495736
13
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/14
Pagina verder
Gebruiks- en montagehandleiding
Vrijstaande koelkast met BioFresh-gedeelte
261109
7084516 - 00
KB/KBes 3864 ... 6
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Toepassingen van het apparaat............................... 2
1.2 Conformiteit.............................................................. 2
1.3 Overzicht apparaat en uitrusting............................... 2
1.4 Opstelafmetingen..................................................... 3
1.5 Energie sparen......................................................... 3
1.6 HomeDialog............................................................. 3
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 3
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 4
3.1 Bedienings- en controlepaneel................................. 4
3.2 Temperatuurdisplay................................................. 4
4 In gebruik nemen................................................... 4
4.1 Draairichting deur veranderen.................................. 4
4.2 Inbouw in het keukenblok......................................... 6
4.3 Apparaat transporteren............................................ 6
4.4 Apparaat opstellen................................................... 6
4.5 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 7
4.6 Apparaat aansluiten................................................. 7
4.7 Apparaat inschakelen............................................... 7
5 Bediening................................................................ 7
5.1 Helderheid van het temperatuurdisplay.................... 7
5.2 Kinderbeveiliging...................................................... 7
5.3 Deuralarm................................................................ 7
5.4 Koelgedeelte ........................................................... 7
5.5 BioFresh-gedeelte.................................................... 9
5.6 Vriesvak................................................................... 10
6 Onderhoud.............................................................. 11
6.1 Ontdooien................................................................ 11
6.2 Apparaat reinigen..................................................... 11
6.3 Technische Dienst.................................................... 12
7 Storingen................................................................ 12
8 Afzetten................................................................... 13
8.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 13
8.2 Buiten werking stellen.............................................. 13
9 Apparaat afdanken................................................ 13
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van
alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip voor
het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten
voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een
,
gebruiksresultaten met een .
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Toepassingen van het apparaat
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het koelen van levens-
middelen.
In het geval van het industriële koelen van levensmiddelen
moeten de geldige wettelijke bepalingen in acht worden
genomen. Het apparaat is niet bedoeld voor het bewaren en
koelen van geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumsprepa-
raten of eendere aan de Europese Richtlijn medische hulpmid-
delen 2007/47/EG ten grondslag liggende stoffen en producten.
Een abusievelijk gebruik van het apparaat kan schade aan de
bewaarde producten of het bederf ervan veroorzaken. Boven-
dien is het apparaat niet geschikt voor werking in explosiege-
vaarlijke omgevingen.
Het apparaat is volgens de klimaatklasse gebouwd voor gebruik
bij bepaalde omgevingstemperaturen. De klimaatklasse van uw
apparaat vindt u op het typeplaatje.
Aanwijzing
u
Respecteer de opgegeven omgevingstemperaturen, zoniet
vermindert de koelprestatie.
Klimaat-
klasse
voor omgevingstemperaturen van
SN 10 °C tot 32 °C
N 16 °C tot 32 °C
ST 16 °C tot 38 °C
T 16 °C tot 43 °C
1.2 Conformiteit
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het
apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde veiligheidsbe-
palingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EEG en 2004/108/EEG.
1.3 Overzicht apparaat en uitrusting
Aanwijzing
u
Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren. Zo
werkt het apparaat energiebesparend.
u
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde toestand
voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Bedienings- en controle-
paneel
(9) Opbergvak voor hoge
flessen
(2) Vriesvak (10) Flessenplank
(3) Ventilator (11) BioFresh-vak, Drysafe
(4) Dozenrekje, uitneem-
baar
(12) Regeling HydroSafe
(5) Plateaus, verplaatsbaar (13) BioFresh-vak, Hydrosafe
(6) Binnenverlichting, LED (14) Typeplaatje
Het apparaat in vogelvlucht
2
(7) Conservenrek,
verplaatsbaar
(15) Stelpoten vooraan
(8) Plateaus, deelbaar,
verplaatsbaar
1.4 Opstelafmetingen
Fig. 2
Model H (mm)
KB/KBes 38 1841
1.5 Energie sparen
-
Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-
tieopeningen resp. -roosters niet afdekken.
-
Ventilatorluchtspleten altijd vrij houden.
-
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
een fornuis, verwarming of dergelijke.
-
Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandig-
heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.1) .
-
Open het apparaat zo kort mogelijk.
-
Zet de levensmiddelen soort bij soort.
-
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.
Rijpvorming wordt vermeden.
-
Warme gerechten inleggen: eerst laten afkoelen tot kamer-
temperatuur.
-
Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.
-
Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaat
ontdooien.
Stof doet het energieverbruik toenemen:
-
de koelmachine met warmtewisselaar -
metalen rooster aan de achterkant van
het apparaat - eens per jaar afstoffen.
1.6 HomeDialog
Afhankelijk van model en uitvoering kan het appa-
raat met de afzonderlijk verkrijgbare modules
voor het HomeDialog systeem of de seriële inter-
face (RS 232) worden uitgerust. De modulen zijn
verkrijgbaar bij uw speciaalzaak.
Meer informatie vindt u op internet onder
www.liebherr.com.
2 Algemene veiligheidsvoor-
schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat is niet bestemd voor personen (ook kinderen)
met fysieke, sensorische of mentale beperkingen of
personen, die niet over voldoende ervaring en kennis
beschikken. Tenzij zij door een persoon, die voor hun veilig-
heid verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat
worden onderwezen en die aanvankelijk toezicht uitoefent.
Erop toezien, dat kinderen niet met het apparaat spelen.
-
In geval van storing stekker uit het stopcontact trekken (daarbij
niet aan het netsnoer trekken) of zekering uitschakelen.
-
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat en het vervangen
van het netsnoer alleen laten uitvoeren door de Technische
Dienst of ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uittrekt, altijd bij de
stekker nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding
monteren en aansluiten.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem
eventueel aan de volgende eigenaar door.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
digen.
Binnenin het apparaat geen open vuur of ontstekings-
bronnen gebruiken.
Binnenin het apparaat geen elektrische apparaten
gebruiken (b.v. stoomreinigers, verwarmingsapparatuur,
ijsmachines enz.).
Wanneer koelmiddel ontsnapt: open vuur of ontstekings-
bronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen.
Stekker uit het stopcontact trekken. Ruimte goed venti-
leren. Contact opnemen met de Technische Dienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijf-
gassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het appa-
raat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan de op
de verpakking vermelde inhoudsstoffen of een vlammensym-
bool. Eventueel uittredende gassen kunnen door elektrische
componenten vlam vatten.
-
Geen brandende kaarsen, lampen of andere voorwerpen met
open vlammen op of in het apparaat plaatsen.
-
Sterke alcohol alleen goed gesloten en overeind staand
opslaan. Eventueel uittredende alcohol kan door elektrische
componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leunen
misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude oppervlakken en gekoelde
of ingevroren levensmiddelen vermijden of veiligheidsmaat-
regelen treffen, b.v. handschoenen dragen. Consumptie-ijs,
Algemene veiligheidsvoorschriften
3
met name waterijs of ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud
consumeren.
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofd-
stukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR-
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan, die
de dood of ernstig lichamelijk letsel
tot gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
VOOR-
ZICHTIG
duidt een gevaarlijke situatie aan, die
lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan, die
materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle-
elementen
3.1 Bedienings- en controlepaneel
Fig. 3
(1) Toets alarm (8) Toets SuperFrost
(2) Toets SuperCool (9) Temperatuurdisplay
(3) Toets On/Off (10) Symbool HomeDialog
(4) Symbool alarm (11) Symbool SuperCool
(5) Symbool menu (12) Symbool kinderbeveiliging
(6) Insteltoets Down (13) Symbool SuperFrost
(7) Insteltoets Up
3.2 Temperatuurdisplay
Bij normale werking wordt aangegeven:
-
de gemiddelde koeltemperatuur
De volgende aanduidingen wijzen op een storing. Mogelijke
oorzaken en maatregelen voor het oplossen (zie Storingen).
-
F0 tot F9
4 In gebruik nemen
4.1 Draairichting deur veranderen
Indien nodig kunt u de draairichting van de deur veranderen:
controleer of volgend gereedschap klaar ligt:
q
Torx 25
q
Torx 15
q
schroevendraaier
q
eventueel accuschroevendraaier
q
eventueel een tweede persoon voor de montage
4.1.1 Deur afnemen
Aanwijzing
u
Verwijder levensmiddelen uit de opbergvakken voordat de
deur wordt afgenomen, zodat er geen levenmiddelen uit
vallen.
Fig. 4
u
Sluit de deur.
u
Afdekking
Fig. 4 (10)
naar voren naar boven wegnemen.
u
Afdekking
Fig. 4 (11)
wegtillen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
u
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Bovenste lagerbus
Fig. 4 (12)
losdraaien (2 x Torx 25)
Fig. 4 (13)
en naar boven wegtrekken.
4.1.2 Vriesvakdeur vervangen
Fig. 5
u
Afdekking aan lagerbus
Fig. 5 (15)
wegklappen.
u
Lagerbus
Fig. 5 (15)
met de vakdeur losdraaien.
u
Sluitstuk
Fig. 5 (16)
losdraaien.
u
De vrij geworden gaten met de meegeleverde stoppen
Fig. 5 (17)
sluiten.
Fig. 6
u
Sluitstuk
Fig. 6 (16)
monteren.
u
Vakdeur boven plaatsen.
u
Lagerbus
Fig. 6 (15)
monteren en afdekking dichtklappen.
Bedienings- en controle-elementen
4
4.1.3 Lagerdelen omplaatsen
Fig. 7
u
Beveiliging
Fig. 7 (21)
naar voren toe wegnemen.
u
Afdekking
Fig. 7 (27)
verwijderen.*
u
Stelpoten
Fig. 7 (22)
helemaal indraaien.
u
Indien nodig het apparaat met behulp van een tweede
persoon iets achterover kantelen, om de lagerbout te verwij-
deren.
u
Lagerbout
Fig. 7 (22)
naar beneden en naar voren uittrekken.
Let hierbij op de scharnierbus
Fig. 7 (20)
.
u
Lagerbus
Fig. 7 (23)
afschroeven (3 x Torx 25)
Fig. 7 (24)
.
u
Lagerdeel
Fig. 7 (26)
afschroeven (1 x Torx 25)
Fig. 7 (28)
en
in de tegenoverliggende opening van de lagerbus omzetten,
opnieuw vastschroeven.
u
Afdekking aan de kant van de handgreep
Fig. 7 (25)
voor-
zichtig optillen en omplaatsen.
u
Lagerbus
Fig. 7 (23)
aan de nieuwe scharnierzijde met min.
4 Nm weer goed vastschroeven evt. met behulp van een
accuschroevendraaier.
u
Apparaat opnieuw wat naar
achteren kantelen en de
lagerbouten
Fig. 8 (22)
terug
in te steken. De groef moet
naar voren wijzen.
u
Afdekking
Fig. 7 (27)
aan de
tegenoverliggende kant
plaatsen.*
Fig. 8
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
u
De beveiliging
(21)
moet aan de zijkant van de lagerbus
inklikken, zodat de lagerbus en dus ook de deur is geborgd.
u
u
Beveiliging
(21)
op lagerbus weer inklikken.
u
Scharnierbus
Fig. 7 (20)
opzetten.
4.1.4 Greep omzetten
u
Klik de veerklem
Fig. 9 (34)
uit de deur en plaats hem naar de
andere scharnierkant om.
u
Til de stop
Fig. 9 (30)
uit de deurlagerbus en plaats hem om.
Fig. 9
u
Monteer deurgreep
Fig. 9 (31)
, stop
Fig. 9 (32)
en druk-
platen
Fig. 9 (33)
af en monteer ze aan de tegenoverliggende
kant.
u
Let bij het monteren van de drukplaten aan de andere kant op
het juiste inklikken.
4.1.5 Deur monteren
u
Plaats de deur van boven op de lagerbout beneden
Fig. 7 (22)
.
u
Sluit de deur.
u
Plaats de bovenste lagerbus
Fig. 4 (12)
aan de nieuwe schar-
nierkant in de deur.
u
Bovenste lagerbus
Fig. 4 (12)
met min. 4 Nm goed vast-
schroeven.(2 maal Torx 25)
Fig. 4 (13)
. Steek de schroefgaten
indien nodig voor of gebruik de accuschroevendraaier.
u
Afdekking
Fig. 4 (10)
en afdekking
Fig. 4 (11)
telkens op de
tegenoverliggende zijde vastklikken.
4.1.6 Deur uitlijnen
u
De deur eventueel via de beide langsgaten in de lagerbus
onder
Fig. 7 (23)
ten opzichte van de kast uitlijnen. Daartoe
middelste schroef uitdraaien.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door naar voren kiepende deur!
Wanneer de lagerdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de
deur naar voren kiepen. Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat
het apparaat niet goed koelt.
u
De lagerbussen met min. 4 Nm goed vastschroeven.
u
Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
In gebruik nemen
5
4.2 Inbouw in het keukenblok
Fig. 10
(1) Opbouwkast (3) Keukenkast
(2) Apparaat (4) Wand
Bij ombouw met standaard keukenkasten (max.
diepte 580 mm) kan het apparaat direct naast de keukenkast
Fig. 10 (3)
worden opgesteld. De apparaatdeur springt opzij
34 mm en in het midden van het apparaat 50 mm uit ten opzichte
van het keukenkastfront. Hierdoor is de deur zonder problemen
te openen en sluiten.
Belangrijk voor de ventilatie:
-
houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een ruimte
van minstens 50 mm diepte vrij voor luchtafvoer.
-
De ventilatieruimte onder het plafond moet minstens
300 cm
2
bedragen.
-
Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het appa-
raat werkt.
Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
Fig. 10 (4)
, dan moet de afstand tussen apparaat en muur
minstens 36 mm bedragen. Dit in verband met het uitsteken van
de deurgreep bij een geopende deur.
4.3 Apparaat transporteren
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd trans-
port!
u
Het apparaat verpakt transporteren.
u
Het apparaat overeind transporteren.
u
Het apparaat niet alleen transporteren.
4.4 Apparaat opstellen
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog voor
het aansluiten - contact op met de leverancier.
De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en vlak
zijn.
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een
fornuis, verwarming of dergelijke.
Stel het apparaat altijd tegen een wand op.
Stel het apparaat niet op zonder hulp.
De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
EN 378 per 8 g R 600a koelmiddel over een volume van van
1 m
3
beschikken. Indien de plaatsingsruimte te klein is, kan in
geval van een lek in het koelmiddelcircuit een ontvlambaar gas-
lucht-mengsel ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koel-
middel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving of
binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door koelmiddel!
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
u
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging!
u
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
toaster enz. op het apparaat!
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte luchtroos-
ters!
u
De luchtroosters regelmatig schoonmaken. Zorg altijd voor
een goede luchttoevoer en -afvoer!
u
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillings-
geluiden ontstaan!
u
Haal de beschermfolie van de buitenzijde van het apparaat.*
LET OP*
De edelstalen deuren zijn voorzien van een hoogwaardige
oppervlaktecoating en mogen niet met het bijgevoegde reini-
gingsmiddel worden behandeld.
Dit zou het oppervlak kunnen aantasten.
u
De gecoate deuroppervlakken mogen uitsluitend met een
zachte schone doek worden afgeveegd.
u
Breng alleen op de roestvrijstalen zijwanden een verzor-
gingsmiddel gelijkmatig en in slijprichting aan. De reiniging op
een later tijdstip wordt daardoor eenvoudiger.
u
Gelakte zijwanden mogen uitsluitend met een zachte
schone doek worden afgeveegd.
u
Trek de beschermfolie van de sierlijsten.*
u
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
u
Doe de verpakking weg (zie 4.5) .
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater!
u
het apparaat niet direct naast een ander koel-/vriesapparaat
zetten.
u
Stel het apparaat met de meegele-
verde steeksleutel en met behulp
van de stelvoetjes (A) en een
waterpas stevig en vlak op.
u
Vervolgens de deur ondersteunen:
stelvoet bij lagerbus (B) uitdraaien
tot deze op de vloer komt, daarna
90° verder draaien.
In gebruik nemen
6
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er
condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
u
Zorg altijd goed voor een goede verluchting van de plaat-
singsruimte.
4.5 Afvalverwerking van de verpakking
WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
Golfkarton/karton
-
Voorgevormde delen uit geschuimd polystyreen
-
Folies en zakken uit polyetheen
-
Spanbanden uit polypropeen
u
Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel-
punt.
4.6 Apparaat aansluiten
LET OP
Gevaar voor beschadiging van de elektronische componenten!
u
Gebruik geen omvormer (omzetten van gelijkstroom naar
wisselstroom) of spaarstekker.
WAARSCHUWING
Brand- en oververhittingsgevaar!
u
Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos.
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie
Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het apparaat alleen aansluiten op een volgens de
voorschriften geïnstalleerd stopcontact. Het stopcon-
tact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder
beveiligd zijn.
Het moet eenvoudig toegankelijk zijn, zodat het appa-
raat in urgentiegevallen snel van de stroomvoorzie-
ning gescheiden kan worden.
u
Elektrische aansluiting controleren.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Steek de stekker in het stopcontact.
4.7 Apparaat inschakelen
Schakel het apparaat in ongeveer 2 uur voor u er voor het eerst
diepvriesproducten in legt.
u
Toets On/Off
Fig. 3 (3)
indrukken.
w
Het temperatuurdisplay geeft de actuele temperatuur weer.
w
De binnenverlichting brandt wanneer de deur open is.
5 Bediening
5.1 Helderheid van het temperatuurdis-
play
U kunt de helderheid van het temperatuurdisplay aanpassen aan
het omgevingslicht.
5.1.1 Helderheid instellen
De helderheid is instelbaar tussen h0 (geen verlichting) en h5
(maximale lichtsterkte).
u
Instelmodus activeren: druk gedurende ca. 5 sec. op de toets
SuperCool
Fig. 3 (2)
.
w
Op de display wordt c aangegeven.
w
Het symbool menu
Fig. 3 (5)
brandt.
u
Met insteltoets Up
Fig. 3 (7)
en insteltoets Down
Fig. 3 (6)
h
kiezen.
u
Bevestigen: druk kort op de toets SuperCool
Fig. 3 (2)
.
u
Display helderder instellen: druk op de instel-
toets Up
Fig. 3 (7)
.
u
Display donkerder instellen: druk op deinstel-
toets Down
Fig. 3 (6)
.
u
Bevestigen: druk op detoets SuperCool
Fig. 3 (2)
.
w
De helderheid is op de nieuwe waarde ingesteld.
u
Instelmodus deactiveren: druk op de toets On/Off
Fig. 3 (3)
.
-of-
u
5 min. wachten.
w
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur aange-
geven.
5.2 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen bij het
spelen het apparaat niet onbedoeld uitschakelen.
5.2.1 Kinderbeveiliging instellen
u
Instelmodus activeren: toets SuperCool
Fig. 3 (2)
ca. 5 s
indrukken.
w
Op de display wordt c aangegeven.
w
Het symbool Menu
Fig. 3 (5)
is verlicht.
u
Druk kort op de toets SuperCool
Fig. 3 (2)
om te bevestigen.
Als in de display c1 wordt aangegeven:
u
om de kinderbeveiliging in te schakelen, drukt
u kort op de toets SuperCool
Fig. 3 (2)
.
w
Het symbool kinderbeveiliging
Fig. 3 (12)
brandt. Op de
display knippert c.
Als in de display c0 wordt aangegeven:
u
om de kinderbeveiliging uit te schakelen, drukt u kort op de
toets SuperCool
Fig. 3 (2)
.
w
Het symbool kinderbeveiliging
Fig. 3 (12)
dooft. Op de display
knippert c.
u
Instelmodus deactiveren: toets On/Off
Fig. 3 (3)
indrukken.
-of-
u
5 min. wachten.
w
Op de temperatuurdisplay wordt opnieuw de temperatuur
weergegeven.
5.3 Deuralarm
Wanneer de deur langer dan 60 s geopend is, gaat het akoes-
tisch alarm af.
Het akoestisch alarm stopt automatisch, zodra de deur gesloten
wordt.
5.3.1 Deuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgescha-
keld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
u
Toets Alarm
Fig. 3 (1)
indrukken.
w
Het akoestisch alarm gaat uit.
5.4 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte worden
verschillende temperatuurbereiken in gesteld. Direct boven de
afscheiding tussen de BioFresh zone en de achterzijde is het het
Bediening
7
koudste. Voorin aan de bovenkant en in de deur is het het
warmste.
5.4.1 Levensmiddelen koelen
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
u
Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
u
In het bovengedeelte en in de deur boter, eieren en conserven
bewaren (zie Het apparaat in vogelvlucht).
u
Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie.
voor apparaten vanaf hoogte 1216 mm geldt:
u
het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte
alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv.
bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten
liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter
worden geschoven of omvallen.
u
Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
goed kan circuleren.
u
Flessen tegen omvallen beveiligen: de flessenhouder
verschuiven.
Op de bodem van het koelgedeelte kan naar keuze het geïnte-
greerde flessenrek of de glasplaat worden gebruikt:
u
Flessenrek gebruiken: de
glasplaat ruimtebespa-
rend onder het flessenrek
plaatsen.
u
Flessen met de onder-
kant naar achter tegen de
achterwand leggen.
Indien de flessen uit het
flessenrek steken:
u
De onderste opberg-
vakken in de deur een
positie hoger zetten.
5.4.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is instelbaar van 9 °C tot 3 °C, aanbevolen wordt
5 °C.
In het diepvriesvak wordt een gemiddelde temperatuur van
ca. –18 °C bereikt.
u
Temperatuur hoger instellen: insteltoets Up
Fig. 3 (7)
indrukken.
u
Temperatuur lager instellen: insteltoets Down
Fig. 3 (6)
indrukken.
w
Bij de eerste keer indrukken geeft de temperatuurdisplay de
tot dusver ingestelde waarde aan.
u
Temperatuur in 1 °C -stappen veranderen: toets kort
indrukken.
u
Temperatuur blijvend veranderen: toets ingedrukt houden.
w
Tijdens het instellen wordt de temperatuur knipperend aange-
geven.
w
Ca. 5 s na het indrukken van de toets wordt de daadwerkelijke
temperatuur aangegeven. De temperatuur past zich lang-
zaam aan de nieuwe instelling aan.
5.4.3 SuperCool
Met SuperCool schakelt u het hoogste afkoelvermogen in.
Daarmee bereikt u lagere koeltemperaturen. Gebruik SuperCool
om grote hoeveelheiden levensmiddelen snel af te koelen.
SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik.
Met SuperCool koelen
u
Toets SuperCool
Fig. 3 (2)
kort indrukken.
w
Het symbool SuperCool
Fig. 3 (11)
is verlicht in de display.
w
De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde. Super-
Cool is ingeschakeld.
w
SuperCool schakelt na 6 tot 12 uur automatisch uit. Het appa-
raat werkt in de energiebesparende normale modus verder.
SuperCool voortijdig uitschakelen
u
Toets SuperCool
Fig. 3 (2)
kort indrukken.
w
Het symbool SuperCool
Fig. 3 (11)
in de display gaat uit.
w
SuperCool is uitgeschakeld.
5.4.4 Draagplateaus verplaatsen
De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild
uittrekken.
u
Til het draagplateau op en trek het naar
voren uit.
u
Draagplateau met de aanslagrand achter naar boven wijzend
inschuiven.
w
De levensmiddelen vriezen niet aan de achterwand vast.
5.4.5 Deelbare draagplateaus gebruiken
Fig. 11
u
De glasplaat met aanslagrand (2) moet achteraan liggen.
5.4.6 Opbergvakken in de deur verplaatsen
u
Vakken uitnemen volgens de afbeel-
ding.
De boxen kunnen worden uitgenomen en zo op tafel worden
gezet.
U kunt één of beide boxen gebruiken. Wanneer u heel hoge
flessen in de deur wil zetten, hang dan alleen de brede box boven
het flessenvak.
Via de Technische Dienst kunt u drie kleine boxen verkrijgen, in
plaats van de standaarduitrusting met één brede en één kleine
box.
u
Boxen omzetten: naar boven uitnemen
en op de gewenste plaats terugzetten.
u
Deksel afhalen: 90° openen en naar
boven losklikken.
Bediening
8
5.4.7 Flessenhouder uitnemen
u
Flessenhouder altijd bij het kunststof
gedeelte vastnemen.
5.5 BioFresh-gedeelte
In het BioFresh-gedeelte unnen sommige levensmiddelen tot
drie maal langer worden bewaard dan bij traditioneel koelen en
blijft de kwaliteit behouden.
Voor levensmiddelen met een vervaldatum geldt altijd de datum
vermeld op de verpakking.
5.5.1 HydroSafe
De HydroSafe is bij een instelling op hoge luchtvochtigheid
geschikt voor het bewaren van onverpakte sla, groenten en fruit
die zelf veel vocht bevatten. Bij een goed gevulde schuiflade
ontstaat een dauwfris klimaat met een luchtvochtigheid tot maxi-
maal 90 %. De luchtvochtigheid in het vak hangt af van het vocht-
gehalte van de ingelegde producten en van hoe vaak het vak
wordt geopend. U kunt de vochtigheid zelf instellen.
5.5.2 DrySafe
De DrySafe is geschikt voor het bewaren van droge of verpakte
levensmiddelen (bijv. zuivelproducten, vlees, vis, vleeswaren).
Hier ontstaat een relatief droog bewaarklimaat.
5.5.3 Levensmiddelen bewaren
Aanwijzing
u
Niet in het BioFresh-gedeelte horen kougevoelige groenten
als komkommers, aubergines, halfrijpe tomaten, courgettes
en alle kougevoelige zuidvruchten.
u
Zorg ervoor dat levensmiddelen niet bederven door overge-
dragen bacteriën: bewaar onverpakte dierlijke en plantaar-
dige levensmiddelen gescheiden van elkaar in de laden. Dat
geldt ook voor verschillende soorten vlees.
Als u levensmiddelen omwille van plaatsgebrek samen moet
bewaren:
u
de levensmiddelen verpakken.
5.5.4 Bewaartijden
Richtwaarden voor de bewaartijd bij lage luchtvochtig-
heid
Boter tot 90 dagen
Harde kazen tot 110 dagen
Melk tot 12 dagen
Vleeswaren, beleg tot 9 dagen
Gevogelte tot 6 dagen
Varkensvlees tot 7 dagen
Rundsvlees tot 7 dagen
Wild tot 7 dagen
Aanwijzing
u
Denk erom dat eitwitrijke levensmiddelen sneller bederven.
D.w.z. schaal- en schelpdieren bederven sneller dan vis, vis
sneller dan vlees.
Richtwaarden voor de bewaartijd bij hoge luchtvochtig-
heid
Groenten, salades
Artisjokken tot 14 dagen
Selderij tot 28 dagen
Bloemkool tot 21 dagen
Broccoli tot 13 dagen
Witlof tot 27 dagen
Veldsla tot 19 dagen
Erwten tot 14 dagen
Groene kool tot 14 dagen
Wortelen tot 80 dagen
Knoflook tot 160 dagen
Koolrabi tot 55 dagen
Kropsla tot 13 dagen
Kruiden tot 13 dagen
Prei tot 29 dagen
Champignons tot 7 dagen
Radijsjes tot 10 dagen
Spruitjes tot 20 dagen
Asperges tot 18 dagen
Spinazie tot 13 dagen
Savooikool tot 20 dagen
Fruit
Abrikozen tot 13 dagen
Appels tot 80 dagen
Peren tot 55 dagen
Braambessen tot 3 dagen
Dadels tot 180 dagen
Aardbeien tot 7 dagen
Vijgen tot 7 dagen
Bosbessen tot 9 dagen
Frambozen tot 3 dagen
Aalbessen tot 7 dagen
Kersen, zoet tot 14 dagen
Kiwi's tot 80 dagen
Perziken tot 13 dagen
Pruimen tot 20 dagen
Vossenbessen tot 60 dagen
Rabarber tot 13 dagen
Kruisbessen tot 13 dagen
Druiven tot 29 dagen
5.5.5 Temperatuur instellen in het BioFresh-
gedeelte
De temperatuur wordt automatisch geregeld tussen 0 °C en 3 °C,
1 °C wordt aanbevolen.
Bediening
9
U kunt de temperatuur lichtjes lager of hoger instellen. De tempe-
ratuur is regelbaar van b1 (laagste temperatuur) tot b9 (hoogste
temperatuur). De waarde b5 is vooringesteld. Bij de waarden b1
tot b4 kan de temperatuur lager dan 0 ° C zijn, zodat de etens-
waren licht kunnen aanvriezen.
Aanwijzing
Tip voor testinstituten: om in het koelgedeelte temperaturen
van minder dan 3 °C te bereiken:
u
stel de temperatuur in het BioFresh-gedeelte in op b1-b4.
u
Instelmodus activeren: gedurende ca. 5 sec. op toets Super-
Cool
Fig. 3 (2)
drukken.
w
Het symbool menu
Fig. 3 (5)
licht op. Op de temperatuurdis-
play wordt c aangegeven.
u
Met insteltoets Up
Fig. 3 (7)
en insteltoets Down
Fig. 3 (6)
b
kiezen.
u
Bevestigen: kort op detoets SuperCool
Fig. 3 (2)
drukken.
u
Temperatuur hoger instellen: druk op insteltoets Up
Fig. 3 (7)
.
u
Temperatuur lager instellen: druk op insteltoets Down
Fig. 3 (6)
.
u
Bevestigen: druk op de toets SuperCool
Fig. 3 (2)
.
w
De temperatuur past zich langzaam aan de
nieuwe instelling aan.
u
Instelmodus deactiveren: druk op toets On/Off
Fig. 3 (3)
.
-of-
u
Wacht 5 minuten.
w
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur aange-
geven.
5.5.6 De vochtigheid instellen in de HydroSafe
u
u
hoge luchtvochtigheid: schuifrege-
laar naar rechts schuiven.
5.5.7 Laden
Fig. 12
u
Schuifladen
(1)
tot aan de aanslag uittrekken.
u
Daarna de schuiflade achteraan optillen, naar voren trekken
en uitnemen.
w
Bij de onderste schuiflade komt daarbij de ladebeveiliging los
en kunt u de schuiflade uitnemen.
u
Schuifladedeksel
(2)
met vochtigheidsregeling bij uitge-
nomen schuifladen naar boven uitklikken, naar voren
uittrekken.
Fig. 13
u
Schuifladedeksel
(2)
terugplaatsen: dekselpen van het schuif-
ladedeksel langs onderen in de achterste houder steken,
vooraan in de houder klikken.
u
Schuiflade
(1)
op de geleiders plaatsen en volledig inschuiven
tot de lade hoorbaar vastklikt.
w
Bij de onderste schuiflade klikt bovendien de schuifladebe-
veiliging in en de groentelade zit vast op de telescoopgelei-
ders.
5.6 Vriesvak
In het vriesvak kunt u bij een temperatuur van -18 °C en lager
diepvriesproducten en ingevroren levensmiddelen meerdere
maanden bewaren, ijsblokjes maken en verse levensmiddelen
invriezen.
De luchttemperatuur in het vak, gemeten met een thermometer
of andere meetapparatuur, kan schommelen.
5.6.1 Levensmiddelen invriezen
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit
geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
w
De temperatuur daalt; het apparaat werkt met maximale
koeling.
u
Verpakte levensmiddelen direct op de draagplateaus leggen
en eerst na het invriezen in de schuifladen leggen.
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen, mag
u de volgende hoeveelheden per verpakking niet overschrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
u
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries-
zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of
aluminium.
u
Leg de levensmiddelen breed op de grond van het vak en
breng ze niet in aanraking met reeds bevroren producten,
zodat deze niet beginnen te dooien.
u
Stel de temperatuur 24 u na het invriezen opnieuw hoger in.
5.6.2 Bewaartijden
Richtwaarden voor de houdbaarheid van verschillende
levensmiddelen in het vriesvak:
Consumptieijs 2 tot 6 maanden
Worst, ham 2 tot 6 maanden
Brood, bakkerijproducten 2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees 6 tot 10 maanden
Vette vis 2 tot 6 maanden
Magere vis 6 tot 12 maanden
Kaas 2 tot 6 maanden
Pluimgedierte, rundvlees 6 tot 12 maanden
Groente, fruit 6 tot 12 maanden
De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden.
5.6.3 Levensmiddelen ontdooien
- in het koelgedeelte
- bij kamertemperatuur
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
u
Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
weer invriezen.
Bediening
10
5.6.4 SuperFrost
Met deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen snel tot op de
kern invriezen. Het apparaat werkt met maximaal koelvermogen,
daardoor kunnen geluiden van de koelaggregaat tijdelijk luider
zijn.
Bovendien bouwen reeds ingevroren levensmiddelen zo een
"koudereserve op". Daardoor blijven de levensmiddelen langer
bevroren, wanneer u het apparaat ontdooit.
U kunt maximaal zoveel nieuwe levensmiddelen binnen 24 h
invriezen, als op het typeplaatje onder "invriescapaciteit ... kg/
24h" is aangegeven. De invriescapaciteit is afhankelijk van het
model en de klimaatklasse van het apparaat.
Met SuperFrost invriezen
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te schakelen:
- wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
- bij het invriezen van max. ca. 2 kg nieuwe levensmiddelen
dagelijks
u
Toets SuperFrost
Fig. 3 (8)
eenmaal kort indrukken.
w
Het symbool SuperFrost
Fig. 3 (13)
is verlicht.
w
De vriestemperatuur daalt, het apparaat werkt met maximaal
koelvermogen.
Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
u
ca. 6 u wachten.
u
De nieuwe levensmiddelen in de vakken leggen.
Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
u
ca. 24 u wachten.
w
SuperFrost schakelt automatisch uit. Naargelang hoeveel-
heid nieuwe levensmiddelen op zijn vroegst na 30 h uiterlijk
na 65 h.
w
Het symbool SuperFrost
Fig. 3 (13)
gaat uit.
w
Het apparaat werkt in de energiebesparende normale modus
verder.
6 Onderhoud
6.1 Ontdooien
6.1.1 Koelgedeelte ontdooien
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater verdampt.
Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet op
een storing.
u
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan
weglopen (zie 6.2) .
6.1.2 Vriesvak ontdooien
In het vriesvak vormt zich na verloop van tijd een rijp- resp.
ijslaag. Dat is heel normaal. De rijp- resp. ijslaag wordt sneller
gevormd, indien de deur vaak wordt geopend of indien de inge-
legde levensmiddelen warm zijn. Een dikke ijslaag doet echter
het energieverbruik stijgen. Daarom moet u het apparaat regel-
matig ontdooien.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
u
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomrei-
nigers, open vuur of ontdooispray gebruiken.
u
Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs te verwijderen.
u
Schakel één dag voor het ontdooien de SuperFrost-functie in.
u
Schakel het apparaat uit.
w
De temperatuurdisplay gaat uit.
w
Als de temperatuurdisplay niet uitgaat, is de kinderbeveiliging
ingeschakeld (zie 5.2) .
u
Trek de stekker uit.
u
Wikkel de diepvriesproducten in krantenpapier of in een
deken en bewaar op een koele plek.
u
Plaats een pan met heet, niet kokend
water op de bodem van het vak.
w
Het ontdooien wordt versneld.
u
Laat de deur van het vak en van het
apparaat open tijdens het ontdooien.
u
Losgeraakte ijsstukken uitnemen.
u
Indien nodig neemt u het dooiwater enkele keren op met een
spons of doek.
u
Het vak reinigen (zie 6.2) .
6.2 Apparaat reinigen
Voor het reinigen:
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan de oppervlakken beschadigen en brandwonden
veroorzaken.
u
Gebruik geen stoomreinigers!
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Gebruik geen schoonmaakmiddelen die zand, chloor, chemi-
caliën of zuren bevatten.
u
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van
het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische Dienst.
u
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
u
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatieroos-
ters en elektrische delen terecht komen.
u
Apparaat leegmaken.
u
Trek de stekker uit.
- Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger
met een neutrale pH-waarde.
- Gebruik in de binnenruimte van het apparaat enkel
levensmiddelenvriendelijke reinigings- en onder-
houdsproducten.
Buitenwanden en binnenruimte:
u
Roosters voor luchtaan- en afvoer regelmatig reinigen.
w
Stof verhoogt het energieverbruik.
u
Buiten- en binnenwanden van kunststof met lauwwarm water
en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen.
LET OP*
De edelstalen deuren zijn voorzien van een hoogwaardige
oppervlaktecoating en mogen niet met het bijgevoegde reini-
gingsmiddel worden behandeld.
Dit zou het oppervlak kunnen aantasten.
u
De gecoate deuroppervlakken mogen uitsluitend met een
zachte schone doek worden afgeveegd. Bij sterke vervuiling
kunt u wat water of een neutraal schoonmaakmiddel
gebruiken. Naar wens kan ook een microvezeldoek worden
gebruikt.
u
Roestvrijstalen zijwanden bij vervuiling met een gebruike-
lijke roestvrijstaalreiniger reinigen. Vervolgens het meegele-
verde rvs onderhoudsmiddel gelijkmatig in slijprichting
aanbrengen.
u
Gelakte zijwanden mogen uitsluitend met een zachte
schone doek worden afgeveergd. Bij sterke vervuiling kunt u
wat water of een neutraal schoonmaakmiddel gebruiken.
Naar wens kan ook een microvezeldoek worden gebruikt.
RVS onderhoudsmiddel niet op glazen of kunststof oppervlakken
aanbrengen om krassen te vermijden. Donkere plekken in het
begin en een intensievere kleur van het edelstalen oppervlak zijn
normaal.
Onderhoud
11
u
Afvoeropening reinigen: vuil met een
dun hulpmiddeltje, bijv. een watten-
staafje, verwijderen.
Onderdelen:
u
Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwasmiddel
met de hand reinigen.
u
Om schoon te maken de geleiders voor de halve glasplaten
afnemen.
u
Plateaus uit elkaar nemen: lijsten en
zijkanten afhalen.
u
Deurvakken uit elkaar nemen:
beschermfolie van de sierlijst afhalen.
u
Boxen uitnemen en het deksel door
optillen weghalen.
Na het reinigen:
u
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
SuperFrost inschakelen (zie 5.6.4) .
u
De levensmiddelen weer inleggen.
6.3 Technische Dienst
Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op
met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd
overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
Reparaties en aanpassingen aan apparaat en netsnoer die
niet uitdrukkelijk vermeld worden (zie Onderhoud), alleen
door de Technische Dienst laten uitvoeren.
u
Apparaataanduiding
Fig. 14 (1)
, service-nr.
Fig. 14 (2)
en serie-nr.
Fig. 14 (3)
van het type-
plaatje aflezen. Het
typeplaatje bevindt
zich aan de linkerkant
binnen in het apparaat.
Fig. 14
u
Contact opnemen met de Technische Dienst en het probleem,
apparaataanduiding
Fig. 14 (1)
, service-nr.
Fig. 14 (2)
en
serie-nr.
Fig. 14 (3)
mededelen.
w
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
u
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
komt.
w
De levensmiddelen blijven langer koel.
u
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het snoer
trekken) of de draai de zekering uit.
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht deson-
danks storing optreden, eerst controleren of de storing door een
bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij de
ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening brengen.
Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
u
Stekker controleren.
De zekering in het stopcontact is niet in orde.
u
Zekering controleren.
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebehoefte
over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daardoor
langer is, wordt energie bespaard.
u
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
SuperFrost is ingeschakeld.
u
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
compressor langer. Dit is normaal.
SuperCool is ingeschakeld.
u
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
compressor langer. Dit is normaal.
Geluiden zijn te luid.
Op toerental gestuurde* compressoren kunnen naar aanlei-
ding van de verschillende draaisnelheden verschillende
geluiden veroorzaken.
u
Het geluid is normaal.
Een borrelen en klateren
Dit geluid stamt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt.
u
Het geluid is normaal.
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van de koelaggregaat (de motor).
u
Het geluid is normaal.
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer de koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levensmid-
delen of na lang geopende deur wordt het koelvermogen
automatisch verhoogd.
u
Het geluid is normaal.
Bij ingeschakelde SuperCool, nieuw opgeslagen levensmid-
delen of na lang geopende deur wordt het koelvermogen
automatisch verhoogd.
u
Het geluid is normaal.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.1)
Een lage bromtoon.
Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de
ventilator.
u
Het geluid is normaal.
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Daardoor worden
aangrenzende meubels of voorwerpen door de lopende
koelaggregaat in vibratie gezet.
u
Apparaat iets verschuiven en met de stelpoten uitlijnen.
u
Flessen en containers uit elkaar zetten.
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: F0 tot F9
Het betreft een storing.
u
Contact opnemen met de Technische Dienst (zie Onder-
houd).
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
De demonstratie-modus is geactiveerd.
u
Contact opnemen met de Technische Dienst (zie Onder-
houd).
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
u
Deur van het apparaat sluiten.
Storingen
12
Niet voldoende be- en ontluchting.
u
Luchtrooster schoonmaken.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.1) .
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
u
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische Dienst
(zie Onderhoud).
U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
opgeslagen.
u
Oplossing: (zie 5.6.4)
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
u
Stel de temperatuur lager in en controleer na 24 u.
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron.
u
Oplossing: (zie In gebruik nemen).
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
De deur was langer dan 15 min. open.
u
De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na
ca. 15 min. automatisch uit.
De LED-verlichting is defect of de afdekking is beschadigd:
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok!
Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
u
LED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische Dienst
of daarvoor geschoold personeel laten vervangen of repa-
reren.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door laserstraling klasse 1M.
u
Kijk niet naar binnen als de afdekking open is.
8 Afzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
u
Toets On/Off
Fig. 3 (3)
ca. 2 s indrukken.
w
Het temperatuurdisplay is uit.
8.2 Buiten werking stellen
u
Apparaat leegmaken.
u
Stekker uittrekken.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deur wat open staan zodat er geen onaangename
geuren kunnen ontstaan.
9 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa-
raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de
plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij-
komen.
u
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
Afzetten
13
Apparaat afdanken
14
13

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Liebherr KBP3864 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Liebherr KBP3864 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,52 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info