing altijd helemaal open
Nederlands / Blz. 8
4. Belangrijke tips in verband met de bedrijfsveiligheid
Opgelet!
Attentie bij montage volgens de beveiligingsmodus IP 65:
Uiterlijk na de inbedrijfstelling moet de netstekker vervangen
worden door een vaste kabelaansluiting! Daarbij moet tevens
een meerpolige werkschakelaar geplaatst worden.
Opgelet!
Indien deze waarschuwingen genegeerd worden kan dit
lichamelijke letsels en materiële schade tot gevolg hebben.
Nederlands / Blz. 9
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45
5.1 Aansluiting besturing — deuraandrijving
De elektrische verbindingen in de besturing uitvoeren zoals afgebeeld in afb. 5 of 6.
Aansluitingen in de besturing:
50. beveiligingsgeleider-klem
51. nettoevoerleiding aandrijving
52. bus voor toerentalsensor
Legende schakelschema's:
Aansluitklemmen:
X3 aandrijving
X3a motor
Steekverbindingen:
X40 toerentalsensor aandrijving
X41 toerentalsensor motor
Afb. 5: Aansluitingen in de besturing Control 44 Afb. 6: Aansluitingen in de besturing Control 45
51 50 52
51 50 52
Afb. 8: aansluitingen aan de deuraandrijving
Nederlands / Blz. 10
5.1.2 Dynamic 3-101 - 3-108
• De aansluitingen aan de deuraandrijving uitvoeren zoals afgebeeld in afb. 8.
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45
5.1.1 Dynamic 121 - 128 / Dynamic 300
• De aansluitingen aan de deuraandrijving uitvoeren zoals afgebeeld in afb. 7.
Afb. 7: aansluitingen aan de deuraandrijving
Aansluitingen aan de
deuraandrijving:
53. beveiligingsgeleider-klem
S4 nettoevoerleiding
S5 toerentalsensor-bus
Aansluitingen aan de
deuraandrijving:
53. beveiligingsgeleider-klem
S4 nettoevoerleiding
S5 toerentalsensor-bus
O
55
O
54
O
53
55 54 53
Nederlands / Blz. 11
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45
Opgelet!
De besturing Control 44 / Control 45 bevat een ruststroomcircuit.
Indien het ruststroomcircuit onderbroken wordt, kan de deur
niet meer elektrisch in beweging worden gezet. Elementen in
dit ruststroomcircuit zijn bijvoorbeeld: slappekabel-, loopdeur- en vangbeveilings-
schakelaar. Zijn deze elementen niet aanwezig, dan moet men de meegeleverde
kortsluitstekker in de aansluitbus X30 steken.
5.2 Verbinding besturing — deurblad
Opgelet!
Voor het geval een deurinstallatie met veiligheidscontactlijst
in gebruik genomen wordt, geldt het schakelschema op bladzijde
29 i.p.v. het hieronder afgebeelde schema.
Voor de daaropvolgende functiecontrole mogen de optische sensoren
(zender en ontvanger) niet aangesloten zijn.
Aansluiting slappekabelbeveiliging (alleen Dynamic 121 - 128)
• De systeemkabel verbinden met de aansluitbus X30 (25) in de besturing.
Nederlands / Blz. 12
Legende:
Schakelaar (systeemstekker):
S5 loopdeur schakelaar
S6 schakelaar voor slappe kabel
S7 nachtvergrendeling
Schakelaars (klemschroeven):
S5a * Schlupftürschalter
S6a * Schlaffseilschalter
S6b * Seillagensicherung
Steckanschlüsse:
X30 sluitbeveiliging (in de besturing)
X71A contact voor de loopdeur
X71B schakelaar voor slappe kabel
X71C nachtvergrendeling
X71D schakelaar voor slappe kabel
X73 verbindingskabel
X74 optische sensor zender
Aansluitklemmen:
X2c ruststroomcircuit (in de
besturing)
X7C wendelsnoer
X7H ruststroomcircuit
X7L schakelaar voor slappe kabel
* Bij aansluiting moet de kortsluitbrug
verwijderd worden.
.Indien voorhanden
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45
• Steek de netstekker van de besturing in de wandcontactdoos van het type
CEE-Norm 16 A.
• Gelieve er op te letten dat de voedingsspanning uit de wandcontactdoos
overeenstemt met de aangegeven waarde van de besturing en dat de
beveiligingswijze voldoet aan de plaatselijke voorschriften.
• Bij een vaste aansluiting van de besturing is een meerpolige hoofdschakelaar
vereist.
Afb. 9: Schakelschema
Opmerking:
Opgelet: de Control 44 heeft een rechtsdraaiend draaiveld.
Nederlands / Blz. 13
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45
Functiecontrole netaansluiting en bekabeling aan
de aandrijving:
• Beweeg de deur manueel half open.
• Schakel de netspanning aan.
- Het controlelampje BEDRIJFSSPANNING (8) moet branden.
-> Indien niet, zie dan de storingshandleiding onder punt 'geen spanning'.
• Druk op de toets 'DEUR OPEN' (11).
- De deur moet open gaan.
-> Als de deur niet beweegt: zie storingshandleiding onder punt
'geen reactie na het geven van een impuls'.
Functiecontrole
ruststroomcircuit:
• Controleer alle aangesloten veiligheidselementen door ze één voor één te
bedienen.
- De deur kan nu niet meer elektrisch in beweging worden gebracht.
-> Mocht dit toch het geval zijn, controleer dan de elektrische aansluiting van
ieder veiligheidselement.
• Schakel nu de netspanning uit.
Attentie!
Bij de volgende instellingen er absoluut op letten dat de deur
NOOIT helemaal open of dicht beweegt. Stop de deur op zijn
minst 50 cm voor het bereiken van de mechanische eindposities
door het indrukken van de STOP-toets (13).
Nederlands / Blz. 14
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45
5.3 Instellen van het referentiepunt
5.3.1 Dynamic 121 - 128 en Dynamic 300
Dynamic 121 - 128:
De deur manueel bewegen in de positie DICHT.
Dynamic 300:
Geleideslede in de positie DICHT monteren.
• De doorzichtige kap aan de deur-aandrijving openen.
• De schakelas ontkoppelen door de rode ontkoppelingshefboom (19) naar voor
te leggen en de binnenste meeneemschijf (20) van het loopwiel in de richting
van de as te drukken (zie afb. 10).
• Het kartelwieltje (21) draaien in de richting van de wijzers van de klok, tot de
schakelslede (22) zich ca. 5 mm voor de links afgekante schakelnokken bevindt
(zie afb. 10).
• De meenemerschijf weer inkoppelen en beveiligen met een hoorbaar weer
inschakelen van de ontkoppelingshefboom.
19
20
21
22
ca. 5 mm
Afb. 10: Instelling referentiepunt (deur is dicht)
• De deur moet nu manueel helemaal geopend worden.
Nederlands / Blz. 15
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45
• Met het kleine kartelwieltje de instelspil draaien tot de referentiepunt-
schakelaar (24) door de schakelslede (22) geactiveerd wordt (zie afb. 11).
• Het kleine kartelwieltje (23) nog 1 -2 omwentelingen draaien tegen de richting
van de wijzers van de klok.
• Aansluitend de doorzichtige kap van de aandrijving weer monteren.
• Met de elektrische aandrijving de deur weer in de vooringestelde eindpositie
DEUR DICHT bewegen.
23
24
22
Afb. 11: Instelling referentiepunt (deur is open)
Nederlands / Blz. 16
5.3.2 Dynamic 3-101 - 3-108
1. Zet de deur handmatig in de mechanische eindpositie DEUR-DICHT.
2. Open het deksel van de aandrijfkast
3. Draai met de madenschroef (J) de bevestiging (arrêt) van de schakelnok (D) los.
4. De schakelnok (D) zo instellen dat de eindpuntschakelaar ca. 0,7 - 1,0 m voor
het bereiken van de eindpositie DEUR-OPEN, in werking treedt (stelling H).
5. Bevestig de schakelnok (D) opnieuw door het vastdraaien van de
madenschroef (J).
6. Monteer aansluitend opnieuw het deksel van de aandrijfkast
7. Schakel de netspanning aan en druk op de toets DEUR-DICHT (12). De deur
beweegt zich nu naar de voorgeprogrammeerde eindpositie DEUR-DICHT.
Afb. 12: Instelling van het referentiepunt
5. Inbedrijfstelling van de besturing Control 44 / Control 45
ABCDEF
C
J
H
G
Nederlands / Blz. 17
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
6.1 Overzicht van de indicatiefuncties en de
programmeermogelijkheden
Indicatiefuncties
Na het inschakelen van de netspanning voert de besturing een zelftest uit
(alle controlelampjes branden ca. 2 seconden).
• Zie ook afb. 2, bladzijde 5.
Foutmeldingen
Knippert het controlelampje STORING (6), dan wordt het bijbehorende
foutmeldingsnummer na kort indrukken van de programmeertoets j (10)
aangeduid (indicaties knipperen onregelmatig). Het foutmeldingsnummer wordt
berekend door de optelsom van de knipperende cijfers.
• Zie ook 9. Foutmeldingsnummers, bladzijde 43.
Programmeren van de basisfuncties van de aandrijving
Toets j (10) langer dan 2 seconden ingedrukt houden. Dan wisselt de besturing
van de operationele toestand naar de programmeermodus voor de basisfuncties,
indicatie 1 knippert, alle andere indicaties branden.Toets j kan losgelaten worden.
Met de toetsen h (11) of g (12) kunnen wijzigingen in het programmeermenu
aangebracht en met toets j in het geheugen opgeslagen worden.
(Wordt toets j ingedrukt, zonder dat er een wijziging met de toetsen h en g
wordt aangebracht, dan wordt het programmeermenu overgeslagen,
de instellingen blijven onveranderd). Na het laatste programmeermenu is de
programmering van de basisfuncties van de aandrijving beeindigd, herkenbaar
door het uitgaan van alle indicaties in de volgorde van 8-1.
Programmeren van de uitgebreide aandrijvingsfuncties
Toets j (10) langer dan 10 seconden ingedrukt houden. Dan wisselt de
besturing van de operationele toestand naar de programmeermodus voor de
uitgebreide aandrijvingsfuncties, indicatie 8 knippert snel, alle andere indicaties
branden.
Door toets j ingedrukt te houden, met de toetsen h (11) of g (12) de gewenste
programmeermodus kiezen (indicatie van de modus knippert snel, alle andere
indicaties branden). Toets j kan losgelaten worden.
Nederlands / Blz. 18
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
Het eerste programmeermenu van de gewenste modus is nu gekozen (indicatie
1 knippert, alle andere aanduidingen branden).
Met de toetsen h of g kunnen in het programmeermenu veranderingen
aangebracht en met toets j in het geheugen opslagen worden.
(Wordt toets j ingedrukt, zonder dat er een wijziging met de toetsen h of g
wordt aangebracht, dan wordt het programmeermenu overgeslagen,
de instellingen blijven onveranderd). Na het laatste programmeermenu is de
programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties beëindigd, herkenbaar
door het uitgaan van alle indicaties in de volgorde van 8-1.
Opmerkingen in verband met de programmering
De voorgeprogrammeerde gegevens kunnen niet gewist, maar alleen overschreven
worden. Als de besturing zich in de programmeermodus bevindt en geen van de
drie programmeertoetsen (h, g, j) wordt binnen de 30 seconden ingedrukt,
dan wordt het programmeren afgebroken. De besturing keert terug naar de
operationele toestand. Het controlelampje STORING (6) knippert, door toets j
kort in te drukken wordt het foutmeldingsnummer 7
(= programmering afgebroken) aangeduid.
Nederlands / Blz. 19
Verklaring van de uitgebreide aandrijvingsfuncties:
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
Programmeer
modus
Modus 8
bedrijfssoorten
Tabel:
zie blz. 23.
Modus 3
Automatisch sluiten
Tabel:
zie blz. 24 / 25.
Modus 5
Verlichting /
signaallampen
Tabel:
zie blz. 26 / 27.
Modus 6
Omkeerbewegingen
Tabel:
zie blz. 28.
Functies
- OPEN (zelfhoudend contact)
- DICHT (zelfhoudend contact)
- Impulscommando
- Richtingscommando (druk-
knop OPEN resp. DICHT)
- Impulsfunktie OPEN
- Tijdsduur 'deur open'
- Waarschuwingstijd
- Aanrijwaarschuwingstijd
- Voortijdig sluiten na het
passeren van de fotocel
- Verlichtingstijd
- Signaallampen
- Verlichting
- Fotocel OPEN
- Fotocel DICHT
- Veiligheidscontactlijst
OPEN
- Veiligheidscontactlijst
DICHT
- Krachtbegrenzing OPEN
- Krachtbegrenzing DICHT
Verklaringen
De aandrijving loopt na de start totdat de
eindpositie 'deur OPEN' bereikt is.
De aandrijving loopt na de start totdat de
eindpositie 'deur DICHT' bereikt is.
Een lopende aandrijving kan naar keuze via
een bedieningselement wel of niet gestopt
worden.
Een lopende aandrijving kan naar keuze via
een bedieningselement wel of niet gestopt
worden.
Omkeren van de richting of een openings-
prioriteit.
De tijd dat de deur open staat voordat de
deur weer automatisch sluit.
De tijd dat de signaallampen knipperen
voordat de deur weer automatisch sluit.
De tijd dat de signaallampen knipperen
voordat de deur zich in beweging zet.
De deur sluit na de ingestelde tijd 'deur open'
of voortijdig na het passeren van de fotocel.
De tijd dat de aandrijfverlichting aan blijft na
de deurbeweging.
De signaallampen knipperen of branden bij
een elektrische beweging van de deur.
De aandrijfverlichting knippert of brandt
tijdens de waarschuwingstijd.
Instelbaar, of de aandrijving stopt, of een
korte of lange omkeerbeweging.
Instelbaar, of de aandrijving stopt, of een
korte of lange omkeerbeweging.
Instelbaar, of de aandrijving stopt, of een
korte of lange omkeerbeweging.
Instelbaar, of de aandrijving stopt, of een
korte of lange omkeerbeweging.
Instelbaar, of de aandrijving stopt, of een
korte of lange omkeerbeweging.
Instelbaar, of de aandrijving stopt, of een
korte of lange omkeerbeweging.
Nederlands / Blz. 20
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
6.2 Programmering van de basisfuncties van de aandrijving
2
1
3
4
5
6
7
8
P
LED uit
LED brandt
LED knippert
P
P
P
1
2
3
4
5
6
7
8
P
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
4
5
6
7
8
P
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
4
5
6
7
8
P
1
2
3
4
5
6
7
8
1. Programmering externe fotocel
Programmeertoets j ± 2 seconden
indrukken. LED 1 knippert en alle
andere branden.
Door de toets h in te drukken
wordt de aansluiting van een 'externe
fotocel' mogelijk.
LED 1 brandt.
Door de toets g in te drukken kan de
aandrijving zonder 'externe fotocel'
uitgevoerd worden.
LED 1 brandt.
Voor het aansluiten en activeren
van een externe fotocel zie blz. 36,
punt 8.3.
Met toets j in het geheugen
opslaan.
2. Programmering van de
'eindpositie open'
LED 2 knippert en alle andere
branden. Met de toetsen h of g
de deur in de eindpositie 'deur
open' laten lopen (aandrijving loopt
zonder zelfhoudend contact). Met
de toets j de eindpositie in het
geheugen opslaan.
Nederlands / Blz. 21
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
3. Programmering van de
'eindpositie dicht'
LED 4 knippert en alle andere
branden.
Met de toetsen h of g de deur in
de eindpositie 'deur dicht' laten
lopen (aandrijving loopt zonder
zelfhoudend contact). Met de toets
j de eindpositie in het geheugen
opslaan.
4. Programmering van de
'krachtbegrenzing open'
LED’s 2 en 6 knipperen en alle
andere branden.
Door toetsen h of g in te drukken
is de krachtbegrenzing instelbaar in
fasen van 1 (gevoeligste waarde)
tot 16.
Met toets j in het geheugen
opslaan.
5. Programmering van de
'krachtbegrenzing dicht'
LED’s 4 en 6 knipperen en alle
andere branden.
Door toetsen h of g in te drukken
is de krachtbegrenzing instelbaar in
verschillende niveaus van 1
(gevoeligste waarde) tot 16.
Met toets j in het geheugen
opslaan.
Nederlands / Blz. 22
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
6. Programmering van de
afstandsbediening
LED 7 knippert en alle andere
branden. Voor het aansluiten
van de elektronische antenne,
zie blz. 31, punt 8.1.
De overeenkomstige toets van de
gecodeerde handzender indrukken,
tot de LED 7 snel knippert. Door de
toets j in te drukken is de codering
in het geheugen opgeslagen.
De programmering van de basis-
functies is beëindigd, duidelijk
zichtbaar door het uitgaan van alle
LED’s in de volgorde 8 - 1.
P
1
2
3
4
5
6
7
8
P
1
2
3
4
5
6
7
8
t
n
aM
a
r
e
c
* Indicatie van de niveaus:
LED 1 knippert = stap 1
LED 1 brandt = stap 2
LED 1 brandt, LED 2 knippert = stap 3
...
LED 1 tot 8 branden = stap 16
Opgelet!
De krachtbegrenzing zo gevoelig mogelijk instellen!
De werking van de krachtbegrenzing regelmatig testen.
Nederlands / Blz. 23
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
6.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties
Modus 8: soorten operationele functies
UIT AAN
UIT AAN
NEE JA
NEE JA
omkeren de richting
van richting OPEN
NORM OPEN
TOETS P
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
1234567
Menu 5 Impulsfuncties
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
Menu 4 Open / Dicht - commandogever, stoppen van een lopende aandrijving
Menu 3 Impuls - commandogever, stoppen van een lopende aandrijving
Menu 1 'Deur open' met zelfhoudend contact
Menu 2 'Deur dicht' met zelfhoudend contact
Legende:
LED knippert
LED brandt
LED brandt niet
Voor-
geprogrammeerd
Niet mogelijk
TOETS - TOETS +
Nederlands / Blz. 24
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
6.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties
Modus 3: automatisch sluiten
Sluiten 5 10 15 20 25 30
niet geactiveerd
seconden seconden seconden seconden seconden seconden
Sluiten 2 5 10 15 20 25
niet geactiveerd seconden seconden seconden seconden seconden seconden
0123456
seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden
NEE JA
TOETS P
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
1234567
TOETS
g
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
Menu 1 Tijdsduur 'deur open'
Menu 2 Waarschuwingstijd
Menu 3 Aanrijwaarschuwing
Menu 4 Voortijdig sluiten na het passeren van de fotocel
2
1
3
4
5
6
7
8
Nederlands / Blz. 25
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
35 40 50 80 100 120 150 180 255
seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden
30 35 40 45 50 55 60 65 70
seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden
7
seconden
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
8 9 10 11 12 13 14 15 16
TOETS
h
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
Legende:
LED knippert
LED brandt
LED brandt niet
Voor-
geprogrammeerd
Niet mogelijk
Nederlands / Blz. 26
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
6.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties
Modus 5: verlichting / signaallampen
2 95 100 110 120 130 140
seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden
externe externe
signaallampen signaallampen
branden knipperen
aandrijfver- aandrijfver-
lichting is lichting knippert
aan tijdens de tijdens de
verlichtingstijd waarschuwingstijd
TOETS P
1234567
TOETS
g
Menu 1 Verlichtingstijd
Menu 2 Signaallampen
Menu 3 Verlichting
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
Nederlands / Blz. 27
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
150 160 170 180 190 200 210 220 240
seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden seconden
8 9 10 11 12 13 14 15 16
TOETS
h
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
Legende:
LED knippert
LED brandt
LED brandt niet
Voor-
geprogrammeerd
Niet mogelijk
Nederlands / Blz. 28
6. Indicatiefuncties en programmeermogelijkheden
STOP KORT LANG NIET
omkeren omkeren aanwezig
STOP KORT LANG NIET
omkeren omkeren aanwezig
STOP KORT LANG NIET
omkeren omkeren aanwezig
STOP KORT LANG NIET
omkeren omkeren aanwezig
STOP KORT LANG NIET
omkeren omkeren aanwezig
TOETS P
1234567
TOETS
g
TOETS
h
2
1
3
4
5
6
7
8
STOP KORT LANG NIET
omkeren omkeren aanwezig
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
3
4
5
6
7
8
6.3 Programmering van de uitgebreide aandrijvingsfuncties
Modus 6: soorten omkeerbeweging
Legende:
LED knippert
LED brandt
LED brandt niet
Voor-
geprogrammeerd
Niet mogelijk
Menu 1 Krachtbegrenzing voor richting 'deur OPEN'
Menu 2 Krachtbegrenzing voor richting 'deur DICHT'
Menu 3 Fotocel voor richting 'deur OPEN'
Menu 4 Fotocel voor richting 'deur DICHT'
Menu 5 Veiligheidscontactlijst voor richting 'deur OPEN'
Menu 6 Veiligheidscontactlijst voor richting 'deur DICHT'
Nederlands / Blz. 29
Aansluiting van de
veiligheidscontactlijst:
Steek de optosensoren (fotocellen) in
het rubberprofiel en sluit ze elektrisch
aan.
Legende:
Schakelaar (systeemstekker):
S5 loopdeur schakelaar
S6 + schakelaar voor slappe kabel
S7 nachtvergrendeling
Schakelaars (klemschroeven):
S5a * loopdeur schakelaar
S6a *+ schakelaar voor slappe kabel
S6b * trekkabelbeveiliging
Steekverbindingen:
X30 ongevalbeveiliging
(in de besturing)
X71A contact voor de loopdeur
X71B + schakelaar voor slappe kabel
X71C nachtvergrendeling
X71D schakelaar voor slappe kabel
X72 optische sensor ontvanger
X73 verbindingskabel
X74 optische sensor zender
Aansluitklemmen:
X2c ruststroomcircuit
(in de besturing)
X7C wendelsnoer
X7H ruststroomcircuit
X7L schakelaar voor slappe kabel
Optosensoren:
V5 zender
V6 ontvanger
* Bij aansluiting moet de kortsluitbrug
verwijderd worden.
+ alleen Dynamic 121 - 128
7. Aansluiting van de veiligheidscontactlijst
Functie:
De veiligheidscontactlijst bewaakt het rubber bodemprofiel. Raakt de deur
tijdens het sluiten een hindernis, dan zorgt de veiligheidscontactlijst ervoor dat
de deur stopt en aansluitend weer open gaat, zodat de hindernis vrij komt.
Afb. 13: Schakelschema
Nederlands / Blz. 30
Controle:
• De lichtweg in het rubber bodemprofiel onderbreken; dit kan door het profiel
te vervormen of door het verwijderen van de optosensorzender resp. ontvanger.
• Een eventueel sluiten van de deur op dit moment mag niet met zelfhoudend
contact!
• De lichtweg in het rubber bodemprofiel weer vrijgeven.
• De deur moet vanaf nu weer sluitbewegingen met zelfhoudend contact
maken.
7. Aansluiting van de veiligheidscontactlijst
Indicaties op de optosensor-platine:
LED GROEN: Bedrijfsspanning
LED GEEL: Ruststroomcircuit gesloten (moet bij het aanspreken
van de slappekabel- resp. loopdeurbeveiliging uitgaan)
LED ROOD: Functie-indicatie optosensor (moet bij onderbreking van
de lichtstraal uitgaan)
Functiecontrole
veiligheidscontactlijst:
• De netspanning inschakelen.
• Laat de deur naar eindpositie 'DEUR OPEN' lopen.
• Druk op de toets 'DEUR DICHT' (12).
- De deur moet met zelfhoudend contact sluiten.
-> Zo niet, dan de optosensor controleren (zie storingshandleiding).
• Knijp tijdens het sluiten in het rubber bodemprofiel.
- De deur moet stoppen en aansluitend weer kort tiijd opengaan.
-> Zo niet, dan de optosensor controleren (zie storingshandleiding).
• Schakel de netspanning uit.
Functiecontrole
optosensoren:
Opgelet!
Ten minste een keer per jaar moet de functie van de
optosensoren getest worden, om de bedrijfsveiligheid van de
deurinstallatie te verzekeren.
Nederlands / Blz. 31
Aansluiting van de elektronische antenne
• De elektronische antenne op aansluitbus X20a (26) van de besturing
aansluiten.
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
8.1 Afstandsbesturing
Attentie!
Gelieve uw individuele codering met de codeerschakelaars
van de handzender in te stellen.
Aanpassen van de besturing aan het gebruik van een handzender
Zie ook 6.2, punt 6. Programmering van de afstandsbediening, blz. 22.
Na een stroomonderbreking blijft de codering behouden.
Functiecontrole:
• Bedien de handzender vanop een afstand van ca. 15 m.
- De deur moet nu in beweging komen.
-> Zo niet, zie dan de storingshandleiding onder 'afstandsbediening'.
Tip:
Bij de montage opletten dat de antenne goed uitgericht is,
om een optimale ontvangst te waarborgen
(Let op: metalen delen hebben een afschermende werking!).
Nederlands / Blz. 32
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
8.2.1 Aansluiting externe bedieningselementen met
systeemstekker
Voorbeelden van externe bedieningselementen met systeemstekkers:
• Drukknopkast van de Command serie
• Codeschakelaar Command 201
• Sleutelschakelaar Command 311 en 411
Aansluiting van de bedieningselementen:
Opmerking:
Bij aansluiting van meerdere sleutelschakelaars resp. code-
schakelaars heeft u tweevoudige verdelers (art.nr. 151 228)
voor serieschakeling nodig.
Voor inlichtingen over het aansluiten van meerdere bedieningselementen met
verdelers kunt u het aansluitschema voor verdelers raadplegen.
Attentie!
Voor het aansluiten van externe bedieningselementen moet
de kortsluitstekker uit de aansluitbus X10 (27) van de besturing
verwijderd worden.
8.2 Externe bedieningselementen
Externe bedieningselementen kunnen verschillende functies hebben
(voorgeprogrammeerd):
STOP: De aandrijving kan niet meer in beweging worden gezet,
een bewegende deur wordt gestopt.
IMPULS : De deur wordt geopend (uitzondering: als de deur in de eindpositie
OPEN staat, gaat de deur dicht). Een bewegende deur kan niet
gestopt worden.
OPEN: De deur wordt geopend. Een bewegende deur wordt gestopt. Bij inge-
schakelde functie 'automatisch sluiten' wordt de ingestelde wachttijd langer.
DICHT: De deur wordt gesloten. Een bewegende deur wordt gestopt.
Bij ingeschakelde functie 'automatisch sluiten' wordt de tijd dat de
deur open blijft korter.
Nederlands / Blz. 33
Afb. 14: Schakelschema
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
• Het bedieningselement met systeem-
stekker met de aansluitbus verbinden.
Functiecontrole:
• Bedien het externe bedienings-
element.
-> De gewenste functie moet
uitgevoerd worden.
8.2.2 Aansluiting externe bedieningselementen zonder
systeemstekker
Voorbeelden van externe bedieningselementen zonder systeemstekkers:
• Trekschakelaar Command 701
• Drukknopkast Command 601 en 602
• Codeschakelaar Command 202
Aansluiting van de bedieningselementen
• De bedieningselementen aan de klemstrip X2c (39) aansluiten.
Nederlands / Blz. 34
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
Aansluitschema:
Bedieningselementen S2 en S4 stoppen een werkende aandrijving:
Aan de aansluitklem X2c zijn de volgende functies beschikbaar:
S0 (STOP): Aansluiting: Klemmen 12 en 13 (kortsluitbrug verwijderen!)
Contactsoort: Contact-opener (verbreekt contact)
Schakeling: Meerdere contacten moeten in serie geschakeld
worden!
S1 (IMPULS): Aansluiting: Klemmen 20 en 21
Contactsoort Contact-sluiter (legt contact)
Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld
worden!
S2 (OPEN): Aansluiting: Klemmen 16 en 15
Contactsoort Contact-sluiter (legt contact)
Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld
worden!
S4 (DICHT): Aansluiting: Klemmen 16 en 17
Contactsoort Contact-sluiter (legt contact)
Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld
worden!
Afb. 15: Schakelschema Afb. 16: Schakelschema
Nederlands / Blz. 35
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
Aansluitschema:
Bedieningselementen S2 en S4 stoppen een werkende aandrijving niet:
Aan de aansluitklem X2c zijn de volgende functies beschikbaar:
S0 (STOP): Aansluiting: Klemmen 12 en 13 (kortsluitbrug verwijderen!)
Contactsoort: Contact-opener (verbreekt contact)
Schakeling: Meerdere contacten moeten in serie geschakeld
worden!
S1 (IMPULS): Aansluiting: Klemmen 20 en 21
Contactsoort Contact-sluiter (legt contact)
Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld
worden!
S2 (OPEN): Aansluiting: Klemmen 14 en 15
Contactsoort Contact-sluiter (legt contact)
Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld
worden!
S4 (DICHT): Aansluiting: Klemmen 14 en 17
Contactsoort Contact-sluiter (legt contact)
Schakeling: Meerdere contacten moeten parallel geschakeld
worden!
Functiecontrole:
• Bedien het externe bedieningselement
- De gewenste functie moet uitgevoerd worden.
Afb. 17: Schakelschema Afb. 18: Schakelschema
Nederlands / Blz. 36
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
8.3 Aansluiting externe fotocel
Functie:
De externe fotocel bewaakt het doorgangstraject van de deur. Als er zich tijdens
het sluiten een hindernis in het doorgangstraject bevindt, dan wordt de deur
weer helemaal geopend.
Bij een ingeschakelde 'automatisch sluiten' functie wordt de tijd dat de deur
open blijft door het activeren van de fotocel weer verlengd.
Attentie!
Bij gesloten deur worden de fotocellen uitgeschakeld.
Voor het afstellen van de fotocel de deur geheel of gedeeltelijk
openen.
Aansluiting van de fotocel: Special 613, Art. nr. 153 550
Special 614, Art. nr. 152 675
Special 615, Art. nr. 152 703
• De programmeerschakelaar S20 (36) op de besturingsplatine in positie OFF
schakelen (daartoe de afdekplaat van de besturing openen).
• De fotocel met de aansluitbus X20 (28) in de besturing verbinden.
De bekabeling van de fotocel uitvoeren zoals afgebeeld in nevenstaand
schema.
Voor een gedetailleerde beschrijving verwijzen wij naar de montagehandleiding
van de fotocel.
Nederlands / Blz. 37
Afb. 19: Aansluiting fotocel
Aansluitschema fotocel:
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
Aansluiting van een bijkomende fotocel
Ook de andere programmeerschakelaar S20a (37) op de besturingsplatine
in de positie OFF schakelen (eerst de afdekplaat in de besturing openen).
De tweede fotocel wordt aan de antenne aansluitbus X20a (26) aangesloten.
Bevindt zich reeds een antenne-unit in deze aansluitbus, dan kan een adapter
(tweevoudige verdeler voor systeemstekker, art.nr. 562 856) en een vlakke
kabel (art.nr. 562 759) volgens het bovenstaande schakelschema aangesloten
worden.
Functiecontrole:
• Laat de deur in de richting 'DEUR DICHT' lopen.
• Onderbreek de lichtstraal van de fotocel.
- De deur moet stoppen en aansluitend weer helemaal open gaan.
-> Indien niet, controleer dan de stand van de codeerschakelaar S 20 / S20a.
Nederlands / Blz. 38
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
8.4 Eindpositiemeldingen (relais)
Functie:
Bij het bereiken van de eindposities 'DEUR OPEN' / 'DEUR DICHT' schakelt het
betreffende relais.
Aansluiting van de relaisuitgangsplatine (Art. nr. 153 044)
Opmerking:
Eventueel moet de besturingskast uitgebreid worden
met een kleine kunststof systeembehuizing met daarin een
platine-houder (art.nr. 153 220).
• De relaisplatine met de besturing verbinden via de meegeleverde vlakke kabel.
Relaisplatine: aansluitbus X4
Besturing: aansluitbus X8a (33)
Attentie!
Vlakkekabelstekker steeds zo insteken, dat de kabel een hoek
maakt in de richting van de platinerand!
Nederlands / Blz. 39
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
Gedetailleerd schakelschema
eindpositiemeldingen (relais):
Legende:
D1 controlelampje 'DEUR DICHT'
D2 controlelampje 'DEUR OPEN'
H1 signaallamp 'DEUR DICHT'
H2 signaallamp 'DEUR OPEN'
K1 relais 'DEUR DICHT'
K2 relais 'DEUR OPEN'
Stekerverbinding:
X4 Relaisaansturing
X8a Eindpositierelais
(in de besturing)
Afb. 20: Schakelschema
Nederlands / Blz. 40
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
8.5 Aansluiting signaallampen bij automatisch sluiten
(Control 220, Art. nr. 152 814)
Functie:
De signaallampen knipperen wanneer de deur elektrisch in beweging is.
Als de functie 'automatisch sluiten' ingeschakeld is, knipperen de signaallampen
tevens tijdens de waarschuwingstijd.
Aansluiting van de relaisplatine
Attentie!
Vlakkekabelstekker steeds zo insteken, dat de kabel een hoek
maakt in de richting van de platinerand!
• De relaisplatine met de besturing verbinden via de meegeleverde vlakke kabel.
Relaisplatine: aansluitbus X4a
Besturing: aansluitbus X8b (32)
Programmering van de functie 'automatisch sluiten'
Als de functie 'automatisch sluiten' ingeschakeld is, wordt een geopende
deur gedurende de ingestelde tijd 'tijdsduur open' opengehouden en na het
beeindigen van de waarschuwingstijd automatisch gesloten.
Zie ook 6.3, modus 3 automatisch sluiten, blz. 24.
Nederlands / Blz. 41
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
Gedetailleerd schakelschema
relais signaallampen:
Legende:
D40 controlelampje SIGNAALLAMPEN
F5 netzekering (max. 4 A)
H41 signaallamp UITRIT (oranje)
H43 signaallamp INRIT (oranje)
K40 relais SIGNAALLAMPEN
Stekerverbinding:
X4a relaisaansturing
X4b relaisaansturing
X8b signaallampenrelais
(in de besturing)
8.6 Verlichting (relais voor speciale functies)
Functie:
Tijdens het starten van de aandrijving wordt het relais even ingeschakeld
(veegimpuls).
Aansluiting van de relaisuitgangsplatine (Art. nr. 153 044)
Opmerking:
Eventueel moet de besturingskast uitgebreid worden
met een kleine kunststof systeembehuizing met daarin
een platine-houder (art.nr. 153 220).
Afb. 21: Schakelschema
Nederlands / Blz. 42
8. Aansluiting en inbedrijfstelling van uitbreidingen
• De relaisplatine met de besturing verbinden via de meegeleverde vlakke kabel.
Relaisplatine: aansluitbus X4
Besturing: aansluitbus X8d (35)
Attentie!
Vlakkekabelstekker steeds zo insteken, dat de kabel een hoek
maakt in de richting van de platinerand!
Gedetailleerd schakelschema
verlichting (relais voor extra functies):
Legende:
K lichtautomaat
(niet meegeleverd)
K1 relais AANDRIJVING LOOPT
(VEEGIMPULS)
K2 relais AANDRIJVING LOOPT
(VEEGIMPULS)
Stekerverbinding:
X4 relaisaansturing
X8d relais voor extra functies
(in de besturing)
Afb. 22 Schakelschema
Nederlands / Blz. 43
9. Foutmeldingsnummers
• Knippert het controlelampje STORING (6), dan wordt na kort indrukken van
toets j (10) het bijbehorende foutmeldingsnummer aangeduid
(indicaties knipperen onregelmatig).
• Het foutmeldingsnummer wordt berekend door de optelsom van de
knipperende cijfers.
Storingsindicatie
Fotocel aangesproken
Programmering
afgebroken
Toerentalsensor defect
Krachtbegrenzing
Looptijdbegrenzing
Test veiligheidscontactlijst
niet o.k.
Test fotocel
niet o.k.
Ruststroomcircuit
onderbroken
Foutnummer
6
7
9
10
11
13
15
36
Indicatie knippert onregelmatig
Indicatie 6
Indicatie 7
Indicatie 8 + 1
Indicatie 8 + 2
Indicatie 8 + 3
Indicatie 8 + 5
Indicatie 8 + 7
Indicatie 1 - 8
Nederlands / Blz. 44
10.1.1 Schakelschema van de besturing Control 44
(met deuraandrijving Dynamic)
10. Aanhangsel
Opgelet!
Plaatselijke veiligheidsvoorschriften in acht nemen! Net- en stuurspanningsleidingen
absoluut gescheiden leggen! Stuurspanning 24V DC.
Afb.23: Schakelschema
Nederlands / Blz. 45
10. Aanhangsel
Opgelet laagspanning!
Verkeerde spanning aan de klemmen X2c, X5 tot X41 leidt tot beschadiging van alle
elektronica!
Legende:
Controlelampjes (Leds):
H1 BEDRIJFSSPANNING
H2 DEUR OPEN
H3 TEST VEILIGHEIDSCONTACTLIJST
H4 DEUR DICHT
K1 omkeerrelais 'OPEN'
K2 omkeerrelais 'DICHT'
M1 motor met thermische beveiliging
R1 kortsluit- beveiliging
S hoofdschakelaar
S0
drukknop STOP
S0H drukknop STOP
S0K sleutelschakelaar
S1
drukknop IMPULS
S2
drukknop OPEN
S2A drukknop OPEN
S2P testknop OPEN
S3P druktoets PROGRAMMEREN
S4
drukknop DICHT
S4P testknop DICHT
S4Z drukknop DICHT
S10 * schakelaar NOODHANDBEDIENING
S10a * schakelaar ONTKOPPELING
S20 programmeerschakelaar FOTOCEL
S20a programmeerschakelaar 2e FOTOCEL
S21 toerentalsensor
S22 referentiepuntsensor
T1 transformator
X0 + wandcontactdoos
X1 netvoedingskabel met stekker
Zekeringen:
F1 zekeringen (max. 125 mA)
F2-F4 hoofdzekering
(max. 6,3 A)
Aansluitklemmen:
X2 netvoedingskabel
X2c bedieningsapparaten
X3 aandrijving
X3a motor
Stekerverbindingen:
X5 folietoetsen
X5a sleutelschakelaar
X8a eindpositierelais
X8b signaallampenrelais
X8d relais voor extra functies
X10 externe bedieningselementen
X20 externe fotocel
X20a elektronische antenne
X30 veiligheidscontactlijst
X40 toerentalsensor aandrijving
X41 toerentalsensor motor
Aansluitschema's toebehoren
(detail):
Rel8a relais EINDPOSITIES
zie blz. 38.
Rel8b relais signaallampen
zie blz. 40.
SKS1 veiligheidscontactlijst
zie blz. 29.
V20 externe fotocel
zie blz. 36.
W20 elektronische antenne
XS10 externe bedienings-
elementen
zie blz. 32.
+ reeds aanwezig
indien voorhanden
* alleen Dynamic 121 - 128
Nederlands / Blz. 46
10. Aanhangsel
10.1.2 Schakelschema van de besturing Control 45
(met deuraandrijving Dynamic)
Opgelet!
Plaatselijke veiligheidsvoorschriften in acht nemen! Net- en stuurspanningsleidingen
absoluut gescheiden leggen! Stuurspanning 24V DC.
Afb. 24: Schakelschema
Nederlands / Blz. 47
10. Aanhangsel
Opgelet laagspanning!
Verkeerde spanning aan de klemmen X2c, X5 tot X41 leidt tot beschadiging van alle
elektronica!
Legende:
Controlelampjes (Leds):
H1 BEDRIJFSSPANNING
H2 DEUR OPEN
H3 TEST VEILIGHEIDSCONTACTLIJST
H4 DEUR DICHT
C1 motorcondensator
K1 omkeerrelais 'OPEN'
K2 omkeerrelais 'DICHT'
M1 motor met thermische beveiliging
R1 kortsluit- beveiliging
S
hoofdschakelaar
S0
drukknop STOP
S0H drukknop STOP
S0K sleutelschakelaar
S1
drukknop IMPULS
S2
drukknop OPEN
S2A drukknop OPEN
S2P testknop OPEN
S3P druktoets PROGRAMMEREN
S4
drukknop DICHT
S4P testknop DICHT
S4Z drukknop DICHT
S10 * schakelaar NOODHANDBEDIENING
S10a * schakelaar ONTKOPPELING
S20 programmeerschakelaar FOTOCEL
S20a programmeerschakelaar 2e FOTOCEL
S21 toerentalsensor
S22 referentiepuntsensor
T1 transformator
X0 + wandcontactdoos
X1 netvoedingskabel met stekker
Zekeringen:
F1 zekeringen (max. 6,3 A)
Aansluitklemmen:
X2 netvoedingskabel
X2c bedieningsapparaten
X3 aandrijving
X3a motor
Stekerverbindingen:
X5 folietoetsen
X5a sleutelschakelaar
X8a eindpositierelais
X8b signaallampenrelais
X8d relais voor extra functies
X10 externe bedieningselementen
X20 externe fotocel
X20a elektronische antenne
X30 veiligheidscontactlijst
X40 toerentalsensor aandrijving
X41 toerentalsensor motor
Aansluitschema's toebehoren
(detail):
Rel8a relais EINDPOSITIES
zie blz. 38.
Rel8b relais signaallampen
zie blz. 40.
SKS1 veiligheidscontactlijst
zie blz. 29.
V20 externe fotocel
zie blz. 36.
W20 elektronische antenne
XS10 externe bedienings-
elementen
zie blz. 32.
+ reeds aanwezig
indien voorhanden
* alleen Dynamic 121 - 128
Nederlands / Blz. 48
10.2 Storingshandleiding
10. Aanhangsel
Storing
• Geen spanning.
• Geen reactie na het
geven van impuls.
• Afstandsbesturing
Storingsmelding
• Controlelampje
BEDRIJFSSPANNING
brandt niet.
• Controlelampje
STORING knippert
(foutmelding 36).
• Controlelampje
IMPULS knippert niet
na impulscommando
van de handzender.
Oorzaak
• Spanning valt weg.
• Noodhandketting niet in
ruststand.
• Aandrijving ontkoppeld.
• Thermische beveiliging is
aangesproken.
• Besturing is afgesloten
(rode markering).
• Ruststroomcircuit (bedienings-
elementen) onderbroken.
• Ruststroomcircuit (deurblad)
onderbroken.
• Elektronische antenne niet
aangesloten.
• Verkeerde handzendercodering
geprogrammeerd.
• Batterij leeg.
Nederlands / Blz. 49
10. Aanhangsel
Werkwijze
• Spanning controleren.
• De hoofdzekeringen in het elektrisch circuit en de netstekkerverbinding controleren.
• Noodhandketting in ruststand brengen (zie montagehandleiding van de aandrijving).
• Onderhoudsontkoppeling resp. snelontkoppeling inkoppelen.
• Motor laten afkoelen
• Besturing inschakelen (blauwe markering).
• Kortsluitstekker of bedieningselementstekker in aansluitbus X10 steken.
• Stoptoets aan klemmen 12 en 13 aansluiten.
• Slappekabel-, loopdeur- en vanginrichtingsschakelaar controleren.
• Antenne aansluiten (zie blz. 31).
• Codering opnieuw programmeren (zie blz. 22).
• Nieuwe batterij (9V, IEC 6F22 of 12V, A 23) plaatsen.
Nederlands / Blz. 50
* indien de veiligheidscontactijst aangesloten is.
10. Aanhangsel
Storing
• Krachtbegrenzing
• Deur laat zich alleen
maar openen.
• Deur laat zich alleen
maar sluiten met
dodemans-bediening.*
• Aandrijving loopt
kortstondig.
• Geen functie.
Storingsmelding
• Controlelampje
STORING knippert
(foutmelding 10).
• Controlelampje
STORING knippert
(foutmelding 15).
• Controlelampje
REFERENTIEPUNT
brandt niet tijdens
het passeren van het
referentiepunt.
• Controlelampje
STORING knippert
(foutmelding 13).
• Rode controlelampje
op de optosensorprint-
plaat brandt niet.
• Controlelampje
STORING knippert
(foutmelding 9).
• Controlelampjes 1- 7
knipperen.
Oorzaak
• Deur loopt te zwaar.
• Programmeerschakelaar
S20 / S20a staat op OFF, maar
er is geen fotocel aangesloten.
• Referentiepuntschakelaar fout
ingesteld.
Optosensor niet aangesloten.
• Spiraalsnoer defect.
• Optosensoren niet in rubber
profiel of defect.
• Rubber bodemprofiel is
vervormd.
• Toerentalsensor defect.
• Fout in de besturingsunit.
Nederlands / Blz. 51
10. Aanhangsel
Werkwijze
• De deur een onderhoudsbeurt geven (doorsmeren etc.).
• Programmeerschakelaar S20 / S20 omschakelen of fotocel aansluiten.
• Referentiepunt instellen (zie blz. 14).
• Optosensor aansluiten (zie blz. 29).
• Spiraalsnoer en de aansluitingen controleren.
• Montage van de optosensoren kontroleren resp. defecte delen vervangen.
• Rubber bodemprofiel richten resp. vernieuwen.
• Aandrijving laten controleren.
• Besturing laten controleren.
EN 55011
EN 50081
EN 50082
ETS 300220
Uitgave: 01.2001
#8 008 734
1 - NL 36090 - M - 0.5 - 0197
NEDERLANDS Door de auteurswet beschermd.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar
gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere
wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Technische wijzigingen voorbehouden.
48

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Marantec-Control-45

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Marantec Control 45 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Marantec Control 45 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,1 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Marantec Control 45

Marantec Control 45 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 52 pagina's

Marantec Control 45 Gebruiksaanwijzing - English - 52 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info