Nederlands Gebruiksaanwijzing
66
Gebruikstijden
Neem de geldende voorschriften
met betrekking tot de gebruikstijden
in acht (vraag deze indien nodig na
bij de verantwoordelijke instantie).
Voor elk gebruik
Aanwijzing
De motor is in de fabriek reeds met
olie gevuld. Controleer het oliepeil en
voeg indien nodig olie toe.
Controleer:
n alle veiligheidsvoorzieningen,
n Het oliepeil van de motor
(zie motorhandboek resp.
gedeelte "Onderhoud"),
n de transmissieolie (zie onder),
n de inhoud van de tank (zie onder),
n de bandendruk,
n Zijplaten en omgeving van
luchtfilter op vervuiling en
maairesten,
n het maaimechanisme op vuil en
maairesten,
n de luchtfiltertoestand (zie het
gedeelte „Onderhoud").
Controleer de inhoud van de tank:
n Open de tank en vul indien nodig
diesel-brandstof bij (zie voor het
soort brandstof het handboek van
de motor).
n Verwijder eventueel gemorste
brandstofresten.
Controleer de transmissieolie:
Afbeelding 15
Als de motor uitgeschakeld is,
moet de olie in het kijkglas (a)
zichtbaar zijn.
Giet indien nodig olie in de
olievulopening (b) (gebruik alleen
„Special Drive System Oil“).
n Reinig de omgeving van de
olievulschroef.
n Verwijder de schroef.
n Voeg olie toe tot het in het kijkglas
zichtbaar wordt.
Niet overvol vullen!
n Draai de weer schroef in.
Tap het condensaat uit het
dieselfilter af (zie gedeelte
„Onderhoud").
Instellingen voor het rijden
n Plaats de zitmaaier op een vlakke
en stabiele ondergrond.
n Vergrendel de vastzetrem.
n Voer de werkzaamheden uit
terwijl de motor stilstaat.
n Trek de sleutel uit het contactslot.
Stoel van de chauffeur
instellen
U kunt de hoogte, lengte en
hardheid van de chauffeursstoel
verstellen.
Lengte verstellen
Afbeelding 12 a
n Neem plaats op de stoel van de
chauffeur.
n Trek de hendel (1) naar buiten en
breng de stoel in de gewenste
stand.
n Laat de hendel los en laat de stoel
vastklikken door deze licht vooruit
of achteruit te bewegen.
Hoogte verstellen
Afbeelding 12 a
n Stoel hoger instellen:
Draai de knop (2) met de wijzers
van de klok mee.
n Stoel lager instellen:
Draai de knop (2) tegen de wijzers
van de klok in.
Hardheid van stoel instellen
Afbeelding 12 b
n Draai de hendel (3) naar voren
zodat deze bij het draaien niet
tegen de stoel stoot.
n Stoel harder instellen:
Draai de hendel met de wijzers
van de klok mee.
n Stoel zachter instellen:
Draai de hendel tegen de wijzers
van de klok in.
n Draai de hendel terug.
Veiligheidsriem instellen
Afbeelding 13
Aanwijzing
Als de veiligheidsriem te lang of te
kort is om te worden ingesteld door
aan de bovenste riem te trekken,
dient u de stand van de verstelclip te
veranderen. Pak hiervoor de verstel-
clip vast en trek de onderste riem
door de clip.
Beweeg de clip naar de verankering
aan de stoel om de riem in te korten
naar de gesp om de riem te
verlengen.
Stel de definitieve lengte van de riem
in met de instelclip, de slotpen en de
bovenste riem in de rechterhelft
van de riem.
n Als u de riem wilt verlengen,
houdt u de uiteinden van de
instelclip (a) vast en kantelt u de
zijde van de clip naar de slotpen
omhoog.
n Houd de clip vast en trek de
bovenste riem door de clip naar
de slotpen (b).
n Houd de riem vast en trek de
slotpen naar links om doorhangen
van de bovenste riem tussen
instelclip en slotpen te
voorkomen.
n Als u de riem in wilt korten, kantelt
u de andere zijde van de clip
omhoog, trekt u het vrije uiteinde
van de riem naar rechts en trekt
u vervolgens de slotpen naar links
om doorhangen te voorkomen.
Tanken en
oliepeilcontroleren
Aanwijzing
De motor moet in de fabriek met olie
gevuld zijn – controleren en indien
nodig bijvullen.
n Tank diesel.
n Vul de brandstoftank tot
maximaal 2,5 cm onder de rand
van de vulopening.
n Sluit de brandstoftank goed af.
n Controleer het oliepeil.
Het oliepeil moet tussen
de markeringen "Full/Max."
en "Add/Min." liggen (zie ook
de gebruiksaanwijzing van de
motor).
Koelwaterpeil controleren
Afbeelding 14
Het koelwaterpeil moet zich tussen
de markeringen MIN en MAX op de
vereffeningstank bevinden.
Indien nodig bijvullen (zie gedeelte
"Onderhoud").