17
Snelheidsregelaar (Fig. 2)
Alleen voor BO3711
LET OP:
• Als het gereedschap continu op lage snelheid wordt
gebruikt, zal de motor overbelast en oververhit raken.
• U kunt de snelheidsregelaar alleen tot aan het cijfer 5
draaien en terug naar 1. Forceer de snelheidsregelaar
niet voorbij de 5 of de 1 omdat de snelheidsregeling
daardoor onklaar raakt.
Door de snelheidsregelaar te verdraaien kunt u de snel-
heid van de cirkelzaag traploos instellen tussen 4 000 en
11 000 omwentelingen per minuut. Als u de snel-
heidsregelaar in de richting van stand 5 draait, wordt de
snelheid van het gereedschap hoger. Als u in de richting
van stand 1 draait, wordt de snelheid lager. Stel de snel-
heid van het gereedschap in aan de hand van de soort
werkzaamheden.
INEENZETTEN
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens enig
werk aan het gereedschap uit te voeren.
Het schuurpapier aanbrengen en verwijderen
Conventioneel schuurpapier met voorgeperforeerde
gaten (standaard toebehoren): (Fig. 3)
Houd de klemhendel (1 in de afbeelding) omlaag gedrukt
en schuif deze in de richting van het gereedschap (2 in
de afbeelding) zodat de schuurpapierklem wordt geo-
pend.
Steek het uiteinde van het schuurpapier tussen de
schuurpapierklem en de schuurzool, en lijn de gaten in
het schuurpapier uit met de gaten in de schuurzool. Zet
daarna de klemhendel terug in zijn oorspronkelijke stand
om het schuurpapier vast te klemmen.
Zet de andere schuurpapierklem open volgens dezelfde
procedure.
Trek aan het schuurpapier om de juiste spanning te ver-
krijgen, steek het andere uiteinde van het schuurpapier
tussen de schuurpapierklem en de schuurzool, en zet de
klemhendel terug in zijn oorspronkelijke stand.
Om het schuurpapier te verwijderen, zet u de schuurpa-
pierklemmen open zoals hierboven beschreven.
Conventioneel schuurpapier zonder voorgeper-
foreerde gaten (verkrijgbaar in de handel): (Fig. 4)
Houd de klemhendel (1) omlaag gedrukt en schuif deze
in de richting van het gereedschap (2) zodat de schuur-
papierklem wordt geopend.
Steek het uiteinde van het schuurpapier tussen de
schuurpapierklem en de schuurzool, en lijn de rand van
het schuurpapier uit met de zijkant van de schuurzool.
Zet daarna de klemhendel terug in zijn oorspronkelijke
stand om het schuurpapier vast te klemmen.
Zet de andere schuurpapierklem open volgens dezelfde
procedure.
Trek aan het schuurpapier om de juiste spanning te ver-
krijgen, steek het andere uiteinde van het schuurpapier
tussen de schuurpapierklem en de schuurzool, en zet de
klemhendel terug in zijn oorspronkelijke stand.
Plaats de perforeerplaat (los verkrijgbaar) zodanig op het
schuurpapier dat de geleider van de perforeerplaat
samenvalt met de zijkanten van de schuurzool. Druk ver-
volgens op de perforeerplaat om gaten in het schuurpa-
pier te maken.
Om het schuurpapier te verwijderen, zet u de schuurpa-
pierklemmen open zoals hierboven beschreven.
Klittenbandschuurpapier met voorgeperforeerde
gaten (los verkrijgbaar): (Fig. 5, 6 en 7)
LET OP:
• Gebruik altijd klittenbandschuurpapier. Gebruik nooit
drukgevoelig schuurpapier.
Verwijder de schuurzool voor conventioneel schuurpapier
met behulp van een schroevendraaier vanaf het gereed-
schap. Monteer de schuurzool voor klittenbandschuurpa-
pier (los verkrijgbaar) op het gereedschap. Draai de
schroeven goed vast om de stevig schuurzool te bevesti-
gen.
Verwijder al het vuil en alle vreemde voorwerpen vanaf
de schuurzool. Breng het schuurpapier aan op de
schuurzool en lijn daarbij de gaten in het schuurpapier uit
met de gaten in de schuurzool.
LET OP:
• Bij het verwijderen van de schuurzool kan de O-ring
losraken van het gereedschap. Als dit gebeurt, plaatst
u de O-ring terug op zijn oorspronkelijke plaats en
monteert u de schuurzool.
Stofzak (los verkrijgbaar) (Fig. 8)
Bevestig de stofzak op de stofuitwerpmond. De stofuit-
werpmond is taps. Bij het bevestigen van de stofzak,
duwt u deze met kracht zo ver mogelijk op de stofuitwer-
pmond om te voorkomen dat deze tijdens gebruik los
raakt.
Voor de beste resultaten leegt u de stofzak wanneer
deze ongeveer halfvol is. Tik bij het legen voorzichtig
tegen de stofzak om zo veel mogelijk stof eruit te verwij-
deren.
Een filter (los verkrijgbaar) aanbrengen (Fig. 9 en
10)
Zorg ervoor dat het logo op het kartonnen uitsteeksel en
het logo op de stofvanger aan dezelfde kant zitten, en
breng daarna de filter aan door het kartonnen uitsteeksel
in de gleuf van iedere bevestigingslip te plaatsen.
Zorg ervoor dat het logo op het kartonnen uitsteeksel en
het logo op de stofafzuigaansluitmond aan dezelfde kant
zitten, en breng de stofafzuigaansluitmond aan op de
stofvanger.
De stofvanger met filter verwijderen (Fig. 11 en 12)
Verwijder de stofafzuigaansluitmond door de twee ver-
grendelingen in te drukken.
Verwijder de filter door eerst het kartonnen uitsteeksel
aan de kant met het logo in te drukken, en daarna het
kartonnen uitsteeksel omlaag te trekken uit de bevesti-
gingslip van de stofvanger.