7
• OPGELET: Gebruik geen ruwe schuurmiddelen of scherpe
metalen schrapers om het glas van de ovendeur te reinigen,
aangezien deze krassen op het oppervlak kunnen veroorzaken
waardoor het glas kan barsten.
• Breng geen aluminiumfolie aan op de wanden van de oven.
Plaats bakplaten of de druipplaat niet op de bodem van de oven.
• BRANDGEVAAR! Bewaar geen ontvlambaar materiaal in de
oven of in de opslagruimte.
• Gebruik altijd ovenwanten om schotels en bakplaten uit de hete
oven te halen.
• Hang geen handdoeken, theedoeken of andere voorwerpen aan
het toestel of aan de handgreep – dat kan brandgevaar opleveren.
• Reinig de oven regelmatig en zorg ervoor dat er zich geen vet of
olie verzamelt op de bodem van de oven of van de druipplaat.
Verwijder gemorste resten meteen.
• Sta niet op het fornuis of op de geopende ovendeur.
• Ga even achteruit wanneer u de ovendeur opent, zodat stoom en
hete lucht kunnen ontsnappen vooraleer u het voedsel eruit haalt.
• VEILIG OMGAAN MET VOEDSEL: Laat het voedsel voor en na
het koken zo kort mogelijk in de oven. Op die manier vermijdt u
verontreiniging door organismen, die voedselvergiftiging kunnen
veroorzaken. Let hier vooral voor op bij warm weer.
• WAARSCHUWING: Til het fornuis NIET op met de handgreep.
• INDUCTIEKOOKPLATEN
– Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels of deksels
mogen niet op de kookplaat geplaatst worden aangezien zij
warm kunnen worden.
– Gebruik geen metalen keukenvoorwerpen (zoals
opscheplepels). Het is aangeraden om plastieke of houten
voorwerpen te gebruiken.
– Gebruik kookpannen met de aanbeveelde diameter (zie minimum
diameter van kookpannen) Het is niet aangeraden om kookpannen
kleiner dan de kookzone te gebruiken. De kookpannen moeten in
het midden van de kookzone geplaatst worden.