8. Aansluiting en inbedrijfstelling van de uitbreidingen
Nederlands / Blz. 65
8.5.2 Aansluiting signaallampen voor sluitfunctie
(Control 220, Art. nr. 152 814)
Functie:
De signaallampen knipperen bij elektrische beweging van de aandrijving.
Bij automatisch sluiten knipperen de signaallampen inclusief de ingestelde
voorwaarschuwingstijd.
Opmerking / tip:
De programmering van het automatisch sluiten gebeurt in
niveau 3, menu 1 en 2.
Na afloop van de voorwaarschuwingstijd sluit de deur automatisch na het
verstrijken van de geprogrammeerde tijd.
Detailschakelschema
Signaallampenrelais:
Legende:
D40 Controlelampje SIGNAALLAMPEN
F 5 Netzekering (max. 4A)
H41 Signaallamp UITRIT (oranje)
H43 Signaallamp INRIT (oranje)
K40 Relais SIGNAALLAMPEN
Opsteekaansluitingen:
X4a Relaisaansturing
X4b Relaisaansturing
Afb. 27: Aansluitschema
Nederlands / Blz. 20
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Foutmeldingen
• Als het controlelampje STORING (6)
knippert, wordt na korte bediening
van de toets j (10) het bijhorende
foutnummer weergegeven (de LED's
knipperen onregelmatig - voorbeeld.:
Fout 7).
Foutengeheugen
Het foutengeheugen toont de laatste 5
foutmeldingen van de besturing.
• Druk kort op de toets j.
Alle LED's gaan na elkaar van 1-8 aan.
• De besturing toont de actuele fout.
• Druk op de toets g (12) om oudere
fouten te tonen.
• Druk op de toets (11) om de actuele
fout te tonen.
• Druk op de toets j om de weergave
van het foutgeheugen te beëindigen.
• Alle LED's doven in de volgorde 8 - 1.
Opmerking:
Het foutnummer wordt door optelling van de
onregelmatig knipperende weergegeven LED's bepaald.
Zie ook 9.2 foutnummers, pagina 74.