4 ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1. Houd uw werkomgeving schoon en opgeruimd.
- Een niet opgeruimde werkomgeving kan ongelukken tot gevolg hebben.
2. Houdt rekening met omgevingsfactoren.
- Gebruik de machine nooit in afgesloten of slecht geventileerde ruimte. Als de motor
draait worden giftige gassen geproduceerd. Deze gassen kunnen onzichtbaar en
reukloos zijn.
- Gebruik de machine niet in de regen en laat hem ook niet in de regen buiten staan.
- Gebruik de machine niet in een vochtige of natte omgeving.
- Zorg ervoor dat op ongelijk terrein u zelf een goed en stevig kunt staan.
- Let goed op niet versperde c.q. met lint afgezette geulen, greppels en andere
afgravingen.
- Zorg voor een goede verlichting van de werkplek.
- Gebruik de machine niet in een ontvlambare omgeving waardoor brand en
explosiegevaar kan ontstaan.
- Bij droogte, een brandblusser in uw nabijheid opstellen (Brandgevaar)
3. Houdt andere personen op afstand.
- Laat andere personen, vooral kinderen en jongeren niet aan de machine komen.
Houdt ze dus uit de buurt van uw werkomgeving.
4. Berg niet gebruikte machines en gereedschappen veilig op.
- Niet gebruikte machine s en gereedschappen moeten droog en op een hogere of
afgesloten plaats, buiten het bereik van kinderen worden opgeslagen.
5. Overbelast de machine niet.
- Uw werkresultaat is beter als u binnen de aangegeven grenzen blijft.
6. Gebruik het juiste gereedschap.
- Gebruik geen lichte machines voor zware werkzaamheden.
- Gebruik de machine uitsluitend waarvoor hij gemaakt is.
- Zorg ervoor dat de machine altijd schoon is.
7. Draag altijd geschikte werkkleding
- Draag geen wijde of loshangende kleiding of sieraden, u kunt door de draaiende delen
van de machine worden vastgegrepen.
- Draag originele werkhandschoenen, handschoenen van leer bieden een goede
bescherming.
- Draag altijd veiligheidsschoenen met stalen neuzen.
- Draag altijd stevige werkkleding bij alle werkzaamheden.
- Als u lang haar heeft gebruik dan een haarnet of veiligheidshelm (veiligheidshelm is
altijd aanbevolen)
8. ALTIJD persoonlijke beschermingsmiddelen dragen (PBM).)
- Draag altijd hoofd, oog, hand, voet en gehoorbescherming.
- Gebruik bij werkzaamheden die stof veroorzaken altijd mond en neus-
beschermingsmiddelen ter vermindering van de risico’s bij het inademen van
stofdeeltjes.
9. Voorkom extreme lichaamsinspanningen
- Zorg dat u goed stevig kunt staan en altijd uw evenwicht kunt behouden.
10. Laat geen machinegereedschappen zitten
- Controleer voor dat de machine start, dat steeksleutels en instelgereedschap zijn
verwijderd van de machine.
11. Wees attent (let altijd goed op!)