16
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Aanbrengen of verwijderen van de boor
(Fig. 1, 2 en 3)
Belangrijk:
Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en
zijn stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens de
boor aan te brengen of te verwijderen.
Reinig de boorschacht en smeer er boorvet op alvorens
de boor te installeren. (Fig. 1)
Steek de boor in de machine. Draai de boor en duw deze
naar binnen tot zij vergrendelt. (Fig. 2)
Indien de boor niet naar binnen kan worden geduwd,
dient u deze eruit te nemen en het boorkopdeksel enkele
keren omlaag te trekken. Steek dan de boor opnieuw
erin. Draai de boor en duw deze naar binnen tot zij ver-
grendelt. (Fig. 3)
Nadat de boor is geïnstalleerd, moet u altijd controleren
of de boor goed vastzit door te proberen hem eruit te
trekken.
Om de boor te verwijderen, trekt u het boorkopdeksel
helemaal omlaag en dan trekt u de boor eruit.
Zijhandgreep (Hulphandgreep) (Fig. 4)
De zijhandgreep is naar beide zijden verstelbaar, zodat
het gereedschap in elke positie gemakkelijk te bedienen
is. Draai de zijhandgreep los door deze linksom te
draaien. Draai vervolgens de zijhandgreep naar de
gewenste positie en zet opnieuw vast door rechtsom te
draaien.
Dieptemaat (Fig. 5)
De dieptemaat is handig voor het boren van gaten van
gelijke diepte. Steek de dieptemaat in het gat in de hand-
greepvoet. Stel de dieptemaat af op de gewenste diepte
en zet deze dan vast door de klemschroef vast te
draaien.
OPMERKING:
De dieptemaat kan niet worden gebruikt in de positie
waarbij deze tegen het tandwielhuis aanstoot.
Werking van de trekschakelaar (Fig. 6)
Om het gereedschap in te schakelen, de trekschakelaar
gewoon indrukken. De machine gaat sneller draaien
wanneer de druk op de trekschakelaar wordt vermeer-
derd. Om de machine te stoppen, de trekschakelaar los-
laten.
LET OP:
• Alvorens het netsnoer op het stopcontact aan te slui-
ten, dient u altijd te controleren of de trekkerschakelaar
behoorlijk werkt en bij loslaten onmiddellijk naar de
“OFF” positie terugkeert.
• Zet de trekker nooit met plakband, draad of iets derge-
lijks in de “ON” positie vast.
Koppelbegrenzer
De koppelbegrenzer treedt in werking wanneer de motor
een bepaald koppel bereikt. De motor wordt dan ontkop-
peld van de uitgangsas. Wanneer dit gebeurt, zal de boor
ophouden met draaien.
LET OP:
• Schakel het gereedschap onmiddellijk uit wanneer de
koppelbegrenzer in werking treedt. Hierdoor helpt u
vroegtijdige slijtage van het gereedschap voorkomen.
• Gatenzagen, kernboren diamantboren etc. kunnen met
dit gereedschap niet worden gebruikt. Deze lopen of
klemmen gemakkelijk vast in het boorgat, zodat de
koppelbegrenzer te vaak in werking zal worden
gesteld.
Hamerend of kloppend boren
Plaats de punt van de boor op de plaats waar geboord
moet worden en druk vervolgens de schakelaar in.
Forceer het gereedschap niet. Een lichte druk geeft de
beste resultaten. Houd het gereedschap stevig vast en
zorg dat het niet uitglijdt.
Oefen geen grotere druk uit wanneer het boorgat ver-
stopt raakt met schilfertjes of metaaldeeltjes. Laat in zo’n
geval het gereedschap onbelast lopen en verwijder de
boor gedeeltelijk uit het boorgat. Wanneer dit verschil-
lende keren wordt herhaald, zal het boorgat schoon wor-
den en kunt u normaal verder boren.
LET OP:
Op het moment dat een gat wordt geboord, of wanneer
het boorgat verstopt raakt met schilfertjes en metaaldeel-
tjes, of wanneer de machine op versterkingsstaven in
gewapend beton stoot, wordt er plotseling een enorme
wringingskracht op de machine/boor uitgeoefend.
Gebruik daarom altijd de zijhandgreep (hulphandgreep)
en houd de machine tijdens het gebruik stevig vast bij
zowel de zijhandgreep als de hoofdhandgreep. Indien u
dit verzuimt, kunt u de controle over de machine verlie-
zen en mogelijk zware verwondingen oplopen.
Invetten van de boor
Voordat u de boor aanbrengt, smeer een beetje vet (ca.
0,5 tot 1,0 gram) op de kop van de boorschacht.
Met een ingevette boorkop zal het gereedschap beter
werken en langer meegaan.
Boren in hout of metaal (Fig. 7)
Gebruik de los verkrijgbare boorkopmontage (bestaande
uit boorkop en boorkop-adapter). Om deze te monteren,
zie “Aanbrengen of verwijderen van de boor” op de
vorige pagina. U kunt nu boren tot een diameter van
maximaal 13 mm in metaal en een diameter van maxi-
maal 24 mm in hout.