62
Horizontale spanschroef (los verkrijgbaar
accessoire) (Fig. 33)
De horizontale spanschroef kan aan de linkerzijde van de
gereedschapsvoet worden geïnstalleerd. Door de knop
van de spanschroef naar links te draaien wordt de span-
schroef in de vrije stand gezet en kunt u de
spanschroefas snel naar binnen en naar buiten bewe-
gen. Door de knop van de spanschroef naar rechts te
draaien wordt de spanschroef vastgezet. Om het werk-
stuk te grijpen, draait u de knop van de spanschroef
langzaam naar rechts totdat het uitsteeksel zijn hoogste
positie bereikt, en daarna draait u de knop stevig vast.
Indien de spanschroefknop naar binnen of naar buiten
wordt getrokken terwijl u hem naar rechts draait, kan het
uitsteeksel in een schuine positie stoppen. In dit geval
draait u de spanschroefknop terug naar links totdat de
spanschroef los komt, en dan draait u hem weer lang-
zaam naar rechts.
De maximale breedte van werkstukken die met de hori-
zontale spanschroef kunnen worden vastgezet is
120 mm.
LET OP:
• Grijp het werkstuk alleen wanneer het uitsteeksel in
zijn hoogste positie staat. Als u dit niet doet, zal het
werkstuk mogelijk niet goed vastgezet zijn. Het werk-
stuk kan dan weggeslingerd worden, hetgeen bescha-
diging van het zaagblad, verlies van controle over het
gereedschap en mogelijke PERSOONLIJKE VER-
WONDING kan veroorzaken.
Houders en houdermontage (los verkrijgbare
accessoires) (Fig. 34 en 35)
U kunt de houders en de houdermontage aan beide zij-
den van het gereedschap aanbrengen om de werkstuk-
ken horizontaal te ondersteunen. Installeer deze
accessoires zoals afgebeeld. Draai daarna de schroeven
goed vast om de houders en de houdermontage vast te
zetten.
Gebruik de houder/stang montage (los verkrijgbaar
accessoire) voor het zagen van lange werkstukken. Deze
bestaat uit twee houdermontages en twee stangen 12.
LET OP:
• Ondersteun lange werkstukken altijd op gelijke hoogte
met het bovenvlak van de draaitafel, om nauwkeurige
zaagsneden te krijgen en gevaarlijk controleverlies
over het gereedschap te voorkomen.
BEDIENING
LET OP:
• Voordat u het gereedschap inschakelt, dient u het
handvat uit zijn omlaagpositie te halen door de aan-
slagpen naar buiten te trekken.
• Zorg dat het zaagblad niet in aanraking is met het
werkstuk e.d. voordat u de trekschakelaar indrukt.
• Oefen tijdens het zagen geen overmatige druk op het
handvat uit. Wanneer u te hard drukt, kan de motor
overbelast raken en/of de zaagcapaciteit verminderen.
Druk alleen zo hard als nodig is voor soepel zagen zon-
der dat de draaisnelheid van het zaagblad aanzienlijk
vermindert.
• Druk het handvat zachtjes naar beneden om te zagen.
Indien het handvat met geweld omlaag wordt gedrukt
of zijwaartse druk erop wordt uitgeoefend, zal het
zaagblad trillen en een merkteken (zaagteken) in het
werkstuk achterlaten, en zal ook de zaagsnede minder
nauwkeurig zijn.
• Voor glijdend zagen duwt u de zaagslede langzaam en
zonder te stoppen naar de geleider. Als de slede tij-
dens het zagen wordt gestopt, zal een merkteken in het
werkstuk achterblijven en zal de zaagsnede minder
nauwkeurig zijn.
1. Drukkend zagen (zagen van kleine werkstukken)
(Fig. 36)
Werkstukken die maximaal 50 mm hoog en 97 mm breed
zijn kunt u als volgt zagen.
Duw de slede zo ver mogelijk naar de geleider en zet de
slede vast door de twee klemschroeven van de slede-
stangen naar rechts vast te draaien. Zet het werkstuk
vast met de spanschroef. Schakel het gereedschap in
zonder dat het zaagblad met het werkstuk in contact is,
en wacht totdat het zaagblad op volle toeren draait.
Breng dan het handvat langzaam omlaag naar de laag-
ste positie om het werkstuk te zagen. Nadat het zagen is
voltooid, schakelt u het gereedschap uit. WACHT TOT-
DAT HET ZAAGBLAD VOLLEDIG TOT STILSTAND IS
GEKOMEN alvorens het zaagblad naar zijn hoogste
positie terug te brengen.
LET OP:
• Draai de twee klemschroeven van de sledestangen ste-
vig naar rechts vast zodat de slede tijdens het zagen
niet kan bewegen. Als deze schroeven niet goed vast-
zitten, kan het zaagblad onverwachts terugslaan, het-
geen ernstige PERSOONLIJKE VERWONDING kan
veroorzaken.
2. Glijdend (duwend) zagen (zagen van brede werk-
stukken) (Fig. 37)
Draai de twee klemschroeven van de sledestangen naar
links los zodat de slede vrij kan bewegen. Zet het werk-
stuk vast met de spanschroef. Trek de slede zo ver
mogelijk naar u toe. Schakel het gereedschap in zonder
dat het zaagblad met het werkstuk in contact is, en wacht
totdat het zaagblad op volle toeren draait. Druk het hand-
vat omlaag en DUW DE SLEDE NAAR DE GELEIDER
OM HET WERKSTUK TE ZAGEN. Nadat het zagen is
voltooid, schakelt u het gereedschap uit. WACHT TOT-
DAT HET ZAAGBLAD VOLLEDIG TOT STILSTAND IS
GEKOMEN alvorens het zaagblad naar zijn hoogste
positie terug te brengen.
LET OP:
• Voor glijdend zagen DIENT U EERST DE SLEDE ZO
VER MOGELIJK NAAR U TOE TE TREKKEN. Druk
dan het handvat omlaag tot in de laagste positie en
DUW DE SLEDE NAAR DE GELEIDER TOE. BEGIN
NOOIT MET ZAGEN WANNEER DE SLEDE NIET
VOLLEDIG NAAR U TOE IS GETROKKEN. Als u de
slede niet zo ver mogelijk naar u toe trekt of zaagt naar
uw richting toe, kan het zaagblad onverwachts worden
teruggeslagen, hetgeen ernstige PERSOONLIJKE
VERWONDING kan veroorzaken.
• Glijdend zagen mag nooit worden uitgevoerd wanneer
het handvat in de laagste positie is vergrendeld door
het indrukken van de aanslagpen.
• Draai de klemschroef van de slede nooit los terwijl het
zaagblad draait. Dit kan leiden tot ernstige verwonding.
3. Verstekzagen
Zie het gedeelte “Instellen van de verstekhoek” hierbo-
ven.