359454
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/9
Pagina verder
NL
K ...4 1706
7082 468-00
Consignes d'utilisation
Réfrigérateur pose libre avec compartiment congélation
max.
0
Ventilator
SuperFrost
°C
9
7
5
3
1
max.
0
SuperFrost
°C
9
7
5
3
1
26
K/KP...4..
* afhankelijk van model en uitvoering
Het apparaat in vogelvlucht
Bedienings- en controlepaneel
Afb. A1
1 Aan/Uit en temperatuurregelaar
1
e
punt = warm
max. = koud
Aanbevolen temperatuurinstelling: 5 °C
2 SuperFrost-toets, licht op = functie ingeschakeld.
Voor het snel invriezen van verse levensmiddelen.
3 Indicatie van de ingestelde temperatuur
4 Ventilatortoets*, Aan/Uit, voor geforceerde koe-
ling - voor het snel afkoelen van grote hoeveelhe-
den verse levensmiddelen en een gelijkmatigere
temperatuurverdeling in de koelruimte, licht op =
functie ingeschakeld
- Bij hoge kamertemperaturen (vanaf ca. 30 °C)
of
- een hoge luchtvochtigheid.
Meer informatie vindt u in de paragraaf "Inge-bruik-
neming en controlepaneel".
Binnenverlichting
Overzicht van apparaat
en uitrusting
Afb. A
Bedienings- en controlepaneel*
Koelruimte, ca. 5 °C
Verschuifbare flessen- en conservenhouder*
Verplaatsbare* draagplateaus
Koudste zone van de koelruimte, voor ge-voe-
lige en snel bederfelijke levensmiddelen
Opbergvak voor hoge flessen en drank
Typeplaatje ------->
Laden voor groente, sla, fruit
Stelpoten
Eierrekje*
Boter- en kaasvak
Vriesvak*, ca. -18 °C
IJsblokjeshouder*
Transportgrepen achter
Ventilator voor geforceerde koeling*
Ruimtebesparend flessendraagrooster*
Dooiwaterafvoer
Verplaatsbare* conservenblikkenvakken
Deelbare draagplateaus* of omhoogklapbaar
plateau*
27
K/KP...4..
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
Bepalingen
W Het apparaat werd ontworpen voor het koelen en in
het vriesvak invriezen en bewaren van levensmidde-
len evenals het maken van ijs.
Het is bestemd voor huishoudelijk gebruik.
W Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde
klimaatklasse d.w.z. een minimale omgevingstempe-
ratuur waaronder en een maximale omgevingstem-
peratuur waarboven het apparaat niet gebruikt mag
worden.
U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het
type-plaatje. Hierbij worden de volgende afkortingen
gebruikt:
Klimaatklasse ontworpen voor
omgevingstemperaturen van
SN +10 °C tot +32 °C
N +16 °C tot +32 °C
ST +18 °C tot +38 °C
T +18 °C tot +43 °C
- Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontro-
leerd.
- Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde
veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 73/23/
EEG en 89/336/EEG.
Tips voor energiebesparing
W Houd de ventilatieopeningen vrij.
W Laat de deur nooit onnodig lang open staan.
W Plaats de levensmiddelen soort bij soort in het appa-
raat; houdt u aan de maximale bewaartijd.
W Bewaar alle levensmiddelen goed verpakt of afge-
dekt; rijpvorming wordt zo voorkomen.
W Laat warme gerechten eerst tot kamertemperatuur
af-koelen voordat u ze in het apparaat plaatst.
W Laat diepvriesproducten in het koelgedeelte ontdooi-
en.
W Ontdooi het vriesvak zodra zich een dikkere laag ijs
gevormd heeft. Het apparaat vriest dan beter en zui-
niger.
Wij feliciteren u met uw nieuwe apparaat. Door uw aankoop heeft u gekozen voor alle voordelen van de
modernste koudetechniek, die u een hoogwaardige kwaliteit, een lange levensduur en een hoge bedrijfsze-
kerheid garandeert.
De uitvoering van uw apparaat biedt u elke dag opnieuw optimaal bedieningscomfort.
Met dit apparaat, gefabriceerd met milieuvriendelijke technieken en recyclebare materialen, leveren u en wij
gezamenlijk een actieve bijdrage aan het behoud van ons milieu.
Lees, om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, a.u.b. de informatie in deze gebruiks-
aanwijzing aandachtig door.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Inhoud pag.
Gebruiksaanwijzing
Het apparaat in vogelvlucht ............................... 26
Inhoud ................................................................ 27
Typeplaatje ......................................................... 27
Bepalingen ......................................................... 27
Energiebesparing ............................................... 27
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ............... 28
Aanwijzingen m.b.t. afdanken ............................. 28
Opstellen ............................................................ 28
Ingebruikneming en controlepaneel ......................... 29
Aansluiten .......................................................... 29
In- en uitschakelen ............................................. 29
Temperatuur instellen ......................................... 29
SuperFrost voor het invriezen ............................. 29
Indicatie van de ingestelde temperatuur ............. 29
Ventilatorschakeling ........................................... 29
Verdelen, aanpassen, binnenverlichting .................. 30
Verdelen van de levensmiddelen ........................ 30
Indeling aanpassen ............................................ 30
Binnenverlichting ................................................ 30
Vriesvak ................................................................... 31
Invriezen met SuperFrost .................................... 31
Aanwijzingen voor het bewaren ......................... 31
IJsblokjes maken ................................................ 31
Ontdooien, reinigen ................................................. 31
Storingen - Problemen ............................................. 32
Technische dienst en typeplaatje ........................ 32
Opstel- en ombouwaanwijzingen
Afmetingen van het apparaat ......................... 32-33
Draairichting deur veranderen ....................... 32-33
Inbouw in het keukenblok .............................. 32-33
§
!
Typeplaatje
1 Typeaanduiding
2 Servicenummer
3 Apparaatnummer
4 Invriescapaciteit in kg/24h
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem even-
tueel aan de volgende eigenaar door.
Deze gebruiksaanwijzing is voor verscheidene modellen geldig,
afwijkingen zijn daarom mogelijk.
Laden voor groente, sla, fruit
28
K/KP...4..
* afhankelijk van model en uitvoering
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Aanwijzing m.b.t. afdanken
De verpakking is van recyclebare materialen gefabri-
ceerd.
- Golfkarton/karton
- Voorgevormde delen van geschuimd polystyreen
- Folies van polyetheen
- Spanbanden van polypropeen
Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen - verstikkingsgevaar door folies!
Breng a.u.b. de verpakking naar een officiële inza-
melpunt.
Het afgedankte apparaat bevat nog waardevolle
materialen en moet gescheiden van het ongesorteerde
afval worden afgevoerd.
Afgedankte apparaten onbruikbaar maken: trek de
stekker uit het stopcontact, snijd het netsnoer door
en zet de sluiting buiten werking zodat kinderen zich
niet kunnen opsluiten.
Let erop dat het koelmiddelcircuit tijdens het trans-
port van het afgedankte apparaat niet wordt bescha-
digd.
Informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op
het typeplaatje.
Het recyclen van afgedankte apparaten moet vak-
kundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk
geldende voorschriften en wetten.
Technische veiligheid
W Om persoonlijk letsel en materiële schade te voor-
komen, het apparaat alleen verpakt transporteren en
met twee personen neerzetten.
W Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk,
maar brandbaar.
W Leidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen.
Eruit spuitend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken
of ontbranden.
W Wanneer koelmiddel vrijkomt, dan open vuur of
ontstekingsbronnen in de nabijheid van het lekpunt
verwijderen, stekker uit het stopcontact trekken en de
ruimte goed ventileren.
W Bij schade aan het apparaat onmiddellijk - voor het
aansluiten - bij de leverancier reclameren.
W Om een veilig gebruik te waarborgen het apparaat al-
leen volgens de informatie in de gebruiksaanwij-zing
monteren en aansluiten.
W In geval van een storing het apparaat van het net los-
koppelen: stekker uit het stopcontact trekken (hierbij
niet aan de aansluitkabel trekken) of zekering laten
aanspringen resp. eruit draaien.
W Reparaties en ingrepen aan het apparaat alleen
door de technische dienst laten uitvoeren, daar
anders aanzienlijke gevaren voor de gebruiker
ontstaan. Hetzelfde geldt voor het vervangen van het
netsnoer.
Veiligheid bij gebruik
W Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen met
brandbare drijfgassen, zoals butaan, propaan, pen-
taan enz., in het apparaat. Eventueel vrijkomende
gassen zouden door elektrische componenten kun-
nen ontbranden. U herkent dergelijke spuitbussen
aan de erop gedrukte inhoudsvermelding of aan een
vlamsymbool.
W Producten met een hoog percentage alcohol alleen
goed afgesloten en staande bewaren.
W In het inwendige van het apparaat geen open vuur of
ontstekingsbronnen gebruiken.
W Geen elektrische apparaten binnen het apparaat
gebruiken (bijv. stoomreinigingsapparatuur, verwar-
mingsapparatuur, ijsmakers enz.)
W Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te
leunen misbruiken.
W Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kin-
deren) met fysieke, sensorische of mentale gebreken
of personen, die niet over voldoende ervaring en ken-
nis beschikken, tenzij zij door een persoon, die voor
hun veiligheid verantwoordelijk is, in het gebruik van
het apparaat worden onderwezen of die aanvankelijk
toezicht uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toe-
zicht achterblijven om te voorkomen dat ze met het
apparaat spelen.
W Voorkom voortdurend huidcontact met koude op-
pervlakken of te koelen/te bevriezen levensmiddelen
want dat kan een pijnlijk of dof gevoel en bevriezing
veroorzaken. Bij langdurig huidcontact veiligheids-
maatregelen treffen, bijv. handschoenen dragen.
W Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes, na
het eruit nemen niet onmiddellijk en niet te koud con-
sumeren. Door de lage temperaturen bestaat "Gevaar
voor verbranding".
W Consumeer geen levensmiddelen die over de datum
zijn, ze kunnen een voedselvergiftiging veroorzaken.
Opstellen
W Let er bij het opstellen/inbouwen op dat er geen lei-
dingen van het koelsysteem beschadigd raken.
W De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens
de norm EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a
1 kubieke m bezitten zodat er in geval van een lek-
kage in het koelmiddelcircuit geen ontvlambare
gas-lucht-mengeling in de plaatsingsruimte van het
apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveel-
heid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de
binnenkant van het apparaat.
W Vermijd standplaatsen direct in het zonlicht, naast het
fornuis, de radiator en dergelijke, evenals in vochtige
omgevingen met spatwater.
W Schuif het apparaat in de nis. Verdraai de stelpoten
met de bijgevoegde steeksleutel 10 om het apparaat
stevig en waterpas op te stellen.
W Dek de ventilatieopeningen nooit af. Zorg altijd
voor een goede luchttoevoer en -afvoer! Meer
informatie daarover vindt u in de opstel- en ombouw-
aanwijzingen.
W Plaats geen apparaten die warmte afgeven op de
koel- of diepvrieskast, bijv. magnetron, broodrooster
enz.
W Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen:
- Trek plakband of afstandsdeeltjes* van de draagpla-
teaus en plaats de plateaus op de gewenste hoogte.
29
K/KP...4..
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
Wij adviseren u om het apparaat te reinigen voordat u
het in gebruik neemt (zie verder onder "Reinigen").
Schakel het apparaat met het vriesvak ongeveer 2 uur
voordat u de eerste levensmiddelen erin plaatst in.
Aansluiten
De stroom (wisselstroom) en spanning
op de opstelplaats moeten overeenkomen met de ge-
gevens op het typeplaatje. Dit bevindt zich op de linker
binnenkant van het apparaat, afb. A.
W Sluit het apparaat uitsluitend op een correct ge-
installeerd randaardestopcontact aan.
W Het stopcontact moet door een zekering van 10 A of
meer beveiligd zijn, niet door de achterkant van het
apparaat bedekt worden en goed toegankelijk zijn.
W Het apparaat niet
- op stand-alone ondulatoren aansluiten,
- in combinatie met zgn. energiebesparingsstekkers
gebruiken - de elektronica kan beschadigd worden,
- samen met andere apparaten aansluiten via een
verlengkabel - gevaar voor oververhitting.
W Wanneer u het netsnoer afrolt adviseren wij u het
kunststof snoerhoudertje te verwijderen, om onno-
dig rammelen te voorkomen.
In- en uitschakelen
Afb. A1
W Inschakelen: Draai de groef van de temperatuur-
regelaar 1 met een muntstuk naar rechts totdat de
groene indicatie van de gewenste temperatuur oplicht
- het normale bedrijf wordt aangegeven.
- De binnenverlichting brandt.
W Uitschakelen: Draai de temperatuurregelaar in de
stand "0".
- Het temperatuurdisplay en alle lampjes in de toetsen
zijn uit.
- De binnenverlichting is uit.
Temperatuur instellen
W Temperatuurregelaar 1 met een muntstuk verdraai-
en totdat de indicatie van de gewenste temperatuur
oplicht. De posities van de groef betekenen:
1
e
punt = hoogste temperatuur,
kleinste koelcapaciteit in de koelruimte
en in het vriesvak
max. = laagste temperatuur,
grootste koelcapaciteit in de koelruimte
en in het vriesvak
W Aanbevolen temperatuurinstelling: 5 °C. In het vries-
vak is de gemiddelde temperatuur dan ca. -18 °C.
Ingebruikneming en controlepaneel
Indicatie van de ingestelde temperatuur
- De oplichtende temperatuurindicator 3 geeft aan dat het
apparaat in bedrijf is.
- De afzonderlijke lampjes zijn aan temperatuurbereiken toe-
gewezen. Ze geven de gekozen instelwaarde van de koel-
temperatuur aan.
- Binnen het temperatuur-/instelbereik, bijv. tussen 5 °C tot
7 °C of tussen twee punten*, kan de temperatuur iets lager
worden ingesteld. Zo nodig de temperatuurregelaar 1 lang-
zaam verder draaien - het controlelampje van het temperatu-
urbereik, bijv. van 5 °C, knippert eventjes ter bevestiging van
de koudere instelling binnen het smalle temperatuurbereik.
SuperFrost voor het invriezen
Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk door en door
bevroren worden, terwijl reeds ingevroren levensmiddelen een
"koudereserve" krijgen. Zo blijven voedingswaarde, uiterlijk en
smaak van de ingevroren levensmiddelen het beste bewaard.
W Op het typeplaatje (onder "Invriescapaciteit ... kg/24h") vindt
u hoeveel kilo verse levensmiddelen u binnen 24 uur maxi-
maal kunt invriezen. De invriescapaciteit is afhankelijk van
het model en de klimaatklasse van het apparaat.
Meer informatie vindt u in de paragraaf "Invriezen met Super-
Frost".
Ventilatorschakeling*
voor geforceerde koeling 4:
Met de ventilatorschakeling kunt u indien nodig
- grote hoeveelheden verse levensmiddelen sneller afkoelen
en
- over alle draagplateaus een relatief gelijkmatige tempera-
tuurverdeling in de koelruimte bereiken. Door een intensieve
luchtcirculatie heffen de verschillende temperatuurbereiken
elkaar op. Alle levensmiddelen zijn ongeveer even koud.
W De ventilatorschakeling is bijzonder nuttig:
- bij hoge kamertemperaturen (vanaf ca. 30 °C) of
- een hoge luchtvochtigheid, zoals op zomerdagen.
W Inschakelen: Druk kort op de ventilatortoets 4 zodat ze
oplicht.
W Uitschakelen: Druk nogmaals kort op de toets zodat het
lampje in de toets uitgaat.
Opmerking:
- Om energie te besparen, gaat de ventilator automatisch uit
als de deur open is. Als de functie ingeschakeld is, werkt hij
enkel parallel met het koelaggregaat.
30
K/KP...4..
* afhankelijk van model en uitvoering
Verdelen, aanpassen, binnenverlichting
Verdelen van de levensmiddelen
Door de natuurlijke luchtcirculatie in de koelruimte ontstaan
gebieden met verschillende temperaturen. Voor de diverse
soorten levensmiddelen kan deze temperatuurverdeling voor-
delig zijn. Zo heerst direct boven de groenteladen en tegen de
achterwand de laagste temperatuur (optimaal voor bijv. worst
en vleeswaren). Bovenin het apparaat, aan de voorkant en in de
deur heerst de hoogste temperatuur (optimaal voor bijv. kaas en
smeerbare boter). Plaats de levensmiddelen daarom volgens
het indelingsvoorbeeld, afb. B, in het apparaat.
Tips voor het koelen
- Leg de levensmiddelen niet te dicht tegen elkaar zodat de
lucht er goed tussen circuleren kan. Ventilatorluchtgaten*
aan de achterkant niet bedekken - belangrijk voor het koel-
vermogen!
- Bewaar levensmiddelen die snel geur of smaak afgeven of
aannemen evenals vloeistoffen altijd in een gesloten koel-
kastdoos of afgedekt.
- Ethyleengasproducerende en -gevoelige levensmiddelen
zoals fruit, groente en sla, altijd gescheiden bewaren of ver-
pakken, om de houdbaarheid niet te reduceren; bijv. tomaten
niet met kiwi's of kool bewaren.
Indeling aanpassen
W Het conservenblikkenvak* kunt u verplaatsen en alle op-
bergvakken zijn voor het reinigen uitneembaar,
afb. C: schuif het opbergvak omhoog, neem het er naar
voren uit en zet het in de omgekeerde volgorde terug.
W Door het verschuiven van de flessen- en conservenhou-
der kunt u flessen beveiligen tegen omvallen bij het openen
en sluiten van de deur. Bij een uitvoering als in afb. C1 neem
de houder altijd bij het fixeerdeeltje van kunststof.
- Voor het reinigen kan de houder worden weggenomen: Bij
een uitvoering
- als in afb. C1: de onderste rand van de houder naar voren
trekken en losmaken;
- als in afb. C2: de voorste rand van de houder omhoog schui-
ven en losmaken.
W De draagplateaus* (roosters of glasplaten) kunt u afhanke-
lijk van de hoogte van de producten verplaatsen, afb. D1:
- Til het draagplateau op, trek het naar voren en zwenk het
weg. Schuif de draagplateaus altijd met de aanslagrand
achter naar boven wijzend terug, daar de levensmiddelen
anders aan de achterwand vast kunnen vriezen.
- De glasplaten* zijn door uittrekstops beveiligd tegen onge-
wild uittrekken, afb. D2.
W Hebt u ruimte voor grote flessen nodig, dan kunt u
- de voorste halve glasplaat* zacht omhoog heffen en
voorzichtig onder de achterste plaat schuiven tot de uittrek-
stops* in de openingen klikken, afb. E1, of
- het plateau* in het rooster opzij klappen, afb. E2.
Binnenverlichting
De binnenverlichting wordt automatisch uitgeschakeld wanneer
het apparaat langer dan ca. 15 minuten open staat. Gaat de
binnenverlichting niet automatisch aan wanneer u het apparaat
opent maar is de temperatuurindicator wel verlicht, dan is het
gloeilampje misschien defect.
Vervangen van de gloeilamp:
W Type gloeilamp: max. 25 W, de stroomsoort en spanning
moeten met de gegevens op het typeplaatje overeenstem-
men. Gebruik enkel gloeilampen met dezelfde afmeting.
E14-fitting.
W Schakel het apparaat uit.
Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zeke-
ring in de meterkast uit.
W Afb. F1: Druk de boven- en onderkant van het afdekkapje in
1 en wip het kapje los 2.
W Afb. F2: De gloeilamp vervangen.
W Zet het afdekkapje achter terug en druk de boven- en onder-
kant vast.
1 boter, kaas
2 eieren
3 pakken melk/sap, dranken,
flessen
4 diepvriesproducten
5 conservenblikken,
bakproducten
6 zuivelproducten
7 vlees, worst, vis, kant-en-
klare maaltijden
8 fruit, groenten, sla
31
K/KP...4..
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
Vriesvak
Ontdooien
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het vrijkomende
water verdampt door de vrijkomende warmte van de compres-
sor - waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen
niet op een storing.
W U hoeft er slechts voor te zorgen dat het dooiwater ongehin-
derd door de afvoeropening (pijl in afb. A) in de achterwand
kan wegstromen.
In het vriesvak ontstaat na gerui-
me tijd een dikkere laag rijp of ijs.
Hierdoor stijgt het energieverbruik.
Ontdooi daarom regelmatig:
W Schakel het apparaat uit om
het te laten ontdooien: trek de
stekker uit het stopcontact of
draai de temperatuurregelaar in
de stand "0".
W Bewaar de ingevroren levensmiddelen, in kranten of dekens
gewikkeld, op een koele plaats.
W Plaats een pan warm (niet: kokend) water in het vak om het
sneller te laten ontdooien.
Gebruik voor het ontdooien geen elektrische verwar-
mings- of stoomreinigingsapparaten, ontdooisprays,
open vuur of metalen voorwerpen om ijs te verwijderen.
Gevaar voor verwondingen en beschadigingen!
W Laat de deur van het vriesvak en het apparaat tijdens het
ontdooien openstaan. Wis het dooiwater met een spons of
doek op. Maak het apparaat vervolgens schoon.
Reinigen
W Trek altijd de stekker uit het stopcontact of scha-
kel de zekering in de meterkast uit, voordat u het
apparaat schoonmaakt.
W Buitenwand, binnenruimte en delen van het interieur met
lauwwarm water en een beetje schoonmaakmiddel met de
hand reinigen. Gebruik geen stoomreinigingsapparaat ten-
einde verwondingen en beschadigingen te voorkomen.
W Gebruik bij voorkeur zachte poetsdoeken en een pH-neutrale
allesreiniger.
- Gebruik geen schurende/krassende sponsen, geconcen-
treerde reinigingsmiddelen evenmin als schoonmaakproduc-
ten die zand, chloride of zuur bevatten of chemische oplos-
middelen.
W Let erop dat geen schoonmaakwater in de ventilatieroos-
ters en elektrische delen dringt en slechts weinig water in de
afvoergoot. Wrijf het apparaat droog.
- Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat nooit: het is belangrijk voor de technische
dienst.
W De boterdoos* kunt u in de vaatwasmachine plaatsen. De
plateaus, glasplaten en de overige uitrusting moet u met de
hand reinigen.
- U kunt draagplateaus en opbergvakken
demonteren om ze te reinigen - trek de lijsten
en de zijkanten van de glasplaten. Trek de
beschermfolie van de sierlijsten.
W Reinig de dooiwater-afvoeropening in de
achterwand boven de groenteladen regelma-
tig, afb. A, pijl. Indien nodig met een spits hulpmiddel,
bijv. wattenstaafjes of iets dergelijks,
reinigen.
W Maak het aggregaat en de warmtewisselaar
(het metalen rooster aan de achterkant van
het apparaat) minimaal één keer per jaar
stofvrij en schoon. Stof verhoogt het energie-
verbruik.
W Let erop dat u geen kabels of andere onderdelen lostrekt,
knikt of beschadigt.
W Steek vervolgens de stekker weer in het stopcontact (of schakel
de zekering in de meterkast weer in) en schakel het apparaat in.
Leg de levensmiddelen weer terug in het apparaat.
Moet het apparaat voor langere tijd uitgeschakeld worden,
maak het dan leeg, trek de stekker uit het stopcontact, maak het
op de hierboven beschreven manier schoon en laat de deur van
Ontdooien, reinigen
In het vriesvak kunt u bij een bewaartemperatuur van -18 °C en
lager (d.w.z. vanaf een temperatuurinstelling van 5 °C en lager)
diepvriesproducten en levensmiddelen verscheidene maanden
lang bewaren, ijsblokjes maken en bovendien verse levensmid-
delen invriezen.
Invriezen met SuperFrost
W Druk kort op de SuperFrost-toets 2 zodat ze op-
licht. De temperatuur daalt; het apparaat werkt met
maximale koeling.
W Bij een geringe hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca.
6 uur wachten/voorvriezen - gewoonlijk is dit lang genoeg.
Wacht bij de maximale hoeveelheid levensmiddelen, zie
het typeplaatje onder "Invriescapaciteit", ca. 24 uur.
W Verdeel vervolgens de verse levensmiddelen zo breed
mogelijk over de bodem van het vriesvak en laat ze niet in
aanraking komen met reeds ingevroren diepvriesproducten,
om te voorkomen dat deze ontdooien.
- Na in totaal ca. 65 uur wordt SuperFrost automatisch
uitgeschakeld. Het invriesproces is voltooid - de Super-
Frost-toets is donker - het apparaat werkt weer in de normale
energiebesparende stand.
Opmerking: Schakel SuperFrost niet in
- wanneer u reeds ingevroren diepvriesproducten in het ap-
paraat legt;
- bij het invriezen van minder dan 1 kg verse levensmiddelen
per dag.
- De temperatuur van de lucht in het vak (gemeten met
een thermometer of andere meetapparatuur) kan schom-
melen. Dit heeft bij een gevuld vak echter weinig invloed op
de ingevroren levensmiddelen. De kerntemperatuur van de
ingevroren levensmiddelen ligt dan rond het gemiddelde van
deze schommelingen.
Aanwijzingen voor het bewaren
W Diepvriesproducten (reeds ingevroren producten) kunnen
onmiddellijk in het vriesvak worden gelegd.
W Bij voorkeur geen flessen in het vak leggen om ze snel te
koelen; indien toch, dan uiterlijk na één uur eruit nemen, ze
barsten anders.
W Eenmaal ontdooide levensmiddelen bij voorkeur niet op-
nieuw invriezen, maar tot een gerecht verwerken. Voe-dings-
waarde en smaak blijven zo het beste bewaard.
W Als richtwaarden voor de houdbaarheid van verschillende
levensmiddelen in het vriesvak geldt:
Gevogelte, rundvlees, lam 6 tot 12 maanden
Vis, varkensvlees 2 tot 6 maanden
Wild, konijn, kalfsvlees 4 tot 8 maanden
Worst, ham 2 tot 4 maanden
Kant-en-klare gerechten 2 tot 4 maanden
Groente en fruit 6 tot 12 maanden
Kaas, brood, bakproducten 2 tot 6 maanden
Van gistdeeg gebakken gebak 1 tot 5 maanden
Consumptie-ijs 2 tot 3 maanden
Of de bovenste of de onderste waarde geldig is, hangt af
van de kwaliteit van de levensmiddelen, de voorbewerking
voor het invriezen en de kwaliteitseisen van de individuele
huishouding. Voor wat vettere levensmiddelen gelden steeds
de onderste waarden; vetten worden snel ranzig.
IJsblokjes maken
W IJsblokjeshouder met water vullen.
W IJsblok-jeshouder in het apparaat
zetten en laten bevriezen.
W Vervorm de houder enigszins om de
ijsblokjes eruit te laten springen of houd hem
even onder stromend water.
32
K/KP...4..
* afhankelijk van model en uitvoering
Technische dienst en typeplaatje
Kunt u geen van de hierboven beschreven oorzaken
vaststellen en de storing niet zelf verhelpen, neem dan
a.u.b. contact op met de dichtstbijzijnde technische dienst (zie
bijgevoegd overzicht) en geef de volgende gegevens op het
typeplaatje door:
de typeaanduiding 1,
het servicenummer 2,
het apparaatnummer 3.
Hierdoor wordt een snelle en efficiën-
te service mogelijk. Het typeplaatje
vindt u op de linker binnenkant van het
apparaat.
Laat het apparaat dicht tot de klan-
tendienst komt om een nog groter
koudeverlies te vermijden.
Opstel- en
ombouwaanwijzingen
Afmetingen van het apparaat
De uitwendige afmetingen van het apparaat vindt u in de ne-
venstaande afbeelding S en de onderstaande tabel.
Model, Hoogte [mm]
bruto-inhoud [l] A
(zie typeplaatje)
231 (24..) 1250
281 (29..) 1447
333 (34..) 1644
Opstelaanwijzing
Het apparaat niet side-by-side met een andere koel-/vrieskast
plaatsen! Belangrijk voor het vermijden van condensatiewater
en daaruit resulterende schade.
Draairichting deur veranderen
Afb. T. Desgewenst kan de draairichting worden veranderd:
W Open de deur en de plint 1 m.b.v. een schroevendraaier
aan de scharnierkant uitklinken en naar voren uittrekken.
- Wip de afdekking 2 met een schroevendraaier los.
Sluit de deur.
- Draai schroef M5 3 eruit.
W Trek de scharnierbasis 4 en de lagerpen 5 er naar bene-
den uit, zwenk ze eruit en verwijder ze.
W Open de deur, kantel de onderzijde eruit en til de deur weg,
let hierbij op de afstandsring 6.
W Zet alle lagerdelen naar de andere kant over:
- Afdekkingen 8 met een schroevendraaier naar voren
uitklinken en schuin naar beneden verwijderen. Lagerpen
7 uitdraaien en op de andere kant indraaien. Daartoe het
inbusgedeelte van de bijgaande steeksleutel (sleutel 5)
gebruiken. Afdekkingen 8 opnieuw monteren: achteraan
inzetten en vooraan inklinken.
- Onder: met een schroevendraaier het afstandsstuk 9 ver-
wijderen en aan de tegenovergestelde kant monteren.
W Deur weer monteren:
- Wip de stopjes bo uit de lagerbussen van de deur en zet ze
naar de andere kant over.
- Hang de deur over de lagerpen 7, let hierbij op de af-
standsring 6, sluit de deur.
- Draai de scharnierbasis 4 180°, trek de lagerpen 5 eruit
en zet hem omgekeerd weer terug. Monteer beide delen
in het scharnier bp: schuif de pen door het scharnier in het
deurlager, zwenk de scharnierbasis erin, schuif hem om-
hoog en monteer hem met de schroef 3 voor.
W Lijn de deur via het sleufgat in het scharnier bp uit ten
opzichte van de behuizing, draai vervolgens de schroef 3
stevig vast.
W Schuif de plint 1 erop en druk hem vast.
W Open de deur en zet afdekking 2 van voren in de plint en
druk hem achter vast.
W Deurgreep bl en stopjes bm van plaats veranderen*. Zet
de deur open en klik de drukplaatjes* bn vanvoor voorzichtig
uit en schuif ze zijlings weg; schroef de greep eraf.
Bij het monteren omgekeerd te werk gaan: schuif de druk-
plaatjes eraan en let op een juist inklikken.
Het apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat
storingen nagenoeg niet voorkomen en een lange levensduur
gegarandeerd is.
Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of
deze misschien het gevolg is van een verkeerde bediening. Is
dit het geval dan moeten we helaas - ook tijdens de garantieter-
mijn - de reparatiekosten in rekening brengen.
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
Storing - Mogelijke oorzaak en oplossing
Het apparaat werkt niet.
-
Is het apparaat correct ingeschakeld?
- Zit de stekker goed in het stopcontact?
- Is de zekering in de meterkast in orde?
De binnenverlichting brandt niet.
- Is het apparaat ingeschakeld?
- Is het gloeilampje defect? Vervang het lampje als onder "Bin-
nenverlichting" beschreven.
Het apparaat maakt te veel lawaai.
- Staat het apparaat op een stevige ondergrond? Worden
meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende
aggregaat aan het trillen gebracht?
Schuif het apparaat eventueel iets weg, stel het met de stelpo-
ten waterpas, zet de flessen en verpakkingen van elkaar af.
- Normaal zijn: stromingsgeluiden (borrelen of ruisen)
veroorzaakt door het koelmiddel dat in het koelmiddelcircuit
stroomt.
Een kort klikken. Dit ontstaat altijd als de compressor (de
motor) automatisch in- of uitgeschakeld wordt.
Brommen van de motor. De motor bromt even iets harder
als het aggregaat wordt ingeschakeld.
De temperatuur is niet laag genoeg.
- Is de temperatuur goed ingesteld? Stel indien nodig een
lagere temperatuur in.
- De losse thermometer in het apparaat geeft een foute tem-
peratuur weer.
- Sluit de apparaatdeur goed?
- Is er voldoende be- en ontluchting?
Ventilatierooster eventueel vrijmaken.
- Is de omgevingstemperatuur te hoog?
(zie passage "Bepalingen")
- Werd het apparaat te vaak of te lang geopend?
- Eventueel afwachten of de gewenste temperatuur vanzelf
weer wordt bereikt.
Apparaat voelt aan de binnenkant op sommige plekken
warm aan.
- Dat is helemaal in orde. De afgegeven warmte is belangrijk
voor een goede werking van het apparaat.
Storingen - Problemen?
33
K/KP...4..
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
Scharnieren van vakdeur overzetten
W Afb. T1: Schroef het scharnier 1 eraf, neem de deur met het
scharnier weg.
W Schroef het sluitstuk 2 eraf.
W Sluit met de stopjes 3 de vrijgekomen gaten af.
W Draai de deur en het sluitstuk 180° en monteer beide aan de
andere kant. Zet de deur met de bus boven in de behuizing,
schroef hem onder met het erop gezette scharnier 1 weer
vast.
Inbouw in het keukenblok
Afb. U: De apparaten kunnen door de keukeninrichting omge-
ven worden. Om het apparaat aan de hoogte van het keuken-
blok aan te passen kunt u er een opbouwkast 1 op plaatsen.
Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een venti-
latieruimte van ten minste 50 mm diepte vrij voor de toevoer en
afvoer van lucht. De ventilatieruimte moet een minimale opper-
vlakte van 300 cm
2
hebben. Hoe groter de oppervlakte van de
ventilatieruimte, des te energiezuiniger werkt het apparaat.
W Bij gebruik van gestandaardiseerde keukenkasten (diepte
max. 580 mm) en decorplaten met een maximale dikte van 2
mm kunt u het apparaat direct naast het keukenblok plaat-
sen. De deur van het apparaat steekt aan de zijkanten 34
mm en in het midden 51 mm ten opzichte van het keuken-
front naar voren. Hierdoor is de deur zonder problemen te
openen en sluiten.
W Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
4 neem dan een afstandlijst (breedte min. 36 mm) tussen
apparaat en muur op. Dit in verband met het uitsteken van de
deurgreep bij een geopende deur.
1 opbouwkast 3 keukenmeubel
2 koel-/vrieskast 4 muur
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip
voor dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten
voorbehouden.
Opstel- en
ombouwaanwijzingen
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Liebherr k 2954 tgl bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Liebherr k 2954 tgl in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,15 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info