26
5. De buitendiameter en de dikte van het accessoire
moeten binnen het capaciteitsbereik van het
elektrisch gereedschap vallen. Accessoires met
verkeerde afmetingen kunnen niet afdoende worden
afgeschermd of beheerst.
6. Als accessoires met schroefdraadbevestiging
worden aangebracht, moet de schroefdraad
overeenkomen met de schroefdraad op de as. Als
accessoires met flensbevestiging worden
aangebracht, moet het asgat van het accessoire
overeenkomen met de diameter van de pasrand op
de flens. Accessoires die niet overeenkomen met de
bevestigingshardware van het elektrisch
gereedschap, zullen niet gebalanceerd draaien en
buitensporig trillen, en kunnen leiden tot verlies van
controle over het gereedschap.
7. Gebruik nooit een beschadigd accessoire.
Inspecteer het accessoire vóór elk gebruik op
afwijkingen, zoals schilfers en barsten op
slijpschijven of barsten, scheuren of
buitensporige slijtage op rugschijven. Nadat het
elektrisch gereedschap is gevallen, inspecteert u
het op schade of monteert u een onbeschadigd
accessoire. Na inspectie en montage van een
accessoire, zorgt u ervoor dat u en omstanders
niet in het rotatievlak van het accessoire staan, en
laat u het elektrisch gereedschap draaien op het
maximale nullasttoerental gedurende één minuut.
Beschadigde accessoires breken normaal gesproken
in stukken gedurende deze testduur.
8. Gebruik persoonlijke-veiligheidsmiddelen.
Afhankelijk van de toepassing gebruikt u een
spatscherm, een beschermende bril of een
veiligheidsbril. Al naar gelang van toepassing
draagt u een stofmasker, gehoorbeschermers,
handschoenen en een werkschort die in staat zijn
kleine stukjes slijpsel of werkstukfragmenten te
weerstaan. De oogbescherming moet in staat zijn
rondvliegend afval te stoppen dat ontstaat bij de
diverse werkzaamheden. Het stofmasker of
ademhalingsapparaat moet in staat zijn deeltjes te
filteren die ontstaan bij de werkzaamheden.
Langdurige blootstelling aan zeer intens geluid kan
leiden tot gehoorbeschadiging.
9. Houd omstanders op veilige afstand van het
werkgebied. Iedereen die zich binnen het
werkgebied begeeft, moet persoonlijke
veiligheidsmiddelen gebruiken. Fragmenten van
het werkstuk of van een uiteengevallen accessoire
kunnen rondvliegen en letsel veroorzaken buiten de
onmiddellijke werkomgeving.
10. Houd het elektrisch gereedschap uitsluitend vast
aan het geïsoleerde oppervlak van de handgrepen
wanneer u werkt op plaatsen waar het
slijpaccessoire met verborgen bedrading of zijn
eigen snoer in aanraking kan komen. Wanneer het
accessoire in aanraking komt met onder spanning
staande draden, zullen de niet-geïsoleerde metalen
delen van het gereedschap onder spanning komen te
staan zodat de gebruiker een elektrische schok kan
krijgen.
11. Houd het snoer goed uit de buurt van het
ronddraaiende accessoire. Als u de controle verliest
over het gereedschap, kan het snoer worden
doorgesneden of bekneld raken, en kan uw hand of
arm tegen het ronddraaiende accessoire worden
aangetrokken.
12. Leg het elektrisch gereedschap nooit neer voordat
het accessoire volledig tot stilstand is gekomen.
Het ronddraaiende accessoire kan de ondergrond
pakken zodat u de controle over het elektrisch
gereedschap verliest.
13. Laat het elektrisch gereedschap niet draaien
terwijl u het naast u draagt. Als het ronddraaiende
accessoire u per ongeluk raakt, kan het verstrikt raken
in uw kleding waardoor het accessoire in uw lichaam
wordt getrokken.
14. Maak de ventilatieopeningen van het gereedschap
regelmatig schoon. De ventilator van de motor zal
het stof de behuizing in trekken, en een grote
opeenhoping van metaalslijpsel kan leiden tot
elektrisch gevaarlijke situaties.
15. Gebruik het elektrisch gereedschap niet in de
buurt van brandbare materialen. Vonken kunnen
deze materialen doen ontvlammen.
16. Gebruik geen accessoires die met vloeistof
moeten worden gekoeld. Het gebruik van water of
andere vloeibare koelmiddelen kan leiden tot
elektrocutie of elektrische schokken.
Terugslag en aanverwante waarschuwingen
Terugslag is een plotselinge reactie op een beknelde of
vastgelopen draaiende schijf, rugschijf, draadborstel of
enig ander accessoire. Beknellen of vastlopen
veroorzaakt een snelle stilstand van het draaiende
accessoire wat op zijn beurt ertoe leidt dat het elektrisch
gereedschap zich ongecontroleerd beweegt in de
tegenovergestelde richting van de draairichting van het
accessoire op het moment van vastlopen.
Bijvoorbeeld, als een slijpschijf bekneld raakt of vastloopt
in het werkstuk, kan de rand van de schijf die het
beknellingspunt ingaat, zich invreten in het oppervlak van
het materiaal waardoor de schijf eruit klimt of eruit slaat.
De schijf kan daarbij naar de gebruiker toe of weg
springen, afhankelijk van de draairichting van de schijf op
het beknellingspunt. Slijpschijven kunnen in dergelijke
situaties ook breken.
Terugslag is het gevolg van misbruik van het elektrisch
gereedschap en/of onjuiste gebruiksprocedures of -
omstandigheden, en kan worden voorkomen door goede
voorzorgsmaatregelen te treffen, zoals hieronder vermeld:
a) Houd het gereedschap stevig vast en houdt uw
armen en lichaam zodanig dat u in staat bent een
terugslag op te vangen. Gebruik altijd de extra
handgreep (indien aanwezig) voor een maximale
controle over het gereedschap in geval van
terugslag en koppelreactie bij het starten. De
gebruiker kan een terugslag of koppelreactie
opvangen indien de juiste voorzorgsmaatregelen
worden getroffen.
b) Plaats uw hand nooit in de buurt van het
draaiende accessoire. Het accessoire kan
terugslaan over uw hand.
c) Plaats uw lichaam niet in het gebied waar het
elektrisch gereedschap naar toe gaat wanneer
een terugslag optreedt. Een terugslag zal het
gereedschap bewegen in de tegenovergestelde
richting van de draairichting van de schijf op het
moment van beknellen.