Afb. 3.2
DE BAKPLAAT GEBRUIKEN
– Controleer voor ieder gebruik of de
kookzone schoon is.
– Schakel de kookzone in door de ver-
mogensregelaar op stand 12 te draai-
en.
– Laat de kookzone voorverwarmen tot-
dat deze een rode gloed uitstraalt.
– Draai dan de vermogensregelaar op de
gewenste stand bij het grillen. De cij-
fers van 1 t/m 12 duiden de werkstan-
den aan. Hoe hoger het cijfer, des te
hoger de temperatuur.
– Plaats het voedsel op de kookzone en
houd toezicht bij het koken.
– U schakelt de bakplaat uit door de ver-
mogensregelaar op stand “0” te draai-
en.
– U kunt de kookzone een paar minuten
voor het einde van het koken uitzetten,
omdat de kookzone nog tamelijk lang
warm blijft.
Zodoende wordt het koken voltooid
met de restwarmte van de kookzone.
– Gebruik de bakplaat nooit langer
dan 30 minuten achtereen.
RAAD VOOR HET GRILLEN:
– Laat de kookzone voldoende voorver-
warmen, zodat het voedsel snel en
gelijkmatig gaar wordt.
– Giet geen water op de kookzone wan-
neer deze in bedrijf of nog warm is.
– Na het grillen van bijzonder vet voed-
sel is het raadzaam de bakplaat nog
enige minuten aan te laten staan om
het afgedropen vet te verbranden.
HET KOMFOOR GEBRUIKEN
De bakplaat bereikt de werktemperatuur
zeer snel en is geschikt voor het grillen
van alle soorten voedsel, rechtstreeks
op de glaskeramische kookzone en zon-
der gebruik van vet of olie.
De kookzone wordt bediend door een
traploze vermogensregelaar (standen 0-
12).
Het controlelampje brandt wanneer de
kookzone in bedrijf is.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
VAN DE BAKPLAAT
– Verwijder de doorzichtige kleeffolie die
sommige delen van het apparaat
bedekt.
– Verwijder zorgvuldig alle lijmresten.
Gebruik daar geen schurende midde-
len voor om krassen op het apparaat
te voorkomen.
– Maak de kookzone zorgvuldig schoon.
– Schakel de bakplaat in door de knop
van de vermogensregelaar op de
hoogste stand (11-12) te draaien. Laat
de bakplaat ca. 15 minuten werken
om het vet dat is achtergebleven van
het fabricageproces te verwijderen.