23
IG..6
NL
Temperatuuralarm
- Het alarm blijft ingeschakeld zolang de levensmiddelen niet
koud genoeg zijn (afhankelijk van de ingestelde temperatuur).
- Tegelijkertijd knippert de temperatuurdisplay.
Mogelijk oorzaak van het alarm:
- er werden warme, verse levensmiddelen in het apparaat
gelegd,
- bij het overpakken/eruit halen van levensmiddelen is te veel
warme lucht in het apparaat gestroomd.
De temperatuurdisplay blijft knipperen totdat de alarmsituatie
beëindigd is. Vervolgens schakelt de display automatisch op
continu branden over en is het alarm weer gereed.
Indicatie bij stroomuitval/FrostControl-melding
Staat op de display
dan betekent dit:
De temperatuur van de ingevroren levensmiddelen
is door een stroomuitval, door een netspannings-
onderbreking in de afgelopen uren of dagen te ver
opgelopen.
W Wanneer u tijdens de melding op de Alarm-toets
5 drukt, ziet u op de display hoever de temperatuur gedurende
de stroomonderbreking is opgelopen.
- Controleer, afhankelijk van de temperatuurstijging of zelfs
ontdooiing, of de levensmiddelen nog geschikt zijn voor
consumptie!
- De hoogste temperatuur tijdens de stroomonderbreking is ca.
1 min. zichtbaar. Daarna toont de display weer de temperatuur
die de levensmiddelen op dat moment hebben. Druk nogmaals
op de Alarm-toets om de weergave van de hoogste temperatuur
voortijdig af te breken.
Zodra het apparaat weer stroom krijgt zal de ingestelde temperatuur
weer worden aangehouden.
Extra functies
Via de instelmodus kunt u gebruik maken van de kinderbe-
veiliging en de lichtintensiteit van de display* veranderen:
Instelmodus activeren:
W SuperFrost-toets ca. 5 sec drukken - de SuperFrost-
toets knippert - de display toont c voor kinderbeveiliging.
Aanwijzing: de waarde die dient te worden veranderd
knippert.
W Door op de Up/Down-toets te drukken, de gewenste functie
kiezen: c = kinderbeveiliging of h = lichtintensiteit.
W Nu door kort op de SuperFrost-toets te drukken, de functie
selecteren/bevestigen:
• Bij c = kinderbeveiliging door op de Up/Down-
toets te drukken c1 = kinderbeveiliging AAN
of c0 = kinderbeveiliging UIT kiezen en met de
SuperFrost-toets bevestigen. Als het symbool 6
brandt, is de kinderbeveiliging actief.
• Bij h = lichtintensiteit door op de Up/Down-toets
te drukken h1 = minimale tot h5 = maximale
intensiteit selecteren en met de SuperFrost-toets
bevestigen.
Instelmodus verlaten:
W Door op de On/Off-toets te drukken, de instelmodus
beeindigen; na 2 min. schakelt de electronica automatisch om.
-Het standaard regelbedrijf is weer actief.
SuperFrost
SuperFrost, afb. A1
Met de SuperFrost-functie zorgt u ervoor dat verse levensmiddelen
zo snel mogelijk door en door bevriezen, terwijl reeds ingevroren
levensmiddelen een "koudereserve" krijgen. Zo blijven voedings-
waarde, uiterlijk en smaak van de ingevroren levensmiddelen het
beste bewaard.
W Op het typeplaatje (zie afb. A2, 4, onder "Invriescapaciteit ...
kg/24h") vindt u hoeveel kilo verse levensmiddelen u binnen 24
uur maximal kunt invriezen. De invriescapaciteit is afhankelijk
van het model en de klimaatklasse van het apparaat.
Invriezen met SuperFrost
W Druk kort op de SuperFrost-toets 4 zodat ze oplicht
- tegelijkertijd licht de koudste streefwaarde van de
temperatuurdisplay op.
De temperatuur daalt; het apparaat werkt met maxi-
male koeling.
W Bij een geringe hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca.
6 uur wachten/voorvriezen - gewoonlijk is dit lang genoeg.
Wacht bij de maximale hoeveelheid levensmiddelen, zie het
typeplaatje onder "Invriescapaciteit", ca. 24 uur.
W Daarna de verse levensmiddelen erin leggen, bij voorkeur in
de bovenste laden.
Bij de maximale hoeveelheid de verpakte levensmiddelen
zonder laden invriezen, direct op de bodem van de vriesruimte
leggen en navoltooid invriezen in de laden plaatsen!
- SuperFrost wordt automatisch uitgeschakeld, afhankelijk
van de ingevroren hoeveelheid (variërend van 30 tot 65 uur).
Het invriesproces is voltooid - de SuperFrost-toets is donker
- het apparaat werkt weer in de normale energiebesparende
stand.
Opmerking: Bij SuperFrost werkt het apparaat met de maximale
koelcapaciteit, de geluiden van het koelaggregaat kunnen
tijdelijk luider zijn.
Schakel SuperFrost niet in:
- wanneer u reeds ingevroren diepvriesproducten in het apparaat
legt;
- bij het in vriezen van minder dan 2 kg verse levensmiddelen
per dag.
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren
W De volgende levensmiddelen kunt u invriezen: vlees,
wild, gevogelte, verse vis, groente, fruit, zuivelproducten, brood,
bakkerijproducten, kant-en-klare maaltijden. Ongeschikt zijn:
kropsla, rammenas, druiven, hele appels en peren, vet vlees.
W Als verpakkingsmateriaal zijn geschikt: diepvrieszakjes,
voor hergebruik geschikte koelkastdozen van kunststof of
metaal (bijv. aluminium).
W Breng in te vriezen levensmiddelen nooit in contact met inge-
vroren levensmiddelen. Leg uitsluitend droge verpakkingen in
het apparaat zodat ze niet aan elkaar kunnen vastvriezen.
W Schrijf altijd de invriesdatum en inhoud op de verpakkingen.
Houd u aan de maximale houdbaarheid om kwaliteitsverlies te
voorkomen
W Verpak levensmiddelen die u zelf invriest altijd in afgemeten
porties. Houd bij voorkeur de volgende hoeveelheden per portie
aan, om de porties meteen door en door te laten bevriezen:
- fruit, groente: max. 1 kg,
- vlees: max. 2,5 kg.
W Blancheer groenten na het wassen en afmeten van de
porties door ze 2-3 minuten in kokend water onder te dompelen
en vervolgens snel onder koud water af te spoelen. Gebruikt u
een stoompan of magnetron, lees dan de bijbehorende
gebruiksaanwijzing.
W Voeg geen zout of specerijen toe aan verse levensmiddelen
en te blancheren groente. Voeg aan overige levensmiddelen
slechts weinig zout en specerijen toe: verschillende specerijen
veranderen door het invriezen van smaak.