64
28. Stof dat tijdens de werkzaamheden vrijkomt, kan
chemische bestanddelen bevatten die kanker,
geboortedefecten of andere reproductieschade
kunnen veroorzaken. Enkele voorbeelden van
deze stoffen zijn:
- lood van loodhoudende verfstoffen en,
- arsenicum en chroom van chemisch behan-
deld hout.
Het blootstellingsrisiko dat u loopt varieert en
hangt af van het feit hoe vaak u dit soort hande-
lingen uitvoert. Om blootstelling aan deze che-
mische bestanddelen te verminderen: voert u de
werkzaamheden uit in een goed geventileerde
werkomgeving en maakt u gebruik van goedge-
keurd beschermende hulpmiddelen, zoals stof-
maskers die ontworpen zijn om microscopisch
kleine deeltjes te kunnen filteren.
29. Tijdens het zagen moet de machine zijn aange-
sloten op een stofafzuiging.
30. Zorg ervoor dat de tafel stevig is vastgeklemd
met de hendel nadat de tafel is omgeklapt.
Bij gebruik in verstekzaagstand:
31. Gebruik de zaag niet om materiaal, anders dan
hout, aluminium of gelijkwaardige materialen, te
zagen.
32. Werk niet uit de vrije hand als u, bij het zagen,
dicht bij het zaagblad moet komen. Houdt het
werkstuk, tijdens elke bewerking, altijd stevig
geklemd tegen de draaitafel en langsgeleider.
33. Zorg ervoor, dat de draaitafel stevig is vastge-
klemd, zodat deze tijdens bewerking niet kan
bewegen.
34. Zorg ervoor, dat de arm stevig is vastgeklemd tij-
dens het verticaal verstekzagen. Span de hen-
del, met de wijzers van de klok mee, om de arm
vast te klemmen.
35. Zorg ervoor dat het zaagblad, in de laagste
stand, niet in aanraking komt met de draaitafel
en het werkstuk niet aanraakt, voordat de
machine wordt ingeschakeld.
36. Houdt de handgreep stevig vast. Houdt er reke-
ning mee dat de zaag iets omhoog of omlaag
beweegt bij het in- en uitschakelen.
Bij gebruik als zaagtafel (in de tafelzaagstand):
37. Voer geen bewerking uit de vrije hand uit. “Uit de
vrije hand” betekent dat u uw handen, in plaats
van een schulpgeleider, gebruikt om het werk-
stuk te ondersteunen of te geleiden.
38. Zorg ervoor, dat de draaitafel stevig is vastge-
klemd.
39. Zorg ervoor, dat de arm stevig is vastgeklemd in
de werkpositie. Span de hendel, met de wijzers
van de klok mee, om de arm vast te klemmen.
40. Gebruik tijdens de bewerking een duwstok of
een duwblok om te voorkomen, dat uw handen
en vingers te dicht bij het zaagblad komen.
41. Zorg ervoor, dat het zaagblad niet in aanraking
komt met het spouwmes of werkstuk, voordat de
machine wordt ingeschakeld.
42. Berg de duwstok altijd op als deze niet wordt
gebruikt.
43. Besteed vooral aandacht aan de instructies met
betrekking tot vermindering van het risico van
TERUGSLAG. TERUGSLAG is een plotselinge
reactie van een geblokkeerd, geklemd of niet
goed uitgelijnd zaagblad. Door de TERUGSLAG
wordt het werkstuk teruggeslingerd van de
machine naar de bediener. TERUGSLAG KAN
ERNSTIG PERSOONLIJK LETSEL VEROORZA-
KEN. Vermijd TERUGSLAG door het zaagblad
scherp te houden, door de schulpgeleider even-
wijdig met het zaagblad te houden, door het
spouwmes en beschermkap op hun plaats te
houden en op juiste wijze te laten werken, door
het werkstuk pas te verwijderen nadat het hele-
maal voorbij het zaagblad is geduwd, en door
niet een werkstuk te schulpen dat verdraaid of
vervormd is, of geen rechte kant heeft om langs
de langsgeleider te geleiden.
44. Vermijd abrupte en snelle toevoer van zaagmate-
riaal. Voer, bij het zagen van harde werkstukken,
deze zo langzaam mogelijk toe. Buig of verdraai
de werkstukken niet tijdens het toevoeren. Wan-
neer het zaagblad vast komt te zitten in het werk-
stuk, moet u de machine onmiddellijk
uitschakelen. Haal de stekker uit het stopcon-
tact. Verwijder daarna pas het werkstuk van het
vastgelopen zaagblad.
45. Alvorens het gereedschap om te klappen, moet u
altijd controleren of de machinekop goed is ver-
grendeld in de laagste stand door de vergrendel-
pen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
OPSTELLEN
LET OP:
• Houd de werkomgeving van de machine schoon en vrij
van los materiaal, zoals spanen en zaagresten.
Opstelling als zaagtafel (Fig. 1, 2 en 3)
Opstellen als hoge tafel met volledig neergeklapte
poten
Als de machine niet stabiel staat, kunt u dit corrigeren
door de stelvoet van de poot te draaien. Draai, van
bovenaf gezien, tegen de wijzers van de klok in, om de
poot korter te maken, en met de wijzers van de klok mee,
om de poot langer te maken. Zorg ervoor, dat de
machine na afstelling stabiel staat.
Monteer de bevestigingsplaten, met de L-vorm naar bui-
ten gericht, met behulp van zeskantbouten op de drie
poten. En bevestig de machine op een stabiele en vlakke
ondergrond met drie bouten door de gaten in de bevesti-
gingsplaten.
Opstellen als lage tafel met opgeklapte poten
Met opgeklapte poten kunt u de machine op een onder-
grond bevestigen door gebruik te maken van de U-vor-
mige uitsparingen, zoals aangegeven in de afbeelding.