23
6. De asdiameter van accessoires moet goed
passen in de klembus van het elektrisch
gereedschap. Accessoires met een asdiameter die
niet past binnen de montagedelen van het elektrisch
gereedschap zullen niet in evenwicht draaien,
buitensporig trillen en kunnen leiden tot verlies van
controle over het gereedschap.
7. Accessoires met een inzetspil moeten volledig in
de klembus of spantang worden gestoken. Als de
inzetspil niet stevig genoeg wordt vastgehouden en/
of het slijpwiel te ver uitsteekt, kan het accessoire
losraken en met hoge snelheid worden
weggeslingerd.
8. Gebruik nooit een beschadigd accessoire.
Inspecteer het accessoire vóór ieder gebruik,
bijvoorbeeld een slijpschijf op ontbrekende
schilfers en barsten. Nadat het elektrisch
gereedschap of het accessoire is gevallen,
inspecteert u het op schade of monteert u een
onbeschadigd accessoire. Na inspectie en
montage van een accessoire, zorgt u ervoor dat
u en omstanders niet in het rotatievlak van het
accessoire staan, en laat u het elektrisch
gereedschap draaien op het maximaal, onbelast
toerental gedurende één minuut. Beschadigde
accessoires breken normaal gesproken in stukken
gedurende deze testduur.
9. Draag beschermende kleding en dergelijke.
Afhankelijk van de toepassing gebruikt u een
gezichtsscherm, een beschermende bril of een
veiligheidsbril. Al naar gelang van toepassing
draagt u een stofmasker, gehoorbeschermers,
handschoenen en een werkschort die in staat
zijn kleine stukjes slijpsel of
werkstukfragmenten te weerstaan. Een afdoende
oogbescherming moet in staat zijn om tijdens het
werk rondvliegende spaanders of scherp gruis tegen
te houden. Het stofmasker of ademhalingsapparaat
moet alle vrijkomende deeltjes uit de lucht die u
inademt te filteren. Langdurige blootstelling aan hard
lawaai kan uw gehoor aantasten.
10. Houd omstanders op veilige afstand tijdens het
gebruik van elektrisch gereedschap. Iedereen
die uw werkterrein betreedt, moet beschermende
kleding dragen. Er zouden splinters van uw
werkstuk of van een afgebroken accessoire kunnen
rondvliegen, met kans op verwondingen, ook buiten
uw onmiddellijke werkomgeving.
11. Houd elektrisch gereedschap uitsluitend vast
aan het geïsoleerde oppervlak van de
handgrepen wanneer u werkt op plaatsen waar
het slijpaccessoire met verborgen bedrading of
zijn eigen snoer in aanraking kan komen. Als
een draad die onder stroom staat wordt ingesneden,
kunnen de metalen delen van het gereedschap ook
onder stroom komen te staan en kunt u een
gevaarlijke schok krijgen.
12. Houd het gereedschap altijd stevig in de
hand(en) tijdens het opstarten. Het reactiekoppel
van de motor bij het op volle toeren komen zou het
gereedschap uit uw handen kunnen wringen.
13. Gebruik zo mogelijk altijd een bankschroef of
klemmen om uw werkstuk vast te zetten. Houd
een klein werkstuk tijdens het werk nooit in één
hand met het gereedschap in de andere hand.
Als u een klein werkstuk vastklemt houdt u de
handen vrij om het gereedschap te bedienen. Ronde
werkstukken zoals paspennen, pijpen of buizen
hebben de neiging tijdens het doorsnijden weg te
rollen, waarbij het slijpwiel vast kan raken of naar u
toe kan springen.
14. Zorg dat het snoer uit de buurt blijft van het
draaiend werktuig. Als u de controle verliest over
het gereedschap, kan het snoer worden
doorgesneden of bekneld raken en kan uw hand of
arm tegen het ronddraaiende werktuig worden
aangetrokken.
15. Leg het gereedschap altijd pas neer nadat het
werktuig volledig tot stilstand is gekomen. Als
het werktuig nog draait, kan het de ondergrond
aangrijpen en het gereedschap uit uw handen
trekken.
16. Na het verwisselen van het slijpwiel of het
maken van afstellingen dient u te zorgen dat de
klembusmoer, spantang of andere montagedelen
weer stevig vast zitten. Loszittende montagedelen
kunnen onverwachts verschuiven, waardoor u de
controle over het gereedschap kunt verliezen en er
losgeraakte onderdelen kunnen worden
weggeslingerd.
17. Loop niet met het gereedschap terwijl het nog
draait. Als het ronddraaiende accessoire u per
ongeluk raakt, kan het verstrikt raken in uw kleding
waardoor het accessoire in uw lichaam wordt
getrokken.
18. Maak de ventilatieopeningen van het
gereedschap regelmatig schoon. De ventilator
van de motor zal het stof de behuizing in trekken, en
een grote opeenhoping van metaalslijpsel kan leiden
tot elektrisch gevaarlijke situaties.
19. Gebruik het gereedschap niet in de buurt van
licht ontvlambare materialen. Als er vonken
overspringen, zou er brand kunnen ontstaan.
20. Gebruik geen accessoires waarvoor koeling met
vloeistof vereist is. Het gebruik van water of een
andere koelvloeistof kan leiden tot een elektrische
schok, met gevaar voor elektrocutie.
Terugslag en aanverwante waarschuwingen
Terugslag is een plotselinge heftige reactie op een
bekneld of vastgelopen draaiend accessoire. Het knel
raken of vastlopen veroorzaakt een snelle stilstand van
het draaiende accessoire, wat op zijn beurt ertoe leidt dat
het elektrisch gereedschap zich ongecontroleerd
beweegt in de richting tegengesteld aan de draairichting
van het accessoire.
Bijvoorbeeld, als een slijpschijf bekneld raakt of vastloopt
in het werkstuk, kan de rand van de schijf die het
beknellingspunt ingaat, zich invreten in het oppervlak
van het materiaal waardoor de schijf eruit klimt of eruit
slaat. De schijf kan daarbij naar de gebruiker toe of weg
springen, afhankelijk van de draairichting van de schijf op
het beknellingspunt. Slijpschijven kunnen in dergelijke
situaties ook breken.
Terugslag is het gevolg van misbruik van het elektrisch
gereedschap en/of onjuiste gebruiksprocedures of
-omstandigheden, en kan worden voorkomen door
goede voorzorgsmaatregelen te treffen, zoals hieronder
vermeld.