36 * afhankelijk van model en uitvoering
SuperCool
Met de functie SuperCool schakelt u het koelgedeelte over
op maximale koeling. Daarmee bereikt u tijdelijk lagere koel-
temperaturen.
Deze functie is bijzonder geschikt om grote hoeveelheden
levensmiddelen, dranken, vers gebak of vers bereide levens-
middelen zo snel mogelijk af te koelen.
W Inschakelen: Druk kort op de SuperCool-toets bl zodat ze
oplicht.
De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde.
Opmerking: „SuperCool“ verbruikt iets meer stroom. Na ca. 6
uur schakelt de elektronica echter weer automatisch naar
de energiebesparende stand terug.
Desgewenst kunt u de SuperCool-functie ook van tevoren
uitschakelen.
W Uitschakelen: Druk nogmaals kort op de SuperCool-toets
zodat ze niet meer oplicht.
SuperFrost
Met de SuperFrost-functie zorgt u ervoor dat verse levensmid-
delen zo snel mogelijk door en door bevriezen, terwijl reeds
ingevroren levensmiddelen een „koudereserve“ krijgen. Dat
maakt de SuperFrost-voorziening 4 mogelijk. Zo blijven
voedingswaarde, uiterlijk en smaak van de ingevroren levens-
middelen het beste bewaard.
Meer informatie vindt u in de paragraaf „Invriezen met Super-
Frost“.
Indicatie bij stroomuitval /
„FrostControl“-melding
Staat op het display
, dab betekent dit:
De temperatuur van de ingevroren levensmiddelen is door
een stroomuitval, door een netspanningsonderbreking in de
afgelopen uren of dagen te ver opgelopen.
W Wanneer u tijdens de melding op de Alarm-toets 5 drukt,
ziet u op het display hoe ver de temperatuur gedurende de
stroomonderbreking is opgelopen.
Controleer, afhankelijk van de temperatuurstijging of zelfs
ontdooiing, of de levensmiddelen nog geschikt zijn voor
consumptie!
- De hoogste temperatuur tijdens de stroomonderbreking
is ca. 1 min. zichtbaar. Daarna toont het display weer de
temperatuur die de levensmiddelen op dat moment hebben.
Druk meermaals op de Alarm-toets om de weergave van
de hoogste temperatuur voortijdig af te breken.
Zodra het apparaat weer stroom krijgt zal de ingestelde tem-
peratuur weer worden aangehouden.
Ingebruikneming en controlepaneel
Extra functies
Via de instelmodus kunt gebruik maken van de kinderbe-
veiliging en de intensiteit van het display* veranderen:
Instelmodus activeren:
W SuperFrost-toets ca. 5 sec drukken - de SuperFrost-toets
knippert - het display toont c voor kinderbeveiliging.
Opmerking: de waarde die dient te worden veranderd
knippert.
W Door op de Up/Down-toets te drukken, de gewenste func-
tie kiezen:
c = kinderbeveiliging of h = lichtintensiteit.
W Nu door kort op de SuperFrost-toets te drukken, de func-
tie selecteren/bevestigen:
• Bij c = kinderbeveiliging door op de Up/Down-toets te
drukken c1 = kinderbeveiliging AAN of
c0 = kinderbeveiliging UIT kiezen en met de
SuperFrost-toets bevestigen.
Als het symbool 6 licht, is de kinderbeveiliging
actief.
• Bij h = lichtintensiteit door op de Up/Down-
toets te drukken h1=minimale tot
h5 = maximale intensiteit selecteren en met
de SuperFrost-toets bevestigen.
Instelmodus verlaten:
W Door op de On/Off-toets te drukken, de instelmodus be-
eindigen; na 2 min. schakelt de electronica automatisch
om.
- Het standaard regelbedrijf is weer actief.