41
Bepalingen
W Het apparaat werd ontworpen voor het koe-
len, invriezen en bewaren van levensmiddelen
evenals het maken van ijs. Het is bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
W
Het apparat is ontworpen voor een bepaalde
klimaatklasse d.w.z. een minimale omgevingstem-
peratuur waaronder en een maximale omgevings-
temperatuur waarboven het apparaat niet gebruikt
mag worden. U vindt de klimaatklasse van het
apparaat op het typeplaatje. Hierbij worden de
volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse ontworpen voor
omgevingstemperaturen van
SN +10 °C tot +32 °C
N +16 °C tot +32 °C
ST +18 °C tot +38 °C
T +18 °C tot +43 °C
- Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecont-
roleerd.
- Het apparaat voldoet aan alle van toepassing
zijnde veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen
73/23/EEG en 89/336/EEG.
Wij adviseren u om het apparaat te reinigen voordat
u het in gebruik neemt (zie verder onder "Reini-
gen").
Schakel het apparaat ca. 2 uur voordat u de eerste
levensmiddelen erin plaatst in. Leg de in te vriezen
levensmiddelen er pas in als het temperatuurdis-
play ten minste -18 °C aangeeft.
Koel-
en vriesgedeelte
kunnen onaf-
hankelijk van elkaar gebruikt worden.
In- en uitschakelen
Afb. A1
W Inschakelen: Druk op de Aan/Uit-tiptoetsen (9
links voor koelgedeelte, 3 rechts voor vriesge-
deelte); de temperatuurdisplays lichten op/knip-
peren.
- Koelgedeelte: de binnenverlichting brandt wan-
neer de deur geopend is.
- Vriesgedeelte: het alarm wordt altijd geactiveerd
wanneer het apparaat voor de eerste maal wordt
ingeschakeld en de binnentemperatuur te hoog
is.
Druk op de Alarm-toets 5 om het alarm uit te
schakelen.
Nadere informatie vindt u onder "Alarm - gelu-
idssignaal".
W Uitschakelen: Druk op de Aan/Uit-tiptoets; de
verlichte temperatuurdisplays gaan uit.
2 Ingebruikneming en controlepaneel
Kinderbeveiliging
Afb. A1
Met de kinderbeveiliging beschermt u het apparaat
tegen ongewenst uitschakelen.
W Kinderbeveiliging inschakelen: Druk op de
Alarm-toets 5, houd de toets ingedrukt en druk
op de Superfrost-toets 4. Houd beide tiptoet-
sen ca. 3 sec. ingedrukt.
- Een dubbele pieptoon geeft aan dat de kinder-
beveiliging is ingeschakeld.
- De indicator 6 licht op.
W Uitschakelen: Druk de toetsencombinatie
nogmaals in; de indicator 6 gaat uit.
Temperatuur instellen
Afb. A1
Het apparaat is standaard ingesteld voor normaal
bedrijf. Voor het koelgedeelte adviseren wij +5 °C,
voor het vriesgedeelte -18 °C.
Temperatuur verlagen/kouder:
Druk op de DOWN-insteltoets, links voor het koel-
gedeelte 8, rechts voor het vriesgedeelte 2.
Temperatuur verhogen/warmer:
Druk in beide gevallen op de UP-insteltoets.
- Tijdens het instellen knippert de ingestelde
temperatuur op het temperatuurdisplay.
- De eerste keer dat u op een temperatuur-tipto-
ets drukt toont het temperatuurdisplay de laatst
ingestelde temperatuur van het vries- of koelge-
deelte.
- Door meermaals kort op een tiptoets te drukken,
laat u de ingestelde temperatuur in stapjes van
1 °C verspringen. Houdt u de tiptoets langer
ingedrukt dan verandert de temperatuur door-
lopend.
- Ongeveer 5 seconden nadat u de tiptoetsen hebt
losgelaten schakelt het temperatuurdisplay auto-
matisch over op de werkelijke vries- of koeltem-
peratuur.
- De temperatuur is instelbaar:
in het koelgedeelte tussen 11 °C en 2 °C,
in het vriesgedeelte tussen -14 °C en -28 °C.
Afhankelijk van de opstelplaats wordt de laagste
temperatuur ook daadwerkelijk bereikt of niet
(staat het apparaat op een warme plaats dan
wordt de laagste temperatuur niet altijd bereikt).