71
G
Afb. 8.12
BELANGRIJK
Voor alle operaties m.b.t. de instal-
latie, het onderhoud en de omscha-
keling van het toestel, moet men de
originele stukken van de construc-
teur gebruiken.
De constructeur kan niet aanspra-
kelijk gesteld worden indien deze
verplichting niet in acht wordt
genomen.
GASKRANEN
Alleen gespecialiseerde vakmensen
mogen de periodieke smering van de
gaskranen uitvoeren.
REGELING VAN DE KLEINSTAND VAN
DE BRANDER VAN DE OVEN
Bij omschakeling naar butaan/propaan-
gas dient erop gelet te worden dat de
kleinstanden correct zijn.
Een correcte vlam bij kleinstand moet
ongeveer 4 mm zijn.
Een bruusk overgaan van volstand naar
kleinstand mag nooit het doven van de
vlam tot gevolg hebben.
De vlam wordt als volgt geregeld:
– de brander aansteken en de knop op
stand maximum plaatsen ;
– de knop wegnemen en met behulp van
een smalle schroevendraaier de
bypassvijs “G” ongeveer 3 toeren los-
draaien (Afb. 8.12), langs de opening in
het bedieningspanneel;
– de knop terugplaatsen en de oven
ongeveer 10 min. Iaten warmen;
nadien de knop op stand plaatsen
(minimum) waarbij de thermostaat op
kleinstand werkt;
– de knop terug wegnemen erop lettend
dat de kraanstift niet gedraaid wordt
en zachties de vijs van de kleinstand
dichtdraaien tot de vlam een lengte
heeft van 3 - 4 mm.
Voor G30/G31 gas dient de vijs volle-
dig ingeschroefd te worden.
Korrekte vlam
Vlam met gebrek aan
primaire lucht
Vlam met teveel aan
primaire lucht
Vlam met Korrekte Vlam met
te weinig vlam te veel
lucht lucht
lange vlam Binnenkegel Korte binnen-
geel, en bepaald angel en los-
bevend blauwe kleur gaande vlam
OORZAAK
Regelingsring Regelingsring Regelingsring
15 te vast 15 kor rekt 15 te zeer
geklemd geopend geopend