Het is verboden de kachel aan te schakelen met
open deur of beschadigde glasruit.
De kachel niet aanraken met natte handen want het
gaat hier over een elektrisch toestel. De voedingskabel
altijd uittrekken voordat u tussenkomt op de kachel.
Voordat u zelfs een minimum aan reiniging of onderhoud
uitvoert, de elektrische stroom van de kachel afsluiten
door de hoofdschakelaar aan de achterzijde van de
kachel in te drukken of door de elektrische kabel, die
hem voedt, uit te trekken.
De kachel moet elektrisch op een installatie met een goed
werkende aardleiding zijn aangesloten
De installatie moet afmetingen hebben afhankelijk van
het aangegeven elektrische vermogen van de kachel.
Een incorrecte installatie of een slecht onderhoud (niet
conform met de voorschriften van deze handleiding)
kunnen schade toebrengen aan personen, dieren of
dingen. In dit geval wijst MCZ alle burgerlijke of
strafrechtelijke aansprakelijkheid af.
1.2. AANBEVELINGEN VOOR DE WERKING
De kachel uitschakelen in geval van storing of van
slechte werking
De pellets nooit met de hand in de verbrandingspot
gooien.
De niet-verbrande houtkorrels, die zich hebben
verzameld in de verbrandingspot als gevolg van een
aantal “niet-geslaagde aanschakelpogingen”, moeten
worden verwijderd voordat een nieuwe poging tot
aanschakelen wordt ondernomen.
De binnenzijde van de kachel niet reinigen met water.
De kachel niet reinigen met water. Het water kan in de
kachel sijpelen, de elektrische isolatie-elementen
beschadigen, en hierdoor elektrische schokken
veroorzaken.
De huid niet langdurig blootstellen aan de warme lucht.
De ruimte waarin u verblijft niet overhitten, noch de
ruimte waarin de kachel is geïnstalleerd. Dit kan uw
fysische toestand wijzigen of gezondheidsproblemen
veroorzaken.
Noch planten noch dieren rechtstreeks blootstellen aan
de warmeluchtstroom. Dit kan schadelijke uitwerkingen
hebben op de planten en de dieren.
Geen verschillende types van houtkorrels in het
brandstofreservoir plaatsen.
De kachel in een geschikte ruimte installeren, waarin
brandbestrijdingsinrichtingen zijn voorzien, en die is
uitgerust met alle aansluitingen op de verschillende
verzorgingsnetten (lucht en elektriciteit) en op de
rookgasuitlaatinrichtingen.
In geval van brand van het schoorsteenkanaal, de kachel
uitschakelen en nooit de deur openen.
De kachel en zijn keramische bekleding plaatsen op een
droge plek, beschut tegen slechte