38
19. ONDERHOUD
Voor alle reiniging, smering of onderhoud of reparatiewerkzaamheden
moet u de volgende stappen in acht nemen.
1. Het aggregaat moet volledig zijn afgekoeld
2. Alle aangesloten machines moeten zijn afgekoppeld
3. De motor kan nalopen. Verzeker u er altijd van dat de motor volledig stil staat.
4. De motor moet beveiligd zijn tegen plotseling starten bijvoorbeeld door de
bougiedop verwijderen. U kunt ook de accupolen verwijderen (zie paragraaf
accu)
5. Sleutel (13) uit het contact halen.
Voorkom te allen tijde het onverwacht starten van de
machine
Voer geen verandering door aan de machine of aan het
elektrische systeem.
6. Alleen originele onderdelen gebruiken. Andere onderdelen kunnen tot
onherstelbare schade leiden.
7. Na onderhoud of herstel alle beveiliging middelen weer op de machine
aanbrengen.
REINIGEN.
Gebruik geen smeermiddelen of reinigingsmiddelen of een
vochtige doek
Een ongehinderde luchtcirculatie is voor het aggregaat zeer
belangrijk. Reinig daarom de luchtfilters zeer regelmatig (liefst na
elk gebruik!)
Hou het aggregaat zo stofvrij mogelijk. Voor de luchtfilter ingang en het
motorgedeelte. Gebruik hiervoor een schone poetsdoek of een compressor met
niet te hogedruk!
De machine regelmatig reinigen om optimaal van de machine kunnen gebruik
maken. Alle vuilresten moeten zowel aan de binnen als buitenzijde
regelmatig worden verwijderd. Doe dit met een zachte borstel of stofzuiger.
Verwijder met een droge doek vuil van het chassis. Nooit met water op de
ontsteking/bougie of carburateur van de motor komen.
Na het reinigen alle te smerendelen voorzien van een laag met multi functionele