14
INEENZETTEN
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn
netsnoer uit het stopcontact is verwijderd voordat u
enig werk aan het gereedschap uitvoert.
Selecteren van de juiste sok
Gebruik altijd een sok van de juiste maat voor het vast-
draaien van bouten en moeren. Het gebruik van een sok
van de onjuiste maat zal een onnauwkeurig of onregel-
matig aantrekkoppel en/of beschadiging van de bout of
moer tot gevolg hebben.
Installeren of verwijderen van de sok
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en niet op het stopcontact is aangesloten alvorens de
sok te installeren of te verwijderen.
Voor een sok zonder O-ring en pen
(Fig. 3)
Installeer de sok door deze op het draaistuk van het
gereedschap te duwen totdat de sok op zijn plaats ver-
grendelt.
Om de sok te verwijderen, trekt u deze gewoon eraf.
Voor een sok met O-ring en pen
(Fig. 4)
Verwijder de O-ring uit de groef in de sok en verwijder de
pen uit de sok. Schuif de sok over het draaistuk van het
gereedschap zodat het gat in de sok op één lijn komt met
het gat in het draaistuk. Steek de pen door het gat in de
sok en in het draaistuk. Breng de O-ring weer op zijn oor-
spronkelijke plaats in de groef aan, zodat de pen op zijn
plaats wordt gehouden. Om de sok te verwijderen, voert
u deze procedure in omgekeerde volgorde uit.
Haak
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk op te
hangen. Voor het verwijderen van de haak is er geen
gereedschap nodig. U kunt de haak op de linker of rech-
ter zijde van het gereedschap monteren.
Monteren en verwijderen van de haak (Fig. 5)
Verwijd het bovenste gedeelte van de haak in beide rich-
tingen om de haak te kunnen verwijderen. Ga omge-
keerd te werk om de haak te monteren.
BEDIENING
LET OP:
• Houd het gereedschap tijdens gebruik uitsluitend aan
de handgreep vast. Raak het metalen gedeelte niet
aan. (Fig. 6)
Het juiste aantrekkoppel hangt van het soort of de
grootte van de bout, het materiaal van het te bevestigen
werkstuk, enz. De verhouding tussen het aantrekkoppel
en de aantrektijd is aangegeven in Fig. 7 en Fig. 8 voor
een bout met grote treksterkte. Houd het gereedschap
stevig vast en plaats de sok over de bout of moer. Scha-
kel het gereedschap in en draai vast binnen de juiste
aantrektijd.
OPMERKINGEN:
• Wanneer u schroef M10 of een kleinere schroef vast-
draait, moet u de druk op de trekschakelaar voorzichtig
aanpassen zodat de schroef niet wordt beschadigd.
• Houd het gereedschap recht op de bout of moer zon-
der overmatige druk uit te oefenen op het gereed-
schap.
• Als u de bout gedurende langere tijd dan de opgegeven
tijd aantrekt, kan de bout of de sok breken of bescha-
digd raken. Alvorens het eigenlijke werk te doen, moet
u daarom altijd een proefje doen met een gelijke bout
om de juiste aantrektijd te bepalen. Doe dit in elk geval
voor andere bouten dan M10 om beschadiging van de
sok of bout, enz. te voorkomen.
Het aantrekkoppel wordt beïnvloed door een aantal ver-
schillende factoren, waaronder de volgende. Controleer
na het vastdraaien altijd het aantrekkoppel met een
momentsleutel.
1. Spanning
• Wanneer de stroomspanning zakt zal het aantrek-
koppel ook kleiner worden.
2. Sok
• Het gebruik van een sok die niet met bout of moer
overeenkomt zal resulteren in een te laag aantrek-
koppel.
• Een versleten of vervormde zeskante of vierkante
dop zal niet goed op de bout of moer passen, het-
geen resulteert in een lager aantrekkoppel.
3. Bout
• Als de koppelverhouding en het type bout over-
eenkomen, kan door verschillen in diameter van
de bouten het juiste aantrekkoppel per bout toch
afwijken.
• Ook al zijn de diameters van twee bouten het-
zelfde, dan kunnen er nog verschillen in het juiste
aandraaimoment tussen de twee bouten optreden,
als gevolg van verschillen in de koppelverhouding,
klasse en lengte van de bouten.
4. Het aantrekkoppel is wat lager als een kogelge-
wrichtverbinding of verlengstaaf wordt gebruikt. U
kunt dit verlies aan aantrekkoppel kompenseren
door de vastdraaitijd te verlengen.
5. Het aantrekkoppel wordt beïnvloed door de manier
van vasthouden van het gereedschap of door het
materiaal waarin de bout wordt vastgedraaid.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens te
beginnen met inspectie of onderhoud.
Vervangen van koolborstels
Verwijder en controleer regelmatig de koolborstels. Ver-
vang de koolborstels wanneer ze tot aan de limietmarke-
ring versleten zijn. Houd de koolborstels schoon, zodat
ze gemakkelijk in de houders glijden. Beide koolborstels
dienen gelijktijdig te worden vervangen. Gebruik uitslui-
tend gelijksoortige koolborstels. (Fig. 9)
Gebruik een schroevendraaier om de kappen van de
koolborstelhouders te verwijderen. Haal de versleten
koolborstels eruit, schuif de nieuwe erin, en zet daarna
de kappen weer goed vast. (Fig. 10)
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend Makita servicecentrum, en dit uitsluitend met
gebruikmaking van originele Makita vervangingsonder-
delen.