23
Installeren of verwijderen van de boor
Belangrijk:
Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en
de accu is verwijderd alvorens de boor te installeren of te
verwijderen.
Reinig de boorschacht en smeer er boorvet (bijgeleverd)
op alvorens de boor te installeren. (Fig. 7)
Steek de boor in de machine. Draai de boor en duw deze
naar binnen tot zij vergrendelt. (Fig. 8)
Indien de boor niet naar binnen kan worden geduwd,
dient u deze eruit te nemen en het boorkopdeksel enkele
keren omlaag te trekken. Steek dan de boor opnieuw
erin. Draai de boor en duw deze naar binnen tot zij ver-
grendelt. (Fig. 9)
Nadat de boor is geïnstalleerd, moet u altijd controleren
of de boor goed vastzit door te proberen hem eruit te
trekken.
Om de boor te verwijderen, trekt u het boorkopdeksel
helemaal omlaag en dan trekt u de boor eruit. (Fig. 10)
Dieptemaat (Fig.11)
De dieptemaat is handig voor het boren van gaten van
gelijke diepte. Draai de klemschroef los, stel de diepte-
maat af op de gewenste diepte, en draai dan de klem-
schroef weer stevig vast.
OPMERKING:
De dieptemaat kan niet worden gebruikt in de positie
waar deze tegen het tandwielhuis/motorhuis aanstoot.
Zijgreep (Fig.12)
LET OP:
Om een veilige bediening te verzekeren, dient u de zij-
greep altijd te gebruiken wanneer u gaat boren in beton,
metselwerk, enz.
De zijgreep kan naar beide zijden van de machine wor-
den gedraaid, zodat de machine in elke positie gemakke-
lijk te hanteren is. Draai de zijgreep naar links los, draai
hem naar de gewenste stand en draai hem vervolgens
naar rechts vast.
Boorhoek (voor beitelen, afbikken of slopen)
Belangrijk:
Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en
de accu is verwijderd alvorens de boor te installeren of te
verwijderen.
Om de boorhoek te wijzigen, drukt u de vergrendelknop
in en draait u de wisselhefboom zodat de wijzer naar het
O
symbool wijst. Draai de boor naar de gewenste hoek.
(Fig. 13)
Druk de vergrendelknop in en draai de wisselhefboom
zodat de wijzer naar het
X
symbool wijst. (Fig. 14)
Draai daarna de boor een beetje om te controleren of
deze goed vastzit.
Bediening
LET OP:
• Schuif de accu altijd zo ver mogelijk erin totdat hij op
zijn plaats vergrendeld is. Zolang als het rode gedeelte
op de bovenzijde van de knop zichtbaar is, is de accu
niet goed vergrendeld. Steek hem volledig erin totdat
het rode gedeelte niet meer zichtbaar is. Als u dit niet
doet, kan de accu per ongeluk uit het gereedschap val-
len zodat u of iemand anders in uw omgeving verwond
raakt.
• Wanneer u boven het hoofd boort, moet u altijd ervoor
zorgen dat de accu goed vergrendeld is zodat hij niet
uit het gereedschap kan vallen. Als u dit niet doet, kan
de accu per ongeluk eruit vallen zodat u of iemand
anders in uw omgeving verwond raakt.
Hamerboren (Fig. 15)
Zet de wijzer van de wisselhefboom tegenover het H
symbool. Plaats de punt van de boor op de plaats waar
geboord moet worden en druk dan de trekschakelaar in.
Forceer de machine niet. Een lichte druk geeft de beste
resultaten. Houd de machine stevig op zijn plaats en zorg
dat deze niet uit het boorgat wegslipt.
Oefen geen grotere druk uit op de machine wanneer het
gat vol raakt met boorspanen of gruis. Laat in plaats
daarvan de machine onbelast draaien en verwijder deze
uit het gat. Door dit enkele keren te herhalen wordt het
gat gezuiverd.
LET OP:
Wanneer de boor door het beton heenkomt of op betonij-
zer stuit, kan de machine gevaarlijk vooruit- of terug-
schieten. Bewaar daarom tijdens het boren een goede
balans en een stevige steun voor de voeten, en houd de
machine met beide handen stevig vast.
Koppelbegrenzer
De koppelbegrenzer wordt geaktiveerd wanneer een
bepaald koppel wordt bereikt. De motor wordt dan ont-
koppeld van de uitgangsas. Wanneer dit gebeurt, zal de
boor ophouden met draaien.
LET OP:
Schakel de machine uit zodra de koppelbegrenzer wordt
geaktiveerd. Hierdoor wordt vroegtijdige slijtage van de
machine voorkomen.
Beitelen/Afbikken/Slopen (Fig. 16)
Zet de wijzer van de wisselhefboom tegenover het
X
symbool. Houd de machine met beide handen stevig
vast. Schakel de machine in en oefen niet meer druk uit
op de machine dan nodig is om deze onder controle te
houden. Door grote kracht op de machine uit te oefenen
verloopt het werk niet sneller.
Boren (Fig. 17)
Gebruik de los verkrijgbare boorkop. Om deze te installe-
ren, zie “Installeren of verwijderen van de boor” op de
vorige bladzijde. U kunt boren tot maximaal 13 mm dia-
meter in metaal en tot maximaal 27 mm diameter in hout.
Draai de keuzedraaiknop zodat de wijzer naar het
M
symbool wijst.
Gebruik altijd boorolie wanneer u in metaal boort. De
enige uitzondering is koper dat droog geboord dient te
worden.
LET OP:
• Door overmatige druk op het gereedschap uit te oefe-
nen verloopt het boren niet sneller. Integendeel, teveel
druk op het gereedschap zal alleen maar de boorpunt
beschadigen, de prestatie van het gereedschap ver-
minderen en de gebruiksduur verkorten.
• Gebruik nooit “roteren met hameren” wanneer de boor-
kop op het gereedschap is gemonteerd. De boorkop
kan hierdoor namelijk beschadigd raken.
Blaasbalgje (Fig. 18)
Gebruik het blaasbalgje om het gat schoon te maken.