36
CUP..3
Koelgedeelte
Verdelen van de levensmiddelen
Door de natuurlijke luchtcirculatie in de koelruimte ontstaan ge-
bieden met verschillende temperaturen. Voor de diverse soorten
levensmiddelen kan deze temperatuurverdeling voordelig zijn.
Zo heerst direct boven de groenteladen en tegen de achterwand
de laagste temperatuur (optimaal voor bijv. worst en vleeswaren).
Bovenin het apparaat, aan de voorkant en in de deur heerst de
hoogste temperatuur (optimaal voor bijv. kaas en smeerbare
boter). Plaats de levensmiddelen daarom volgens het indelings-
voorbeeld,
afb. B, in het apparaat.
Tips voor het koelen
- Leg de levensmiddelen niet te dicht tegen elkaar zodat de
lucht er goed tussen circuleren kan.
- Bewaar levensmiddelen die snel geur of smaak afgeven of
aannemen evenals vloeistoffen altijd in een gesloten koelkast-
doos of afgedekt.
- Ethyleengasproducerende en -gevoelige levensmiddelen zo-
als fruit, groente en sla, altijd gescheiden bewaren of verpak-
ken, om de houdbaarheid niet te reduceren; bijv. tomaten niet
met kiwi‘s of kool bewaren.
Indeling aanpassen
W Het conservenblikkenvak* kunt u verplaatsen en alle op-
bergvakken zijn voor het reinigen uitneembaar, afb. C: schuif
het opbergvak omhoog, neem het er naar voren uit en zet het
in de omgekeerde volgorde terug.
W Door het verschuiven van de flessen- en conservenhouder
kunt u flessen beveiligen tegen omvallen bij het openen en
sluiten van de deur.
- Voor het reinigen kan de houder worden weggenomen:
- als in afb. C: de voorste rand van de houder omhoog schuiven
en losmaken.
W De draagplateaus* (roosters of glasplaten) kunt u afhankelijk
van de hoogte van de producten verplaatsen, afb. D:
- Til het draagplateau op, trek het naar voren en zwenk het weg.
Schuif de draagplateaus altijd met de aanslagrand achter naar
boven wijzend terug, daar de levensmiddelen anders aan de
achterwand vast kunnen vriezen.
- De glasplaten* zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild
uittrekken.
W Hebt u ruimte voor grote flessen nodig, dan kunt u
- de voorste halve glasplaat* zacht omhoog heffen en voor-
zichtig onder de achterste plaat schuiven tot de uittrekstops*
in de openingen klikken, afb. E.
De binnenverlichting
wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het apparaat langer
dan ca. 15 minuten open staat. Gaat de binnenverlichting niet
automatisch aan wanneer u het apparaat opent maar is het
temperatuur-instelaanwijzing wel verlicht, dan is het gloeilampje
misschien defect.
Vervangen van de gloeilamp:
W Type gloeilamp: max. 25 W, de stroom en spanning moeten
overeenkomen met de gegevens op het type-plaatje. Gebruik
enkel gloeilampen met dezelfde afmeting. E14-fitting.
W Schakel het apparaat uit. Trek de stekker uit het stop-con-
tact of schakel de zekering in de meterkast uit.
W Druk de boven- en onderkant van het afdekkapje, afb. F1, in 1
en wip het kapje aan de achterkant los 2.
W Vervang de gloeilamp, afb. F2.
W Zet het afdekkapje achter terug en druk de boven- en onder-
kant vast.
* afhankelijk van model en uitvoering
1 boter, kaas
2 eieren
3 pakken melk/sap, dranken, flessen
4 conservenblikken, bakproducten
5 zuivelproducten
6 vlees, worst, vis, kant-en-klare maaltijden
7 fruit, groenten, sla