43
zaagt of wanneer het zaagblad tijdens het zagen niet
zichtbaar is.
Hulpmiddelen
Duwstokken, duwblokken of een extra hulpgeleider zijn
voorbeelden van hulpmiddelen. Gebruik ze om veilig
zuivere zaagsneden te maken zonder dat de bedienaar
met enig deel van zijn lichaam in aanraking komt met het
zaagblad.
Duwblok (zie afb. 34)
Gebruik een stuk multiplex van 19 mm dik.
De handgreep moet in het midden van het stuk multiplex
zitten. Bevestig met lijm en houtschroeven zoals
afgebeeld. Het kleine stuk hout (9,5 mm x 8 mm x 50 mm)
moet altijd aan het triplex gelijmd worden om te
voorkomen dat het zaagblad stomp wordt als de bediener
per ongeluk in het duwblok zaagt. (Gebruik nooit spijkers
in het duwblok.)
Extra hulpgeleider (zie afb. 35)
Maak een hulpgeleider van stukken multiplex van 9,5 mm
en 19 mm dik.
Houten beschermstuk (breedtegeleider) (zie afb. 36).
Een houten beschermstuk wordt aangebracht op de
breedtegeleider en wordt toegepast voor
zaagwerkzaamheden waarbij het zaagblad dicht bij de
breedtegeleider komt. Het houten beschermstuk van de
breedtegeleider moet even groot zijn als de
breedtegeleider. Zorg ervoor dat de onderzijde van het
beschermstuk vlak op het tafeloppervlak rust.
Schulpen
LET OP:
• Voor schulpen moet de verstekgeleider vanaf de
tafelcirkelzaag worden verwijderd.
• Wanneer u lange of brede werkstukken zaagt, moet u
altijd achter de tafelcirkelzaag een geschikte steun
plaatsen. Zorg ervoor dat een lange plank NIET op de
tafelblad kan bewegen of schuiven. Hierdoor kan het
zaagblad vastgeklemd raken en de mogelijkheid op
terugslag en persoonlijk letsel vergroten. De steun
moet even hoog zijn als het tafelblad.
1. Stel de zaagdiepte iets groter in dan de dikte van het
werkstuk (zie afb. 37).
2. Plaats de breedtegeleider op de gewenste breedte
van de schulp en klem deze stevig op zijn plaats door
de handgreep te kantelen. Zorg voordat u gaat
schulpzagen, dat het achterste einde van de
breedtegeleider goed vastgezet is. Als deze niet vast
genoeg zit moet u de aanwijzingen in het hoofdstuk
“De breedtegeleider monteren en afstellen” opvolgen.
3. Schakel het gereedschap in en voer het werkstuk
langzaam langs de hulpgeleider aan.
(1) Bij een schulpbreedte groter dan 150 mm, gebruikt
u voorzichtig uw rechterhand om het werkstuk in te
voeren. Gebruik uw linkerhand om het werkstuk
op zijn plaats tegen de breedtegeleider te houden
)zie afb. 38).
(2) Bij een schulpbreedte groter dan 65 mm, gebruikt
u voorzichtig uw rechterhand om het werkstuk in te
voeren.
(3) Bij een schulpbreedte kleiner dan 65 mm kan de
duwstok niet gebruikt worden omdat de duwstok
dan in aanraking komt met het zaagblad. Gebruik
een hulpgeleider en een duwblok. Bevestig de
hulpgeleider aan de schulpgeleider met twee
lijmtangen (zie afb. 40).
Voer het werkstuk met de hand in totdat het
eindstuk circa 25 mm verwijderd is van de
voorzijde van het tafelblad. Ga door met het
invoeren met behulp van een duwblok op de
hulpgeleider totdat de zaagsnede voltooid is (zie
afb. 41).
Afkorten
LET OP:
• Voor afkorten moet de breedtegeleider vanaf de
tafelcirkelzaag worden verwijderd.
• Wanneer u lange of brede werkstukken zaagt, moet u
altijd aan beide zijkanten van de tafelcirkelzaag een
geschikte steun plaatsen. De steun moet even hoog
zijn als het tafelblad.
• Houd handen altijd weg van de zaaglijn van het
zaagblad.
Verstekgeleider (zie afb. 42)
Gebruik de verstekgeleider bij de 4 manieren van zagen,
zoals weergegeven in de afbeelding.
LET OP:
• Zet de knop op de verstekgeleider stevig vast.
• Voorkom, door goede klemvoorzieningen, dat het
werkstuk en de aanslag kan wegkruipen, in het
bijzonder bij het zagen onder een hoek.
• U mag NOOIT het deel van het werkstuk dat u wilt
afzagen vasthouden of beetpakken.
• Stel de afstand tussen de verstekgeleider en de
zaagtafel altijd zodanig in dat deze niet groter is dan 15
mm.
Aanslagen van de verstekgeleider (zie afb. 43)
Om de verstekhoeken snel in te kunnen stellen is het
gereedschap voorzien van aanslagen bij linker- en
rechterverstekhoeken van 90° en 45°.
Draai de knop op de verstekgeleider los en stel in op de
gewenste hoek.
Breng het plaatje op de verstekgeleider omhoog voor het
instellen van elke andere verstekhoek. Zwenk de
verstekgeleider in de gewenste verstekhoek. Breng het
plaatje op de verstekgeleider in de oorspronkelijke positie
terug en draai de knop rechtsom stevig vast.
Gebruik van de verstekgeleider (zie afb. 44)
Schuif de verstekgeleider in de brede groeven van het
tafelblad. Draai de knop op de geleider los en stel in op de
gewenste hoek (0° tot 60°). Plaats de achterzijde van het
werkstuk vlak tegen de geleider en beweeg dit langzaam
naar voren in de richting van het zaagblad.
Extra houten hulpgeleider (voor
verstekgeleider) (zie afb. 45)
Om te voorkomen dat een lange plank gaat slingeren,
moet u een extra houten hulpgeleider aan de
verstekgeleider bevestigen. Bevestig deze met bouten en
moeren door vooraf geboorde gaten zonder dat ze uit het
hout steken.