495907
6
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/14
Pagina verder
Gebruiksaanwijzing
Koel-vriescombinatie
180211
7084698 - 00
CN(es) ... 3
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Overzicht apparaat en uitrusting............................... 2
1.2 Toepassingen van het apparaat............................... 2
1.3 Conformiteit.............................................................. 3
1.4 Opstelafmetingen..................................................... 3
1.5 Energie sparen......................................................... 3
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 3
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 4
3.1 Bedienings- en controle-elementen.......................... 4
3.2 Temperatuurdisplay................................................. 4
4 In gebruik nemen................................................... 4
4.1 Apparaat transporteren............................................ 4
4.2 Apparaat opstellen................................................... 4
4.3 Draairichting deur veranderen.................................. 5
4.4 Inbouw in het keukenblok......................................... 7
4.5 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 7
4.6 Apparaat aansluiten................................................. 7
4.7 Apparaat inschakelen............................................... 7
5 Bediening................................................................ 7
5.1 Deuralarm................................................................ 7
5.2 Temperatuuralarm.................................................... 8
5.3 Koelgedeelte ........................................................... 8
5.4 Vriesgedeelte........................................................... 9
6 Onderhoud.............................................................. 11
6.1 Ontdooien met NoFrost............................................ 11
6.2 Apparaat reinigen..................................................... 11
6.3 De IceMaker reinigen............................................... 12
6.4 Binnenverlichting met gloeilamp vervangen............. 12
6.5 Technische Dienst.................................................... 13
7 Storingen................................................................ 13
8 Afzetten................................................................... 14
8.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 14
8.2 Buiten werking stellen.............................................. 14
9 Apparaat afdanken................................................ 14
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip
voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een ,
gebruiksresultaten met een
.
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Overzicht apparaat en uitrusting
Aanwijzing
u
Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren.
Zo werkt het apparaat energiebesparend.
u
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Transportgreep achter (12) Koudste zone
(2) Bedienings- en contro-
lepaneel
(13) Groentelade
(3) Boter- en kaasvak (14) Typeplaatje
(4) Ventilator* (15) Koudeaccu's*
(5) Deurvakken (16) Variospace
(6) Binnenverlichting (17) Diepvrieslade
(7) Plateaus, deelbaar (18) IJsblokjeshouder
(8) Flessenhouder (19) IceMaker*
(9) Flessenplank* (20) Info-systeem*
(10) Plateaus, verplaatsbaar (21) Stelpootjes, transport-
grepen voor, transport-
wieltjes achter
(11) Afvoeropening
1.2 Toepassingen van het apparaat
Het apparaat is alleen geschikt voor het koelen van levensmid-
delen in huishoudelijke of soortgelijke omgeving. Hiertoe
behoort bijvoorbeeld het gebruik
-
in personeelskeukens, bed and breakfasts,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels, en andere onder-
komens,
-
voor catering en soortgelijke diensten in de groothandel
Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijke toepassingen.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan. Het apparaat is
niet geschikt voor het bewaren en koelen van medicijnen,
bloedplasma, laboratoriumpreparaten en dergelijke stoffen en
producten als genoemd in de richtlijn inzake medische hulp-
middelen 2007/47/EG. Misbruik van het apparaat kan leiden tot
schade aan bewaarde producten of tot bederf ervan. Daar-
naast is het apparaat niet geschikt voor gebruik op plaatsen
waar ontploffingsgevaar kan heersen.
Het apparaat is volgens de klimaatklasse gebouwd voor
gebruik bij bepaalde omgevingstemperaturen. De klimaat-
klasse van uw apparaat vindt u op het typeplaatje.
Het apparaat in vogelvlucht
2
Aanwijzing
u
Respecteer de opgegeven omgevingstemperaturen, zoniet
vermindert de koelprestatie.
Klimaat-
klasse
voor omgevingstemperaturen van
SN 10 °C tot 32 °C
N 16 °C tot 32 °C
ST 16 °C tot 38 °C
T 16 °C tot 43 °C
1.3 Conformiteit
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het
apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde veiligheidsbe-
palingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EEG en 2004/108/EEG.
1.4 Opstelafmetingen
Fig. 2
Model Apparaathoogte H (mm)
CN(es) 35.., CNP(esf) 35.. 1817
CN 39.., CNP(esf) 39.. 2011
CN(es/esf) 40.., CNP(esf) 40.. 2011
1.5 Energie sparen
-
Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-
tieopeningen resp. -roosters niet afdekken.
-
Ventilatorluchtspleten altijd vrij houden.
-
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
een fornuis, verwarming of dergelijke.
-
Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandig-
heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) .
-
Open het apparaat zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, des te hoger is
het energieverbruik.
-
Zet de levensmiddelen soort bij soort. (zie Het apparaat in
vogelvlucht).
-
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.
Rijpvorming wordt vermeden.
-
Levensmiddelen slechts zolang als nodig buiten het appa-
raat laten staat, zodat ze niet te warm worden.
-
Warme gerechten inleggen: eerst laten afkoelen tot kamer-
temperatuur.
-
Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.
-
Bij langere vakanties koelgedeelte legen en uitschakelen.
Stof doet het energieverbruik toenemen:
-
de koelmachine met warmtewisselaar -
metalen rooster aan de achterkant van
het apparaat - eens per jaar afstoffen.
2 Algemene veiligheidsvoor-
schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat is niet bestemd voor personen (ook kinderen)
met fysieke, sensorische of mentale beperkingen of
personen, die niet over voldoende ervaring en kennis
beschikken. Tenzij zij door een persoon, die voor hun veilig-
heid verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat
worden onderwezen en die aanvankelijk toezicht uitoefent.
Erop toezien, dat kinderen niet met het apparaat spelen.
-
In geval van storing stekker uit het stopcontact trekken
(daarbij niet aan het netsnoer trekken) of zekering uitscha-
kelen.
-
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat en het
vervangen van het netsnoer alleen laten uitvoeren door de
Technische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakperso-
neel.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uittrekt, altijd bij de
stekker nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding
monteren en aansluiten.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem
eventueel aan de volgende eigenaar door.
-
Alle reparaties resp. aanpassingen aan de IceMaker alleen
laten uitvoeren door de Technische Dienst of ander daar-
voor opgeleid vakpersoneel.*
-
De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, led, TL-
lampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te
verlichten en niet geschikt als kamerverlichting.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
digen.
Binnenin het apparaat geen open vuur of ontstekings-
bronnen gebruiken.
Binnenin het apparaat geen elektrische apparaten
gebruiken (b.v. stoomreinigers, verwarmingsapparatuur,
ijsmachines enz.).
Wanneer koelmiddel ontsnapt: open vuur of ontstekings-
bronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen.
Stekker uit het stopcontact trekken. Ruimte goed venti-
leren. Contact opnemen met de Technische Dienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijf-
gassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het
apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan
de op de verpakking vermelde inhoudsstoffen of een vlam-
mensymbool. Eventueel uittredende gassen kunnen door
elektrische componenten vlam vatten.
-
Houd brandende kaarsen, lampen en andere voorwerpen
met open vlammen uit de buurt van het apparaat, zodat ze
geen brand veroorzaken.
-
Sterke alcohol alleen goed gesloten en overeind staand
opslaan. Eventueel uittredende alcohol kan door elektrische
componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te
leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
Algemene veiligheidsvoorschriften
3
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude oppervlakken en
gekoelde of ingevroren levensmiddelen vermijden of veilig-
heidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen.
Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmid-
dellijk en niet te koud consumeren.
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofd-
stukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR-
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOOR-
ZICHTIG
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle-
elementen
3.1 Bedienings- en controle-elementen
Fig. 3
(1) Toets On/Off koelge-
deelte
(6) Insteltoets vriesgedeelte
(2) Toets ventilatie (7) Toets SuperFrost
(3) Insteltoets koelgedeelte (8) Toets alarm
(4) Temperatuurdisplay
koelgedeelte
(9) Toets On/Off vriesge-
deelte
(5) Temperatuurdisplay
vriesgedeelte
3.2 Temperatuurdisplay
Bij normale werking wordt aangegeven:
-
de ingestelde vriestemperatuur
-
de ingestelde koeltemperatuur
De temperatuurdisplay vriesgedeelte knippert:
-
de temperatuurinstelling wordt gewijzigd
-
na het inschakelen is de temperatuur nog niet voldoende
koud
-
de temperatuur is verschillende graden gestegen
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat transporteren
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd trans-
port!
u
Het apparaat verpakt transporteren.
u
Het apparaat overeind transporteren.
u
Het apparaat niet alleen transporteren.
4.2 Apparaat opstellen
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog
voor het aansluiten - contact op met de leverancier.
De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en
vlak zijn.
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een
fornuis, verwarming of dergelijke.
Zet het apparaat met de achterkant altijd direct tegen de muur.
Stel het apparaat niet op zonder hulp.
De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
EN 378 per 8 g R 600a koelmiddel over een volume van 1 m
3
beschikken. Indien de plaatsingsruimte te klein is, kan in geval
van een lek in het koelmiddelcircuit een ontvlambaar gas-lucht-
mengsel ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel
vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden
verschoven.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving
of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door koelmiddel!
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
u
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
digen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging!
u
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
toaster enz. op het apparaat!
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatie-
openingen!
u
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
u
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsgel-
uiden ontstaan!
u
Haal de beschermfolie van de buitenzijde van het apparaat.*
Bedienings- en controle-elementen
4
LET OP*
De edelstalen deuren zijn voorzien van een hoogwaardige
oppervlaktecoating en mogen niet met het bijgevoegde reini-
gingsmiddel worden behandeld.
Dit zou het oppervlak kunnen aantasten.
u
De gecoate deuroppervlakken mogen uitsluitend met een
zachte schone doek worden afgeveegd.
u
Breng alleen op de roestvrijstalen zijwanden een verzor-
gingsmiddel gelijkmatig en in slijprichting aan. De reiniging
op een later tijdstip wordt daardoor eenvoudiger.
u
Gelakte zijwanden mogen uitsluitend met een zachte
schone doek worden afgeveegd.
u
Trek de beschermfolie van de sierlijsten en van de lade-
fronten.*
u
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
u
Doe de verpakking weg (zie 4.5) .
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater!
u
het apparaat niet direct naast een ander koel-/vriesapparaat
zetten.
u
Stel het apparaat met de
meegeleverde steeksleutel en
met behulp van de stelpootjes
(A) en een waterpas stevig en
vlak op.
u
Vervolgens de deur onder-
steunen: stelvoet bij lagerbus
(B) uitdraaien tot deze op de
vloer komt, daarna 90° verder
draaien.
Aanwijzing
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er
condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
u
Zorg altijd goed voor een goede verluchting van de plaat-
singsruimte.
4.3 Draairichting deur veranderen
Indien nodig kunt u de draairichting van de deur veranderen:
Controleer of volgend gereedschap klaar ligt:
q
Torx® 25
q
Torx® 15
q
schroevendraaier
q
eventueel accuschroevendraaier
q
eventueel een tweede persoon voor de montage
4.3.1 Bovenste deur afnemen
Aanwijzing
u
Verwijder levensmiddelen uit de opbergvakken voordat de
deur wordt afgenomen, zodat er geen levenmiddelen uit
vallen.
Fig. 4
u
Bovenste deur sluiten.
u
Afdekking
Fig. 4 (1)
naar voren en boven wegtrekken.
u
Afdekking
Fig. 4 (2)
eraf nemen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
u
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Bovenste lagerbus
Fig. 4 (3)
losschroeven (2 maal Torx®
25)
Fig. 4 (4)
en naar boven eraf trekken.
u
Bovenste deur naar boven optillen en opzij zetten.
4.3.2 Onderste deur afnemen
u
Onderste deur sluiten.
u
Middelste lagerbout
Fig. 5 (11)
uit de lagerbus en de
onderste deur uittrekken.
u
Kunststof kapje
Fig. 5 (10)
afnemen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
u
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Onderste deur openen.
u
Middelste lagerbus
Fig. 5 (13)
losschroeven (2 maal Torx®
25).
u
Deur naar boven afnemen en opzij leggen.
4.3.3 Middelste lagerdelen omzetten
Fig. 5
u
Afdekplaat
Fig. 5 (12)
voorzichtig afhalen.
u
Middelste lagerbus met
Fig. 5 (14)
onderlegschijfje
Fig. 5 (13)
180° gedraaid aan de nieuwe scharnierkant goed
(met 4 Nm) vastschroeven.
In gebruik nemen
5
u
Afdekplaat
Fig. 5 (12)
180° gedraaid aan de nieuwe greep-
zijde weer vastklikken.
4.3.4 Onderste lagerdelen omplaatsen
Fig. 6
u
Lagerbout
Fig. 6 (22)
compleet met schijfje
Fig. 6 (23)
en
stelpootje
Fig. 6 (24)
naar boven eruit trekken.
u
Stop
Fig. 6 (21)
eraf halen.
u
Lagerbus
Fig. 6 (25)
losschroeven
Fig. 6 (26)
.
u
Lagerdeel
Fig. 6 (28)
losschroeven
Fig. 6 (29)
en in het
tegenoverliggende opnamegat van de lagerbus omzetten en
weer vastschroeven.
u
Afdekking aan de greepzijde
Fig. 6 (27)
voorzichtig optillen
en op de tegenoverliggende zijde plaatsen.
u
Lagerbus
Fig. 6 (25)
aan de nieuwe scharnierzijde evt. met
behulp van een accuschroevendraaier weer goed (met
4 Nm) vastschroeven.
u
Stop
Fig. 6 (21)
weer in het andere gat aanbrengen.
u
Lagerbout
Fig. 6 (22)
compleet met schijfje en stelpootje
weer aanbrengen. Er daarbij op letten, dat de sluitnok naar
achter wijst.
4.3.5 Greep omzetten
Zowel op de bovenste als op de onderste deur:
u
Veerklem
Fig. 7 (31)
verplaatsen: Sluitnok
omlaag drukken, veer-
klem eroverheen en eraf
trekken.
u
Veerklem aan de nieuwe
scharnierkant weer erin
schuiven totdat hij inklikt.
Fig. 7
Fig. 8
u
Til
Fig. 8 (30)
de stop uit de deurlagerbus en plaats hem om.
u
Demonteer deurgreep
Fig. 8 (32)
, stop
Fig. 8 (33)
en druk-
platen*
Fig. 8 (34)
en monteer ze aan de tegenoverliggende
kant.
u
Bij het monteren van de drukplaatjes aan de andere kant
erop letten dat ze vastklikken.*
4.3.6 Onderste deur monteren
u
Plaats de onderste deur van boven op de onderste lager-
bout
Fig. 6 (22)
.
u
Sluit de deur.
u
Het kunststof kapje
Fig. 5 (10)
weer op de middelste
lagerbus
Fig. 5 (13)
zetten.
u
Middelste lagerbout
Fig. 5 (11)
op de nieuwe scharnierzijde
in de onderste deur plaatsen door de middelste lagerbus
Fig. 5 (13)
.
4.3.7 Bovenste deur monteren
u
Bovenste deur op de middelste lagerbout
Fig. 5 (11)
zetten.
u
Plaats de bovenste lagerbus
Fig. 4 (3)
aan de nieuwe schar-
nierkant in de deur.
u
Bovenste lagerbus goed (met 4 Nm) vastschroeven (2
maal Torx® 25)
Fig. 4 (4)
. Steek de schroefgaten indien
nodig voor of gebruik de accuschroevendraaier.
u
Afdekking
Fig. 4 (1)
en afdekking
Fig. 4 (2)
elk op de tegen-
overliggende zijde van buiten aanbrengen en vastklikken.
4.3.8 Deuren uitlijnen
u
De deuren eventueel via de beide langsgaten in de onderste
lagerbus
Fig. 6 (25)
en middelste lagerbus
Fig. 5 (13)
ten
opzichte van de kast uitlijnen. Daartoe middelste schroef in
de onderste lagerbus
Fig. 6 (25)
uitdraaien.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur!
Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de
deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben.
Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goed
koelt.
u
De lagerbussen met 4 Nm goed vastschroeven.
u
Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
In gebruik nemen
6
4.4 Inbouw in het keukenblok
Fig. 9
(1) Opbouwkast (3) Keukenkast
(2) Apparaat (4) Wand
Het apparaat
Fig. 9 (2)
kan worden ingebouwd in de keuken.
Om het apparaat aan de hoogte van het keukenblok aan te
passen, kunt u er een passende opbouwkast
Fig. 9 (1)
op
plaatsen.
Bij ombouw met keukenkasten (max. diepte 580 mm) kan het
apparaat direct naast de keukenkast
Fig. 9 (3)
worden opge-
steld. De apparaatdeur springt opzij 34 mm en in het midden
van het apparaat 50 mm uit ten opzichte van het keukenkast-
front. Hierdoor is de deur zonder problemen te openen en
sluiten.
Belangrijk voor de ventilatie:
-
Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een
ruimte van minstens 50 mm diepte vrij voor luchtafvoer.
-
De ventilatieruimte onder het plafond moet minstens
300 cm
2
bedragen.
Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
Fig. 9 (4)
, dan moet de afstand tussen apparaat en muur
minstens 40 mm bedragen. Dit in verband met het uitsteken
van de deurgreep bij een geopende deur.
4.5 Afvalverwerking van de verpakking
WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
Golfkarton/karton
-
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-
Folies en zakken uit polyetheen
-
Spanbanden uit polypropeen
-
Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met poly-
ethyleen*
u
Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel-
punt.
4.6 Apparaat aansluiten
LET OP
Gevaar voor beschadiging van de elektronische componenten!
u
Gebruik geen omvormer (omzetten van gelijkstroom naar
wisselstroom) of spaarstekker.
WAARSCHUWING
Brand- en oververhittingsgevaar!
u
Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos.
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie
Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het apparaat alleen aansluiten op een volgens de
voorschriften geïnstalleerd stopcontact. Het stopcon-
tact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder
beveiligd zijn.
Het moet makkelijk toegankelijk zijn, zodat het appa-
raat in urgentiegevallen snel van de stroomvoorzie-
ning gescheiden kan worden. Het stopcontact mag
zich niet achter het apparaat bevinden.
u
Elektrische aansluiting controleren.
u
Steek de stekker in het stopcontact.
4.7 Apparaat inschakelen
Aanwijzing
u
Om het hele apparaat in te schakelen, dient u alleen het
vriesgedeelte in te schakelen. Hierbij wordt automatisch het
koelgedeelte mee ingeschakeld.
Neem het apparaat ca. 2 uur voor het eerste vullen met diep-
vriesproducten in gebruik.
4.7.1 Vriesgedeelte inschakelen
u
Toets On/Off vriesgedeelte
Fig. 3 (9)
indrukken.
w
Het apparaat is ingeschakeld. De temperatuurdisplay duidt
de ingestelde temperatuur aan. De temperatuurdisplay
vriesgedeelte en de toets alarm knippert tot de temperatuur
voldoende laag is.
4.7.2 Koelgedeelte inschakelen
Aanwijzing
u
Wanneer u het koelgedeelte inschakelt, wordt automatisch
het vriesgedeelte mee ingeschakeld.
u
Toets On/Off koelgedeelte
Fig. 3 (1)
indrukken.
w
De binnenverlichting brandt bij open deur.
w
De temperatuurdisplay brandt. Koelgedeelte en vriesge-
deelte zijn ingeschakeld.
5 Bediening
5.1 Deuralarm
Voor koel- en diepvriesgedeelte
Wanneer de deur langer dan 60 s geopend is, gaat het akoes-
tisch alarm af.
Het akoestisch alarm stopt automatisch, zodra de deur
gesloten wordt.
Bediening
7
5.1.1 Deuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgescha-
keld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
u
Toets Alarm
Fig. 3 (8)
indrukken.
w
Het akoestisch alarm gaat uit.
5.2 Temperatuuralarm
Wanneer de vriestemperatuur niet laag genoeg is, gaat het
akoestisch alarm af.
Tegelijkertijd knipperen de temperatuurdisplay en de toets
alarm.
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
-
warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer
gelegd
-
bij het sorteren en uitnemen van de levensmiddelen is
teveel warme lucht binnengekomen
-
de stroom is voor langere tijd uitgevallen
-
het apparaat is defect
Het akoestisch alarm stopt automatisch, de toets alarm
Fig. 3 (8)
gaat uit en de temperauurdisplay stopt met knip-
peren, wanneer de temperatuur weer voldoende laag is
Wanneer het alarm niet uitgaat (zie Storingen).
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur niet laag genoeg is, kunnen levens-
middelen bederven.
u
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
levensmiddelen niet meer nuttigen.
5.2.1 Temperatuuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan worden gedeactiveerd. Wanneer de
temperatuur weer laag genoeg is, is de alarmfunctie weer
actief.
u
Toets Alarm
Fig. 3 (8)
indrukken.
w
Het akoestisch alarm is gedeactiveerd.
5.3 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte worden
verschillende temperatuurbereiken in gesteld. Direct boven de
groentelades en tegen de achterkant is het het koudste. Voorin
aan de bovenkant en in de deur is het het warmste.
5.3.1 Levensmiddelen koelen
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
u
Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
u
Bederfelijke etenswaren, bereide gerechten, vlees en vlees-
waren bewaart u in de koudste zone. In het bovengedeelte
en in de deur boter en conserven bewaren. (zie Het appa-
raat in vogelvlucht)
u
Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie.
u
het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte
alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv.
bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten
liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter
worden geschoven of omvallen.
u
Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
goed kan circuleren.
u
Flessen tegen omvallen beveiligen: de flessenhouder
verschuiven.
5.3.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de temperatuur van de ruimte waar het apparaat staat
-
soort, temperatuur en hoeveelheid ingevroren levensmid-
delen
Aanbevolen temperatuurinstelling: 5 °C
U kunt de temperatuur doorlopend veranderen. Is de instelling
1 °C bereikt dan wordt opnieuw bij 9 °C begonnen.
u
Temperatuurverstelling oproepen: druk eenmaal op de
insteltoets koelgedeelte
Fig. 3 (3)
.
w
In het temperatuurdisplay knippert de LED van de huidige
temperatuur.
u
Druk net zo vaak op de insteltoets koelgedeelte
Fig. 3 (3)
tot
de LED's de gewenste temperatuur aangeven.
Aanwijzing
u
Door de insteltoets lang in te drukken wordt binnen een
kleine temperatuurzone (b.v.: tussen 5 °C en 7 °C) een iets
koudere waarde ingesteld. In het temperatuurdisplay is dan
de LED van de eerstvolgende lagere temperatuurzone
verlicht.
5.3.3 Ventilator
Met de ventilator kunt u grote hoeveelheden verse levensmid-
delen snel afkoelen of een relatief gelijkmatige temperatuurver-
deling op alle schappen bereiken.
De circulatiekoeling is aan te bevelen:
-
bij hoge kamertemperatuur (vanaf ca. 30 °C )
-
bij hoge luchtvochtigheid
De circulatiekoeling heeft een iets hoger energieverbruik. Om
energie te besparen, gaat de ventilator bij geopende deur auto-
matisch uit.
Ventilator inschakelen
u
Druk kort op de toets Ventilatie
Fig. 3 (2)
.
w
De toets Ventilatie brandt.
w
Der ventilator is actief. Hij schakelt automatisch in, wanneer
de compressor draait.
Ventilator uitschakelen
u
Druk kort op de toets Ventilatie
Fig. 3 (2)
.
w
De toets Ventilatie gaat uit.
w
De ventilator is uitgeschakeld
5.3.4 Draagplateaus verplaatsen
De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild
uittrekken.
u
Til het draagplateau op en trek het
naar voren uit.
u
Draagplateau met de aanslagrand achter naar boven
wijzend inschuiven.
w
De levensmiddelen vriezen niet aan de achterwand vast.
Bediening
8
5.3.5 Deelbare draagplateaus gebruiken
Fig. 10
u
De glasplaat met aanslagrand (2) moet achteraan liggen.
5.3.6 Opbergvakken in de deur verplaatsen
*
u
Vakken uitnemen volgens de afbeel-
ding.
*
De boxen kunnen worden uitgenomen en zo op tafel worden
gezet.*
U kunt één of beide boxen gebruiken. Wanneer u heel hoge
flessen in de deur wil zetten, hang dan alleen de brede box
boven het flessenvak.*
Via de Technische Dienst kunt u drie kleine boxen verkrijgen, in
plaats van de standaarduitrusting met één brede en één kleine
box.*
u
Boxen omzetten: naar boven
uitnemen en op de gewenste plaats
terugzetten.*
*
u
Deksel afhalen: 90° openen en naar
boven losklikken.*
*
5.3.7 Flessenhouder uitnemen*
u
Flessenhouder altijd bij het kunststof
gedeelte vastnemen.
5.4 Vriesgedeelte
In het vriesgedeelte kunt u diepvriesproducten of ingevroren
levensmiddelen bewaren, ijsblokjes maken en verse levens-
middelen invriezen.
5.4.1 Levensmiddelen invriezen
U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen
24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie Het apparaat in
vogelvlucht) onder "Invriescapaciteit ... kg/24h" is aangegeven.
De laden kunnen elk met max. 25 kg diepvriesproducten, de
plateaus elk met max. 35 kg worden belast.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen.
Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen,
mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet over-
schrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
u
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries-
zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of
aluminium.
5.4.2 Levensmiddelen ontdooien
- in het koelgedeelte
- bij kamertemperatuur
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
u
Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
weer invriezen.
5.4.3 Temperatuur instellen
Aanbevolen temperatuurinstelling: -18 °C
U kunt de temperatuur doorlopend veranderen. Bij de instelling
-32 °C wordt opnieuw begonnen met -15 °C.
u
Temperatuurverstelling oproepen: druk eenmaal op de
insteltoets vriesgedeelte
Fig. 3 (6)
.
w
In het temperatuurdisplay van het vriesgedeelte knippert de
LED van de huidige temperatuur.
u
Druk net zo vaak op de insteltoets vriesgedeelte
Fig. 3 (6)
tot de LEDs de gewenste temperatuur aangeven.
Aanwijzing
u
Door de insteltoets lang in te drukken wordt binnen een
kleine temperatuurzone (b.v.: tussen -15 °C en -18 °C) een
iets koudere waarde ingesteld. In het temperatuurdisplay is
dan de LED van de eerstvolgende lagere temperatuurzone
verlicht.
5.4.4 SuperFrost
Met deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen snel tot op de
kern invriezen. Het apparaat werkt met maximaal koelver-
mogen, daardoor kunnen geluiden van de koelaggregaat tijde-
lijk luider zijn.
Bediening
9
U kunt maximaal zoveel nieuwe levensmiddelen binnen 24 h
invriezen, als op het typeplaatje onder "invriescapaciteit ... kg/
24h" is aangegeven. De invriescapaciteit is afhankelijk van het
model en de klimaatklasse van het apparaat.
Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die worden
ingevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bij
een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bij
de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24h
voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te scha-
kelen:
-
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
Met SuperFrost invriezen
u
Toets SuperFrost
Fig. 3 (7)
kort indrukken.
w
De toets SuperFrost is verlicht.
w
De temperatuur daalt; het apparaat werkt met maximale
koeling.
Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
u
ca. 6 u wachten.
u
De nieuwe levensmiddelen in de bovenste vakken leggen.
Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen
(zie typeplaatje):
u
ca. 24 u wachten.
u
Levensmiddelen in de schuifladen leggen.
w
SuperFrost schakelt na ca. 65 u automatisch uit.
w
De toets SuperFrost is donker.
w
Het apparaat werkt in de energiebesparende normale
modus verder.
5.4.5 Laden
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
Bij apparaten met NoFrost:
u
Laat de onderste schuiflade in het apparaat zitten!
u
Houd de luchtspleet binnen aan de achterkant steeds vrij!
u
Om diepvriesgoed direct op de draagplateaus te bewaren:
trek de schuiflade naar voren en haal de lade uit.
5.4.6 Plateaus
u
Plateau uitnemen: vooraan optillen en
uittrekken.
u
Plateau terugplaatsen: tot aanslag
inschuiven.
5.4.7 VarioSpace*
Naast de schuifladen kunt u
tevens de plateaus verwijderen.
Zo creëert u plaats voor levens-
middelen van groot formaat.
Gevogelte, vlees, groot wild en
hoog gebak kunnen geheel en al
worden ingevroren en later
verder verwerkt.
u
De laden kunnen elk met
max. 25 kg diepvriespro-
ducten, de plateaus elk met
max. 35 kg worden belast.
5.4.8 Info-systeem*
Fig. 11
(1) Kant-en-klare
gerechten, ijs
(4) Vleeswaren, brood
(2) Varkensvlees, vis (5) Wild, paddestoelen
(3) Fruit, groenten (6) Gevogelte, rund-/kalfs-
vlees
De getallen geven telkens voor meerdere soorten ingevroren
levensmiddelen de bewaartijd in maanden aan. De vermelde
bewaartijden zijn richtwaarden.
5.4.9 Koudeaccu's*
De koudeaccu's verhinderen bij stroomuitval, dat de tempera-
tuur te snel stijgt.
Koudeaccu's gebruiken*
u
De koudeaccu's ruimtebespa-
rend in het bovenste vriesvak
leggen.
u
De bevroren koudeaccu's boven
in het voorste vriesgedeelte op
de ingevroren levensmiddelen
leggen.
5.4.10 IceMaker*
Met de ijsblokjesmaker met waterreservoir kunt u met het
reservoir in het koelgedeelte ijsblokjes maken met de IceMaker
of gekoeld drinkwater gereedzetten.
De IceMaker zit in de bovenste schuiflade van het vriesge-
deelte. Op de schuiflade staat het opschrift "IceMaker".
Controleer of aan volgende voorwaarden is voldaan:
-
het apparaat staat waterpas.
-
het apparaat is ingeschakeld.
-
het vriesgedeelte is ingeschakeld.
-
Het waterreservoir werd gereinigd met water en is gevuld.
Bediening
10
Waterreservoir vullen*
WAARSCHUWING
Vergiftigingsgevaar!
u
De waterkwaliteit moet voldoen aan de drinkwatervoor-
schriften van het betreffende land (b.v. 98/83/EU) , waar het
apparaat wordt in bedrijf wordt genomen.
u
De IceMaker is uitsluitend bedoeld voor het maken van
ijsblokjes voor privé-huishoudens en moet worden voorzien
van daarvoor geschikt water.
LET OP
Gevaar voor beschadiging van de IceMaker!
Suikerhoudende vloeistoffen zoals softdrinks, vruchtensappen
e.d. kunnen de pomp verstoppen wat volledige uitval van de
pompfunctie en daardoor beschadiging van de ijsblokjesmaker
tot gevolg kan hebben.
u
Het waterreservoir uitsluitend met drinkwater vullen! Geen
suikerhoudende vloeistoffen zoals softdrinks, vruchten-
sappen e.d. gebruiken!
De IceMaker wordt van water voorzien via een waterreservoir
in de koelruimte (zie Het apparaat in vogelvlucht).
Voor het eerste gebruik:
u
watertank grondig met water reinigen om stof enz. te verwij-
deren.
u
Trek het waterreservoir naar
voren uit.
u
Open de klep vooraan en vul
het reservoir met water.
u
Plaats het gevulde waterre-
servoir in de houder en schuif
tot helemaal achteraan.
Aanwijzing
u
Het waterreservoir moet tot de aanslag in de daarvoor
aangebrachte houder (console) in het koelgedeelte worden
geschoven!
IceMaker inschakelen*
Fig. 12
u
Schuiflade uittrekken.
u
Druk op de toets On/Off
Fig. 12 (1)
, zodat de LEDs
Fig. 12 (2)
branden.
u
Schuiflade weer inschuiven.
Aanwijzing
u
De IceMaker maakt alleen ijsblokjes als de schuiflade hele-
maal dicht is.
IJsblokjes maken*
De productiecapaciteit hangt af van de vriestemperatuur. Hoe
lager de temperatuur, hoe meer ijsblokjes er in een bepaalde
tijd worden gemaakt.
De ijsblokjes vallen uit de IceMaker in de schuiflade. Bij het
bereiken van een bepaalde vulhoogte, worden geen ijsblokjes
meer gemaakt. De IceMaker vult de lade niet tot de rand.
Als u een grote hoeveelheid ijsblokjes nodig heeft, kunt u de
volledige IceMaker schuiflade verwisselen voor de schuiflade
ernaast. Als u de schuiflade sluit, schakelt de IceMaker vanzelf
opnieuw in.
Wanneer u de IceMaker voor het eerst inschakelt, kan het tot
24 u duren voor de eerste ijsblokjes worden gemaakt.
Aanwijzing
Wanneer het apparaat voor het eerst wordt gebruikt of lang niet
gebruikt is, kunnen zich in de IceMaker resp. de waterleiding
deeltjes verzamelen.
u
Daarom mag u de ijsblokjes die gedurende de eerste 24 uur
worden geproduceerd, niet gebruiken of verbruiken.
IceMaker uitschakelen*
Als u geen ijsblokjes nodig heeft, kunt u de IceMaker onafhan-
kelijk van het vriesgedeelte uitschakelen.
Wanneer de IceMaker uitgeschakeld is, kan de schuiflade van
de IceMaker worden gebruikt om levensmiddelen in te vriezen
of te bewaren.
u
Druk gedurende ca. 1 seconde op de toets On/Off, tot de
LED brandt.
u
De IceMaker reinigen.
w
Zo zorgt u ervoor, dat er geen water of ijs in de IceMaker
achterblijft.
6 Onderhoud
6.1 Ontdooien met NoFrost
Het NoFrost-systeem ontdooit het apparaat automatisch.
Koelgedeelte:
Het dooiwater verdampt door de warmte van de compressor.
Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet
op een storing.
u
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan
weglopen (zie 6.2) .
Vriesgedeelte:
Het vocht slaat neer op de verdamper, wordt regelmatig
ontdooid en verdampt dan.
u
U hoeft het apparaat niet handmatig te ontdooien.
6.2 Apparaat reinigen
Voor het reinigen:
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan de oppervlakken beschadigen en brand-
wonden veroorzaken.
u
Gebruik geen stoomreinigers!
Onderhoud
11
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Gebruik geen schoonmaakmiddelen die zand, chloor,
chemicaliën of zuren bevatten.
u
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
u
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
u
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatier-
oosters en elektrische delen terecht komen.
u
Apparaat leegmaken.
u
Trek de stekker uit.
- Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger
met een neutrale pH-waarde.
- Gebruik in de binnenruimte van het apparaat
enkel levensmiddelenvriendelijke reinigings- en
onderhoudsproducten.
u
Roosters voor luchtaan- en afvoer regelmatig reinigen.
w
Stof verhoogt het energieverbruik.
Buitenwanden en binnenruimte:
Buiten- en binnenkant van kunststof reinigen:
u
Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas-
middel met de hand reinigen.
LET OP*
De edelstalen deuren zijn voorzien van een hoogwaardige
oppervlaktecoating en mogen niet met het bijgevoegde reini-
gingsmiddel worden behandeld.
Dit zou het oppervlak kunnen aantasten.
u
De gecoate deuroppervlakken mogen uitsluitend met een
zachte schone doek worden afgeveegd. Bij sterke vervuiling
kunt u wat water of een neutraal schoonmaakmiddel
gebruiken. Naar wens kan ook een microvezeldoek worden
gebruikt.
u
Roestvrijstalen zijwanden bij vervuiling met een gebruike-
lijke roestvrijstaalreiniger reinigen. Vervolgens het meegele-
verde rvs onderhoudsmiddel gelijkmatig in slijprichting
aanbrengen.
u
Gelakte zijwanden mogen uitsluitend met een zachte
schone doek worden afgeveergd. Bij sterke vervuiling kunt u
wat water of een neutraal schoonmaakmiddel gebruiken.
Naar wens kan ook een microvezeldoek worden gebruikt.
u
Afvoeropening reinigen: vuil met een
dun hulpmiddeltje, bijv. een watten-
staafje, verwijderen.
Onderdelen:
u
Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas-
middel met de hand reinigen.
u
Om schoon te maken de geleiders voor de halve glasplaten
afnemen.
*
u
Plateaus uit elkaar nemen: lijsten en
zijkanten afhalen.*
u
Deurvakken uit elkaar nemen:
beschermfolie van de sierlijst
afhalen.*
*
u
Boxen uitnemen en het deksel
door optillen weghalen.*
*
u
Wateropvangbak legen: watertank
eruit nemen. Bak voorzichtig naar
voor uitschuiven en dan naar
beneden eruit trekken.*
*
Na het reinigen:
u
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
SuperFrost inschakelen (zie 5.4.4) .
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
u
de levensmiddelen er weer in leggen.
6.3 De IceMaker reinigen*
Fig. 13
De IceMaker moet ingeschakeld zijn.
u
Trek de schuiflade uit en haal het ijs eruit.
u
Schuiflade reinigen met warm water en mild afwasmiddel.
u
Bij uitgetrokken schuiflade de toets On/Off ingedrukt houden
(ca. 10 seconden).
w
Na ca. 1 sec. gaan de LEDs uit, de IceMaker is uitgescha-
keld.
w
Na ca. 10 sec. knipperen de LEDs gedurende ca. 60 sec.
u
Schuif de lade in, terwijl de LEDs knipperen.
w
De ijsblokjeshouder van de IceMaker draait in schuine
stand.
u
Neem de schuiflade uit.
u
Ijsblokjeshouder met warm water reinigen. Gebruik indien
nodig een mild afwasmiddel. Daarna uitspoelen.
De IceMaker opnieuw aanzetten:
u
druk op de toets ON/OFF tot de LEDs branden, schuif dan
de schuiflade weer in.
w
De IceMaker begint met het maken van ijsblokjes.
Wanneer u afwasmiddel heeft gebruikt:
u
de eerste drie ladingen ijsblokjes weggooien om restjes
afwasmiddel te vermijden.
6.4 Binnenverlichting met gloeilamp
vervangen
Type gloeilamp
Onderhoud
12
max. 25 W
Fitting: E14
Type stroom en spanning moeten overeenkomen met de
informatie op het typeplaatje
u
Schakel het apparaat uit.
u
Trek de stekker uit of
schakel de beveiliging
uit.
u
Neem de afdekking
Fig. 14 (1)
bij de voor-
kant vast en haak
achteraan los.
u
Vervang de gloeilamp
Fig. 14 (2)
.
u
Afdekking
Fig. 14 (1)
weer opzetten.
Fig. 14
6.5 Technische Dienst
Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op
met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd
overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder-
houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten
uitvoeren.
u
Apparaataanduiding
Fig. 15 (1)
, service-
nr.
Fig. 15 (2)
en
serie-nr.
Fig. 15 (3)
van het typeplaatje
aflezen. Het type-
plaatje bevindt zich
aan de linkerkant
binnen in het appa-
raat.
Fig. 15
u
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
probleem, apparaataanduiding
Fig. 15 (1)
, service-nr.
Fig. 15 (2)
en serie-nr.
Fig. 15 (3)
mededelen.
w
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
u
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
komt.
w
De levensmiddelen blijven langer koel.
u
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht deson-
danks storing optreden, eerst controleren of de storing door
een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij
de ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening
brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
u
Stekker controleren.
De zekering in het stopcontact is niet in orde.
u
Zekering controleren.
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar-
door langer is, wordt energie bespaard.
u
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
SuperFrost is ingeschakeld.
u
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
compressor langer. Dit is normaal.
De inverter knippert regelmatig om de 15 seconden*.
De inverter is met een foutdiagnose LED uitgevoerd.
u
Het knipperen is normaal.
Geluiden zijn te luid.
Op toerental gestuurde* compressoren kunnen naar aanlei-
ding van de verschillende draaisnelheden verschillende
geluiden veroorzaken.
u
Het geluid is normaal.
Een borrelen en klateren
Dit geluid stamt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt.
u
Het geluid is normaal.
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van de koelaggregaat (de motor).
u
Het geluid is normaal.
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer de koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver-
mogen automatisch verhoogd.
u
Het geluid is normaal.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2)
Een lage bromtoon.
Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de
ventilator.
u
Het geluid is normaal.
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Daardoor
worden aangrenzende meubels of voorwerpen door de
lopende koelaggregaat in vibratie gezet.
u
Apparaat iets verschuiven en met de stelpoten uitlijnen.
u
Flessen en containers uit elkaar zetten.
Een totaal van de pomp van het waterreservoir.*
Wanneer water uit het waterreservoir getransporteerd
wordt, is dit hoorbaar door een kort zoemen van de pomp.
u
Het geluid is normaal.
De toets SuperFrost en de temperatuurdisplay knipperen
beiden.
Het betreft een storing.
u
Contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onder-
houd).
U kunt de IceMaker niet aanzetten.*
Het apparaat en dus ook de IceMaker zijn niet aangesloten.
u
Apparaat aansluiten (zie In gebruik nemen).
De IceMaker maakt geen ijsblokjes.*
De IceMaker is niet ingeschakeld.
u
IceMaker inschakelen.
De schuiflade van de IceMaker is niet goed dicht.
u
Schuiflade correct inschuiven.
De watertank is niet goed ingeschoven.
u
Watertank inschuiven.
Er is niet genoeg water in de watertank.
u
Watertank vullen.
LED van de IceMaker knippert. *
Er is niet genoeg water in de watertank.
Storingen
13
u
Watertank vullen.
Wanneer de LED knippert terwijl de watertank gevuld is,
betreft het een storing aan de IceMaker.
u
Contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onder-
houd).
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
u
Deur van het apparaat sluiten.
Niet voldoende be- en ontluchting.
u
Luchtrooster schoonmaken.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2) .
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
u
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf
wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst. (zie Onderhoud).
U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
opgeslagen.
u
Oplossing: (zie 5.4.4)
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron.
u
Oplossing: (zie In gebruik nemen).
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
De deur was langer dan 15 min. open.
u
De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na
ca. 15 min. automatisch uit.
Wanneer de binnenverlichting niet brandt terwijl de tempe-
ratuurdisplay wel verlicht is, is de gloeilamp stuk.
u
Vervang de gloeilamp. (zie Onderhoud).
8 Afzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
Aanwijzing
u
Om het apparaat volledig uit te schakelen, dient u alleen het
vriesgedeelte uit te schakelen. Hierbij wordt automatisch het
koelgedeelte mee uitgeschakeld.
8.1.1 Vriesgedeelte uitschakelen
u
Toets On/Off vriesgedeelte
Fig. 3 (9)
gedurende ten minste
3s indrukken.
w
De temperatuurdisplays zijn uit. Het hele apparaat is uitge-
schakeld.
8.1.2 Koelgedeelte uitschakelen
u
Toets On/Off koelgedeelte
Fig. 3 (1)
gedurende ten minste
3s indrukken.
w
De interieurverlichting is uit.
w
De temperatuurdisplay voor het koelgedeelte is uit.
Aanwijzing
u
Als u alleen het koelgedeelte wil uitschakelen, bijv. gedu-
rende een vakantie, let er dan altijd op dat de temperatuur-
display van het vriesgedeelte brandt.
8.2 Buiten werking stellen
u
Apparaat leegmaken.
u
IceMaker in reinigingsstand zetten (zie Onderhoud).
u
Stekker uittrekken.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deur wat open staan zodat er geen onaangename
geuren kunnen ontstaan.
9 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa-
raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig
de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij-
komen.
u
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
Afzetten
14
6

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Liebherr CNPesf3513 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Liebherr CNPesf3513 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,59 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info