708358
50
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/52
Pagina verder
1
HC10-NL
Hakselaar
Gebruiksaanwijzing
Voor nadere informatie zie
www.matom.nl
Model: HC1500EW-NL
2
Serienummer: ______________________________
Zowel het modelnummer als het serienummer vindt u op het typeplaatje op de
machine. Je moet beide nummers bewaren mocht u in de toekomst reclamaties
hebben. In deze handleiding worden de functies en toepassingen van het apparaat
uitgelegd. Lees deze instructies voordat u het toestel in gebruik neemt om veilig
en correct gebruik te garanderen.
LETOP!
De motorolie olie is NORMAAL verwijderd voor transport (OF DE MACHINE IS
STARTKLAAR GELEVERD). Check altijd het oliepeil. Indien geen olie: voor de
eerste ingebruikname moet motorolie worden bijgevuld! Geen of te weinig olie kan
leiden tot onherstelbare schade aan de motor. In dit geval, distantiëren verkopers
en fabrikant zich van enige garantie verplichting.
Gebruiksaanwijzing
Hakselaar HC10-NL
BELANGRIJKE AANWIJZING
Let op! Leest U voor de ingebruikname en montage de gehele gebruiksaanwijzing.
Zorg ervoor dat U doormiddel van deze gebruiksaanwijzing vertrouwd raakt met
de machine en het gebruik ervan.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK EN NA HET EERSTE GEBRUIK ALLE
ZICHTBARE BOUTEN EN MOEREN AANDRAAIEN. Doe dit daarna regelmatig!
U heeft een lumag hakselaar gekocht met een duplex messen trommel. Takken
worden eenvoudig naar binnen getrokken door 2 messen die op een rond
draaiende messentrommel bevestigd zijn. De messen (in combinatie met de contra
messen) verhakselen de ingevoerde takken. U kunt alle houtsoorten verhakselen
maar bij voorkeur vers hout. Ook zacht tuinafval is te verhakselen als er maar
(hard) hout wordt mee in gevoerd. Belangrijk hierbij is dat u het materiaal
geleidelijk invoert. Dus u voert tak(ken) in via de invoertrechter, de machine
begint met het verhakselen, u stopt na korte tijd even met invoeren door de
takken tegen te houden zodat de machine het materiaal goed kan uitvoeren.
vervolgens gaat u weer verder met invoeren en herhaal deze procedure. Geef de
machine dus regelmatig de tijd om het materiaal goed af te voeren. De duplex
messentrommel is niet geschikt voor het verwerken van loof of bijvoorbeeld
dunne resten” van struiken. De hakselaar is geen mulcher. Heeft u te maken met
veel loof aan takken zorg er dan voor dat er regelmatig dikkere takken worden
verhakseld om de uitworp optimaal te houden. Merkt u dat er verstopping
ontstaat, zorg dan u dit direct verwijdert. Doet u dit niet dan verbranden uw
aandrijfriemen en in het ergste geval de centrifugaal koppeling.
3
Aanwijzing
De fabrikant van deze machine is volgens het product aansprakelijkheidsrecht niet
verantwoordelijk voor schade, die aan of door deze machine ontstaat bij:
- oneigenlijk gebruik,
- het niet gebruiken volgens de richtlijnen in de gebruiksaanwijzing,
- reparaties door derden c.q. niet geautoriseerde vakmensen,
- het inbouwen of uitwisselen van niet originele onderdelen,
- gebruik waarvoor de machine niet bestemd is,
Het risico is dan volledig voor de gebruiker.
Door Lumag GmbH zelf gemaakte grafieken, foto’s, teksten en lay-outs zijn
volgens het recht ook eigendom van Lumag GmbH. Het kopiëren of gebruiken van
betreffende grafieken, foto’s teksten of lay-outs in andere elektronische of gedrukte
publicaties is zonder uitdrukkelijke toestemming van Lumag Gmbh niet
toegestaan.
4
INHOUDSOPGAVE
1. ALGEMEEN
2. INFORMATIE OVER GEBRUIKSAANWIJZING
3. GEBRUIKEN WAARVOOR GEMAAKT
4. LEVERINGSPAKKET
5. TECHNISCHE BESCHRIJVING
6. SPECIFICATIES
7. WERKTIJD BEPERKEN
8. MILIEU
9. SYMBOLEN
10. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
SPECIFIEKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
11. BEDIENINGSELEMENTEN
12. FUNCTIES
MOTOR
MACHINE
13. MONTAGE
14. VOOR DE EERSTE INGEBRUIKNAME
15. TANKEN
OLIE
BENZINE
BENZIN OPSLAG
TANKEN VAN DE MACHINE
16. INGEBRUIKNAME
VOORBEREDING VOOR GEBRUIK
MOTOR STARTEN
MOTOR UITSCHAKELEN
STOPPEN VAN DE MOTOR IN NOODSITUATIES
ONBELASTE TOERENTAL
17 HAKSELAAR GEBRUIKEN
WAT MAG U HAKSELEN
HAKSELEN
18. INSTANDHOUDING
GARANTIE
SMERING VAN DE HAKSELTROMMEL
BEVESTIGINGSCHROEVEN
VEILIGHIEDSCHAKELAAR
RUBBERFLAPPEN
BESCHERMING
MESSEN
5
AANDRIJFRIEMEN
LUCHTFILTER SCHOONMAKEN/ WISSELEN
BOUGIE CONTROLEREN EN VERVANGEN
VERWIJDEREN VAN SMEERMIDDELEN
REINIGEN
ONDERHOUDSSCHEMA
19. TRANSPORT
20. OPSLAG
21. PROBLEEMOPLOSSING
22. GARANTIE/ONDERHOUD/SERVICEDIENST
23. CE-CONFORMITEITSVERKLARING
24. BOUWDELEN VAN DE MACHINE
6
1. ALGEMEEN / INTRODUCTIE
Uw nieuwe Hakselaar HC10-NL is volgens de hoge Normen voor
betrouwbaarheid, eenvoudige bediening en veiligheid gemaakt. Wanneer de
machine goed verzorgd wordt is het een probleemloos te gebruiken machine,
maar onderhoud is zeer belangrijk.
2. INFORMATIE GEBRUIKSAANWIJZING
Deze handleiding bevat informatie en procedures voor het veilig gebruik en
veilige onderhoud van dit model. Voor uw eigen veiligheid
en om ongevallen te voorkomen, moet u in deze handleiding voor uw eigen
veiligheid zorgvuldig lezen, om vertrouwd te raken met het product en ze te allen
tijde te laten voldoen.
Lees vóór de installatie de gehele tekst van de inbedrijfstelling in de
Gebruiksaanwijzing. Maak jezelf met behulp van deze handleiding met het
apparaat, het juiste gebruik, evenals de veiligheidsinstructies
vertrouwt. Bewaar deze plaats gebruiksaanwijzing zodat de informatie altijd ter
beschikking staat.
3. GEBRUIKEN WAARVOOR GEMAAKT.
De benzine hakselaar is uitsluitend voor het verhakselen van bladverliezende
haag en boom takken tot aan het maximum van 8/10 cm.
Voor gespecificeerde diameter ( zie specificaties).
De hakselaar is niet geschikt om tuingrond te verhakselen. Wortels met daaraan
nog grond, stenen, glas, metaal, textiel, keukenafval, karton of plastic mogen
nooit worden gehakseld.
Snoeiafval van coniferen of soortgelijke dichte snoeiresten of varens
en andere groene planten kunnen verstoppingen veroorzaken!
Elk gebruik dat niet in overeenstemming is met de bovenstaande criteria, wordt
geacht niet conform de voorschriften te handelen. Het gebruik voor andere
doeleinden kan gevaarlijk of schade veroorzaken aan het apparaat.
Lumag GmbH zal niet aansprakelijk zijn voor de gevolgen van eventuele
vorderingen die voortvloeien uit het niet naleven van deze bepalingen
dienovereenkomstig.
LET OP!
Mensen die niet bekend zijn met de handleiding, kinderen, jongeren en
personen met alcohol, drugs en medicatie invloed moet het apparaat niet
bedienen.
7
4. LEVERINGSPAKKET
Controleer na het uitpakken de inhoud van de doos op
► volledigheid
► eventuele transportschade
Vermeld klachten direct naar de dealer of de fabrikant. Latere klachten
worden niet in behandeling genomen.
Als u de machine startklaar ontvangt zijn alle onderstaande onderdelen al
gemonteerd.
A. Benzine motor met hakselgedeelte
B. Invoertrechter
C. Uitwerpschacht
D. 2 x wiel
E. Invoerhulpstuk
F. Steunpoot
G. As
H. NOOD-STOP beugel
Daarnaast ontvangt u een bougiesleutel, veiligheidsbril, handschoenen (reserve
boutjes en moeren)
5. TECHNISCHE BESCHRIJVING
De hakselaar HC10-NL wordt aangedreven door een krachtige 4takt OHV
benzinemotor.
De hakselaar bestaat uit een grote vultrechter, een messentrommel voorzien van
twee messen en één contrames en wordt door twee aandrijfriemen aangedreven.
Het verhakselde materiaal wordt door de centrifugaal kracht via de
8
uitwerpschacht naar buiten geworpen. Door de hoek van de messen en de
positie van het contrames worden takken bijna volledig naar binnen getrokken.
Door de relatief hoge en verstelbare uitworpschacht kunt u eenvoudig bepalen
waar het gehakselde materiaal wordt opgevangen bijv. in een kruiwagen of big
bag etc.
Een brede as en wielen met luchtbanden maken een eenvoudig transport
mogelijk. Een steunpoot zorgt voor stabiliteit van de machine.
6. SPECIFICATIES/GEGEVENS
Model HC10-NL
Aandrijving 4 - takt OHV benzinemotor
Cilinderinhoud 196 cm ³
Nominaal vermogen 4,1 kW *
Toerental , max . 3600 omw / min
Snelheid van de messen 2400 U / min
Brandstof Normale loodvrije benzine
Brandstof capaciteit 3,6 liter
Motorolie SAE 10W - 30 of 10W - 40
Motorolie capaciteit 0,6 liter ~
Bougie Type F7RTC of een gelijkwaardige bougie
Trechter invoer tot max. 100mm Ø °
Gegarandeerd geluidsniveau LwA 111dB(A)
Operationele Gewicht 100 kg
° Max. te bewerken tak diameter, afhankelijk van de houtsoort en versheid.
* De werkelijke prestaties bij continu gebruik zullen door het gevolg van
operationele beperkingen en omgevingsfactoren waarschijnlijk lager uitvallen.
De technische specificaties zijn van toepassing op het moment van drukken en
kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
7. WERKTIJD BEPERKEN
In woon-en kleine stedelijke gebieden of op het terrein van ziekenhuizen en
verpleeghuizen mag de hakselaar niet worden bediend op zon- en feestdagen
(de hele dag) en op werkdagen van 20.00 tot 7.00 uur.
Raadpleeg ook de plaatselijke regelgeving voor bescherming tegen
geluidshinder
9
8. MILIEU
Gelieve afval (betreffende de machine zelf) naar een recyclingbedrijf te brengen
en niet als afval weg te gooien. Alle gereedschappen, slangen en verpakkingen
zijn na het sorteren geschikt voor recycling.
Neem contact op met uw plaatselijke afvaldienst voor de mogelijkheden om het
afval milieuvriendelijk te verwijderen.
9. SYMBOLEN Op de machine zijn symbolen aangebracht. Deze bieden
belangrijke informatie over het product of gebruiksinstructies daarom trend.
LET OP!
Dit gaat over uw veiligheid. Het symbool geeft een gevaar,
waarschuwing of voorzichtigheid.
Lees voor ingebruikname de gebruiksaanwijzing en
veiligheidsvoorschriften zorgvuldig door en houdt ze in acht.
Voor reinigings-, onderhoud -en reparatiewerkzaamheden moet u
de motor uitschakelen en daarnaast de bougiekabel losmaken.
Gezondheid en explosies ten gevolge van interne
verbrandingsmotor
De uitlaatgassen van de motor bevatten giftige koolmonoxide
elementen. Het verblijven in een koolmonoxide bevattende
omgeving kan leiden tot bewusteloosheid en de dood. Werken
niet in een afgesloten ruimte
De motor van hitte, vonken en vlammen verwijdert houden. Rook
niet in de nabijheid van de hakselaar!
Benzine is uiterst brandbaar en explosief. Voor het tanken, stop
de motor en laat deze afkoelen.
Loodvrije benzine ROZ 95 of hoger gebruiken
10
GEBODSTEKENS
Lees deze instructies volledig door voordat u de machine gaat gebruiken.
Anders zal het gevaar voor verwonding van de gebruiker en andere
personen toenemen.
Bij het werken met de machine, draag altijd oogbescherming.
Bij het werken met de machine, altijd gehoorbescherming te dragen.
Draag beschermende handschoenen.
Draag veiligheidsschoenen met stalen neus.
Controleer motorolie!
Oliepeil in elk geval na minimaal 8 uur ( bedrijfstijd ) controleren
Beschermings- en veiligheidsvoorzieningen mogen niet worden
verwijderd of gewijzigd.
Waarschuwing voor hete oppervlakken. Gevaar voor brandwonden!
Raak geen hete motoronderdelen aan. Deze blijven ook na het
uitschakelen van de machine warm (voor een langere tijd).
Waarschuwing gevaar in getrokken te worden! Als iemand in de
draaiende riem grijpt kan dit hand letsel veroorzaken. Vervang
riembescherming daarom bij defecten altijd.
WAARSCHUWING! Handen en voeten uit de buurt van draaiende
messen houden/ pas op bij de vultrechters bovenop en zijwaarts.
11
WAARSCHUWING! Handen uit de buurt van draaiende delen houden.
Raak alleen machine onderdelen aan, indien zij tot een volledige stop zijn
gekomen. Met draaiende motor nooit beveiligingen openen of verwijderen.
WAARSCHUWING! Risico voor rondvliegende objecten met draaiende
motor.
Er is een risico dat houtspaanders, takken, tuinafval of ander materiaal
plotseling wordt uitgestoten. Om deze reden moeten personen en
huisdieren nooit voor en naast de hakselaar staan.
Daarom bij een draaiende motor altijd een veilige afstand van ten minste
12 meter aanhouden.
Hakselen van verschillende type takken
Inworp trechter tot max. 100mm doorsnede afhankelijk van het type hout.
Type plaatje
Uitgerust met modelnaam, jaar en serie Nummer. Voor het
bestellen van onderdelen of service-informatie, moet u altijd
deze gegevens op geven.
Oude elektrische / motor apparaten kunnen worden gerecycled, en horen
niet in het huisvuil! Breng ze naar een milieuvriendelijke recycling plaats.
10. VEILIGHEIDVOORSCHRIFTEN
Algemene veiligheid
Aanwijzingen voor gevaren, waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen moeten
in acht worden genomen om het risico van persoonlijk letsel en materiële schade
en onjuist onderhoud te minimaliseren.
Men moet zich aan alle geldende veiligheidsvoorschriften en aan alle andere
Algemeen erkende veiligheid en gezondheid regels en voorschriften houden.
Bij het gebruik van de openbare weg zijn de geldende verkeersregels van
toepassing
De hakselaar is voor elk gebruik te controleren op verkeers-en
bedrijfsveiligheid.
Voorzichtig met roterend gereedschappen. Houd een veilige afstand!
12
Vervoer van personen op de hakselaar is niet toegestaan.
Wees voorzichtig met het nalopen van de hakselaar. Het snijmessen kunnen
lange tijd na draaien. Gedurende deze tijd, niet te dicht bij de hakselaar
komen en niet in de invoertrechter of zijinvoer trechter grijpen. Alleen wanneer de
snijmessen volledig tot stilstand zijn gekomen, de gashendel (8) in de stand
is geplaatst, de rode motorschakelaar op (OFF/ UIT) zetten en de
bougiekap is verwijderd dan pas is het toegestaan om te werken aan de
machine.
Voor vervoer op wagens of aanhangwagens moet u wachten tot de motor uit is
en wachten tot de snijmessen stilstaan. Haal dan de bougiekap van de bougie
en de benzinekraan (5) dichtdraaien (hendel naar rechts verschuiven ).
Vervoer de hakselaar alleen staand .
Bediening van de hakselaar met een hogere motor snelheid dan in de
specificaties ' aanbevolen kan leiden tot motorschade. Een hoge rotatiesnelheid
verhoogt het risico op ongevallen!
BEGRIJP HOE JE HAKSELAAR WERKT
Lees en begrijp de handleiding en de op de hakselaar aangebrachte
etikettering/symbolen. Raak hierdoor ook vertrouwd met de toepassingen en
beperkingen, evenals de daarmee verband houdende specifieke mogelijke
gevaren. Raak ook bekend met de operationele onderdelen en het juiste gebruik
ervan. Leer hoe u de Hakselaar moet stoppen en deze snel wordt
uitgeschakeld.
Zorg ervoor dat u alle instructies en veiligheidsinformatie in de handleiding heeft
gelezen en begrijpt. Probeer niet om de machine te bedienen, totdat u zich
vertrouwd heeft gemaakt met de machine en weet hoe u er vakkundig mee kunt
werken en ook alles weet van het onderhoud. Een onjuiste werking of bediening
door onervaren personen kan gevaar opleveren. Kinderen en jongeren jonger
dan 16, en niet geschoolde personen daarvoor is het gebruik van de machine
verboden.
Werken en gevarenzone
De gebruiker is verantwoordelijk voor derden welke zich in de werkruimte
(danger zone) bevinden.
Het verblijf in de gevarenzone ( minimum 12 meter ) van de hakselaar
is verboden voor andere mensen, vooral kinderen en huisdieren.
Controleer altijd vooraf de omgeving.
13
De hakselaar niet in een explosieve omgeving gebruiken of bloot
stellen aan regen.
Start de motor nooit in een afgesloten of slecht geventileerde ruimte (en laat hem
daar ook nooit draaien). De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide. Het verblijven
in koolmonoxide bevattende omgeving kan leiden tot bewusteloosheid en de
dood tot gevolg hebben. Werk met dit apparaat altijd buitenshuis.
Vóór aanvang van de werkzaamheden, dient het te bewerken oppervlak
zorgvuldig te worden geïnspecteerd. Verwijder alle vreemde voorwerpen zoals
stenen, draden, takken etc. Observeer goed of er verder vreemde voorwerpen
aanwezig zijn en verwijder ze altijd.
Houd uw werkomgeving schoon. Rommel kan leiden tot ongelukken. Gebruik de
machine nooit bij slecht zicht of weinig licht.
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
Bedien de hakselaar niet wanneer u moe bent of onder invloed van drugs,
alcohol of medicijnen die uw vermogen om te werken met de machine
beïnvloeden.
Zorg ervoor dat je goed gekleed bent. Draag zware, lange werkbroek met
beenbeschermers, veiligheidslaarzen, bij voorkeur met een stalen neus en
bestendige handschoenen. Draag geen loszittende kleding, korte broek of
sieraden van welke aard. Bindt lang haar op, zodat het boven schouderhoogte
hangt. Houd uw haar, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende
delen. Loszittende kleding, sieraden en lange haren kunnen gemakkelijk
verstrikt raken in bewegende delen.
Bij het in bedrijf nemen van de hakselaar draag dan ook altijd een
goede oog en gehoorbescherming.
Zorg altijd voor een vlakke en stabiele ondergrond. Zorg er ook voor dat u zelf op
een vlakke ondergrond staat. Werk niet op een helling: Voorzichtig: Gevaar
voor kantelen!
Bovendien heeft een hellingshoek consequenties voor de machine namelijk voor
de smering van de motor en dus kan dus onvermijdelijk een defect van
belangrijke onderdelen van de motor als resultaat hebben.
Ga altijd achter of naast de machine (operator zone) staan en nooit voor de
machine in het bereik van de uitworp.
14
Altijd uw gezicht en lichaam afwenden van de invoer trechter (zowel boven als
zijwaarts)
Controleer uw machine voor ingebruikname. Controleer de kappen en
beschermkappen op de juiste bevestiging en of ze in orde zijn. Zorg ervoor dat
alle moeren, bouten, enz. veilig en vast zijn aangetrokken, vooral de bouten van
van de snijmessen.
Bedien de machine niet als het zich in slechte mechanische toestand bevindt en
moet worden gerepareerd. Vervang beschadigde, ontbrekende of defecte
onderdelen voor gebruik. Controleer de machine op eventuele brandstof lekkage
en versleten messen.
Houd de machine in perfecte staat. Een machine, waarvan de motor schakelaar
( contactslot ) niet kan worden aan- en uitgeschakeld niet gebruiken. Defecte
schakelaars moeten worden vervangen bij een werkplaats. Maak er een
gewoonte van om te controleren of
alle gereedschappen zoals sleutels en moersleutels zijn verwijderd voordat u de
machine gaat starten. Een tang of een inbussleutel achtergebleven bij een
draaiend deel kan leiden tot letsel. Blijf alert en let op wat je doet. Gebruik je
gezond verstand bij het bedienen van de machine.
Overschat u zelf niet. Gebruik de machine niet op blote voeten, geen sandalen of
soortgelijke lichtgewicht schoeisel dragen. Draag veiligheidsschoenen die uw
voeten beschermen en zorgen voor een betere grip op een gladde ondergrond.
Houd altijd een goede, stabiele houding. In onverwachte situaties heeft u dan
meer controle over de machine.
Voorkom per ongeluk inschakelen. Zorg ervoor dat rode stop schakelaar op
"OFF/ UIT” = staat voordat u de machine vervoert, onderhoud, of het uitvoeren
van een dienst. Het vervoeren of onderhoud van de machine terwijl de motor
schakelaar op “on” staat kan erg gevaarlijk zijn.
15
Langdurig gebruik van machines kan leiden tot extreme trillingen en ver-
oorzaakt doorbloedingsstoornissen in de vingers, handen of polsen.
Symptomen zoals Gevoelloosheid, tintelingen, pijn, steken, verandering van
huidskleur of huid kan optreden. Indien deze symptomen optreden, een arts
raadplegen.
Het gebruik van geschikte handschoenen en regelmatige pauzes kunnen de
periode van gebruik verlengen. Merk echter op dat de persoonlijke aanleg voor
slechte doorbloeding en / of grote aangrijpende krachten aan de machine, de
gebruikstijd vermindert.
Veiligheid bij het gebruik van verbrandingsmotoren
Verbrandingsmotoren veroorzaken tijdens het gebruik en het tanken speciale
risico's. lees daarom altijd de waarschuwingen en de aanvullende
veiligheidsinstructies later in deze handleiding aangegeven. Doet u dit niet kan
leiden tot ernstig of zelfs dodelijk letsel.
De motor niet binnenshuis laten draaien of in garages of afgesloten ruimten.
Uitlaatgassen bevatten giftig koolmonoxide. Verblijf in een koolmonoxide
bevattende omgeving kan leiden tot bewusteloosheid en de dood.
Wees voorzichtig met hete motoronderdelen! Draaiende motoren produceren
hitte. Motoronderdelen, vooral de uitlaat, worden uiterst heet. Houd voldoende
afstand van hete oppervlakken en houd kinderen uit de buurt van de draaiende
motor.
Gebruik bij het vullen of aftappen van de brandstof een container die geschikt is
voor benzine maar vooral schoon is en zorg daarnaast voor een goed
geventileerde ruimte. Roken, vonken, open vuur en andere ontstekingsbronnen
zijn niet toegestaan in de buurt en bij het vullen van brandstof. Het vullen van de
brandstoftank in een afgesloten ruimte is niet toegestaan. Houd geaarde
geleidende voorwerpen zoals gereedschappen, kale, levende draden en
aansluitingen van elektriciteit verwijdert van elkaar en de motor om vonken te
vermijden. Deze kunnen ook gassen of dampen veroorzaken.
Voordat u de brandstof bijvult altijd de motor uitschakelen en de motor laten
afkoelen. Verwijder nooit de tankdop en vul nooit brandstof bij als de motor loopt
of nog heet is. Bij lekkende brandstofleidingen, moet de machine niet in werking
worden gesteld.
ZEKERHEID-VEILIGHEID
Draai de tankdop langzaam los zodat de bestaande druk in de tank langzaam
Kan afnemen. Laat de brandstoftank niet overlopen ( er mag geen brandstof
16
boven de bovengrens merk lijn komen). Gebruik geschikte vul hulpmiddelen
(trechter).
Schroef de tankdop op de brandstoftank. Veeg gemorste brandstof onmiddellijk
weg. Gebruik het apparaat niet zonder dat de tankdop stevig vastgeschroefd zit.
In de buurt van gemorste brandstof, mag absoluut geen ontstekingsbron zijn. Als
brandstof wordt gemorst, verwijder de machine vanaf de betreffende plek
Probeer niet om de motor te starten, en vermijd ontstekingsbron totdat eventuele
brandstof dampen zijn verdreven.
Bewaar de cans/ blikken die speciaal voor dit doel goedgekeurd zijn.
Bewaar de brandstof op een koele, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van
hitte, open vuur en ontstekingsbronnen. Brandstof, of de machine met brandstof
in de tank, mag nooit worden opgeslagen in een ruimte waar hij in contact met
vonken, open vuur of een andere een ontstekingsbron, zoals boiler, oven,
droger en dergelijke kan komen. De motor moet afgekoeld zijn voor u de
machine in een afgesloten ruimte opslaat.
Veiligheid bij het gebruik en het onderhoud van de machine
Til of vervoer de machine nooit met draaiende motor. De machine niet
overbelasten. Blijf werken binnen de gespecificeerde ruimtes/marges.
Raak de belangrijkste instellingen van de motor niet aan zet het toerental van de
motor niet te hoog. Als u niet aan het hakselen bent mag de motor niet worden
gebruikt bij een hogere snelheid.
Gebruik het apparaat niet zonder bescherming en veiligheidsvoorzieningen.
Niet aanwezige beschermingen vormen een gevaar voor de veiligheid en kunnen
ernstig letsel veroorzaken.
De machine niet zonder inworptrechter gebruiken
Houd handen en voeten uit de buurt van draaiende
delen. Vermijd contact met hete brandstof, olie, uitlaatgassen en hete
oppervlakken. Raak nooit de motor of uitlaat met draaiende motor aan ook niet
na het stoppen. Deze gebieden zijn erg heet en kunnen brandwonden
veroorzaken. Wilt u onderhoud uitvoeren zorg dan dat de frees een bepaalde tijd
afgekoeld is.
Als de hakselaar ongewoon sterk lawaai begint te maken of te schudden, zet
de motor dan onmiddellijk uit. Koppel de bougiekabel los en probeer om de
oorzaak van de storing te vinden. Ongewone geluiden of bewegingen zijn
gewoonlijk een waarschuwing voor problemen.
Bij verstoppingen in de inworp de machine direct uitschakelen.
Bougiekap van de bougie verwijderen en wacht tot de machine volledig tot
stilstand is gekomen. Elimineer de fout onmiddellijk.
17
Gebruik altijd originele accessoires. Het gebruik van andere toepassing
gereedschappen en andere accessoires kunnen onvoorspelbare schade aan de
machine of het risico van letsel voor de gebruiker betekenen.
Controleer de machine op een verkeerde uitlijning of vastgelopen onderdelen,
breuk van onderdelen en dergelijke, om de functionaliteit en de betrouwbaarheid
van het apparaat te verzekeren. Het regelmatig onderhoud van de hakselaar
is essentieel voor het behoud van de veiligheid en de prestaties van het
apparaat.
Houd de motor en de uitlaat vrij van gras, bladeren, overtollig vet of uitlaat
resten om het risico op brand te verminderen. Gebruik geen benzine of andere
ontvlambare oplosmiddelen voor het reinigen van machine -onderdelen.
Dampen van brandstoffen en oplossingen kunnen exploderen.
Giet of spuit het apparaat nooit af met water of een andere vloeistof. Houd de
handgrepen droog, schoon en vrij van vreemde voorwerpen. Reinig deze na
gebruik. Let op de wet- en regelgeving voor het bedienen van materialen en wat
te doen met voorraden vervuilde onderdelen om het milieu te beschermen. Gooi
de gebruikte materialen bij de milieu straat in de geschikte afvalbakken.
Laat de Hakselaar nooit onbeheerd achter terwijl de motor draait.
Verlaat u de hakselaar zet dan de motor af en bescherm de machine tegen
onbevoegd gebruik. Voor modellen met een contactsleutel, ontkoppel deze en
anders de kap van de bougie aftrekken. Zet de motor bij gebruik met een
stationair toerental buiten het bereik van kinderen.
Service-veiligheid
Voer geen onderhoud of reiniging uit met een draaiende motor. Bewegende
onderdelen kunnen ernstig letsel veroorzaken. Alvorens onderhouds-en
reparatiewerkzaamheden uit te voeren moet u altijd de bougie verwijderen. Zorg
er op voorhand voor dat de motor schakelaar op OFF ( UIT ). Een toevallige start
- up wordt voorkomen.
Altijd aandacht besteden aan de betrouwbare staat van de hakselaar vooral
het brandstofsysteem moet nagekeken worden.
Zorg ervoor dat beschermende delen en uitrustingsstukken geen beschadigingen
hebben, ze moeten regelmatig worden gecontroleerd en indien nodig
vervangen.
Beschadigde snijmessen ( gebarsten, versleten of anderszins
beschadigd ) moeten onmiddellijk worden vervangen. Bij het vervangen van de
frezen wel geschikte hulpmiddelen gebruiken en draag ook beschermende
handschoenen. Check altijd of moeren en bouten goed vastzitten en indien
18
nodig natrekken.
Zorg ervoor dat alle beschermkappen, riemen en handgrepen goed en stevig
zijn aangesloten en bevestigd. Na de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden,
altijd de beschermings-en veiligheidsvoorzieningen op de machine bevestigen en
in de gewenste positie plaatsen.
Gebruik alleen goedgekeurde onderdelen. Deze machine voldoet aan alle
geldende veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen door een erkend
servicecentrum of ons service team worden uitgevoerd. Vervang beschadigde of
versleten machineonderdelen met originele onderdelen. Dit zal ervoor zorgen
dat de veiligheid van de machine nog steeds gehandhaafd blijft.
Elektrisch systeem
Mensen met cardiale pacemakers mogen terwijl de motor draait niet de
stroomdoor voerende onderdelen van het ontstekingssysteem aanraken.
Specifieke veiligheidsvoorschriften
Bijzondere veiligheidsmaatregelen hakselaar.
Bij het starten van de motor, niet voor de hakselaar staan.
Om letsel te voorkomen, houdt de vingers, handen en voeten uit de buurt van
het zij en boven inworp.
Gebruik de Hakselaar altijd van achteren of zijwaarts. Het is verboden voor het
Apparaat te staan wanneer deze in werking is.
Bij onjuist gebruik van snijmessen kan het voor een aanzienlijke schade zorgen.
Zorg ervoor dat de messen goed zijn geïnstalleerd en goed bevestigd.
Anders kan het leiden tot ernstig letsel. Gebruik het apparaat nooit zonder
beschermkappen.
Bij het eventueel aanscherpen van de messen altijd een veiligheidsbril en
handschoenen dragen
Plaats nooit gereedschap of andere voorwerpen onder de hakselaar.
Wanneer het apparaat met iemand in aanraking komt direct de motor
uitschakelen en de bougie verwijderen. Controleer de machine op
beschadigingen. Laat de schade eerst herstellen voordat u de machine weer
Gaat starten en verder werken. Als er sprake is van blokkades in de uit-invoer,
stop de motor, verwijder de bougie en maak de messen en invoer met een
geschikt gereedschap schoon. Gebruik de machine nooit op een te hoge
snelheid.
Gebruik de machine nooit op nat gras. Een slechte voet ondersteuning kan ertoe
leiden dat u kunt uit glijden.
Zet de motor uit als de messen sterk vertragen of wanneer u het apparaat wordt
19
verplaatst van de ene locatie naar de andere.
Bij eventuele verstoppingen rond de snijmessen de motor uitschakelen,
bougiekap verwijderen en het vuil verwijderen
Gebruik de Hakselaar alleen als de machine op volle toeren draait.
Gebruik de hakselaar alleen met scherpe messen om terugslag te voorkomen.
Gebruik de machine altijd op een stevige, vlakke ondergrond.
Pauzeer regelmatig tijdens het werk. Trillingen of herhaalde bewegingen kunnen
schade aan handen en armen veroorzaken.
Rest gevaren risico's en beschermende maatregelen
Mechanische gevaren
De hakselaar kan kleding, snoeren, draden, en andere mensen, lichaamsdelen
vastgrijpen en in de machine trekken.
zoek te hakselen materialen af naar vreemde-losse voorwerpen en
verwijder ze. Draag nauwsluitende kleding.
Draaiende onderdelen zoals de snijmessen kunnen bewegende en losse kleding
naar binnen trekken.
→ In principe strakke beschermende kleding dragen. Geen sjaals,
omslagdoeken dragen.
Het niet geconcentreerd gebruiken van de Hakselaar kan ernstig letsel
veroorzaken.
Verwondingen: Het onvoorzichtig invoeren van te hakselen materialen kan tot
ernstige verwondingen lijden.
Te hakselen materialen voorzichtig invoeren. Laat de hakselaar de takken rustig
verwerken. Geleidt de takken dus naar binnen. Als u merkt dat de machine de
aanvoer niet goed verwerkt het materiaal terugtrekken en opnieuw rustig
invoeren. Nooit handen gebruiken om het materiaal aan te drukken.
Takken eerst met de dikke kant invoeren aan de zijinvoer. Niet te hard drukken.
De machine bepaalt zelf de snelheid van invoer. Zorg dat u stevig staat.
Verwaarlozen van ergonomische principes
Slordig gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM )
Onzorgvuldig gebruik of nalaten van persoonlijke beschermingsmiddelen kan
leiden tot ernstig letsel.
→ Draag voorgeschreven beschermingsmiddelen.
20
Menselijk gedrag, wangedrag
→ Wees altijd volledig gefocust bij het werken.
Restrisico - kan nooit worden uitgesloten.
Elektrische rest gevaren
Elektrisch contact
Wanneer u de bougie aanraakt, kan dit een elektrische schok veroorzaken
wanneer de motor draait.
Raak de bougie of de bougie niet aan met draaiende motor.
Thermische rest gevaren
Brandwonden
Het aanraken van de uitlaatpijp / behuizing kan brandwonden veroorzaken.
→ Laat motor altijd af koelen.
Blootstelling aan lawaai
gehoorverlies
Langdurig, onbeschermd werken met de Hakselaar kan leiden tot
gehoorbeschadiging.
→ In principe, gehoorbescherming dragen.
Contact, inademing
De uitlaatgassen van de motor kan een gevaar voor de gezondheid opleveren.
→ De motor alleen buitenshuis gebruiken en neem regelmatig een pauze.
Brand, explosie
Brandstof is licht ontvlambaar.
→ Terwijl het werk en tijdens het tanken is het verboden te roken en in de buurt
van open vuur te zijn.
Andere gevaren
Uitglijden, struikelen of vallen van mensen
Op een onstabiel oppervlak, kunt u schade veroorzaken doordat u omvalt.
→ Zorg ervoor dat er geen obstakels zijn in het werkgebied. Zorg altijd dat u
stevig staat en draag veiligheidsschoenen.
Wat te doen in een noodgeval
Bij een mogelijke ongeval zorg voor eerste hulp maatregelen en verzoeken zo
snel mogelijk om gekwalificeerde medische hulp.
Als u om hulp vraagt, geef de volgende informatie door:
- Waar het gebeurde
- Wat is er gebeurd
- Hoeveel gewonden
- Aard van de verwondingen
21
- Wacht op vragen
11. BEDIENINGSELEMENTEN
1. HAKSELAAR
1. UITWORPKLEP
2. UITWERPSCHACHT
3. BENZINEMOTOR
4. STEUNPOOT
5. HAKSELTROMMEL
6. WIEL
7. INVOERTRECHTER
8. NOOD-STOP BEUGEL
9. INVOERHULPSTUK
22
2. Benzinemotor
1 motor schakelaar
2 Knop trekstarter
3 Trekstarter
4 Choke hendel
5 Benzinekraan
6 luchtfilter
7 Uitllaat
8 Gashendel
9 bougie, bougiedop
10 Olievulplug met peilstok
11 Olieaftapplug
12 brandstoftank
13 tankdop
12. FUNCTIES
MOTOR
Motor schakelaar ( 1 )
In gevaarlijke situaties snel de contactsleutel op "OFF/ UIT" zetten
De motor wordt uitgeschakeld (ontsteking kortgesloten ).
Er is nog een tweede schakelaar waar u de machine kunt uitschakelen en dat is
de rode beugel om HET INVOERHULPSTUK (8)
Om de motor te starten, moet de motor eerst in stand "ON" worden geplaatst.
Trekstarter, terugloopstarter ( 2 +3 )
De starter is ontworpen als een magnetische ontsteking met veer teruggang.
Verkeerd gebruik kan de trekstarter beschadigen. Nooit de kabel/touw van de
trekstarter rond uw hand draaien. Het touw maximaal 50% uit trekken, dus korte
slagen. Lange slagen kunnen de trekstarter vernietigen.
Chokehendel ( 4 )
De chokehendel opent en sluit de choke van de carburateur. De choke wordt
altijd gebruikt voor het starten van een koude motor.
Benzinekraan ( 5 )
De brandstofklep opent en sluit de verbinding tussen de tank en de carburateur.
Luchtfilter ( 6 )
De luchtfilter bestaat uit een voorfilter van schuim en een papieren filterelement.
Het bevindt zich onder deksel ( 6 ). Een vuile luchtfilter wordt zichtbaar voor de
gebruiker door middel van het onregelmatig lopen van de motor en zwarte rook.
Uitlaat ( 7)
23
De uitlaat van de motor is zeer warm als de motor draait. Raak de uitlaat niet
aan als deze warm is. Gevaar voor brandwonden!
Gashendel ( 8)
Het toerental kan met de (gas)hendel aan de motor worden geregeld. Als de
gashendel terug wordt gesteld in de stationair stand stopt de mestrommel met
draaien
Bougie, bougiedop ( 9)
De bougie van de motor bevindt zich onder de bougiedop. Bij het afstellen en
het onderhoud moet u altijd de bougiedop van de bougie verwijderen.
.
Olievulplug met peilstok (10)
De motorolie wordt bijgevuld na het verwijderen van de olievulplug. Als u olie
heeft bijgevuld en u kijkt in de invoer dan moet u de olie zien staan (mag er niet
uitlopen). U mag ook de olievulplug/peilstok gebruiken. Deze dan niet in de
opening draaien.
Olieaftapplug (11)
De olieaftapplug bevindt zich aan de achterzijde van motor.
Brandstoftank (12)
Onder de tank bevindt zich de brandstofkraan
Tankdop (13)
Centrifugaalkoppeling
Op de as van de motor bevindt zich een centrifugaal koppeling. Als het
toerental van de motor omhoog gaat neemt de centrifugaal koppeling
de twee aandrijfriemen mee en begint de messentrommel te draaien.
LET OP! Als u de hakselaar overbelast (continue aanvoer van materiaal,
verstopping, teveel loof, te dikke/harde takken) dan zullen de riemen op
een gegeven moment gaan slippen over de poelies. De motor (met daarop
de centrifugaal koppeling) blijven draaien maar kunnen de poelie met de
messen trommel niet meer rond draaien. Dit “slippen” kan tot gevolg
hebben dat de riemen gaan “verbranden” door de hitte en uiteindelijk
zullen de aandrijfriemen knappen. Dus merkt U dat de messentrommel niet
meer goed rond draait controleer dan altijd de
invoertrechter/messentrommel voor de oorzaak en pas het invoeren van
materiaal aan.
24
Veiligheidsschakelaar
Nood stop beugel (8) bij
invoertrechter
De motor kan ingeval van
gevaar/nood door een druk tegen
de rode hendel
gestopt worden.
Let OP! De mestrommel zal
nog enige tijd nalopen en niet
direct stoppen
als u de machine uitzet.
U kunt ook de schakelaar op de
motor gebruiken om de machine uit te
schakelen.
Uitworp klep (1)
De uitworp afstand kunt U met deze klep zelf instellen.
Invoertrechter (7)
De invoertrechter kan voor het reinigen van de messentrommel, voor het
opheffen van verstoppingen of voor het wisselen van de messen verwijdert
worden.
Voor ingebruikname moeten de veiligheidskappen en de invoertrechter
worden geplaatst.
Let op! De machine nooit aan de invoertrechter of uitworptrechter
opheffen.
13. MONTAGE
De machine bestaat uit delen die zwaarder kunnen zijn als 20 kilo. Daarom
deze delen met tweepersonen plaatsen
- Benzine motor met rotor (mestrommel)
- Invoertrechter
Als de machine niet is opgebouwd gaat uw dan als volgt te werk:
De machine altijd met meerdere (2 of 3) personen opbouwen en nooit met een
draaiende motor werken.
25
STEUNPOOT MONTEREN:
De steunpoot wordt aan het rotor gedeelte vastgemaakt.
De steun poot met 2 bouten M10x35 bevestigen (sleutel maat 16+17). Om dit
eenvoudig uit te voeren de machine door een 2
e
persoon naar achter laten
kantelen. De steunpoot is enigszins rond gebogen en moet naar de zijde van de
motor wijzen. Makkelijker: het grootste gedeelte van het rubber aan de poot zit
aan de zijde van motor.
Wielas (G) en wielen monteren:
De motor licht achterover hellen en de as door de buis schuiven (andere zijde
dan steunpoot). De twee gaten in de buis moeten overeen komen met de gaten
in de as. Daar steekt u de twee inbusbouten door heen en monteert de moeren
(incl. sluit en borgingsringen).
Schuif aan beide zijden van de as een sluitring op de as. Vervolgens schuift u het
wiel op de as (let op dat het ventiel aan de buitenzijde zit). Schuif opnieuw een
sluitring over de as (Afb. 1) en blokkeer het door het plaatsen van een splitpen
door de as (afb. 2). Doe dit ook aan de andere zijde.
26
LET OP HET GEWICHT!
Alle boutbevestigingen nogmaals goed nalopen en eventueel natrekken.
INVOERTRECHTER (7) MONTEREN:
De invoertrechter met twee personen optillen en zo positioneren dat de 2 pennen
(E) aan de linkerzijde van de invoertrechter in de 2 houders (F) in de basis van
de hakselaar. Daarvoor dient U de invoertrechter niet in lijn met de hakselaar te
houden maar aan de zijkant. Nadat de pen en houder zijn verbonden draait u de
invoertrechter op zijn plaatst. Doe dit met behulp van een tweede persoon en zet
vervolgens de invoertrechter vast met twee moeren sluitringen en veerringen.
Let op! Verwondingsgevaar
Grijp niet in de messenwals. Aansluitend de 2 moeren nogmaals goed
natrekken.
E
F
F
F
27
INVOERHULPSTUK (9) MONTEREN.
De 5 bouten (zie afbeelding) losdraaien en vervolgens het invoerhulpstuk
monteren aan de invoertrechter. De 5 bouten bevestigen en goed vastzetten.
NOOD-STOP BEUGEL (8) MONTEREN.
De noodstop beugel monteren door de uiteinden in de aanwezige gaten op de
machine te steken (gaten zitten op de rode beugel op de invoertrechter). De
noodstop beugel vast zetten met twee (bijgeleverde) splitpennen.
NOOD-STOP BEUGEL (8) aansluiten.
Vanuit de noodstop beugel komt een kabel onder aan de invoertrommel
tevoorschijn. Maak de kabel goed vrij zodat u de volle lengte kunt gebruiken.
Kabel (a) in de kabelschoen van kabel (b) steken. Aansluitend het oog van de
kabel (c) aan de motor bevestigen (d). Hiervoor het boutje van de oliebewaking
(koper kleurig blokje = D) losdraaien en vervolgens het boutje door het oogje
steken en het boutje weer vastdraaien (is aarde bevestiging). Let op. Er moet
nog een draad worden aangesloten op dit punt.
28
VEILIGHEIDSCHAKELAAR INVOERTRECHTER AANSLUITEN.
Als u de invoertrechter opent ziet u aan de rechter onderzijde een veiligheid
schakelaar. Als de invoertrechter opengaat valt de motor uit.
Recht onder de schakelaar vindt U een kabel welke u ook nog moet aansluiten.
Kabel (a) in de kabelschoen van kabel (b) steken. Aansluitend het oog van de
kabel (c) aan de motor bevestigen (d). Hiervoor het boutje van de oliebewaking
(koper kleurig blokje = D) losdraaien en vervolgens het boutje door het oogje
steken en het boutje weer vastdraaien (is aarde bevestiging).
29
UITWERPSCHACHT (2) MONTEREN.
De uitwerpschacht zo positioneren dat de bevestigingsgaten met het wals/rotor
gedeelte overeen komen met de gaten in de uitwerpschacht. Met
behulp van een tweede persoon de invoertrechter met vier bouten,
sluitringen en veerringen vastzetten. Let op! Grijp niet in de messenwals.
Aansluitend alle 4 bouten nogmaals goed natrekken.
Alle boutbevestigingen nogmaals goed nalopen en eventueel natrekken.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
De motor van de hakselaar is normaal gesproken niet met benzine en motorolie
geleverd. Koopt u de machine bij een Matom dealer dan wordt deze vaak
startklaar geleverd. Olie is dan al bijgevuld. U moet alleen benzine toevoegen
lees: BENZINE TANKEN van de hakselaar
15. TANKEN
LET OP!
U mag de in dit hoofdstuk beschreven HANDELINGEN ALLEEN UITVOEREN
nadat u alle veiligheids instructies hebt gelezen en de veiligheidsinstructies ook
hebt begrepen. Het beïnvloedt uw persoonlijke veiligheid!
OLIE
Voor de inbedrijfstelling van de motor moet olie worden bijgevuld! Geen of te
weinig olie kan leiden tot onherstelbare schade aan de motor. In dit geval,
distantiëren dealers en fabrikanten zich van enige aanspraak op garantie.
30
Gebruik motorolie met de specificatie 10W - 30 of 10W - 40.
Olie vulplug uit de motor verwijderen.
Voeg motorolie tot aan de eerste draad van de vulopening.
Draai de vuldop weer dicht.
Olieresten / vuil wegvegen a.u.b.
Motorolie capaciteit: 0,6 liter. Nooit te veel olie toevoegen.
Als olie SAE 30 onder de 10 °C wordt gebruikt kan er ernstige schade ontstaan
aan de motor (cilinder) door onvoldoende smering.
Voor het controleren van het oliepeil moet het apparaat op een vlakke
ondergrond te staan en zijn uitgeschakeld.
Verwijder de olievul plug (er zitten er twee op het motorblok, welke u gebruikt
maakt niet uit).
Veeg olie van de peilstok.
Vulplug terug in de opening stoppen, niet vast schroeven.
Trek de vulplug uit de vul opening.
Oliepeil op de peilstok testen. Het oliepeil moet tussen de MIN en MAX ( L en H )
zijn.
Als het oliepeil te laag is ( MIN of minder) dan gelijkwaardige motorolie bijvullen.
BENZINE
Gezondheid en explosies ten gevolge van de verbrandingsmotor.
In de uitlaatgassen van de motor is giftige koolmonoxide aanwezig. Het
verblijven in een koolmonoxide bevattende omgeving kan leiden tot
bewusteloosheid en de dood. Laat de motor niet draaien in een
afgesloten ruimte.
De motor beschermen tegen hitte, vonken en vlammen. Rook niet in de
nabijheid van de hakselaar!
Benzine is uiterst brandbaar en explosief. Voor het tanken, stop de
motor en laat afkoelen. Motorschade! Gevaar voor schade aan de motor
veroorzaakt door verkeerde brandstof.
31
Gevaar voor schade aan de motor veroorzaakt door verkeerde
brandstof. Gebruik alleen benzine met ROZ 95 of hoger maar bij
voorkeur ASPEN4 (benzine welke houdbaar is).Gebruik
uitsluitend verse brandstof. Benzine heeft een beperkte houdbaarheid. In
geen geval 2 - takt benzine, diesel of niet- goedgekeurde brandstoffen
tanken.
Alleen normale loodvrije benzine met een octaangetal van ROZ 95 of hoger
gebruiken voor deze motor. Gebruik alleen verse en schone brandstof of
alkylaat benzine (zoals ASPEN4). Water of
vuil in de benzine kan het brandstofsysteem beschadigen.
Tank Volume: 3,6 liter
Tank in een goed geventileerde ruimte met uitgeschakelde motor. Als de motor
gedraaid heeft, laat deze eerst afkoelen. Laat de motor nooit draaien in een
ruimte waar benzinedamp vuur of vonken kunnen ontstaan of aanwezig zijn.
Benzine is uiterst brandbaar en explosief. Mensen kunnen brandwonden of
ander ernstig letsel oplopen wanneer benzine wordt gewerkt.
Bij het tanken strikt naleven:
Stop de motor en laat deze ten minste 10 minuten afkoelen voordat u de tankdop
verwijderd.
Motor van hitte, vonken en vlammen verwijdert houden.
De brandstof buiten of in een goed geventileerde ruimte in de tank schenken.
Om ruimte voor de uitzetting van benzine mogelijk te maken (er ontstaat gas) de
tank niet volledig vullen maar tot aan de onderste rand van het filter.
Blijf met benzine uit de buurt van vonken, open vuur, waakvlammen,
warmtebronnen en andere ontstekingsbronnen.
Als er brandstof gemorst wordt, wacht dan tot het verdampt is voordat de motor
Gestart wordt.
BENZINE OPSLAAN
Brandstoffen zijn beperkt houdbaar. Oude brandstoffen of brandstof mengsels
kunnen startproblemen veroorzaken. Sla slechts zoveel brandstof op als je
verbruikt in een maand. Bewaar brandstof alleen in cans die speciaal voor dit
32
doel goedgekeurd zijn. Bewaar brandstof cans op een droge en veilige plek.
Bewaar brandstof cans buiten bereik van kinderen.
BRANDSTOFTANKEN VAN DE HAKSELAAR
Reinig de omgeving van de tankdop (13 ) en verwijder vuil en smeer.
Verwijder de tankdop voorzichtig (er kan nog druk in de tank aanwezig zijn).
Giet de benzine zorgvuldig in de tank. Om ruimte voor de uitzetting van benzine
mogelijk te maken (er ontstaat gas) de tank niet volledig vullen maar tot aan de
onderste rand van het filter. Schroef de tankdop goed vast.
Veeg gemorste benzine onmiddellijk weg.
16. INGEBRUIKNAME
Voorbereidingen voor gebruik:
Controleer of alle veiligheidskappen aanwezig zijn en functioneel.
Gebruik de hakselaar alleen op een vlakke ondergrond. Gevaar voor omkiepen
ten allen tijde uitsluiten.
Gebruik de machine alleen buiten. Houdt minstens 3 meter afstand van de
machine en plaats de machine niet dichter dan 3 meter bij huizen of andere
vaste voorwerpen.
Controleer of u alle veiligheidsmaatregelen in het geheugen heeft, zoals
beschreven in de gebruiksaanwijzing.
Controleer of de omgeving vrij is van vreemde voorwerpen zoals elektrische
leidingen, gaas.
Gebruik gehoorbescherming, bril.
Controleer of de werkplek en in het bijzonder de hakselaar zelf vrij is van metalen
voorwerpen ( draden, nagels, spijkers enz. ). Deze objecten kunnen worden
weggegooid, met persoonlijk letsel en schade aan apparatuur tot gevolg.
Houd een minimale afstand van 3 meter tussen de andere mensen, kinderen,
dieren en de machine in acht. Objecten kunnen worden weggegooid en daarbij
mensen of dieren ernstig verwonden.
Stel een werkgebied in van 3 meter breed en 12 meter lang gerekend vanaf de
uitwerptrechter. Bij het hakselen kunnen stenen, hakselresten etc., uit de
uitwerptrechter vliegen dus neem absoluut het werkbereik in acht. Let ook op
voertuigen, glasvensters en andere voorwerpen in de uitwerpomgeving.
Sterk beschadigde of verbogen messen moet u door nieuwe vervangen.
Bedienerbereich (waar u zich mag bevinden). Gefahrenbereich: waar u zich
absoluut niet mag bevinden.
33
De hakselaar alleen in gebruik nemen als alle messen juist gemonteerd zijn.
Zorg ervoor dat alle veiligheids kappen zijn gemonteerd
Tijdens het hakselen, moeten de messen geen harde voorwerpen
( zoals beton, steen ) kunnen raken. Dit veroorzaakt schade aan de
machine en messen. Messen die krom of beschadigd zijn vervangen.
Controleer het oliepeil en brandstof en indien nodig bijvullen.
Controleer de bandenspanning (ca. 1,7 bar).
Controleer de messen. Kijk of ze vrij kunnen ronddraaien en of ze goed zijn
bevestigd. Botte messen kunnen nageslepen worden.
Let er ook op dat alle beschermkappen stevig en juist gemonteerd zijn.
Controleer de toestand van het luchtfilter, brandstofleidingen en aansluitingen op
lekkage en mechanische schade en de brandstoftank op scheuren en lekken.
Controleer of de motor stopt knop werkt. Start de motor en laat deze een paar
seconden draaien.
Start de motor nooit in gesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten
koolmonoxide, dit is zeer giftig bij inademing!
Waarschuwing voor hete oppervlakken!
De uitlaat en andere motoronderdelen worden extreem heet tijdens het
gebruik. Raak nooit de hete motor aan. Houd voldoende afstand van hete
oppervlakken en houd kinderen uit de buurt van de draaiende motor.
MOTOR STARTEN ( afb. 1-6 )
Controleer of de dagelijkse zorg werd uitgevoerd volgens het onderhoudsschema
34
Controleer of er voldoende brandstof in de tank.
De motor alleen starten als de snijmessen vrij kunnen draaien.
DE MACHINE STARTEN MET DE TREKSTARTER.
1. Duw de benzinekraan ( 5 ) om te openen naar rechts.
2. In koude toestand de chokehendel ( 4) naar links op " CLOSE /
GESLOTEN " zetten. In de warme toestand de chokehendel ( 4 ) naar
rechts schuiven op " OPEN / GESLOTEN “. Veelal wordt de motor
gestart met de chole hendel naar links.
3. Motor gashendel ( 8 ) van de " SLOW / langzaam" positie iets
naar de “FAST” schuiven.
4. Motorschakelaar op "ON / AAN zetten.
5. Langzaam aan de Trekstarter ( 2 ) trekken tot u weerstand voelt, trek
dan krachtig aan de trekstarter en laat deze daarna weer langzaam
oprollen.
6. Als de chokehendel ( 4 ) bij de start van de motor is ingesteld op " CLOSE “,
zet deze nu tijdens het opwarmen van de motor geleidelijk weer op "
OPEN “. Motor gashendel ( 8 ) voor het gebruik langzaam volledig openen
oor deze langzaam richting de te schuiven.
35
De motor uitschakelen (AFB 1-3):
1. Gashendel ( 8 ) in de stationaire stand " SLOW / LANGZAAM " plaatsen.
2. Motorschakelaar in de positie (OFF) zetten.
3. Aansluitend de brandstofkraan (5) om af te sluiten naar links schuiven op
„OFF “
Eventueel bougiedop er af halen ( 9) = beveiliging tegen ongeoorloofd gebruik!
Het plotseling uitschakelen van de motor in een volgas positie kan tot motor
schade leiden.
STOPPEN VAN DE MOTOR IN NOOD
Om de motor in geval van nood te stoppen simpelweg de NOOD-STOP beugel
(8) INDRUKKEN.
U kunt de motor ook met de Motorschakelaar uitschakelen door deze op de
stand OFF te zetten.
STATIONAIRSNELHEID
Als u niet gaat hakselen, gashendel ( 8 ) in de stationair positie (SLOW) zetten
om de belasting van de motor te verminderen. Vermindering van het toerental bij
stationair draaien verlengt de levensduur van de motor, het
brandstofverbruik en vermindert het geluidsniveau.
STOPPEN
Na voltooiing van het werk, of in geval van storing, als volgt te werk gaan:
1 Verminder het motortoerental, d.w.z. de gashendel ( 8 ) in de stationair
positie.
2 Als de motor zwaar is belast, deze dan nog 2-3 minuten laten draaien zonder
belasting bij lage snelheid.
3 Wacht ca. 20 seconden totdat de messen volledig tot stilstand komen.
4 Zet de motorschakelaar op de OFF STAND.
5 Benzinekraan ( 5 ) afsluiten.
17. HET HAKSELEN
Controleer als laatste:
- De machine op losse bouten en moeren
- Eventueel beschadigde rubberflap bij invoertrechter eerst vervangen
- Controleer de NOOD-STOP beugel
- Zijn alle beschermkappen juist aangebracht
- Motoroliestand
- Scheuren of gescheurde lasnaden in het plaatwerk
36
- Beschadiging of breuk van de messenwals.
De plaats waar u zich bevindt tijdens het hakselen is aan de zijkant of achter het
apparaat. Nooit in het gebied van de uitwerp opening gaan staan.
Nooit in aan- of afvoerschachten grijpen.
Draag altijd strak om het gelegen gedragen kleding (niet loshangend) en
persoonlijke beschermingsmiddelen (PSA).
Houdt uw gezicht en lichaam altijd weg van vulopeningen.
Handen en andere lichaamsdelen en kleding niet in de nabijheid van de
invoertrechter of uitvoertrechter houden of in de buurt van andere bewegende
delen.
LET OP! Bij het hakselen altijd een veiligheidsafstand in acht nemen.
Lang te hakselen materiaal dat uitsteekt boven de trechter of zijinvoer, kan
terugveren wanneer het naar binnen wordt getrokken door de messen.
Vóór het starten dient u ervoor te zorgen dat er geen restmaterialen in de
hakselaar (in en uitvoertrechter controleren).
Pas na het bereiken van het maximum motortoerental moet worden begonnen
met hakselen.
Het apparaat niet kiepen met een draaiende motor.
Bij het laden van de trechters, zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen,
zoals spijkers, draad, stenen etc. in de hakselaar komen.
Schakel onmiddellijk de motor uit als blokkades in de inlaat-en afvoer van de
machine ontstaan of bij uitzonderlijke lawaai of trillingen. Verwijder de bougiedop
en altijd eerst wachten tot alle draaiende delen stil staan. Storingen moeten
onmiddellijk worden gecorrigeerd.
Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door een door Matom erkend
servicecentrum, dealer of onze servicedienst.
Mocht er materiaal over dwars in de trommel zitten dit uitsluitend met een
uitgeschakelde motor verwijderen (ook altijd eerst bougiedop los maken).
Bij verstoppingen of extreme trillingen de machine direct uit zetten en de oorzaak
verhelpen.
Bij het verwisselen van de messen of contramessen de machine uitschakelen en
de bougiedop los maken.
37
WAT MAG ER VERHAKSELD WORDEN
JA: Organisch afval uit de tuin, zoals struiken, hagen, takken, snoeiafval met een
max. dikte van 100mm. Haksel bij voorkeur vers gesnoeid hout. Als het hout
betreft dat erg droog is en hard dan maximaal 80mm invoeren.
NEE: Loof, Varens, Stenen, wortelen met zand, glas, stofresten, kunststof en
metaaldelen en etensresten.
HAKSELEN
ZORG VOOR ZO DROOG MOGELIJK HAKSELMATERIAAL. TE NAT
MATERIAAL KAN TOT VERSTOPPINGEN LEIDEN MET ALS GEVOLG
EXTRA REINIGING EN ONDERHOUDS WERK.
HOUDT UW HANDEN BUITEN DE INVOER EN UITWORPSCHACHT.
Als de motor loopt draait ook de messenwals direct en kunt u beginnen
met hakselen. Het te hakselen materiaal in de invoertrechter
aanvoeren. Als de messenwals het materiaal vastgrijpt dit gedoseerd naar
binnen laten gaan. Zorg dat de machine tijd heeft om het materiaal uit te
werpen.
Zijtakken van stammen afzagen. Max. lengte van de zijtakken 3 cm.
Let op! Het materiaal wat erin getrokken kan ook terugslaan en houdt
daarom altijd een veilige afstand.
De hardheid van het te hakselen materiaal hangt af van de houtsoort, de
tijd tussen het snoeien en verhakselen en hoe droog is het hout.
Optimaal resultaat bereikt u als de tijd tussen het snoeien en het
verhakselen niet te lang is.
Dunne en lange struiken of takken worden zeer snel naar binnen getrokken. Laat
dit materiaal eventueel snel los.
Hout dat vol water zit eventueel verhakselen door het af te wisselen met droog
hout. Dit om verstopping te voorkomen.
De messen wals kan het materiaal bijna vanzelf naar binnen trekken.
Voer het rustig aan om verstopping te voorkomen.
Afhankelijk van het soort hout en de droogheid zal de max. diameter die u
kunt hakselen variëren. Zie specificaties voor max. dikte.
38
Bij het vastlopen van de messenwals direct de machine uitschakelen en
zoals hierboven vermeld de verstopping verhelpen.
ALS U IETS NIET VERTROUWT DIRECT DE MACHINE MET NOOD-STOP
BEUGEL UITSCHAKELEN.
DE NOOD-STOPBEUGEL BIJ VOORKEUR ALLEEN IN NOODSITUATIES
GEBRUIKEN.
NORMAAL STOPPEN BETEKENT EERST DE MOTOR 2-3 MINUTEN
ONBELAST LATEN DRAAIEN EN MOTORSCHAKELAAR OP OFF
ZETTEN.
18. INSTANDHOUDING
Slecht onderhoud of het niet oplossen van verstoppingen of andere
storingen kan tot grote gevaren leiden. Het juist onderhouden en smeren
van de machine zorgt ervoor dat de machine in top conditie blijft.
Iedereen die onderhoud aan de machine pleegt moet gekwalificeerd zijn om dit
te doen. Ze moeten op de hoogte zijn van alle veiligheidsmaatregelen in acht
nemen. Alle werkzaamheden aan deze machine die niet in deze
gebruiksaanwijzing vermeldt staan moeten door een door Matom erkende
service dealer worden uitgevoerd.
Voor alle reiniging, onderhoud en reparatiewerkzaamheden de motor
uitschakelen, wachten tot de messen stilstaan en de bougiedop
verwijderen.
Bij werkzaamheden in de buurt van de messen handschoenen dragen
Onderhoudswerkzaamheden niet in de buurt van open vuur uitvoeren.
Brandgevaar.
ONDERHOUD
1. De motor uitschakelen en afkoelen laten
2. de gashendel bevindt zich in de positie (SLOW/Langzaam/ “schildpad” )
3. Dop van bougie verwijderen. Daardoor kan de machine niet plotseling starten.
4. Controleer de machine van buiten. De machine heeft natuurlijk met trillingen te
maken. DIT BETEKENT DAT U REGELMATIG/ NA ENIGE UREN DE BOUT
EN MOER VERBINDINGEN MOET CONTROLEREN.
5. Invoertrechter en messen zorgvuldig onderhouden om schade en verwonding
te voorkomen.
6. controleer de bedrijfszekere toestand van de motor. Controleer de machine op
39
lekkages (benzine/olie)
7. Na elk gebruik van de hakselaar dan machine goed schoonmaken en alle
hakselresten verwijderen. Houd ook de ribben van de cilinder van motor
schoon (verwijder vuil!). Gebruik multifunctionele olie om alle bewegende
delen regelmatig te smeren.
8. Alleen originele onderdelen gebruiken bij vervanging.
9. Na reparatie en onderhoudswerkzaamheden alle beschermkappen weer goed
aan de machine bevestigen.
NOOIT EEN HOGEDRUKREINIGER GEBRUIKEN OM DE MACHINE SCHOON
TE SPUITEN. WATER KAN DOOR KLEINE OPENINGEN HEEN DRINGEN EN
SCHADE VEROORZAKEN AAN POELIES, LAGERS, EN DE MOTOR.
SMERING VAN DE HAKSELTROMMEL/ MESSENTROMMEL
ZORG ER ALTIJD VOOR DAT U OLIE EN SMEERMIDDELEN VOLGENS
GELDENDE WETGEVING AFVOERD.
AAN BEIDE ZIJDEN VAN DE MESSENTROMMEL BEVINDT ZICH EEN
LAGER. U KUNT MET EEN VETSPUIT HET LAGER DOORMIDDEL VAN EEN
SMEERNIPPEL VAN VET VOORZIEN. DOE DIT NA ELKE 25 DRAAIUREN EN
NA ELKE GROTE SCHOONMAAKBEURT
Het 2
e
smeernippel bevindt zich achter de aandrijfriem beschermkap. De 4
bevestigingsbouten van de beschermingskap losdraaien en de kap verwijderen.
1. Reinig de smeernippel met een doek
2. Zet de vetpomp op alle vetnippels en spuit vet naar binnen.
3. verwijder overtollig vet.
LET OP DAT U DAARNA DE BESCHERMKAP WEER OVER DE
AANDRIJFRIEMEN PLAATST.
BEVESTIGINGSBOUTEN.
40
NA ELK UUR GEBRUIK ALLE BOUT EN MOERVERBINDINGEN
CONTROLEREN. EVENTUEEL DEZE BEVESTIGINGEN NA TREKKEN.
VEILIGHEIDSSCHAKELAAR
De veiligheid schakelaar = NOOD-STOP Beugel voor elk gebruik controleren.
RUBBERSCHERMFLAP
De rubber beschermflap voor elk gebruik controleren en indien nodig vervangen
MESSEN
Motor uitschakelen en bougiedop verwijderen
Handschoenen dragen.
Messen zijn stomp als:
- Het haksel geluid zeer indringend wordt
- De hakselsnelheid sterk afneemt
- De aandrijfriem ondanks de juiste spanning slipt.
Naar ca. 30 tot 50 draaiuren zijn de messen bij normaal gebruik stomp.
De messen op de trommel hebben twee snijkanten en kunnen dus 1 maal
omgedraaid worden.
Het contrames kan niet worden omgedraaid en is dus slechts 1 maal te
gebruiken.
41
Bij het afstellen van de messen moet
de afstand tussen het mes en het
contrames op het snijgedeelte 0,5mm
zijn. Zorg dat u de bouten zeer goed
en gelijkmatig vastzet.
Afgestompte messen kunnen wel gebruikt
worden maar beschadigde,
gebarsten messen mogen absoluut niet
gebruikt worden.
De machine mag niet gebruikt worden als de
messen niet of niet juist zijn
gemonteerd.
WIJ ADVISEREN U BIJ VERVANGING VAN DE MESSEN DIT TE LATEN
UITVOEREN DOOR EEN DOOR MATOM (de IMPORTEUR) GEADVISEERDE
DEALER
Gebruik alleen origineel door Matom/Lumag aangeboden messen.
AANDRIJFRIEM VERVANGEN
Te lange, beschadigde of versleten riemen vervangen door een
nieuwe aandrijfriem.
1 Verwijder de kap die over de aandrijfriem is gemonteerd.
2 Zijn de riemen beschadigd vervang deze dan. De riemen moeten eenvoudig
over de poelies gelegd kunnen worden. Als dit moeilijk gaat de 4 bouten van de
motor losdraaien.
3 Zet de motor zo dat de aandrijfriem gemakkelijk kan worden verwijderd.
4 Nieuwe aandrijfriem monteren.
5 Zet de motor op die afstand zodat je riem ongeveer 8-10 mm kunt indrukken
(duim dikte).
6 Zorg ervoor dat de poelie bij de trommel en de centrifugaal koppeling op de
motor goed zijn uitgelijnd (gebruik eventueel een waterpas).
42
7 Draai de bouten van de motor weer aan.
8 Kap van riembescherming weer terugplaatsen.
DE HAKSELAAR WERKT MET EEN AANDRIJFRIEM. BIJ VERVANGING
GRAAG DE MAAT OP DE HUIDIGE RIEM NOTEREN EN DOORGEVEN AAN
DE MATOM DEALER
Voor fijn afstelling en na spannen van de aandrijfriem kan ook de klemschroef
worden gebruikt.
De machine mag alleen worden gebruikt wanneer alle
beschermings-en veiligheidsvoorzieningen geïnstalleerd zijn in
en op de juiste/veiligheids- positie
en functioneel zijn.
REINIGING VAN HET LUCHTFILTER / VERVANGING
Een regelmatige reiniging van het luchtfilter ( 6) voorkomt problemen met de
carburateur. Als de motor begint te roken en als tegelijkertijd het motorvermogen
vermindert, dan is dit is het teken dat het filter verstopt is. Lucht filter
schoonmaken, lichtjes uitkloppen zodat het stof uit het papieren element valt.
Gebruik NOOIT benzine of reinigs middelen met een laag vlampunt om het
lucht filterelement te reinigen. Dit kan een brand of een explosie ver-
oorzaken.
Reinig het luchtfilter, filterelementen vervangen
1 Draai de vleugelmoer eraf en verwijder de deksel.
2 Veeg het vuil van de binnenkant van het filterhuis met een schone, vochtige
doek.
3 Schuimrubber filterelement voorzichtig van het papieren filterelement
verwijderen. Controleer beide onderdelen op beschadiging. Vervang
beschadigde filters.
4 Reinig het schuimrubber filterelement in warm water en met een milde zeep
oplossing. Goed afspoelen met schoon water en laten drogen.
5 Papieren filterelement op een hard oppervlak uitkloppen om het vuil te
43
verwijderen. Vuil er nooit uit borstelen want dan wordt het stof in de vezels
gedrukt.
6 Plaats het schuimrubberelement op het papier filterelement.
7 Installeer het filterelement weer.
8 Sluit het deksel en draai de vleugelmoer weer goed vast.
De motor nooit laten draaien zonder of met een beschadigd luchtfilter. Vuil wordt
zo in de motor gezogen, waardoor ernstige schade aan de motor kan ontstaan.
In dit geval zijn dealer en fabrikant niet aansprakelijk voor enige vorm van
garantie.
BOUGIE CONTROLEER / VERVANG
Controleer regelmatig de bougie en de afstand tussen de elektroden.
Hete oppervlakken.
Op de motor bevinden zich delen met hete oppervlakken,
bijvoorbeeld de uitlaat of de motor koelvinnen. Wacht tot de
motor is afgekoeld voordat u werkzaamheden aan de motor
uitvoert.
Inspecteer, reinig en vervang de bougie
1 Laat de motor afkoelen.
2 De bougiekap van de bougie verwijderen eventueel vuil rond de bougie
Verwijderen.
3 Bougie met de bougiesleutel losschroeven en controleren.
4 Controleer isolator. In geval van schade, zoals scheuren of breuk, de bougie
vervangen.
5 Maak de elektroden van de bougie met een staalborstel schoon.
6 Elektrode afstand controleren en indien nodig bijstellen. Elektrode afstand
moet 0,7 - tot 0,8 mm. zijn
7 Draai de bougie met de hand vast en zet het definitief vast met een
bougiesleutel.
8 Plaats de bougiedop op de bougie.
Een losse bougie kan oververhit raken en de motor beschadigen. Een te vast
gedraaide bougie kan het schroefdraad in de cilinderkop beschadigen.
Richtlijnen:
> Gebruikt Bougie: 1/8 - 1/4 slag
44
> Nieuwe Bougie: 1/2 omdraaiing
AFVOEREN VAN SMEERMIDDELEN
Ververs de motorolie wanneer de motor nog warm is. Warme olie stroomt snel en
gemakkelijk.
LET OP!
Milieuschade.
Olie en smeermiddelen en verontreinigde delen mogen niet in de
drinkwatervoorziening komen.
Zorg dat smeermiddelen als gevaarlijk afval worden verwerkt, ook al
is het slechts kleine hoeveelheid.
De motorolie moet na de eerste 5 bedrijfsuren worden vervangen. Daarna
slechts om de 50 uur of ieder seizoen.
1 Olieaftapplug ( 11) en verwijderen.
2 Vuldop ( 10 ) verwijderen.
3 Houd een geschikte container (ca. 1,0 liter) onder de olieaftapplug.
4 Een 2
e
persoon kantelt de hakselaar zodat de olie kan uitlekken.
5 Reinig het gebied rond de olievulplug.
6 Olieaftapplug ( 11) weer monteren.
7 Langzaam Motorolie ( 0,6 liter, zie: " OLIE " ) bijvullen.
8 Vuldop ( 10 ) monteren en draai deze stevig vast.
9 Verwijder olie residuen of verontreinigingen.
10 Breng motorolie volgens de lokale voorschriften naar een milieustraat.
REINIGEN.
De machine regelmatig reinigen om optimaal van de machine kunnen gebruik
maken. Alle hakselresten moeten zowel aan de binnen als buitenzijde
regelmatig worden verwijdert. Doe dit met een zachte borstel of stofzuiger.
Verwijder met een droge doek vuil van het chassis. Nooit met water op de lagers
of motor komen.
45
Na het reinigen alle te smerendelen voorzien van een laag met multi functionele
olie en de machine nog enige tijd laten draaien.
ONDERHOUDSPLAN
Voor elk Na elk Na elk Na 1
e
Elke Elke Elke Indien Elk
Gebruik Gebruik uur 5 uur 25 uur 30-50 100 uur nodig Seizoen
Machine controleren
Nood-stop beugel
Controleren
Beschermkappen en
Rubberflap nakijken
Bouten en moeren
controleren/natrekken
Tanken en olie testen
Motorolie vervangen
Benzine vervangen
Luchtfilter schoon
maken
Luchtfilter vervangen
Bougie en bougie
Kabel controleren
Bougie vervangen
Machine reinigen
Aandrijfriem checken
Messen controleren
Messen vervangen
Smering van messen-
trommel.
46
TRANSPORT/ VERVOER
Voor het verplaatsen of voor een verandering van locatie of het binnen opslaan:
Laat de motor van de machine afkoelen, om brandwonden te voorkomen en te
voorkomen dat brandgevaar ontstaat.
Trek de bougiedop van de bougie.
Sluit de benzinekraan.
Leeg de tank om brandstof morsen te voorkomen.
Zorg er verder voor dat mensen niet in gevaar worden gebracht door het
kantelen of wegglijden van de machine, alsmede pas op voor loshangende
machineonderdelen.
De hakselaar kunt U eenvoudig verplaatsen met de twee handgrepen de
bevestigd zijn aan het invoerhulpstuk.
De hakselaar alleen staand vervoeren !
Verplaats het apparaat in een rechtopstaande positie met het oog op
brandstof of olie lekkage.
Bij het transport over lange afstanden, wordt de brandstoftank volledig geleegd.
De machine moet zorgvuldig worden geladen en gelost. Gebruik geschikte hijs-
en transportmiddelen.
Zet de machine op het transportvoertuig goed vast zodat deze niet kan
wegslippen of kantelen en bovendien goed vastgezet met spanbanden,
kettingen of touwen.
Zorg er altijd voor dat de geldende verkeersregels in acht worden genomen
tijdens het transport
Vóór het tillen er zeker van zijn dat de hefinrichting in staat is om het gewicht van
de machine (zie: "Specificaties" ) te dragen zonder risico.
Laadkleppen/oprijplaten moet draagcapaciteit voldoende hebben en stabiel zijn.
U mag met deze machine niet op de openbare weg!
OPSLAG
Het opslaan van de hakselaar voor een maand of langer.
Verwijder houtsnippers, vuil en ander vuil grondig uit de motor en machine.
Reinig de motor met een doek. Het afspuiten met een sterke waterstraal ( bijv.
hogedrukreiniger ) dient te worden vermeden, omdat er dan vocht in het
ontstekings-en brandstofsysteem kan komen en defecten veroorzaken.
Alle bewegende delen met een milieuvriendelijke olie behandelen ( niet vet
gebruiken! ) De hakselaar kort ( 1-2 minuten ) in bedrijf nemen.
47
De brandstof verwijderen! In dit geval, de motor laten draaien totdat de brandstof
is verbruikt.
Reinig het luchtfilter en vervang dit indien het sterk vervuild of beschadigd is.
Versleten of beschadigde onderdelen moeten worden vervangen. Zorg ervoor
dat alle schroeven goed zijn aangedraaid.
Trek de bougiekabel van de bougie.
De machine afdekken tegen smeer en vuil op een droge en schone plek
beschermt tegen kinderen en ongetrainde mensen houden.
De machine tegen wegrollen beschermen en uiteraard tegen onbevoegd gebruik
beveiligen ( waardevol ). De hakselaar mag niet buiten worden opgeslagen.
48
PROBLEMEN
Voor elk probleem een oplossing
Schakel de machine uit
Wacht tot stilstand van de MESSEN
Koppel de bougiedop los van de bougie
Storing
Oorzaak
Oplossing
Motor kan niet worden gestart
Geen brandstof
Vul de brandstoftank
Trekstarter defect
Trekstarter vervangen
Geen motorolie
Motorolie bijvullen
Motor in de koude
toestand en choke op
“open” gezet
Choke op positie Close
zetten
Brandstofkraan staat op
OFF
Brandstof kraan op ON
zetten
Motor wil slecht starten of
loopt slecht
Te vette brandstof
Choke in de Open positie
zetten
Carburateur verkeerd
ingesteld
Afstelling door de dealer
laten aanpassen
Foutieve Bougie, vervuild
of foutief geplaatst.
Bougie reinigen, nieuwe
plaatsen
Motor wordt te heet
Te weinig olie
Olie bijvullen
Koelribben zijn vervuild
Koelribben schoonmaken
Luchtfilter vervuild
Luchtfilter reinigen
Carburateur niet goed
afgesteld
Afstelling door de dealer
laten aanpassen
Motor heeft geen vermogen
Luchtfilter vervuild
Luchtfilter reinigen
Machine is verstopt
Machine grondig van
binnen reinigen
Verminderde haksel
prestaties
Messen zijn bot
Messen vervangen
Aandrijfriem slipt
Aandrijfriem spannen
Messen/klepels zijn bot
Dealer benaderen en
laten vervangen
Via de zij invoer worden de
takken moeilijk ingevoerd
Messen zijn bot
Messen omdraaien of
vervangen
Centrifugaalkoppeling is
kapot en koppelt niet goed
Koppeling vervangen
Overmatige vibratie
Messen, bouten, moeren
of andere onderdelen
zitten los
Motor direct
uitschakelen, bouten en
moeren controleren en
vastzetten. Riem-
spanning controleren
Als deze maatregelen niet de problemen oplossen of er treden storingen op die
worden hier niet worden genoemd, laat dan uw machine door uw dealer
controleren.
49
22. GARANTIE / KLANTENSERVICE
Garantie
De wettelijke garantie termijn bedraagt 2 jaar na de aankoopdatum. In geval er
gebreken aan het product zijn neemt u dan direct contact op met onze
servicedienst. Voor dit doel adviseren wij het aankoopbewijs goed te bewaren.
De garantietermijn betekent dat slechte of defecte onderdelen door ons worden
vervangen of gerepareerd. Vervangen onderdelen blijven eigendom van Lumag.
Door de vervanging van onderdelen wordt de garantietermijn van de machine niet
aangepast. Voor nieuw geplaatste onderdelen is geen aparte garantieregeling.
Voor schade aan de machine of onderdelen die is ontstaan door overbelasting,
foutief gebruik of slecht onderhoud vervallen de garantie voorwaarden. U kunt dan
geen aanspraak maken op uw garantie! Dat geldt ook als u de voorschriften in de
gebruiksaanwijzing niet hanteert of geen originele onderdelen en/of accessoires
gebruikt. Bij reparaties of veranderingen aan de machine door personen die
hiervoor geen goedkeuring hebben van Lumag vervalt ook de garantie.
Klantenservice
Bij technische vragen, informatie over onze producten en bestellingen van
onderdelen staat onze klantenservice altijd voor U ter beschikking:
Service bereikbaar: maandag tot vrijdag van 8.30 tot 17.30 uur.
Telefoon: 0031 / (0)487-511227
Fax: 0031 / (0)487-511463
E-Mail: service@matom.nl
Ongeveer 90% van de problemen hebben met gebruikers fouten te maken.
Daarom verzoeken wij U altijd voordat u de machine naar uw handelaar
terugbrengt eerst contact met onze servicedienst op te nemen. We willen ervoor
zorgen dat u zo snel mogelijk weer met uw machine aan de slag kunt.
Belangrijke aanwijzing: Stuurt u alstublieft nooit uw machine rechtstreeks naar ons
op! Als wij de machine niet hebben afgehaald zijn de kosten voor beschadiging of
diefstal voor uw eigen rekening. We hebben het recht de machine die zonder
toestemming naar ons toegestuurd wordt te weigeren c.q. op zijn kosten terug te
sturen.
50
23. EG-KONFORMITEITSVERKLARING
In overeenstemming met de voorschriften van de EG- richtlijnen
- Machine richtlijnen 2006/42/EG
- Electro magnetische verdraagzaamheid 2004/108/EG
Verklaart de firma:
Lumag GmbH
Robert-Bosch-Ring 3
D-84375 Kirchdorf/ Inn
Telefoon: 0049 / (0)8571 / 92 556-0
Fax: ·0049 / (0)8571 / 92 556-19
Dat het product:
Soort machine: ·Hakselaar
Machine type nr.: HC10-NL
Voldoet aan de wezenlijke bescherming maatregelen volgens de hierboven
genoemde EG- richtlijnen.
Gevolmatigde voor de samenstelling van de technische documenten:
CHRISTOPHER WEISSENHORNER
De conformiteitverklaring heeft betrekking op de toestand waarop de
machine in de markt wordt gebracht: naderhand door de eindgebruiker
extra aangebrachte onderdelen en/of uitgevoerde extra ingrepen aan de
machine worden buiten beschouwing gelaten.
51
24.Bouwdelen van de machine
52
Matom B.V.
Energieweg 1
6651KT Druten
Tel: 0487-511227
Fax: 0487-511463
E-Mail info@matom.nl
www.matom.nl
Lumag GmbH
Robert-Bosch-Ring 3
D-84375 Kirchdorf am Inn
Germany
50

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Lumag HC10 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Lumag HC10 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,65 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info