40
los of vast om de klemkracht van de beschermkap-band
in te stellen.
Om de beschermkap te verwijderen, volgt u de procedure
in omgekeerde volgorde.
Een slijpschijf/multischijf met een
verzonken middengat (los verkrijgbaar)
aanbrengen of verwijderen
WAARSCHUWING:
• Gebruik altijd de bijgeleverde beschermkap wanneer u
met een slijpschijf/multischijf met een verzonken
middengat werkt. De schijf kan tijdens het gebruik
kapotslaan en de beschermkap helpt verwondingen
voorkomen. (zie afb. 12)
Breng de binnenflens aan op de as. Monteer de schijf op
de binnenflens en schroef de borgmoer op de as.
Om de borgmoer vast te draaien, drukt u de
asvergrendeling stevig in zodat de as niet kan draaien, en
gebruikt u vervolgens de borgmoersleutel om de
borgmoer stevig rechtsom vast te draaien. (zie afb. 13)
Om de schijf te verwijderen, volgt u de procedure in
omgekeerde volgorde.
BEDIENING
WAARSCHUWING:
• Het moet nooit nodig zijn om grote kracht uit te oefenen
op het gereedschap. Het gewicht van het gereedschap
zorgt al voor voldoende druk op het werkstuk. Grote
kracht en hoge druk uitoefenen kunnen ertoe leiden dat
de schijf breekt. Dit is zeer gevaarlijk.
• Vervang de schijf ALTIJD als het gereedschap tijdens
het slijpen is gevallen.
• Stoot of sla NOOIT met de slijpschijf tegen het
werkstuk.
• Voorkom dat de schijf over het werkstuk huppelt of
bekneld raakt tijdens het werken in hoeken, op scherpe
randen, enz. Hierdoor kunt u de controle over het
gereedschap verliezen of terugslag worden
veroorzaakt.
• Gebruik het gereedschap NOOIT met zaagbladen en
dergelijke. Als dergelijke zaagbladen op een
slijpmachine worden gebruikt, springen ze veelal
waardoor u de controle over het gereedschap verliest
en persoonlijk letsel kan ontstaan.
LET OP:
• Schakel na gebruik altijd het gereedschap uit en wacht
totdat de schijf volledig tot stilstand is gekomen
alvorens het gereedschap neer te leggen.
Gebruik als slijpmachine of
schuurmachine (zie afb. 14)
Houd het gereedschap ALTIJD stevig vast met een hand
aan de achterhandgreep en de andere hand aan de
zijhandgreep. Schakel het gereedschap in en breng
daarna de schijf in aanraking met het werkstuk.
In het algemeen geldt: houd de rand van de schijf onder
een hoek van ongeveer 15 graden op het oppervlak van
het werkstuk.
Tijdens de inloopperiode van een nieuwe schijf, mag u de
slijpmachine niet in de richting van pijl B gebruiken omdat
de schijf dan in het werkstuk zal snijden. Nadat de rand
van de schijf is afgerond door gebruik, kunt u de schijf in
de richting van zowel pijl A als B gebruiken.
Gebruik met doorslijpschijf (los
verkrijgbaar) (zie afb. 15)
WAARSCHUWING:
• Wanneer u een doorslijpschijf gebruikt, moet u altijd
een beschermkap gebruiken die speciaal ontworpen is
voor gebruik met doorslijpschijven.
• Gebruik NOOIT een doorslijpschijf om zijdelings mee
te slijpen.
• Laat de schijf niet vastlopen en oefen geen
buitensporige druk uit. Probeer niet een buitensporig
diepe snede te slijpen. Een te grote kracht op de schijf
verhoogt de belasting en de kans dat de schijf in de
snede verdraait of vastloopt, waardoor terugslag kan
optreden, de schijf kan breken of de motor oververhit
kan raken.
• Begin niet met doorslijpen terwijl de schijf al in het
werkstuk steekt.
Laat de schijf eerst de volle snelheid bereiken en breng
daarna de schijf voorzichtig in de snede door het
gereedschap naar voren over het werkstukoppervlak te
bewegen. Wanneer het elektrisch gereedschap wordt
gestart terwijl de schijf al in het werkstuk steekt, kan de
schijf vastlopen, omhoog lopen of terugslaan.
• Tijdens het doorslijpen mag u nooit de hoek van de
schijf veranderen. Door zijdelingse druk uit te oefenen
op de schijf (zoals bij schuren), zal de schijf barsten en
breken waardoor enstig persoonlijk letsel wordt
veroorzaakt.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en
de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u
een inspectie of onderhoud uitvoert.
Het gereedschap en de ventilatieopeningen moeten
schoon gehouden worden.
Maak de ventilatieopeningen van het gereedschap
regelmatig schoon of zodra de ventilatieopeningen
verstopt dreigen te raken. (zie afb. 16)
De koolborstels vervangen (zie afb. 17)
Verwijder en controleer de koolborstels regelmatig.
Vervang deze wanneer ze tot aan de slijtgrensmarkering
zijn afgesleten. Houd de koolborstels schoon en zorg
ervoor dat ze vrij kunnen bewegen in de houders.
Beide koolborstels dienen tegelijkertijd te worden
vervangen. Gebruik alleen identieke koolborstels.
Gebruik een schroevendraaier om de koolborsteldoppen
te verwijderen.
Haal de versleten koolborstels eruit, plaats de nieuwe
erin, en zet de koolborsteldoppen goed vast. (zie afb. 18)
Nadat de koolborstels vervangen zijn, steekt u de stekker
van het netsnoer in het stopcontact en laat u de
koolborstels inlopen door het gereedschap gedurende
10 minuten onbelast te laten draaien. Test vervolgens de
werking van de elektrische rem van het gereedschap door
de aan/uit-schakelaar los te laten. Als de elektrische rem
niet goed werkt, neemt u contact op met uw plaatselijke
Makita-servicecentrum voor reparatie. (Voor de modellen
GA5020 en GA6020)