34 NEDERLANDS
6. De vergrendelhendels voor het instellen van
de zaagbladdiepte en verstekhoek moeten
vastgezet zijn alvorens te beginnen met zagen.
Alsdeafstellingenvanhetzaagbladtijdenshet
zagen verlopen, kan dit leiden tot vastlopen of
terugslag.
7.
Wees extra voorzichtig wanneer u een invalzaags-
nede maakt in een bestaande wand of een andere
plaats waarvan u de onderkant niet kunt zien. Het
zaagbladzoueenhardvoorwerpkunnenraken,metals
gevolgeengevaarlijketerugslag.
8.
Houd het gereedschap ALTIJD met beide handen
stevig vast. Plaats NOOIT uw hand of vingers ach-
ter de zaag.Alseenterugslagoptreedt,kandezaag
gemakkelijkachteruitenoveruwhandspringenwaar-
doorernstigpersoonlijkletselontstaat.
►Fig.4
9. Dwing de zaag nooit. Duw de zaag vooruit
met een snelheid waarbij het zaagblad niet
vertraagt.Alsudezaagdwingt,kandatleiden
toteenongelijkmatigezaagsnede,verminderde
nauwkeurigheidenmogelijketerugslag.
Werking van de onderste beschermkap
1. Controleer voor ieder gebruik of de onderste
beschermkap goed sluit. Gebruik de zaag niet
als de onderste beschermkap niet vrij kan
bewegen en onmiddellijk sluit. Zet de onderste
beschermkap nooit vast in de geopende stand.
Alsudezaagperongeluklaatvallen,kande
onderstebeschermkapwordenverbogen.Tilde
onderstebeschermkapopaandeterugtrekhendel
encontroleerdatdezevrijkanbewegenenniet
hetzaagbladofeniganderonderdeelraakt,onder
alle verstekhoeken en op alle zaagdiepten.
2. Controleer de werking van de veer van de
onderste beschermkap. Als de beschermkap
en de veer niet goed werken, dienen deze vóór
gebruik te worden gerepareerd. De onderste
beschermkapkantraagwerkenalsgevolgvan
beschadigdeonderdelen,gom-ofharsafzetting,of
opeenhoping van vuil.
3. De onderste beschermkap mag alleen met de
hand worden geopend voor het maken van
speciale zaagsneden, zoals een invalzaag-
snede en gecombineerde zaagsnede. Til de
onderste beschermkap op aan de terugtrek-
hendel en laat deze los zodra het zaagblad in
het materiaal zaagt.Bijalleanderetypenzaag-
sneden,dientdeonderstebeschermkapautoma-
tisch te werken.
4. Let er altijd op dat de onderste beschermkap
het zaagblad bedekt voordat u de zaag op een
werkbank of vloer neerlegt.Eenonbeschermd
zaagbladdatnognadraait,zaldezaagachter-
uitdoenlopenwaarbijallesopzijnwegwordt
gezaagd.Denkaandetijddiehetduurtnadatde
schakelaarislosgelatenvoordathetzaagblad
stilstaat.
5. U kunt de onderste beschermkap controleren,
door deze met de hand te openen, los te laten
en te kijken of hij goed sluit. Controleer tevens
of de terugtrekhendel de behuizing van het
gereedschap niet raakt.Hetzaagbladonbe-
schermdlatenisUITERSTGEVAARLIJKenkan
leidentoternstigpersoonlijkletsel.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften
1. Wees extra voorzichtig bij het zagen in nat
hout, druk-behandeld timmerhout en hout
met knoesten.Zorgdathetgereedschapsteeds
soepelvooruitbeweegtzonderdatdesnelheid
vanhetzaagbladlagerwordt,omoververhitting
van de zaagtanden te voorkomen.
2. Probeer niet afgezaagd materiaal te verwij-
deren terwijl het zaagblad nog draait. Wacht
totdat het zaagblad volledig tot stilstand is
gekomen voordat u het afgezaagde materiaal
vastpakt.Hetzaagbladdraaitnognanadathet
gereedschap is uitgeschakeld.
3. Voorkom dat u in spijkers zaagt. Inspecteer het
hout op spijkers en verwijder deze zo nodig
voordat u begint te zagen.
4. Plaats het bredere deel van de zool van de
zaag op het deel van het werkstuk dat goed is
ondersteund, en niet op het deel dat omlaag
valt nadat de zaagsnede gemaakt is. Als het
werkstuk kort of smal is, klemt u het vast.
PROBEER NOOIT EEN KORT WERKSTUK IN
UW HANDEN VAST TE HOUDEN!
►Fig.5
5. Voordat u het gereedschap neerlegt na het
voltooien van een zaagsnede, controleert u dat
de beschermkap gesloten is en het zaagblad
volledig tot stilstand is gekomen.
6. Probeer nooit te zagen waarbij de zaag onder-
steboven in een bankschroef is geklemd. Dit
is uiterst gevaarlijk en kan leiden tot ernstig
persoonlijk letsel.
►Fig.6
7. Sommige materialen bevatten chemische
stoffen die giftig kunnen zijn. Neem voorzorgs-
maatregelen tegen het inademen van stof en
contact met de huid. Volg de veiligheidsin-
structies van de leverancier van het materiaal
op.
8. Breng het zaagblad niet tot stilstand door
zijdelings op het zaagblad te drukken.
9. Gebruik geen slijpschijven.
10. Gebruik uitsluitend een zaagblad met een
diameter zoals aangegeven op het gereed-
schap of vermeld in de gebruiksaanwijzing.
Hetgebruikvaneenzaagbladmeteenverkeerde
afmeting,kaneengoedebeschermingofwerking
vanhetzaagbladverhinderen,watkanleidentot
ernstigpersoonlijkletsel.
11. Houd het zaagblad scherp en schoon. Gom of
harsdatophetzaagbladisopgedroogdvertraagt
hetzaagbladenverhoogtdekansopterugslag.
Houdhetzaagbladschoondoorditeerstvanhet
gereedschap te demonteren en het vervolgens
schoon te maken met een reinigingsmiddel voor
gomenhars,heetwaterofkerosine.Gebruik
nooitbenzine.
12. Draag een stofmasker en gehoorbescherming
tijdens gebruik van het gereedschap.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.