33
niet is ontworpen, kunnen niet goed worden
afgeschermd en zijn niet veilig.
b) De beschermkap moet stevig worden vastgezet
aan het elektrisch gereedschap en in de maximaal
beschermende stand worden gezet zodat het
kleinst mogelijke deel van de schijf is blootgesteld
in de richting van de gebruiker. De beschermkap
helpt de gebruiker te beschermen tegen afgebroken
stukjes van de schijf en het per ongeluk aanraken van
de schijf.
c) De schijven mogen uitsluitend worden gebruikt
voor de aanbevolen toepassingen. Bijvoorbeeld: u
mag niet slijpen met de zijkant van een
doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn bedoeld voor
slijpen met de rand. Krachten op het zijoppervlak
kunnen deze schijven doen breken.
d) Gebruik altijd onbeschadigde schijfflenzen van
de juiste afmetingen en vorm voor de te gebruiken
schijf. Een goede schijfflens ondersteunt de schijf en
verkleint daarmee de kans op het breken van de
schijf. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen
verschillen van flenzen voor slijpschijven.
e) Gebruik geen afgesleten schijven van grotere
elektrische gereedschappen. Schijven die zijn
bedoeld voor grotere elektrische gereedschappen zijn
niet geschikt voor de hogere snelheid van een kleiner
elektrisch gereedschap en kunnen in stukken breken.
20. Aanvullende veiligheidswaarschuwingen
specifiek voor doorslijpwerkzaamheden:
a) Laat de doorslijpschijf niet vastlopen en oefen
geen buitensporige druk uit. Probeer niet een
buitensporig diepe snede te slijpen. Een te grote
kracht op de schijf verhoogt de belasting en de kans
dat de schijf in de snede verdraait of vastloopt,
waardoor terugslag kan optreden of de schijf kan
breken.
b) Plaats uw lichaam niet in één lijn achter de
ronddraaiende schijf. Wanneer de schijf, op het
aangrijppunt in het werkstuk, zich van uw lichaam af
beweegt, kunnen door de mogelijke terugslag de
ronddraaiende schijf en het elektrisch gereedschap in
uw richting worden geworpen.
c) Wanneer de schijf vastloopt of u het slijpen
onderbreekt, schakelt u het elektrisch
gereedschap uit en houdt u dit stil totdat de schijf
volledig tot stilstand is gekomen. Probeer nooit de
doorslijpschijf uit de snede te halen terwijl de
schijf nog draait omdat hierdoor een terugslag kan
optreden. Onderzoek waarom de schijf is
vastgelopen en tref afdoende maatregelen om de
oorzaak ervan op te heffen.
d) Begin niet met doorslijpen terwijl de schijf al in
het werkstuk steekt. Wacht totdat de schijf op
volle snelheid heeft bereikt en breng daarna de
schijf voorzichtig terug in de snede. Wanneer het
elektrisch gereedschap opnieuw wordt gestart terwijl
de schijf al in het werkstuk steekt, kan de schijf
vastlopen, omhoog lopen of terugslaan.
e) Ondersteun platen en grote werkstukken om de
kans op het beknellen van de schijf en terugslag te
minimaliseren.Grote werkstukken neigen door te
zakken onder hun eigen gewicht. U moet het werkstuk
ondersteunen vlakbij de snijlijn en vlakbij de rand van
het werkstuk aan beide kanten van de schijf.
f) Wees extra voorzichtig bij blind slijpen in
bestaande wanden of op andere plaatsen. De
uitstekende schijf kan gas- of waterleidingen,
elektrische bedrading of voorwerpen die terugslag
veroorzaken raken.
21. Veiligheidswaarschuwingen specifiek voor
schuurwerkzaamheden:
a) Gebruik geen veel te grote
schuurpapierschijven. Volg de aanwijzingen van
de fabrikant bij uw keuze van het schuurpapier.
Te groot schuurpapier dat uitsteekt tot voorbij de rand
van het schuurkussen levert snijgevaar op en kan
beknellen of scheuren van de schuurpapierschijf of
terugslag veroorzaken.
22. Veiligheidswaarschuwingen specifiek voor
draadborstelwerkzaamheden:
a) Wees erop bedacht dat ook tijdens normaal
gebruik borsteldraden door de borstel worden
rondgeslingerd. Oefen niet te veel kracht uit op de
borsteldraden door een te hoge belasting van de
borstel. De borsteldraden kunnen met gemak door
dunne kleding en/of de huid dringen.
b) Als het gebruik van een beschermkap wordt
aanbevolen voor draadborstelen, zorgt u ervoor
dat de draadschijf of draadborstel niet in
aanraking komt met de beschermkap. De
draadschijf of draadborstel kan in diameter toenemen
als gevolg van de werkbelasting en centrifugale
krachten.
23. Bij gebruik van een slijpschijf met een verzonken
middengat, mag u uitsluitend met glasvezel
versterkte schijven gebruiken.
24. Let erop dat u de as, de flens (met name de
montagekant) en de borgmoer niet beschadigt.
Als deze onderdelen beschadigd raken, kan de
schijf breken.
25. Zorg ervoor dat de schijf niet in aanraking is met
het werkstuk voordat u het gereedschap hebt
ingeschakeld.
26. Laat het gereedschap een tijdje draaien voordat u
het werkstuk gaat zagen. Controleer op trillingen
of schommelingen die op onjuiste montage of een
slecht uitgebalanceerd schijf kunnen wijzen.
27. Gebruik de aangegeven kant van de schijf om mee
te slijpen.
28. Wees alert op rondvliegende vonken. Houd het
gereedschap zodanig vast dat de vonken
wegvliegen van u en andere personen of
brandbare materialen.
29. Laat het gereedschap niet ingeschakeld liggen.
Bedien het gereedschap alleen wanneer u het
vasthoudt.
30. Raak de schijf niet onmiddellijk na gebruik aan.
Deze kan bijzonder heet zijn en brandwonden op
uw huid veroorzaken.
31. Controleer altijd of het gereedschap is
uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is
getrokken of de accu is verwijderd alvorens enige