33
AANSLUITEN VAN HET
AANSLUITSNOER
Het aansluitsnoer wordt als volgt op het
fornuis aangesloten:
– Schroef de bevestigingsschroeven van
het beveiligingspaneel “A” aan de ach-
terkant van het fornuis los (Afb. 8.1).
– Verbind het goed geïsoleerde aansluit-
snoer met klem “D”.
– Verbind de aansluitingen (type H05
RR-F - min. 6 mm
2
) met klembouder
“B” volgens het schema in afbeelding
afb. 8.2 - 8.3.
–
Sluit het netsnoer aan op het elektriciteit-
snet d.m.v. de kabelklem “D”. De
doorsnede van het netsnoer moet
geschikt zijn voor de aansluitwaarde van
het apparaat: zie de paragraaf
'Doorsnede van het netsnoer'.
– Sluit de fases en de aarde
overeenkomstig afbeelding 8.1 aan op
klemmenstrook B.
– Span het aansluitsnoer en zet het vast
in klem “D”.
– Bevestig het beveiligingspaneel “A”
opnieuw.
N.B. De aarddraad moet 3 cm langer
zijn dan de fasedraad en de nuldraad.
A
D
B
Afb. 8.1
DOORMETER VAN DE
VOEDINGSDRAAD - TYPE HO5RR-F
230 V 3 x 6 mm
2
(**)
230 V 4 x 4 mm
2
(**)
400 V3N 5 x 2,5 mm
2
(**)
400 V2N 4 x 4 mm
2
(**)
(**) – Rechtstreekse aansluiting op een
elektrische muurdoos
–
Gelijktijdigheidsfactor van toepassing