694197
53
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/60
Pagina verder
HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE EN GEBRUIK NL
Instructies in de oorspronkelijke taal
HERMETISCH GESLOTEN PELLETKACHEL
MAGGIE - 2016
II
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE ......................................................................................................II
INLEIDING ..................................................................................................................1
1WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN ....................................................2
2INSTALLATIE ............................................................................................................8
3SCHETSEN EN TECHNISCHE KENMERKEN..................................................................17
4UITPAKKEN ...........................................................................................................19
5DEMONTAGE VAN DE BEKLEDING ............................................................................21
6PELLET LADEN .......................................................................................................25
7ELEKTRISCHE AANSLUITING ...................................................................................26
8EERSTE INSCHAKELING ..........................................................................................27
9BEDIENINGSPANEEL ..............................................................................................29
10TREFWOORDEN VAN HET MENU EN WERKING ........................................................30
11BEVEILIGINGEN ...................................................................................................38
12ALARMEN ............................................................................................................39
13AANBEVELINGEN VOOR EEN VEILIG GEBRUIK ......................................................... 44
14REINIGINGEN ......................................................................................................45
15DEFECTEN/OORZAKEN/OPLOSSINGEN....................................................................53
16ELEKTRONISCHE KAART........................................................................................56
1
INLEIDING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
Geachte Klant,
onze producten zijn ontworpen en gebouwd in overeenstemming met de Europese referentienormen voor bouwproducten (EN13240
houtkachels, EN14785 pellettoestellen, EN13229 haarden/inbouwelementen om hout te branden, EN 12815 keukentoestellen die hout
branden), met materialen van hoogwaardige kwaliteit en een grondiger ervaring in de transformatieprocessen. Verder beantwoorden de
producten aan de essentiële voorschriften van de richtlijn 2006/95/EG (laagspanning) en van de richtlijn 2004/108/EG (elektromagnetische
compatibiliteit).
Wij raden u aan om de instructies in deze handleiding aandachtig te lezen om de beste prestaties te kunnen verkrijgen.
Deze handleiding voor installatie en gebruik maakt integraal deel uit van het product: zorg ervoor dat die altijd bij het toestel zit, ook
wanneer het toestel aan een andere eigenaar wordt overgedragen. Indien de handleiding zoek raakt, kunt u een kopie aanvragen bij de
plaatselijke technische dienst of deze rechtstreeks downloaden via de website van het bedrijf.
Alle plaatselijke voorschriften, met inbegrip van de regels die verwijzen naar de nationale en Europese normen, moeten worden nageleefd
op het moment van de installatie van het toestel.
In Italië geldt voor installaties van systemen op biomassa van minder dan 35 kW het Ministerieel Decreet 37/08; elke gekwaliceerde
installateur die aan de vereisten voldoet moet het certicaat van conformiteit van het geïnstalleerde systeem overhandigen. (met
systeem wordt kachel + schoorsteen + luchtinlaat bedoeld).
REVISIES VAN DE PUBLICATIE
De inhoud van deze handleiding is van strikt technische aard en eigendom van MCZ Group Spa.
Geen enkel deel van deze handleiding mag geheel of gedeeltelijk in een andere taal worden vertaald en/of aangepast en/of gereproduceerd
in een andere vorm en/of via mechanische of elektronische weg, via fotokopiëren, opnames of op enige andere wijze zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van MCZ Group Spa.
Het bedrijf behoudt zich het recht voor om op elk willekeurig ogenblik eventuele wijzigingen aan het product aan te brengen zonder
kennisgeving vooraf. De onderneming die eigenaar is, beschermt zijn rechten krachtens de wet.
ZORG VOOR DE HANDLEIDING EN HOE DEZE TE RAADPLEGEN
• Draag zorg voor deze handleiding en bewaar deze op een plaats die gemakkelijk en snel toegankelijk is.
• Indien deze handleiding zoek raakt of vernietigd is, moet u een kopie bij uw verkoper of rechtstreeks bij de erkende dienst voor
technische assistentie aanvragen. U kunt deze kopie ook downloaden via de website van het bedrijf.
• Vet gedrukte tekst vraagt grote aandacht van de lezer.
• Cursief gedrukte tekst wordt gebruikt om uw aandacht te vestigen op andere paragrafen van deze handleiding of voor eventuele
aanvullende verduidelijkingen.
• De “Opmerking” biedt de lezer extra informatie over het onderwerp.
GEBRUIKTE SYMBOLEN IN DE HANDLEIDING
AANDACHT:
lees het bericht waarnaar wordt verwezen aandachtig en zorg dat u het begrijpt, omdat het niet naleven
van de voorschriften ernstige schade aan het product kan veroorzaken en de veiligheid van de
gebruiker van het product in gevaar brengt.
INFORMATIE:
het niet naleven van de voorschriften benadeelt het gebruik van het product.
OPERATIONELE SEQUENTIES:
sequentie van knoppen die ingedrukt moeten worden om het menu te bereiken of om instellingen uit te voeren.
HANDLEIDING
raadpleeg deze handleiding of de bijbehorende instructies met aandacht.
2
1-WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN
WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID
• De installatie, de elektrische aansluiting, de controle van de werking
en het onderhoud mogen uitsluitend door gekwaliceerd, bevoegd
personeel uitgevoerd worden.
• Installeer het product volgens de plaatselijke en nationale wetten en
de normen die plaatselijk, regionaal of nationaal van kracht zijn.
• Gebruik uitsluitend de brandstof die door de fabrikant wordt aangeraden. Het
product mag niet als verbrander gebruikt worden.
• Het is absoluut verboden om alcohol, benzine, vloeibare brandstoen voor
lantaarns, diesel, bio-ethanol, vloeistoen voor het aansteken van houtskool
of gelijkaardige vloeistoen te gebruiken om bij deze toestellen de vlam aan te
steken/aan te wakkeren. Houd deze vloeistoen ver uit de buurt van het toestel
wanneer het in werking is.
• Plaats geen andere brandstof dan houten pellets in de voorraadbak.
• Voor een correct gebruik van het product en van de elektronische apparatuur die
hierop is aangesloten, en om ongevallen te vermijden, moeten de aanwijzingen
in deze handleiding steeds gerespecteerd worden.
• Het toestel mag gebruikt worden door kinderen vanaf 8 jaar en
door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of mentale
capaciteiten, of zonder ervaring of de nodige kennis, mits zij onder
toezicht staan of nadat ze instructies hebben gekregen betreende
het veilige gebruik van het toestel en het begrip van de gevaren die
inherent aan het toestel zijn. Kinderen mogen niet met het toestel
spelen. De reiniging en het onderhoud dat door de gebruiker moet
worden uitgevoerd, mag niet door kinderen zonder toezicht worden
uitgevoerd.
• Vooraleer handelingen uit te voeren, moet de gebruiker of eenieder die met het
product gaat werken de volledige inhoud van deze handleiding voor installatie
en gebruik gelezen en begrepen hebben. Fouten of slechte instellingen kunnen
gevaarlijke situaties en/of een onregelmatige werking veroorzaken.
• Gebruik het product niet als trap of steunstructuur.
3
1-WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
• Laat geen wasgoed op het product drogen. Eventuele droogrekken of dergelijke
moeten op voldoende afstand van het product geplaatst worden. Brandgevaar.
• Alle verantwoording voor oneigenlijk gebruik van het product is volledig ten
laste van de gebruiker. De producent kan hiervoor niet civiel of strafrechtelijk
aansprakelijk gesteld worden.
• Het op ongeacht welke wijze onklaar maken van het product, of de niet
geautoriseerde vervanging met niet-originele onderdelen van het product, kan
gevaarlijk zijn voor de veiligheid van de gebruiker. Het bedrijf kan hiervoor niet
civiel of strafrechtelijk aansprakelijk gesteld worden.
• Het merendeel van de oppervlakken van het toestel wordt zeer heet
(deur, handgreep, ruit, afvoerleidingen voor rookgassen, enz.). Raak
deze delen dus niet aan zonder gepaste beschermende kledij of
beschermingsmiddelen, zoals thermische handschoenen of systemen
type “cold hand”.
• Het is verboden om het product in werking te stellen als de deur open
staat of het glas stuk is.
• Wanneer het toestel niet wordt gebruikt, moeten alle deuren/luiken/
afdekkingen voorzien op het toestel dicht blijven.
• Het product moet elektrisch aangesloten worden op een installatie die voorzien
is van een doeltreend aardsysteem.
• Schakel het product uit in geval van een defect of een slechte werking.
• De opeenhoping van onverbrande pellets in de brander moet na elke melding
geen ontsteking verwijderd worden voordat een nieuwe inschakeling wordt
uitgevoerd. Controleer of de brander schoon is en goed is aangebracht vooraleer
opnieuw aan te zetten.
• Reinig het product niet met water. Het water zou de unit kunnen binnendringen
en de elektrische isolaties kunnen beschadigen, zodat elektrische schokken
kunnen veroorzaakt worden.
• Blijf niet lange tijd voor het in werking zijnde product staan. Verwarm het
vertrek waar u verblijft en waar het product gemonteerd is niet te intensief.
Dit kan uw fysieke conditie aantasten en gezondheidsproblemen veroorzaken.
• Installeer het product in vertrekken waar geen brandgevaar bestaat en die
4
1-WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN
met alle nutsvoorzieningen, zoals lucht- en stroomtoevoer, zijn uitgerust en
voorzien zijn van rookafvoersystemen.
• In geval van schoorsteenbrand schakel het apparaat dan uit, sluit het af van het
net en open nooit het deurtje. Bel vervolgens de bevoegde instanties.
• De opslag van het product en van de bekleding moet plaatsvinden in een ruimte
zonder vochtigheid die bescherming tegen de weersomstandigheden biedt.
• Het wordt aangeraden om de steunpootjes op de vloer, waarop de romp van het
product rust, niet te verwijderen om een gepaste isolatie te garanderen, vooral
wanneer de vloer uit brandbaar materiaal bestaat.
• In geval van een defect van het aanmaaksysteem dient u het aansteken niet te
forceren met gebruik van ontvlambaar materiaal.
• Het buitengewone onderhoud mag uitsluitend uitgevoerd worden door
gekwaliceerd en geautoriseerd personeel.
• Beoordeel de statische situatie van de vloer waarop het gewicht van het product
komt te rusten en zorg voor passende isolatie als de vloer van ontvlambaar
materiaal is (bijv. hout, vloerbedekking, plastic).
• Elektrische onderdelen onder spanning: u mag het product pas voeden nadat
de assemblage is voltooid.
• U moet het toestel van de 230V voeding loskoppelen vooraleer
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
• Er kunnen gevaarlijke situaties ontstaan indien het toestel verkeerd wordt
gebruikt of als het onderhoud van het product niet correct wordt uitgevoerd.
• Het is verboden om de brandstof handmatig in de vuurpot te laden.
Er kunnen gevaarlijke situaties ontstaan indien u deze waarschuwing
niet in acht neemt.
• Het is noodzakelijk om altijd eerst ophopingen van onverbrande
pellets weg te nemen uit de vuurpot, ten gevolge van geen ontsteking,
het reservoir dat leeg is of alle andere situaties die deze conditie doen
ontstaan, vooraleer het product opnieuw wordt ingeschakeld.
5
1-WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
INFORMATIE:
Wend u voor ongeacht welk probleem tot de verkoper of tot door het bedrijf geautoriseerd en gekwaliceerd personeel.
• Gebruik uitsluitend de brandstof die door de fabrikant is aangegeven.
• Bij de eerste inschakeling is het normaal dat het product rook afgeeft te wijten aan de eerste verhitting van de lak. Zorg er dus voor
dat het lokaal waarin het toestel is geïnstalleerd goed verlucht is.
• Controleer en reinig regelmatig de rookafvoerleidingen (aansluiting op de schoorsteen).
• Het product is geen kookfornuis.
• Houd het deksel van de voorraadbak van de brandstof altijd gesloten.
• Bewaar deze handleiding voor installatie en gebruik zorgvuldig tijdens de volledige levensduur van het product. In geval van
verkoop of overdracht aan een andere gebruiker moet deze handleiding altijd bij het toestel blijven.
GEBRUIKSBESTEMMING
Het product werkt uitsluitend op houten pellets en moet binnenshuis geïnstalleerd worden.
CONTROLES PRESTATIES PRODUCT.
Al onze producten zijn onderworpen aan TESTS ITT door een erkend laboratorium (systeem 3) en in overeenstemming met de Richtlijn
(EU) nummer 305/2011 “Bouwproducten”, volgens de norm EN 14785:2006 (pellets), en de “Machinerichtlijn EN 303-5 (ketels).
Bij tests voor een eventueel marktonderzoek of voor inspecties vanwege derde instanties, moet men rekening houden met de volgende
voorschriften:
• om de verklaarde prestaties te verkrijgen, moet het product vooraf een werkingscyclus van minstens 15/20 uren uitvoeren.
• gebruik de matige trek van de verbrandingsgassen bepaald in de tabel “technische kenmerken van het product“.
• de typologie van pellets moet in overeenstemming zijn met de geldende norm EN ISO 17225-2.
• de aanbreng van brandstof kan variëren volgens de lengte en het warmtevermogen van de brandstof en daarom kan het nodig zijn
een aantal regelingen uit te voeren om het uurverbruik te respecteren bepaald in de tabel “technische kenmerken van het product.
Gebruik makend van pellets met kenmerk A1 garandeert men een warmtevermogen binnen bepaalde grenzen zoals tijdens de tests,
maar de afmetingen hebben een beduidende invloed op de prestaties. Daarom mogen de pellets niet kleiner zijn dan 24 mm en een
diameter hebben van minstens 6 mm.
• in geval van houtproducten, controleer de correcte residuele vochtigheidsgraad van de brandstof, die niet minder dan 12% en niet
meer dan 20% mag bedragen. Bij een hoger vochtgehalte zijn verschillende afstellingen nodig van de brandstoucht, door de
regeling van de verbrandingslucht, zodat het mengsel primaire en secundaire lucht gewijzigd wordt.
• men moet de correcte werking nagaan van de inrichtingen die een invloed kunnen hebben op de prestaties (vb. luchtventilatoren of
elektrische beveiligingen) in het geval van schade door verplaatsing.
• de maximale prestaties worden verkregen bij een maximaal vermogen van de vlam en ventilatie.
• hou u streng aan de belangrijke punten voorzien in de norm relatief aan de emissies en temperaturen.
6
1-WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN
GARANTIEVOORWAARDEN
Het bedrijf geeft garantie op het product, met uitzondering van de elementen onderhevig aan normale slijtage (vermeld op de
volgende pagina), gedurende 2 (twee) jaar vanaf de datum van aankoop, wat wordt aangetoond door:
• een bewijsdocument (factuur en/of scale kwitantie) met daarop de naam van de verkoper en de datum waarop de verkoop
plaatsvond;
• de verzending van het garantiecerticaat, ingevuld binnen 8 dagen na de aankoop.
Opdat de garantie verder zou geldig worden en eectief zijn, mag de installatie volgens de regels van de kunst en de inwerkingstelling
van het toestel uitsluitend door gekwaliceerd personeel worden uitgevoerd, dat in de voorziene gevallen aan de gebruiker een
gelijkvormigheidsattest van de installatie en verklaring van goede werking van het toestel moet overhandigen.
Wij raden aan om de werkingstest van het toestel uit te voeren vooraleer de voltooiing met de desbetreende afwerkingen (bekledingen,
kleurafwerking van de wanden, enz.) te doen, wanneer die voorzien zijn.
Installaties die niet overeenkomen met de geldende normen doen de garantie van het product vervallen, evenals oneigenlijk gebruik en
het niet uitvoeren van het onderhoud zoals door de fabrikant voorzien.
De garantie is van kracht op voorwaarde dat de aanwijzingen en waarschuwingen worden nageleefd in de handleiding voor gebruik en
onderhoud dat bij het toestel zit, zodat een zo correct mogelijk gebruik mogelijk is.
De vervanging van het hele toestel of de reparatie van een van zijn onderdelen zorgen niet voor verlenging van de garantie, die
ongewijzigd blijft.
Met garantie wordt de gratis vervanging of reparatie bedoeld van delen die als defect worden erkend als gevolg van
fabricatiefouten.
Om zich op de garantie te kunnen beroepen wanneer er zich een defect voordoet, moet de eigenaar het garantiecerticaat bewaren en dit
samen met het aankoopbewijs aan de technische dienst voor assistentie voorleggen.
UITSLUITINGEN
Alle slechte werkingen en/of schade aan het toestel die aan de volgende oorzaken te wijten zijn, zijn van deze garantie uitgesloten:
• Schade veroorzaakt door transport en/of verplaatsing
• alle delen die defect blijken door verwaarlozing of onachtzaamheid tijdens het gebruik, door foutief onderhoud, door een installatie
die niet conform is met wat door de fabrikant is aangegeven (raadpleeg altijd de handleiding voor installatie en gebruik die bij het
toestel zit)
• foutieve dimensionering in verhouding tot het gebruik of defecten tijdens de installatie of het niet toepassen van de nodige
maatregelen om een uitvoering volgens de regels van de kunst te verzekeren.
• onjuiste oververhitting van het toestel, namelijk door gebruik van brandstoen die niet conform zijn met het type en met de
hoeveelheden aangegeven in de meegeleverde instructies
• andere schade veroorzaakt door foutieve interventies van de gebruiker wanneer die probeert om het oorspronkelijke defect zelf op
te lossen
• verergering van de schade veroorzaakt door het toestel verder te gebruiken nadat het defect zich voordeed
• eventuele corrosie, aanslag of breuken veroorzaakt door zwerfstroom, condens, agressiviteit of zuurheid van het water, onjuist
uitgevoerde aanslagwerende behandelingen, watertekort, bezinksel van modder of kalkaanslag
• ineciëntie van de schoorstenen, rookgaskanalen of delen van de installatie waarvan het toestel afhangt
• schade toegebracht door het openbreken van het toestel, weersinvloeden, natuurrampen, vandalisme, elektrische schokken, brand,
defecten aan de elektrische en/of hydraulische installatie.
• Wanneer het jaarlijkse onderhoud van de kachel door een erkende technicus of door gekwaliceerd personeel niet wordt uitgevoerd,
verliest u de garantie.
Bovendien is het volgende van deze garantie uitgesloten:
• onderdelen onderhevig aan normale slijtage, zoals pakkingen, ruiten, bekledingen en roosters in gietijzer, gelakten verchroomde of
vergulde onderdelen, de handgrepen en elektrische kabels, lampen, verlichte controlelampjes, draaiknoppen en alle delen van de
vuurhaard die weggenomen kunnen worden.
• De kleurwijzigingen van de gelakte delen en de delen van keramiek/serpentijn, alsook barstjes in de keramiek, omdat dit natuurlijke
kenmerken van het materiaal en van het gebruik van het product zijn.
• metselwerk
• onderdelen van de installatie (indien aanwezig) die niet door de fabrikant zijn geleverd
7
1-WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
Eventuele technische interventies op het toestel om voornoemde defecten en daaruit voortvloeiende schade weg te nemen, moeten
bijgevolg met de technische dienst voor assistentie worden overeengekomen. Deze dienst behoudt zich het recht voor om de betreende
opdracht al of niet te aanvaarden en de opdracht wordt in ieder geval niet in garantie uitgevoerd, maar wel als technische assistentie
geleverd onder eventuele speciek overeengekomen voorwaarden en volgens de tarieven die van kracht zijn voor de uit te voeren werken.
Bovendien worden de kosten nodig om foutieve technische interventies uitgevoerd door de gebruiker te corrigeren, om forceringen te
herstellen of alle andere schadelijke factoren die niet te herleiden zijn tot oorspronkelijke defecten, ten laste van de gebruiker zijn.
Met uitzondering van de beperkingen die door de wetten of reglementeringen worden opgelegd, blijft verder iedere garantie uitgesloten
voor atmosferische en akoestische vervuiling.
Het bedrijf kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade die, rechtstreeks of onrechtstreeks, te wijten is aan
personen, dieren of voorwerpen als gevolg van het niet respecteren van alle voorschriften die aangeduid worden in deze
handleiding, en vooral diegene betreende de installatie, het gebruik en het onderhoud van het toestel.
RESERVEONDERDELEN
Indien het product niet naar behoren werkt, dient u zich te wenden tot de verkoper, die ervoor zal instaan om de oproep naar de technische
assistentiedienst door te spelen.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. De verkoper of het assistentiecentrum kan u alle nuttige informatie over de
reserveonderdelen verstrekken.
Er wordt geadviseerd niet te wachten tot de componenten door het gebruik versleten geraakt zijn, alvorens ze te vervangen. Het is nuttig
om periodieke onderhoudscontroles uit te voeren.
Het bedrijf wijst alle verantwoordelijkheid af indien het product of andere accessoires oneigenlijk worden gebruikt
of zonder toestemming werden gewijzigd.
Voor iedere vervanging dienen uitsluitend originele reserveonderdelen gebruikt te worden.
AANWIJZINGEN VOOR DE CORRECTE VERWIJDERING VAN HET PRODUCT.
Het slopen en de verwijdering van het product is enkel en alleen voor rekening en op verantwoordelijkheid van de eigenaar, die moet
handelen in naleving van de geldende wetten in zijn land wat betreft veiligheid, naleven van de milieuvoorschriften en milieubescherming.
Op het einde van zijn nuttige levensduur mag het product niet samen met huishoudelijk afval worden verwijderd.
Het kan naar speciale centra voor gescheiden inzameling worden verstuurd die door de gemeentelijke overheidsdiensten worden
voorzien, ofwel naar de verkopers die deze service aanbieden.
Door het product op gedierentieerde wijze te verwijderen, kan men mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en voor de gezondheid
vermijden die voortvloeien uit een ongeschikte verwijdering, en kan men de materialen recupereren waaruit het product bestaat, om zo
een belangrijke energiebesparing en besparing op grondstoen te verkrijgen.
WAAROM HERMETISCH GESLOTEN
Dankzij een perfect hermetische structuur, verbruiken de producten geen zuurstof uit de kamer maar nemen alle lucht af van de omgeving
buiten (indien correct gekanaliseerd). Hierdoor kunnen ze in alle woningen geplaatst worden waar een hoge isolatiegraad vereist is, zoals
bij “passieve woningen” of woningen “met hoge energie-eciëntie”. Dankzij deze technologie bestaat er geen enkel risico dat er rook in
de kamer vrijkomt en is er geen vrije luchtinlaat nodig in de ruimte waar het toestel geïnstalleerd is, en dus ook geen verluchtingsroosters.
Bijgevolg zullen er geen koude luchtstromen meer in de kamer zijn, die de omgeving minder comfortabel maken en de totale eciëntie
van de installatie negatief beïnvloeden. De hermetische kachel kan ook geïnstalleerd worden wanneer geforceerde ventilatie aanwezig is
of in lokalen die in onderdruk kunnen komen ten opzichte van de buitenomgeving.
8
2-INSTALLATIE
De aanwijzingen in dit hoofdstuk verwijzen expliciet naar de Italiaanse installatienorm UNI 10683. Men moet
in ieder geval altijd de geldende normen respecteren die in het land van installatie van kracht zijn.
DE PELLETS
De pellets worden verkregen uit het vezeltrekproces van zaagsel tijdens de bewerking van natuurlijk gedroogd hout (zonder verf). De
compactheid van het materiaal wordt gegarandeerd door lignine dat zich in het hout zelf bevindt, waardoor de productie van pellets
zonder lijm of bindmiddelen kan verkregen worden.
Op de markt zijn verschillende types pellets verkrijgbaar, met kenmerken die variëren op basis van de gebruikte houtmengsels. De meest
gangbare diameter op de markt bedraagt 6 mm (er bestaat ook een diameter 8 mm), met een lengte die gemiddeld tussen 3 en 40 mm
ligt. Pellets zijn van goede kwaliteit als ze een densiteit van 600 tot meer dan 750 kg/m³ hebben, met een watergehalte tussen 5% en
8% van hun gewicht.
Pellets zijn een ecologische brandstof omdat ze de houtresten maximaal benutten, zodat een schonere brandstof wordt verkregen dan
die, die geproduceerd wordt met fossiele brandstoen. Pellets hebben eveneens technische voordelen.
Een goede houtsoort heeft een warmtevermogen van 4,4 kW/kg (15% vochtigheid, na een droogperiode van 18 maanden) terwijl pellets
een warmtevermogen rond 4,9 kW/kg hebben. Om een goede verbranding te garanderen, moeten de pellets bewaard worden in een
vochtvrije plaats en moeten ze beschermd worden tegen vuil. Pellets worden gewoonlijk geleverd in zakken van 15 kg, dus is de opslag
zeer praktisch.
Pellets van goede kwaliteit garanderen een correcte verbranding en beperken de schadelijke emissie in de atmosfeer.
Als de brandstof van slechte kwaliteit is, zullen de vuurpot en de verbrandingskamer eerder gereinigd moeten
worden.
De belangrijkste kwaliteitscerticaties voor pellets die op de Europese markt bestaan, garanderen dat de brandstof binnen klasse A1/
A2 valt volgens ISO 17225-2 (ex EN 14961). Enkele voorbeelden van deze certicaties zijn: ENPlus, DINplus, Ö-Norm M7135, deze
garanderen dat meer bepaald de volgende eigenschappen verzekerd zijn:
• warmtevermogen: 4,6 ÷ 5,3 kWh/kg.
• Watergehalte: ≤ 10% van het gewicht.
• Percentage assen: max 1,2% van het gewicht (A1 minder dan 0,7%).
• Diameter: 6±1/8±1 mm.
• Lengte: 3÷40 mm.
• Inhoud: 100% onbehandeld hout, zonder toevoeging van bindmiddelen (schorspercentage max. 5%).
• Verpakking: in zakken bestaande uit ecologisch compatibel of biologisch afbreekbaar materiaal.
Het bedrijf raadt aan om voor haar producten gecerticeerde brandstof (ENPlus, DINplus, Ö-Norm M7135) te
gebruiken.
Het gebruik van slechte of niet-conforme pellets, volgens de eerder aangeduide informatie, schaadt de werking van
uw product en kan de garantie doen vervallen, evenals de aansprakelijkheid van het bedrijf.
ZAK BRANDSTOF VAN 15 KG
A
B
9
2-INSTALLATIE
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
VOORWOORD
De montagepositie moet worden gekozen in functie van de omgeving, van de uitlaat en van het rookkanaal. Controleer bij de plaatselijke
overheden of er beperkende normen zijn wat betreft de inlaat voor verbrandingslucht, het systeem voor afvoer van rookgassen, het
rookkanaal en de schoorsteenpot. De fabrikant wijst iedere verantwoordelijkheid af in geval van een installatie die niet conform is met de
geldende wetten, bij een onjuiste luchtverversing van de lokalen, bij een elektrische aansluiting die niet conform is met de normen en bij
oneigenlijk gebruik van het toestel. De installatie moet door een gekwaliceerde technicus worden uitgevoerd, hij moet aan de eigenaar
een verklaring van conformiteit van de installatie overhandigen en neemt de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de denitieve
installatie en daaruit volgend voor de goede werking van het product.
Meer bepaald dient men te controleren of:
• er een geschikte inlaat is voor de verbrandingslucht en een afvoer voor de rookgassen conform met het type geïnstalleerd product
• andere kachels of geïnstalleerde systemen de kamer waar het toestel is geïnstalleerd niet in onderdruk brengen (voor hermetische
toestellen afzonderlijk is maximaal 15 Pa onderdruk in de ruimte toegestaan)
• er geen terugkeer van rookgassen in het lokaal is wanneer het toestel aan staat
• de evacuatie van de rookgassen volledig veilig is uitgevoerd (afmetingen, hermetische afvoer van rookgassen, afstand tot brandbare
materialen ...).
Het is aanbevolen om bij de gegevens op het label van het rookkanaal de veiligheidsafstanden te controleren: deze
moeten worden nageleefd wanneer er brandbare materialen aanwezig zijn, evenals voor het te gebruiken type
isolatiemateriaal. Deze voorschriften moeten altijd strikt worden nageleefd om ernstige schade voor de gezondheid van
de personen en aantasting van de integriteit van de woning te vermijden. De installatie van het toestel moet een gemakkelijke
toegang verzekeren voor de schoonmaak van het toestel, van de leidingen voor afvoer van de rookgassen en van het rookkanaal. Het is
verboden de kachel te installeren in lokalen waar brandgevaar heerst. De installatie in monolokalen, slaapkamers en
badkamers is alleen toegelaten voor hermetische of gesloten toestellen voorzien van een geschikte kanalisering van de
verbrandingslucht rechtstreeks naar buiten. handhaaf altijd een geschikte afstand en bescherming om te vermijden dat
het product met water in contact komt.
Wanneer er meerdere toestellen geïnstalleerd zijn, moet men voor een aangepaste, voldoende luchtinlaat van buitenaf zorgen.
MINIMUMAFSTANDEN
Het is aanbevolen om de kachel los van eventuele muren en/of meubels te installeren, met een minimale luchtcirculatie om een eciënte
verluchting van het toestel en een goede verdeling van de warmte in de ruimte toe te laten. Respecteer de afstanden tot brandbare of
hittegevoelige voorwerpen (sofas, meubels, houten bekledingen, enz.) zoals in de specicaties hierna is aangegeven. De afstand vooraan
tot brandbare materialen moet minstens de waarde bedragen zoals vermeld in de tabel met de technische gegevens van het product.
Wanneer er bijzonder delicate voorwerpen aanwezig zijn, zoals meubelen, gordijnen of sofa’s, moet de afstand tot de kachel op passende
wijze worden vergroot.
Bij een houten vloer is het raadzaam een vloerbescherming te monteren in overeenstemming met de normen die
van kracht zijn in het land.
MAGGIE - 2016
Onbrandbare muren Brandbare muren
A = 5 cm
B = 5 cm
A = 12 cm
B = 20 cm
Als de vloer uit brandbaar materiaal bestaat, is het aanbevolen om een bescherming in onbrandbaar materiaal (staal, glas ...) te gebruiken;
zorg ervoor dat die ook het frontale gedeelte beschermt tegen eventueel vallende brandstofresten tijdens de schoonmaakwerkzaamheden.
Het toestel moet op een vloer met geschikt draagvermogen worden geïnstalleerd.
Als de bestaande constructie niet aan deze vereiste voldoet, moet men passende maatregelen treen (bijvoorbeeld een plaat leggen om
de belasting van het gewicht te verdelen).
min.3,5 metri
AT
(A)
AP
(B)
10
2-INSTALLATIE
VOORWOORD
Dit hoofdstuk Rookkanaal werd opgesteld volgens de voorschriften van de Europese normen (EN13384 - EN1443 - EN1856 - EN1457).
Het biedt enkele aanwijzingen over de goede, correcte uitvoering van het rookkanaal, maar mag in geen geval worden beschouwd als
vervanging voor de geldende normen, die de gekwaliceerde fabrikant in zijn bezit moet hebben. Controleer bij de plaatselijke overheden
op er beperkende normen zijn wat betreft de inlaat voor verbrandingslucht, het systeem voor afvoer van rookgassen, het rookkanaal en
de schoorsteenpot.
Het bedrijf wijst iedere verantwoordelijkheid af voor de slechte werking van de ketel indien dit te wijten is aan het gebruik van een
rookkanaal met onjuiste afmetingen dat niet aan de geldende normen voldoet.
ROOKKANAAL
Het rookkanaal of de schoorsteen speelt een grote rol voor de goede werking van een verwarmingstoestel op vaste brandstof met
geforceerde trek. Gezien de moderne verwarmingstoestellen een hoog rendement hebben met koudere rookgassen en bijgevolg minder
trek, is het van wezenlijk belang dat het rookkanaal volgens de regels van de kunst is gebouwd en altijd in perfect eciënte staat wordt
gehouden. Een rookkanaal dat dient voor een toestel op pellets/hout moet minstens categorie T400 zijn (of hoger als het toestel dit
vereist) en bestand tegen schoorsteenbrand wanneer het roet in het kanaal vuur vat. De afvoer van rookgassen dient te gebeuren via een
afzonderlijk rookkanaal met geïsoleerde metalen buizen (A) of in een bestaand rookkanaal dat conform is met het voorziene gebruik (B).
Een eenvoudige afbakening in cement moet voldoende omsloten worden. Voorzie voor beide oplossingen een inspectiedop (AT) en/of
inspectiedeurtje (AP) - FIG.1.
Het is verboden om meerdere toestellen op hout/pellet (*) of van een ander type aan te sluiten (ontluchtingskappen ... ) op hetzelfde
rookkanaal.
(*) tenzij er nationale uitzonderingen zijn (bijv. in Duitsland), die in passende omstandigheden de installatie van meer dan één apparaat
in dezelfde schoorsteen toelaten; hoe dan ook moeten de product-/installatie-eisen, die beoogd worden door de betreende normen/
wetgeving die in dat land van kracht zijn, strikt in acht genomen worden
AFBEELDING 1 - ROOKKANAAL
A
B
C
D
E
A
B
C
D
15°
E
F
A
B
C
D
E
30°
F
11
2-INSTALLATIE
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
A = 0,50 meter
B = AFSTAND > 2 meter
C = AFSTAND < 2 meter
D = O,50 meter
E = TECHNISCH VOLUME
A = MIN. 1,00 meter
B = AFSTAND > 1,85 meter
C = AFSTAND < 1,85 meter
D = O,50 meter BOVEN DE
DAKNOK
E = O,50 meter
F = REFLUXZONE
A = MIN. 1,30 meter
B = AFSTAND > 1,50 meter
C = AFSTAND < 1,50 meter
D = O,50 meter BOVEN DE
DAKNOK
E = O,80 meter
F = REFLUXZONE
AFBEELDING 2
AFBEELDING 3
AFBEELDING 4
TECHNISCHE KENMERKEN
Laat de eciëntie van het rookkanaal door een erkende technicus controleren.
Het rookkanaal moet hermetisch zijn om de rookgassen te bevatten, met een verticaal verloop zonder vernauwingen, het moet
vervaardigd zijn in materiaal dat geen rookgassen of condens doorlaat, thermisch geïsoleerd en geschikt om na verloop van tijd tegen
normale mechanische belastingen bestand te blijven (het is aanbevolen om schoorstenen te gebruiken in A/316 of hittebestendig
materiaal met geïsoleerde dubbele wand en met een ronde doorsnede). Hij moet extern geïsoleerd zijn om condensfenomenen en het
eect van de afkoeling van de rookgassen te vermijden. Het moet op afstand blijven van brandbare of licht ontvlambare materialen,
met een luchttussenruimte of isolerende materialen omgeven: controleer de afstand aangegeven door de fabrikant van de schoorsteen
volgens de norm EN1443. De opening van de schoorsteen moet in hetzelfde lokaal zijn als het lokaal waar het toestel is geïnstalleerd of
hoogstens in het aangrenzende lokaal, onder de opening moet een ruimte zijn voor opvang van het roet en van condens, toegankelijk via
een hermetisch gesloten deurtje.
PLAT DAK
HELLEND DAK 15°
HELLEND DAK 30°
A
B
D
60°
E
C
F
A
B
C
D
E
45°
F
12
2-INSTALLATIE
DAK OP 60° DAK OP 45°
DIMENSIONERING
De onderdruk (trek) van een rookkanaal hangt ook af van zijn hoogte. Controleer de onderdruk met de aangegeven waarden in de
technische kenmerken. De minimale hoogte van de schoorsteen bedraagt 3,5 meter.
De binnendoorsnede van het rookkanaal mag rond zijn (dat is het beste), vierkant of rechthoekig (de verhouding tussen de binnenzijden
moet ≤1,5 zijn), met de verbonden zijden met een minimale straal van 20 mm. De afmeting van de doorsnede moet minimum
Ø100mm bedragen.
De doorsneden/lengtes van de schoorstenen vermeld in de tabel met technische gegevens zijn aanwijzingen voor een correcte installatie.
Eventuele alternatieve opstellingen moeten de juiste afmetingen hebben, volgens de algemene berekeningsmethode van de norm UNI
EN13384-1 of andere methoden met bewezen eciëntie.
Hierna volgen enkele voorbeelden van rookkanalen die op de markt verkrijgbaar zijn:
Schoorsteen in roestvrij staal
AISI 316 met dubbele kamer,
geïsoleerd met keramiekvezel
of soortgelijk product dat
bestand is tegen 400°C.
Schoorsteen in vuurvast
materiaal met dubbele
geïsoleerde kamer
en buitenvoering van
cementbeton, verlicht met
poreus materiaal zoals klei.
Traditionele schoorsteen
van klei met vierkante
doorsnede en lege isolerende
inzetstukken.
Vermijd schoorstenen
met een rechthoekige
binnendoorsnede waarvan de
verhouding tussen de lange
zijde en de korte zijde groter
is dan 1,5 (bijvoorbeeld 20x40
of 15x30)
UITSTEKEND GOED MIDDELMATIG SLECHT
A = MIN. 2,60 meter
B = AFSTAND > 1,20 meter
C = AFSTAND < 1,20 meter
D = O,50 meter BOVEN DE
DAKNOK
E = 2,10 meter
F = REFLUXZONE
A = MIN. 2,00 meter
B = AFSTAND > 1,30 meter
C = AFSTAND < 1,30 meter
D = O,50 meter BOVEN DE
DAKNOK
E = 1,50 meter
F = REFLUXZONE
AFBEELDING 5
AFBEELDING 6
1
9
9
2
3
4
5
6
7
8
9
13
2-INSTALLATIE
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
ONDERHOUD
Het rookkanaal moet altijd schoon zijn, omdat aanslag van roet of onverbrande oliën de doorsnede ervan verminderen, waardoor de trek
wordt geblokkeerd. Dit beïnvloedt de goede werking van de kachel en kan bij grote hoeveelheden zelfs voor brand zorgen. Het is verplicht
om het rookkanaal en de schoorsteenpot minstens één keer per jaar door een gekwaliceerde schoorsteenveger te laten reinigen en
controleren; na de controle/het onderhoud moet u een ondertekend verslag ontvangen waarop staat dat de installatie veilig is.
Wanneer u het toestel niet reinigt, komt de veiligheid van de installatie in gevaar.
SCHOORSTEENPOT
De schoorsteenpot is een bepalend element voor de goede werking van het verwarmingstoestel: een schoorsteenpot van het windwerende
type (A) is aanbevolen, zie afbeelding 7. De zone van de openingen voor de evacuatie van de rook moet minstens het dubbele zijn dan
de doorsnede van het rookkanaal/
ingekapselde systeem en afgestemd
zodat de afvoer van rookgassen is
verzekerd wanneer er wind is. Hij
moet beletten dat er regen, sneeuw
en eventuele dieren naar binnen
kunnen. De hoogte waarop de rook
in de lucht vrijkomt moet buiten de
reuxzone zijn die wordt veroorzaakt
door de vorm van het dak of door
eventuele obstakels die zich in de
buurt bevinden (zie afbeelding 2-3-
4-5-6).
SCHOORSTEENCOMPONENTEN
LEGENDE:
(1) SCHOORSTEENPOT
(2) UITSTROOMWEG
(3) ROOKGASSENBUIS
(4) THERMISCHE ISOLATIE
(5) EXTERNE WAND
(6) KOPPELING VAN DE SCHOORSTEEN
(7) ROOKKANAAL
(8) WARMTEGENERATOR
(9) INSPECTIEDEURTJE
AFBEELDING 7
AFBEELDING 8
A
B B
A
C
MIN.1,5 m MIN.1,5 m
MIN.1,5 m
MIN.0,3 m
14
2-INSTALLATIE
EXTERNE LUCHTINLAAT
Het is verplicht om een geschikte externe luchtinlaat te voorzien, zodat de nodige verbrandingslucht kan worden aangevoerd voor de
correcte werking van het toestel. De luchttoevoer van buiten naar het lokaal van de installatie kan rechtstreeks gebeuren, via een opening
op een buitenmuur van het lokaal (deze oplossing geniet de voorkeur, zie afbeelding 9 a), of onrechtstreeks, door afname van lucht
uit aangrenzende lokalen die permanent met het lokaal van de installatie in verbinding staan (zie afbeelding 9 b). Het aangrenzende
lokaal mag echter in geen geval een slaapkamer, autostalling, garage of in het algemeen een lokaal zijn waar er brandgevaar bestaat.
Tijdens de fase van de installatie moet men de minimale afstanden controleren die nodig zijn om lucht van buitenaf aan te voeren. Houd
rekening met de aanwezigheid van deuren en ramen, die een invloed kunnen hebben op de correcte aanvoer van lucht naar de kachel
(zie onderstaand schema).
De luchtinlaat moet een minimale totale netto oppervlakte van 80 cm2 hebben: deze oppervlakte moet proportioneel worden vergroot als
er in het lokaal andere actieve generatoren zijn (bijvoorbeeld: elektrische ventilator voor extractie van de vervuilde lucht, keukendampkap,
andere kachels, enz.), die voor onderdruk in de omgeving kunnen zorgen. Het is noodzakelijk om te laten controleren of de drukval
tussen de kamer en de buitenlucht niet meer dan 4 Pa bedraagt wanneer alle apparaten aan staan (ook voor Oyster-toestellen indien
de verbrandingslucht niet goed naar buiten gekanaliseerd is). Vergroot indien nodig de doorsnede van de ingang van de luchtinlaat, die
uitgevoerd moet worden op een hoogte nabij de vloer en altijd afgeschermd met een extern beschermrooster om vliegende dieren te
weren, en zodanig dat er geen voorwerpen de opening kunnen verstoppen.
Het is mogelijk om de lucht die nodig is voor de
verbranding rechtstreeks aan te sluiten op de
externe luchtinlaat, met een buis van minstens
Ø50mm die maximaal 3 meter lang in rechte lijn is;
ieder bocht van de buis moet worden beschouwd
als het equivalent van een rechtlijnige meter. Zie de
achterkant van de kachel voor de koppeling van de
buis.
Voor kachels geïnstalleerd in monolokalen,
slaapkamers en badkamers (waar dit is toegestaan),
is de aansluiting van de verbrandingslucht naar
buiten verplicht. Meer bepaald is het bij hermetische
kachels noodzakelijk dat deze aansluiting
hermetisch wordt uitgevoerd om het hermetische
karakter van het hele systeem niet te beïnvloeden.
AFBEELDING 9 A - RECHTSTREEKS VAN BUITEN
AFBEELDING 10
AFBEELDING 9 B - ONRECHTSTREEKS VIA AANPALEND LOKAAL
A=LUCHTINLAAT
B=TE VENTILEREN LOKAAL
C=VERGROTING VAN DE SPLEET ONDER DE DEUR
15
2-INSTALLATIE
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
AFSTAND (meter) De luchtinlaat moet op de volgende afstand zitten:
1,5 m ONDER Deuren, ramen, rookgasuitlaten, spouwmuren, ...
1,5 m HORIZONTAAL Deuren, ramen, rookgasuitlaten, spouwmuren, ...
0,3 m BOVEN Deuren, ramen, rookgasuitlaten, spouwmuren, ...
1,5 m VER VAN van de uitgang van de rookgassen
AANSLUITING OP HET ROOKKANAAL
De verbinding tussen het toestel en de rookafvoer moet worden uitgevoerd met een rookkanaal dat conform is met de norm EN 1856-2.
Het verbindingsstuk mag maximum 4 m in horizontale richting lang zijn, met een minimale helling van 3% en met maximaal 3 bochten
van 90°C (inspecteerbaar - de T-koppeling op de uitgang van het toestel mag niet worden meegerekend).
De diameter van het rookkanaal moet gelijk zijn of groter zijn dan de diameter van de uitgang van het toestel (Ø 80 mm).
TYPE INSTALLATIE ROOKKANAAL
Minimale verticale lengte 1,5 meter
Maximale lengte
(met 1 inspecteerbare bocht van 90°)
6,5 meter
Maximale lengte
(met 3 inspecteerbare bochten van 90°)
4,5 meter
Maximum aantal inspecteerbare bochten van 90° 3
Horizontale stukken
(minimale helling 3%)
4 meter
Gebruik kanalen met een diameter van 80mm of 100mm naargelang het type systeem, met silicone pakkingen of analoge
dichtingssystemen die bestand zijn tegen de bedrijfstemperatuur van het toestel (min. T200 klasse P1). Het is verboden om exibele
metalen leidingen, buizen in vezelcement of aluminium te gebruiken. Wij raden aan om altijd een T-koppeling te
gebruiken met een inspectiedop, zodat de buizen op regelmatige tijdstippen gemakkelijk kunnen worden gereinigd. Controleer altijd of
de inspectiedoppen na de reiniging met de bijhorende intacte pakking opnieuw hermetisch worden gesloten.
Het is verboden om op hetzelfde rookkanaal meerdere toestellen of de afvoer afkomstig van dampkappen aan te sluiten. De rechtstreekse
afvoer van de verbrandingsproducten via de muur naar zowel gesloten ruimten als in open lucht is verboden.
Het rookkanaal moet op minstens 400 mm afstand zitten van ontvlambare bouwelementen of van elementen die gevoelig zijn voor
warmte.
T
I
S
I
U
B
A
P
U
I
I
C
4
3
D
2
I
E
V
U
1
F
16
2-INSTALLATIE
VOORBEELDEN VAN EEN CORRECTE INSTALLATIE
1. Installatie rookkanaal Ø120mm met gat voor de
doorgang van de buis plus:
minimum 100mm rond de buis indien in contact met
niet-ontvlambare delen zoals cement, bakstenen, enz.;
of
minimum 300mm rond de buis (of zoals beschreven
volgens de gegevens van het label) indien in contact met
ontvlambare delen zoals hout enz.
In beide gevallen moet men tussen het rookkanaal en de
vloer een geschikt isolerend materiaal aanbrengen.
Het is aanbevolen om de gegevens van het label van
het rookkanaal te controleren en te respecteren, in het
bijzonder de veilige afstanden tot brandbare materialen.
De vorige regels gelden ook voor gaten die in de muur
worden gemaakt.
2. Oud rookkanaal, ingekapseld, minimum Ø100mm met
uitvoering van een extern deurtje om de schoorsteen te
kunnen reinigen.
3. Extern rookkanaal uitsluitend uitgevoerd met
geïsoleerde inox buizen, dit betekent dubbelwandig,
minimum Ø100mm: de buis moet goed aan de muur
verankerd zijn. Met windwerende schoorsteenpot. Zie
g.7 type A.
4. Systeem voor kanalisatie via T-koppelingen die een
gemakkelijke reiniging mogelijk maken zonder de buizen
te demonteren
AFBEELDING
11
U = ISOLERING
V = EVENTUELE REDUCTIE VAN 100 TOT 80 MM
I = INSPECTIEDOP
S = INSPECTIEDEURTJE
P = LUCHTINLAAT
T = T-KOPPELING MET INSPECTIEDOP
A = MINIMUM 40 MM
B = MAXIMUM 4 M
C = MINIMUM
D = MINIMUM 400 MM
E = DIAMETER OPENING
F = ZIE FIG.2-3-4-5-6
526
484
Ø60
Ø80
1112
Ø80
309
83
239
254
158
156
17
3-SCHETSEN EN TECHNISCHE KENMERKEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
TEKENINGEN EN KENMERKEN
AFMETINGEN MAGGIE-KACHEL - 2016
18
3-SCHETSEN EN TECHNISCHE KENMERKEN
TECHNISCHE KENMERKEN MAGGIE - 2016
Nominaal nuttig vermogen 10,0 kW (8600 kcal/u)
Minimaal nuttig vermogen 2,3 kW (1978 kcal/u)
Rendement bij Max. 90,4%
Rendement bij Min. 92,6%
Temperatuur rookgassen in uitgang bij Max. 212 °C
Temperatuur rookgassen in uitgang bij Min. 89 °C
Roetdeeltjes / OGC/ Nox (13%O
2
) 18 mg/Nm3 - 2 mg/Nm3 - 141 mg/Nm3
CO bij 13% O
2
op Min en op Max 0,003 – 0,043%
CO
2
bij Min. en bij Max. 6,4% - 14,8%
Aanbevolen trek bij Max. vermogen 0,10 mbar - 10 Pa***
Aanbevolen trek bij Min. vermogen 0,05 mbar - 5 Pa
Massa rookgassen 5,0 g/sec
Capaciteit voorraadbak 39 liter
Type pelletbrandstof Pellet diameter 6 mm met stukken van 3÷40 mm
Uurverbruik pellets Min ~ 0,5 kg/u* - Max ~ 2,3 kg/u*
Autonomie Bij min ~ 50 u* - Bij max ~ 11 u*
Verwarmbaar volume m
3
215/40 – 246/35 – 287/30 **
Luchtaanvoer voor verbranding Ø 50 mm
Rookgasuitgang Ø 80 mm
Luchtinlaat 80 cm
2
Nominaal elektrisch vermogen (EN 60335-1) 81 W (Max 380 W)
Voedingsspanning en -frequentie 230 Volt / 50 Hz
Nettogewicht 125 kg
Gewicht met verpakking 135 kg
Afstand tot brandbaar materiaal (achterkant, zijkant, onderkant) 120 mm / 200 mm / 0 mm
Afstand tot brandbaar materiaal (plafond/voorkant) 800 mm / 1000 mm
* Gegevens die afhankelijk van het type gebruikte pellets kunnen veranderen
** Verwarmbaar volume naargelang het gevraagde vermogen per m
3
(respectievelijk 40-35-30 Kcal/u per m
3
)
***Door de fabrikant aanbevolen waarde (niet bindend) voor een optimale werking van het product
Getest volgens EN 14785 in overeenstemming met de Europese reglementering voor bouwproducten (UE 305/2011)
v
S
S
S
S
v
v
v
19
4-UITPAKKEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
VOORBEREIDING EN UITPAKKEN
Verwijder alle delen waaruit de verpakking bestaat (piepschuim, hout, plastic). Alle verpakkingsmaterialen kunnen opnieuw worden
gebruikt voor gelijkaardige toepassingen of eventueel als afvalstoen worden verwijderd, assimileerbaar met vast huishoudelijk afval, in
naleving van de geldende normen. Na het verwijderen van de verpakking moet men controleren of het product intact is.
Het is aanbevolen om iedere verplaatsing met geschikte middelen uit te voeren, zorg hierbij dat de geldende normen inzake
veiligheid worden nageleefd. De verpakking niet omkantelen, wees zeer voorzichtig bij de onderdelen in majolica.
De kachel MAGGIE wordt in één enkele verpakking verzonden. Open de verpakking en verwijder de twee schroeven v die de beugels van
de kachel op de pallet bevestigen. Haal vervolgens de beugel S weg van het voetje van de kachel.
Plaats de ketel op de vooraf gekozen plek, let er daarbij op dat deze plek beantwoordt aan de voorziene vereisten.
De behuizing van de kachel of het monoblok moet steeds verticaal verplaatst worden, en uitsluitend met behulp van een wagentje. Let
vooral op dat de deur en de ruit goed beschermd worden tegen mechanische stoten die de intacte staat ervan zouden kunnen beïnvloeden.
De verplaatsing van de producten moet alleszins zeer voorzichtig uitgevoerd worden. Pak de kachel indien mogelijk uit nabij de zone waar
ze zal geïnstalleerd worden.
De verpakkingsmaterialen zijn niet giftig en niet schadelijk, bijgevolg vereisen ze geen speciale vuilverwerkingsprocessen.
S
H
J
J
20
4-UITPAKKEN
De opslag, de vuilverwerking of eventuele recycling moeten uitgevoerd worden door de eindgebruiker conform de wetten die op dat
gebied van kracht zijn. Het monoblok en de bekledingen mogen niet zonder de bijhorende verpakking opgeslagen worden.
Plaats de kachel en sluit aan op het rookkanaal. Regel de 4 pootjes (J) zodat de rookafvoer (S) en de buis (H) zich coaxiaal bevinden.
Als de kachel moet aangesloten worden op een afvoerleiding die de achterwand passeert (om het rookkanaal te bereiken), moet men
goed opletten dat de opening niet wordt geforceerd.
Als de rookafvoer van de kachel wordt geforceerd of oneigenlijk wordt gebruikt om ze op te tillen of om te
positioneren, zal de werking onherstelbaar beschadigd zijn.
1. DRAAI DE POOTJES IN WIJZERZIN OM DE KACHEL LAGER TE PLAATSEN
2. DRAAI DE POOTJES IN LINKSOM OM DE KACHEL HOGER TE PLAATSEN
x
y
B
B
A
A
k
21
5-DEMONTAGE VAN DE BEKLEDING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
DEMONTAGE ZIJBEKLEDING
Wanneer het nodig is om de ank weg te nemen, gaat men als volgt te werk:
• Verplaats de top A“ in gietijzer
• Verwijder de twee schroeven “k aan de bovenkant van de kachel
• Verhoog het paneel zodat de gaten “y“ uit de haken “x“ van de kachel komen
Ga op dezelfde manier te werk voor het andere paneel.
C
s
s
22
5-DEMONTAGE VAN DE BEKLEDING
DEMONTAGE ONDERSTE PANEEL
Na de zijpanelen B“ verwijderd te hebben, verwijder de vier schroeven s“ aan de zijkanten die het onderste paneel C“ vasthouden aan
de kachel.
D
t
t
23
5-DEMONTAGE VAN DE BEKLEDING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
DEMONTAGE BOVENSTE PANEEL
Na de zijpanelen B“ verwijderd te hebben, verwijder de vier schroeven t“ aan de zijkanten die het bovenste paneel D“ vasthouden aan
de kachel.
V
U
S
V
V
24
5-DEMONTAGE VAN DE BEKLEDING
Kanalisering Comfort air
De kachels Comfort Air hebben de mogelijkheid om de lucht naar andere kamers te kanaliseren, door extra buizen aan te sluiten op de
standaardens “S“ achteraan.
Indien u de lucht niet wenst te kanaliseren, kunt u de warme lucht aan de achterkant via deze luchtopening naar buiten laten komen,
zonder buizen te hoeven verwijderen.
Het mondstuk “V“ en het riembandje “U“ voor de bevestiging zitten in een plastic zakje in het reservoir van de kachel.
Opgepast! Het is verplicht de mondstukken met net “V“ (1 of 2 naargelang het type van apparatuur) te monteren op
de achterste uitgang “S“ omwille van de veiligheid en om te voorkomen dat de achterste wand rechtstreeks geraakt
wordt door de stroom warme lucht die kringen, zwartheid of, in geval van ontvlambare wanden, zelfs gevaarlijke
oververhitting kan veroorzaken.
Indien de kachel geplaatst wordt tegen een wand (zie afbeelding hieronder), moet het mondstuk van de warme
lucht “V“ naar de vrije kant gericht wordt.
Als deze regel niet gerespecteerd wordt, zal men de constructeur niet aansprakelijk kunnen stellen voor eventuele
schade aan voorwerpen en/of personen.
E
25
6-PELLET LADEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
PELLET LADEN
Het vullen met brandstof gebeurt aan de bovenzijde van de kachel door het luikje op te tillen.
Giet de pellets langzaam erin zodat ze helemaal naar de bodem van het reservoir zakken.
Indien u pellets gaat laden terwijl de kachel in werking is, moet u het deurtje van de voorraadbak openen met
behulp van de koude hand die bij de kachel is meegeleverd.
Bij het vullen moet men voorkomen dat de zak pellets in contact komt met warme oppervlakken.
Nooit het beschermrooster wegnemen dat in het reservoir zit.
Vul het reservoir uitsluitend met pellets als brandstof, die conform zijn met de eerder vermelde specicaties.
Sla de reservebrandstof op een voldoende veilige afstand op.
Giet de pellets niet rechtstreeks in de vuurpot, maar alleen in het reservoir.
Tijdens de werkingsfase en uitschakelingsfase zijn een groot deel van de oppervlakken van de kachel zeer heet (deur,
handgreep, glas, buizen van de rookuitgang, enz.). Vermijd om met deze delen in contact te komen.
PELLET LADEN
26
7-ELEKTRISCHE AANSLUITING
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Sluit de voedingskabel eerst aan de achterkant van de kachel aan, en daarna op een stopcontact in de muur.
De hoofdschakelaar op de zijkant moet alleen geactiveerd worden om de kachel in te schakelen; zo niet is het aanbevolen de schakelaar
uit te laten.
Wanneer de kachel niet wordt gebruikt, is het aanbevolen om de voedingskabel van de kachel los te koppelen.
STROOMVOORZIENING VAN DE KACHEL
Wanneer de voedingskabel aan de achterkant van het product is aangesloten, moet men de schakelaar aan de achterkant op de stand
(I) zetten.
De verlichte knop van de schakelaar zal oplichten.
De schakelaar achteraan de kachel dient om de spanning naar het systeem in te schakelen.
Aan de achterkant van de kachel is een zekeringhouder voorzien die zich nabij het stopcontact bevindt. Open de afdekking van de
zekeringenhouder met een schroevendraaier en vervang de zekeringen indien nodig (3,15 A vertraagd) - uit te voeren door een erkende,
gekwaliceerde technicus.
ELEKTRISCHE AANSLUITING VAN DE KACHEL
VOEDING KACHEL
ZEKERINGENKAST
SCHAKELAAR KACHEL
1
27
8-EERSTE INSCHAKELING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
AANBEVELINGEN VÓÓR DE INSCHAKELING
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
Verwijder alle voorwerpen die vlam kunnen vatten uit de vuurhaard van het product en van het glas (handleiding, diverse stickers en
eventueel piepschuim).
Controleer of de vuurpot correct geplaatst is en goed op de basis steunt.
De eerste inschakeling kan mislukken omdat de transportschroef leeg is en er niet altijd in slaagt de vuurpot tijdig
met de benodigde hoeveelheid pellets te vullen die voor de normale ontsteking van de vlam noodzakelijk is.
ANNULEER DE ALARMCONDITIE GEEN INSCHAKELING DOOR DE TOETS ON/OFF ENKELE OGENBLIKKEN INGEDRUKT TE
HOUDEN. VERWIJDER DE OVERGEBLEVEN PELLETS UIT DE VUURPOT EN HERHAAL DE INSCHAKELING.
UIT TE VOEREN INSTELLINGEN VOORALEER DE EERSTE INSCHAKELING UIT TE VOEREN
Wanneer de voedingskabel aan de achterkant van het product is aangesloten, moet men de schakelaar aan de achterkant op de stand (I)
zetten. Druk op toets 1 op het bedieningspaneel om de kachel aan of uit te zetten.
Op het schermpje verschijnt ON met een knipperende vlam. Wanneer de vlam ophoudt met knipperen, heeft de kachel de werkingsconditie
voor afgifte van vermogen bereikt.
De omgevingstemperatuur is in de fabriek op 20°C ingesteld, als u die wenst te wijzigen gaat u te werk zoals beschreven in het menu
afstellingen; ga analoog te werk om de temperatuur van het water van de verwarming en de snelheid van de omgevingsventilator (indien
voorzien) in te stellen. Zie de betreende paragraaf om een eventuele externe thermostaat in te stellen.
AFGIFTE VAN VERMOGEN
Na de fase van de inschakeling verschijnt op het schermpje de weergave ON met vaste vlam op niveau 3 . De volgende modulatie
van de vlam naar lagere of hogere vermogens wordt automatisch beheerd op basis van het bereiken van de ingestelde temperatuur.
(zie ook “WERKWIJZE” - “Set Vlam”)
28
8-EERSTE INSCHAKELING
Als er geen vlam verschijnt, ook al is er een regelmatige toevoer van pellets aanwezig, dan moet men controleren of de vuurpot correct
geplaatst is. Deze moet perfect in zijn zitting aansluiten en mag geen aanslag van asresten bevatten. Als tijdens deze controle
geen onregelmatigheden worden opgemerkt, betekent dit dat er een probleem met de onderdelen van het product kan zijn, of werd de
installatie niet correct uitgevoerd.
VERWIJDER DE PELLETS UIT DE VUURPOT EN VRAAG DE INTERVENTIE VAN EEN ERKEND TECHNICUS.
Controleer of er geen opgehoopte pellets en assen in de vuurpot zitten wegens het ontbreken van ontsteking. Als de
vuurpot niet voor het hervatten wordt gereinigd, riskeert u dat er opnieuw geen ontsteking optreedt en in sommige
gevallen bestaat zelfs ontplongsgevaar.
Garandeer een doeltreende ventilatie van het vertrek tijdens de eerste inschakeling omdat het product een beetje
rook en verfgeur kan verspreiden.
Blijf niet in de nabijheid van het product en, zoals gezegd, verlucht het vertrek. De verfgeur verdwijnt nadat het product ongeveer een uur
in werking is; wij herinneren eraan dat die niet schadelijk is voor de gezondheid.
Het product zal tijdens het aanmaken en afkoelen uitzetten en weer samentrekken. Er kan dus zacht gekraak te horen zijn.
Dit verschijnsel is absoluut normaal omdat de structuur van staallaminaat is. Het gaat dus niet om een defect.
PROBEER DE VERWARMINGSPRESTATIES NIET ONMIDDELLIJK UIT!!! HET PRODUCT HEEFT ENKELE UREN
TIJD NODIG OM INGEWERKT TE WORDEN.
Het is zeer belangrijk dat het product niet onmiddellijk oververhit wordt maar geleidelijk op temperatuur gebracht wordt door
aanvankelijk de lage vermogens te gebruiken.
Op deze manier wordt schade aan de lasnaden en de stalen structuur vermeden.
Raak het product niet aan tijdens de eerste inschakeling omdat de lak tijdens deze fase hard wordt. Door de verf aan
te raken, kan het stalen oppervlak opnieuw te voorschijn komen.
Werk de lak indien nodig bij met behulp van een lakspuitbuis met de gewenste kleur.
7
2 3 4
61 5
29
9-BEDIENINGSPANEEL
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
LEGENDE
1. Inschakeling / Uitschakeling van de kachel
2. Het programmeringsmenu aopend doorlopen.
3. Menu
4. Het programmeringsmenu oplopend doorlopen.
5. Verlaging conguratie temperatuur / programmeringsfuncties.
6. Verhoging conguratie temperatuur /
programmeringsfuncties.
7. Display.
30
10-TREFWOORDEN VAN HET MENU EN WERKING
HOOFDMENU
Hier heeft men toegang door op toets 3 (menu) te drukken. De trefwoorden die men kan openen zijn:
• Datum en uur
• Timer
• Sleep (alleen als de ketel aan staat)
• Instellingen
• Info
Instelling datum en uur
Om de datum en het uur in te stellen:
• Op de toets “menu drukken.
• “Datum en uur” selecteren.
• Bevestigen door op “menu te drukken
• Met de pijltjes doorlopen en de variabelen die men wil wijzigen één voor één selecteren: Dag, Uur, Min, Dagnr., Maand, Jaar.
• Selecteer “menu” om te bevestigen.
• Wijzigen met de toetsen + - .
• Ten slotte op “menu drukken om te bevestigen en esc om te verlaten.
INSTELLING GEPROGRAMMEERDE MODUS (TIMER) - Hoofdmenu
De instelling van de dag en van het huidige uur is fundamenteel voor de correcte werking van de timer.
Er zijn zes TIMER-programma’s die ingesteld kunnen worden, voor elk daarvan kan de gebruiker het uur van inschakeling, uitschakeling en
de dagen van de week bepalen waarop het programma actief is.
Wanneer een of meerdere programmas actief zijn, geeft het paneel afwisselend de status van de ketel en TIMER “n weer, waarbij “n het
nummer is met betrekking tot de timerprogramma’s, onderling gescheiden door een streepje
Voorbeeld:
TIMER 1 Timerprogramma 1 actief.
TIMER 1-4 Timerprogrammas 1 en 4 actief.
TIMER 1-2-3-4-5-6 Timerprogrammas allemaal actief.
VOORBEELD VAN PROGRAMMERING
Terwijl de ketel aan of uit staat:
• ga naar het MENU,
• doorloop met de pijltjes <> tot aan het trefwoord TIMER,
• druk op de toets “menu
• het systeem stelt “P1” voor (druk op de toetsen <> voor de volgende timers P2, P3, P4, P5, P6)
• druk op de toets “Menu” om “P1” te activeren
• druk op + - en selecteer “ON”
• bevestig met de toets “Menu
Nu wordt 00:00 als tijdstip voor het starten voorgesteld, stel met de toets + - het starttijdstip in en druk op “menu” om te bevestigen.
In de volgende stap wordt het tijdstip voor uitschakelen voorgesteld met als voorstel 10 minuten na het tijdstip voor de inschakeling: stel
met de toets +het tijdstip voor uitschakelen in en bevestig met de toets menu”.
Vervolgens worden de dagen van de week voorgesteld waar de zojuist ingestelde timer al of niet moet worden geactiveerd. Geef met de
toets - of + met witte achtergrond de dag aan waarop men de timer wil activeren en bevestig met de toets “menu. Wanneer geen enkele
dag van de week als actief wordt bevestigd, zal het timerprogramma op zijn beurt in het statusscherm niet actief zijn.
Ga verder met de programmering van de volgende dagen of druk op “ESC om te verlaten. Herhaal de procedure om de andere timers te
programmeren.
31
10-TREFWOORDEN VAN HET MENU EN WERKING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
VOORBEELDEN VAN PROGRAMMERING
P1 P2
on o day on o day
08:00 12:00 mon 11:00 14:00 mon
Kachel aan van 08u00 tot 14u00
P1 P2
on o day on o day
08:00 11:00 mon 11:00 14:00 mon
Kachel aan van 08u00 tot 14u00
P1 P2
on o day on o day
17:00 24:00 mon 00:00 06:00 tue
Kachel aan van 17u00 op maandag tot 06u00 op dinsdag
OPMERKINGEN I.V.M. DE WERKING VAN DE TIMER
• Het starten met de timer gebeurt altijd met de laatste temperatuur en ventilatie ingesteld (of met de defaultinstellingen 20°C en V3
wanneer deze nooit werden gewijzigd).
• Het uur van inschakeling loopt van 00:00 tot 23:50 u
• Wanneer het tijdstip voor uitschakeling nog niet in het geheugen is opgeslagen, wordt het uur van inschakeling + 10 minuten
voorgesteld.
• Als een timerprogramma de kachel om 24u00 op een bepaalde dag uitschakelt en een ander programma zet de ketel de volgende
dag om 00u00 aan, dan zal de kachel aan blijven.
• Als een programma een inschakeling en uitschakeling voorstelt op een tijdstip begrepen binnen een ander timerprogramma: indien
de ketel al aan is zal de start geen enkel eect hebben, terwijl OFF ervoor zal zorgen dat de kachel wordt uitgeschakeld.
• Wanneer u terwijl de kachel aan staat en de timer actief is op de toets OFF drukt, gaat de kachel over naar uitschakelen, de kachel zal
automatisch weer inschakelen op het volgende tijdstip dat door de timer is voorzien.
• Wanneer u terwijl de kachel uit staat en de timer actief is op de toets ON drukt, gaat de kachel over naar inschakelen, de kachel zal
automatisch uitschakelen op het tijdstip dat door de timer is voorzien.
SLEEP-FUNCTIE (hoofdmenu)
De sleep wordt alleen geactiveerd als de kachel aan staat en zorgt dat u snel een tijdstip kunt instellen waarop het toestel moet
uitschakelen.
Handel als volgt om de Sleep in te stellen:
• Ga naar MENU
• Doorloop met de pijltjes <> tot aan het trefwoord SLEEP
• Druk op Menu
• Met de toetsen +- regelt men het gewenste uur van de uitschakeling.
Het paneel stelt een tijdstip voor uitschakeling voor dat 10 minuten na het huidige uur ligt, regelbaar met toets 6 tot aan de volgende dag
(dit betekent dat men de uitschakeling tot 23 uur en 50 minuten kan uitstellen).
Als de functie SLEEP actief is terwijl de TIMER actief is, heeft sleep voorrang, waardoor de kachel niet uitgaat op het tijdstip dat door de
timer is voorzien maar wel op het tijdstip dat door de sleep is voorzien, zelfs als dit later is dan de voorziene uitschakeling door de timer.
P5 P1
32
10-TREFWOORDEN VAN HET MENU EN WERKING
WERKWIJZEN
MENU AFSTELLINGEN
De instellingen in het menu Afstellingen” bepalen de werkwijze van de kachel.
Ga als volgt te werk om naar het menu afstellingen te gaan:
• Druk op de toetsen + -
• Doorloop met de pijltjes < > en selecteer “Set T Omg. of “Set T Ventilatie” of “Set Vlam”
• Druk op “menu om de gekozen optie te openen.
• Wijzig met de toetsen + -.
• Op “menu” drukken om te bevestigen en esc” om te verlaten.
Set T Amb - deze functie maakt het mogelijk de gewenste temperatuur van het vertrek in te stellen waar de kachel is geplaatst, van
een minimum van 5°C tot een maximum van 35°C. Wanneer deze conditie wordt bereikt, wordt de kachel in de staat van het minimum
verbruik gesteld (vlam en snelheid warme luchtventilator aan het minimum, raadpleeg de volgende punten), en zal daarna de ingestelde
waarden weer bereiken wanneer de omgevingstemperatuur onder de ingestelde waarde daalt.
N.B.: Het punt rechts van de gemeten omgevingstemperatuur op het display van het bedieningspaneel geeft een halve graad aan (vb.
23.° komt overeen met 23.5°C).
Set Vent - met deze functie kunt u de gewenste snelheid selecteren voor de ventilator van de omgeving, van 1 tot 5.
Set Vlam - met deze functie kunt u het vlamvermogen instellen, van minimum 1 tot maximum 5. De vermogensniveaus komen overeen
met een andere waarde voor brandstofverbruik: wanneer u 5 instelt, wordt de omgeving zo snel mogelijk verwarmd, wanneer u 1 instelt,
kunt u de omgevingstemperatuur langer constant houden. De set vlam wordt automatisch op minimum ingesteld wanneer de waarde
van de ingestelde temperatuur is voldaan.
WEERGAVE WANNEER DE KACHEL AAN IS
als alle balkjes vol zijn, is de kachel op vlam vermogen 5/
als slechts één balkje vol is, is de kachel op vlamvermogen 1
als de balkjes knipperen, is er een automatische reiniging in uitvoering
33
10-TREFWOORDEN VAN HET MENU EN WERKING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
MENU INSTELLINGEN
Met het menu INSTELLINGEN kunt u de werkwijzen van de kachel gaan aanpassen:
a. Taal.
b. Reiniging (enkel weergegeven als de kachel uit staat).
c. Toevoerschroef laden (enkel weergegeven als de kachel uit staat).
d. Tonen.
e. Externe thermostaat (activering).
f. Auto Eco (activering).
g. T Uitsch.-Eco (default 10 minuten).
h. Recept pellet.
i. Var. % rpm rookgassen
j. Test componenten (enkel weergegeven als de kachel uit staat).
k. Functie schoorsteenveger” (enkel activeerbaar als de kachel aan staat, voor controle van de uitstoot ter plaatse).
l. Technisch menu.
a - Taal
Om de taal te selecteren, gaat men als volgt te werk:
• Op de toets “menu drukken.
• Met de pijltjes doorlopen en “Instellingen” selecteren
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de pijltjes doorlopen en “Taal” selecteren.
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de toetsen + - de gewenste taal selecteren (IT/EN/DE/FR/ES/NL/PL/DK/SLO)
• Op “menu” drukken om te bevestigen en esc” om te verlaten.
b - Reiniging
Om “Reiniging” te selecteren (enkel als de kachel uit staat) gaat u als volgt te werk:
• Op de toets “menu drukken.
• Met de pijltjes doorlopen en “Instellingen” selecteren
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de pijltjes doorlopen en “Reiniging” selecteren.
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de toetsen + - “On” selecteren.
• Druk op esc om te verlaten
c - Toevoerschroef laden
Om “Toevoerschroef laden te selecteren (alleen als de kachel uit staat) gaat u als volgt te werk:
• Op de toets “menu drukken.
• Met de pijltjes doorlopen en “Instellingen” selecteren
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de pijltjes doorlopen en “Toevoerschroef laden” selecteren.
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de toets + het laden van de toevoerschroef Activeren.
• Druk op esc om te verlaten
34
10-TREFWOORDEN VAN HET MENU EN WERKING
d - Tonen
Deze functie is default gedeactiveerd, om te activeren gaat men als volgt te werk:
• Op de toets “menu drukken.
• Met de pijltjes doorlopen en “Instellingen” selecteren
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de pijltjes doorlopen en “Tonen” selecteren.
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de toetsen + - “On/O selecteren.
• Op “menu” drukken om te bevestigen en esc” om te verlaten.
e - Externe thermostaat (zie betreende hoofdstuk)
f - Activering Auto-Eco (zie betreende hoofdstuk)
Om de functie Auto-Eco te selecteren, gaat men als volgt te werk:
• Op de toets “menu drukken.
• Met de pijltjes doorlopen en “Instellingen” selecteren
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de pijltjes doorlopen en Auto-Eco” selecteren.
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de toetsen + - “On” selecteren.
• Op “menu” drukken om te bevestigen en esc” om te verlaten.
g - t Uitschakeling Eco (zie betreende hoofdstuk)
Om de functie t uitschakeling - Eco te selecteren, gaat men als volgt te werk:
• Op de toets “menu drukken.
• Met de pijltjes doorlopen en “Instellingen” selecteren
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de pijltjes doorlopen en “t uitschakeling -Eco selecteren.
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de toetsen + - de minuten invoeren (van 1 tot 30’).
• Op “menu” drukken om te bevestigen en esc” om te verlaten.
WERKWIJZE AUTO ECO (zie bovenstaande paragraaf activering en uitschakeling)
Raadpleeg respectievelijk paragraaf 8 f e 8 g om de werkwijze Auto Eco te activeren en de afstelling van de tijd in te stellen.
De mogelijkheid om de “t uitschakeling ECO” in te stellen, vloeit voort uit de noodzaak om een correcte werking te hebben in de veelheid
van omgevingen waarin de kachel kan worden geïnstalleerd en om continu uitschakelen en opnieuw inschakelen te vermijden wanneer
de omgevingstemperatuur onderhevig is aan voortdurende wijzigingen (luchtstromen, weinig geïsoleerde omgevingen, enz.).
De procedure voor uitschakeling via ECO wordt automatisch geactiveerd wanneer de inrichting voor aanvraag vermogen is voldaan
(omgevingssonde +1°C of externe thermostaat met open contact), het aftellen van de tijd “t uitschakeling ECO” begint (in de fabriek op
5 minuten ingesteld, maar deze tijd kan in het menu “Instellingen” worden gewijzigd). Tijdens deze fase is de weergave op het schermpje
ON met een kleine vlam en afwisselend Chrono (indien actief) - Eco actief. Bovenaan op het display worden de minuten weergegeven om
de countdown voor Eco Stop aan te geven. De vlam gaat naar P1 n blijft er tot het verstrijken van de geprogrammeerde tijd “t uitschakeling
Eco, wanneer de condities nog altijd zijn voldaan, gaat die vervolgens over naar de fase voor uitschakeling. Het tellen van de uitschakeling
vanuit ECO wordt op nul gezet wanneer een van de voorzieningen opnieuw vermogen gaat vragen.
Op het moment dat de uitschakeling begint, verschijnt op het paneel: O - Eco Actief - knipperende kleine vlam.
Wanneer de condities kachel uit zijn bereikt, verschijnt op het schermpje OFF-ECO Actief met het symbool van de vlam die uit is.
Om vanuit ECO opnieuw in te schakelen, moeten de volgende condities gelijktijdig zijn voldaan:
• omgevingssonde -1°C of externe thermostaat met gesloten contact (gedurende minstens 20” teneinde valse oproepen te vermijden)
• 5 minuten na het begin van de uitschakeling.
35
10-TREFWOORDEN VAN HET MENU EN WERKING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
h - Recept Pellet
Deze functie dient om de kachel aan te passen aan de gebruikte pellet. Op de markt zijn namelijk verschillende soorten pellets verkrijgbaar.
De werking van de kachel varieert sterk naargelang de betere of mindere kwaliteit van de brandstof. Wanneer de pellet in de vuurpot
dreigt op te hopen door een te grote aanvoer van brandstof of wanneer de vlam steeds hoog blijkt, zelfs op laag vermogen, en omgekeerd
wanneer de vlam altijd laag is, dan is het mogelijk om de aanvoer van pellet in de vuurpot te verhogen of te verminderen:
De beschikbare waarden zijn:
-3 = Vermindering met 20% ten opzichte van de fabrieksinstelling.
-2 = Vermindering met 13% ten opzichte van de fabrieksinstelling.
-1 = Vermindering met 6% ten opzichte van de fabrieksinstelling.
0% Geen verandering.
3 = Verhoging met 10% ten opzichte van de fabrieksinstelling.
2 = Verhoging met 6% ten opzichte van de fabrieksinstelling.
1 = Verhoging met 3% ten opzichte van de fabrieksinstelling.
Om het recept te wijzigen, gaat men als volgt te werk:
• Op de toets “menu drukken.
• Met de pijltjes doorlopen en “Instellingen” selecteren
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de pijltjes doorlopen en “Recept pellet” selecteren.
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Het % wijzigen met de toetsen + - .
• Op “menu” drukken om te bevestigen en esc” om te verlaten
i - Variatie % rpm rookgassen
Als de installatie problemen heeft met de afvoer van de rookgassen (geen trek, of zelfs geen druk in de leiding) kan de afvoersnelheid
van de rookgassen en van de assen versneld worden. Met deze wijziging kunnen ook alle mogelijke verstoppingsproblemen door pellets
in de vuurpot en de vorming van aanslag op de bodem van de vuurpot, ontstaan door een slechte verbranding, of omdat er veel as op de
wanden achterblijft, op optimale wijze verholpen worden. De beschikbare waarden gaan van -30% tot +50% con met variaties van 10
procentuele punten per keer. De negatieve variatie kan dienen wanneer de vlam te laag is.
Om de parameter te wijzigen, gaat men als volgt te werk:
• Op de toets “menu drukken.
• Met de pijltjes doorlopen en “Instellingen” selecteren
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de pijltjes doorlopen en “Var.rpm rookgassen” selecteren.
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Het % wijzigen met de toetsen + - .
• Op “menu” drukken om te bevestigen en esc” om te verlaten
j - Test componenten
Alleen uitvoerbaar wanneer de kachel uit staat. Hiermee kunt u de componenten selecteren die getest moeten worden:
• Bougie: wordt gedurende een vastgestelde tijd van 1 minuut ingeschakeld, tijdens deze tijdsspanne geeft het paneel de countdown
in seconden weer.
• Toevoerschroef: wordt gedurende een vastgestelde tijd van 1 minuut gevoed, tijdens deze tijdsspanne geeft het paneel de
countdown seconden weer.
• Afzuigsysteem: wordt gedurende een vastgestelde tijd van 1 minuut op 2500 rpm geactiveerd, tijdens deze tijdsspanne geeft het
paneel de countdown seconden weer.
• Warmtewisselaar: hiermee kan men de test in V5 uitvoeren gedurende een vastgestelde tijd van 1 minuut, tijdens deze tijdsspanne
geeft het paneel de countdown weer.
36
10-TREFWOORDEN VAN HET MENU EN WERKING
Om de functie “Test componenten” te activeren (alleen als de kachel uit staat) gaat u als volgt te werk:
• Op de toets “menu drukken.
• Met de pijltjes doorlopen en “Instellingen” selecteren
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de pijltjes doorlopen en “Test componenten selecteren.
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de toetsen + - de uit te voeren test selecteren
• Op “menu” drukken om te bevestigen en esc” om te verlaten
k - Functie Schoorsteenveger (alleen voor personeel belast met het onderhoud) -
Deze functie kan alleen worden geactiveerd als de kachel aan staat en vermogen en kracht afgeeft bij een werking van de kachel in
verwarming met de parameters P5, met de ventilator (indien aanwezig) in V5. Eventuele procentuele correcties van het laden/de correctie
van de rookgassen moeten worden opgevolgd. Deze status duurt 20 minuten, op het paneel wordt de countdown weergegeven.
De technicus kan deze fase op ieder ogenblik onderbreken door kort de toets ON/OFF in te drukken.
Om de functie “Schoorsteenveger” te deactiveren, gaat men als volgt te werk:
• Op de toets “menu drukken.
• Met de pijltjes doorlopen en “Instellingen” selecteren
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de pijltjes doorlopen en “Functie schoorsteenveger” selecteren.
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de toetsen + - “On” selecteren (standaard op O)
• Op “menu” drukken om te bevestigen en esc” om te verlaten
l - Technisch menu
Om naar het technisch menu te gaan, dient men een centrum voor assistentie op te bellen omdat een password voor toegang vereist is.
Om interventies in het “technisch menu” uit te voeren, gaat men als volgt te werk:
• Op de toets “menu drukken.
• Met de pijltjes doorlopen en “Instellingen” selecteren
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de pijltjes doorlopen en “Technisch menu” selecteren.
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de toetsen + - “Type Product”, “Service”, “Geheugens tellers”, “Parameters selecteren.
• Op “menu” drukken om te bevestigen en esc” om te verlaten
MENU INFO
• Producttype
• Firmware-versie
• Software-info
• Totale uren
• Aant. inschakelingen
• RPM aanzuiger
• T.rookgassen
• Spanning warmtewisselaar
• Toevoerschroef laden
• Vlam
37
10-TREFWOORDEN VAN HET MENU EN WERKING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
AANSLUITING EXTERNE THERMOSTAAT (optie)
De omgevingsthermostaat wordt niet bij de kachel geleverd en de installatie ervan moet uitgevoerd worden door
een gespecialiseerd technicus.
OPGEPAST!
De elektrische kabels mogen niet in contact komen met de hete delen van de kachel.
De temperatuur van de kachel kan ook worden bestuurd via een externe omgevingsthermostaat. Indien deze zich in het midden bevindt
van de ruimte waarin hij is geïnstalleerd, zal hij een zeer grote overeenkomst garanderen tussen de verwarmingstemperatuur die aan de
kachel wordt gevraagd en de eectieve temperatuur die door de kachel wordt geleverd.
Sluit de kabels afkomstig van de externe thermostaat aan op de klem 14 op de kaart aanwezig op de kachel.
Activeer de externe thermostaat (fabrieksinstelling OFF) op de volgende manier:
• Op de toets “menu drukken.
• Met de pijltjes doorlopen tot aan “Instellingen.
• Selecteer door op “menu” te drukken.
• Opnieuw met de pijltjes doorlopen tot aan “Externe thermostaat”.
• Selecteer door op “menu” te drukken.
• Druk op de toetsen - +.
• Selecteer “On” om de externe thermostaat te selecteren.
• Druk op de toets “menu om te bevestigen.
• Druk op de toets esc om te verlaten.
Wanneer de externe thermostaat geactiveerd is, verschijnt op het paneel ON of OFF, afhankelijk of er al of niet een warmteaanvraag is via
de externe thermostaat, in plaats van de temperatuur die gemeten wordt door de sonde op de kachel
ON als het contact van de externe thermostaat gesloten is, OFF als het contact open is.
38
11-BEVEILIGINGEN
DE BEVEILIGINGEN
Het product is met de volgende veiligheidsvoorzieningen uitgerust:
DRUKSCHAKELAAR
Controleert de druk in het rookkanaal. Hij blokkeert de schroeftransporteur van de pellets als de afvoer verstopt is of als er grote tegendruk
is. (wind)
TEMPERATUURSONDE ROOKGASSEN
Meet de temperatuur van de rookgassen en geeft signaal om het product te starten of te stoppen wanneer de temperatuur van de
rookgassen onder de voordien ingestelde waarde daalt.
CONTACTTHERMOSTAAT IN HET BRANDSTOFRESERVOIR
Als de temperatuur de ingestelde veiligheidswaarde overschrijdt, wordt de werking van de kachel onmiddellijk gestopt.
ELEKTRISCHE BEVEILIGING
De kachel is tegen hevige stroomschommelingen beschermd door een algemene zekering die zich in het bedieningspaneeltje bevindt,
aan de achterkant van de kachel. Er bevinden zich bovendien andere zekeringen voor de beveiliging van de elektronische kaarten op deze
kaarten.
ROOKGASVENTILATOR
Als de ventilator stopt, blokkeert de elektronische kaart de pellettoevoer zo snel mogelijk en wordt een alarmmelding weergegeven.
REDUCTIEMOTOR
Als de reductiemotor stilvalt, blijft de kachel werken tot de vlam door gebrek aan brandstof uitgaat en het minimum koelniveau wordt
bereikt.
TIJDELIJKE STROOMUITVAL
Wanneer er minder dan 10” geen elektrische spanning is, keert de kachel terug naar de vorige werking; als de stroomuitval langer duurt,
voert de kachel een cyclus koeling/opnieuw inschakelen uit.
GEEN ONTSTEKING
Als er bij de ontsteking geen vlam ontstaat, gat de kachel in alarm.
HET IS VERBODEN DE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN ONKLAAR TE MAKEN.
Indien het product NIET gebruikt wordt zoals in deze handleiding voorgeschreven wordt, wijst de fabrikant alle
aansprakelijkheid af inzake mogelijk persoonlijk letsel en materiële schade. Bovendien wijst de constructeur alle
aansprakelijkheid af voor letsels aan personen of schade aan voorwerpen als de regels die aangeduid worden in
deze handleiding niet worden gerespecteerd, en als het volgende niet wordt gerespecteerd:
• Wanneer het onderhoud, reiniging en reparaties uitgevoerd worden, moeten alle maatregelen en/of
voorzorgsmaatregelen getroen worden.
• Maak de veiligheidsvoorzieningen niet onklaar.
• Verwijder de veiligheidsvoorzieningen niet.
• Sluit het product aan op een eciënt werkend rookafvoersysteem.
• Het vertrek waar de ketel wordt geïnstalleerd, moet voldoende verlucht zijn.
Pas nadat de oorzaak van de inwerkingtreding van het veiligheidssysteem verholpen is, kan het product weer
ingeschakeld worden zodat de automatische werking van de sonde wordt hersteld. Om te weten welke storing zich
voordeed, moet deze handleiding geraadpleegd worden. Naargelang het alarmbericht dat door het product wordt
aangegeven, wordt uitgelegd hoe gehandeld moet worden om het probleem te verhelpen.
39
12-ALARMEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
ALARMSIGNALERINGEN
Wanneer er zich een andere werkingsconditie voordoet dan de voorziene conditie voor de normale werking van de kachel, doet er zich
een alarmconditie voor.
Het bedieningspaneel geeft aanwijzingen over de reden van het alarm dat zich voordoet. Alleen voor de alarmen A01-A02 is er geen
geluidssignalering voorzien, om de gebruiker niet te storen indien er s nachts geen pellets meer in het reservoir zijn.
Signalering display Type probleem Oplossing
A01
De vlam gaat niet aan Controleer de hoeveelheid pellets in de voorraadbak.
Controleer of de vuurpot correct in zijn zitting is
geplaatst en of er geen aangekoekte resten of
onverbrande pellets zijn.
Controleer of de bougie warm wordt.
Maak de vuurpot eerst leeg en zorgvuldig rein
vooraleer opnieuw in te schakelen.
A02
Abnormaal doven van het vuur. Controleer het niveau van de pellets in het reservoir.
A03
Alarm thermostaat
De temperatuur van het pelletreservoir
overschrijdt de voorziene veiligheidslimiet.
Wacht tot de koelfase is beëindigd, annuleer
het alarm en zet de kachel opnieuw aan maar
stel het laden van brandstof in op minimum
(menu INSTELLINGEN - Recept pellet). Als het
alarm aanhoudt, neemt u contact op met de
assistentiedienst.
Controleer of de omgevingsventilator correct werkt.
A04
Te hoge temperatuur van de rookgassen. Verminder het laden van pellets (menu INSTELLINGEN
- Recept pellet); controleer of de vuurpot gereinigd is
A05
Alarm beveiligingen
Interventie drukregelaar rookgassen Controleer obstructies in de schoorsteen / het openen
van de deur
Laadluikje voor de brandstof Sluit het luikje.
Verleg het brandstofniveau in het reservoir.
Deur kachel open Sluit de deur
A08
Slechte werking van de rookgasventilator. Annuleer het alarm en zet de kachel opnieuw aan.
Als het alarm aanhoudt, neemt u contact op met de
assistentiedienst.
A09
Rookgassensonde defect. Annuleer het alarm en zet de kachel opnieuw aan.
Als het alarm aanhoudt, neemt u contact op met de
assistentiedienst.
Service
Waarschuwing voor periodiek onderhoud (niet
blokkerend).
Wanneer dit opschrift knipperend verschijnt bij de
inschakeling, betekent dit dat de vooraf ingestelde
werkingsuren tot aan de volgende onderhoudsbeurt
verstreken zijn. Bel de dienst voor assistentie.
40
12-ALARMEN
NULSTELLING ALARM
Om het alarm op nul te stellen, moet toets 1 (ESC) enkele ogenblikken ingedrukt worden gehouden. De kachel voert een controle uit om
te bepalen of de oorzaak van het alarm al of niet nog aanwezig is.
In het eerste geval zal de weergave van het alarm opnieuw verschijnen, in het tweede geval gaat het alarm op OFF.
Als het alarm blijft, dient u contact op te nemen met de dienst voor assistentie.
NORMALE UITSCHAKELING (op het paneel: OFF met knipperende vlam)
Wanneer de toets voor uitschakeling wordt ingedrukt of als er een alarmsignalering is, gaat de kachel over naar de fase voor thermische
uitschakeling. In deze fase worden de volgende fasen automatisch uitgevoerd:
• Het laden van pellets wordt gestopt
• De ventilator van de omgeving behoudt de ingestelde snelheid tot de temperatuur voor uitschakeling is bereikt
• De ventilator van de rookgassen gaat over naar maximum en blijft 10 minuten lang op maximum. Als de T van de rookgassen daarna
onder de drempel voor uitschakeling is gedaald, gaat de ventilator denitief uit; indien niet, dan gaat die naar minimumsnelheid tot
die drempel is bereikt en gaat daarna uit.
• Als de kachel normaal is uitgegaan maar als de temperatuur van de rookgassen wegens thermische inertie opnieuw de limiet
overschrijdt, dan wordt de fase voor uitschakeling opnieuw gestart op minimumsnelheid tot de temperatuur opnieuw daalt.
BLACK-OUT TERWIJL DE KACHEL AAN IS
Wanneer er geen netspanning is (BLACK-OUT), gedraagt de kachel zich als volgt:
• Black-out minder dan 10”: de werking die in uitvoering was, wordt hervat;
• Wanneer er meer dan 10” geen voeding is terwijl de kachel aan staat of tijdens de fase van inschakeling, gaat de kachel opnieuw naar
de vorige werkingsconditie zodra de kachel weer wordt gevoed. Hierbij wordt de volgende procedure gevolgd:
1. De ketel voert een afkoeling uit door het activeren van de rookgassenextractor op minimum gedurende 10’ en gaat daarna over naar
het volgende punt;
2. De kachel keert terug naar de werkingsconditie die aan de black-out voorafging.
Tijdens fase 1 verschijnt op het paneel ON BLACK OUT.
Tijdens fase 2 verschijnt op het paneel Inschakeling.
Indien de kachel tijdens fase 1 commando’s van het paneel ontvangt die manueel door de gebruiker zijn uitgevoerd, dan stopt de kachel
de uitvoering van de status reset na black-out en gaat over naar een inschakeling of uitschakeling zoals door het commando gevraagd.
BLACK-OUT MEER DAN 10” MET KACHEL IN FASE UITSCHAKELING
Wanneer de voedingsonderbreking LANGER DAN 10” duurt terwijl de kachel aan het uitschakelen is, zal de kachel wanneer die opnieuw
wordt gevoed opnieuw starten in werkwijze uitschakeling, ook als de temperatuur van de rookgassen ondertussen onder 45°C is gedaald.
Men kan deze laatste fase overslaan door op toets 1 (esc) te drukken (overgang naar inschakeling) en er daarna opnieuw op te drukken
(bevestiging dat de ketel uit staat).
BLACK-OUT MEER DAN 10” MET KACHEL IN FASE VOOR ECOSTOP
Wanneer de stroom terugkeert, begint een timer van 5 minuten af te tellen alsof de kachel een uitschakeling aan het uitvoeren zou zijn.
Indien er tijdens deze 5 minuten een warmteaanvraag is, zal de kachel niet starten.
ALARM BEVEILIGINGEN A05
Het alarm beveiligingen bevat de inwerkingtreding van de drukschakelaar van de rookgassen, van het laaddeurtje van de brandstof en
van de geopende kacheldeur.
De inwerkingtreding van het alarm duurt 30 seconden waarna de werking van de kachel onderbroken wordt (bijv. na het verstrijken van
30 seconden terwijl het deurtje
voor het laden van de pellets geopend is, zal alarm A05 in werking treden).
41
12-ALARMEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
Bij de frequente inwerkingtreding van het alarm A05:
A05
Alarm beveiligingen
Interventie drukregelaar rookgassen Controleer obstructies in de schoorsteen / het openen van
de deur
Laadluikje voor de brandstof Sluit het luikje.
Verleg het brandstofniveau in het reservoir.
Deur kachel open Sluit de deur
is het nodig enkele punten te controleren om de aard van het probleem te begrijpen en eventueel in te grijpen op enkele afstellingen en/
of beveiligingen om de correcte werking van het product te herstellen.
We herinneren eraan dat iedere afstelling en wijziging die van invloed is op de beveiligingen van de werking, uitsluitend gevoerd mag
worden als het PRODUCT GEÏNSTALLEERD IS CONFORM DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN EN WETTEN EN ALS ER CORRECT ONDERHOUD
OP UITGEVOERD WORDT DOOR GEAUTORISEERD EN GESPECIALISEERD PERSONEEL. Summier uitgevoerde wijzigingen, die dienen om de
werking van het product ook onder niet reglementaire omstandigheden mogelijk te maken, kunnen voorwerpen en mensen ernstig
letsel berokkenen.
Opgepast!
De afstellingen mogen uitsluitend uitgevoerd worden door geautoriseerd en gekwaliceerd personeel, onder
diens verantwoording, en na gecontroleerd te hebben of de installatie conform is. de fabrikant wijst iedere
verantwoording af voor letsel aan voorwerpen en personen in geval van wijzigingen van de beveiligingen.
Iedere verantwoordelijkheid voor oneigenlijk gebruik van het product is volledig ten laste van de gebruiker en stelt
de producent vrij van iedere civiele of strafrechtelijke aansprakelijkheid.
Reeks van kachels voorzien van drukregelaar geïnstalleerd op het reservoir, met opnamepunt gepositioneerd op de bodem, rechts van
de reductiemotor. Dit systeem beschermt het hele systeem en garandeert waterdichtheid gedurende de hele levensduur van de kachel.
Het is belangrijk te begrijpen dat bij elke belangrijke drukval de drukregelaar kan ingrijpen, en dit kan te wijten zijn aan:
• Verstopping van het rookkanaal.
• Aanwezigheid van een vreemd voorwerp in het rookkanaal (vogels, nesten, verstopte roosters, enz.).
• Wind die in het rookkanaal komt omdat die niet beschermd is of omdat een installatie zonder rookkanaal of een muurinstallatie
werd uitgevoerd.
• Daling van koude lucht in het rookkanaal.
• Drukregelaar beschadigd.
• Blokkering van het interne membraan in de drukregelaar omdat er roet of pelletstof is binnengedrongen.
• Deksel van het pelletreservoir open of halfopen gedurende meer dan 60 seconden (60 seconden is de geschatte tijd die nodig is om
het reservoir te vullen).
• Pellets blijven steken tussen het deksel van het reservoir en het reservoir. Hierdoor dicht de pakking niet goed af.
• Pakking van het deksel van het reservoir stuk/versleten.
• Pakking tussen toevoerschroef en ketel beschadigd of slecht gepositioneerd.
• Vuurdeur open of pakking versleten.
• Laterale rookwisselaars verstopt.
• Inspectiedoppen met pakkingen slecht geïnstalleerd na onderhoudsbeurt.
• Toevoerschroef verstopt door samengedrukte pellets bovenaan.
• De installatie conform is en het rookkanaal/de rookaansluiting geen obstructies vertonen die van dien aard zijn dat de rookafvoer
erdoor belemmerd wordt zoals bijvoorbeeld: lange horizontale stukken (langer dan 3 meter), rookgasleidingen die niet geïsoleerd
zijn, afvoer van de rook “tegen de muur” zonder de aanwezigheid van eindelementen (installatie alleen in Frankrijk [ZONE 3]
gereglementeerd en toegestaan)
• Afzuig- of recirculatiesystemen van de interne lucht (bijv. VMC-systemen) die interne onderdrukken genereren die hoger zijn dan de
wettelijke beoogde waarden (niet hoger dan 4 Pa)
• Installatie zonder kanalisatie van de verbrandingslucht, het is van fundamenteel belang te controleren of er een eciënte luchtinlaat
is die voor de kachel bestemd is, volgens de specicaties van hoofdstuk 2 van deze handleiding.
De elektronische kaart is verder voorzien van een automatisme met timer en relais dat het toerental van de rookextractor (RPM) opdrijft,
om zo de interne onderdruk in het reservoir en bijgevolg de drukregelaar te herstellen, in het geval het deksel opengemaakt wordt om
bij te vullen of in geval van een onmiddellijke en sporadische drukval, zoals bij rukwinden. Als de drukval langer dan 60 seconden duurt,
schakelt het product over op de alarmstaat (A05 of A18).
42
12-ALARMEN
In de wetenschap dat de aanbevolen trek voor de correcte werking van de producten 10 Pa bedraagt bij een maximaal vermogen en
5 Pa bij een minimaal vermogen (zoals voorzien op de technische che bevat in de handleiding voor gebruik en onderhoud), kan het
in slechtere trekcondities (ook te wijten aan de positie van de schoorsteen in zones die bijzonder onderhevig zijn aan atmosferische
elementen zoals dominante wind, sneeuw, noordelijke blootstelling, enz.) nodig zijn af te stellen om altijd en in elk geval de voorziene
interne onderdrukwaarden in het reservoir te garanderen.
Om het gebrek aan interne onderdruk te compenseren, volstaat het de snelheid (RPM) van de rookextractor te regelen zodat de minimale
waarden aangegeven in de tabel gegarandeerd zijn.
Bij interne onderdrukwaarden onder de waarden in de tabel, kan dit ook bepaald worden door een slechte hermetische afsluiting van de
interne pakkingen of eenvoudige slijtage van het product met verloop van tijd.
BEDRIJFSINSTRUCTIES OVER DE ONDERDRUKCONTROLES EN EVENTUELE VARIATIES VAN HET TOERENTAL
Sluit een manometer aan op de drukaansluiting van het reservoir:
• Voor producten met een toegewijde drukaansluiting inbegrepen in het reservoir, aansluiten op het afnamepunt en de manometer
aansluiten.
• Voor producten zonder toegewijde drukaansluiting, het slangetje van de drukregelaar afkoppelen van de drukaansluiting aanwezig
op het reservoir, een T“ toevoegen aan het slangetje om het circuit af te sluiten, de manometer aansluiten en het slangetje opnieuw
koppelen aan de drukaansluiting van het reservoir.
De eventuele regeling van de verbranding en bijgevolg de interne onderdruk in het reservoir kunnen op twee manieren plaatsvinden:
A) Wijzig de waarde RPM van de rookextractor in het MENU INSTELLINGEN
• De beschikbare waarden gaan van -3 tot +3 en dit komt percentueel overeen met:
• RPM: -10% +10% voor de producten Active System
• RPM: -30% +50% voor de producten NIET Active System
• Het percentueel verschil bepaalt proportioneel en percentueel alle vermogenswaarden (van 1 tot 5). Het percentueel verschil bepaalt
niet de tussenfasen in de werking zoals de INSCHAKELING, FIRE ON of UITSCHAKELING
• Bij een toename van het toerental neemt de afzuiging en bijgevolg de interne onderdruk toe, om de verschijnselen die het afgaan
van het alarm veroorzaken te compenseren.
B) Door het toerental van de reductiemotor manueel te regelen in het MENU TECHNISCHE PARAMETERS
• De drukregelaar is geijkt op 10/20 Pa. Dit betekent dat die onder de 10 Pa interne onderdruk in het reservoir afslaat en om te
herstellen moet opnieuw meer dan 20 Pa interne onderdruk aanwezig zijn in het reservoir
• De onderdrukwaarde bij het minimaal vermogen moet altijd boven de 10 Pa liggen, bij een discrete marge die met verloop van tijd
kan verdwijnen omwille van de slijtage van de pakkingen of ander (minstens 12/13 Pa)
• De onderdrukwaarde bij het maximaal vermogen moet altijd groter zijn dan 20 zodat de drukregelaar zich kan herstellen wanneer
het automatisme voor de reset van de drukregelaar in werking treedt. De procedure voor de reset van de drukregelaar (zoals na de
opening van het deksel om het reservoir te vullen), voorziet dat de elektronica het toerental van de ventilator van de rookextractor
gedurende enkele ogenblikken tot de drempel van VERMOGEN 5 (P5) brengt. In P5 moet de interne onderdrukwaarde in het reservoir
dus altijd > 20 Pa bedragen (22/23 Pa aanbevolen om de marge te behouden).
• N.B. = De menu‘s TECHNISCHE PARAMETERS zijn beschermd met een password om te voorkomen dat de gebruiker er
per ongeluk kan inkomen
Opgepast! De fabrieksset die op het product ingesteld is, is bestudeerd om de gecerticeerde technische gegevens te
verkrijgen. Als de gegevens anders zijn (dan die van het pelletrecept) dan is het mogelijk de parameters te wijzigen
zoals hiervoor vermeld wordt.
De afstellingen mogen uitsluitend uitgevoerd worden door geautoriseerd en gekwaliceerd personeel, onder diens
verantwoording, en na gecontroleerd te hebben of de installatie conform is.
43
12-ALARMEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
INTERNE ONDERDRUK IN RESERVOIR MET FABRIEKSPARAMETERS EN TREK VAN 5 Pa (MINIMAAL AANBEVOLEN
WAARDE)
POWER P1 P2 P3 P4 P5 WAARDEN
6 kW
13,7/14,2 Pa 15,1/15,6 Pa 17,1/17,5 Pa 19,1/19,5 Pa 22,0/22,2 Pa Trek
95°C 110°C 125°C 141°C 165°C Rookgastemperatuur
8 kW
13,8/14,3 Pa 15,6/16,1 Pa 17,8/18,0 Pa 21,7/22,2 Pa 26,1/26,6 Pa Trek
104°C 119°C 145°C 148°C 184°C Rookgastemperatuur
10 kW
15,9/16,3 Pa 20,4/20,9 Pa 25,8/26,3 Pa 31,8/32,3 Pa 36,5/37,0 Pa Trek
108°C °C 150°C °C 230°C Rookgastemperatuur
12 kW
16,5/17,3 Pa 20,4/20,9 Pa 25,8/26,3 Pa 31,8/32,3 Pa 36,5/37,1 Pa Trek
118°C 127°C 155°C 172°C 195°C Rookgastemperatuur
14 kW
17,6/18,0 Pa 19,8/20,4 Pa 23,1/23,7 Pa 28,9/29,6 Pa 37,8/38,2 Pa Trek
118°C 131°C 161°C 187°C 210°C Rookgastemperatuur
N.B. De aangeduide waarden van de onderdruk kunnen ±1Pa verschillen, op basis van de temperatuur van de rookgassen. Op dezelfde
manier kan de temperatuur van de rookgassen ±10°C verschillen, op basis van de kwaliteit van de brandstof of het niveau van reiniging
van het product.
Wijziging van de toeren van de rookgassenventilator
Als de installatie problemen heeft met de afvoer van de rookgassen (geen trek, of zelfs geen druk in de leiding) kan de afvoersnelheid
van de rookgassen en van de assen versneld worden. Met deze wijziging kunnen ook alle mogelijke verstoppingsproblemen door pellets
in de vuurpot en de vorming van aanslag op de bodem van de vuurpot, ontstaan door een slechte verbranding, of omdat er veel as op de
wanden achterblijft, op optimale wijze verholpen worden. De beschikbare waarden gaan van -30% tot +50% con met variaties van 10
procentuele punten per keer. De negatieve variatie kan dienen wanneer de vlam te laag is.
Om de parameter te wijzigen, gaat men als volgt te werk:
• Op de toets “menu drukken.
• Met de pijltjes doorlopen en “Instellingen” selecteren
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Met de pijltjes doorlopen en “Var.rpm rookgassen” selecteren.
• Op “menu” drukken om te bevestigen.
• Het % wijzigen met de toetsen + - .
• Op “menu” drukken om te bevestigen en esc” om te verlaten
44
13-AANBEVELINGEN VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
ALLEEN EEN CORRECTE INSTALLATIE EN EEN PASSEND ONDERHOUD EN REINIGING VAN HET TOESTEL KUNNEN DE
CORRECTE WERKING EN EEN VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL VERZEKEREN.
Wij willen u erop wijzen dat wij op de hoogte zijn van gevallen van werkingsstoringen bij producten voor huishoudelijke verwarming op
pellets die fundamenteel te wijten zijn aan een verkeerde installatie en niet correct uitgevoerd onderhoud.
Wij wensen u te verzekeren dat onze producten uiterst veilig zijn, en gecerticeerd werden volgens de Europese referentienormen.
Het systeem voor inschakeling werd met uiterst grote aandacht getest om de eciëntie van de inschakeling te verhogen en om alle
problemen te vermijden, zelfs in de slechtste gebruiksomstandigheden. Net als ieder ander product op pellets, moeten onze producten
correct geïnstalleerd worden en moeten de normale reinigingen en periodieke onderhoudsinterventies worden uitgevoerd, teneinde
een veilige werking te garanderen. Onze studies hebben uitgewezen dat deze werkingsstoringen fundamenteel te wijten zijn aan een
combinatie van een deel van of van alle volgende factoren:
• Gaten van de vuurpot die verstopt zijn of de vuurpot die vervormd is ten gevolge van gebrekkig onderhoud, condities die vertraagde
ontsteking kunnen veroorzaken, waardoor een abnormale productie van onverbrande gassen optreedt.
• Onvoldoende verbrandingslucht wegens een beperkt of verstopt luchttoevoerkanaal.
• Gebruik van rookkanalen die niet overeenkomen met de voorschriften van de installatienormen, waardoor onvoldoende trek wordt
verzekerd.
• Schoorsteen die gedeeltelijk verstopt is wegens gebrekkig onderhoud, waardoor de trek wordt verminderd en de ontsteking
moeizaam is.
• Schoorsteenpot niet conform met de aanwijzingen in de handleiding met instructies, waardoor die niet geschikt is om potentiële
fenomenen van omgekeerde trek te voorkomen.
• Deze factor wordt doorslaggevend wanneer het product in bijzonder winderige zones is geïnstalleerd, bijvoorbeeld in kustzones.
De combinatie van een of meerdere van deze factoren kan condities doen ontstaan waarin het toestel zeer slecht werkt.
Om dit ongemak te voorkomen, is het van fundamenteel belang om een installatie van het product in overeenstemming met de geldende
normen te garanderen.
Bovendien is het van fundamenteel belang om de volgende eenvoudige regels te respecteren:
• Wanneer de vuurpot werd uitgetrokken om die te reinigen, moet die altijd correct in de werkpositie worden teruggeplaatst
vooraleer het product te gaan gebruiken. Verwijder alle eventueel achtergebleven vuil uit de steunbasis vooraleer de vuurpot terug
op zijn plaats te brengen.
• De pellets mogen nooit handmatig in de vuurpot worden gevuld, niet vóór een ontsteking en ook niet tijdens de werking.
• Opgehoopte, onverbrande pellets wegens eventueel geen ontsteking moeten weggenomen worden vooraleer het product
opnieuw aan te zetten. Controleer ook of die correct in zijn zitting is geplaatst en of de aanvoer van verbrandingslucht en afvoer van
rookgassen normaal verloopt.
• Indien het product er herhaaldelijk niet in slaagt om in te schakelen, raden wij aan om het gebruik van het product onmiddellijk te
staken en met een bevoegde technicus contact op te nemen om de werking van het product te controleren.
Het naleven van deze aanwijzingen is absoluut voldoende om een normale werking te garanderen en om andere ongemakken met het
product te vermijden.
Indien voornoemde voorzorgen niet worden nageleefd en er tijdens de inschakeling teveel pellets in de vuurpot worden geladen,
waardoor er abnormale rook in de verbrandingskamer ontstaat, moet u aandachtig de volgende aanwijzingen naleven:
• Het product om geen enkele reden van het elektriciteitsnet loskoppelen: hierdoor valt de ventilator voor het aanzuigen van de rook
stil, waardoor er rook naar de omgeving ontsnapt.
• Open de vensters voorzichtig om eventueel ontsnapte rook in de omgeving uit de installatiekamer te ventileren (het kan gebeuren
dat de schoorsteen niet naar behoren werkt)
• De vuurdeur niet openen: hierdoor wordt de normale werking van het systeem voor evacuatie van de rook naar de schoorsteen
verstoord.
• Zet de kachel gewoon uit met de knop voor inschakeling en uitschakeling op het bedieningspaneel (niet de knop aan de achterkant
van de voedingsaansluiting!) en ga uit de buurt van het product in afwachting dat de rook volledig is verdwenen.
• Vooraleer te proberen om opnieuw in te schakelen, moet u alle aangekoekte resten en eventuele onverbrande pellets volledig
verwijderen uit de vuurpot en uit de gaten waardoor de lucht passeert; plaats de vuurpot opnieuw in zijn zitting en verwijder
eventuele resten uit de zitting waarop de vuurpot rust. Indien het product er herhaaldelijk niet in slaagt om in te schakelen, raden
wij aan om het gebruik van het product onmiddellijk te staken en met een bevoegde technicus contact op te nemen om de werking
van het product en van de schoorsteen te controleren.
G
45
14-REINIGINGEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
Alleen correct onderhoud en een passende schoonmaak van het product kan de veiligheid en de correcte werking ervan garanderen.
OPGEPAST!
Alle schoonmaakwerkzaamheden van alle delen moeten uitgevoerd worden wanneer het toestel volledig is
afgekoeld en de stekker uit het stopcontact getrokken is.
U moet het product van de 230V voeding loskoppelen vooraleer onderhoudswerkzaamheden uit te voeren”
Het product vereist weinig onderhoud als kwaliteitsvolle, gecerticeerde pellets worden gebruikt.
DAGELIJKSE OF WEKELIJKSE REINIGING OP LAST VAN DE GEBRUIKER
Reiniging van de vuurpot
Telkens u het toestel aanzet, moet u eraan denken om altijd eerst de assen en eventuele korsten uit de vuurpot G te halen en die schoon
te maken, eventuele achtergebleven resten kunnen de gaten verstoppen waar de lucht door passeert. Let op voor hete assen. Indien er
geen ontbranding is, of als de brandstof in het reservoir op is, kunnen onverbrande pellets in de vuurpot ophopen. Maak de vuurpot
steeds leeg vooraleer opnieuw in te schakelen. De assen mogen enkel verwijderd worden met behulp van een stofzuiger als ze
helemaal zijn afgekoeld. In dit geval moet een gepaste stofzuiger gebruikt worden om ook deeltjes van kleine afmetingen te kunnen
verwijderen.
ALLEEN EEN CORRECT GEPLAATSTE EN GEREINIGDE VUURPOT KAN EEN OPTIMALE INSCHAKELING EN WERKING VAN
UW PELLETPRODUCT GARANDEREN. INDIEN ER GEEN ONTSTEKING IS OF NA IEDERE ANDERE BLOKKEERSTATUS VAN
HET PRODUCT, MOET U ABSOLUUT DE VUURPOT TELKENS LEEGMAKEN VOORALEER HET TOESTEL OPNIEUW AAN TE
ZETTEN.
VOORBEELD VAN EEN SCHONE VUURPOT VOORBEELD VAN EEN VUILE VUURPOT
i
46
14-REINIGINGEN
Voor een doeltreende reiniging van de vuurpot moet die volledig uit de zitting worden gehaald en moeten alle openingen en het rooster
op de bodem goed worden gereinigd. Bij het gebruik van pellets van goede kwaliteit is een kwast doorgaans voldoende om de werking
van het onderdeel weer in optimale staat te brengen.
Reiniging van de asopvangbak
Voor de reiniging van de asopvangbak is het nodig rooster i op te tillen door dit eenvoudig te draaien tot hij op de vuurhaard van de
kachel komt te rusten. Reinig het compartiment door de eventuele asresten te verwijderen alvorens rooster i weer omlaag te plaatsen.
Uw ervaring en de kwaliteit van de pallets zal de frequentie van de reiniging bepalen. Er wordt hoe dan ook aanbevolen om niet
langer dan 2-3 dagen te wachten.
REINIGING VAN DE RUIT
Voor de reiniging van het keramisch glas wordt aanbevolen om een droge kwast te gebruiken of, in geval van hardnekkig vuil, een
specieke reinigingsspray door een kleine hoeveelheid op het glas te spuiten en dit vervolgens met een doek te reinigen.
OPGEPAST!
Gebruik geen schurende producten en sproei het product voor de reiniging van het glas niet op de gelakte delen en
op de pakkingen van de deur (koordje in keramische vezel).
O
N
v
M
v
s
s
47
14-REINIGINGEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
PERIODIEKE REINIGINGEN OP LAST VAN EEN GEKWALIFICEERDE TECHNICUS
DE WARMTEWISSELAAR EN DE KAMER ONDERAAN REINIGEN
Halverwege het winterseizoen maar vooral op het einde van de winter, moet de ruimte waardoor de rookgassen worden afgevoerd
gereinigd worden.
Deze reiniging moet verplicht worden uitgevoerd om de algemene afvoer van alle verbrandingsresten te vergemakkelijken, voordat de tijd
en de luchtvochtigheid deze samendrukt waarna ze moeilijk te verwijderen zijn.
AANDACHT:
Het is verplicht om de periodieke reinigingen op het einde van het seizoen door een erkende, gekwaliceerde
technicus te laten uitvoeren, zodat ook de pakkingen kunnen worden vervangen.
DE ONDERSTE RUIMTE REINIGEN
Om de as uit de onderste kamer weg te halen, is het noodzakelijk om de top en de zijpanelen weg te nemen. Verwijder vervolgens de vier
schroeven “s” en het onderste paneel O, zoals beschreven in het toegewijde hoofdstuk.
Verwijder de dop M door de vier schroeven v” te verwijderen en reinig alle asresten.
Reinig ook de ruimte van de ventilator (zie de aanwijzingen op de volgende pagina) en vooraleer de dop v te hermonteren, wordt
aangeraden de pakking N te vervangen.
y
n
y
o
48
14-REINIGINGEN
REINIGING VAN DE ROOKEXTRACTOR
Voor de reiniging van de rookextractor, draai de vier schroeven y los, verwijder de plaat n en de pakking o. Verwijder de as en het roet
dat zich in de rookextractor (zone aangegeven door de pijl) heeft opgehoopt met de tuit van de stofzuiger.
Alvorens de dop n opnieuw te monteren, is het aanbevolen om de pakking o te vervangen.
H
H
49
14-REINIGINGEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
REINIGING VAN DE WARMTEWISSELAAR
DE BOVENSTE RUIMTE REINIGEN
Reinig de bovenste warmtewisselaar als de kachel koud is en de bekledingen weggenomen zijn. Na de dop voor de reiniging van de
onderste ruimte “n verwijderd te hebben (zie vorige paragraaf) krabt u met een stang of een essenwisser de wanden van de haard
schoon (zie pijl) op een wijze dat de as in de onderste ruimte valt.
Verwijder vervolgens de bovenste Calorite H. Open, om dit te doen, de deur van de vuurhaard, til met de handen de plaat van Calorite
H in opwaartse richting op, kantel hem naar rechts of links zodat hij uit zijn houders komt en verwijder hem.
H
H
50
14-REINIGINGEN
Krab met een stang of een essenwisser de wanden van de vuurhaard af (zie pijl - respectievelijk rechts en links van de vuurhaard) zodat
de as in de ruimte eronder valt.
Zuig met de tuit van de stofzuiger de eventuele as en het stof op dat zich op de warmtewisselaar opeengehoopt heeft (zie pijl).
X
51
14-REINIGINGEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
REINIGING VAN HET SYSTEEM VOOR ROOKEVACUATIE EN CONTROLES IN HET ALGEMEEN
Reinig de installatie van de rookafvoer vooral nabij de T”-koppelingen, de bochten en eventuele horizontale stukken
van het rookkanaal.
Neem contact op met een gekwaliceerde schoorsteenveger voor de periodieke reiniging van het rookkanaal.
Controleer de dichting van de pakking in keramische vezel op de deur van de kachel. Bestel indien nodig nieuwe pakkingen bij uw
verkoper, of neem contact op met een erkende assistentiedienst om de complete handeling te laten uitvoeren.
AANDACHT:
De frequentie van de reiniging van de installatie voor afvoer van rookgassen moet bepaald worden op basis van het
gebruik van de kachel en het type installatie.
Het is aanbevolen om een erkende assistentiedienst te contacteren voor het onderhoud en de reiniging op het
einde van het seizoen, omdat het personeel naast de bovenstaande handelingen ook een algemene controle van de
onderdelen zal uitvoeren.
PERIODIEKE CONTROLE WERKING SLUITING VAN DE DEUR
Controleer of de sluiting van de deur een correcte dichting garandeert (via de test met het “blad papier”) en of het sluitblokje (X in
de afbeelding) niet uit de plaat uitsteekt waarop die bevestigd zit wanneer de deur gesloten is. Bij bepaalde producten moet u de
sierbekleding demonteren om het abnormaal uitsteken van het blokje te beoordelen wanneer de deur gesloten is.
53

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

MCZ-MAGGIE---2016

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw MCZ MAGGIE - 2016 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van MCZ MAGGIE - 2016 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 5,48 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van MCZ MAGGIE - 2016

MCZ MAGGIE - 2016 Gebruiksaanwijzing - Français - 64 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info