72045
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/9
Pagina verder
NL
EK/IK/IKS..1/3 0306
7082 444-00
Gebruiksaanwijzing
voor inbouwkoelkasten
max.
0
SuperCool
°C
9
7
5
3
1
max
.
0
SuperCoo
l
°C
9
7
5
3
1
26
EK/IK/IKS...1/3
* afhankelijk van model en uitvoering
Typeplaatje, afb. A2
1 Typeaanduiding
2 Servicenummer
3 Apparaatnummer
4 Invriescapaciteit in kg/24h*
Het apparaat in vogelvlucht
Bedienings- en controlepaneel
Afb. A1
1 Aan/Uit en temperatuurregelaar
1
e
punt = warm
max. = koud
Aanbevolen temperatuurinstelling: 5 °C
of de middelste tot koudste stand van de regelaar
2 SuperCool-toets, voor het snel afkoelen van levensmid-
delen, licht op = functie ingeschakeld
3 Groen controlelampje/Aan/Uit-controlelampje
4 Temperatuurbereiken*
Binnenverlichting
Overzicht van apparaat en
uitrusting, afb. A
Bedienings- en controlepaneel
Koelruimte, ca. 5 °C
Verschuifbare flessen- en conservenhouder*
Verplaatsbare* draagplateaus
Koudste zone van de koelruimte, voor gevoelige en
snel bederfelijke levensmiddelen
Opbergvak voor hoge flessen en drank
Typeplaatje
Laden voor groente, sla, fruit
Stelpoten voor
Flessendraagrooster*
Boter- en kaasvak
Vriesvak*, ca. -18 °C
IJsblokjeshouder*
Dooiwaterafvoer
Deelbare draagplateaus* voor hoge levensmiddelen
Verplaatsbare* conservenblikkenvakken/eierrekje*
max.
0
SuperCool
°C
9
7
5
3
1
max.
0
SuperCoo
l
°C
9
7
5
3
1
1
2
3
4
A1
A2
A
max.
max.
0
0
SuperCool
SuperCool
°C
9
7
5
3
1
2
3
4
1
27
EK/IK/IKS...1/3
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
Bepalingen
W Het apparaat werd ontworpen voor het koelen en
in het vriesvak* invriezen en bewaren van levens-
middelen evenals het maken van ijs.
Het is bestemd voor huishoudelijk gebruik. Bij profes-
sioneel gebruik (in de horeca, detailhandel enz.) moeten
de op de betreffende bedrijfstak van toepassing zijnde
voorschriften worden nageleefd.
W Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaat-
klasse d.w.z. een minimale omgevingstemperatuur waar-
onder en een maximale omgevingstemperatuur waarbo-
ven het apparaat niet gebruikt mag worden. U vindt de
klimaatklasse van het apparaat op het typeplaatje. Hierbij
worden de volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse ontworpen voor
omgevingstemperaturen van
_________________________________________
SN +10 °C tot +32 °C
N +16 °C tot +32 °C
ST +18 °C tot +38 °C
T +18 °C tot +43 °C
- Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd.
- Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde
veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 73/23/EEG en
89/336/EEG.
Tips voor energiebesparing
W Houd de ventilatieopeningen vrij.
W Laat de deur nooit onnodig lang open staan.
W Plaats de levensmiddelen soort bij soort in het appa-
raat; houdt u aan de maximale bewaartijd.
W Bewaar alle levensmiddelen goed verpakt of afgedekt;
rijpvorming wordt zo voorkomen.
W Laat warme gerechten eerst tot kamertemperatuur afkoe-
len voordat u ze in het apparaat plaatst.
W Laat diepvriesproducten in het koelgedeelte ontdooien.
W Ontdooi het vriesvak* zodra zich een dikkere laag ijs ge-
vormd heeft. Het apparaat vriest dan beter en zuiniger.
Wij feliciteren u met uw nieuwe apparaat. Door uw aankoop heeft u gekozen voor alle voordelen van de modernste
koudetechniek, die u een hoogwaardige kwaliteit, een lange levensduur en een hoge bedrijfszekerheid garandeert.
De uitvoering van uw apparaat biedt u elke dag opnieuw optimaal bedieningscomfort.
Met dit apparaat, gefabriceerd met milieuvriendelijke technieken en recyclebare materialen, leveren u en wij gezamen-
lijk een actieve bijdrage aan het behoud van ons milieu.
Lees, om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, a.u.b. de informatie in deze gebruiksaanwijzing
aandachtig door.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Inhoud pag.
Gebruiksaanwijzing
Het apparaat in vogelvlucht ............................... 26
Typeplaatje ......................................................... 26
Inhoud ................................................................ 27
Bepalingen ......................................................... 27
Energiebesparing ............................................... 27
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ............... 28
Aanwijzing m.b.t. afdanken ................................. 28
Inbouw- en ventilatie-aanwijzing ......................... 28
Ingebruikneming en controlepaneel ......................... 29
Aansluiten .......................................................... 29
In- en uitschakelen ............................................. 29
Temperatuur instellen ......................................... 29
Indicatie van de ingestelde temperatuur ............. 29
SuperCool .......................................................... 29
Verdelen, aanpassen ............................................... 30
Verdelen van de levensmiddelen ........................ 30
Indeling aanpassen ............................................ 30
Vriesvak* .................................................................. 31
Invriezen ............................................................ 31
Bewaarinstructies .............................................. 31
IJsblokjes maken ................................................ 31
Ontdooien, reinigen ................................................. 32
Storingen - Problemen ............................................. 33
Binnenverlichting ................................................ 33
Technische dienst en typeplaatje ........................ 33
§
!
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem
eventueel aan de volgende eigenaar door.
Deze gebruiksaanwijzing is voor verscheidene modellen
geldig, afwijkingen zijn daarom mogelijk.
28
EK/IK/IKS...1/3
* afhankelijk van model en uitvoering
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Aanwijzing m.b.t. afdanken
De verpakking als transportbescherming van het ap-
paraat en afzonderlijke onderdelen is van recyclebare
materialen gefabriceerd.
- Golfkarton/karton
- Voorgevormde delen van PS (geschuimd, cfk-vrij polysty-
reen)
- Folies en plastic zakken van PE (polyetheen)
- Spanbanden van PP (polypropeen)
W Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinde-
ren - verstikkingsgevaar door folies!
W Breng a.u.b. het verpakkingsmateriaal naar het dichtst-
bijzijnde officiële inzamelpunt zodat de verschillende
materialen hergebruikt resp. verwerkt kunnen worden.
Het afgedankte apparaat
bevat nog waardevolle materialen en moet geschei-
den van het ongesorteerde afval worden afgevoerd.
W Afgedankte apparaten onmiddellijk onbruikbaar
maken, stekker uit het stopcontact trekken en
aansluitkabel doorknippen.
Verwijder een evt. snap- of grendelslot, zodat spe-
lende kinderen zich niet zelf kunnen opsluiten - ze
stikken.
W Let erop dat het koelmiddelcircuit van een afgedankte
apparaat niet beschadigd wordt.
- Informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het
typeplaatje.
- Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig
gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voor-
schriften en wetten.
Technische veiligheid
W Om persoonlijk letsel en materiële schade te voor-
komen, het apparaat alleen verpakt transporteren
en met twee personen neerzetten.
W Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk,
maar brandbaar.
W Leidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen.
Eruit spuitend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken of
ontbranden.
W Wanneer koelmiddel vrijkomt, dan open vuur of ontste-
kingsbronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen,
stekker uit het stopcontact trekken en de ruimte goed
ventileren.
W Bij schade aan het apparaat onmiddellijk - voor het aan-
sluiten - bij de leverancier reclameren.
W Om een veilig gebruik te waarborgen het apparaat alleen
volgens de informatie in de gebruiksaanwijzing monteren
en aansluiten.
W In geval van een storing het apparaat van het net loskop-
pelen: stekker uit het stopcontact trekken (hierbij niet aan
de aansluitkabel trekken) of zekering laten aanspringen
resp. eruit draaien.
W Reparaties en ingrepen aan het apparaat alleen door
de technische dienst laten uitvoeren, daar anders
aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan.
Hetzelfde geldt voor het vervangen van het netsnoer.
Veiligheid bij gebruik
W Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen met
brandbare drijfgassen, zoals butaan, propaan, pen-
taan enz., in het apparaat. Eventueel vrijkomende gassen
zouden door elektrische componenten kunnen ontbran-
den. U herkent dergelijke spuitbussen aan de erop ge-
drukte inhoudsvermelding of aan een vlamsymbool.
W Producten met een hoog percentage alcohol alleen goed
afgesloten en staande bewaren.
W In het inwendige van het apparaat geen open vuur of
ontstekingsbronnen gebruiken.
W Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebrui-
ken (bijv. stoomreinigingsapparatuur, verwarmingsappa-
ratuur, ijsmakers enz.).
W Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te
leunen misbruiken.
W Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen)
met fysieke, sensorische of mentale gebreken of perso-
nen, die niet over voldoende ervaring en kennis beschik-
ken, tenzij zij door een persoon, die voor hun veiligheid
verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat wor-
den onderwezen of die aanvankelijk toezicht uitoefent.
Kinderen mogen niet zonder toezicht achterblijven om te
voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
W Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervlak-
ken of te koelen/te bevriezen levensmiddelen want dat
kan een pijnlijk of dof gevoel en bevriezing veroorzaken.
Bij langdurig huidcontact veiligheidsmaatregelen treffen,
bijv. handschoenen dragen.
W Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes, na het
eruit nemen niet onmiddellijk en niet te koud consumeren.
Door de lage temperaturen bestaat "Gevaar voor verbran-
ding".
W Consumeer geen levensmiddelen die over de datum zijn,
ze kunnen een voedselvergiftiging veroorzaken.
Inbouw- en ventilatie-
aanwijzing
W Vermijd standplaatsen direct in het zonlicht,
naast het fornuis, de radiator en dergelijke.
W Dek de ventilatieopeningen nooit af. Zorg
altijd voor een goede luchttoevoer en -af-
voer!
W De plaatsingsruimte van uw apparaat moet vol-
gens de norm EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a
1 kubieke m bezitten zodat er in geval van een lekkage in
het koelmiddelcircuit geen ontvlambare gas-lucht-menge-
ling in de plaatsingsruimte van het apparaat kan ontstaan.
Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het
typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
W Het koel-/vriesapparaat enkel in stabiele meubelstukken
inbouwen.
W Neem de aanwijzingen van de bijgevoegde inbouwhand-
leiding in acht.
29
EK/IK/IKS...1/3
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
Wij adviseren u om het apparaat te reinigen voordat u het in
gebruik neemt (zie verder onder "Reinigen").
Schakel het apparaat met het vriesvak ongeveer 2 uur voor-
dat u de eerste levensmiddelen erin plaatst in.
Aansluiten
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning
op de opstellingsplaats moeten met de informatie op
het typeplaatje overeenstemmen. Het typeplaatje be-
vindt zich aan de linker binnenkant, afb. A.
W Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd
randaardestopcontact aansluiten.
W Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of
zwaarder beveiligd zijn, buiten de achterzijde van het ap-
paraat liggen en goed toegankelijk zijn.
W Het apparaat niet
- op stand-alone ondulatoren aansluiten,
- in combinatie met zgn. energiebesparingsstekkers ge-
bruiken - de elektronica kan beschadigd worden,
- samen met andere elektrische apparaten via een verdeel-
lijst of een verlengkabel aansluiten - oververhittings- en
brandgevaar.
W Bij het loshalen van het netsnoer van de achterzijde van
het apparaat de kabelhouder verwijderen, om rammelen
te voorkomen!
In- en uitschakelen, afb. A1
W Inschakelen: Draai de groef van de temperatuurrege-
laar 1 met een muntstuk naar rechts totdat het groene
controlelampje* 3 oplicht - het normale bedrijf wordt
aangegeven.
- De binnenverlichting brandt.
W Uitschakelen: Draai de temperatuurregelaar in de stand
"0".
- Het controlelampje* 3 en alle lampjes in de toetsen zijn
uit.
- De binnenverlichting is uit.
Temperatuur instellen
W Afb. A1. Temperatuurregelaar 1 met een muntstuk ver-
draaien:
- totdat het controlelampje 3 naast het gewenste tempe-
ratuurbereik 4* oplicht of
- de groef van de temperatuurregelaar naar de middelste
stand draaien.
- De posities van de groef betekenen:
1
e
punt = hoogste temperatuur, kleinste koelcapaci-
teit in de koelruimte en in het vriesvak
max. = laagste temperatuur, grootste koelcapaciteit
in de koelruimte en in het vriesvak*
W Aanbevolen instelling*: 5 °C of de middelste stand.
In het vriesvak* is de gemiddelde temperatuur van de
bevroren levensmiddelen dan ca. -18 °C.
Ingebruikneming en controlepaneel
A1
max.
0
SuperCool
°C
9
7
5
3
1
2
34
1
Indicatie van de ingestelde
temperatuur*
- Afb. A1. De afzonderlijke getalen 4 zijn aan temperatuur-
bereiken toegewezen. Het oplichtende controlelampje 3
naast de getalen geeft het gekozen temperatuurbereik
van de koeltemperatuur aan.
- Binnen het temperatuur-/instelbereik, bijv. tussen 5 °C
tot 7 °C of tussen twee punten*, kan de temperatuur iets
lager worden ingesteld. Zo nodig de temperatuurrege-
laar 1 langzaam verder draaien - het controlelampje van
het temperatuurbereik, bijv. van 5 °C, knippert eventjes ter
bevestiging van de koudere instelling binnen het smalle
temperatuurbereik.
SuperCool
Afb. A1. Met de functie SuperCool schakelt u op hoogste
koelcapaciteit.
Deze functie is bijzonder geschikt om grote hoeveelheden
levensmiddelen, dranken, vers gebak of vers bereide levens-
middelen zo snel mogelijk af te koelen.
W Inschakelen: Druk kort op de SuperCool-toets 2 zodat
ze oplicht. De koeltemperatuur daalt tot op de koudste
waarde.
Opmerking: SuperCool verbruikt iets meer stroom. Na
ca. 6 uur schakelt de elektronica echter weer automatisch
naar de energiebesparende stand terug.
30
EK/IK/IKS...1/3
* afhankelijk van model en uitvoering
Verdelen, aanpassen
Verdelen van de levensmiddelen
Door de natuurlijke luchtcirculatie in de koelruimte ontstaan
gebieden met verschillende temperaturen. Voor de diverse
soorten levensmiddelen kan deze temperatuurverdeling
voordelig zijn. Zo heerst direct boven de groenteladen en
tegen de achterwand de laagste temperatuur (optimaal
voor bijv. worst en vleeswaren). Bovenin het apparaat, aan
de voorkant en in de deur heerst de hoogste temperatuur
(optimaal voor bijv. kaas en smeerbare boter). Plaats de
levensmiddelen daarom volgens het indelingsvoorbeeld,
afb. B, in het apparaat.
Tips voor het koelen
- Leg de levensmiddelen niet te dicht tegen elkaar zodat de
lucht er goed tussen circuleren kan. Ventilatorluchtgaten*
aan de achterkant niet bedekken - belangrijk voor het
koelvermogen!
- Bewaar levensmiddelen die snel geur of smaak afgeven
of aannemen evenals vloeistoffen altijd in een gesloten
koelkastdoos of afgedekt.
- Ethyleengasproducerende en -gevoelige levensmiddelen
zoals fruit, groente en sla, altijd gescheiden bewaren of
verpakken, om de houdbaarheid niet te reduceren; bijv.
appels niet met kiwi's of kool bewaren.
Indeling aanpassen
W Het conservenblikkenvak* kunt u verplaatsen en alle
opbergvakken zijn voor het reinigen uitneembaar, afb. C:
schuif het opbergvak omhoog, neem het er naar voren uit
en zet het in de omgekeerde volgorde terug.
W Door het verschuiven van de flessen- en conserven-
houder kunt u flessen beveiligen tegen omvallen bij het
openen en sluiten van de deur. Bij een uitvoering als in
afb. C1 neem de houder altijd bij het fixeerdeeltje van
kunststof.
- Voor het reinigen kan de houder worden weggenomen:
Bij een uitvoering
- als in afb. C1: de onderste rand van de houder naar voren
trekken en losmaken;
- als in afb. C2: de voorste rand van de houder omhoog
schuiven en losmaken.
W De draagplateaus* (roosters of glasplaten) kunt u afhan-
kelijk van de hoogte van de producten verplaatsen, afb. D:
- De glasplaat omhoogheffen, de uitsparing over het opleg-
vlak trekken en hoger of dieper inzetten, afb. D1.
- Het rooster omhoogheffen, naar voren trekken en hoger
of dieper inzetten, afb. D2.
- De glasplaten* zijn door uittrekstops beveiligd tegen
ongewild uittrekken.
W Voor grote apparaten, vanaf 1216 mm hoogte geldt:
Gebruik het voorste vlak boven de fruit-/groenteladen
voor het kortstondig neerzetten van te koelen levens-
middelen, bijv. wanneer u opnieuw inricht of sorteert.
Daardoor wordt het gebruik gemakkelijker. Laat de te koe-
len levensmiddelen er echter niet staan, anders kunnen
ze bij het sluiten van de deur naar achteren geschoven
worden of omvallen, afb. D3.
W De halve glasplaten bieden plaats voor hoge dozen: De
bijgevoegde draagrails, afb. E1, op de gewenste hoogte
rechts en links op de oplegnoppen steken, daarbij op
het rechter- (R) en het linkerdeel (L) letten! De glaspla-
ten 1/2 overeenkomstig afb. E2 inschuiven. De glas-
plaat 2 met aanslagrand moet achteraan liggen!
- Als u plaats voor hoge dozen nodig heeft, moet u ge-
woonweg de voorste halve glasplaat* voorzichtig onder
de achterste plaat schuiven, afb. E2.
1 boter, kaas
2 eieren
3 pakken melk/sap, dranken,
flessen
4 In het vriesvak: diepvries-
producten
5 conservenblikken,
bakproducten
6 zuivelproducten
7 vlees, worst, vis,
kant-en-klare maaltijden
8 fruit, groente, sla
max.
0
SuperCool
°C
9
7
5
3
1
B
4
7
8
1
2
3
5
5
6
31
EK/IK/IKS...1/3
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
Bewaarinstructies
W Diepvriesproducten (reeds ingevroren producten) kunnen
onmiddellijk in het vriesvak worden gelegd.
W Bij voorkeur geen flessen in het vak leggen om ze snel te
koelen; indien toch, dan uiterlijk na één uur eruit nemen,
ze barsten anders.
W Eenmaal ontdooide levensmiddelen bij voorkeur niet
opnieuw invriezen, maar tot een gerecht verwerken. Voe-
dingswaarde en smaak blijven zo het beste bewaard.
W Als richtwaarden voor de houdbaarheid van verschillende
levensmiddelen in het vriesvak geldt:
Gevogelte, rundvlees, lam 6 tot 12 maanden
Vis, varkensvlees 2 tot 6 maanden
Wild, konijn, kalfsvlees 4 tot 8 maanden
Worst, ham 2 tot 4 maanden
Kant-en-klare gerechten 2 tot 4 maanden
Groente en fruit 6 tot 12 maanden
Kaas, brood, bakproducten 2 tot 6 maanden
Van gistdeeg gebakken gebak 1 tot 5 maanden
Consumptie-ijs 2 tot 3 maanden
Of de minimale of maximale bewaartijd geldig is, hangt
af van de kwaliteit van de levensmiddelen, de voorbe-
werking voor het invriezen en de kwaliteitseisen van
de individuele huishouding. Houd voor de wat vettere
levensmiddelen altijd de minimale bewaartijd aan; vetten
worden snel ranzig.
IJsblokjes maken
W De ijsblokjeshouder voor driekwart
met water vullen.
W IJsblokjeshouder in het apparaat
zetten en laten bevriezen.
W Vervorm de houder enigszins om de ijsblokjes eruit te
laten springen of houd hem even onder stromend water.
(vier sterren, indien aanwezig, afhankelijk van model)
In het vriesvak kunt u bij een bewaartemperatuur van -18
°C en lager (vanaf de middelste temperatuurinstelling)
diepvriesproducten en levensmiddelen verscheidene
maanden lang bewaren, ijsblokjes maken en bovendien
verse levensmiddelen invriezen.
Invriezen van verse levensmiddelen
Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk door en
door bevroren worden. Voedingswaarde, vitamines, uiter-
lijk en smaak van de levensmiddelen blijven dan het beste
bewaard. Daarom doet u er goed aan bij het invriezen van
grotere hoeveelheden verse levensmiddelen als volgt te
werk te gaan:
W Ca. 4 uur voor het erin leggen
- De temperatuurregelaar op de middelste tot koudste
stand instellen (ca. 3
e
punt). Reeds opgeslagen diep-
vriesproducten krijgen een koudereserve.
W Vervolgens de verse levensmiddelen erin leggen. Er kan
max. 2 kg/24 uur worden ingevroren.
De verse levensmiddelen zo goed mogelijk verdeeld op
de bodem van het vak leggen en niet met reeds opgesla-
gen diepvriesproducten in contact brengen; ontdooien
wordt hierdoor vermeden.
W Na nog eens 24 uur zijn de nieuwe in te vriezen levens-
middelen bevroren. Zet de temperatuurregelaar in de
normale stand terug. Het normale koelproces wordt weer
hersteld. Het invriezen is voltooid.
Opmerking:
De temperatuur van de lucht in het vak (gemeten met een
thermometer of andere meetapparatuur) kan schommelen.
Dit heeft bij een gevuld vak echter weinig invloed op de
ingevroren levensmiddelen. De kerntemperatuur van de
ingevroren levensmiddelen ligt dan rond het gemiddelde van
deze schommelingen.
Vriesvak*
32
EK/IK/IKS...1/3
* afhankelijk van model en uitvoering
Ontdooien
Het koelgedeelte
ontdooit automatisch. Het vrijkomende water verdampt door
de vrijkomende warmte van de compressor - waterdruppels
op de achterwand zijn normaal en wijzen niet op een storing.
W U hoeft er slechts voor te zorgen dat het dooiwater on-
gehinderd door de afvoeropening in de achterwand kan
wegstromen.
In het vriesvak*
ontstaat na geruime tijd een
dikkere laag rijp of ijs. Hierdoor
stijgt het energieverbruik. Ont-
dooi daarom regelmatig:
W Schakel het apparaat uit om
het te laten ontdooien: trek
de stekker uit het stopcontact of zet de temperatuurrege-
laar op de stand "0".
W Bewaar de ingevroren levensmiddelen, in kranten of de-
kens gewikkeld, op een koele plaats.
W Plaats een pan warm (niet: kokend) water in het vak om
het sneller te laten ontdooien.
Gebruik voor het ontdooien geen elektrische
verwarmings- of stoomreinigingsapparaten,
ontdooisprays, open vuur of scherpe voor-
werpen om ijs te verwijderen. Gevaar voor
verwondingen en beschadigingen!
W Laat de deur van het vriesvak en het apparaat tijdens het
ontdooien openstaan. Wis het dooiwater met een spons
of doek op. Maak het apparaat vervolgens schoon.
Reinigen
W Voor het reinigen altijd het apparaat uitschake-
len. Stekker uit het stopcontact trekken of de
voorgeschakelde zekeringen eruit schroeven
resp. laten aanspringen.
W Binnenruimte en delen van het interieur met lauwwarm
water en een beetje schoonmaakmiddel met de hand
reinigen. Niet met stoomreinigingsapparatuur werken - ge-
vaar voor verwonding en beschadiging!
W Gebruik bij voorkeur zachte poetsdoeken en een pH-neu-
trale allesreiniger.
- Gebruik geen schurende/krassende sponsen, geconcen-
treerde reinigingsmiddelen evenmin als schoonmaakpro-
ducten die zand, chloride of zuur bevatten of chemische
oplosmiddelen.
Ontdooien, reinigen
W Let erop dat er geen schoonmaakwater in de afvoergoot,
ventilatieroosters en elektrische onderdelen dringt. Wrijf
het apparaat droog.
- Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat nooit: het is belangrijk voor de techni-
sche dienst.
W De boterdoos* kunt u in de vaatwasmachine plaatsen. De
plateaus, glasplaten en de overige uitrusting moet u met
de hand reinigen.
W De draagplateaus* volgens de afbeelding eruit nemen:
- De glasplaat* omhoogheffen, de
uitsparing over het oplegvlak trekken,
naar de kant toe neerlaten en schuin
naar voren eruit nemen.
- Het rooster* omhoogheffen, naar voren
trekken en wegdraaien.
- Schuif de draagplateaus altijd met de
aanslagrand achter naar boven wijzend
terug, daar de levensmiddelen anders
aan de achterwand vast kunnen vrie-
zen.
W Als u het bovenste deurvak (boter- en
kaasvak) wilt verwijderen, dan het vak
altijd samen met het deksel* verwijderen! Daarna een zij-
stuk van het vak voorzichtig naar buiten duwen totdat de
dekselpen vrij komt en het deksel zijwaarts weggehaald
kan worden.
- U kunt draagplateaus en opbergvakken
demonteren om ze te reinigen - trek de
lijsten en de zijkanten van de glaspla-
ten.
- Beschermfolies van alle sierlijsten trek-
ken.
W Reinig de dooiwater-afvoeropening
in de achterwand boven de groentela-
den regelmatig, zie pijl op afb. Indien
nodig met een spits hulpmiddel,
bijv. wattenstaafjes of iets derge-
lijks, reinigen.
W Steek vervolgens de stekker weer in het stopcontact (of
schakel de zekering in de meterkast weer in) en schakel
het apparaat in. Leg de diepvrieslevensmiddelen weer
terug in het apparaat.
Moet het apparaat voor langere tijd uitgeschakeld wor-
den, maak het dan leeg, trek de stekker uit het stopcontact,
maak het op de hierboven beschreven manier schoon en
laat de deur van het apparaat open staan om geurvorming te
voorkomen.
33
EK/IK/IKS...1/3
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
Binnenverlichting
De binnenverlichting wordt automatisch uitgeschakeld wan-
neer het apparaat langer dan ca. 15 minuten open staat.
Gaat de binnenverlichting niet automatisch aan wanneer
u het apparaat opent maar is de temperatuurindicator wel
verlicht, dan is het gloeilampje misschien defect.
Vervangen van de gloeilamp:
W Type gloeilamp: max. 25 W, de stroom en spanning moe-
ten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje.
Gebruik enkel gloeilampen met dezelfde afmeting. E14-fit-
ting.
W Schakel het apparaat uit.
Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de
zekering in de meterkast uit.
W Afb. F1: Het afdekkapje boven en beneden grijpen en
wegtrekken.
W Afb. F2: De gloeilamp vervangen. Bij het draaien iets
meer kracht toepassen om de wrijving van de borgring te
overwinnen. Bij het indraaien op de juiste plaatsing van de
borgring in de lampfitting letten.
W Zet het afdekkapje achter terug en druk de boven- en
onderkant vast.
Technische dienst en typeplaatje
Kunt u geen van de hierboven beschreven oorza-
ken vaststellen en de storing niet zelf verhelpen,
neem dan a.u.b. contact op met de dichtstbijzijnde
technische dienst (zie bijgevoegd overzicht). Geef
de volgende gegevens op het
typeplaatje door:
de typeaanduiding 1,
het servicenummer 2 en
het apparaatnummer 3.
Hierdoor wordt een snelle en
efficiënte service mogelijk. Het
typeplaatje vindt u op de linker
binnenkant van het apparaat.
Laat het apparaat dicht tot de
klantendienst komt om een nog groter koudeverlies te ver-
mijden.
_______________________________________________
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip
voor dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moe-
ten voorbehouden.
Het apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat
storingen nagenoeg niet voorkomen en een lange levens-
duur gegarandeerd is.
Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of
deze misschien het gevolg is van een verkeerde bediening.
Is dit het geval dan moeten we helaas - ook tijdens de garan-
tietermijn - de reparatiekosten in rekening brengen.
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
Storing - mogelijke oorzaak en oplossing
_______________________________________________
Het apparaat werkt niet.
- Is het apparaat correct ingeschakeld?
- Zit de stekker goed in het stopcontact?
- Is de zekering in de meterkast in orde?
De binnenverlichting brandt niet.
- Is het apparaat ingeschakeld?
- Is het gloeilampje defect? Vervang het lampje als onder
"Binnenverlichting" beschreven.
Het apparaat maakt te veel lawaai.
- Staat het apparaat op een stevige ondergrond? Worden
meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draai-
ende aggregaat aan het trillen gebracht?
Schuif het apparaat eventueel iets weg, stel het met de
stelpoten waterpas, zet de flessen en verpakkingen van
elkaar af.
- Normaal zijn: stromingsgeluiden (borrelen of ruisen) ver-
oorzaakt door het koelmiddel dat in het koelmiddelcircuit
stroomt.
Een kort klikken. Dit ontstaat altijd als de compressor (de
motor) automatisch in- of uitgeschakeld wordt.
Brommen van de motor. De motor bromt even iets harder
als het aggregaat wordt ingeschakeld.
De temperatuur is niet laag genoeg.
- Is de temperatuur goed ingesteld? Stel indien nodig een
lagere temperatuur in.
- De losse thermometer in het apparaat geeft een foute
temperatuur weer.
- Sluit de apparaatdeur goed?
- Is er voldoende be- en ontluchting?
Ventilatierooster eventueel vrijmaken.
- Is de omgevingstemperatuur te hoog? (zie passage "Be-
palingen")
- Werd het apparaat te vaak of te lang geopend?
- Eventueel afwachten of de gewenste temperatuur vanzelf
weer wordt bereikt.
Storingen - Problemen?
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Liebherr IK 1514 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Liebherr IK 1514 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,99 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info