810466
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/588
Pagina verder
LEXUS NX300h Owners Manual_Euro-
pe_M78581_en
1
6
5
4
3
2
8
7
Overzicht Zoeken op afbeelding
Veiligheid
en beveiliging
Zorg ervoor dat u dit leest
(Belangrijkste onderwerpen: kinderzitje, antidiefstalsysteem)
Vo e r tu i gs t at us -
informatie en
controlelampjes
Lezen van rijgerelateerde informatie
(Belangrijkste onderwerpen: tellers, multi-informatiedisplay)
Voordat u gaat rijden Openen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen vóór het
rijden (Belangrijkste onderwerpen: sleutels, portieren, stoelen,
elektrisch bedienbare ruiten)
Rijden Handelingen en adviezen die voor het rijden moeten worden
opgevolgd (Belangrijkste onderwerpen: starten van het
hybridesysteem, tanken)
Voorzieningen in
het interieur
Gebruik van de voorzieningen in het interieur (Belangrijkste
onderwerpen: airconditioning, opbergmogelijkheden)
Onderhoud en
verzorging
De zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
(Belangrijkste onderwerpen: interieur en exterieur, lampen)
Bij problemen Informatie over wat u moet doen bij een storing en noodgeval
(Belangrijkste onderwerpen: ontladen accu, lekke band)
Voertuigspecificaties Voertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen(Belangrijkste onderwerpen:
brandstof, olie, bandenspanning)
Index Zoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
PZ471-78581-NL
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 1 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
2
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
INHOUDSOPGAVE
Ter informatie............................................................. 6
Over deze handleiding ......................................... 9
Zoekmethoden.......................................................10
Overzicht..................................................................12
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden .............................34
Veilig rijden ................................................35
Veiligheidsgordels...................................36
Airbags ........................................................ 42
Belangrijke voorzorgsmaatregelen
in verband met uitlaatgassen...........49
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor
kinderen
Aan/uit-schakelaar airbag....................51
Rijden met kinderen in de auto..........52
Baby- en kinderzitjes .............................53
1-3. Noodoproep
ERA-GLONASS/EVAK .....................68
1-4. Hybridesysteem
Kenmerken hybridesysteem...............72
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem.....................................75
1-5. Antidiefstalsysteem
Startblokkering........................................ 80
Supervergrendeling ................................91
Alarm............................................................92
2-1. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes....................................98
Meters en tellers....................................102
Multi-informatiedisplay.......................107
Head-up display .....................................113
Scherm met energiemonitor/
brandstofverbruik...............................117
3-1. Informatie over sleutels
Sleutels ......................................................124
3-2. Openen, sluiten en
vergrendelen van de portieren
Portieren ...................................................128
Achterklep ...............................................132
Smart entry-systeem met
startknop................................................145
3-3. Verstellen van de stoelen
Voorstoelen .............................................215
Achterstoelen.........................................216
Ergonomisch geheugen.....................221
Hoofdsteunen........................................224
3-4. Verstellen van het stuurwiel
en de spiegels
Stuurwiel..................................................226
Binnenspiegel ........................................ 227
Buitenspiegels .......................................229
3-5. Openen en sluiten van de
ruiten en het schuifdak
Elektrisch bedienbare ruiten............231
Schuifdak .................................................233
Elektrisch bedienbaar
zonnescherm......................................236
1Veiligheid en beveiliging
2Voertuigstatusinformatie
en controlelampjes
3Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 2 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
INHOUDSOPGAVE
1
6
5
4
3
2
8
7
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto.............................. 240
Lading en bagage.................................246
Rijden met een aanhangwagen
(auto's zonder
trekhaakpakket).................................247
Rijden met een aanhangwagen
(auto's met trekhaakpakket)........ 248
4-2. Rijprocedures
Startknop .................................................255
EV-modus............................................... 258
Hybridetransmissie............................. 260
Richtingaanwijzerschakelaar ..........264
Parkeerrem .............................................265
Brake Hold............................................. 268
ASC (Active Sound Control)..........269
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar .................................... 270
AHS (Adaptive High
Beam-systeem)..................................272
Automatic High
Beam-systeem....................................276
Schakelaar mistlampen......................279
Ruitenwissers en -sproeiers............ 280
Achterruitenwisser en
-sproeier .............................................. 283
4-4. Tanken
Openen van de tankdop .................. 285
4-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Lexus Safety System+........................ 288
PCS (Pre-Crash
Safety-systeem) .................................299
LTA (Lane Tracing Assist)..................307
LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling).............................316
RSA (Road Sign Assist).....................324
Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik .......328
Cruise control........................................339
PKSA (Parking Support Alert) .......342
Lexus Parking Assist-sensor............343
Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten)...........348
BSM (Blind Spot Monitor) ...............358
Rijmodusselectieschakelaar............376
GPF-systeem
(benzineroetfilter).............................378
Ondersteunende systemen.............379
Rijden met een hybrideauto ............384
4-6. Rijtips
Rijden in de winter ...............................386
Voorzorgsmaatregelen
bij terreinauto's ..................................389
4Rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 3 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
INHOUDSOPGAVE
5-1. Remote Touch
Remote Touch........................................394
5-2. Gebruik van de airconditioning
en de achterruitverwarming
Automatische airconditioning
(auto's met display voor
navigatiesysteem of
multimediasysteem).........................399
Automatische airconditioning
(auto's zonder display voor
navigatiesysteem of
multimediasysteem)........................408
Stuurwielverwarming/
stoelverwarming/
stoelventilatoren.................................413
5-3. Gebruik van de
interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting .........416
5-4. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden .....................419
Voorzieningen in de
bagageruimte .....................................423
5-5. Gebruik van de overige
voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen in
het interieur .........................................427
6-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen van
het exterieur van uw auto..............436
Reinigen en beschermen van
het interieur van uw auto ...............439
6-2. Onderhoud
Onderhoud en reparatie ..................443
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij
zelf uit te voeren onderhoud........445
Motorkap.................................................446
Plaatsen van een garagekrik...........447
Motorruimte...........................................448
12V-accu..................................................454
Banden......................................................457
Bandenspanning....................................471
Velgen .......................................................472
Interieurfilter ..........................................473
Batterij elektronische sleutel...........475
Controleren en vervangen
van zekeringen...................................476
Lampen.....................................................479
7-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten...........................484
Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet worden
gebracht................................................484
Als de auto vastzit in stijgend
water.......................................................485
5Voorzieningen in het interieur 6Onderhoud en verzorging
7Bij problemen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 4 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
INHOUDSOPGAVE
1
6
5
4
3
2
8
7
7-2. Stappen die genomen moeten
worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept................................................ 487
Als u denkt dat er iets mis is..............491
Als een waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingszoemer klinkt ......493
Als er een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven..................................... 503
Als uw auto een lekke band
heeft (auto's zonder een
reservewiel)........................................ 507
Als uw auto een lekke band heeft
(auto's met een reservewiel) ........ 518
Als het hybridesysteem niet
kan worden gestart ..........................527
Als u uw sleutels verliest....................529
Als de tankdopklep niet kan
worden geopend...............................529
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt ................................. 530
Als de 12V-accu is ontladen.............532
Als de motor oververhit raakt.........537
Als de auto vast komt te zitten....... 540
8-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil, enz.)................544
Informatie over brandstof .................554
8-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen ......................556
8-3. Initialisatie
Te initialiseren onderdelen............... 568
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen).....................570
Alfabetische index ...............................573
8Voertuigspecificaties
Index
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 5 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Deze handleiding is bestemd voor alle uit-
voeringen van dit type auto; alle mogelijke
opties zijn in deze handleiding opgeno-
men. Er zullen dan ook ongetwijfeld
onderwerpen worden beschreven die niet
op uw auto van toepassing zijn.
Alle specificaties in deze handleiding
waren actueel ten tijde van de druk. Lexus
streeft er doorlopend naar haar producten
te perfectioneren en wij behouden ons dan
ook het recht voor tussentijdse wijzigingen
in specificatie en uitvoering door te voeren
zonder voorafgaande kennisgeving.
Afhankelijk van de specificaties kan de in
de afbeeldingen getoonde auto afwijken
van uw auto voor wat betreft kleur en uit-
rusting.
Euraziatische Economische Unie: de infor-
matie in het Engels over de procedure
voor het veilige gebruik van de auto en zijn
systemen, zoals deze voorkomt op de
labels van de fabrikant op de carrosserie, is
uitsluitend bedoeld voor onderhoudsmon-
teurs.
Er is een grote hoeveelheid originele en
niet-originele onderdelen en accessoires
voor uw Lexus te verkrijgen. Als het nodig
is om originele onderdelen of accessoires
van uw Lexus te vervangen, raadt Lexus u
aan om daarvoor originele Lexus-onder-
delen of -accessoires te gebruiken. U kunt
ook andere onderdelen of accessoires van
gelijkwaardige kwaliteit gebruiken.
Lexus kan geen garantie geven of
betrouwbaarheid garanderen voor onder-
delen en accessoires die geen originele
Lexus-producten zijn en ook niet voor het
vervangen door of monteren van derge-
lijke onderdelen. Bovendien kan het zijn
dat schade of verminderde prestaties als
gevolg van het gebruik van niet-originele
Lexus-onderdelen en -accessoires niet
onder de garantie valt.
Ter informatie
Handleiding
Accessoires, onderdelen en
veranderingen aan uw Lexus
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 6 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
De inbouw van een zend-/ontvanginstalla-
tie in uw auto kan elektronische systemen
beïnvloeden, zoals:
Hybridesysteem
(Sequentieel) multipoint brandstofin-
spuitsysteem
Lexus Safety System+
Cruise control-systeem
Antiblokkeersysteem
SRS-airbagsysteem
Gordelspanner
Neem voor voorzorgsmaatregelen of spe-
ciale voorschriften met betrekking tot de
inbouw van een zend-/ontvanginstallatie
contact op met een erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Nadere informatie met betrekking tot fre-
quenties, vermogens, antenneposities en
montagevoorwaarden voor zend-/ontvan-
ginstallaties is op verzoek beschikbaar bij
een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De hoogspanningsonderdelen en kabels
van hybrideauto's stralen ongeveer net zo
veel elektromagnetische golven uit als
conventionele auto's met een benzinemo-
tor of huishoudelijke elektronische appara-
tuur, ook al zijn ze elektromagnetisch
afgeschermd.
De ontvangst via een zend-/ontvanginstal-
latie kan in sommige gevallen gestoord
worden.
De auto is uitgerust met geavanceerde
computers die bepaalde informatie
opslaan, zoals:
Motortoerental/toerental elektromotor
(toerental tractiemotor)
Status gaspedaal
Status rempedaal
Rijsnelheid
Bedrijfsstatus van de ondersteunende
systemen
•Beelden van de camera's
Uw auto is uitgerust met camera's. Neem
voor de locatie van registrerende camera's
contact op met een erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
De opgeslagen informatie is afhankelijk
van de uitvoering en de aanwezige opties
van de auto, en van de bestemming.
Deze computers slaan geen gesprekken of
geluiden op en ze slaan alleen in bepaalde
situaties beelden van buiten de auto op.
Gebruik van gegevens
Lexus kan de gegevens die door deze compu-
ter worden opgeslagen, gebruiken om storin-
gen vast te stellen, onderzoek te doen en de
kwaliteit van haar producten te verbeteren.
Lexus stelt de gegevens die zijn opgeslagen niet
beschikbaar aan derden, behalve:
Met toestemming van de eigenaar van de
auto of, wanneer het een leaseauto betreft,
van de leaserijder van de auto
Op officieel verzoek van de politie, de recht-
bank of een ander overheidsorgaan
Voor gebruik door Lexus in een rechtszaak
Voor onderzoek waarbij de gegevens niet
worden gekoppeld aan een bepaalde auto of
eigenaar
Inbouw van een
zend-/ontvanginstallatie
Opslaan voertuiginformatie
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 7 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
8
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Vastgelegde beeldinformatie kan door
een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige worden gewist
De beeldopnamefunctie kan worden uitgescha-
keld. Maar als de functie wordt uitgeschakeld,
zijn er geen gegevens over de werking van het
systeem beschikbaar.
De airbags en gordelspanners in uw Lexus
bevatten explosieve chemicaliën. Wanneer
uw auto wordt vernietigd terwijl de airbags
en/of de gordelspanners nog intact zijn,
kan tijdens de vernietiging een ontploffing
plaatsvinden en brand ontstaan. Laat
daarom het airbagsysteem en de gordel-
spanners eerst verwijderen en afvoeren
door een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Vernietigen van uw Lexus
WAARSCHUWING
Algemene voorzorgsmaatregelen tij-
dens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met uw
auto als u alcohol of drugs gebruikt hebt,
omdat deze middelen invloed kunnen heb-
ben op de rijvaardigheid. Alcohol en
bepaalde drugs vergroten de reactietijd,
beïnvloeden het beoordelingsvermogen en
hebben een negatieve invloed op de coördi-
natie, waardoor aanrijdingen kunnen ont-
staan met ernstig letsel als gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief. Antici-
peer op fouten die andere bestuurders of
voetgangers zouden kunnen maken omdat u
hierdoor wellicht een ongeluk kunt voorko-
men.
Afleiding van de bestuurder: Houd altijd uw
volledige aandacht bij het verkeer. Alles wat
de aandacht van de bestuurder kan afleiden,
zoals het veranderen van instellingen, telefo-
neren of lezen, kan leiden tot een aanrijding
waarbij u, de andere inzittenden van de auto
of anderen ernstig letsel kunnen oplopen.
Algemene voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot veiligheid van kinderen
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter
en laat ze nooit met de sleutel spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te
starten of de neutraalstand in te schakelen. Er
bestaat ook het risico dat kinderen letsel
oplopen wanneer ze met de ruiten, het schuif-
dak of andere voorzieningen in de auto spe-
len. Verder kan de temperatuur in de auto zo
hoog oplopen of zo ver dalen dat dat kinde-
ren fataal kan worden.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 8 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
9
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Over deze handleiding
Geeft uitleg over de symbolen die in
deze handleiding worden gebruikt
Symbolen in deze handleiding
Symbolen Betekenis
WAARSCHUWING:
Geeft uitleg over iets dat kan
resulteren in ernstig letsel wan-
neer de voorzorgsmaatregelen
niet in acht worden genomen.
OPMERKING:
Geeft uitleg over iets dat kan
resulteren in schade of storin-
gen aan de auto of de uitrusting
wanneer de voorzorgsmaatre-
gelen niet in acht worden geno-
men.
Geeft bedienings- of werkings-
procedures aan. Volg de stap-
pen in de aangegeven
volgorde.
Symbolen in afbeeldingen
Symbolen Betekenis
Geeft de handeling aan voor
het bedienen van schakelaars
en dergelijke (drukken, draaien,
enz.).
Geeft het resultaat van een
handeling aan (er wordt bij-
voorbeeld een klep geopend).
Symbolen Betekenis
Geeft het onderdeel of de posi-
tie aan waarover uitleg wordt
gegeven.
Dit betekent dat er iets niet mag
worden gedaan of niet mag
gebeuren.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 9 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
10
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Zoeken op naam
Alfabetische index: Blz. 573
Zoeken op montagepositie
Overzicht: Blz. 12
Zoeken op symptoom of geluid
Wat moet u doen als... (Problemen
oplossen): Blz. 570
Zoeken op titel
Inhoudsopgave: Blz. 2
Zoekmethoden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 10 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
11
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 11 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
12
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
Overzicht
Exterieur
De vorm van de koplampen wijkt mogelijk af, afhankelijk van de uitvoering, enz.
Portieren................................................................................................................................Blz. 128
Vergrendelen/ontgrendelen .......................................................................................................Blz. 128
Openen/sluiten van de zijruiten ................................................................................................Blz. 231
Vergrendelen/ontgrendelen met de mechanische sleutel...........................................Blz. 530
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................................................Blz. 503
Achterklep............................................................................................................................ Blz. 132
Openen van binnenuit*1................................................................................................................Blz. 135
Openen van buitenaf ...........................................................................................................Blz. 134, 135
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................................................Blz. 503
Buitenspiegels..................................................................................................................... Blz. 229
Verstellen van de spiegelhoek...................................................................................................Blz. 229
Inklappen van de buitenspiegels.............................................................................................Blz.230
Ergonomisch geheugen*1 ............................................................................................................Blz. 221
Ontwasemen van de spiegels ......................................................................................... Blz. 401, 410
A
B
C
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 12 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
13
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
Ruitenwissers voor .................................................................................................Blz. 280, 283
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter...................................................................Blz. 386
Voorkomen van bevriezing (voorruitverwarming)*1....................................................... Blz. 404
Voorzorgsmaatregelen voor de wasstraat (ruitenwisser met regensensor)*1......Blz. 437
Tankdopklep ........................................................................................................................Blz. 285
Tanken................................................................................................................................................. Blz. 286
Brandstofsoort/inhoud brandstoftank.................................................................................. Blz. 546
Banden ...................................................................................................................................Blz. 457
Bandenmaat/bandenspanning..................................................................................................Blz. 551
Winterbanden/sneeuwketting..................................................................................................Blz.386
Controleren/wisselen/bandenspanningswaarschuwingssysteem*1.........................Blz. 457
In geval van een lekke band.............................................................................................Blz. 507, 518
Motorkap ............................................................................................................................. Blz. 446
Afdekkap motorruimte.................................................................................................................Blz. 449
Openen.............................................................................................................................................. Blz. 446
Motorolie............................................................................................................................................Blz. 547
In geval van oververhitting..........................................................................................................Blz. 537
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................................................Blz. 503
Koplampen........................................................................................................................... Blz. 270
Parkeerlichten voor/dagrijverlichting......................................................................... Blz. 270
Mistlampen voor*1 ..............................................................................................................Blz. 279
Bochtverlichting*1.............................................................................................................. Blz. 272
Richtingaanwijzers............................................................................................................ Blz. 264
Rem-/achterlichten................................................................................................. Blz. 270, 379
Remlichten
Noodstopsignaal............................................................................................................................Blz. 380
Kentekenplaatverlichting ............................................................................................... Blz. 270
Lampen voor verlichting buitenzijde tijdens rijden
(Vervangingsmethode: Blz. 479)
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 13 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
14
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
Achteruitrijlicht*2
De selectiehendel in stand R zetten......................................................................................... Blz.261
Mistachterlicht*2 ................................................................................................................Blz. 279
*1: Indien aanwezig
*2: Deze zijn mogelijk aan de andere kant geplaatst, afhankelijk van de regio.
O
P
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 14 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
15
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
Dashboard (auto's met linkse besturing)
Startknop.............................................................................................................................. Blz. 255
Starten van het hybridesysteem/wijzigen van de modi ...................................... Blz. 255, 257
Noodstop van het hybridesysteem ........................................................................................Blz. 484
Als het hybridesysteem niet gestart kan worden..............................................................Blz. 527
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................................................Blz. 503
Selectiehendel......................................................................................................................Blz. 261
Wijzigen van de schakelstand ....................................................................................................Blz.261
Voorzorgsmaatregelen bij slepen ...........................................................................................Blz. 487
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan worden gezet............................. Blz. 261
Tellers...................................................................................................................................... Blz. 102
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting van
het instrumentenpaneel ..................................................................................................... Blz. 102, 106
Waarschuwingslampjes/controlelampjes .............................................................................. Blz. 98
Als de waarschuwingslampjes gaan branden ....................................................................Blz. 493
A
B
C
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 15 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
16
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
Multi-informatiedisplay .....................................................................................................Blz.107
Display..................................................................................................................................................Blz. 107
Energiemonitor...................................................................................................................................Blz. 117
Als een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ...................................................Blz. 503
Richtingaanwijzerschakelaar ........................................................................................ Blz. 264
Lichtschakelaar .................................................................................................................. Blz. 270
Koplampen/parkeerlichten
voor/achterlichten/kentekenplaatverlichting/dagrijverlichting ..................................Blz. 270
Mistlampen voor*1/mistachterlicht..........................................................................................Blz. 279
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers...........................................................Blz. 280, 283
Gebruik.................................................................................................................................. Blz. 280, 283
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof ..................................................................................... Blz. 453
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................................................Blz. 503
Schakelaar alarmknipperlichten ..................................................................................Blz. 484
Ontgrendelingshendel motorkap ................................................................................ Blz. 446
Schakelaar stuurverstelling*1......................................................................................... Blz. 226
Verstellen............................................................................................................................................Blz. 226
Ergonomisch geheugen*1 ............................................................................................................Blz. 221
Ontgrendelingshendel stuurverstelling*1.................................................................. Blz. 226
Verstellen............................................................................................................................................Blz. 226
Airconditioning........................................................................................................ Blz. 399, 408
Gebruik..................................................................................................................................Blz. 399, 408
Achterruitverwarming.......................................................................................................Blz. 401, 409
Audiosysteem*1, 2
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
D
E
F
G
H
I
J
K
L
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 16 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
17
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
Schakelaars (auto's met linkse besturing)
Dimmer dashboardverlichting ....................................................................................... Blz. 106
Toets kilometerteller/dagteller en resettoets dagteller ......................................... Blz. 106
Schakelaars stoelverwarming voor*1............................................................................ Blz. 414
Schakelaars stoelventilator voor*1 ................................................................................ Blz. 415
Automatic High Beam-schakelaar*1.............................................................................Blz. 276
Blind Spot Monitor-hoofdschakelaar*1 .......................................................................Blz. 358
Toets elektrisch bedienbare achterklep*1 ................................................................... Blz. 135
Schakelaar stuurwielverwarming*1............................................................................... Blz. 413
Cameraschakelaar*1, 2
Schakelaar voorruitontwaseming *1.............................................................................. Blz. 401
Bedieningsschakelaars achterstoel*1 ........................................................................... Blz. 217
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 17 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
18
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
Schakelaars ruitbediening ............................................................................................... Blz. 231
Blokkeerschakelaar ruitbediening...............................................................................Blz. 233
Schakelaars buitenspiegels............................................................................................ Blz. 229
Schakelaars centrale vergrendeling ............................................................................Blz. 130
Toetsen ergonomisch geheugen*.................................................................................. Blz. 221
Schakelaars HUD (head-up display)*............................................................................ Blz. 113
Draaiknop ASC (Active Sound Control)*.................................................................. Blz. 269
*: Indien aanwezig
A
B
C
D
E
F
G
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 18 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
19
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
Schakelaars afstandsbediening audiosysteem*1
Paddle shift-schakelaars........................................................................................Blz. 262, 263
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel ..................................................................... Blz. 108
Afstandsschakelaar*2.......................................................................................................Blz. 334
Cruise control-schakelaar
Cruise control*2 ............................................................................................................................. Blz. 339
Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik*2 .............................. Blz. 328
Toets LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)*2........................................ Blz. 316
To e ts LTA (La ne Tra ci ng A ssi st )*2 .................................................................................. Blz. 307
Spraaktoets*1
Telefoontoetsen*1
*1: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
*2: Indien aanwezig
A
B
C
D
E
F
G
H
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 19 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
20
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
EV-modusschakelaar........................................................................................................Blz. 258
Rijmodusselectieschakelaar...........................................................................................Blz. 376
Schakelaar VSC OFF.......................................................................................................Blz. 380
Parkeerremschakelaar.................................................................................................... Blz. 265
Activeren/deactiveren..................................................................................................................Blz. 265
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter................................................................... Blz. 387
Waarschuwingszoemer/-melding............................................................................... Blz. 267, 503
Brake Hold-schakelaar.................................................................................................... Blz. 268
Remote Touch ..................................................................................................................... Blz. 394
Schakelaars stoelverwarming achter*......................................................................... Blz. 414
*: Indien aanwezig
A
B
C
D
E
F
G
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 20 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
21
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
Interieur (auto's met linkse besturing)
Airbags..................................................................................................................................... Blz. 42
Vloermatten ...........................................................................................................................Blz. 34
Voorstoelen .......................................................................................................................... Blz. 215
Achterstoelen...................................................................................................................... Blz. 216
Hoofdsteunen ..................................................................................................................... Blz. 224
Veiligheidsgordels ................................................................................................................Blz. 36
Consolevak.......................................................................................................................... Blz. 420
Vergrendelknoppen binnenzijde portier ..................................................................... Blz. 131
Bekerhouders ...................................................................................................................... Blz. 421
Handgrepen ........................................................................................................................Blz. 433
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 21 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
22
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
Dak (auto's met linkse besturing)
Binnenspiegel ..................................................................................................................... Blz. 227
Zonnekleppen*2 .................................................................................................................Blz. 427
Make-upspiegels ................................................................................................................Blz. 427
Interieurverlichting*3.........................................................................................................Blz. 417
Leeslampjes.......................................................................................................................... Blz. 418
Schuifdakschakelaars*1 ...................................................................................................Blz. 233
Schuifdakschakelaars*1 ...................................................................................................Blz. 233
Schakelaar elektrisch bedienbaar zonnescherm*1................................................. Blz. 237
Uitschakeltoets inbraaksensor en hellingsensor*1..................................................... Blz. 94
To e ts S O S *1 ............................................................................................................................Blz.68
*1: Indien aanwezig
*2: Gebruik NOOIT een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel met een
INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders ERNSTIG LETSEL kan oplopen als de
airbag wordt geactiveerd. (Blz. 55)
*3: De afbeelding toont de voorzijde, maar ze zijn ook aan de achterzijde geplaatst.
A
B
C
D
E
F
G
H
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 22 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
23
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
Dashboard (auto's met rechtse besturing)
Startknop.............................................................................................................................. Blz. 255
Starten van het hybridesysteem/wijzigen van de modi ...................................... Blz. 255, 257
Noodstop van het hybridesysteem ........................................................................................Blz. 484
Als het hybridesysteem niet gestart kan worden..............................................................Blz. 527
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................................................Blz. 503
Selectiehendel......................................................................................................................Blz. 261
Wijzigen van de schakelstand ....................................................................................................Blz.261
Voorzorgsmaatregelen bij slepen ...........................................................................................Blz. 487
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan worden gezet............................. Blz. 261
Tellers...................................................................................................................................... Blz. 102
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting van
het instrumentenpaneel ..................................................................................................... Blz. 102, 106
Waarschuwingslampjes/controlelampjes .............................................................................. Blz. 98
Als de waarschuwingslampjes gaan branden ....................................................................Blz. 493
A
B
C
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 23 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
24
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
Multi-informatiedisplay .....................................................................................................Blz.107
Display..................................................................................................................................................Blz. 107
Energiemonitor...................................................................................................................................Blz. 117
Als een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ...................................................Blz. 503
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers...........................................................Blz. 280, 283
Gebruik.................................................................................................................................. Blz. 280, 283
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof ..................................................................................... Blz. 453
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................................................Blz. 503
Richtingaanwijzerschakelaar ........................................................................................ Blz. 264
Lichtschakelaar .................................................................................................................. Blz. 270
Koplampen/parkeerlichten
voor/achterlichten/kentekenplaatverlichting/dagrijverlichting ..................................Blz. 270
Mistlampen voor*1/mistachterlicht..........................................................................................Blz. 279
Schakelaar alarmknipperlichten ..................................................................................Blz. 484
Ontgrendelingshendel motorkap ................................................................................ Blz. 446
Schakelaar stuurverstelling*1......................................................................................... Blz. 226
Verstellen............................................................................................................................................Blz. 226
Ergonomisch geheugen*1 ............................................................................................................Blz. 221
Ontgrendelingshendel stuurverstelling*1.................................................................. Blz. 226
Verstellen............................................................................................................................................Blz. 226
Airconditioning........................................................................................................ Blz. 399, 408
Gebruik..................................................................................................................................Blz. 399, 408
Achterruitverwarming.......................................................................................................Blz. 401, 409
Audiosysteem*1, 2
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
D
E
F
G
H
I
J
K
L
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 24 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
25
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
Schakelaars (auto's met rechtse besturing)
Schakelaars stoelverwarming voor*1............................................................................ Blz. 414
Schakelaars stoelventilator voor*1 ................................................................................ Blz. 415
Toets kilometerteller/dagteller en resettoets dagteller ......................................... Blz. 106
Dimmer dashboardverlichting ....................................................................................... Blz. 106
Automatic High Beam-schakelaar*1.............................................................................Blz. 276
Blind Spot Monitor-hoofdschakelaar*1 .......................................................................Blz. 358
Toets elektrisch bedienbare achterklep*1 ................................................................... Blz. 135
Cameraschakelaar*1, 2
Schakelaar stuurwielverwarming*1............................................................................... Blz. 413
Bedieningsschakelaars achterstoel*1 ........................................................................... Blz. 217
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 25 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
26
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
Schakelaars HUD (head-up display)*............................................................................ Blz. 113
Draaiknop ASC (Active Sound Control)*.................................................................. Blz. 269
Schakelaars buitenspiegels............................................................................................ Blz. 229
Blokkeerschakelaar ruitbediening...............................................................................Blz. 233
Schakelaars ruitbediening ............................................................................................... Blz. 231
Toetsen ergonomisch geheugen*.................................................................................. Blz. 221
Schakelaars centrale vergrendeling ............................................................................Blz. 130
*: Indien aanwezig
A
B
C
D
E
F
G
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 26 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
27
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
Schakelaars afstandsbediening audiosysteem*1
Paddle shift-schakelaars........................................................................................Blz. 262, 263
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel ..................................................................... Blz. 108
Afstandsschakelaar*2.......................................................................................................Blz. 334
Cruise control-schakelaar
Cruise control*2 ............................................................................................................................. Blz. 339
Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik*2 .............................. Blz. 328
Toets LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)*2........................................ Blz. 316
To e ts LTA (La ne Tra ci ng A ssi st )*2 .................................................................................. Blz. 307
Spraaktoets*1
Telefoontoetsen*1
*1: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
*2: Indien aanwezig
A
B
C
D
E
F
G
H
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 27 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
28
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
Schakelaar VSC OFF.......................................................................................................Blz. 380
Rijmodusselectieschakelaar...........................................................................................Blz. 376
EV-modusschakelaar........................................................................................................Blz. 258
Brake Hold-schakelaar.................................................................................................... Blz. 268
Parkeerremschakelaar.................................................................................................... Blz. 265
Activeren/deactiveren..................................................................................................................Blz. 265
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter................................................................... Blz. 387
Waarschuwingszoemer/-melding............................................................................... Blz. 267, 503
Remote Touch ..................................................................................................................... Blz. 394
Schakelaars stoelverwarming achter*......................................................................... Blz. 414
*: Indien aanwezig
A
B
C
D
E
F
G
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 28 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
29
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
Interieur (auto's met rechtse besturing)
Airbags..................................................................................................................................... Blz. 42
Vloermatten ...........................................................................................................................Blz. 34
Voorstoelen .......................................................................................................................... Blz. 215
Achterstoelen...................................................................................................................... Blz. 216
Hoofdsteunen ..................................................................................................................... Blz. 224
Veiligheidsgordels ................................................................................................................Blz. 36
Consolevak.......................................................................................................................... Blz. 420
Vergrendelknoppen binnenzijde portier ..................................................................... Blz. 131
Bekerhouders ...................................................................................................................... Blz. 421
Handgrepen ........................................................................................................................Blz. 433
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 29 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
30
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
Dak (auto's met rechtse besturing)
Binnenspiegel ..................................................................................................................... Blz. 227
Zonnekleppen*2 .................................................................................................................Blz. 427
Make-upspiegels ................................................................................................................Blz. 427
Interieurverlichting*3.........................................................................................................Blz. 417
Leeslampjes.......................................................................................................................... Blz. 418
Schuifdakschakelaars*1 ...................................................................................................Blz. 233
Schuifdakschakelaars*1 ...................................................................................................Blz. 233
Schakelaar elektrisch bedienbaar zonnescherm*1................................................. Blz. 237
Uitschakeltoets inbraaksensor en hellingsensor*1..................................................... Blz. 94
*1: Indien aanwezig
*2: Gebruik NOOIT een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel met een
INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders ERNSTIG LETSEL kan oplopen als de
airbag wordt geactiveerd. (Blz. 55)
*3: De afbeelding toont de voorzijde, maar ze zijn ook aan de achterzijde geplaatst.
A
B
C
D
E
F
G
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 30 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
31
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 31 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
32
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Overzicht
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 32 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
1
33
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1
Veiligheid en beveiliging
Veiligheid en beveiliging
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden..........................34
Veilig rijden.............................................35
Veiligheidsgordels ...............................36
Airbags.....................................................42
Belangrijke
voorzorgsmaatregelen in
verband met uitlaatgassen............49
1-2. Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen
Aan/uit-schakelaar airbag.................51
Rijden met kinderen in de auto ......52
Baby- en kinderzitjes..........................53
1-3. Noodoproep
ERA-GLONASS/EVAK..................68
1-4. Hybridesysteem
Kenmerken hybridesysteem ...........72
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem .................................75
1-5. Antidiefstalsysteem
Startblokkering .................................... 80
Supervergrendeling.............................91
Alarm ........................................................92
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 33 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
34
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-1. Voor een veilig gebruik
1-1.Voor een veilig gebruik
Gebruik alleen vloermatten die speciaal
zijn ontworpen voor auto's van hetzelfde
model en modeljaar als uw auto. Bevestig
ze op de juiste wijze op de vloerbedekking.
1Steek de klemhaken (clips) in de rin-
gen in de vloermat.
2Draai het bovenste hendeltje van de
klemhaken (clips) om de vloermatten
te bevestigen.
Breng altijd de merktekens in lijn.
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt
mogelijk af van wat is aangegeven in de
afbeelding.
Voordat u gaat rijden
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht alvorens weg te rijden om
veilig rijden te kunnen garanderen.
Plaatsen van de vloermatten
A
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet, kan de vloermat van de
bestuurder gaan schuiven, wat de bediening
van de pedalen tijdens het rijden kan hinde-
ren. Hierdoor kan de snelheid plotseling toe-
nemen of kan mogelijk niet geremd worden.
Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig
letsel kan ontstaan.
Wanneer u de vloermat van de bestuur-
der plaatst
Gebruik geen vloermatten die zijn ontwor-
pen voor auto's van een ander model en/of
modeljaar, zelfs niet als het gaat om origi-
nele Lexus-vloermatten.
Gebruik alleen vloermatten die zijn ont-
worpen voor de bestuurderszijde.
Zet de vloermat altijd stevig vast met
behulp van de meegeleverde klemhaken
(clips).
Leg nooit twee of meer vloermatten boven
op elkaar.
Bevestig de vloermat niet met de onder-
zijde naar boven of in de verkeerde rich-
ting.
Voordat u gaat rijden
Controleer of de vloermat stevig op de
juiste plaats is bevestigd met alle meegele-
verde klemhaken (clips). Voer deze con-
trole altijd uit nadat de vloer van de auto is
gereinigd.
Zet het hybridesysteem UIT en de selectie-
hendel in stand P en trap elk pedaal hele-
maal in, om er zeker van te zijn dat de
vloermat de bediening van de pedalen niet
hindert.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 34 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
35
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Pas de hoek van de rugleuning zo aan
dat u rechtop zit en niet voorover hoeft
te leunen om te kunnen sturen.
(Blz. 215)
Pas de zitting zo aan dat u de pedalen
helemaal kunt intrappen en dat uw
armen licht gebogen zijn bij de ellebo-
gen wanneer u het stuurwiel vasthoudt.
(Blz. 215, 226)
Vergrendel de hoofdsteun met het
midden zo dicht mogelijk bij de boven-
kant van uw oren. (Blz. 224)
Draag de veiligheidsgordel op de juiste
wijze. (Blz. 37)
Veilig rijden
Om veilig te kunnen rijden, moet u
vooraf de stoel in de juiste positie zet-
ten en de spiegels afstellen.
De juiste houding achter het stuur
A
B
C
D
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het
rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de controle over
de auto verliezen.
Plaats geen kussen tussen de bestuurder of
voorpassagier en de rugleuning.
Gebruik van een kussen kan ertoe leiden
dat de zithouding niet correct is, waardoor
het effect van de veiligheidsgordel en de
hoofdsteun in negatieve zin kan worden
beïnvloed.
Plaats geen voorwerpen onder de voor-
stoelen.
Voorwerpen onder de voorstoelen kunnen
klem komen te zitten in de stoelslede,
waardoor de stoelen wellicht niet goed
vergrendeld worden. Dit kan leiden tot een
ongeval en ook kan het stelmechanisme
beschadigd raken.
Houd u altijd aan de wettelijke maximum-
snelheid wanneer u op de openbare weg
rijdt.
Neem, wanneer u lange afstanden rijdt,
geregeld een pauze voordat u zich moe
begint te voelen. Als u zich tijdens het rij-
den moe of slaperig voelt, moet u zichzelf
niet dwingen om verder te rijden, maar
direct een pauze nemen.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 35 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
36
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-1. Voor een veilig gebruik
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle
inzittenden de veiligheidsgordel dragen.
(Blz. 37)
Gebruik een passend baby- of kinderzitje
tot het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel van de auto op de juiste wijze
te dragen. (Blz. 53)
Zorg ervoor dat u de achterkant van uw
auto goed kunt zien door de binnen- en
buitenspiegels op de juiste wijze af te stel-
len. (Blz. 227, 229)
Juist gebruik van de
veiligheidsgordels
Afstellen van de spiegels
Veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt eerst of
alle inzittenden de veiligheidsgordel
dragen.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht om de kans op letsel bij plotseling rem-
men, plotseling uitwijken of een ongeval te
beperken.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Dragen van een veiligheidsgordel
Zorg ervoor dat alle inzittenden de veilig-
heidsgordel dragen.
Draag de veiligheidsgordel altijd op de
juiste manier.
Elke veiligheidsgordel mag maar door één
persoon worden gebruikt. Gebruik een
veiligheidsgordel niet voor twee personen
tegelijk, ook niet als de tweede persoon
een kind is.
Lexus adviseert kinderen achterin plaats te
laten nemen en de kinderen altijd een vei-
ligheidsgordel te laten dragen en/of een
geschikt baby- of kinderzitje te gebruiken.
Laat om de juiste zitpositie in te stellen de
rugleuning niet verder achterover hellen
dan nodig is. De veiligheidsgordels werken
het best wanneer de inzittenden geheel
rechtop en goed tegen de rugleuning zit-
ten.
Draag het schouderdeel van uw gordel
nooit onder uw arm.
Draag de veiligheidsgordel altijd laag en
goed aansluitend over uw heupen.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 36 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
37
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Trek de schoudergordel zo ver naar
buiten dat de gordel goed tegen de
schouder aan ligt en niet van de schou-
der af glijdt of tegen de nek aan ligt.
WAARSCHUWING
Zwangere vrouwen
Win medisch advies in en draag de veilig-
heidsgordel op de juiste manier. (Blz. 37)
Zwangere vrouwen moeten het heupge-
deelte van de veiligheidsgordel op dezelfde
manier dragen als de andere inzittenden, zo
laag mogelijk over het bekken, de schouder-
gordel helemaal uittrekken over de schouder
en ervoor zorgen dat de gordel niet over de
buik loopt.
Als de veiligheidsgordel niet op de juiste
wijze gedragen wordt, kan niet alleen de
zwangere vrouw zelf, maar ook het ongebo-
ren kind ernstig letsel oplopen bij plotseling
remmen of een aanrijding.
Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de veilig-
heidsgordel op de juiste manier. (Blz. 37)
Als er kinderen in de auto aanwezig zijn
Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel
spelen. Als de veiligheidsgordel om de nek
van het kind draait, kan het kind stikken of
ernstig letsel oplopen. Als dit gebeurt en de
gordelsluiting niet kan worden losgemaakt,
knip de gordel dan door met een schaar.
Beschadiging en slijtage van veiligheids-
gordels
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet
beschadigd raken doordat de riem, de
gesp of de gordelsluiting bekneld raakt tus-
sen het portier en de carrosserie.
Controleer het veiligheidsgordelsysteem
regelmatig. Let op beschadigingen, zoals
scheuren en rafels, en op losse onderdelen.
Gebruik een beschadigde veiligheidsgor-
del niet, maar laat hem zo snel mogelijk
vervangen. Een beschadigde veiligheids-
gordel kan de veiligheid van de desbetref-
fende inzittende niet waarborgen.
Controleer of de gordel en de gesp ver-
grendeld zijn en of de gordel niet gedraaid
is.
Neem direct contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als de veilig-
heidsgordel niet goed werkt.
Laat de stoelen, inclusief de veiligheidsgor-
dels, vervangen als de auto betrokken is
geweest bij een ernstig ongeval, ook al is er
geen zichtbare schade.
Probeer de veiligheidsgordels niet zelf te
plaatsen, verwijderen, wijzigen, demonte-
ren of af te voeren. Laat eventueel noodza-
kelijke reparaties uitvoeren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige. Als de
veiligheidsgordels niet op de juiste wijze
worden gebruikt, werken ze mogelijk niet
meer naar behoren.
Juist gebruik van de
veiligheidsgordels
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 37 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
38
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-1. Voor een veilig gebruik
Plaats het heupgedeelte van de gordel
zo laag mogelijk over de heupen.
Stel de rugleuning af. Ga zo rechtop
mogelijk in de stoel zitten met uw rug
stevig tegen de leuning.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel
niet gedraaid zit.
Gebruik van veiligheidsgordels door kinde-
ren
De veiligheidsgordels van uw auto zijn in prin-
cipe ontworpen voor gebruik door volwassenen.
Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot
het kind groot genoeg is om de veiligheids-
gordel van de auto op de juiste wijze te dra-
gen. (Blz. 53)
Als het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel op een juiste manier te dragen,
volg dan de instructies met betrekking tot het
gebruik van de veiligheidsgordel op.
(Blz. 36)
Wetgeving met betrekking tot veiligheids-
gordels
Als er in het land waarin u woont regels zijn voor
veiligheidsgordels, neem dan contact op met
een erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige voor het
vervangen of plaatsen van veiligheidsgordels.
1Maak de veiligheidsgordel vast door
de gesp in de gordelsluiting te drukken
totdat u een klik hoort.
2De veiligheidsgordel kan worden los-
gemaakt door de ontgrendelknop
in te drukken.
Blokkeerautomaat (ELR)
De blokkeerautomaat blokkeert de gordel als u
zeer krachtig remt of betrokken raakt bij een
aanrijding. De blokkeerautomaat kan ook in
werking treden als u te snel vooroverbuigt. Door
rustig te bewegen kan de veiligheidsgordel afrol-
len, zodat u vrij kunt bewegen.
1Verwijder de gesp.
Gesp A
Gesp B
Vast- en losmaken van de
veiligheidsgordel (behalve
middelste achterstoel)
Vast- en losmaken van de
veiligheidsgordel (middelste
achterstoel)
A
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 38 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
39
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
2Druk bij het vastmaken van de gordel
de gesp in de gordelsluiting in de volg-
orde gesp A en gesp B totdat er een
klikgeluid hoorbaar is.
Gesp A
Gesp B
Gordelsluiting
1De gordelsluiting kan worden losge-
maakt door de ontgrendelknop in
te drukken.
2Steek de mechanische sleutel
(Blz. 124) of gesp B in de inkeping
van de gordelsluiting en verwijder de
gordel.
Laat de gordel oprollen wanneer u de gordel
losmaakt en opbergt.
Mechanische sleutel
Gesp B
Gordelsluiting
3Berg hem op in het klepje in de volg-
orde gesp B en gesp A.
WAARSCHUWING
Gebruik van de middelste veiligheidsgor-
del achter
Gebruik de middelste gordel achter niet als
één van de gespen niet in de sluiting is ver-
grendeld. Het gebruik van slechts één van de
gespen kan bij een noodstop of een aanrij-
ding leiden tot ernstig letsel.
A
B
C
Losmaken en opbergen van
de veiligheidsgordel
(middelste achterstoel)
A
A
B
C
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 39 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
40
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-1. Voor een veilig gebruik
Zorg ervoor dat hij stevig vastzit.
Gesp A
Gesp B
4Berg de gordelsluiting op in de uitspa-
ring.
Blokkeerautomaat (ELR)
De blokkeerautomaat blokkeert de gordel als u
zeer krachtig remt of betrokken raakt bij een
aanrijding. De blokkeerautomaat kan ook in
werking treden als u te snel vooroverbuigt. Door
rustig te bewegen kan de veiligheidsgordel afrol-
len, zodat u vrij kunt bewegen.
1Duw het schouderbevestigingspunt
omlaag terwijl u de ontgrendelknop
indrukt.
2Duw het schouderbevestigingspunt
omhoog.
Zet het bovenste bevestigingspunt in de
gewenste positie en laat het los als u een klik
hoort.
A
B
Afstellen van de hoogte van het
schouderbevestigingspunt van de
veiligheidsgordel (voorstoelen)
WAARSCHUWING
Verstelbaar schouderbevestigingspunt
Zorg ervoor dat de gordel goed over het
midden van de schouder ligt. De gordel mag
niet tegen de nek aanliggen, maar ook niet
van uw schouder afglijden. Als u hier niet voor
zorgt, wordt de mate van bescherming bij
plotseling remmen, uitwijken of een ongeval
minder en de kans op ernstig letsel groter.
A
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 40 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
41
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
De gordelspanners helpen bij het op hun
plaats houden van de inzittenden doordat
ze de gordels snel strak tegen het lichaam
aan trekken bij bepaalde soorten zware
frontale aanrijdingen en aanrijdingen van
opzij.
De gordelspanners worden niet geactiveerd bij
lichtere frontale aanrijdingen of aanrijdingen
van opzij, bij aanrijdingen van achteren of wan-
neer de auto over de kop slaat.
Vervangen van de veiligheidsgordel als de
gordelspanner geactiveerd is geweest
Als de auto betrokken is bij meerdere aanrijdin-
gen, wordt de gordelspanner geactiveerd voor
de eerste aanrijding, maar niet voor de tweede
of voor volgende aanrijdingen.
Gordelspanners (voorstoelen)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht om de kans op letsel bij plotseling rem-
men, plotseling uitwijken of een ongeval te
beperken. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Gordelspanners
Het waarschuwingslampje SRS gaat branden
als een gordelspanner is geactiveerd. De vei-
ligheidsgordel kan in dit geval niet meer wor-
den gebruikt en moet worden vervangen
door een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 41 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
42
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-1. Voor een veilig gebruik
Plaats van de airbags
Airbags voor
Bestuurdersairbag/voorpassagiersairbag
Helpen het hoofd en de borst van de bestuurder en de voorpassagier te beschermen tegen contact
met onderdelen van het interieur
Knie-airbag
Helpt de bestuurder te beschermen
Antiduikairbag
Helpt de voorpassagier op zijn plaats te houden
Side airbags en curtain airbags
Side airbags
Helpen het bovenlichaam van de voorste inzittenden te beschermen
Curtain airbags
Helpen het hoofd van de passagiers op de buitenste zitplaatsen voor en achter te beschermen
Airbags
De airbags worden geactiveerd als de auto betrokken raakt bij bepaalde soorten
zware aanrijdingen, die zouden kunnen leiden tot ernstig letsel voor de inzittenden.
Ze werken samen met de veiligheidsgordels om de kans op ernstig letsel te beperken.
SRS-airbagsysteem
A
B
C
D
E
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 42 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
43
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Onderdelen SRS-airbagsysteem
Voorpassagiersairbag
Controlelampje PASSENGER AIR BAG
Side airbags
Curtain airbags
Sensoren aanrijding opzij (achter)
Waarschuwingslampje SRS
Bestuurdersairbag
Sensoren aanrijding opzij (voorportier)
Gordelspanners en spankrachtbegrenzers
Schakelaar veiligheidsgordel bestuurder
Positiesensor bestuurdersstoel
Knie-airbag
Sensoren frontale aanrijding
Airbag-ECU
Aan/uit-schakelaar airbag
Schakelaar veiligheidsgordel passagiersstoel
Antiduikairbag
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 43 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
44
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-1. Voor een veilig gebruik
De belangrijkste onderdelen van het SRS-airbagsysteem zijn hierboven afgebeeld. Het
SRS-airbagsysteem wordt aangestuurd door de airbag-ECU. Bij het activeren van de air-
bags zorgt een chemische reactie in de ontstekingsmechanismen ervoor dat de airbags
snel gevuld worden met niet-giftig gas om de beweging van de inzittenden te helpen
beperken.
Als de airbags worden geactiveerd
U kunt lichte schaafplekken, brandwonden,
kneuzingen, e.d. oplopen als gevolg van de
zeer hoge snelheid waarmee de airbags wor-
den geactiveerd door hete gassen.
Er is een luide knal hoorbaar en er komt wit
poeder vrij.
Gedurende enkele minuten na het activeren
van de airbags kunnen de onderdelen van de
airbagmodule (stuurwielnaaf, afdekkap airbag
en ontstekingsmechanisme) evenals de voor-
stoelen, delen van de voor- en achterstijlen en
de daklijstbekleding nog heet zijn. De airbag
zelf kan ook heet zijn.
De voorruit kan barsten.
Het hybridesysteem wordt uitgezet en de
brandstoftoevoer naar de motor wordt
gestopt. (Blz. 79)
Alle portieren worden ontgrendeld.
(Blz. 129)
Auto's met ERA-GLONASS/EVAK: Als een
van de volgende situaties zich voordoet, ver-
stuurt het systeem automatisch een
noodoproep* naar het controlecentrum van
ERA-GLONASS/EVAK. De locatie van de
auto wordt doorgegeven (zonder dat de toets
SOS hoeft te worden ingedrukt) en een
medewerker zal proberen om met de inzitten-
den te praten om de ernst van de situatie vast
te stellen en te bepalen of hulp nodig is. Als de
inzittenden niet in staat zijn om te communi-
ceren, behandelt de medewerker de oproep
automatisch als een noodgeval en schakelt hij
of zij de noodzakelijke hulpdiensten in.
(Blz. 68)
Een airbag is geactiveerd.
Een gordelspanner is geactiveerd.
De auto is betrokken bij een ernstige aanrij-
ding van achteren.
De auto is betrokken bij een ongeval waarbij
de auto over de kop slaat.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep wor-
den verzonden. (Blz. 70)
Voorwaarden voor activering van de airbags
(airbags voor)
De airbags voor worden geactiveerd als een
bepaalde drempelwaarde wordt overschre-
den (vergelijkbaar met een frontale aanrijding
met een snelheid van ongeveer 20 - 30 km/h
tegen een muur die niet kan bewegen of ver-
vormen).
Deze drempelsnelheid kan in de volgende
situaties echter veel hoger liggen:
Wanneer de auto iets raakt dat kan bewegen
en/of vervormen, zoals een geparkeerde auto
of lantaarnpaal
Wanneer de auto betrokken raakt bij een
ongeval waarbij de neus van de auto onder
een vrachtwagen terechtkomt
Afhankelijk van het type aanrijding worden
mogelijk alleen de gordelspanners geacti-
veerd.
De antiduikairbag van de voorpassagiers-
stoel kan niet worden bediend wanneer de
inzittende geen veiligheidsgordel draagt.
Voorwaarden voor activering van de airbags
(side airbags en curtain airbags)
De side airbags en curtain airbags worden
geactiveerd als een bepaalde drempelwaarde
wordt overschreden (vergelijkbaar met ter
plaatse van het passagierscompartiment aan-
gereden worden met een snelheid van onge-
veer 20 - 30 km/h door een ongeveer 1.500
kg wegend voertuig, komend vanuit een rich-
ting die haaks staat op de positie van de auto).
Alle side airbags en curtain airbags worden
geactiveerd bij een ernstige frontale aanrij-
ding.
Omstandigheden waarbij de airbags geacti-
veerd kunnen worden, anders dan bij een
aanrijding
De airbags voor, de side airbags en de curtain
airbags kunnen ook geactiveerd worden bij
zware stoten tegen de onderkant van de auto.
Zie de afbeelding voor een aantal voorbeelden.
Raken van een stoeprand of een ander hard
voorwerp
In of over een diepe kuil rijden
Hard neerkomen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 44 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
45
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Soorten aanrijdingen waarbij de airbags
soms niet geactiveerd worden (airbags voor)
De airbags voor worden over het algemeen niet
geactiveerd bij aanrijdingen van opzij of van ach-
teren, als de auto over de kop slaat of bij een
frontale aanrijding op lage snelheid. Maar wan-
neer een aanrijding voldoende voorwaartse
deceleratie veroorzaakt, worden de airbags
voor mogelijk geactiveerd.
Aanrijding van opzij
Aanrijding van achteren
Over de kop slaan
Soorten aanrijdingen waarbij de side airbags
en de curtain airbags mogelijk niet worden
geactiveerd
De side airbags en curtain airbags treden moge-
lijk niet in werking bij aanrijdingen van opzij
onder een bepaalde hoek of bij aanrijdingen van
opzij waarbij het passagierscompartiment niet
wordt geraakt.
Aanrijding van opzij waarbij het passagiers-
compartiment niet wordt geraakt
Aanrijding van opzij onder een hoek
De side airbags en curtain airbags treden over
het algemeen niet in werking bij aanrijdingen van
achteren, als de auto over de kop slaat of bij een
aanrijding van opzij op lage snelheid of bij een
frontale aanrijding op lage snelheid.
Aanrijding van achteren
Over de kop slaan
Wanneer moet u contact opnemen met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige
In de volgende gevallen zal controle en/of repa-
ratie van de auto nodig zijn. Neem zo snel
mogelijk contact op met een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Nadat een of meer airbags zijn geactiveerd.
De voorzijde van de auto is beschadigd of
vervormd of de auto was betrokken bij een
ongeval dat niet van zodanige aard was dat de
airbags vóór werden geactiveerd.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 45 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
46
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-1. Voor een veilig gebruik
Bij beschadiging of vervorming van een
gedeelte van een portier of het omliggende
gebied of bij een ongeval dat niet van zoda-
nige aard was dat de side airbags en curtain
airbags werden geactiveerd.
Bij krassen, scheuren of andere beschadigin-
gen aan het stuurwielkussen of het dashboard
bij de voorpassagiersairbag of het onderste
gedeelte van het instrumentenpaneel.
Er zitten krassen, scheuren of andere bescha-
digingen op de zittingbekleding van de voor-
passagiersstoel.
Bij krassen, scheuren of andere beschadigin-
gen aan de zijkant van de leuning van een
voorstoel met een side airbag.
Bij krassen, scheuren of andere beschadigin-
gen in het deel van de voor- en achterstijl en
de daklijstbekleding met de curtain airbags.
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen airbags
Neem met betrekking tot de airbags de vol-
gende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Alle inzittenden dienen hun veiligheidsgor-
del op de juiste manier te dragen.
De SRS-airbags zijn aanvullende middelen
die samen met de veiligheidsgordels
gebruikt moeten worden.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 46 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
47
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
De bestuurdersairbag wordt met een aan-
zienlijke kracht geactiveerd, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de
bestuurder zich erg dicht bij de airbag
bevindt.
Het gevaarlijkst bij de activering van de air-
bag zijn de eerste 50 - 75 mm; door een
afstand van minimaal 250 mm tot het
stuurwiel aan te houden, hanteert u een
veilige marge. Dit is de afstand gemeten
vanaf het midden van het stuurwiel tot aan
uw borstbeen. Als u nu minder dan 250
mm van de airbag zit, kunt u uw zitpositie
op verschillende manieren wijzigen:
Plaats uw stoel zo ver mogelijk naar achte-
ren terwijl de pedalen nog goed kunnen
worden bediend.
Zet de rugleuning iets achterover. Hoewel
auto's verschillen, verkrijgen veel bestuur-
ders, zelfs met de bestuurdersstoel hele-
maal naar voren, de afstand van 250 mm
door simpelweg de rugleuning iets achter-
over te zetten. Als u door het achterover
zetten van uw stoel de weg niet goed meer
kunt zien, kunt u een stevig, niet-glad kus-
sen gebruiken om hoger te zitten, of uw
stoel hoger zetten wanneer uw auto deze
mogelijkheid biedt.
Als het stuurwiel verstelbaar is, kantel het
dan naar beneden. Hierdoor wijst de air-
bag naar uw borst in plaats van naar uw
hoofd en nek.
De stoel dient te worden afgesteld zoals hier-
boven aanbevolen, terwijl de pedalen en het
stuurwiel nog steeds goed bediend kunnen
worden en u het instrumentenpaneel nog
goed kunt zien.
De voorpassagiersairbag wordt ook met
een aanzienlijke kracht geactiveerd waar-
door ernstig letsel kan ontstaan, vooral
wanneer de voorpassagier zich erg dicht
bij de airbag bevindt. De voorpassagiers-
stoel dient zo ver mogelijk van de airbag af
te staan, met de rugleuning rechtop.
Kinderen die niet goed op de stoel zitten
en/of niet goed vastzitten, kunnen ernstig
letsel oplopen door een geactiveerde air-
bag. Gebruik de veiligheidsgordels nooit
voor baby's of kleine kinderen, maar zet
hen goed vast in een baby- of kinderzitje.
Lexus raadt u met klem aan om alle kinde-
ren achterin te laten plaatsnemen en ze
altijd te vervoeren in een passend baby- of
kinderzitje of met een zitkussen en/of vei-
ligheidsgordels. Achterin zitten kinderen
veiliger dan op de voorpassagiersstoel.
(Blz. 53)
Voorzorgsmaatregelen airbags
Ga niet op het puntje van de stoel zitten en
leun niet op het dashboard.
Laat een kind niet op de voorpassagiers-
stoel staan of bij een voorpassagier op
schoot zitten.
Sta niet toe dat voorpassagiers voorwer-
pen op hun knieën vasthouden.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 47 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
48
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
Leun niet tegen het portier, de dakzijrail en
de voor-, midden- en achterstijl.
Laat niemand knielen op de passagiers-
stoel in de richting van het portier of hoofd
en handen buiten de auto steken.
Bevestig niets aan en laat niets rusten
tegen componenten als het dashboard, het
stuurwielkussen of het onderste deel van
het dashboard.
Dergelijke voorwerpen kunnen als een
projectiel worden gelanceerd als de
bestuurdersairbag, de voorpassagiersair-
bag en de knie-airbags worden geacti-
veerd.
Bevestig geen voorwerpen aan onderde-
len van de auto, zoals het portier, de voor-
ruit, de portierruit, de voor- of achterstijl,
de dakzijrail en de handgreep. (Behalve
het label voor de snelheidsbeperking
Blz. 511)
Hang geen kleerhangers of andere harde
voorwerpen aan de kledinghaakjes. Der-
gelijke voorwerpen kunnen als een projec-
tiel gelanceerd worden en ernstig letsel
veroorzaken wanneer de curtain airbags
geactiveerd worden.
Zorg ervoor dat het gedeelte waar de
knie-airbag wordt geactiveerd niet door
iets wordt afgedekt.
Gebruik geen accessoires op de stoelen
die het gedeelte van de stoel waarin de
side airbags en de antiduikairbag aanwezig
zijn afdekken, omdat dat een negatieve
invloed kan hebben op een juiste werking
van de side airbags en de antiduikairbag.
Dergelijke accessoires kunnen tot resultaat
hebben dat de side airbags en de antidui-
kairbag niet op de juiste wijze geactiveerd
worden, helemaal niet geactiveerd wor-
den of per ongeluk geactiveerd worden,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Oefen geen overmatige kracht uit op
delen waarin onderdelen van het airbag-
systeem aanwezig zijn.
Als dat wel gebeurt, kunnen er storingen
aan de airbags ontstaan.
Raak onderdelen van het airbagsysteem
niet aan direct nadat de airbags geacti-
veerd zijn, omdat deze heet kunnen zijn.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 48 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
49
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
Als u na het activeren van de airbags moei-
lijkheden met de ademhaling ondervindt,
open dan een portier of zijruit om frisse
lucht binnen te laten of verlaat de auto als u
dat op een veilige manier kunt doen. Als er
poederdeeltjes op uw huid zijn terechtge-
komen, was deze er dan zo snel mogelijk af
om huidirritatie te voorkomen.
Als de delen van de auto waarin airbags
ondergebracht zijn, zoals het stuurwielkus-
sen en de bekleding van de voor- en ach-
terstijlen, beschadigd of gescheurd zijn,
laat deze dan vervangen door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Wijzigingen aan en afvoeren van onder-
delen van het airbagsysteem
Voer uw auto niet af en voer geen van onder-
staande veranderingen uit zonder eerst een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige te
raadplegen. De airbags kunnen defect raken
of per ongeluk worden geactiveerd (opgebla-
zen), waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Plaatsen, verwijderen, demonteren en
repareren van de airbags
Reparaties, wijzigingen, verwijderen of
vervangen van het stuurwiel, instrumenten-
paneel, dashboard, stoelen of stoelbekle-
ding, voor-, midden- en achterstijlen en
dakzijrails
Reparaties of wijzigingen aan het voorspat-
bord, de voorbumper of de zijkant van het
passagierscompartiment
Plaatsen van een bullbar, sneeuwploeg of
lier
Wijzigingen aan de wielophanging van de
auto
Plaatsen van elektronische apparatuur als
een mobiele tweewegradio (zend-/ontvan-
ginstallatie) of CD-speler
Belangrijke
voorzorgsmaatregelen in
verband met uitlaatgassen
Uitlaatgassen bevatten stoffen die
schadelijk zijn bij inademing.
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten het schadelijke kool-
monoxide (CO). Dit is een kleurloos en reuk-
loos gas. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht
neemt, kunnen er uitlaatgassen in de auto
terechtkomen waardoor de bestuurder dui-
zelig kan worden en een ongeval kan veroor-
zaken, of waardoor de gezondheid van de
inzittenden ernstig kan worden geschaad.
Belangrijke punten tijdens het rijden
Zorg ervoor dat de achterklep gesloten is.
Als u uitlaatgassen ruikt in de auto, zelfs als
de achterklep gesloten is, moet u de ruiten
openzetten en de auto zo snel mogelijk
laten nakijken door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Tijdens het parkeren
Als de auto zich in een slecht geventileerde
omgeving of een afgesloten ruimte
bevindt, zoals een garage, moet u het
hybridesysteem uitschakelen.
Laat bij stilstaande auto het hybridesys-
teem niet langdurig ingeschakeld.
Als dat niet anders kan, parkeer de auto
dan op een open plek en zorg ervoor dat
er geen uitlaatgassen in het interieur
terecht kunnen komen.
Laat het hybridesysteem niet draaien op
een plaats waar sneeuw de afvoer van de
uitlaatgassen zou kunnen hinderen. Als
sneeuw de afvoer van uitlaatgassen hindert
wanneer het hybridesysteem in werking is,
kunnen er uitlaatgassen in de auto terecht-
komen.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 49 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
50
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
Uitlaatpijp
Het uitlaatsysteem dient regelmatig te wor-
den gecontroleerd. Laat uw auto nakijken en
repareren door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige bij gaten of scheuren als gevolg van
corrosie of beschadigingen aan verbindings-
stukken, of bij een abnormaal geluid van het
uitlaatsysteem.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 50 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
51
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
1-2.Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Controlelampje PASSENGER AIR
BAG
Het controlelampje ON gaat branden als het
airbagsysteem is ingeschakeld (alleen als het
contact AAN staat).
Aan/uit-schakelaar airbag
Informatie over controlelampje PASSEN-
GER AIR BAG
Als een van de onderstaande problemen
optreedt, is er mogelijk een storing in het sys-
teem aanwezig. Laat de auto controleren door
een erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
ON noch OFF gaat branden.
Het controlelampje reageert niet wanneer de
aan/uit-schakelaar van de airbag van ON
naar OFF wordt gezet.
Steek de mechanische sleutel in de slotci-
linder en zet de slotcilinder in stand OFF.
Het controlelampje OFF gaat branden (alleen
als het contact AAN staat).
Aan/uit-schakelaar airbag
Met dit systeem kunnen de voorpassa-
giersairbag en de antiduikairbag wor-
den uitgeschakeld.
Schakel deze airbags alleen uit als er
een baby- of kinderzitje op de voorpas-
sagiersstoel gebruikt wordt.
Systeemonderdelen
A
B
Airbags voor voorpassagier
uitschakelen
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Plaats vanwege veiligheidsredenen het baby-
of kinderzitje altijd op een achterstoel. Als de
achterstoel niet kan worden gebruikt, mag de
voorstoel worden gebruikt zo lang de aan/uit-
schakelaar van de airbag in stand OFF wordt
gezet.
Als de aan/uit-schakelaar van de airbag in
stand ON blijft staan, kan de kracht die met
het activeren (opblazen) van de airbag
gepaard gaat, ernstig letsel veroorzaken.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 51 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
52
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
WAARSCHUWING
Als er geen baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel is geplaatst
Controleer of de aan/uit-schakelaar van de
airbag in stand ON staat.
Als de schakelaar in stand OFF staat, zal de
airbag in geval van een ongeval niet worden
geactiveerd, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
Rijden met kinderen in de auto
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht als er kinderen in de auto
aanwezig zijn.
Gebruik een passend baby- of kinder-
zitje tot het kind groot genoeg is om de
veiligheidsgordel van de auto op de
juiste wijze te dragen.
U wordt aangeraden om kinderen op
de achterstoelen te vervoeren om te
voorkomen dat ze per ongeluk tegen
onderdelen aankomen, zoals de
selectiehendel, de ruitenwisserscha-
kelaar, enz.
Gebruik het kinderslot van het ach-
terportier of de blokkeerschakelaar
van de ruitbediening om te voorko-
men dat kinderen het portier openen
tijdens het rijden of per ongeluk de
elektrisch bedienbare ruit bedienen.
(Blz. 131, 233)
Laat kleine kinderen geen onderde-
len bedienen waarbij lichaamsdelen
vast kunnen komen te zitten of
bekneld kunnen raken, zoals de elek-
trisch bedienbare ruiten, de motor-
kap, de achterklep en de stoelen.
WAARSCHUWING
Als er kinderen in de auto aanwezig zijn
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter
en laat ze nooit met de sleutel spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te
starten of de neutraalstand in te schakelen. Er
bestaat ook het risico dat kinderen letsel
oplopen wanneer ze met de ruiten, het schuif-
dak (indien aanwezig) of andere voorzienin-
gen in de auto spelen. Verder kan de
temperatuur in de auto zo hoog oplopen of
zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan wor-
den.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 52 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
53
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
Punten om rekening mee te houden:
Blz. 53
Bij gebruik van een baby- of kinderzitje:
Blz. 54
Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor
elke zitpositie: Blz. 57
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje:
Blz. 62
Vastgezet met een veiligheidsgordel:
Blz. 63
Vastgezet met een onderste ISOfix-
bevestigingspunt: Blz. 65
Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel: Blz. 66
Geef prioriteit aan de waarschuwingen
en neem deze in acht. Houd u daar-
naast ook aan de wetgeving en voor-
schriften met betrekking tot baby- en
kinderzitjes.
Gebruik een baby- of kinderzitje tot het
kind groot genoeg is om de standaard
gemonteerde veiligheidsgordel op de
juiste wijze te gebruiken.
Kies een baby- of kinderzitje dat past bij
de leeftijd en de lengte van het kind.
Let erop dat niet alle baby- of kinderzit-
jes in alle auto's kunnen worden gemon-
teerd. Controleer, voordat u een baby-
of kinderzitje koopt of gebruikt, of het
zitje geschikt is voor de stoelposities.
(Blz. 57)
Baby- en kinderzitjes
Voordat u een baby- of kinderzitje in de
auto plaatst, zijn er voorzorgsmaatre-
gelen die u in acht moet nemen, ver-
schillende soorten baby- en
kinderzitjes en verschillende plaat-
singsmethoden, enz. Deze staan
beschreven in deze handleiding.
Gebruik een baby- of kinderzitje
wanneer er een klein kind in de auto
meerijdt dat nog niet op de juiste
wijze gebruik kan maken van een vei-
ligheidsgordel. Plaats voor de veilig-
heid van het kind het baby- of
kinderzitje op een achterstoel. Zorg
ervoor dat u de plaatsingsmethode
opvolgt die in de handleiding van het
baby- of kinderzitje staat.
Wij raden het gebruik van een origi-
neel baby- of kinderzitje van Lexus
aan, aangezien dit in het gebruik vei-
liger is in deze auto. De originele
baby- of kinderzitjes van Lexus zijn
speciaal gemaakt voor auto's van
Lexus. U kunt ze kopen bij een
erkende Lexus-dealer.
Inhoudsopgave
Punten om rekening mee te houden
WAARSCHUWING
Wanneer er een kind in de auto meerijdt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Voor de meest effectieve bescherming van
een kind tijdens een ongeval of bij hard
remmen moet een kind goed vastzitten,
met een veiligheidsgordel of een baby- of
kinderzitje dat op de juiste wijze is
geplaatst. Raadpleeg voor informatie over
het plaatsen de bij het baby- of kinderzitje
bijgesloten handleiding. In deze handlei-
ding vindt u algemene aanwijzingen met
betrekking tot het plaatsen.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 53 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
54
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst op een passagiersstoel
Plaats voor de veiligheid van het kind het
baby- of kinderzitje op een achterstoel. Als
het plaatsen van een zitje op de voorpassa-
giersstoel onvermijdelijk is, stel dan de
voorpassagiersstoel als volgt af en plaats
het baby- of kinderzitje.
Schuif de voorstoel helemaal naar ach-
teren. Als de hoogte van de passagiers-
stoel kan worden versteld, dan moet
deze in de hoogste positie staan.
Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen van
een in de rijrichting geplaatst kinder-
zitje een opening aanwezig is tussen het
kinderzitje en de rugleuning, stel de
rugleuning dan af totdat het zitje en de
rugleuning goed contact maken.
Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze de werking van het
baby- of kinderzitje hindert. Zet anders
de hoofdsteun in de hoogste stand.
WAARSCHUWING
Lexus adviseert met klem gebruik te
maken van een geschikt zitje dat past bij
het gewicht en de lengte van het kind en
dat op de achterstoel is geplaatst. In onge-
vallenstatistieken is aangetoond dat kinde-
ren minder verwondingen oplopen als zij
op de achterstoelen op de juiste wijze vast-
zitten dan als zij op de voorstoel zitten.
Het vasthouden van een kind in de armen
is geen vervanging voor een baby- of kin-
derzitje. Bij een ongeval kan een kind dan
de voorruit raken of klem komen te zitten
tussen degene die het kind vasthoudt en
delen van het interieur.
Behandelen van baby- en kinderzitjes
Als het baby- of kinderzitje niet goed wordt
vastgezet, kan het kind of een andere passa-
gier bij plotseling remmen, een uitwijkma-
noeuvre of een aanrijding ernstig letsel
oplopen.
Als de auto een hevige impact te verduren
krijgt, bijvoorbeeld als gevolg van een
ongeval, kan er schade ontstaan aan het
baby- of kinderzitje die niet direct zicht-
baar is. Gebruik het baby- of kinderzitje in
dergelijke gevallen niet meer.
Afhankelijk van het baby- of kinderzitje kan
het zijn dat dit moeilijk of onmogelijk kan
worden geplaatst. Controleer in dergelijke
gevallen of het baby- of kinderzitje
geschikt is voor plaatsing in de auto.
(Blz. 57) Houdt u zich bij het plaatsen en
gebruik aan de voorschriften voor het vast-
zetten van het zitje in deze handleiding en
de handleiding van het baby- of kinderzitje.
Lees deze voorschriften zorgvuldig.
Laat het zitje goed vastzitten op de stoel,
zelfs als het niet wordt gebruikt. Plaats het
baby- of kinderzitje niet los in het passa-
gierscompartiment.
Als het zitje moet worden losgemaakt, ver-
wijder het dan uit de auto of berg het veilig
op in de bagageruimte.
Bij gebruik van
een baby- of kinderzitje
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 54 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
55
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
Bij gebruik van een baby- of kinderzitje
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Gebruik nooit een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinderzitje op de voor-
passagiersstoel als de aan/uit-schakelaar
voor de airbag in stand ON staat.
(Blz. 51)
Bij een ongeval kan het kind ernstig letsel
oplopen door de kracht waarmee de voor-
passagiersairbag wordt geactiveerd.
Een waarschuwingslabel op de zonneklep
aan passagierszijde geeft aan dat het niet is
toegestaan om een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinderzitje op de voor-
passagiersstoel te plaatsen.
In onderstaande afbeelding is het label in
detail te zien.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 55 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
56
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Bij gebruik van een baby- of kinderzitje
Plaats een in de rijrichting geplaatst baby-
of kinderzitje alleen op de voorstoel als het
niet anders kan. Als er een zitje waarin het
kind met het gezicht in de rijrichting zit op
de voorpassagiersstoel wordt geplaatst,
moet de stoel zo ver mogelijk naar achte-
ren worden geschoven. Als dat niet
gedaan wordt, kan er ernstig letsel ont-
staan als de airbags geactiveerd worden.
Laat een kind niet met het hoofd of een
ander lichaamsdeel tegen het portier leu-
nen of tegen dat deel van de stoel, de voor-
of achterstijlen of de dakzijrails leunen
waarin de side airbags of de curtain air-
bags zijn ondergebracht, ook niet als het
kind in een baby- of kinderzitje zit. Anders
kan het kind ernstig letsel oplopen als bij
een aanrijding de side airbags of de curtain
airbags worden geactiveerd.
Controleer als er een zitkussen geplaatst is
altijd of de schoudergordel over het mid-
den van de schouder van het kind loopt. De
gordel mag niet langs de nek van het kind
lopen, maar mag ook niet van de schouder
van het kind vallen.
Gebruik een baby- of kinderzitje dat past
bij de leeftijd en de grootte van het kind en
plaats dit op de achterstoel.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 56 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
57
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
Geschiktheid baby- en kinderzitjes
voor elke zitpositie
De geschiktheid voor elke zitpositie bij een
baby- of kinderzitje (Blz. 58) geeft met
symbolen aan welke typen baby- of kinder-
zitjes kunnen worden gebruikt en de
mogelijke zitposities bij het plaatsen.
Ook kunt u het aanbevolen baby- of kin-
derzitje dat geschikt is voor uw kind selec-
teren. Controleer anders “Tabel m.b.t.
geschiktheid en aanbevolen baby- en kin-
derzitjes” voor de aanbevolen baby- of kin-
derzitjes. (Blz. 61)
Controleer het geselecteerde baby- of
kinderzitje en het volgende “Voordat u de
geschiktheid van elke zitpositie bij een
baby- of kinderzitje controleert”.
Voordat u de geschiktheid van elke zit-
positie bij een baby- of kinderzitje con-
troleert
1Controleer de normen van het baby-
of kinderzitje.
Gebruik een baby- of kinderzitje dat voldoet
aan de VN ECE R44*1- of VN ECE R129*1, 2-
norm.
Het onderstaande erkende keurmerk staat op
de baby- en kinderzitjes.
Controleer of het baby- of kinderzitje is voor-
zien van het juiste keurmerk.
Voorbeeld van het weergegeven nummer van
het voorschrift
Typegoedkeuringsmerk VN ECE
R44*3 De gewichtsklasse van kinde-
ren die in aanmerking komen voor een
zitje met het typegoedkeuringsmerk
VN ECE R44 wordt weergegeven.
Typegoedkeuringsmerk VN ECE
R129*3 De lengtecategorie en
gewichtsklasse van kinderen die in
aanmerking komen voor een zitje met
het typegoedkeuringsmerk VN ECE
R129 worden weergegeven.
2Controleer de categorie van het baby-
of kinderzitje.
WAARSCHUWING
Als het kinderzitje niet goed gemonteerd
kan worden omdat de bestuurdersstoel in
de weg zit, moet het kinderzitje rechts ach-
terin (auto's met linkse besturing) of links
achterin (auto's met rechtse besturing)
worden gemonteerd.
Geschiktheid baby- en kinderzitjes
voor elke zitpositie
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 57 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
58
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Controleer het typegoedkeuringsmerk van het
baby- of kinderzitje om te zien voor welke van
de onderstaande categorieën het zitje geschikt
is.
Indien u twijfelt, controleer dan de gebrui-
kershandleiding van het baby- of kinderzitje of
neem contact op met de verkoper van het zitje.
•“universeel
•“semi-universeel
•“beperkt
“voertuigspecifiek”
*1: VN ECE R44 en VN ECE R129 zijn voor-
schriften van de VN voor baby- en kinder-
zitjes.
*2: De in de tabel genoemde baby- en kinder-
zitjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar buiten
de EU.
*3: Het weergegeven keurmerk kan per pro-
duct verschillend zijn.
Geschiktheid van elke zitpositie bij
een baby- of kinderzitje
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
*1, 2, 3
*4
*2, 3
*2, 3
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 58 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
59
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
*1: Schuif de voorstoel helemaal naar achteren.
Als de hoogte van de passagiersstoel kan
worden versteld, dan moet deze in de hoog-
ste positie staan.
*2: Zet de rugleuning zo veel mogelijk rechtop.
Indien er bij het plaatsen van een in de rij-
richting geplaatst kinderzitje een opening
aanwezig is tussen het kinderzitje en de rug-
leuning, stel de rugleuning dan af totdat het
zitje en de rugleuning goed contact maken.
*3: Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun
indien deze de werking van het baby- of kin-
derzitje hindert. Zet anders de hoofdsteun
in de hoogste stand.
*4: Gebruik alleen een in de rijrichting
geplaatst baby- of kinderzitje als de aan/uit-
schakelaar voor de airbag in stand ON
staat.
Meer informatie over het plaatsen van baby- en kinderzitjes
Geschikt voor een “universeel”
baby- of kinderzitje vastgezet met
een veiligheidsgordel.
Geschikt voor een baby- of kin-
derzitje dat is vermeld in de tabel
m.b.t. geschiktheid en aanbevolen
baby- en kinderzitjes (Blz. 61).
Geschikt voor i-Size- en ISOfix-
baby- of kinderzitjes.
Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel.
Niet geschikt voor baby- of kin-
derzitjes.
Gebruik nooit een tegen de rij-
richting in geplaatst baby- of kin-
derzitje op de voorpassagiersstoel
als de aan/uit-schakelaar voor de
airbag in stand ON staat.
Zitpositie
Stoelpositienummer Aan/uit-schakelaar airbag
ON OFF
Zitpositie geschikt voor universeel
zitje vastgezet met gordel
(Ja/Nee)
Ja
Alleen in de rij-
richting
Ja Ja Ja
Zitpositie i-Size (Ja/Nee) Nee Nee Ja Ja
Zitpositie geschikt voor zijwaarts
geplaatst zitje (L1/L2/Nee) Nee Nee Nee Nee
Geschikte bevestiging voor tegen
de rijrichting in geplaatst zitje
(R1/R2X/R2/R3/Nee)
Nee Nee R1, R2X,
R2, R3
R1, R2X,
R2, R3
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 59 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
60
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
ISOfix-baby- of kinderzitjes worden onderverdeeld in verschillende “bevestigingen”. Het
baby- of kinderzitje kan worden gebruikt voor de zitposities voor de in de bovenstaande
tabel genoemde “bevestigingen”. Raadpleeg de onderstaande tabel voor het soort “beves-
tiging”.
Als uw baby- of kinderzitje geen soort “bevestiging” heeft (of wanneer u de informatie niet
in de onderstaande tabel kunt vinden), raadpleeg dan de “voertuiglijst” van het baby- of
kinderzitje voor informatie over de geschiktheid of informeer bij de verkoper van uw kin-
derzitje.
Geschikte bevestiging voor in de
rijrichting geplaatst zitje
(F2X/F2/F3/Nee)
Nee Nee F2X, F2, F3 F2X, F2, F3
Geschikte bevestiging voor zit-
kussen (B2/B3/Nee) Nee Nee B2, B3 B2, B3
Bevestiging Beschrijving
F3 In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, volledige hoogte
F2 In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, verlaagd
F2X In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, verlaagd
R3 Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, volledig formaat
R2 Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, kleiner formaat
R2X Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, kleiner formaat
R1 Tegen de rijrichting in geplaatst babyzitje
L1 Naar links gericht babyzitje (reiswieg)
L2 Naar rechts gericht babyzitje (reiswieg)
B2 Zitkussen
B3 Zitkussen
Zitpositie
Stoelpositienummer Aan/uit-schakelaar airbag
ON OFF
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 60 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
61
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
Tabel m.b.t. geschiktheid en aanbevolen baby- en kinderzitjes
De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar buiten de EU.
Bij het vastzetten van sommige typen
baby- of kinderzitjes op de achterstoel
kunnen de veiligheidsgordels op de plaat-
sen naast het zitje mogelijk niet goed wor-
den gebruikt en komen ze mogelijk in
aanraking met het zitje. Ook kan de wer-
king van de veiligheidsgordel negatief wor-
den beïnvloed. Draag uw veiligheidsgordel
goed aansluitend over uw schouder en
laag over uw heupen. Wanneer dit niet het
geval is of wanneer hij in aanraking komt
met het zitje, ga dan ergens anders zitten.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Verstel bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje op de achterstoelen de
voorstoel zodanig dat deze niet in aan-
raking komt met het kind of het baby- of
kinderzitje.
Indien bij het plaatsen van een kinder-
zitje met steunvoet de rugleuning in de
weg zit wanneer u het zitje op de steun-
voet wilt bevestigen, zet dan de rugleu-
ning naar achteren tot er voldoende
ruimte is.
Als het schouderbevestigingspunt van
de veiligheidsgordel zich vóór de gor-
delgeleider van het kinderzitje bevindt,
verplaatst u de zitting naar voren.
Gewichtsgroepen Aanbevolen baby- of
kinderzitje
Zitpositie
Aan/uit-schakelaar airbag
ON OFF
0, 0+
Minder dan 13 kg
G0+, BABY SAFE PLUS
(Ja/Nee) Nee Ja Ja Ja
G0+ BABY SAFE PLUS
met VEILIGHEIDSGOR-
DELBEVESTIGING, BASE
PLATFORM (Ja/Nee)
Nee Ja Ja Ja
I
9 - 18 kg
DUO PLUS (Ja/Nee)
Ja
Uitsluitend
vastzetten
met gordel
Ja
Uitsluitend
vastzetten
met gordel
Ja Ja
II, III
15 - 36 kg
MAXI PLUS (Ja/Nee)
Ja
Uitsluitend
vastzetten
met gordel
Ja
Uitsluitend
vastzetten
met gordel
Ja Ja
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 61 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
62
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Indien bij het plaatsen van een zitkussen
het kind in het baby- of kinderzitje erg
rechtop zit, zet u de rugleuning in een
comfortabelere stand. En als het schou-
derbevestigingspunt van de veiligheids-
gordel zich vóór de gordelgeleider van
het kinderzitje bevindt, verplaatst u de
zitting naar voren.
Controleer aan de hand van de bij het baby- of kinderzitje bijgesloten handleiding de plaat-
sing van het zitje.
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje
Plaatsingsmethode Bladzijde
Bevestiging met veilig-
heidsgordel Blz. 63
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 62 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
63
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
Een baby- of kinderzitje plaatsen met
behulp van een veiligheidsgordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de hand
van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinderzitje
niet binnen de “universele” categorie valt
(of de benodigde informatie staat niet in de
tabel), raadpleeg dan de “voertuiglijst” van
de fabrikant van het baby- of kinderzitje
voor de diverse mogelijke montageposities
of doe navraag naar de compatibiliteit bij
de verkoper van het zitje. (Blz. 57)
1Als het plaatsen van een baby- of kin-
derzitje op de voorpassagiersstoel
onvermijdelijk is, raadpleeg dan
Blz. 54 voor het afstellen van de voor-
passagiersstoel.
2Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen van
een in de rijrichting geplaatst kinder-
zitje een opening aanwezig is tussen
het kinderzitje en de rugleuning, stel
de rugleuning dan af totdat het zitje en
de rugleuning goed contact maken.
3Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze de werking van het
baby- of kinderzitje hindert. Zet anders
de hoofdsteun in de hoogste stand.
(Blz. 225)
4Voer de veiligheidsgordel door het
baby- of kinderzitje en steek de gesp in
de gordelsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is. Maak de veilig-
heidsgordel goed vast aan het baby- of
kinderzitje aan de hand van de bijge-
sloten handleiding.
Bevestiging onderste
ISOfix-bevestigings-
punt
Blz. 65
Bevestiging bevesti-
gingspunt bovenste
gordel
Blz. 66
Plaatsingsmethode Bladzijde
Baby- of kinderzitje vastgezet met
een veiligheidsgordel
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 63 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
64
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
5Als uw baby- of kinderzitje niet is voor-
zien van een vergrendelsysteem voor
de veiligheidsgordel, zet het zitje dan
vast met een blokkeerclip.
6Beweeg het baby- of kinderzitje na het
plaatsen naar achteren en naar voren
om te controleren of het goed vastzit.
(Blz. 64)
Verwijderen van een baby- of kinder-
zitje dat is vastgezet met een veilig-
heidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de gordelslui-
ting in en laat de gordel helemaal oprollen.
Bij het losmaken van de gordelsluiting komt het
baby- of kinderzitje mogelijk een stukje
omhoog als gevolg van de terugwerking van de
zitting. Maak de gordelsluiting los terwijl u het
baby- en kinderzitje tegenhoudt.
De veiligheidsgordel rolt automatisch op. Houd
de gordel vast, zodat het oprollen rustig
gebeurt.
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje mogelijk
gebruikmaken van een blokkeerclip. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant van het baby- of
kinderzitje. Als uw zitje niet over een blokkeer-
clip beschikt, kunt u deze kopen bij een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige: Blokkeerclip voor baby- of
kinderzitje
(onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel
spelen. Als de veiligheidsgordel om de nek
van het kind draait, kan het kind stikken of
ernstig letsel oplopen. Als dit gebeurt en
de gordelsluiting niet kan worden losge-
maakt, knip de gordel dan door met een
schaar.
Controleer of de gesp goed in de gordel-
sluiting is vergrendeld en of de veiligheids-
gordel niet gedraaid is.
Beweeg het baby- of kinderzitje naar links
en naar rechts en naar voren en naar ach-
teren om te controleren of het goed is
geplaatst.
Verstel de rugleuning niet meer nadat het
baby- of kinderzitje is geplaatst.
Controleer als er een zitkussen geplaatst is
altijd of de schoudergordel over het mid-
den van de schouder van het kind loopt. De
gordel mag niet langs de nek van het kind
lopen, maar mag ook niet van de schouder
van het kind vallen.
Volg bij het plaatsen van een baby- of kin-
derzitje altijd de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 64 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
65
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
Onderste ISOfix-bevestigingspunten
(ISOfix-baby- of kinderzitje)
Voor de buitenste zitplaatsen achter zijn
onderste bevestigingspunten aanwezig.
(Labels geven aan waar de bevestigings-
punten zich in de stoelen bevinden.)
Plaatsing met onderste ISOfix-beves-
tigingspunt (ISOfix-baby- of kinder-
zitje)
Plaats het baby- of kinderzitje aan de hand
van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinderzitje
niet binnen de “universele” categorie valt
(of de benodigde informatie staat niet in de
tabel), raadpleeg dan de “voertuiglijst” van
de fabrikant van het baby- of kinderzitje
voor de diverse mogelijke montageposities
of doe navraag naar de compatibiliteit bij
de verkoper van het zitje. (Blz. 57)
1Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen van
een in de rijrichting geplaatst kinder-
zitje een opening aanwezig is tussen
het kinderzitje en de rugleuning, stel
de rugleuning dan af totdat het zitje en
de rugleuning goed contact maken.
2Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze de werking van het
baby- of kinderzitje hindert. Zet anders
de hoofdsteun in de hoogste stand.
(Blz. 225)
3Controleer de posities van de speciale
stangen en plaats het zitje op de stoel.
De stangen bevinden zich in de opening tussen
de zitting en de rugleuning.
4Beweeg het baby- of kinderzitje na het
plaatsen naar achteren en naar voren
om te controleren of het goed vastzit.
(Blz. 64)
Baby- of kinderzitje vastgezet
met een onderste
ISOfix-bevestigingspunt
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 65 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
66
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Bevestigingspunt bovenste gordel
Voor de buitenste zitplaatsen achter zijn
bevestigingspunten voor de bovenste gor-
del aanwezig.
Gebruik de bevestigingspunten voor de
bovenste gordel bij het vastmaken van de
bovenste gordel.
Bevestigingspunten bovenste gordel
Bovenste gordel
Bovenste gordel vastmaken aan het
bevestigingspunt voor de bovenste
gordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de hand
van de bijgesloten handleiding.
1Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze de werking van het
baby- of kinderzitje hindert. Zet anders
de hoofdsteun in de hoogste stand.
(Blz. 225)
2Open het klepje van het bevestigings-
punt voor de bovenste gordel, zet de
haak vast aan het bevestigingspunt
voor de bovenste gordel en trek de
bovenste gordel aan.
Controleer of de bovenste gordel goed vastzit.
Wanneer u het baby- of kinderzitje plaatst ter-
wijl de hoofdsteun omhoog staat, zorg er dan
voor dat de bovenste gordel onder de hoofd-
steun door loopt.
Haak
Bovenste gordel
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Verstel de rugleuning niet meer nadat het
baby- of kinderzitje is geplaatst.
Controleer bij het gebruik van de onderste
bevestigingspunten of er geen vreemde
voorwerpen rond de bevestigingspunten
aanwezig zijn en of de gordel niet klem zit
achter het zitje.
Volg bij het plaatsen van een baby- of kin-
derzitje altijd de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.
Met een bevestigingspunt
voor de bovenste gordel
A
B
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 66 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
67
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Bevestig de bovenste gordel stevig en con-
troleer of de gordel niet gedraaid is.
Bevestig de bovenste gordel uitsluitend
aan het bevestigingspunt voor de bovenste
gordel.
Verstel de rugleuning niet meer nadat het
baby- of kinderzitje is geplaatst.
Volg bij het plaatsen van een baby- of kin-
derzitje altijd de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.
Wanneer u het baby- of kinderzitje plaatst
terwijl de hoofdsteun omhoog staat, nadat
de hoofdsteun omhoog is gezet en het
bevestigingspunt voor de bovenste gordel
vervolgens is vastgemaakt, zet de hoofd-
steun dan niet in een lagere stand.
OPMERKING
Bevestigingspunten bovenste gordel
Sluit het klepje wanneer het bevestigingspunt
niet wordt gebruikt. Wanneer het klepje open
blijft, kan het beschadigd raken.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 67 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
68
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-3. Noodoproep
1-3.Nood oproep
*1: Indien aanwezig
*2: Werkt in regio's waar noodoproepdiensten
worden aangeboden. Neem voor meer
informatie contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*3: De systeemnaam kan per land verschillend
zijn.
Microfoon
Toe t s S OS *
Controlelampjes
*: Deze toets is bestemd voor communicatie
met de ERA-GLONASS/EVAK-systeembe-
heerder.
Andere SOS-toetsen van overige syste-
men van een auto hebben geen betrekking
op het apparaat en zijn niet bestemd voor
communicatie met de ERA-GLO-
NASS/EVAK-systeembeheerder.
ERA-GLONASS/EVAK*1, 2, 3
Het noodoproepapparaat is een appa-
raat dat in een auto is geplaatst om
(met behulp van GLONASS-signalen
[Global Navigation Satellite System]
en GPS-signalen [Global Positioning
System]) de locatie en rijrichting van
de auto te bepalen en om ervoor te
zorgen dat er bij verkeersongevallen
en andere incidenten op autowegen in
de landen waar noodoproepdiensten
worden aangeboden (niet-aanpas-
bare) informatie over de auto wordt
verzameld en verzonden. Daarnaast
zorgt het apparaat via mobiele netwer-
ken (GSM) voor het verzenden en ont-
vangen van gesproken communicatie
tussen de auto en de ERA-GLO-
NASS/EVAK-systeembeheerder.
Er zijn automatische noodoproepen
(automatische melding van een aanrij-
ding) en handmatige noodoproepen
(door het indrukken van de toets SOS)
mogelijk naar het ERA-GLO-
NASS/EVAK-controlecentrum.
Deze service is verplicht krachtens de
technische voorschriften van de dou-
ane-unie.
Systeemonderdelen
A
B
C
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 68 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
69
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
Automatische noodoproepen
Als een airbag wordt geactiveerd, belt het
systeem automatisch het ERA-GLO-
NASS/EVAK-controlecentrum.* De
medewerker van het controlecentrum ont-
vangt de locatie van de auto, het tijdstip
waarop het ongeval plaatsvond en het VIN
van de auto, en probeert de inzittenden
van de auto te spreken om de ernst van de
situatie te beoordelen. Als de inzittenden
niet in staat zijn om te communiceren,
behandelt de medewerker de oproep als
een noodgeval, neemt hij of zij contact op
met de dichtstbijzijnde hulpdiensten (112,
enz.) en verzoekt hij of zij om assistentie ter
plaatse.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep
worden verzonden. (Blz. 70)
Handmatige noodoproepen
Druk in een noodsituatie op de toets SOS
om het ERA-GLONASS/EVAK-controle-
centrum te bellen.* De medewerker van
het controlecentrum zal de locatie van uw
auto bepalen, de situatie beoordelen en de
benodigde hulpdiensten sturen.
Als u per ongeluk op de toets SOS hebt
gedrukt, zeg dan tegen de medewerker
dat er geen sprake is van een noodgeval.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep
worden verzonden. (Blz. 70)
Wanneer het contact AAN wordt gezet,
gaat het rode controlelampje gedurende
10 seconden branden en gaat vervolgens
het groene controlelampje branden om
aan te geven dat het systeem is ingescha-
keld. De controlelampjes geven het vol-
gende aan:
Als het groene controlelampje gaat
branden en blijft branden, is het sys-
teem ingeschakeld.
Als het groene controlelampje twee-
maal per seconde knippert, wordt er
een automatische of handmatige
noodoproep gedaan.
Als er geen controlelampjes branden, is
het systeem niet ingeschakeld.
Als het rode controlelampje brandt op
een ander moment dan direct na het
AAN zetten van het contact, is er
mogelijk een storing in het systeem
aanwezig of is de back-upbatterij
mogelijk leeg.
Als het rode controlelampje gedurende
ongeveer 30 seconden knippert tijdens
een noodoproep, is de verbinding ver-
broken of is het signaal van het mobiele
netwerk te zwak.
De levensduur van de back-upbatterij is
hooguit 3 jaar.
Noodoproepdiensten Controlelampjes
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 69 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
70
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-3. Noodoproep
Het apparaat is voorzien van een testmo-
dus om de werking van het noodoproep-
systeem te testen. Neem contact op met
een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
om het apparaat te testen.
Testmodus apparaat
WAARSCHUWING
Wanneer er mogelijk geen noodoproep
wordt verstuurd
In de volgende situaties kunnen mogelijk
geen noodoproepen worden gedaan.
Neem in dergelijke gevallen op een andere
wijze contact op met hulpdiensten (112,
enz.).
Zelfs als de auto zich in het ontvangstge-
bied van de mobiele telefoon bevindt, kan
het moeilijk zijn om contact te leggen met
het ERA-GLONASS/EVAK-controlecen-
trum als de ontvangst slecht is of de lijn
bezet is. In dergelijke gevallen krijgt u
mogelijk geen contact met het ERA-GLO-
NASS/EVAK-controlecentrum en kunt u
dus geen noodoproepen doen en kunnen
hulpdiensten niet worden ingeschakeld,
ook al probeert het systeem verbinding te
maken met het ERA-GLONASS/EVAK-
controlecentrum.
Wanneer de auto zich buiten het dekkings-
gebied van het mobiele-telefoonnetwerk
bevindt, kunnen er geen noodoproepen
worden verzonden.
Wanneer er een storing aanwezig is in de
bijbehorende apparatuur (zoals het paneel
van de toets SOS, de controlelampjes,
microfoon, luidspreker, DCM, antenne of
op de apparatuur aangesloten bedrading)
of deze beschadigd of kapot is, kan er geen
noodoproep worden verstuurd.
Tijdens een noodoproep doet het systeem
herhaaldelijk een poging om contact op te
nemen met het ERA-GLONASS/EVAK-
controlecentrum. Als er echter als gevolg
van een slechte ontvangst geen contact
kan worden gelegd met het ERA-GLO-
NASS/EVAK-controlecentrum, kan het
systeem mogelijk geen contact maken met
het mobiele netwerk en wordt de
noodoproep beëindigd zonder dat er ver-
binding is gemaakt. Het rode controle-
lampje knippert gedurende ongeveer 30
seconden om aan te geven dat de verbin-
ding is verbroken.
Het apparaat werkt mogelijk niet wanneer
er een kracht op wordt uitgeoefend.
Als de spanning van de 12V-accu afneemt
of als de accu is losgenomen, kan het sys-
teem mogelijk geen verbinding maken met
het ERA-GLONASS/EVAK-controlecen-
trum.
Als het noodoproepsysteem wordt ver-
vangen door een nieuw exemplaar
Het noodoproepsysteem moet worden gere-
gistreerd. Neem contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Voor uw veiligheid
Rijd voorzichtig.
De functie van dit systeem is om u te hel-
pen bij het plaatsen van een noodoproep
bij ongevallen, zoals een verkeersongeval
of een plotseling medisch noodgeval. Het
systeem biedt de bestuurder en de passa-
giers op geen enkele wijze bescherming.
Rijd voorzichtig en doe voor uw veiligheid
altijd uw veiligheidsgordel om.
Geef bij noodgevallen uw leven en de
levens van anderen topprioriteit.
Wanneer u een branderige lucht of anders-
zins een vreemde lucht ruikt, verlaat dan
de auto en zoek onmiddellijk een veilige
plek op.
Het systeem signaleert schokken, waar-
door de automatische meldingen mogelijk
niet altijd overeenkomen met de werking
van het airbagsysteem. (Als de auto van
achteren wordt aangereden, enz.)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 70 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
71
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
Plaats om veiligheidsredenen geen
noodoproep tijdens het rijden.
Wanneer u tijdens het rijden belt, kan het
zijn dat u het stuurwiel niet goed kunt
bedienen, waardoor er een ongeval kan
ontstaan.
Breng de auto tot stilstand en controleer of
de omgeving veilig is alvorens een
noodoproep te plaatsen.
Vervang zekeringen altijd door de voorge-
schreven zekeringen. Als u andere zeke-
ringen gebruikt, kan er kortsluiting in het
circuit optreden en kan er brand ontstaan.
Wanneer u het systeem gebruikt terwijl er
rook is of sprake is van een ongewone
geur, kan er brand ontstaan. Stop onmid-
dellijk met het gebruik van het systeem en
neem contact op met een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
OPMERKING
Voorkomen van schade
Voorkom dat er vloeistof op het paneel van
de toets SOS, enz. komt en sla er niet tegen-
aan.
In geval van een storing in het paneel van
de toets SOS, de luidspreker of de micro-
foon tijdens een noodoproep of een hand-
matige onderhoudscontrole
Het is wellicht niet mogelijk om noodoproe-
pen te doen, de systeemstatus te bevestigen
of te communiceren met de medewerker van
het ERA-GLONASS/EVAK-controlecen-
trum. Als de apparatuur beschadigd is, neem
dan contact op met een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 71 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
72
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-4. Hybridesysteem
1-4.Hybridesyst eem
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de werkelijkheid.
Benzinemotor
Elektromotor voor (tractiemotor)
Elektromotor achter (tractiemotor)*
*: Alleen auto's met vierwielaandrijving
Bij stilstand/tijdens wegrijden
Wanneer de auto stilstaat, wordt de benzi-
nemotor uitgeschakeld*. Bij het wegrijden
wordt de auto aangedreven door de elek-
tromotor (tractiemotor). Bij het rijden met
lage snelheid of bij het afrijden van een
flauwe helling wordt de verbrandingsmo-
tor uitgeschakeld* en wordt de elektromo-
tor (tractiemotor) gebruikt.
Kenmerken hybridesysteem
Uw auto is een hybridevoertuig. De eigenschappen van uw auto zijn anders dan die
van conventionele auto's. Zorg ervoor dat u de eigenschappen van uw auto goed leert
kennen en gebruik de functies voorzichtig.
Bij het hybridesysteem werken een benzinemotor en een elektromotor (tractiemo-
tor) samen, afhankelijk van de rijomstandigheden, om het brandstofverbruik en de
uitlaatgasemissie te verlagen.
Systeemonderdelen
A
B
C
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 72 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
73
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-4. Hybridesysteem
Veiligheid en beveiliging
Wanneer de selectiehendel in stand N
staat, wordt het batterijpakket (tractiebat-
terij) niet opgeladen. Zet de selectiehendel
altijd in stand P als de auto wordt stilgezet.
Rijd bovendien ook in druk verkeer in
stand D of S.
*: Wanneer het batterijpakket (tractiebatterij)
moet worden opgeladen of wanneer de
motor aan het opwarmen is, enz., wordt de
benzinemotor niet automatisch uitgescha-
keld. (Blz. 73)
Tijdens normaal rijden
De auto wordt voornamelijk aangedreven
door de benzinemotor. De elektromotor
(tractiemotor) laadt zo nodig het batterij-
pakket (tractiebatterij) op.
Tijdens sterk accelereren
Wanneer het gaspedaal volledig wordt
ingetrapt, wordt de energie van het batte-
rijpakket (tractiebatterij) toegevoegd aan
de energie die de benzinemotor levert via
de elektromotor (tractiemotor).
Tijdens het remmen (regeneratief
remmen)
De wielen drijven de elektromotor (tractie-
motor) aan, waardoor energie wordt
opgewekt en het batterijpakket (tractiebat-
terij) wordt opgeladen.
Regeneratief remmen
In de volgende situaties wordt kinetische
energie omgezet in elektrische energie en
wordt er een afremmingskracht gegenereerd
terwijl tegelijkertijd het batterijpakket (tractie-
batterij) wordt opgeladen.
Het gaspedaal wordt losgelaten terwijl de
selectiehendel in stand D of S staat.
Het rempedaal wordt ingetrapt terwijl de
selectiehendel in stand D of S staat.
Als het benzineroetfiltersysteem (Blz. 378)
in werking is om het uitlaatgasfilter te regene-
reren, wordt het batterijpakket (tractiebatterij)
mogelijk niet opgeladen.
EV-controlelampje
Het EV-controlelampje gaat branden wanneer
de auto alleen door de elektromotor (tractiemo-
tor) wordt aangedreven of de benzinemotor niet
draait.
Omstandigheden waarin de benzinemotor
mogelijk niet wordt uitgeschakeld
De benzinemotor wordt automatisch gestart en
uitgeschakeld. Hij wordt echter onder de vol-
gende omstandigheden mogelijk niet automa-
tisch uitgeschakeld*:
Tijdens de opwarmfase van de benzinemotor
Tijdens het opladen van het batterijpakket
(tractiebatterij)
Als de temperatuur van het batterijpakket
(tractiebatterij) hoog of laag is
Als de verwarming is ingeschakeld
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt de
benzinemotor mogelijk ook niet automatisch
uitgeschakeld in andere situaties.
Opladen van het batterijpakket (tractiebat-
terij)
Omdat het batterijpakket (tractiebatterij) indien
nodig door de benzinemotor wordt opgeladen,
hoeft het niet door een externe bron te worden
opgeladen. Als de auto echter gedurende lange
tijd wordt geparkeerd, wordt het batterijpakket
(tractiebatterij) langzaam ontladen. Daarom
moet u ervoor zorgen dat er elke paar maanden
gedurende minimaal 30 minuten of 16 km met
de auto gereden wordt. Als het batterijpakket
(tractiebatterij) volledig ontladen raakt en u het
hybridesysteem niet meer kunt starten, neem
dan contact op met een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Opladen van de 12V-accu
Blz. 535
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 73 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
74
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-4. Hybridesysteem
Als de 12V-accu leeg is, vervangen is of ver-
wijderd is geweest.
De benzinemotor stopt mogelijk niet, ook niet
als de auto door het batterijpakket (tractiebatte-
rij) wordt aangedreven. Als dit een aantal dagen
achter elkaar het geval is, neem dan contact op
met een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Geluiden en trillingen die kenmerkend zijn
voor een hybrideauto
Mogelijk zijn er geen motorgeluiden hoorbaar
of trillingen voelbaar terwijl de auto wel kan rij-
den en het controlelampje READY brandt. Zet
uit veiligheidsoverwegingen de selectiehendel in
stand P en activeer de parkeerrem wanneer u de
auto parkeert.
De volgende geluiden of trillingen kunnen hoor-
baar of voelbaar zijn als het hybridesysteem in
werking is en deze duiden niet op een defect:
Er kunnen motorgeluiden hoorbaar zijn uit
het motorcompartiment.
Bij het inschakelen of uitschakelen van het
hybridesysteem kan er geluid hoorbaar zijn
dat afkomstig is van het batterijpakket (tractie-
batterij) achter de achterstoelen.
Bij het inschakelen of uitschakelen van het
hybridesysteem zijn er mogelijk werkingsge-
luiden van de relais te horen, zoals een klik of
een vaag gerammel, die afkomstig zijn van het
batterijpakket (tractiebatterij) achter de ach-
terstoelen.
Als de achterklep open is, kunnen er geluiden
van het hybridesysteem hoorbaar zijn.
Als de benzinemotor start of stopt, bij rijden
met lage snelheden of als de motor met statio-
nair toerental draait, kunnen er geluiden
hoorbaar zijn van de transmissie.
Bij sterk accelereren kunnen er motorgelui-
den hoorbaar zijn.
Als het rempedaal wordt ingetrapt of het gas-
pedaal wordt losgelaten, kunnen er geluiden
hoorbaar zijn die worden veroorzaakt door
het regeneratief remmen.
Als de benzinemotor start of stopt, kunnen
trillingen voelbaar zijn.
U kunt via de luchtinlaten onder de achter-
stoelen geluid horen dat afkomstig is van de
koelventilator.
Onderhoud, reparatie, recycling en afvoer
Neem contact op met een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige voor onderhoud, reparatie, recycling en
afvoer. Voer de auto niet zelf af.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijvoorbeeld het in- of uitscha-
kelen van het EV-controlelampje) kunnen wor-
den gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen: Blz. 557)
Als u rijdt met uitgeschakelde benzinemo-
tor, wordt er een geluid, dat aangepast
wordt aan de rijsnelheid, afgespeeld om
mensen in de buurt te waarschuwen dat de
auto nadert. Het geluid stopt als de rijsnel-
heid hoger wordt dan ongeveer 25 km/h.
Akoestisch voertuigwaarschuwingssysteem
(indien aanwezig)
In de volgende gevallen is het akoestische voer-
tuigwaarschuwingssysteem mogelijk moeilijk te
horen voor mensen in de buurt.
In gebieden met harde omgevingsgeluiden
In de wind of regen
Ook is het akoestische voertuigwaarschuwings-
systeem achter de auto mogelijk moeilijker te
horen dan vóór de auto omdat het systeem aan
de voorzijde van de auto is geïnstalleerd.
Akoestisch voertuigwaarschu-
wingssysteem (indien aanwezig)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 74 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
75
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-4. Hybridesysteem
Veiligheid en beveiliging
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de werkelijkheid.
Waarschuwingslabel
Batterijpakket (tractiebatterij)
Elektromotor achter (tractiemotor)*
Servicestekker
Hoogspanningskabels (oranje)
Elektromotor voor (tractiemotor)
Vermogensregeleenheid
Aircocompressor
*: Alleen auto's met vierwielaandrijving
Voorzorgsmaatregelen hybridesysteem
Wees voorzichtig met het hybridesysteem, aangezien dit een hoogspanningssysteem
(max. ongeveer 650 V) bevat, evenals onderdelen die extreem heet worden als het
hybridesysteem in werking is. Volg de aanwijzingen op de waarschuwingslabels op.
Systeemonderdelen
A
B
C
D
E
F
G
H
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 75 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
76
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-4. Hybridesysteem
Als de brandstof opraakt
Als de brandstof op is en het hybridesysteem
niet kan worden gestart, vult u de tank met ten
minste de hoeveelheid brandstof die nodig is om
het waarschuwingslampje laag brandstofniveau
(Blz. 498) uit te laten gaan. Als er slechts een
kleine hoeveelheid brandstof in de tank zit, kan
het hybridesysteem mogelijk niet worden
gestart. (De standaardhoeveelheid brandstof is
ongeveer 10,1 liter, als de auto op een vlakke
ondergrond staat. Deze waarde kan afwijken als
de auto op een helling staat. Vul extra brandstof
bij wanneer de auto schuin staat.)
Elektromagnetische golven
De hoogspanningsonderdelen en -kabels van
hybrideauto's zijn voorzien van een afscher-
ming voor elektromagnetische golven en zen-
den ongeveer net zo veel elektromagnetische
golven uit als conventionele auto's met een
benzinemotor, of elektronische huishoudap-
paratuur.
Uw auto kan storingen veroorzaken in niet-
originele audio-onderdelen.
Batterijpakket (tractiebatterij)
De levensduur van het batterijpakket (tractiebat-
terij) is niet onbeperkt. De levensduur van het
batterijpakket (tractiebatterij) kan veranderen
afhankelijk van de rijstijl en de rijomstandighe-
den.
Declaration of conformity
De uitstoot van waterstof van dit model voldoet
aan reglement ECE100 (voor de veiligheid van
elektrisch aangedreven auto's met batterijen).
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen hoogspannings-
systeem
Deze auto heeft zowel hoogspanningssyste-
men (wissel- en gelijkspanning) als een 12V-
systeem. Beide hoogspanningssystemen
(wissel- en gelijkspanning) zijn zeer gevaarlijk
en kunnen zeer ernstig letsel, ernstige brand-
wonden en elektrische schokken veroorza-
ken.
Verwijder of vervang nooit hoogspan-
ningscomponenten, hoogspanningskabels
en de stekkers ervan, raak ze niet aan en
haal ze niet uit elkaar.
Het hybridesysteem wordt na het starten
heet, aangezien het systeem gebruik-
maakt van hoogspanning. Wees alert op
zowel hoogspanning als hoge temperatu-
ren en volg altijd de aanwijzingen op de
waarschuwingslabels op.
Open nooit de klep onder de achterstoe-
len waarachter zich de servicestekker
bevindt. De servicestekker, waar hoog-
spanning op staat, wordt alleen gebruikt bij
onderhoud aan de auto.
Waarschuwingen voor het geval de auto
bij een ongeval betrokken raakt
Neem de volgende voorschriften in acht om
de kans op ernstig letsel te beperken:
Duw of sleep uw auto indien mogelijk van
de weg, zet de selectiehendel in stand P,
activeer de parkeerrem en schakel het
hybridesysteem uit.
Raak de onderdelen, kabels en stekkers
waar hoogspanning op staat niet aan.
Als binnen of buiten de auto elektrische
bedrading blootligt, kan er een elektrische
schok optreden. Raak blootliggende elek-
trische bedrading nooit aan.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 76 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
77
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-4. Hybridesysteem
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
Raak bij een eventuele vloeistoflekkage de
vloeistof niet aan omdat het geconcen-
treerde alkalische elektrolyt uit het batterij-
pakket (tractiebatterij) kan zijn. Spoel
vloeistof die op uw huid of in uw ogen
terecht is gekomen direct af met veel water
of, indien mogelijk, met boorwater. Schakel
onmiddellijk medische hulp in.
Stap zo snel mogelijk uit als er brand uit-
breekt in de hybrideauto. Gebruik nooit
een brandblusser die niet is bedoeld voor
het blussen van brand als gevolg van een
elektrische storing. Zelfs het gebruik van
een geringe hoeveelheid water om te blus-
sen kan al gevaarlijk zijn.
Als uw auto gesleept moet worden, dient
dit te gebeuren met beide voorwielen
(2WD-uitvoeringen) of alle wielen (AWD-
uitvoeringen) van de grond. Als de wielen
die gekoppeld zijn aan de elektromotor
(tractiemotor) tijdens het slepen de grond
raken, kan de elektromotor elektriciteit blij-
ven opwekken. Hierdoor kan brand ont-
staan. (Blz. 487)
Controleer het wegdek/de bodem onder
de auto zorgvuldig. Als er vloeistoflekkage
waarneembaar is, kan het brandstofsys-
teem beschadigd zijn. Verlaat uw auto zo
spoedig mogelijk.
Batterijpakket (tractiebatterij)
U mag het batterijpakket nooit doorverko-
pen, overdragen aan iemand anders of
aanpassen. Om ongelukken te voorkomen
worden batterijpakketten die uit afge-
dankte auto's worden gehaald, ingezameld
door een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Voer het batterijpakket niet zelf af.
Als batterijpakketten niet juist worden inge-
zameld, kan het volgende gebeuren, met ern-
stig letsel tot gevolg:
Het batterijpakket kan illegaal worden ver-
kocht of ergens worden gedumpt, het is
schadelijk voor het milieu en iemand kan
een onderdeel aanraken dat onder hoog-
spanning staat en een elektrische schok
krijgen.
Het batterijpakket is bedoeld om uitslui-
tend te worden gebruikt in uw hybrideauto.
Als het batterijpakket buiten uw auto wordt
gebruikt of op een of andere manier wordt
aangepast, kunnen er ongelukken mee
gebeuren: iemand kan een elektrische
schok krijgen, het batterijpakket kan hitte
en rook genereren, er kan zich een ont-
ploffing voordoen en er kan elektrolyt uit
het batterijpakket lekken.
Wanneer u uw auto doorverkoopt of over-
draagt, is het risico van een ongeval zeer
groot, omdat de persoon die de auto ont-
vangt mogelijk niet op de hoogte is van deze
gevaren.
Als uw auto wordt afgevoerd zonder dat
het batterijpakket is verwijderd, bestaat de
kans op zware elektrische schokken als
hoogspanningsonderdelen, kabels en aan-
sluitingen hiervan aangeraakt worden.
Wanneer uw auto moet worden afgevoerd,
dient het batterijpakket te worden afge-
voerd door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Als het batterijpakket niet op
de juiste manier wordt afgevoerd, kan dit
elektrische schokken veroorzaken, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
OPMERKING
Batterijpakket (tractiebatterij)
Vervoer geen grote hoeveelheden water,
zoals een gevuld reservoir voor een waterdis-
penser, in de auto. Als er water op het batte-
rijpakket (tractiebatterij) komt, kan het
batterijpakket beschadigd raken. Laat de
auto controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 77 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
78
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-4. Hybridesysteem
De ventilatie- en luchtafvoeropeningen
voor het batterijpakket (tractiebatterij)
bevinden zich respectievelijk onder de
achterstoelen en tussen de achterstoelen
en de afdekplaat. Als de ventilatieopening
wordt afgedekt, kan het door het batterij-
pakket (tractiebatterij) geleverde vermo-
gen afnemen.
Het vermogen van het batterijpakket (tractie-
batterij) neemt niet af, ook niet als de ruimte tus-
sen het bovenste deel van de
luchtafvoeropeningen aan de achterzijde van
de achterstoelen en de afdekplaat wordt afge-
dekt door bijvoorbeeld bagage.
Ventilatieopeningen
Luchtafvoeropeningen
Ventilatie- en
luchtafvoeropeningen
batterijpakket (tractiebatterij)
A
B
OPMERKING
Batterijpakket (tractiebatterij), ventilatie-
en luchtafvoeropeningen
Voorkom dat voorwerpen de ventilatie-
openingen blokkeren. Mogelijk neemt niet
alleen het vermogen van het batterijpakket
(tractiebatterij) af, maar raakt het batterij-
pakket (tractiebatterij) ook beschadigd.
Reinig de ventilatie- en luchtafvoerope-
ningen regelmatig om oververhitting van
het batterijpakket (tractiebatterij) te voor-
komen.
Laat de ventilatie- en luchtafvoerope-
ningen niet nat of vuil worden, anders kan
kortsluiting ontstaan en het batterijpakket
(tractiebatterij) beschadigd raken.
Als “Maintenance required for Traction
battery cooling parts See owner’s manual”
(onderhoud vereist voor koelonderdelen
tractiebatterij, zie handleiding) wordt
weergegeven op het multi-informatiedis-
play (Blz. 441). Als de melding nog
steeds wordt weergegeven nadat u de ven-
tilatieopeningen hebt gereinigd, laat de
auto dan controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Op de ventilatieopening is een filter
geplaatst. Als het filter zelfs na het schoon-
maken van de ventilatieopening nog zicht-
baar vuil is, raden wij u aan het filter te
reinigen of vervangen. Neem voor meer
informatie over het schoonmaken of ver-
vangen van het filter contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 78 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
79
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-4. Hybridesysteem
Veiligheid en beveiliging
Het uitschakelsysteem voor noodgevallen
zorgt ervoor dat het hoogspanningssys-
teem en de brandstofpomp worden uitge-
schakeld als de botsingssensor een
aanrijding met een kracht boven een
bepaalde drempelwaarde heeft gesigna-
leerd, om de kans op een elektrische schok
en brandstoflekkage tot een minimum te
beperken. Als het uitschakelsysteem voor
noodgevallen in werking is getreden, kunt
u uw auto niet meer starten. Neem contact
op met een erkende Lexus-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige om het hybridesysteem weer
te starten.
Als er een storing in het hybridesysteem
optreedt, of als het systeem onjuist wordt
bediend, wordt automatisch een melding
weergegeven.
Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven waarschuwingsmelding en
volg de aanwijzingen op.
Als er een waarschuwingslampje gaat bran-
den of een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven of als de 12V-accu wordt los-
gekoppeld
Mogelijk start het hybridesysteem niet. Probeer
in dit geval het systeem opnieuw te starten.
Neem contact op met een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als het controlelampje READY niet gaat
branden.
Uitschakelsysteem voor
noodgevallen
Waarschuwingsmelding
hybridesysteem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 79 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
80
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-5. Antidiefstalsysteem
1-5.Antidiefstalsysteem
Het controlelampje van het antidiefstalsys-
teem knippert nadat het contact UIT is
gezet om aan te geven dat het systeem in
werking is.
Het controlelampje stopt met knipperen
als het contact in stand ACC of AAN
wordt gezet om aan te geven dat het sys-
teem is uitgeschakeld.
Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrije
startblokkering.
Omstandigheden waardoor het systeem
mogelijk niet goed werkt
Als de greep van de sleutel tegen een metalen
voorwerp wordt gehouden
Als de sleutel dicht bij of tegen een sleutel met
ingebouwde transponderchip van een andere
auto wordt gehouden
Startblokkering
De sleutels van de auto zijn uitgerust
met ingebouwde transponderchips die
voorkomen dat het hybridesysteem
gestart kan worden met een sleutel die
niet in een eerder stadium is geregis-
treerd in de computer van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto achter
als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om autodief-
stal te voorkomen, maar absolute bevei-
liging tegen elke vorm van diefstal kan
niet worden gegarandeerd.
Bedienen van het systeem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 80 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
81
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-5. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
Verklaring voor de startblokkering
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 81 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
82
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-5. Antidiefstalsysteem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 82 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
83
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-5. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 83 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
84
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-5. Antidiefstalsysteem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 84 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
85
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-5. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 85 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
86
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-5. Antidiefstalsysteem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 86 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
87
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-5. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 87 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
88
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-5. Antidiefstalsysteem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 88 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
89
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-5. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 89 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
90
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-5. Antidiefstalsysteem
Voor auto's die in Oekraïne zijn verkocht
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 90 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
91
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-5. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
Zet het contact UIT, laat alle inzittenden de
auto verlaten en controleer of alle portie-
ren gesloten zijn.
Met de instapfunctie:
Raak het sensorgedeelte van de buiten-
portiergreep binnen 5 seconden twee
keer aan.
Met de afstandsbediening:
Druk tweemaal binnen 5 seconden op
.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na
veranderen of verwijderen kan de juiste wer-
king van het systeem niet worden gegaran-
deerd.
Supervergrendeling
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen voor de super-
vergrendeling
Schakel de supervergrendeling nooit in als er
zich nog personen in de auto bevinden,
omdat de portieren dan niet van binnenuit
kunnen worden geopend.
Toegang door onbevoegden wordt
voorkomen door het ontgrendelen van
de portieren zowel van buitenaf als van
binnenuit onmogelijk te maken.
Auto's die met dit systeem zijn uitge-
rust, zijn voorzien van labels op de
zijruiten van de beide voorportieren.
Inschakelen van de
supervergrendeling
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 91 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
92
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-5. Antidiefstalsysteem
Bij gebruik van de instapfunctie: Houd de
buitenportiergreep vast.
Bij gebruik van de afstandsbediening: Druk
op .
*: Indien aanwezig
Zaken die gecontroleerd moeten wor-
den alvorens de auto te vergrendelen
Controleer onderstaande zaken om onge-
wild activeren van het alarm en diefstal te
voorkomen.
Er is niemand in de auto.
De ruiten en het schuifdak (indien aan-
wezig) zijn gesloten voordat het alarm
wordt ingeschakeld.
Uitschakelen van de
supervergrendeling
Alarm*
Met licht en geluid worden alarmsigna-
len gegeven wanneer er een inbraak-
poging wordt gedetecteerd.
Wanneer het alarmsysteem is inge-
schakeld, wordt het alarm onder de
volgende omstandigheden geacti-
veerd:
Als een vergrendeld portier wordt
ontgrendeld of geopend zonder
gebruik te maken van de instapfunc-
tie (indien aanwezig) of de afstands-
bediening. (De portieren zullen
automatisch opnieuw worden ver-
grendeld.)
De motorkap wordt geopend.
Indien aanwezig, signaleert de
inbraaksensor een beweging in de
auto. (Iemand dringt de auto binnen.)
Auto's met hellingsensor: Als de hel-
lingsensor een verandering van de
helling van de auto signaleert.
Auto's met glasbreuksensor: Een wil-
lekeurige ruit is stuk.
Inschakelen/uitschakelen/
uitzetten van het alarmsysteem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 92 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
93
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-5. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
Er zijn geen waardevolle spullen of per-
soonlijke zaken in de auto achtergeble-
ven.
Inschakelen
Sluit de portieren, de achterklep en de
motorkap en vergrendel alle portieren met
de instapfunctie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening. Na 30 seconden wordt
het systeem automatisch ingeschakeld.
Wanneer het systeem is ingeschakeld, gaat het
controlelampje van het antidiefstalsysteem
knipperen i.p.v. constant branden.
Uitschakelen of uitzetten
Het alarm kan op een van de volgende
manieren worden gedeactiveerd.
Ontgrendel de portieren met de instap-
functie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening.
Schakel het hybridesysteem in. (Het
alarm wordt na enkele seconden gede-
activeerd of uitgeschakeld.)
Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrij
alarmsysteem.
Activeren van het alarm
Het alarm kan in de volgende situaties geacti-
veerd worden:
(Door het stopzetten van het alarm wordt het
systeem gedeactiveerd.)
De portieren worden ontgrendeld met de
mechanische sleutel.
Een persoon in de auto opent een portier, de
achterklep of de motorkap of ontgrendelt de
auto met de vergrendelknop aan de binnen-
zijde.
De 12V-accu is losgenomen. (Blz. 535)
Door alarmsysteem bediende portierver-
grendeling
In de volgende gevallen worden, afhankelijk van
de situatie, de portieren automatisch vergren-
deld om potentiële indringers buiten de auto te
houden:
Wanneer een in de auto achtergebleven per-
soon het portier ontgrendelt en het alarm
wordt geactiveerd.
Terwijl het alarm is geactiveerd, ontgrendelt
een in de auto achtergebleven persoon het
portier.
Bij het bijladen of vervangen van de 12V-accu.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 93 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
94
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-5. Antidiefstalsysteem
De inbraaksensor signaleert indringers
of een beweging in de auto.
De hellingsensor signaleert een veran-
dering van de hoek van de auto ten
opzichte van het wegdek, die bijvoor-
beeld ontstaat als de auto weggesleept
wordt.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te
voorkomen, maar een optimale beveiliging
tegen elke vorm van inbraak kan niet wor-
den gegarandeerd.
De inbraaksensor en hellingsensor
inschakelen
Als het alarm wordt ingeschakeld, worden
de inbraaksensor en de hellingsensor
automatisch ingesteld. (Blz. 92)
De inbraaksensor en de hellingsensor
uitschakelen
Als u huisdieren of bewegende voorwer-
pen in de auto achterlaat, moet u ervoor
zorgen dat u de inbraaksensor en de hel-
lingsensor uitschakelt voordat u het alarm
instelt, omdat deze sensoren reageren op
bewegingen binnen in de auto.
1Zet het contact UIT.
2Druk op de uitschakeltoets van de
inbraaksensor en hellingsensor.
Er wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay in het instrumentenpa-
neel.
De inbraaksensor en hellingsensor zullen
iedere keer dat het contact AAN wordt gezet,
worden ingeschakeld.
Uitschakelen en automatisch weer inscha-
kelen van de inbraaksensor en hellingsensor
Het alarm wordt ingeschakeld zelfs wanneer
de inbraaksensor en de hellingsensor zijn uit-
geschakeld.
Nadat de inbraaksensor en de hellingsensor
uitgeschakeld zijn, worden deze opnieuw
ingeschakeld door op de startknop te druk-
ken of de portieren te ontgrendelen met de
instapfunctie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening.
De inbraaksensor en de hellingsensor zullen
automatisch weer worden ingeschakeld wan-
neer het alarmsysteem weer wordt ingescha-
keld.
Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende gevallen
mogelijk het alarm:
Er bevinden zich nog personen of huisdieren
in de auto.
Een ruit of het schuifdak (indien aanwezig) is
open.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na
veranderen of verwijderen kan de juiste wer-
king van het systeem niet worden gegaran-
deerd.
Inbraaksensor en hellingsensor
(indien aanwezig)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 94 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
95
1
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-5. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
In dit geval registreert de sensor mogelijk het
volgende:
Wind of beweging van voorwerpen, zoals bla-
deren en insecten, in de auto
Ultrasoongolven van apparaten, zoals de
inbraaksensoren van andere auto's
Het bewegen van mensen buiten de auto
Er bevinden zich onstabiele voorwerpen,
zoals loshangende accessoires of kleding aan
kledinghaakjes, in de auto.
De auto is geparkeerd op een plek waar
extreme trillingen of geluiden optreden, zoals
in een parkeergarage.
Er wordt ijs of sneeuw van de auto verwijderd,
waardoor de auto herhaaldelijk wordt bloot-
gesteld aan schokken of trillingen.
De auto staat in een wasstraat of een hoge-
druk-wasinstallatie.
De auto is blootgesteld aan schokken die het
gevolg zijn van hagel, onweer of andere van
buitenaf komende herhaalde schokken of tril-
lingen.
Informatie over de hellingsensor
De sensor activeert in de volgende gevallen
mogelijk het alarm:
De auto wordt vervoerd per boot, aanhang-
wagen, trein, enz.
De auto staat geparkeerd in een parkeerga-
rage.
De auto bevindt zich in een wasstraat waarin
de auto verplaatst wordt.
Een van de banden verliest zijn spanning.
De auto wordt opgekrikt.
Er doet zich een aardbeving of wegverzak-
king voor.
Er wordt bagage op het imperiaal geladen of
er vanaf gehaald.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat de inbraaksensor goed
werkt
Spuit geen luchtverfrisser of andere pro-
ducten rechtstreeks in de openingen van
de sensoren.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 95 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
96
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
1-5. Antidiefstalsysteem
OPMERKING
Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed kan
worden.
Als u andere accessoires installeert dan
originele Lexus-onderdelen of wanneer u
voorwerpen achterlaat tussen de bestuur-
dersstoel en de stoel van de voorpassagier,
werkt de inbraaksensor mogelijk minder
goed.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 96 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
2
97
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Voertuigstatusinformatie en
controlelampjes
2-1. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes
en controlelampjes...........................98
Meters en tellers.................................102
Multi-informatiedisplay .................. 107
Head-up display ..................................113
Scherm met energiemonitor/
brandstofverbruik............................117
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 97 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
98
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
2-1.Instrumentenpaneel
Om de functie van alle lampjes uit te leggen, zijn in de volgende afbeelding alle waarschu-
wingslampjes en controlelampjes brandend afgebeeld.
De eenheden die voor de teller worden gebruikt, kunnen per regio verschillen.
Waarschuwingslampjes informeren de
bestuurder over storingen in de systemen
van de auto.
Waarschuwingslampjes en controlelampjes
De waarschuwingslampjes en controlelampjes informeren de bestuurder over de sta-
tus van de diverse systemen in de auto.
Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes
(Rood)
Waarschuwingslampje
remsysteem*1 (Blz. 493)
Laadstroomcontrolelampje*2
(Blz. 493)
Waarschuwingslampje gering
uitgangsvermogen*2 (Blz. 493,
504)
Waarschuwingslampje
lage oliedruk*2 (Blz. 494)
Waarschuwingslampje
hoge koelvloeistoftemperatuur*2
(Blz. 494)
(Geel)
Waarschuwingslampje
remsysteem*1 (Blz. 494)
Motorcontrolelampje*1
(Blz. 494)
Waarschuwingslampje SRS*1
(Blz. 495)
Waarschuwingslampje ABS*1
(Blz. 495)
(Geel)
Waarschuwingslampje
elektrische stuurbekrachtiging*1
(Blz. 495)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 98 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
99
2
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
*1: Deze lampjes gaan branden als het contact
AAN wordt gezet om aan te geven dat er
een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze
gaan uit nadat het hybridesysteem is inge-
schakeld of na enkele seconden.
Er kan een storing in een systeem aanwezig
zijn als de lampjes niet gaan branden of niet
uitgaan. Laat de auto controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie-
display.
*3: Het lampje knippert om een storing aan te
geven.
*4: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
(Rood)
Waarschuwingslampje
elektrische stuurbekrachtiging*1
(Blz. 495)
Waarschuwingslampje PCS*1
(indien aanwezig) (Blz. 496)
(Oranje)
Controlelampje LTA*2
(indien aanwezig) (Blz. 496)
Controlelampje LDA*2
(indien aanwezig) (Blz. 496)
Controlelampje PKSB OFF*1, 3
(indien aanwezig) (Blz. 497)
Controlelampje Traction Control*1
(Blz. 497)
Controlelampje Brake Hold-sys-
teem in werking*1, 3 (Blz. 497)
Waarschuwingslampje
parkeerrem*3 (Blz. 498)
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau (Blz. 498)
Controlelampje bestuurders- en
voorpassagiersgordel
(Blz. 498)
Controlelampje veiligheidsgordel
achterpassagiers*4 (Blz. 499)
Centraal waarschuwingslampje*1
(Blz. 499)
Waarschuwingslampje lage ban-
denspanning*1 (indien aanwezig)
(Blz. 499)
Waarschuwingslampje Brake
Override-systeem/wegrijrege-
ling*2 (Blz. 500)
WAARSCHUWING
Als een waarschuwingslampje van een
veiligheidssysteem niet gaat branden
Als een lampje van een veiligheidssysteem
zoals het ABS of het waarschuwingslampje
SRS niet gaat branden als u het hybridesys-
teem start, kan dat betekenen dat deze syste-
men niet beschikbaar zijn om u te
beschermen in geval van een ongeval, waar-
door ernstig letsel zou kunnen ontstaan. Laat
wanneer dit het geval is de auto onmiddellijk
controleren door een erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 99 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
100
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van de
verschillende systemen van de auto.
Controlelampjes
Controlelampje richtingaanwij-
zers (Blz. 264)
Controlelampje achterlicht
(Blz. 270)
Controlelampje grootlicht
(Blz. 271)
Controlelampje Automatic High
Beam-systeem (indien aanwezig)
(Blz. 276)
Controlelampje Adaptive High
Beam-systeem (indien aanwezig)
(Blz. 273)
Controlelampje mistlampen voor
(indien aanwezig) (Blz. 279)
Controlelampje mistachterlicht
(Blz. 279)
Controlelampje READY
(Blz. 255)
EV-controlelampje (Blz. 73)
Controlelampje EV MODE*2
(Blz. 258)
Controlelampje “Eco”*2
(Blz. 376)
Controlelampje “Sport”*2
(indien aanwezig) (Blz. 376)
Controlelampje “Sport S”*2
(indien aanwezig) (Blz. 376)
Controlelampje “Sport S+”*2
(indien aanwezig) (Blz. 376)
Controlelampje “Custom”*2
(indien aanwezig) (Blz. 376)
Controlelampje Dynamic Radar
Cruise Control*2 (indien aanwe-
zig) (Blz. 329)
Controlelampje cruise control
SET*2 (Blz. 329, 339)
Controlelampje cruise control*2
(Blz. 329, 339)
(Wit)
Controlelampje LTA*2
(indien aanwezig) (Blz. 312)
Controlelampje LDA*2
(indien aanwezig) (Blz. 321)
(Groen)
Controlelampje LTA*2
(indien aanwezig) (Blz. 312)
Controlelampje LDA*2
(indien aanwezig) (Blz. 321)
(Oranje)
Controlelampje LTA*2, 3
(indien aanwezig) (Blz. 312)
Controlelampje LDA*2, 3
(indien aanwezig) (Blz. 321)
Controlelampje Lexus Parking
Assist-sensor (indien aanwezig)
(Blz. 344)
Controlelampje PKSB OFF*1, 4
(indien aanwezig) (Blz. 350)
Controlelampje
Traction Control*1, 3 (Blz. 380)
Controlelampje VSC OFF*1, 4
(Blz. 381)
Waarschuwingslampje PCS*1, 4
(indien aanwezig) (Blz. 301)
Waarschuwingslampje
parkeerrem (Blz. 265)
Controlelampje stand-bystand
Brake Hold-systeem*1
(Blz. 268)
Controlelampje Brake Hold-sys-
teem in werking*1 (Blz. 268)
Controlelampje lage buitentem-
peratuur*2, 5 (Blz. 102)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 100 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
101
2
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
*1: Deze lampjes gaan branden als het contact
AAN wordt gezet om aan te geven dat er
een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze
gaan uit nadat het hybridesysteem is inge-
schakeld of na enkele seconden. Er kan een
storing in een systeem aanwezig zijn als de
lampjes niet gaan branden of niet uitgaan.
Laat de auto controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*1
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie-
display.
*3: Het lampje knippert om aan te geven dat het
systeem in werking is.
*4: Het lampje gaat branden wanneer het sys-
teem wordt uitgeschakeld.
*5: Wanneer de buitentemperatuur ongeveer
3°C of lager is, gaat het controlelampje
gedurende 10 seconden knipperen en blijft
daarna branden.
*6: Om aan te geven dat het systeem werkt,
gaan de BSM-indicatoren in de buitenspie-
gels in de volgende situaties branden:
Wanneer het contact AAN wordt gezet ter-
wijl de hoofdschakelaar voor de BSM is
ingeschakeld.
Wanneer de hoofdschakelaar voor de BSM
wordt ingeschakeld terwijl het contact AAN
is.
Wanneer het systeem correct werkt, gaan
de BSM-indicatoren in de buitenspiegels na
enkele seconden uit.
Wanneer de BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels niet gaan branden of niet uitgaan,
kan er een storing in het systeem aanwezig
zijn.
Laat wanneer dit het geval is de auto contro-
leren door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
*7: Dit lampje gaat branden in de buitenspie-
gels.
*8: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels*6, 7 (indien aanwezig)
(Blz. 358)
Controlelampje antidiefstal-
systeem*8 (Blz. 80, 93)
Controlelampje
PASSENGER AIR BAG*1, 8
(Blz. 51)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 101 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
102
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Wanneer een andere rijmodus dan de sportmodus is ingesteld (Blz. 376)
De eenheden die voor de tellers worden gebruikt, kunnen per regio verschillen.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur weer
Hybridesysteemindicator
Geeft het vermogen of het regeneratieniveau van het hybridesysteem weer (Blz. 105)
Buitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan binnen het bereik -40°C tot 50°C. Het controlelampje lage bui-
tentemperatuur gaat branden als de buitentemperatuur 3°C of lager is.
Achtergrondkleur van rijmodus
De achtergrondkleur wijzigt overeenkomstig de rijmodus. (Blz. 376)
Sportmodus: rood
•ECO-modus: blauw
Wanneer in de Normal-modus/Custom-modus wordt gereden, is de achtergrondkleur zwart.
Klok
De weergegeven tijd is gekoppeld aan de analoge klok in het dashboard. (Blz. 428)
Multi-informatiedisplay
Geeft de bestuurder allerlei gegevens met betrekking tot de auto (Blz. 107)
Geeft bij een storing waarschuwingsmeldingen weer (Blz. 503)
Meters en tellers
De meters geven allerlei informatie over het rijden.
Weergave instrumentenpaneel
A
B
C
D
E
F
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 102 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
103
2
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid weer
Brandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in de tank aanwezig is
Schakelstand en schakelbereik
Geeft de geselecteerde schakelstand of het geselecteerde schakelbereik weer (Blz. 260)
Kilometerteller, dagteller en informatiedisplay onderhoud vereist
Kilometerteller:
Geeft de totale afstand weer die met de auto gereden is
Dagteller:
Geeft de afstand weer die met de auto gereden is sinds de teller de laatste keer op nul is gezet.
Dagteller A en B kunnen onafhankelijk van elkaar worden gebruikt en verschillende afstanden weer-
geven.
Informatie onderhoud vereist:
Geeft de afstand aan tot de motorolie moet worden ververst.
Geeft de informatie met betrekking tot vereist onderhoud weer wanneer het contact AAN staat.
Deze informatie kan worden gereset via op het multi-informatiedisplay. (Blz. 110)
Wanneer als rijmodus de sportmodus is ingesteld (Blz. 376)
De eenheden die voor de tellers worden gebruikt, kunnen per regio verschillen.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur weer
Toerenteller
Geeft het motortoerental aan in omwentelingen per minuut
G
H
I
J
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 103 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
104
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Buitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan binnen het bereik -40°C tot 50°C. Het controlelampje lage bui-
tentemperatuur gaat branden als de buitentemperatuur 3°C of lager is.
Achtergrondkleur van rijmodus
De achtergrondkleur wijzigt overeenkomstig de rijmodus. (Blz. 376)
Sportmodus: rood
•ECO-modus: blauw
Wanneer in de normale modus wordt gereden, is de achtergrondkleur zwart.
Klok
De weergegeven tijd is gekoppeld aan de analoge klok in het dashboard. (Blz. 428)
Multi-informatiedisplay
Geeft de bestuurder allerlei gegevens met betrekking tot de auto (Blz. 107)
Geeft bij een storing waarschuwingsmeldingen weer (Blz. 503)
Snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid weer
Brandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in de tank aanwezig is
Schakelstand en schakelbereik
Geeft de geselecteerde schakelstand of het geselecteerde schakelbereik weer (Blz. 260)
Kilometerteller, dagteller en informatiedisplay onderhoud vereist
Kilometerteller:
Geeft de totale afstand weer die met de auto gereden is
Dagteller:
Geeft de afstand weer die met de auto gereden is sinds de teller de laatste keer op nul is gezet.
Dagteller A en B kunnen onafhankelijk van elkaar worden gebruikt en verschillende afstanden weer-
geven.
Informatie onderhoud vereist:
Geeft de afstand aan tot de motorolie moet worden ververst.
Geeft de informatie met betrekking tot vereist onderhoud weer wanneer het contact AAN staat.
Deze informatie kan worden gereset via op het multi-informatiedisplay. (Blz. 110)
C
D
E
F
G
H
I
J
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 104 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
105
2
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Bedrijfstoestand
Het contact staat AAN.
Hybridesysteemindicator
Power-gebied
Laat zien dat de grens van een bereik voor
milieuvriendelijk rijden wordt overschreden
(bij rijden op vol vermogen en dergelijke).
Eco-gebied
Laat zien dat er milieuvriendelijk wordt
gereden.
Hybride eco-gebied
Laat zien dat er niet vaak gebruik wordt
gemaakt van het vermogen van de benzine-
motor.
De benzinemotor wordt automatisch
gestopt en opnieuw gestart onder verschil-
lende omstandigheden.
Laadgebied
Geeft aan dat er energie wordt terugge-
wonnen via regeneratief remmen.
De hybridesysteemindicator wordt in alle rij-
modi, behalve de sportmodus, weergegeven.
Als u probeert om de naald tijdens het rijden
in het Eco-gebied te houden, rijdt u milieu-
vriendelijker.
In het oplaadgebied wordt de regeneratiesta-
tus* aangegeven. De geregenereerde energie
wordt gebruikt om het batterijpakket (tractie-
batterij) te laden.
*: Met “regenereren” wordt in deze handleiding
het omzetten van bewegingsenergie van de
auto in elektrische energie bedoeld.
Toerenteller
De hybridesysteemindicator schakelt automa-
tisch over naar de toerenteller wanneer de rij-
modus op de sportmodus wordt ingesteld. De
instellingen van het toerentellerdisplay kunnen
worden gewijzigd op het multi-informatiedisplay.
(Blz. 557)
Motortoerental
Bij hybrideauto's wordt het motortoerental
nauwkeurig aangestuurd, vooral om het brand-
stofverbruik te verlagen en de uitstoot van scha-
delijke stoffen te beperken.
Het kan voorkomen dat het weergegeven
motortoerental varieert, terwijl de rijomstandig-
heden gelijk blijven.
Weergave buitentemperatuur
Onder de volgende omstandigheden wordt
mogelijk niet de juiste buitentemperatuur
weergegeven of duurt het langer voordat de
weergave wordt gewijzigd.
Wanneer de auto stilstaat of met lage snelheid
rijdt (lager dan 20 km/h)
Wanneer de buitentemperatuur plotseling
verandert (bijvoorbeeld bij het in- of uitrijden
van een garage of tunnel)
Wanneer “--” of “E” wordt weergegeven, zit er
mogelijk een storing in het systeem.
Breng uw auto naar een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Pop-updisplay
Onder bepaalde omstandigheden wordt tijdelijk
een pop-updisplay weergegeven op het multi-
informatiedisplay of de kilometerteller/de dag-
teller/het informatiescherm onderhoud vereist.
De functie voor het pop-updisplay kan worden
in- en uitgeschakeld. (Blz. 112)
LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of lichte
puntjes verschijnen. Dit verschijnsel is kenmer-
kend voor LCD-schermen en u kunt het scherm
zonder problemen blijven gebruiken.
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 105 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
106
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De weergave van het instrumentenpaneel kan
op het multi-informatiedisplay aan de persoon-
lijke voorkeur worden aangepast.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen: Blz. 557)
Schakelt tussen de kilometerteller, de dag-
teller en het informatiedisplay onderhoud
vereist. Als de dagteller wordt weergege-
ven, wordt deze gereset als de knop inge-
drukt wordt gehouden.
De helderheid van de dashboardverlich-
ting kan worden ingesteld.
1Donkerder
2Helderder
WAARSCHUWING
Informatiedisplay bij lage temperaturen
Laat het interieur van de auto op temperatuur
komen alvorens het informatiedisplay te
gebruiken. Bij extreem lage temperaturen
kan het informatiedisplay trager reageren en
worden wijzigingen mogelijk met enige ver-
traging weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging ont-
staan tussen het schakelen door de bestuur-
der en de weergave van de ingeschakelde
versnelling op het display. Deze vertraging
kan de bestuurder doen besluiten nogmaals
terug te schakelen, waardoor er te sterk op
de motor wordt afgeremd en er een aanrij-
ding kan ontstaan, met ernstig letsel tot
gevolg.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de motor en
onderdelen ervan
Laat, wanneer de toerenteller wordt weer-
gegeven, de naald van de toerenteller niet
in het rode gebied komen dat het maxi-
mumtoerental aangeeft.
Als de naald van de koelvloeistoftempera-
tuurmeter in het rode gebied (H) staat of
“Engine Coolant Temp High” (hoge koel-
vloeistoftemperatuurmeter) of “Hybrid
System Overheated” (hybridesysteem
oververhit) op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven, kan de motor over-
verhit zijn. Breng in dat geval de auto zo
snel mogelijk op een veilige plaats tot stil-
stand en controleer de verbrandingsmotor
of het hybridesysteem nadat deze volledig
zijn afgekoeld. (Blz. 537)
Wisselen tussen de kilometerteller,
de dagteller en het
informatiedisplay onderhoud ver-
eist
Wijzigen van de helderheid van
de dashboardverlichting
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 106 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
107
2
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Voor het aanpassen van de helderheid van
het instrumentenpaneel
De helderheid van de dashboardverlichting kan
afzonderlijk worden aangepast wanneer de ach-
terlichten branden en wanneer de achterlichten
uit zijn. Wanneer de omgeving echter licht is (bij-
voorbeeld overdag), wordt de helderheid van de
dashboardverlichting niet aangepast wanneer
de achterlichten worden ingeschakeld.
Display
Menu-iconen
LCD-scherm
Blz. 105
Multi-informatiedisplay
Het multi-informatiedisplay verschaft
de bestuurder uiteenlopende gege-
vens met betrekking tot de auto.
Informatie op display
Rij-informatie (Blz. 108)
Aan navigatiesysteem gekop-
pelde weergave (indien aanwe-
zig) (Blz. 110)
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
(Blz. 110)
Informatie ondersteunende
systemen(Blz. 110)
Weergave waarschuwingsmel-
ding (Blz. 110)
Weergave instellingen
(Blz. 110)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 107 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
108
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Het multi-informatiedisplay wordt bediend
met de bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel.
Een item selecteren/pagina wijzigen
Enter/instellen
Terugkeren naar het vorige scherm
Indrukken: Geeft het scherm weer dat
is vastgelegd onder . Wanneer
geen scherm is vastgelegd, wordt het
rij-informatiescherm weergegeven.
Ingedrukt houden: legt het scherm dat
op dat moment wordt weergegeven
vast onder .
Het registratiebevestigingsscherm wordt weer-
gegeven. Als het geselecteerde scherm niet
kan worden vastgelegd, wordt een foutmelding
weergegeven.
Weergeven van verzonden/ontvangen
oproepen en oproepgeschiedenis
Wanneer het handsfree-systeem is aange-
sloten, worden de verzonden en ontvangen
oproepen weergegeven. Raadpleeg de
HANDLEIDING VOOR HET NAVIGATIE-
EN MULTIMEDIASYSTEEM voor meer infor-
matie over het handsfree-systeem.
Weergave van rij-informatie
Hiermee kunnen allerlei gegevens met
betrekking tot het rijden worden weerge-
geven.
Maximaal 2 van de volgende items kunnen
worden geselecteerd.
De weergegeven onderwerpen kunnen
worden gewijzigd door op of van
de bedieningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel te drukken om te selecteren
en op of te drukken.
Actueel brandstofverbruik*1
Geeft het actuele brandstofverbruik aan
Gemiddeld brandstofverbruik (sinds
resetten*2/sinds starten/sinds tanken)*1
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik weer
sinds respectievelijk het resetten van de functie,
het starten van het hybridesysteem en het tan-
ken
Het weergegeven gemiddelde brandstofver-
bruik is een globale waarde.
Gemiddelde rijsnelheid (sinds reset-
ten*2/si n ds s t ar te n ) *1
OPMERKING
Het multi-informatiedisplay bij lage tem-
peraturen
Laat het interieur van de auto op temperatuur
komen alvorens het informatiedisplay te
gebruiken. Bij extreem lage temperaturen
kan het informatiedisplay trager reageren en
worden wijzigingen mogelijk met enige ver-
traging weergegeven.
Wijzigen van de weergave van
het instrumentenpaneel
A
B
C
D
Rij-informatie
E
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 108 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
109
2
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Geeft de gemiddelde rijsnelheid weer sinds
respectievelijk het resetten van de functie en
het starten van het hybridesysteem
Verstreken tijd (sinds resetten*2/s i n d s
starten)*1
Geeft de verstreken tijd weer sinds respectie-
velijk het resetten van de functie en het starten
van het hybridesysteem
Afstand (actieradius/sinds starten)*1
Geeft respectievelijk de berekende maximale
afstand weer die nog kan worden gereden met
de resterende brandstof en de gereden afstand
sinds het starten van het hybridesysteem.
Deze afstand wordt berekend op basis van
het gemiddelde brandstofverbruik. Hierdoor
kan de werkelijke afstand die nog kan wor-
den gereden, afwijken van de weergegeven
afstand.
Als er een kleine hoeveelheid brandstof
wordt getankt, wordt de weergave mogelijk
niet bijgewerkt.
Zet tijdens het tanken het contact UIT. Als
brandstof wordt getankt terwijl het contact
niet UIT staat, wordt de weergave mogelijk
niet bijgewerkt.
*1: Wordt weergegeven wanneer het item
wordt ingesteld op “Rij-info 1”, “Rij-info 2” en
“Rij-info 3”. (Blz. 557)
*2: De functie kan worden gereset door de
van de bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel langer dan 1 seconde in te
drukken als het te resetten item wordt weer-
gegeven.
Als er meer dan één te resetten item is, ver-
schijnt het itemselectiescherm.
Energiemonitor
Blz. 117
G-monitor (indien aanwezig)
Geeft de versnellingskrachten voor, ach-
ter, links en rechts van de auto weer. Geeft
ook de draaihoek van het stuurwiel, de
remvloeistofdruk en de gaspedaalstand
weer.
De werkelijke omstandigheden van de
auto verschillen mogelijk van die op het
display, afhankelijk van de wegomstan-
digheden, buitentemperatuur, rijsnel-
heid, enz.
Gebruik de weergave op het scherm
ter referentie.
Als een accupool is losgenomen en
weer aangesloten, wordt de weergave
van de mate van verdraaiing van het
stuurwiel mogelijk tijdelijk uitgescha-
keld. Nadat u een tijdje met de auto
hebt gereden, wordt de weergave weer
ingeschakeld.
Snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid aan.
Waarschuwing voor slingeren
Signaleert het slingeren van de auto bin-
nen een rijstrook, wat vaak wordt veroor-
zaakt door een verslapte aandacht van de
bestuurder, en waarschuwt de bestuurder.
Deze functie maakt deel uit van het LTA-
systeem (Lane Tracing Assist) of het LDA-
systeem (Lane Departure Alert met stuur-
regeling). De functie wordt weergegeven
als aan de voorwaarden voor de weergave
van de waarschuwing bij slingeren wordt
voldaan. (Blz. 311, 320)
Display uit
Er wordt een leeg scherm weergegeven
Bij het losnemen en aansluiten van de accu-
kabels
De rij-informatie wordt gereset.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 109 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
110
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Hiermee kan de volgende aan het naviga-
tiesysteem gekoppelde informatie worden
weergegeven.
Routebegeleiding
Kompasdisplay (weergave rijrichting
boven)
Hiermee kunt u een audiobron of nummer
selecteren op het display met behulp van
de bedieningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel.
Hiermee kan de werkingsstatus van de vol-
gende systemen worden weergegeven:
LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan-
wezig) (Blz. 307)
LDA (Lane Departure Alert met stuur-
regeling) (indien aanwezig)
(Blz. 316)
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (indien aanwe-
zig) (Blz. 328)
Het display-icoon verandert afhankelijk
van het systeem dat wordt gebruikt.
Hiermee kunnen waarschuwingsmel-
dingen en te nemen maatregelen worden
weergegeven als een storing wordt gesig-
naleerd. (Blz. 503)
De instellingen van de volgende items kun-
nen worden gewijzigd met de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel.
Bij functies die in- of uitgeschakeld kunnen
worden, wordt iedere keer als op
wordt gedrukt, geschakeld tussen aan en
uit.
LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) (Blz. 307)
Hiermee kunt u de volgende zaken instel-
len.
Lane Centering
Hiermee kunt u de Lane Centering-functie in-
of uitschakelen.
Stuurassistentie
Hiermee kan de stuurassistentie worden in- of
uitgeschakeld.
Waarschuwing
Hiermee kunt u een andere soort waarschu-
wing selecteren.
Gevoeligheid waarschuwing
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de waar-
schuwing instellen.
Waarschuwing voor slingeren
Hiermee kunt u de waarschuwing voor slinge-
ren in- of uitschakelen.
Gevoeligheid waarschuwing voor slin-
geren
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de waar-
schuwing voor slingeren instellen.
Aan navigatiesysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
Informatie ondersteunende
systemen
Weergave waarschuwingsmelding
Weergave instellingen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 110 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
111
2
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
LDA (Lane Departure Alert met
stuurregeling) (indien aanwezig)
(Blz. 316)
Hiermee kunt u de volgende zaken instel-
len.
Stuurassistentie
Hiermee kan de stuurassistentie worden in- of
uitgeschakeld.
Waarschuwing
Hiermee kunt u een andere soort waarschu-
wing selecteren.
Gevoeligheid waarschuwing
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de waar-
schuwing instellen.
Waarschuwing voor slingeren
Hiermee kunt u de waarschuwing voor slinge-
ren in- of uitschakelen.
Gevoeligheid waarschuwing voor slin-
geren
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de waar-
schuwing voor slingeren instellen.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig) (Blz. 299)
Hiermee kunt u de volgende zaken instel-
len.
PCS aan/uit
Hiermee kunt u het Pre-Collision-systeem in- of
uitschakelen.
Gevoeligheid PCS
Hiermee kunt u het waarschuwingstijdstip wijzi-
gen.
PKSA (Parking Support Alert) (indien
aanwezig) (Blz. 342)
Hiermee kunt u de volgende zaken instel-
len.
Lexus Parking Assist-sensor
Hiermee kan de Lexus Parking Assist-sensor
worden in- of uitgeschakeld.
Volu me
Hiermee kunt u het volume instellen van de
zoemer die klinkt wanneer de Parking Support
Alert-functie in werking is.
PKSB (Parking Support Brake-
functie) (indien aanwezig)
(Blz. 348)
PKSB aan/uit
Hiermee kunt u de Parking Support Brake-
functie (voor stilstaande objecten) in- of uit-
schakelen.
Snelheidswaarschuwing (Blz. 560)
Hiermee kunt u de volgende zaken instel-
len.
Snelheidswaarschuwing
Hiermee kan de snelheidswaarschuwing wor-
den in-/uitgeschakeld.
Snelheidsinstelling
Hiermee kan het waarschuwingssnelheid wor-
den gewijzigd.
RSA (Road Sign Assist) (indien
aanwezig) (Blz. 324)
Hiermee kunt u de volgende zaken instel-
len.
Road Sign Assist
Hiermee kunt u de Road Sign Assist inschake-
len/uitschakelen.
Te hoge snelheid
Hiermee kunt u de waarschuwing te hoge snel-
heid in-/uitschakelen.
Niveau te hoge snelheid
Hiermee kunt u het snelheidsniveau voor de
waarschuwing te hoge snelheid instellen.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 111 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
112
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Inhaalverbod
Hiermee kunt u de waarschuwing inhaalverbod
in-/uitschakelen.
Overige
Hiermee kunt u de Road Sign Assist instellen.
Klok
Hiermee kunt u schakelen tussen 12-uurs-
en 24-uursweergave.
Voertuiginstellingen
PBD (elektrisch bedienbare
achterklep)*1 (Blz. 132)
Hiermee kunt u de volgende zaken instellen.
Systeeminstellingen
Hiermee kan de functie elektrisch bedienbare
achterklep worden in- of uitgeschakeld.
•Volume
Hiermee kunt u het volume instellen van de
zoemer die klinkt wanneer de elektrisch
bedienbare achterklep in werking is.
Sensor regeling voetbediening*2
Hiermee kunt u de sensor regeling voetbedie-
ning in- of uitschakelen.
*1: Auto's met elektrisch bedienbare achter-
klep
*2: Auto's met handsfree elektrisch bedienbare
achterklep
TPMS (bandenspanningswaarschu-
wingssysteem) (indien aanwezig)
(Blz. 459)
Hiermee kan het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem worden geïnitialiseerd.
Onderhoud motorolie (Blz. 450)
Hiermee kan het indicatiesysteem motorolie
verversen (de melding die aangeeft dat onder-
houd moet worden uitgevoerd en de afstand tot
de motorolie moet worden ververst) worden
gereset nadat de motorolie is ververst.
Instellingen instrumentenpaneel
Ta a l
Hiermee kunt u de taal op het display wijzigen.
Eenheden
Hiermee kan de eenheid voor het brandstof-
verbruik worden gewijzigd.
EV-controlelampje (Blz. 73)
Hiermee kan het EV-controlelampje worden in-
en uitgeschakeld.
Instellingen toets (Blz. 108)
Er wordt een procedure weergegeven voor het
vastleggen van een gewenst scherm onder
.
U kunt 1 scherm als shortcut vastleggen.
Dit scherm kan dan worden weergegeven
door op te drukken.
Rij-informatiescherm (Blz. 108)
Hiermee kan tussen 2 items worden gekozen
die op elk rij-informatiescherm worden weer-
gegeven (“Rij-info 1”, “Rij-info 2” en “Rij-info
3”).
Pop-updisplay (Blz. 105)
Hiermee kunnen de volgende pop-updisplays
worden in-/uitgeschakeld. Deze displays kun-
nen in bepaalde situaties verschijnen.
Display van de kruispuntenbegeleiding van
het aan het navigatiesysteem gekoppelde
systeem (indien aanwezig)
Display van binnenkomende oproepen van
het handsfree-systeem
Display voor het aanpassen van de helder-
heid van het instrumentenpaneel
Accentkleur
Hiermee kunnen de accentkleuren op het
scherm, zoals de kleur van de cursor, worden
gewijzigd.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 112 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
113
2
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Instellingen toerenteller
Hiermee kan de weergave van de toerenteller
of de hybridesysteemindicator worden inge-
steld op automatisch wijzigen overeenkomstig
de rijmodus of op statisch.
Initialisatie
Hiermee kunnen de instellingen van de weer-
gave van het instrumentenpaneel worden gere-
set.
Onderbreking van de weergave van de
instellingen
In de volgende situaties wordt de bediening van
het instellingendisplay tijdelijk uitgeschakeld.
Wanneer er een waarschuwingsmelding op
het multi-informatiedisplay verschijnt.
Wanneer de auto begint te rijden
Automatisch weergegeven als dit systeem
wordt gebruikt. (Blz. 343)
*: Indien aanwezig
Head-up display
De helderheid van het display wordt automa-
tisch aangepast aan de helderheid van de
omgeving.
Toets positieregeling display
Toets helderheidsregeling display
De helderheid van het display kan worden inge-
steld op het gewenste niveau.
Toets HUD
Toe t s D I SP
WAARSCHUWING
Waarschuwing bij het instellen van het
display
Zorg dat de auto geparkeerd staat op een
plaats met voldoende ventilatie, aangezien
het hybridesysteem tijdens het instellen van
het display moet draaien. In een afgesloten
ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaatgas-
sen die het schadelijke koolmonoxide (CO)
bevatten, zich ophopen en in de auto terecht-
komen. Dit kan zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
OPMERKING
Tijdens het instellen van het display
Zorg ervoor dat het hybridesysteem draait tij-
dens het instellen van het display om te voor-
komen dat de 12V-accu leeg raakt.
Lexus Parking Assist-sensor
(indien aanwezig)
Head-up display*
Het head-up display kan worden
gebruikt om de rijsnelheid en andere
informatie op de voorruit te projecte-
ren.
Systeemonderdelen
A
B
C
D
E
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 113 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
114
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Rijsnelheid
Hybridesysteemindicator (Blz. 116)
Toerenteller
Schakelstand en schakelbereik
Geeft de geselecteerde schakelstand of het
geselecteerde schakelbereik weer
(Blz. 260)
Audiodisplay
Geeft ongeveer 3 seconden audio-informatie
weer als het audiosysteem wordt bediend
Display routebegeleiding (auto's met
navigatiesysteem) (Blz. 116)
Als het navigatiesysteem routebegeleiding
weergeeft en er een kruising nadert, wordt
automatisch een pijl weergegeven om de rij-
richting aan te geven.
Weergave waarschuwing bij verlaten
rijstrook (LTA [Lane Tracing Assist])
(indien aanwezig) (Blz. 307)
Weergave waarschuwing bij verlaten
rijstrook (LDA [Lane Departure Alert
met stuurregeling]) (indien aanwezig)
(Blz. 316)
Verkeersborden, aanvullende tekens,
enz. (RSA [Road Sign Assist]) (indien
aanwezig) (Blz. 324)
Weergave naderingswaarschuwing
(Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem met volledig snelheidsbereik)
(indien aanwezig) (Blz. 328)
Pre-Crash-waarschuwingsmelding
(Pre-Crash Safety-systeem) (indien
aanwezig) (Blz. 299)
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) (indien aanwezig)
(Blz. 348)
G-monitor (indien aanwezig)
(Blz. 109)
Brake Override-systeem (Blz. 240)
Wegrijregeling (Blz. 241)
To e t s H U D
Door de schakelaar in te drukken wordt
het head-up display in- of uitgeschakeld en
worden de weergegeven eenheden voor
de rijsnelheid als volgt gewijzigd:
Typ e A
UIT AAN (km/h) UIT
Typ e B
UIT AAN (mph) AAN (km/h)
UIT
To e t s D I SP
Druk op deze toets om over te schakelen
naar een andere weergave op het display
(de rijsnelheid wordt altijd weergege-
ven):
•Uit
Hybridesysteemindicator
•Toerenteller
G-monitor (indien aanwezig)
Informatie op het head-up display
De weergave van het head-up dis-
play wijzigen
A
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 114 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
115
2
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Head-up display
Met een (gepolariseerde) zonnebril op is het
head-up display soms moeilijk afleesbaar.
Pas de helderheid van het head-up display
aan of zet uw zonnebril af.
Wanneer het head-up display wordt uitge-
schakeld, wordt er niets op weergegeven tot-
dat het weer wordt ingeschakeld.
Instellen van de displaypositie
1Hoger
2Lager
WAARSCHUWING
Voordat u het head-up display gebruikt
Controleer of de positie en de helderheid van
het head-up display geen belemmering vor-
men voor veilig rijden. Als de positie of de
helderheid van het display niet goed is afge-
steld, kan het zicht van de bestuurder worden
belemmerd, waardoor een ongeval en ernstig
letsel kunnen ontstaan.
Waarschuwing met betrekking tot het
instellen van het head-up display
Zorg dat de auto geparkeerd staat op een
plaats met voldoende ventilatie, aangezien
het hybridesysteem tijdens het instellen van
het head-up display moet draaien. In een
afgesloten ruimte, zoals een garage, kunnen
uitlaatgassen die het schadelijke koolmo-
noxide (CO) bevatten, zich ophopen en in de
auto terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk
zijn voor de gezondheid.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
onderdelen
Plaats geen bekers of blikjes drinken in de
buurt van de projector van het head-up
display. Als de projector nat wordt, kunnen
er elektrische storingen ontstaan.
Plaats geen voorwerpen op de projector
van het head-up display en plak er ook
geen stickers op.
Als u dat toch doet, worden er mogelijk
geen meldingen meer op het head-up dis-
play weergegeven.
Raak de binnenzijde van de projector van
het head-up display niet aan en steek ook
geen scherpe voorwerpen in de projector.
Dit kan tot mechanische defecten leiden.
Bij het wijzigen van de instellingen van het
head-up display
Zorg ervoor dat het hybridesysteem tijdens
het instellen van het head-up display draait,
om te voorkomen dat de 12V-accu ontladen
raakt.
Het display beter zichtbaar maken
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 115 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
116
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
De helderheid instellen
De helderheid van het display wordt auto-
matisch aangepast aan de lichtsterkte van
de omgeving. De helderheid van het dis-
play kan echter ook handmatig in 9 stap-
pen worden ingesteld.
1Helderder
2Donkerder
Laadgebied
Laat het regeneratieve opladen zien.
Hybride eco-gebied
Laat zien dat er niet vaak gebruik wordt
gemaakt van het vermogen van de benzinemo-
tor.
De benzinemotor wordt automatisch gestopt
en opnieuw gestart onder verschillende
omstandigheden.
Eco-gebied
Laat zien dat er milieuvriendelijk wordt gere-
den.
Power-gebied
Laat zien dat de grens van een bereik voor mili-
euvriendelijk rijden wordt overschreden (bij rij-
den op vol vermogen en dergelijke).
Wanneer de auto een kruising nadert,
wordt de richting die de auto moet volgen,
aangegeven door de pijl. Wanneer de auto
een kruising nadert, wordt de routebege-
leiding gestart en wordt ook de afstand* tot
de kruising weergegeven.
*: De afstandsaanduiding verdwijnt wanneer de
auto de kruising oversteekt.
Hiermee kan de weergave van de vol-
gende onderwerpen worden in- of uitge-
schakeld:
Routebegeleiding naar bestemming
Informatie ondersteunende systemen
Status bediening audiosysteem
•Weergave rijstrook
Hybridesysteemindicator
A
B
Display routebegeleiding (auto's
met navigatiesysteem)
Persoonlijke voorkeursinstellingen
van het display
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 116 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
117
2
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Zorg er bij het wijzigen van de instellingen
voor dat de auto op een veilige plaats staat
met de selectiehendel in stand P en geacti-
veerde parkeerrem.
1Houd de toets DISP ingedrukt totdat
het scherm verandert.
De persoonlijke voorkeursinstellingen kunnen
worden gewijzigd als het head-up display is
ingeschakeld.
2Druk op de toets DISP om te schake-
len tussen aan en uit.
Telkens wanneer op de toets wordt gedrukt,
wordt geschakeld van aan naar uit of andersom.
Als enige tijd niet op deze toets wordt gedrukt,
wordt het instellingsscherm automatisch afge-
sloten.
Als de 12V-accu wordt losgekoppeld
De aangepaste instellingen van het head-up dis-
play worden gereset.
*: Indien aanwezig
Multi-informatiedisplay
Scherm navigatie-/multimediasysteem
Bedieningstoetsen instrumentenpa-
neel
Toe t s M E NU
Tou ch p a d
Scherm met energiemonitor/
brandstofverbruik*
U kunt de status van het hybridesys-
teem zien op het multi-informatiedis-
play en op het scherm van het
navigatie-/multimediasysteem.
De energiemonitor of het brandstof-
verbruiksscherm kan worden weerge-
geven en bediend op het nevenscherm.
Systeemonderdelen
A
B
C
D
E
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 117 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
118
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Scherm navigatie-/multimediasysteem
Druk op de toets MENU op de Remote Touch en selecteer op het scherm.
Als het scherm “Ritinformatie” of “Geschiedenis” wordt weergegeven, selecteert u “Energie”.
Multi-informatiedisplay
Druk op of van de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel en selecteer
en vervolgens of om de energiemonitor weer te geven.
Energiemonitor
Wanneer de auto wordt aangedreven door de elektromotor (tractiemotor)
Scherm navigatie-/multimediasysteem Multi-informatiedisplay
Wanneer de auto wordt aangedreven door de benzinemotor en de elektromotor (tractiemotor)
Scherm navigatie-/multimediasysteem Multi-informatiedisplay
Wanneer de auto wordt aangedreven door de benzinemotor
Scherm navigatie-/multimediasysteem Multi-informatiedisplay
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 118 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
119
2
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
De volgende afbeeldingen zijn slechts voorbeelden en kunnen licht afwijken van de werke-
lijke situaties.
Status batterijpakket (tractiebatterij)
Scherm navigatie-/multimediasysteem
Laag
Hoog
Multi-informatiedisplay
Laag
Vol
De volgende afbeeldingen zijn slechts voor-
beelden en kunnen licht afwijken van de werke-
lijke situaties.
Wanneer het batterijpakket (tractiebatterij) wordt geladen
Scherm navigatie-/multimediasysteem Multi-informatiedisplay
Wanneer er geen energieoverdracht plaatsvindt
Scherm navigatie-/multimediasysteem Multi-informatiedisplay
A
B
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 119 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
120
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Ritinformatie
Druk op de toets MENU op de Remote
Touch en selecteer op het scherm.
Als een ander scherm dan “Ritinformatie” wordt
weergegeven, selecteert u “Ritinformatie”.
Resetten van de verbruiksgegevens
Het brandstofverbruik gedurende de
laatste 15 minuten
Actueel brandstofverbruik
De geregenereerde energie gedu-
rende de laatste 15 minuten
Eén symbool staat voor 50 Wh. Er
worden maximaal 5 symbolen
getoond.
Gemiddelde rijsnelheid sinds het star-
ten van het hybridesysteem.
Verstreken tijd sinds het starten van het
hybridesysteem.
Actieradius (Blz. 121)
Het gemiddelde brandstofverbruik gedu-
rende de laatste 15 minuten wordt door
middel van kleuren verdeeld in vorige
gemiddelden en gemiddelden sinds de
laatste keer dat het contact AAN is gezet.
Het weergegeven gemiddelde brandstof-
verbruik is een globale waarde.
De afbeelding is slechts een voorbeeld en kan
afwijken van de werkelijke situatie.
Geschiedenis
Druk op de toets MENU op de Remote
Touch en selecteer op het scherm.
Als een ander scherm dan “Geschiedenis”
wordt weergegeven, selecteert u “Geschiede-
nis”.
Het laagste gemeten brandstofver-
bruik
Recent brandstofverbruik
Vorige gemeten brandstofverbruik
De gegevens uit de geschiedenis
resetten
Het recente brandstofverbruik bijwer-
ken
De geschiedenis van het recente brand-
stofverbruik is door middel van kleuren
verdeeld in vorige gemiddelden en het
gemiddelde brandstofverbruik sinds de
gegevens de laatste keer zijn bijgewerkt.
Het weergegeven gemiddelde brandstof-
verbruik is een globale waarde.
De afbeelding is slechts een voorbeeld en
kan afwijken van de werkelijke situatie.
Brandstofverbruik (auto's met
navigatiesysteem of
multimediasysteem)
A
B
C
D
E
F
G
A
B
C
D
E
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 120 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
121
2
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
De gegevens uit de geschiedenis bijwerken
Werk het recente brandstofverbruik bij door
“Knipsel” te selecteren om het actuele brand-
stofverbruik opnieuw te meten.
De gegevens resetten
De verbruiksgegevens kunnen worden gewist
door “Wissen” te selecteren.
Actieradius
Geeft de geschatte maximale afstand aan die
nog met de in de tank aanwezige brandstof kan
worden gereden.
Deze afstand wordt berekend op basis van het
gemiddelde brandstofverbruik.
Hierdoor kan de werkelijke afstand die nog kan
worden gereden, afwijken van de weergegeven
afstand.
Geef de voertuiginformatie weer op het
nevenscherm (Blz. 397) en selecteer
vervolgens of om het gewenste
scherm weer te geven.
Ritinformatie (type A)
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik
en de teruggewonnen energie van de
afgelopen 10 minuten weer met intervallen
van 1 minuut en geeft de actieradius weer.
De afbeelding is slechts een voorbeeld en kan
afwijken van de werkelijke situatie.
Het weergegeven gemiddelde brandstofver-
bruik is een globale waarde.
Ritinformatie (type B)
Geeft de actieradius, het recente brand-
stofverbruik en de verstreken tijd sinds het
hybridesysteem is gestart weer.
De afbeelding is slechts een voorbeeld en kan
afwijken van de werkelijke situatie.
Het weergegeven gemiddelde brandstofver-
bruik is een globale waarde.
Geschiedenis
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik
en het hoogste brandstofverbruik weer.
De afbeelding is slechts een voorbeeld en kan
afwijken van de werkelijke situatie.
Het weergegeven gemiddelde brandstofver-
bruik is een globale waarde.
Energiemonitor
Geeft de werking van het hybridesysteem
en de status van de energieterugwinning
weer.
Er wordt dezelfde informatie weergegeven als
op het multi-informatiedisplay. (Blz. 118)
Gebruik van het nevenscherm
(alleen auto's met 10,3 inch display)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 121 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
122
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
2-1. Instrumentenpaneel
De afbeelding is slechts een voorbeeld en kan
afwijken van de werkelijke situatie.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 122 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
3
123
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3
Voordat u gaat rijden
Voordat u gaat rijden
3-1. Informatie over sleutels
Sleutels ...................................................124
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen
van de portieren
Portieren ................................................128
Achterklep............................................132
Smart entry-systeem
met startknop ...................................145
3-3. Verstellen van de stoelen
Voorstoelen ..........................................215
Achterstoelen......................................216
Ergonomisch geheugen..................221
Hoofdsteunen.....................................224
3-4. Verstellen van het stuurwiel
en de spiegels
Stuurwiel...............................................226
Binnenspiegel.....................................227
Buitenspiegels....................................229
3-5. Openen en sluiten van de
ruiten en het schuifdak
Elektrisch bedienbare ruiten.........231
Schuifdak..............................................233
Elektrisch bedienbaar
zonnescherm...................................236
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 123 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
124
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-1. Informatie over sleutels
3-1.Informatie over sleutels
Bij de auto worden de volgende sleutels
geleverd.
Elektronische sleutels
Bedienen van het Smart entry-systeem met
startknop (indien aanwezig) (Blz. 145)
Gebruik van de afstandsbedieningsfunctie
Mechanische sleutels
Plaatje met sleutelnummer
Sleutelkaart (elektronische sleutel)
(indien aanwezig)
Bedienen van het Smart entry-systeem met
startknop (Blz. 145)
Sleutelkaart (indien aanwezig)
De mechanische sleutel die zich in de sleutel-
kaart bevindt, mag uitsluitend in noodgevallen
worden gebruikt, bijvoorbeeld wanneer de
elektronische sleutel niet goed werkt.
Als de batterij uit de sleutelkaart is gevallen
doordat het afdekkapje niet is geplaatst, of de
batterij is verwijderd nadat de sleutelkaart nat
is geworden, plaats de batterij dan terug met
de positieve zijde (+) naar het Lexus-
embleem.
De sleutelkaart is niet waterdicht.
Aan boord van een vliegtuig
Zorg ervoor dat u aan boord van een vliegtuig
niet op de toetsen van de elektronische sleutel
drukt. Zorg ervoor dat de toetsen niet per onge-
luk ingedrukt kunnen worden als u de elektroni-
sche sleutel in bijvoorbeeld een tas hebt
opgeborgen. Bij het indrukken van de toetsen
kan de elektronische sleutel radiogolven uitzen-
den die de bediening van het vliegtuig kunnen
beïnvloeden.
Leegraken batterij elektronische sleutel
De standaard levensduur van de batterij is 1 -
2 jaar. (De batterij in de sleutelkaart heeft een
levensduur van ongeveer anderhalf jaar.)
Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waar-
schuwingssignaal in de auto als het hybride-
systeem wordt uitgeschakeld.
Omdat de elektronische sleutel altijd radio-
golven ontvangt, raakt de batterij ook ontla-
den wanneer de elektronische sleutel niet
wordt gebruikt. De volgende symptomen
geven aan dat de batterij van de elektronische
sleutel mogelijk ontladen is. Vervang de batte-
rij indien nodig.
Het Smart entry-systeem met startknop of de
afstandsbediening werkt niet.
Het detectiegebied wordt kleiner.
Het ledcontrolelampje in de sleutel gaat niet
branden.
Houd, om de levensduur van de batterij niet
nodeloos te bekorten, de elektronische sleu-
tel op een afstand van minimaal 1 m van de
volgende elektrische apparaten met een
magnetisch veld:
Televisietoestellen
Computers
Mobiele telefoons, draadloze telefoons en
Sleutels
Soorten sleutels
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 124 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
125
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-1. Informatie over sleutels
Voordat u gaat rijden
batterijladers
Oplaadapparatuur voor draadloze en
mobiele telefoons
Inductiekookplaten
•Tafellampen
Batterij vervangen
Blz. 475
Bevestiging van het aantal geregistreerde
sleutels
Het aantal al geregistreerde sleutels kan worden
bevestigd. Neem voor meer informatie contact
op met een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
sleutel
Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet bloot
aan sterke schokken en buig ze niet.
Stel de sleutels niet langdurig bloot aan
hoge temperaturen.
Voorkom dat de sleutels nat worden en rei-
nig ze niet in een ultrasoon reinigingsbad
of iets dergelijks.
Bevestig geen metaalhoudende of magne-
tische voorwerpen aan de sleutels en houd
de sleutels uit de buurt van dergelijke voor-
werpen.
Haal de sleutels niet uit elkaar.
Plak geen stickers o.i.d. op het oppervlak
van de elektronische sleutel.
Houd de sleutels uit de buurt van appara-
ten die magnetische velden opwekken (bij-
voorbeeld televisietoestellen,
audiosystemen, inductiekookplaten en
medische apparatuur, zoals laagfrequente
therapeutische uitrusting).
De elektronische sleutel bij u dragen
Houd de elektronische sleutel altijd ten min-
ste 10 cm uit de buurt van ingeschakelde
elektrische apparaten. Radiogolven die wor-
den uitgezonden door elektrische apparaten
die zich minder dan 10 cm van de elektroni-
sche sleutel vandaan bevinden, kunnen de
correcte werking van de sleutel hinderen.
In geval van storingen in het Smart entry-
systeem met startknop of andere proble-
men met de sleutel
Blz. 530
Wanneer u een elektronische sleutel ver-
liest
Blz. 529
Omgaan met de sleutelkaart
Als de batterij of de sleutelkaart nat wordt,
kan de batterij gaan corroderen en de
sleutelkaart defect raken.
Als de sleutelkaart in het water is gevallen
of als vloeistof op de sleutel is gemorst, ver-
wijder dan zo snel mogelijk het afdekkapje
van de batterij en droog de batterij en de
contactpunten af. (Pak het afdekkapje van
de batterij voorzichtig vast en trek het
omhoog om het te verwijderen.) Als de
batterij gecorrodeerd is, laat hem dan ver-
vangen door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Druk het afdekkapje niet in en gebruik
geen schroevendraaier om het te verwijde-
ren.
Wanneer het afdekkapje geforceerd wordt
verwijderd, kan de sleutel verbuigen of
beschadigd raken.
Als het afdekkapje van de batterij vaak
wordt verwijderd, kan het los gaan zitten.
Zorg ervoor dat de batterij in de juiste rich-
ting geplaatst wordt.
Als de batterij verkeerd om geplaatst
wordt, kan deze snel ontladen raken.
In de volgende gevallen kan het oppervlak
van de sleutelkaart beschadigd raken of de
coating loslaten:
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 125 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
126
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-1. Informatie over sleutels
De elektronische sleutels zijn voorzien van
de volgende afstandsbediening:
Vergrendelen van alle portieren
(Blz. 128)
Sluiten van de ruiten en het schuifdak*1,
2 (Blz. 128)
Ontgrendelen van alle portieren
(Blz. 128)
Openen van de ruiten en het schuif-
dak*1, 2 (Blz. 128)
Openen en sluiten van de elektrisch
bedienbare achterklep*1 (Blz. 135)
*1: Indien aanwezig
*2: Deze instellingen moeten aan de persoon-
lijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Uitgestelde vergrendelingsfunctie achter-
klep (auto's met elektrisch bedienbare ach-
terklep)
Met deze functie kunnen alle portieren worden
vergrendeld terwijl de achterklep is geopend.
Wanneer het onderstaande is gedaan, worden
alle portieren behalve de achterklep vergren-
deld. Vervolgens wordt de achterklep vergren-
deld als deze wordt gesloten.
1Sluit alle portieren, behalve de achterklep.
2Druk tijdens het automatisch sluiten van de
achterklep op de vergrendeltoets van de
afstandsbediening.
Druk op de ontgrendelknop om de
mechanische sleutel uit de elektronische
sleutel te halen.
De mechanische sleutel kan maar in één rich-
ting ingestoken worden, aangezien slechts één
zijde van de sleutel van een groef is voorzien.
Als u de sleutel niet in de slotcilinder kunt ste-
ken, draait u de sleutel om en probeert u het
opnieuw.
Bewaar de mechanische sleutel na gebruik in
de elektronische sleutel. Zorg dat u de mecha-
nische sleutel en de elektronische sleutel bij u
hebt.
Als de batterij van de elektronische sleutel leeg
is of de instapfunctie niet goed werkt, bent u op
de mechanische sleutel aangewezen.
(Blz. 530)
OPMERKING
De sleutelkaart wordt in de nabijheid van
harde voorwerpen gehouden, zoals munt-
stukken of sleutels.
De sleutelkaart wordt bekrast door een
scherp voorwerp, zoals de punt van een
vulpotlood.
Het oppervlak van de sleutelkaart wordt
gereinigd met thinner of wasbenzine.
Afstandsbediening
A
B
C
D
E
Gebruik van de mechanische
sleutel
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 126 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
127
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-1. Informatie over sleutels
Voordat u gaat rijden
Wanneer u de sleutel van de auto moet ach-
terlaten bij een parkeerwachter
Vergrendel indien nodig het dashboardkastje.
(Blz. 420)
Verwijder de mechanische sleutel voor eigen
gebruik en geef alleen de elektronische sleutel
aan de parkeerwachter.
Als u uw mechanische sleutels verliest
Blz. 529
Als een verkeerde sleutel wordt gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
Sleutelkaart (indien aanwezig)
Als de mechanische sleutel moeilijk te verwij-
deren is, druk dan de vergrendelknop met een
ballpoint of iets dergelijks naar beneden. Als
het nog steeds moeilijk is om de sleutel er uit
te trekken, gebruik dan een muntstuk of iets
dergelijks.
Om de mechanische sleutel te bewaren,
schuift u hem in de sleutelkaart terwijl u de
ontgrendelknop indrukt.
OPMERKING
Omgaan met de sleutelkaart
Oefen geen overmatige kracht uit bij het
terugplaatsen van de mechanische sleutel in
de sleutelkaart.
Anders kan de sleutelkaart beschadigd
raken.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 127 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
128
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3-2.Ope nen, slu iten e n vergren delen va n de por tieren
Gebruik van het Smart entry-systeem
met startknop (auto's met instapfunc-
tie)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u
hebt om deze functie in te kunnen schake-
len.
1Pak de portiergreep vast om de portie-
ren te ontgrendelen.*
Zorg ervoor dat u de sensor aan de achterzijde
van de portiergreep aanraakt.
De portieren en de achterklep kunnen gedu-
rende 3 seconden na het vergrendelen niet
worden ontgrendeld.
2Raak de vergrendelsensor (de uithol-
ling in het oppervlak van de portier-
greep) aan om de portieren te
vergrendelen.
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
*: De instellingen voor het ontgrendelen van de
portieren kunnen worden gewijzigd.
(Blz. 128, 557)
Met de afstandsbediening
1Vergrendelen van alle portieren
Houd deze toets ingedrukt om de ruiten en het
schuifdak te sluiten.*1, 2
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
2Ontgrendelen van alle portieren
Houd deze toets ingedrukt om de ruiten en het
schuifdak te openen.*1, 2
*1: Indien aanwezig
*2: Deze instellingen moeten aan de persoon-
lijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
(Blz. 557)
Instellen van de ontgrendelfunctie
Het is mogelijk om in te stellen welke portieren
met de instapfunctie via de afstandsbediening
worden ontgrendeld.
1Zet het contact UIT.
2Schakel de inbraaksensor en de hellingsen-
sor van het alarmsysteem uit om tijdens het
veranderen van de instellingen het alarm
niet onbedoeld te activeren. (indien aanwe-
zig) (Blz. 94)
3Houd de toets of inge-
drukt en houd tegelijkertijd de toets
gedurende ongeveer 5 seconden
ingedrukt als het controlelampje in de sleu-
tel uit is.
De instelling verandert telkens wanneer een
handeling wordt uitgevoerd, zoals hieronder is
aangegeven. (Als u de instelling opnieuw wilt
Portieren
De auto kan worden vergrendeld en
ontgrendeld met behulp van de instap-
functie, de afstandsbediening of de
schakelaar van de centrale vergrende-
ling.
Van buitenaf ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 128 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
129
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
wijzigen, laat u de toetsen los, wacht u ten minste
5 seconden en herhaalt u vervolgens stap 3.)
Voor auto's met een alarm: om te voorkomen dat
het alarm onbedoeld wordt geactiveerd, moet u
de portieren ontgrendelen met de afstandsbe-
diening en een portier openen en sluiten als de
instellingen eenmaal zijn gewijzigd. (Als er bin-
nen 30 seconden nadat op is gedrukt
geen portier wordt geopend, worden de portie-
ren weer vergrendeld en wordt het alarm auto-
matisch ingeschakeld.)
Zet het alarm onmiddellijk uit wanneer dit wordt
geactiveerd. (Blz. 93)
Systeem voor crashportierontgrendeling
Als de auto aan een sterke schok wordt blootge-
steld, worden alle portieren ontgrendeld. Of het
systeem in werking treedt, is afhankelijk van de
kracht van de schok of het type ongeval.
Waarschuwingszoemer open portier/ach-
terklep
Als de rijsnelheid 5 km/h wordt, gaat het cen-
trale waarschuwingslampje knipperen en klinkt
er een zoemer om aan te geven dat een portier
of de achterklep niet goed is gesloten.
Het geopende portier of de openstaande ach-
terklep wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay.
Feedbacksignalen
Portieren:
De alarmknipperlichten knipperen om aan te
geven dat de portieren zijn vergrendeld/ont-
grendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld:
tweemaal)
Ruiten en schuifdak:
Een zoemer klinkt om aan te geven dat de ruiten
en het schuifdak worden geopend/gesloten.
Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het
ontgrendelen van de auto een portier wordt
geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor
dat de auto weer automatisch wordt vergren-
deld.
Verlichting Welcome Light-systeem
De parkeerlichten voor, de achterlichten en de
kentekenplaatverlichting gaan in het donker
automatisch branden wanneer u de portieren
ontgrendelt met de instapfunctie of de afstands-
bediening als de lichtschakelaar in de stand
staat.
Wanneer het portier niet kan worden ver-
grendeld met de vergrendelsensor op het
oppervlak van de portiergreep (auto's met
instapfunctie)
Wanneer het portier niet kan worden vergren-
deld, zelfs als u de vergrendelsensor op het
oppervlak van de portiergreep met uw vinger
aanraakt, raak dan de vergrendelsensor aan met
uw handpalm.
Wanneer u handschoenen draagt, trek deze dan
uit.
Multi-informatie-
display/piepsignaal Ontgrendelfunctie
(auto's met linkse
besturing)
(auto's met rechtse
besturing)
Exterieur: 3 keer een
piepsignaal
Interieur: Eén belsignaal
Als u de portiergreep
van het bestuurderspor-
tier vasthoudt, wordt
alleen het bestuurders-
portier ontgrendeld.
Als u een portiergreep
van een passagierspor-
tier vasthoudt, worden
alle portieren ontgren-
deld.
Exterieur: Twee
piepsignalen
Interieur: Eén belsignaal
Als u een portiergreep
vasthoudt, worden alle
portieren ontgrendeld.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 129 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
130
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Zoemer centrale vergrendeling
Als geprobeerd wordt de portieren te vergren-
delen wanneer een portier niet geheel gesloten
is, klinkt er gedurende 5 seconden een zoemer.
Sluit het portier volledig om de zoemer uit te
schakelen en vergrendel de portieren opnieuw.
Het alarm inschakelen (indien aanwezig)
Wanneer de portieren worden vergrendeld,
wordt het alarmsysteem ingeschakeld.
(Blz. 92)
Omstandigheden die de werking van het
Smart entry-systeem met startknop en de
afstandsbediening beïnvloeden
Blz. 147
Wanneer het Smart entry-systeem met
startknop of de afstandsbediening niet goed
werkt
Gebruik de mechanische sleutel om de por-
tieren te vergrendelen en ontgrendelen.
(Blz. 530)
Vervang de sleutelbatterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de ontgren-
delfunctie met behulp van een sleutel) kunnen
worden gewijzigd. (Systemen met mogelijkhe-
den voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 557) Gebruik van de schakelaars van de
centrale vergrendeling
1Vergrendelen van alle portieren
2Ontgrendelen van alle portieren
WAARSCHUWING
Voorkomen van ongevallen
Neem bij het rijden met de auto de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgs-
maatregelen kan ertoe leiden dat er per
ongeluk een portier wordt geopend en dat er
iemand uit de auto valt, waardoor ernstig let-
sel kan ontstaan.
Controleer of alle portieren volledig geslo-
ten en vergrendeld zijn.
Trek tijdens het rijden niet aan de binnen-
portiergreep.
Wees vooral voorzichtig bij de voorportie-
ren. Deze portieren kunnen zelfs worden
geopend als de vergrendelknoppen in de
stand vergrendeld staan.
Activeer de kindersloten op de achterpor-
tieren als er kinderen achter in de auto ver-
voerd worden.
Als een portier wordt geopend of geslo-
ten
Controleer de omgeving van de auto; let er
bijvoorbeeld op of de auto op een helling
staat, of er voldoende ruimte is om het portier
te openen en of het hard waait. Houd bij het
openen of sluiten van het portier de portier-
greep goed vast, zodat u bent voorbereid op
eventuele onverwachte bewegingen.
Bij het gebruik van de afstandsbediening
en het bedienen van de elektrisch bedien-
bare ruiten of het schuifdak (indien aan-
wezig)
Bedien de elektrisch bedienbare ruit of het
schuifdak nadat u hebt gecontroleerd of er
geen risico is dat een passagier met een
lichaamsdeel bekneld kan raken tussen de
ruit of het schuifdak. Laat tevens de afstands-
bediening niet bedienen door kinderen. Het
kan gebeuren dat een lichaamsdeel van een
kind of een andere passagier klem komt te
zitten tussen de elektrisch bedienbare ruit of
het schuifdak.
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 130 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
131
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Gebruik van de vergrendelknop aan
de binnenzijde van de portieren
1Vergrendelen van het portier
2Ontgrendelen van het portier
De voorportieren kunnen worden geopend
door aan de portiergrepen aan de binnenzijde
te trekken, ook al staan de vergrendelknoppen
in de stand vergrendeld.
Vergrendelen van de portieren van buitenaf
zonder gebruik te maken van een sleutel
1Zet de vergrendelknop aan de binnenzijde
in de vergrendelde stand.
2Sluit het portier met de portiergreep uitge-
trokken.
Het portier kan niet worden vergrendeld als het
contact in de stand ACC of AAN staat of als de
elektronische sleutel zich nog in de auto bevindt.
De sleutel wordt mogelijk niet juist gesignaleerd
waardoor het portier wellicht vergrendeld
wordt.
Kindersloten achterportieren
Het portier kan niet vanaf de binnenzijde van de
auto worden geopend wanneer het kinderslot is
geactiveerd.
1Ontgrendelen
2Vergrendelen
Hierdoor wordt voorkomen dat kinderen per
ongeluk de achterportieren openen. Druk de
schakelaars op beide achterportieren naar
beneden om de kindersloten te activeren.
Automatische vergrendel- en ontgrendel-
systemen van de portieren
De volgende functies kunnen worden in- of uit-
geschakeld:
Raadpleeg Blz. 557 voor instructies voor het
aanpassen aan de persoonlijke voorkeur.
Functie Handeling
Functie koppeling van
rijsnelheid aan portier-
vergrendeling
Alle portieren worden
automatisch vergren-
deld wanneer de rij-
snelheid ongeveer 20
km/h of hoger is.
Functie koppeling van
stand selectiehendel
aan portiervergrende-
ling
Alle portieren worden
automatisch vergren-
deld wanneer de
selectiehendel in een
andere stand dan P
wordt gezet.
Functie koppeling van
stand selectiehendel
aan portierontgrende-
ling
Alle portieren worden
automatisch ontgren-
deld wanneer de
selectiehendel in stand
P wordt gezet.
Functie koppeling por-
tierontgrendeling aan
bestuurdersportier
Alle portieren worden
automatisch ontgren-
deld wanneer het
bestuurdersportier
wordt geopend.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 131 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
132
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Achterklep
De achterklep kan worden ontgren-
deld met de achterklepopener, het
Smart entry-systeem met startknop
(auto's met instapfunctie) of de
afstandsbediening.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Zorg ervoor dat de achterklep tijdens het
rijden gesloten is.
Als de achterklep open blijft, kan deze tij-
dens het rijden voorwerpen raken of kan er
bagage uit de bagageruimte vallen, waar-
door een ongeval kan ontstaan.
Bovendien kunnen uitlaatgassen in de auto
terechtkomen, hetgeen zeer schadelijk kan
zijn voor de gezondheid. Controleer voor-
dat u wegrijdt of de achterklep is gesloten.
Zorg er voordat u wegrijdt voor dat de
achterklep volledig gesloten is. Als de ach-
terklep niet volledig gesloten is, kan deze
tijdens het rijden opengaan, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
Sta nooit toe dat er personen in de baga-
geruimte meerijden. In het geval van plot-
seling remmen of een aanrijding kunnen ze
ernstig letsel oplopen.
Als er kinderen in de auto aanwezig zijn
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Laat kinderen niet in de bagageruimte spe-
len.
Als een kind per ongeluk in de bagage-
ruimte wordt opgesloten, kan het bevan-
gen worden door de hitte of verwondingen
oplopen.
Laat kinderen de achterklep niet openen of
sluiten.
De achterklep kan mogelijk onverwachts
in beweging komen of er kan een lichaams-
deel bekneld raken.
Bedienen van de achterklep
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Verwijder sneeuw en ijs van de achterklep
voordat u deze opent. Als u dat niet doet,
kan de achterklep na het openen plotseling
weer dichtvallen.
Controleer voordat u de achterklep opent
of sluit zorgvuldig of de omgeving veilig is.
Zorg er als er iemand dichtbij staat voor
dat deze persoon veilig is en meld dat u de
achterklep gaat openen of sluiten.
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten
van de achterklep bij sterke wind, aange-
zien de achterklep als gevolg van sterke
wind plotseling kan bewegen.
Auto's zonder elektrisch bedienbare ach-
terklep: Als de achterklep niet helemaal
wordt geopend, kan deze plotseling dicht-
vallen. Op een helling is het moeilijker om
de achterklep te openen of te sluiten dan
op een horizontale ondergrond. Let dus op
dat de achterklep niet plotseling vanzelf
open- of dichtgaat. Controleer voordat u
de bagageruimte gebruikt of de achterklep
volledig geopend en veilig is.
Auto's met elektrisch bedienbare achter-
klep: Als de achterklep niet helemaal wordt
geopend, kan deze op een steile helling
plotseling dichtvallen.
Controleer voordat u de bagageruimte
gebruikt of de achterklep niet dicht kan val-
len.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 132 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
133
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Smart entry-systeem met startknop
(auto's met instapfunctie)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u
hebt om deze functie in te kunnen schake-
len.
1Vergrendelen van alle portieren
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
2Ontgrendelen van alle portieren
De portieren en de achterklep kunnen gedu-
rende 3 seconden na het vergrendelen niet
worden ontgrendeld.
Afstandsbediening
Blz. 126
Schakelaars centrale vergrendeling
Blz. 130
WAARSCHUWING
Let bij het sluiten van de achterklep goed
op dat er geen vingers, enz. bekneld raken.
Controleer na het sluiten van de achter-
klep altijd of deze goed gesloten is door er
even op te drukken. Als de achterklep-
greep wordt gebruikt om de achterklep
volledig te sluiten, kunnen uw handen of
armen bekneld raken.
Trek nooit aan de steun van de achterklep-
gasdemper (auto's zonder elektrisch
bedienbare achterklep) (Blz. 135) of aan
de achterklepspindel (auto's met elektrisch
bedienbare achterklep) (Blz. 142) om
de achterklep te sluiten en hang niets aan
de steun van de achterklepgasdemper
(auto's zonder elektrisch bedienbare ach-
terklep) of aan de achterklepspindel
(auto's met elektrisch bedienbare achter-
klep).
Als dat wel gebeurt, kunnen uw handen
bekneld raken of kan de steun van de ach-
terklepgasdemper (auto's zonder elek-
trisch bedienbare achterklep) of de
achterklepspindel (auto's met elektrisch
bedienbare achterklep) afbreken, waar-
door een ongeval kan ontstaan.
Als er op de achterklep een fietsendrager
of een vergelijkbaar zwaar onderdeel
gemonteerd is, kan de achterklep na het
openen plotseling dichtvallen waardoor
lichaamsdelen bekneld kunnen raken en
letsel kan optreden. Wij raden u aan om
originele Lexus-onderdelen te gebruiken
wanneer u accessoires op de achterklep
wilt monteren.
Van buitenaf vergrendelen en
ontgrendelen van de achterklep
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de achterklep
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 133 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
134
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Openen
Trek de achterklep omhoog terwijl u op de
schakelaar achterklep openen drukt.
Sluiten
Laat de achterklep zakken met behulp van
de achterklepgreep en druk de achterklep
van buitenaf naar beneden om deze te slui-
ten.
Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting gaat branden als
de achterklep wordt geopend.
Als de bagageruimteverlichting aan wordt
gelaten wanneer het contact UIT wordt gezet,
gaat de verlichting na 20 minuten automa-
tisch uit.
Indien het openingssysteem van de achter-
klep niet werkt
De achterklep kan van binnenuit worden ont-
grendeld.
1Verwijder de afdekkap.
Breng om het kapje te beschermen een doek
aan tussen de sleufkopschroevendraaier en het
kapje, zoals aangegeven in de afbeelding.
Ty p e A
2Beweeg de hendel.
Ty p e B
2Draai de bout los.
3Draai het klepje.
4Beweeg de hendel.
Openen en sluiten van de
achterklep (auto's zonder
elektrisch bedienbare achterklep)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 134 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
135
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Openen en sluiten van de achterklep
met de afstandsbediening
Druk gedurende 1 seconde op .
Hij kan worden bediend bij het ontgrendelen
van de achterklep.
Van binnenuit openen en sluiten van
de achterklep
Druk gedurende 1 seconde op .
Er klinkt een zoemer en de achterklep wordt
automatisch geopend en gesloten.
Druk op terwijl de achterklep wordt
geopend/gesloten om de beweging te stoppen.
Wanneer gedurende 1 seconde nogmaals op
wordt gedrukt terwijl de beweging is
gestopt, beweegt de achterklep in tegenover-
gestelde richting.
OPMERKING
Steunen achterklepgasdempers
De achterklep is voorzien van gasdempers
die de achterklep op zijn plaats houden.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Anders kunnen de achterklepgasdempers
beschadigd raken, waardoor deze niet
meer werken.
Bevestig nooit stickers, kunststoffolie, zelf-
klevende voorwerpen, enz. aan de gas-
demper.
Raak de binnenpoot van de gasdemper
nooit aan met handschoenen of andere
stoffen voorwerpen.
Bevestig geen andere accessoires dan ori-
ginele Lexus-accessoires aan de achter-
klep.
Plaats nooit uw handen op de gasdemper
en oefen er geen zijdelingse krachten op
uit.
A
A
Openen en sluiten van de
achterklep (auto's met elektrisch
bedienbare achterklep)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 135 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
136
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Van buitenaf openen en sluiten van de
achterklep
Openen
Wanneer de achterklep ontgrendeld is: druk op
de ontgrendelschakelaar van de achterklep.
Wanneer de achterklep vergrendeld is (auto's
met Smart entry-systeem en startknop [auto's
met instapfunctie]): Druk terwijl u de elektroni-
sche sleutel bij u draagt tweemaal op de scha-
kelaar achterklep openen.
Er klinkt een zoemer en de achterklep wordt
automatisch geopend.
Druk op de schakelaar terwijl de achterklep
wordt geopend om de beweging te stoppen.
Sluiten
Druk op .
Er klinkt een zoemer en de achterklep wordt
automatisch gesloten.
Druk op terwijl de achterklep wordt geslo-
ten om de beweging te stoppen.
Als u nogmaals op drukt, beweegt de ach-
terklep in de andere richting.
Sluiten van de achterklep en vergren-
delen van alle portieren (functie sluiten
en vergrendelen)*
Druk op .
Er klinkt een andere zoemer dan normaal en de
elektrisch bedienbare achterklep begint auto-
matisch te sluiten. Wanneer de elektrisch
bedienbare achterklep is gesloten, worden alle
portieren gelijktijdig vergrendeld. Met feed-
backsignalen wordt aangegeven dat alle portie-
ren zijn vergrendeld.
Als op wordt gedrukt terwijl de elek-
trisch bedienbare achterklep bezig is te sluiten,
stopt de achterklep met bewegen.
Druk nogmaals op om de achterklep
automatisch te sluiten.
*: Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop (auto's met instapfunctie)
De achterklep sluiten met de achter-
klepgreep aan de binnenzijde
Laat de achterklep zakken met behulp van
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 136 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
137
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
de achterklepgreep. Vervolgens klinkt er
een zoemer en wordt de achterklep auto-
matisch gesloten.
Openen en sluiten van de achterklep
met de sensor regeling voetbediening
(auto's met handsfree elektrisch
bedienbare achterklep)
1Zorg ervoor dat u zich, met de elektro-
nische sleutel op zak, binnen het
detectiebereik van het Smart entry-
systeem met startknop bevindt, op
ongeveer 50 tot 70 cm van de achter-
bumper.
Sensor regeling voetbediening
Detectiegebied sensor regeling voet-
bediening
Detectiegebied voor werking Smart
entry-systeem met startknop
(Blz. 145)
2Bedien de achterklep met een voetbe-
weging door uw voet tot 10 cm onder
de achterbumper te bewegen en ver-
volgens weer terug te trekken.
Voer deze volledige beweging binnen 1
seconde uit.
De achterklep zal niet in werking treden
zolang er een voet wordt gesignaleerd
onder de achterbumper.
Raak bij het gebruik van de achterklep
de achterbumper niet met uw voet aan.
Als er zich in het passagierscomparti-
ment of de bagageruimte een andere
elektronische sleutel bevindt, duurt het
mogelijk iets langer dan normaal voor-
dat de achterklep in werking treedt.
Als alle portieren vergrendeld zijn: als de bewe-
ging wordt gesignaleerd door de sensor rege-
ling voetbediening, worden alle portieren
ontgrendeld.
Sensor regeling voetbediening
Detectiegebied sensor regeling voet-
bediening
3Als de sensor voor de regeling van de
voetbediening signaleert dat u uw voet
hebt teruggetrokken, klinkt er een zoe-
mer en zal de elektrisch bedienbare
achterklep automatisch volledig ope-
nen/sluiten.
Als er opnieuw een voetbeweging wordt gesig-
naleerd terwijl de achterklep in werking is, zal
de beweging stoppen.
A
B
C
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 137 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
138
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting gaat branden als
de achterklep wordt geopend.
Als de bagageruimteverlichting aan wordt
gelaten wanneer het contact UIT wordt gezet,
gaat de verlichting na 20 minuten automa-
tisch uit.
Werkingsvoorwaarden elektrisch bedien-
bare achterklep
Wanneer de bediening voor de elektrisch
bedienbare achterklep AAN is gezet, kan de
achterklep in de volgende gevallen automatisch
worden geopend en gesloten:
Wanneer de achterklep is ontgrendeld
Wanneer het contact tijdens het openen
AAN staat, wordt de achterklep in de vol-
gende gevallen ontgrendeld en bediend:
De parkeerrem is geactiveerd
Het rempedaal is ingetrapt
De selectiehendel staat in stand P
Werkingsvoorwaarden sensor regeling
voetbediening (auto's met handsfree elek-
trisch bedienbare achterklep)
Wanneer de sensor regeling voetbediening is
ingeschakeld.
De elektronische sleutel bevindt zich binnen
het werkingsbereik. (Blz. 146)
Sluitsysteem achterklep
Wanneer de achterklep nog enigszins geopend
is, zal het sluitsysteem van de achterklep deze
automatisch volledig sluiten.
Het sluitsysteem van de achterklep werkt, onge-
acht de status van het contact.
Werking van de elektrisch bedienbare ach-
terklep
Er klinkt een zoemer en de alarmknipperlich-
ten knipperen tweemaal om aan te geven dat
de achterklep wordt geopend/gesloten.
Wanneer de bediening van de elektrisch
bedienbare achterklep UIT staat, kan de ach-
terklep niet elektrisch worden bediend, maar
kan hij wel met de hand worden geopend en
gesloten.
Wanneer de elektrisch bedienbare achter-
klep automatisch wordt geopend en er iets
abnormaals wordt gesignaleerd als gevolg
van menselijk handelen of een voorwerp,
wordt de beweging gestopt.
Functie sluiten en vergrendelen
Als de elektrisch bedienbare achterklep open is,
sluit deze functie de achterklep waarna alle por-
tieren gelijktijdig worden vergrendeld.
Als de volgende procedures worden uitgevoerd
en er geen elektronische sleutels van de auto in
het interieur zijn achtergebleven, worden alle
portieren vergrendeld wanneer de elektrisch
bedienbare achterklep volledig is gesloten.
1Sluit alle portieren, maar sluit de elektrisch
bedienbare achterklep niet.
2Druk, terwijl u de elektronische sleutel bij u
hebt, op de toets op het onderste
deel van de elektrisch bedienbare achter-
klep (Blz. 133).
Er klinkt een andere zoemer dan normaal
waarna de elektrisch bedienbare achterklep
automatisch begint te sluiten. Wanneer de elek-
trisch bedienbare achterklep is gesloten, wor-
den alle portieren gelijktijdig vergrendeld. Met
feedbacksignalen wordt aangegeven dat alle
portieren zijn vergrendeld.
Auto's met supervergrendeling: de superver-
grendeling wordt in dit geval niet ingeschakeld.
Situaties waarin de functie sluiten en ver-
grendelen mogelijk niet goed werkt (auto's
met handsfree elektrisch bedienbare ach-
terklep)
De functie sluiten en vergrendelen werkt in de
volgende situaties mogelijk niet goed:
Als op de schakelaar op het onder-
ste deel van de elektrisch bedienbare achter-
klep wordt gedrukt met de hand die ook een
elektronische sleutel vast heeft
Als op de schakelaar op het onder-
ste deel van de elektrisch bedienbare achter-
klep wordt gedrukt terwijl de elektronische
sleutel zich in een tas of iets dergelijks bevindt
die op de grond staat
Als op de schakelaar op het onder-
ste deel van de elektrisch bedienbare achter-
klep wordt gedrukt terwijl de elektronische
sleutel zich niet in de buurt van de auto
bevindt
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 138 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
139
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Situaties waarin de sensor regeling voetbe-
diening niet goed werkt (auto's met hands-
free elektrisch bedienbare achterklep)
In de volgende situaties kan de sensor regeling
voetbediening mogelijk niet goed werken:
Als een voet wordt gesignaleerd onder de
achterbumper
Als er hard met een voet tegen de achter-
bumper wordt getrapt of als de achterbumper
een poosje wordt aangeraakt
Als de achterbumper een poosje is aangeraakt,
wacht dan even voordat u de achterklep weer
probeert te bedienen.
Als de achterklep wordt bediend terwijl een
persoon zich te dicht bij de achterbumper
bevindt
Als een externe bron van radiografische sig-
nalen de communicatie tussen de auto en de
elektronische sleutel verstoort (Blz. 147)
Wanneer de auto in de buurt van een bron
van elektromagnetische velden, zoals een
parkeerplaats voor betaald parkeren, een
tankstation, een elektrisch verwarmde weg of
tl-lampen, geparkeerd staat die de gevoelig-
heid van de sensor regeling voetbediening
negatief beïnvloedt
Wanneer de auto zich in de buurt bevindt van
een televisiezendmast, elektriciteitscentrale,
radiozender, videowall, luchthaven of andere
locatie waar sterke radiogolven of elektro-
magnetische velden aanwezig zijn
Als er een grote hoeveelheid water op de
achterbumper terechtkomt, bijvoorbeeld
wanneer de auto wordt gewassen of bij zware
regenval
Wanneer er modder, sneeuw, ijs, e.d. op de
achterbumper zit
Als de auto enige tijd geparkeerd is in de
buurt van objecten die kunnen bewegen en in
contact kunnen komen met de achterbumper,
zoals planten
Wanneer een accessoire op de achterbum-
per is gemonteerd
Schakel de sensor regeling voetbediening uit als
een accessoire is gemonteerd.
Onbedoelde bediening van de sensor rege-
ling voetbediening voorkomen (auto's met
handsfree elektrisch bedienbare achter-
klep)
Als er zich een elektronische sleutel in het bereik
bevindt, kan de sensor regeling voetbediening
mogelijk onbedoeld worden bediend. Pas
daarom in de volgende situaties op:
Als er een grote hoeveelheid water op de
achterbumper terechtkomt, bijvoorbeeld
wanneer de auto wordt gewassen of bij zware
regenval
Als er vuil wordt weggeveegd van de achter-
bumper
Wanneer er een klein dier of een klein object,
zoals een bal, onder de achterbumper komt
Wanneer een object onder de achterbumper
vandaan wordt gehaald
Als iemand zijn/haar benen heen en weer
beweegt wanneer hij/zij op de achterbumper
zit
Als iemands benen of een ander lichaamsdeel
in aanraking komen met de achterbumper
wanneer diegene langs de auto loopt
Wanneer de auto in de buurt van een bron
van elektromagnetische velden, zoals een
parkeerplaats voor betaald parkeren, een
tankstation, een elektrisch verwarmde weg of
tl-lampen, geparkeerd staat die de gevoelig-
heid van de sensor regeling voetbediening
negatief beïnvloedt
Wanneer de auto zich in de buurt bevindt van
een televisiezendmast, elektriciteitscentrale,
radiozender, videowall, luchthaven of andere
locatie waar sterke radiogolven of elektro-
magnetische velden aanwezig zijn
Wanneer de auto geparkeerd staat op een
plek waar objecten, zoals planten, zich in de
buurt van de achterbumper bevinden
Als bagage, enz. in de buurt van de achter-
bumper wordt geplaatst
Als er een accessoire of autohoes wordt
geplaatst/verwijderd in de buurt van de ach-
terbumper
Als de auto wordt gesleept
Schakel de werking van de sensor regeling voet-
bediening uit om het onbedoeld bedienen te
voorkomen.
Bij het opnieuw aansluiten van de 12V-accu
Sluit de achterklep om ervoor te zorgen dat de
elektrisch bedienbare achterklep correct werkt.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 139 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
140
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Klembeveiliging
In de elektrisch bedienbare achterklep zijn
rechts en links sensoren geplaatst. Wanneer de
achterklep automatisch wordt gesloten en de
sensoren worden ingedrukt doordat bijvoor-
beeld een voorwerp bekneld raakt, treedt de
klembeveiliging in werking.
Vanuit die positie beweegt de achterklep auto-
matisch een stukje in tegengestelde richting en
stopt vervolgens.
Indien het openingssysteem van de achter-
klep niet werkt
De achterklep kan van binnenuit worden ont-
grendeld.
1Verwijder de afdekkap.
Breng om het kapje te beschermen een doek
aan tussen de sleufkopschroevendraaier en het
kapje, zoals aangegeven in de afbeelding.
2Beweeg de hendel.
Type A
Ty p e B
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. automatische open- en
stoppositie achterklep) kunnen worden gewij-
zigd. (Systemen met mogelijkheden voor per-
soonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 557)
WAARSCHUWING
Sluitsysteem achterklep
Wanneer de achterklep nog enigszins
geopend is, zal het sluitsysteem van de
achterklep deze automatisch volledig slui-
ten. Het duurt enkele seconden voordat
het sluitsysteem van de achterklep in wer-
king treedt. Zorg ervoor dat uw vingers of
andere zaken niet bekneld raken onder de
achterklep, aangezien dit ernstig letsel tot
gevolg kan hebben.
Wees voorzichtig wanneer u het sluitsys-
teem gebruikt, aangezien het systeem nog
werkt wanneer de elektrisch bedienbare
achterklep is uitgeschakeld.
Elektrisch bedienbare achterklep
Neem bij het bedienen van de elektrisch
bedienbare achterklep de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Controleer de omgeving op eventueel
aanwezige obstakels of andere zaken die
ervoor kunnen zorgen dat uw bezittingen
klem komen te zitten.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 140 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
141
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Zorg er als er iemand dichtbij staat voor
dat deze persoon veilig is en meld dat u de
achterklep gaat openen of sluiten.
Als de elektrisch bedienbare achterklep
met de hoofdschakelaar wordt uitgescha-
keld terwijl deze in werking is, wordt de
automatische werking gestopt. De achter-
klep moet vervolgens met de hand worden
bediend. Wees extra voorzichtig op een
helling aangezien de achterklep plotseling
open of dicht kan gaan.
Wanneer niet langer aan de voorwaarden
voor de werking van de elektrisch bedien-
bare achterklep wordt voldaan, klinkt er
mogelijk een zoemer en zal de achterklep
mogelijk niet meer openen of sluiten. De
achterklep moet vervolgens met de hand
worden bediend. Wees extra voorzichtig
op een helling aangezien de achterklep
plotseling open of dicht kan gaan.
Als de auto op een heuvel staat, kan de
achterklep plotseling dichtvallen, nadat
deze automatisch is geopend. Zorg ervoor
dat de achterklep volledig is geopend.
In de volgende situaties signaleert de elek-
trisch bedienbare achterklep mogelijk een
storing en wordt de automatische bedie-
ning uitgeschakeld. In dit geval moet de
achterklep met de hand worden bediend.
Wees extra voorzichtig op een helling aan-
gezien de achterklep plotseling open of
dicht kan gaan.
Wanneer de achterklep met een obstakel
in aanraking komt
Wanneer de spanning van de 12V-accu
plotseling laag wordt, bijvoorbeeld wan-
neer het contact AAN wordt gezet, of
wanneer het hybridesysteem tijdens de
automatische bediening wordt gestart
Als er op de achterklep een fietsendrager
of een vergelijkbaar zwaar onderdeel
gemonteerd is, werkt de elektrisch bedien-
bare achterklep mogelijk niet of kan de
achterklep na het openen dichtvallen,
waardoor lichaamsdelen bekneld kunnen
raken en letsel kan optreden. Neem voor
meer informatie over het plaatsen van
accessoires op de achterklep contact op
met een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Klembeveiliging
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Gebruik geen lichaamsdelen om de klem-
beveiliging opzettelijk te activeren.
Het is mogelijk dat de klembeveiliging niet
meer werkt als de achterklep bijna geslo-
ten is. Zorg ervoor dat uw vingers of
andere zaken niet bekneld raken.
De vorm van het voorwerp dat klem komt
te zitten, kan ertoe leiden dat de klembe-
veiliging niet werkt. Zorg ervoor dat uw
vingers of andere zaken niet bekneld
raken.
Sensor regeling voetbediening (auto's
met handsfree elektrisch bedienbare
achterklep)
Neem bij het bedienen van de elektrisch
bedienbare achterklep de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Controleer de omgeving op eventueel
aanwezige obstakels of andere zaken die
ervoor kunnen zorgen dat uw bezittingen
klem komen te zitten.
Raak als u uw voet in de buurt van de
onderzijde van het midden van de achter-
bumper plaatst en ervandaan beweegt de
uitlaatpijpen niet aan totdat deze vol-
doende zijn afgekoeld, aangezien het aan-
raken van een hete uitlaatpijp
brandwonden kan veroorzaken.
Gebruik de handsfree-functie van de elek-
trisch bedienbare achterklep niet als er
weinig ruimte is onder de achterbumper.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 141 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
142
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
OPMERKING
Achterklepspindels
De achterklep is voorzien van spindels
die de achterklep op zijn plaats houden.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Anders kunnen de achterklepspindels
beschadigd raken, waardoor deze niet meer
werken.
Bevestig nooit stickers, kunststoffolie, zelf-
klevende voorwerpen, enz. aan de spin-
delstang.
Raak de pen nooit aan met handschoenen
of andere stoffen voorwerpen.
Bevestig geen zware accessoires aan de
achterklep. Neem voor meer informatie
over het bevestigen van accessoires con-
tact op met een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Plaats uw handen nooit op de spindel en
oefen er nooit zijdelingse krachten op uit.
Voorkomen van storingen aan het sluit-
systeem van de achterklep
Oefen geen grote kracht uit op de achterklep
terwijl het sluitsysteem in werking is.
Voorkomen van beschadiging van de
elektrisch bedienbare achterklep
Controleer of er geen ijs zit tussen de ach-
terklep en de sponning, waardoor de ach-
terklep niet bediend kan worden. Wanneer
er zich te veel gewicht op de achterklep
bevindt, kunnen bij het bedienen van de
elektrisch bedienbare achterklep storin-
gen optreden.
A
A
Oefen geen grote kracht uit op de achter-
klep terwijl de elektrisch bedienbare ach-
terklep in werking is.
Voorkom dat de sensoren (aan de rechter-
en linkerzijde van de elektrisch bedienbare
achterklep) beschadigd raken door
scherpe voorwerpen. Wanneer de sensor
is losgenomen, kan de elektrisch bedien-
bare achterklep niet automatisch worden
gesloten.
Functie sluiten en vergrendelen
Bij het sluiten van de elektrisch bedienbare
achterklep met de functie sluiten en vergren-
delen klinkt er een andere zoemer dan nor-
maal voordat de elektrisch bedienbare
achterklep begint te sluiten.
Als u een andere zoemer dan normaal hoort,
weet u zeker dat het sluiten van de achterklep
correct is begonnen.
Wanneer de elektrisch bedienbare achter-
klep volledig is gesloten, wordt bovendien
met feedbacksignalen aangegeven dat alle
portieren zijn vergrendeld.
Controleer voordat u de auto achterlaat of de
feedbacksignalen hebben geklonken en dat
alle portieren zijn vergrendeld.
Voorzorgsmaatregelen sensor regeling
voetbediening (auto's met handsfree
elektrisch bedienbare achterklep)
De sensor regeling voetbediening bevindt
zich achter aan de onderzijde van het midden
van de achterbumper. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om ervoor te
zorgen dat de elektrisch bedienbare achter-
klep goed werkt:
Houd de onderzijde van het midden van de
achterbumper te allen tijde schoon.
Als de onderzijde van het midden van de
achterbumper vuil is of bedekt is met
sneeuw, werkt de sensor regeling voetbe-
diening mogelijk niet. Verwijder in dat
geval het vuil of de sneeuw, verplaats de
auto en controleer vervolgens of de sensor
regeling voetbediening werkt.
Als de sensor niet werkt, laat de auto dan
controleren door een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 142 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
143
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Op van het multi-informatiedisplay
kan worden geschakeld tussen AAN
(ingeschakeld) en UIT (uitgeschakeld).
(Blz. 107)
1Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel en selecteer .
2Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel, selecteer “Vehicle Settings”
(voertuiginstellingen) en druk vervol-
gens op .
3Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel, selecteer en druk
vervolgens op .
4Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel en selecteer vervolgens PBD.
OPMERKING
Breng geen coatings die een vochtaan-
trekkend effect hebben of andere coatings
aan op de onderzijde van het midden van
de achterbumper.
Parkeer de auto niet in de buurt van objec-
ten die kunnen bewegen en in contact kun-
nen komen met de onderzijde van het
midden van de achterbumper, zoals gras of
bomen.
Als de auto enige tijd geparkeerd is in de
buurt van objecten die kunnen bewegen
en in contact kunnen komen met de onder-
zijde van het midden van de achterbumper,
zoals gras of bomen, werkt de sensor rege-
ling voetbediening mogelijk niet. Verplaats
in dat geval de auto en controleer vervol-
gens of de sensor regeling voetbediening
werkt. Als de sensor niet werkt, laat de
auto dan controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Stel de sensor regeling voetbediening en
zijn omgeving niet bloot aan krachtige
schokken.
Als de sensor regeling voetbediening of
zijn omgeving blootgesteld zijn aan krach-
tige schokken, werkt de sensor regeling
voetbediening mogelijk niet goed meer.
Laat de auto nakijken door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als de sensor
regeling voetbediening in de volgende
situaties niet werkt.
De sensor regeling voetbediening of zijn
omgeving zijn blootgesteld aan krachtige
schokken.
Er zitten krassen of beschadigingen op de
onderzijde van het midden van de achter-
bumper.
Demonteer de achterbumper niet.
Breng geen stickers aan op de achterbum-
per.
Breng geen lak aan op de achterbumper.
Deactiveer de sensor regeling voetbedie-
ning als er op de elektrisch bedienbare
achterklep een fietsendrager of een verge-
lijkbaar zwaar onderdeel gemonteerd is.
Het systeem van de elektrisch
bedienbare achterklep
uitschakelen (auto's met elektrisch
bedienbare achterklep)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 143 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
144
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
5Door op van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel te druk-
ken, wordt geschakeld tussen AAN en
UIT.
Wanneer UIT is geselecteerd en de bedie-
ning van de elektrisch bedienbare achter-
klep is gestopt op van het multi-
informatiedisplay, kan de elektrisch
bedienbare achterklep niet meer elek-
trisch worden bediend voordat AAN
wordt geselecteerd. (Keert niet terug in de
bediening van het contact)
Op van het multi-informatiedisplay
kan worden geschakeld tussen AAN
(ingeschakeld) en UIT (uitgeschakeld).
(Blz. 107)
1Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel en selecteer .
2Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel, selecteer “Vehicle Settings”
(voertuiginstellingen) en druk vervol-
gens op .
3Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel, selecteer en druk
vervolgens op .
4Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel en selecteer vervolgens “Kick
Sensor” (sensor regeling voetbedie-
ning).
5Door op van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel te druk-
ken, wordt geschakeld tussen AAN en
UIT.
Wanneer UIT is geselecteerd en de bedie-
ning van de sensor regeling voetbediening
is gestopt op van het multi-informatie-
display, kan de sensor regeling voetbedie-
ning niet meer elektrisch worden bediend
voordat AAN wordt geselecteerd. (Keert
niet terug in de bediening van het contact)
De geopende positie van de elektrisch
bedienbare achterklep kan worden aange-
past.
1Stopt de beweging van de achterklep
in de gewenste positie. (Blz. 135)
2Houd de schakelaar van de elektrisch
bedienbare achterklep op de achter-
klep gedurende 2 seconden ingedrukt.
De sensor regeling voetbediening
uitschakelen (auto's met handsfree
elektrisch bedienbare achterklep)
Aanpassing van de geopende
positie van de achterklep (auto's
met elektrisch bedienbare
achterklep)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 144 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
145
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Wanneer het instellen is voltooid, klinkt
de zoemer 4 maal.
Wanneer de volgende keer de achter-
klep wordt geopend, stopt deze in die
positie.
Terugzetten van de normale ruststand van
de achterklep naar de oorspronkelijke
instelling
Houd de schakelaar van de elektrisch bedien-
bare achterklep op de achterklep gedurende 7
seconden ingedrukt.
Nadat de zoemer 4 maal heeft geklonken, klinkt
hij nog eens tweemaal. Wanneer de elektrisch
bedienbare achterklep de volgende keer wordt
geopend, wordt de achterklep geopend tot de
oorspronkelijk ingestelde positie.
Wanneer de geopende positie van de ach-
terklep wordt ingesteld via het navigatiesys-
teem of multimediasysteem
De geopende positie kan worden ingesteld via
het navigatiesysteem of multimediasysteem.
(Blz. 557)
Prioriteit voor de stoppositie kan worden gege-
ven aan de laatst ingestelde positie door middel
van de schakelaar , via het navigatiesysteem
of via het multimediasysteem.
Plaats van antenne
Antennes buiten het interieur (auto's met
instapfunctie)
Antennes in het interieur
Antenne in de bagageruimte
Antenne buiten de bagageruimte (auto's
met instapfunctie)
Smart entry-systeem met
startknop
De volgende handelingen kunnen wor-
den uitgevoerd als u de elektronische
sleutel (inclusief sleutelkaart) bij u
hebt, bijvoorbeeld in uw zak. De
bestuurder moet de elektronische
sleutel altijd bij zich hebben.
Vergrendelen en ontgrendelen van
de portieren (auto's met instapfunc-
tie) (Blz. 128)
Vergrendelen en ontgrendelen van
de achterklep (auto's met instapfunc-
tie) (Blz. 133)
Starten en stoppen van het hybride-
systeem (Blz. 255)
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 145 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
146
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Bereik (gebieden waarin de elektronische
sleutel wordt gesignaleerd)
Bij het vergrendelen of ontgrendelen van de
portieren (auto's met instapfunctie)
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich binnen ongeveer 0,7 m van een bui-
tenportiergreep bevindt. (Alleen de
portieren die de sleutel signaleren, kunnen
worden geopend of gesloten.)
Bij het starten van het hybridesysteem of
veranderen van de standen van het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich in de auto bevindt.
Als er een alarm klinkt of een waarschu-
wingsmelding wordt weergegeven
Een combinatie van een in en buiten de auto
hoorbaar alarm en waarschuwingsmeldingen op
het multi-informatiedisplay zorgen ervoor dat
diefstal van de auto en ongelukken door een
onjuiste bediening worden voorkomen. Neem
de juiste maatregelen als reactie op de waar-
schuwingsmeldingen op het multi-informatiedis-
play. (Blz. 503)
In onderstaande tabel worden de omstandighe-
den en de correctieprocedures beschreven in
de gevallen waarin alleen het alarm klinkt.
Wanneer één keer gedurende 5 seconden
een buiten de auto hoorbaar alarm klinkt
(auto's met instapfunctie)
Wanneer het alarm in de auto herhaaldelijk
klinkt
Als op het multi-informatiedisplay “Smart
Entry & Start System Malfunction See
Owner’s Manual” (Storing in Smart entry-
systeem met startknop; raadpleeg handlei-
ding) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwe-
zig. Laat de auto onmiddellijk controleren door
een erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Energiebesparende functie (auto's met
instapfunctie)
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de 12V-accu leeg raken
wanneer de auto gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt.
In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
De elektronische sleutel bevindt zich gedu-
rende 10 minuten of langer op een afstand van
ongeveer 2 m van de auto.
Het Smart entry-systeem met startknop is
gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
A
B
Situatie Correctieprocedure
Er is geprobeerd de
auto te vergrendelen
terwijl er nog een
portier geopend was.
Sluit alle portieren en
vergrendel ze
opnieuw.
Situatie Correctieprocedure
Het contact werd in de
stand ACC gezet ter-
wijl het bestuurders-
portier geopend was
(het bestuurderspor-
tier werd geopend ter-
wijl het contact in de
stand ACC stond).
Zet het contact UIT en
sluit het bestuurders-
portier.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 146 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
147
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet gebruikt is,
kunnen de portieren alleen via het bestuur-
dersportier worden ontgrendeld. Pak in dat
geval de greep van het bestuurdersportier
vast of gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel om de portieren te ont-
grendelen.
De energiebespaarmodus van een elektro-
nische sleutel inschakelen
Wanneer de energiebespaarmodus is ingescha-
keld, loopt de batterij veel minder snel leeg
omdat de ontvangst van radiogolven door de
elektronische sleutel wordt gestopt.
Druk twee keer in terwijl u
ingedrukt houdt.
Ga na of het controlelampje van de elektroni-
sche sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan niet
worden gebruikt als de energiebespaarmodus is
ingeschakeld. Druk op een van de toetsen van
de elektronische sleutel om de functie te annule-
ren.
Omstandigheden die de werking kunnen
beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop, de
afstandsbediening en de startblokkering maken
gebruik van zwakke radiogolven. In de volgende
situaties kunnen storingen optreden in de com-
municatie tussen de elektronische sleutel en de
auto, waardoor het Smart entry-systeem met
startknop, de afstandsbediening en de startblok-
kering mogelijk niet goed werken: (Oplossingen:
Blz. 530)
Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
In de buurt van een televisiezendmast, elektri-
citeitscentrale, tankstation, radiozender,
videowall, luchthaven of andere locatie waar
sterke radiogolven of elektromagnetische vel-
den aanwezig zijn
Wanneer de elektronische sleutel tegen een
van de volgende metalen voorwerpen wordt
gehouden of erdoor wordt bedekt
Kaarten met aluminiumfolie
Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
Metalen portemonnees of tassen
•Muntgeld
Metalen handwarmers
Media zoals CD's en DVD's
Als er andere sleutels met afstandsbediening
(die radiogolven uitzenden) in de buurt
gebruikt worden
Als u de elektronische sleutel bij u draagt
samen met de volgende apparaten die radio-
golven uitzenden
Een draagbare radio, mobiele telefoon,
draadloze telefoon of andere draadloze com-
municatiemiddelen
De elektronische sleutel of een afstandsbe-
diening van een andere auto die radiogolven
uitzendt
Computers of pda's
Digitale audioapparatuur
Draagbare spelcomputers
Als een metalen coating of metalen voorwer-
pen aan de achterruit zijn bevestigd
Wanneer de elektronische sleutel in de buurt
van een batterijlader of elektronische appara-
ten wordt gehouden
Aanwijzing voor de instapfunctie
Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen
het detectiegebied bevindt, werkt het systeem
in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
De elektronische sleutel bevindt zich te dicht
bij de ruit of buitenportiergreep, te dicht bij de
grond of te hoog als de portieren worden ver-
grendeld of ontgrendeld.
De elektronische sleutel bevindt zich te dicht
bij de grond of op een hoge plaats, of te dicht
bij het midden van de achterbumper, als de
achterklep wordt geopend.
De elektronische sleutel ligt op het dash-
board, in de bagageruimte, op de vloer of in
een portiervak of het dashboardkastje wan-
neer het hybridesysteem wordt gestart of de
stand van het contact wordt gewijzigd.
Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de portier-
vakken liggen wanneer u de auto verlaat.
Afhankelijk van de ontvangst van de radiogol-
ven wordt door de antenne mogelijk waarge-
nomen dat de sleutel zich buiten de auto
bevindt en kunnen de portieren worden ver-
grendeld vanaf de buitenzijde, waardoor de
elektronische sleutel mogelijk in de auto
wordt opgesloten.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 147 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
148
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Zolang de elektronische sleutel zich binnen
het detectiegebied bevindt, kunnen de portie-
ren door een willekeurige persoon worden
vergrendeld en ontgrendeld.
Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten
de auto bevindt, kan het hybridesysteem
mogelijk worden gestart als de elektronische
sleutel zich in de buurt van de ruit bevindt.
De portieren worden mogelijk ontgrendeld
als er een grote hoeveelheid water op de por-
tiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tijdens
een zware regenbui of in een wasstraat, wan-
neer de elektronische sleutel zich binnen het
detectiegebied bevindt. (De portieren zullen
na ongeveer 30 seconden automatisch weer
vergrendeld worden als ze niet geopend en
gesloten worden.)
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om
de portieren te vergrendelen terwijl de elek-
tronische sleutel zich in de nabijheid van de
auto bevindt, bestaat de mogelijkheid dat de
portieren niet ontgrendeld worden door de
instapfunctie. (Gebruik de afstandsbediening
om de portieren te ontgrendelen.)
Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt ter-
wijl u handschoenen draagt, kan de reactie
van het systeem trager zijn of worden de por-
tieren mogelijk niet ontgrendeld. Trek uw
handschoenen uit en raak de vergrendelsen-
sor opnieuw aan.
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elek-
tronische sleutel zich binnen het werkzame
gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk
worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg in
dat geval de correctieprocedure hieronder bij
het wassen van de auto:
Plaats de elektronische sleutel op een afstand
van ten minste 2 meter van de auto. (Zorg
ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om het Smart entry-
systeem met startknop uit te schakelen.
(Blz. 147)
Als de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tijdens
het wassen van de auto, wordt er mogelijk een
melding weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer buiten de
auto. Vergrendel alle portieren om het alarm
uit te schakelen.
De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met ijs,
sneeuw, modder, enz. Maak de vergrendel-
sensor schoon en probeer deze nogmaals te
bedienen.
Bij een plotselinge nadering van het detectie-
gebied of de portiergreep kan het voorkomen
dat de portieren niet ontgrendeld worden.
Laat in dat geval de portiergreep los en con-
troleer of de portieren worden ontgrendeld
voordat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
Als er zich een andere elektronische sleutel
binnen het detectiegebied bevindt, is de reac-
tietijd voor het ontgrendelen van de portieren
nadat een portiergreep is vastgepakt, moge-
lijk langer.
Als er gedurende langere tijd niet met de
auto wordt gereden
Auto's met instapfunctie: Bewaar, om diefstal
van de auto te voorkomen, de elektronische
sleutel niet binnen een afstand van 2 meter
van de auto.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
vooraf worden uitgeschakeld. (Blz. 557)
Voor een juiste bediening van het systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u
hebt als u het systeem bedient. Houd de elektro-
nische sleutel niet te dicht bij de auto als u het
systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin
de elektronische sleutel wordt bewaard, wordt
de sleutel mogelijk niet correct door het systeem
gesignaleerd, waardoor het systeem wellicht niet
juist functioneert. (Het alarm kan per ongeluk
afgaan of de functie die voorkomt dat de portie-
ren per ongeluk worden vergrendeld, werkt
mogelijk niet.)
Als het Smart entry-systeem met startknop
niet goed werkt
Vergrendelen en ontgrendelen van de portie-
ren: Gebruik de mechanische sleutel.
(Blz. 530)
Starten van het hybridesysteem:Blz. 531
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Verschillende instellingen (bijv. van het Smart
entry-systeem met startknop) kunnen worden
gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen: Blz. 557)
Raadpleeg de beschrijvingen voor de volgende
handelingen als het Smart entry-systeem met
startknop is uitgeschakeld via de persoonlijke
voorkeursinstellingen.
Vergrendelen en ontgrendelen van de portie-
ren:
Gebruik de afstandsbediening of de mechani-
sche sleutel. (Blz. 128, 530)
Starten van het hybridesysteem en wijzigen
van de standen van het contact: Blz. 531
Uitschakelen van het
hybridesysteem:Blz. 257
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 148 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
149
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Verklaring voor het Smart entry-systeem met startknop (slimme ECU/antenne)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 149 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
150
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 150 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
151
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 151 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
152
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 152 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
153
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 153 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
154
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 154 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
155
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 155 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
156
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 156 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
157
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 157 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
158
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voor auto's die in Oekraïne zijn verkocht
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 158 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
159
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Verklaring voor het Smart entry-systeem met startknop (slimme zender)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 159 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
160
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 160 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
161
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 161 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
162
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 162 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
163
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 163 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
164
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 164 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
165
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 165 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
166
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 166 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
167
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 167 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
168
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 168 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
169
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 169 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
170
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 170 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
171
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 171 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
172
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 172 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
173
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 173 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
174
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 174 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
175
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 175 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
176
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 176 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
177
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 177 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
178
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 178 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
179
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 179 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
180
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 180 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
181
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 181 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
182
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 182 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
183
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Voor auto's die in Oekraïne zijn verkocht
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 183 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
184
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voor auto's die in Servië zijn verkocht
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 184 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
185
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Verklaring voor het Smart entry-systeem met startknop (slimme ontvanger)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 185 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
186
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 186 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
187
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 187 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
188
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 188 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
189
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 189 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
190
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 190 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
191
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Voor auto's die in Oekraïne zijn verkocht
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 191 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
192
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Verklaring voor het Smart entry-systeem met startknop (Smart entry-systeem met startknop)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 192 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
193
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 193 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
194
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 194 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
195
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 195 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
196
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 196 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
197
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 197 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
198
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 198 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
199
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 199 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
200
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 200 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
201
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 201 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
202
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 202 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
203
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 203 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
204
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 204 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
205
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 205 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
206
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 206 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
207
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 207 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
208
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 208 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
209
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 209 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
210
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 210 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
211
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 211 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
212
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 212 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
213
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Voor auto's die in Oekraïne zijn verkocht
Voor auto's die in Israël zijn verkocht
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 213 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
214
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
WAARSCHUWING
Waarschuwing met betrekking tot beïn-
vloeding van elektronische apparatuur
Mensen met geïmplanteerde pacemakers,
CRT-pacemakers of geïmplanteerde hart-
defibrillatoren moeten voldoende afstand
bewaren tot de antennes van het Smart
entry-systeem met startknop. (Blz. 145)
Radiogolven kunnen de werking van der-
gelijke apparatuur beïnvloeden. Indien
nodig kan de instapfunctie worden uitge-
schakeld. Neem voor meer informatie over
bijvoorbeeld de frequentie van de radio-
golven en de momenten waarop deze wor-
den uitgezonden, contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Raadpleeg vervolgens uw arts om na te
gaan of de instapfunctie moet worden uit-
geschakeld.
Gebruikers van elektrische medische
apparatuur anders dan geïmplanteerde
pacemakers, CRT-pacemakers en geïm-
planteerde hartdefibrillatoren moeten con-
tact opnemen met de fabrikant van deze
producten om te informeren of radiosigna-
len invloed uitoefenen op de werking van
deze apparatuur.
Radiogolven kunnen onverwachte effecten
hebben op de werking van dergelijke
medische apparatuur.
Neem voor meer informatie over het uitscha-
kelen van de instapfunctie contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 214 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
215
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-3. Verstellen van de stoelen
Voordat u gaat rijden
3-3.Verstellen van de stoelen
Handmatig verstelbare stoel
Hendel stoelpositieverstelling
Hendel rugleuningverstelling
Hendel hoogteverstelling
Elektrisch verstelbare stoel
Schakelaar stoelpositie
Schakelaar hoekverstelling zitting
(voorzijde)
Schakelaar hoogteverstelling
Schakelaar rugleuningverstelling
Schakelaar lendensteunverstelling
(bestuurderszijde)
Power Easy Access-systeem (indien aanwe-
zig)
De bestuurdersstoel en het stuurwiel worden
automatisch versteld in overeenstemming met
de stand van het contact en de toestand van de
veiligheidsgordel van de bestuurder.
(Blz. 221)
Voorstoelen
De stoelen kunnen worden versteld (in
lengterichting, in hoogte, enz.). Verstel
de stoel zodanig dat u de juiste houding
achter het stuur hebt.
Procedure voor het verstellen
A
B
C
A
WAARSCHUWING
Wanneer de positie van de stoel wordt
versteld
Let er bij het verstellen van de positie van
de stoel op dat de stoel de overige inzitten-
den van de auto niet raakt, omdat deze
hierdoor wellicht letsel zouden kunnen
oplopen.
Houd uw handen niet onder de stoel of in
de buurt van bewegende onderdelen om
letsel te voorkomen.
Uw vingers of handen zouden bekneld
kunnen raken in het stoelmechanisme.
Stoel afstellen
Om te voorkomen dat u bij een aanrijding
onder de veiligheidsgordel doorschuift, is
het raadzaam de leuning niet verder ach-
terover te zetten dan strikt noodzakelijk is.
Als de rugleuning te ver achterover staat,
kan bij een ongeval het heupgedeelte over
uw heupen heen schuiven, waardoor er te
veel kracht op uw buik wordt uitgeoefend,
of kan het schoudergedeelte van de gordel
in contact komen met uw nek, waardoor
ernstig letsel kan ontstaan.
Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het
rijden, aangezien de stoel dan onver-
wachts kan bewegen. Hierdoor kan de
bestuurder de controle over de auto verlie-
zen.
Controleer na het verstellen of de stoel
goed is vergrendeld. (handmatig verstel-
bare stoel)
B
C
D
E
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 215 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
216
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-3. Verstellen van de stoelen
Handmatig verstelbare stoel
Verstelling rugleuning
Elektrisch verstelbare stoel
Verstelling rugleuning
Bedrijfscondities voor verstelling van de rug-
leuning (elektrisch verstelbare stoel)
Wanneer aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan, kan de schakelaar worden bediend.
Wanneer de stand van de rugleuning binnen
het bereik in de afbeelding ligt.
Wanneer de bedieningsschakelaars van de te
bedienen stoel niet worden ingedrukt.
Verstelling rugleuning (elektrisch verstel-
bare stoel)
Stop de rugleuning halverwege. Druk nogmaals
op de schakelaar om de rugleuning in de achter-
ste stand te zetten.
Bediening elektrisch verstelbare stoel
(indien aanwezig)
Mogelijk werkt de bediening niet goed wanneer
de stoel is voorzien van een hoes of kussen.
Controleer bij het neerklappen van de achter-
stoel of er geen zaken op de stoel liggen die de
beweging kunnen hinderen.
Achterstoelen
De rugleuningen kunnen met de hen-
del of de schakelaars worden versteld
en neergeklapt.
Procedure voor het verstellen
A
A
WAARSCHUWING
Bij het bedienen van de rugleuning
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Voorkom dat passagiers door de rugleu-
ning worden geraakt.
A
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 216 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
217
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-3. Verstellen van de stoelen
Voordat u gaat rijden
Vóór het neerklappen van de rugleu-
ningen achter
1Berg de middelste veiligheidsgordel
achter, de gordelsluitingen en de arm-
steun op. (Blz. 39)
2Zet de hoofdsteun van de achterstoel
omlaag. (Blz. 224)
Neerklappen rugleuningen achter-
stoelen (handmatig verstelbare stoel)
Trek aan de hendel voor verstelling van de
rugleuning en klap de rugleuning omlaag.
Neerklappen rugleuningen achter-
stoelen (elektrisch verstelbare stoel)
Houd de schakelaar ingedrukt om de rug-
leuning neer te klappen.
De zoemer klinkt en de beweging begint. De
zoemer klinkt nogmaals wanneer de beweging
is voltooid.
Druk nogmaals op een van de stoelverstellings-
schakelaars voor die stoel om de beweging hal-
verwege te stoppen. Schakelaars voor die stoel
op andere plaatsen kunnen worden gebruikt
om de beweging te stoppen. (De zoemer klinkt
afhankelijk van de stoppositie van de rugleu-
ning)
Schakelaar dashboard
Schakelaar achterstoel
Zet, wanneer de rugleuning naar achteren
is geklapt, de rugleuning zo ver mogelijk
rechtop en druk nogmaals op de schake-
laar.
WAARSCHUWING
Houd uw handen uit de buurt van bewe-
gende onderdelen en voorkom dat ze tus-
sen de stoelen komen. Let ook op dat er
geen lichaamsdelen klem komen te zitten.
Auto's met een elektrisch verstelbare stoel:
laat de rugleuning niet door kinderen
bedienen, aangezien andere passagiers
anders klem kunnen komen te zitten.
Auto's met een elektrisch verstelbare stoel:
controleer of er geen passagiers op de
stoel zitten voordat u de stoel neerklapt.
Zorg er bovendien voor dat niemand op de
stoel gaat zitten op het moment dat deze
wordt versteld.
Stoel afstellen
Om te voorkomen dat u bij een aanrijding
onder de veiligheidsgordel doorschuift, is het
raadzaam de leuning niet verder achterover
te zetten dan strikt noodzakelijk is.
Als de rugleuning te ver achterover staat, kan
bij een ongeval het heupgedeelte over uw
heupen heen schuiven, waardoor er te veel
kracht op uw buik wordt uitgeoefend, of kan
het schoudergedeelte van de gordel in con-
tact komen met uw nek, waardoor ernstig let-
sel kan ontstaan.
Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rij-
den, aangezien de stoel dan onverwachts kan
bewegen. Hierdoor kan de bestuurder de
controle over de auto verliezen.
Rugleuningen achter neerklappen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 217 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
218
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-3. Verstellen van de stoelen
Bagageruimteschakelaar
De rugleuningen achter terugzetten
in hun oorspronkelijke positie (hand-
matig verstelbare stoel)
1Klap de rugleuning achter omhoog tot
deze vergrendelt.
2Controleer of de gesp van de veilig-
heidsgordel zich aan de voorzijde van
de stoel bevindt.
Wanneer de veiligheidsgordel van de middelste
achterstoel wordt gebruikt (Blz. 38)
De rugleuningen achter terugzetten
in hun oorspronkelijke positie (elek-
trisch verstelbare stoel)
1Houd de schakelaar ingedrukt om de
rugleuning in de oorspronkelijke stand
terug te zetten.
De zoemer klinkt en de beweging begint. De
zoemer klinkt nogmaals wanneer de beweging
is voltooid.
Druk nogmaals op een van de stoelverstellings-
schakelaars voor die stoel om de beweging hal-
verwege te stoppen. Schakelaars voor die stoel
op andere plaatsen kunnen worden gebruikt
om de beweging te stoppen. (De zoemer klinkt
afhankelijk van de stoppositie van de rugleu-
ning)
Schakelaar dashboard
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 218 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
219
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-3. Verstellen van de stoelen
Voordat u gaat rijden
Schakelaar achterstoel
Bagageruimteschakelaar
2Controleer of de gesp van de veilig-
heidsgordel zich aan de voorzijde van
de stoel bevindt.
Wanneer de veiligheidsgordel van de middelste
achterstoel wordt gebruikt (Blz. 38)
Bedrijfscondities voor het neerklappen van
de rugleuning (elektrisch verstelbare stoel)
Wanneer aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan, kan de schakelaar worden bediend.
Bij het bedienen van de schakelaar van de
achterstoel: de stand van de rugleuning ligt
binnen het bereik in de afbeelding.
Wanneer de schakelaar op het dashboard of
de bagageruimteschakelaar wordt bediend:
De rugleuning staat in het bereik in de
afbeelding.
Wanneer de schakelaar van de achterstoel
wordt bediend: Wanneer het achterportier
aan de zijde van de te bedienen stoel is
geopend.
Wanneer de bagageruimteschakelaar wordt
bediend: Wanneer de achterklep is geopend.
Wanneer de bedieningsschakelaars van de te
bedienen stoel niet worden ingedrukt.
Wanneer het contact AAN staat, kan in aanvul-
ling op het bovenstaande de elektrisch verstel-
bare stoel worden bediend wanneer aan een van
de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
De parkeerrem is geactiveerd
Het rempedaal is ingetrapt
De selectiehendel staat in stand P
Bedrijfscondities voor het terugzetten van
de rugleuning in de oorspronkelijke positie
(elektrisch verstelbare stoel)
Wanneer aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan, kan de schakelaar worden bediend.
Bij het bedienen van de schakelaar van de
achterstoel: Wanneer de stand van de rugleu-
ning binnen het bereik in de afbeelding
ligt.
B
A
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 219 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
220
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-3. Verstellen van de stoelen
Wanneer de schakelaar van de achterstoel
wordt bediend: Wanneer het achterportier
aan de zijde van de te bedienen stoel is
geopend.
Wanneer de bagageruimteschakelaar wordt
bediend: Wanneer de achterklep is geopend.
Wanneer de bedieningsschakelaars van de te
bedienen stoel niet worden ingedrukt.
Wanneer het contact AAN staat, kan in aanvul-
ling op het bovenstaande de elektrisch verstel-
bare stoel worden bediend wanneer aan een van
de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
De parkeerrem is geactiveerd
Het rempedaal is ingetrapt
De selectiehendel staat in stand P
Klembeveiliging rugleuning (elektrisch ver-
stelbare stoel)
Wanneer bij het neerklappen van de rugleuning
een vreemd voorwerp wordt waargenomen tus-
sen de rugleuning en de zitting, dan zal de rug-
leuning in de tegengestelde richting bewegen.
Vervolgens stopt de beweging.
De zoemer klinkt met tussenpozen terwijl de
rugleuning in tegengestelde richting beweegt en
klinkt onafgebroken wanneer de beweging is
gestopt.
WAARSCHUWING
Bij en na het neerklappen van de rugleu-
ningen van de achterstoelen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Klap de rugleuningen niet neer tijdens het
rijden.
Parkeer de auto op een vlakke onder-
grond, activeer de parkeerrem en zet de
selectiehendel in stand P.
Laat geen personen op de neergeklapte
rugleuning of in de bagageruimte zitten tij-
dens het rijden.
Laat kinderen niet in de bagageruimte
komen.
Nadat de rugleuning van de achterstoel
rechtop is gezet
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Controleer of de rugleuning goed ver-
grendeld is door de rugleuning voorzichtig
naar voren en naar achteren te drukken.
Controleer of de veiligheidsgordels niet
gedraaid zijn of vastzitten in de rugleuning.
Klembeveiliging (auto's met een elek-
trisch bedienbare stoelen)
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Gebruik geen lichaamsdelen om de klem-
beveiliging opzettelijk te activeren.
Mogelijk werkt de klembeveiliging niet als
er net voordat de rugleuning wordt neer-
geklapt iets klem komt te zitten. Zorg
ervoor dat uw vingers of andere zaken niet
bekneld raken.
De vorm van het voorwerp dat klem komt
te zitten, kan ertoe leiden dat de klembe-
veiliging niet werkt. Zorg ervoor dat uw
vingers of andere zaken niet bekneld
raken.
OPMERKING
Opbergen van de veiligheidsgordels
Berg de veiligheidsgordels, de gesp van de
middelste stoel achter en de armsteun altijd
op voordat u de rugleuningen van de achter-
stoelen neerklapt. (Blz. 39)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 220 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
221
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-3. Verstellen van de stoelen
Voordat u gaat rijden
*: Indien aanwezig
Als de volgende handelingen zijn uitge-
voerd, worden de bestuurdersstoel en het
stuurwiel automatisch versteld zodat de
bestuurder gemakkelijk in of uit de auto
kan stappen.
De selectiehendel is in stand P gezet.
Het contact is UIT gezet.
De veiligheidsgordel van de bestuur-
der is losgemaakt.
Als een van de volgende handelingen is
uitgevoerd, worden de bestuurdersstoel en
het stuurwiel automatisch teruggezet in de
oorspronkelijke positie.
Het contact wordt in stand ACC of
AAN gezet.
De veiligheidsgordel van de bestuur-
der wordt vastgemaakt.
Bediening van het Power Easy Access-sys-
teem
Als u uit de auto stapt, werkt het Power Easy
Access-systeem mogelijk niet als de stoel al
bijna in de achterste positie staat, enz.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De mate waarin de stoel wordt versteld met het
Power Easy Access-systeem kan aan de per-
soonlijke voorkeur worden aangepast. (Syste-
men met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen: Blz. 557)
1Controleer of de selectiehendel in
stand P staat.
2Zet het contact AAN.
3Zet de bestuurdersstoel, het stuurwiel
en de buitenspiegels in de gewenste
positie.
4Druk, terwijl u de toets SET ingedrukt
houdt of binnen 3 seconden nadat de
toets SET is ingedrukt, op toets 1, 2 of 3
tot de zoemer klinkt.
Als er onder de gekozen toets al een instelling
was opgeslagen, zal deze worden overschre-
ven.
Ergonomisch geheugen*
Deze functie zet de voorstoelen, het
stuurwiel en de buitenspiegels auto-
matisch in de gewenste stand om het
in- en uitstappen te vergemakkelijken
en om aan uw voorkeur te voldoen.
Er kunnen drie verschillende posities
worden opgeslagen in het geheugen.
In elke elektronische sleutel (inclusief
sleutelkaart) kan de door u gewenste
rijpositie worden opgeslagen, zodat
die kan worden opgeroepen.
Vergemakkelijken van in- en
uitstappen bestuurder (Power Easy
Access-systeem)
Opslaan van een rijpositie in het
geheugen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 221 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
222
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-3. Verstellen van de stoelen
Stoelposities die in het geheugen kunnen
worden opgeslagen
Andere ingestelde posities dan de ingestelde
positie met de schakelaar van de lendensteun-
verstelling kunnen in het geheugen worden
opgeslagen. (Blz. 215)
Het ergonomisch geheugen op de juiste
wijze gebruiken
Als de stoel al in de verst mogelijke stand staat
en de stoel wordt in dezelfde richting bewogen,
dan wijkt de opgeslagen positie mogelijk iets af
wanneer deze wordt opgeroepen.
1Controleer of de selectiehendel in
stand P staat.
2Zet het contact AAN.
3Houd een van de toetsen van de rijpo-
sitie die u wilt oproepen ingedrukt tot-
dat de zoemer klinkt.
Het oproepen van de stoelpositie halver-
wege onderbreken
Voer een van de volgende handelingen uit:
Druk op de toets SET.
Druk op toets “1”, “2” of “3”.
Bedien een van de schakelaars van de stoel-
verstelling (schakelt alleen het oproepen van
de stoelpositie uit).
Bedien de schakelaar van de stuurverstelling
(schakelt alleen het oproepen van de stuur-
wielpositie uit).
Bedienen van het ergonomische geheugen
nadat het contact UIT is gezet
De opgeslagen posities kunnen gedurende 180
seconden na het openen van het bestuurders-
portier nog worden geactiveerd en nog eens 60
seconden na het sluiten van het portier.
Procedure voor registreren
Sla uw favoriete rijpositie op onder toets 1,
2 of 3 en voer daarna de onderstaande
handelingen uit:
Draag alleen de sleutel bij u die u wilt regis-
treren en sluit het bestuurdersportier.
Als zich 2 of meer sleutels in de auto
bevinden, kan de rijpositie niet juist worden
opgeslagen.
1Controleer of de selectiehendel in
stand P staat.
2Zet het contact AAN.
3Roep de rijpositie op die u wilt opslaan.
4Houd de toets voor het oproepen van
de rijpositie ingedrukt en druk op de
schakelaar voor de centrale vergren-
deling in het portier (vergrendelen of
ontgrendelen) totdat de zoemer klinkt.
WAARSCHUWING
Waarschuwing bij het verstellen van de
stoel
Let er bij het instellen van de stoelpositie op
dat de stoel de passagier achterin niet raakt
en dat uw lichaam niet klem komt te zitten
tussen de stoel en het stuurwiel.
Oproepen van een rijpositie
Registreren/uitschakelen van een
rijpositie in een elektronische
sleutel (geheugenoproepfunctie)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 222 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
223
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-3. Verstellen van de stoelen
Voordat u gaat rijden
Als de rijpositie niet kan worden geregistreerd,
klinkt de zoemer continu gedurende ongeveer
3 seconden.
Procedure voor annuleren
1Draag alleen de sleutel bij u die u wilt
annuleren en sluit het bestuurderspor-
tier.
Als zich 2 of meer sleutels in de auto
bevinden, kan de koppeling aan de rij-
positie niet goed worden geannuleerd.
2Zet het contact AAN.
3Houd de toets SET ingedrukt en druk
op de schakelaar voor de centrale ver-
grendeling (vergrendelen of ontgren-
delen) totdat de zoemer tweemaal
klinkt.
Als niet kan worden geannuleerd, klinkt de zoe-
mer gedurende ongeveer 3 seconden continu.
Procedure voor oproepen
1Controleer of de portieren zijn ver-
grendeld alvorens de rijpositie op te
roepen. Gebruik de elektronische
sleutel met de opgeslagen rijpositie en
ontgrendel en open het bestuurders-
portier met het Smart entry-systeem
met startknop of de afstandsbediening.
De stoel (niet het stuurwiel) wordt in de opge-
slagen rijpositie gezet. De stoel beweegt echter
naar een positie iets achter de opgeslagen posi-
tie, zodat u gemakkelijk kunt instappen.
Als de rijpositie een positie is die al is opgesla-
gen, zullen de stoel en de buitenspiegels niet
bewegen.
2Zet het contact in stand ACC of AAN
of maak een veiligheidsgordel vast.
De stoel en het stuurwiel worden in de opgesla-
gen positie gezet.
Oproepen van de rijpositie met behulp van
de geheugenoproepfunctie
In elke elektronische sleutel kunnen verschil-
lende rijposities worden opgeslagen. Daarom
kan de rijpositie die wordt opgeroepen per
sleutel anders zijn.
Wanneer een ander portier dan het bestuur-
dersportier wordt ontgrendeld via het Smart
entry-systeem met startknop, wordt de rijposi-
tie niet opgeroepen. Druk in dat geval op de
toets van de rijpositie die is ingesteld.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De ontgrendelingsinstellingen van de geheu-
genoproepfunctie kunnen aan de persoonlijke
voorkeur worden aangepast. (Systemen met
mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursin-
stellingen: Blz. 557)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 223 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
224
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-3. Verstellen van de stoelen
Voorstoelen
1Omhoog
Trek de hoofdsteunen omhoog.
2Omlaag
Duw de hoofdsteun omlaag en houd daarbij de
ontgrendelknop ingedrukt.
Achterstoelen
1Omhoog
Trek de hoofdsteunen omhoog.
2Omlaag
Duw de hoofdsteun omlaag en houd daarbij de
ontgrendelknop ingedrukt.
Afstellen van de hoogte van de hoofdsteu-
nen (voorstoelen)
Stel de hoofdsteunen zo in dat het midden van
de hoofdsteun zich zo dicht mogelijk bij de
bovenzijde van uw oren bevindt.
Afstellen van de hoofdsteun achter
Stel de hoofdsteunen voor gebruik altijd mini-
maal in op de op een na laagste stand.
Hoofdsteunen
Alle zitplaatsen zijn voorzien van een
hoofdsteun.
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
van de hoofdsteunen
Neem met betrekking tot de hoofdsteunen
de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Plaats de hoofdsteunen altijd op de bijbe-
horende stoel.
Stel de hoofdsteunen altijd goed af.
Druk de hoofdsteunen na het plaatsen naar
beneden om te controleren of ze goed ver-
grendeld zijn.
Rijd nooit zonder hoofdsteunen.
Afstellen in verticale richting
A
A
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 224 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
225
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-3. Verstellen van de stoelen
Voordat u gaat rijden
U kunt de hoofdsteun in 4 stappen verder
naar voren zetten.
Als u de hoofdsteun vanuit de voorste positie
naar voren trekt, keert de steun terug naar de
achterste positie.
Trek de hoofdsteun omhoog en houd daar-
bij de ontgrendelknop ingedrukt.
Wanneer de hoofdsteun het dak raakt
waardoor het verwijderen ervan wordt
bemoeilijkt, wijzig dan de stoelhoogte of
de -hoek. (Blz. 215, 216)
Breng de hoofdsteun in lijn met de bevesti-
gingsgaten en schuif hem omlaag tot hij in
de vergrendeling klikt.
Houd de ontgrendelknop ingedrukt wan-
neer u de hoofdsteun laat zakken.
Horizontale verstelling
(indien aanwezig)
Verwijderen van de hoofdsteunen
A
Plaatsen van de hoofdsteunen
A
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 225 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
226
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
3-4.Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Type met handmatige verstelling
1Houd het stuurwiel vast en druk de
hendel omlaag.
2Zet het stuurwiel in de ideale positie
door het in horizontale en verticale
richting te bewegen.
Trek na de verstelling de hendel omhoog om het
stuurwiel te borgen.
Elektrische verstelling
Door de schakelaar te bedienen kan het
stuur in de volgende richtingen versteld
worden:
1Omhoog
2Omlaag
3Naar de bestuurder toe
4Van de bestuurder af
Het stuurwiel kan worden versteld wanneer
(elektrische verstelling)
Het contact in de stand ACC of AAN staat*.
*: Wanneer de bestuurdersgordel is vastge-
maakt, kan het stuurwiel worden versteld,
ongeacht de stand van het contact.
Automatische verstelling van de stuurwiel-
positie (indien aanwezig)
Met het ergonomisch geheugen kan een
gewenste stuurwielpositie in het geheugen wor-
den opgeslagen en automatisch worden opge-
roepen. (Blz. 221)
Power Easy Access-systeem (indien aanwe-
zig)
Het stuurwiel en de bestuurdersstoel worden
automatisch versteld in overeenstemming met
de stand van het contact en de toestand van de
veiligheidsgordel van de bestuurder.
(Blz. 221)
Na het afstellen van het stuurwiel (handma-
tige verstelling)
Zorg ervoor dat het stuurwiel goed vergrendeld
is.
De claxon klinkt mogelijk niet als het stuurwiel
niet goed is vergrendeld.
Stuurwiel
Procedure voor het verstellen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 226 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
227
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
Druk op of vlak bij het symbool om
te claxonneren.
De hoogte van de binnenspiegel kan wor-
den afgestemd op uw houding achter het
stuur.
Stel de hoogte van de binnenspiegel af
door de spiegel omhoog of omlaag te
bewegen.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Verstel het stuurwiel niet tijdens het rijden.
Anders kunt u de macht over het stuur verlie-
zen en een ongeval veroorzaken, waardoor
ernstig letsel kan ontstaan.
Na het afstellen van het stuurwiel (hand-
matige verstelling)
Zorg ervoor dat het stuurwiel goed vergren-
deld is.
Anders kan het stuurwiel plotseling bewegen,
waardoor een ongeval kan ontstaan met ern-
stig letsel tot gevolg.
Claxonneren
Binnenspiegel
De positie van de binnenspiegel kan
worden afgesteld zodat de bestuurder
voldoende zicht naar achteren heeft.
Afstellen van de hoogte van
de binnenspiegel
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur ver-
liezen en een ongeval veroorzaken, waardoor
ernstig letsel kan ontstaan.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 227 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
228
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Binnenspiegel met handmatig
bediende antiverblindingsstand
Normale stand
Antiverblindingsstand
Binnenspiegel met automatische anti-
verblindingsstand
De hoeveelheid gereflecteerd licht wordt
automatisch gereduceerd op basis van de
helderheid van de koplampen van achter-
opkomend verkeer.
Modus automatische antiverblindings-
stand in-/uitschakelen
Wanneer de automatische antiverblindings-
stand is ingeschakeld, brandt het controle-
lampje . De functie wordt ingeschakeld
telkens wanneer het contact AAN wordt gezet.
Druk op de toets om de functie uit te schakelen.
(Het controlelampje gaat ook uit.)
Voorkomen van een onjuiste werking van de
sensoren (auto's met binnenspiegel met
automatische antiverblindingsstand)
Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook niet,
omdat hierdoor de werking van de sensoren in
negatieve zin beïnvloed kan worden.
Antiverblindingsstand
A
B
A
A
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 228 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
229
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
1Druk op de schakelaar om de buiten-
spiegel te selecteren die moet worden
versteld.
Links
Rechts
2Verstel de buitenspiegel met de scha-
kelaar.
Omhoog
Rechts
Omlaag
Links
De spiegelhoek kan worden versteld wan-
neer
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Gebruik bij koud weer
Auto's met ergonomisch geheugen: Wanneer de
buitenspiegels worden bediend tijdens het ach-
teruitrijden bij koud weer, kunnen ze bevroren
zijn en wordt het spiegeloppervlak mogelijk niet
automatisch naar beneden gericht. Verwijder in
dit geval sneeuw en ijs van het spiegeloppervlak.
Ontwasemen van de spiegels
De buitenspiegels kunnen worden ontwasemd
met de spiegelverwarming. Door de achterruit-
verwarming in te schakelen wordt de buitenspie-
gelverwarming ingeschakeld. (Blz. 401, 410)
Automatische antiverblindingsfunctie
(indien aanwezig)
Als de binnenspiegel met antiverblindingsstand
in de automatische stand wordt gezet, reflecte-
ren ook de buitenspiegels minder licht van ach-
teropkomend verkeer. (Blz. 228)
Automatisch afstellen van de spiegels (auto's
met ergonomisch geheugen)
U kunt de gewenste stand van de spiegel in het
geheugen opslaan en automatisch vanuit het
ergonomisch geheugen oproepen. (Blz. 221)
Buitenspiegels
Om veilig te kunnen rijden en goed
zicht te hebben moet u de spiegels
afstellen voordat u gaat rijden.
WAARSCHUWING
Tijdens het rijden
Neem tijdens het rijden de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over het
stuur verliezen en een ongeval veroorzaken,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Verstel de spiegels niet tijdens het rijden.
Rijd niet met de auto als de spiegels zijn
ingeklapt.
Beide buitenspiegels dienen in de normale
stand te staan en goed te zijn ingesteld
alvorens met de auto wordt gereden.
Als de spiegelverwarming is ingescha-
keld
Raak het oppervlak van de spiegels niet aan,
omdat dit heet kan worden en brandwonden
kan veroorzaken.
Procedure voor het verstellen
A
B
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 229 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
230
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Koppeling van spiegelstand aan achteruitrij-
den (auto's met geheugen voor rijpositie)
Wanneer de spiegelselectieschakelaar in stand L
of R staat, kantelen de buitenspiegels tijdens het
achteruitrijden automatisch naar beneden om
meer zicht op de grond te bieden.
Beweeg de spiegelselectieschakelaar naar de
neutraalstand (tussen L en R) om deze functie uit
te schakelen.
Stel de spiegelhoek naar wens af terwijl de
selectiehendel in stand R staat. Deze hoek zal
dan worden gebruikt als de auto achteruit rijdt.
De ingestelde hoek wordt opgeslagen en de
spiegel kantelt automatisch naar de opgeslagen
hoek wanneer de volgende keer de selectiehen-
del in stand R wordt gezet.
De opgeslagen positie voor omlaag kantelen
van de spiegel is gekoppeld aan de normale
stand (afgestelde hoek met de selectiehendel in
een andere stand dan R). Als daarom de nor-
male stand wordt gewijzigd na het afstellen, wij-
zigt ook de kantelstand.
Wanneer de normale stand wordt gewijzigd, stel
dan tijdens het achteruitrijden de hoek opnieuw
af.
Wanneer de buitenspiegels worden bediend bij
koud weer, kunnen ze bevroren zijn en wordt het
spiegeloppervlak mogelijk niet automatisch naar
beneden gericht. Verwijder in dit geval sneeuw
en ijs van het spiegeloppervlak.
1Inklappen van de spiegels
2Uitklappen van de spiegels
Als de schakelaar van de inklapbare bui-
tenspiegels in de middenstand staat, wordt
de automatische stand ingeschakeld. De
automatische stand maakt het mogelijk om
het wegklappen of terugklappen van de
spiegels te koppelen aan het vergrende-
len/ontgrendelen van de portieren.
Gebruik bij koud weer
Wanneer de automatische stand wordt gebruikt
bij koud weer, kan de buitenspiegel bevriezen en
wordt de spiegel mogelijk niet automatisch in-
en uitgeklapt. Verwijder in dit geval sneeuw en ijs
van de spiegel en bedien de spiegel vervolgens
met de schakelaar inklapbare buitenspiegels of
door de spiegel met de hand te bewegen.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Het automatisch in- en uitklappen van de buiten-
spiegels kan worden gewijzigd. (Systemen met
mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursin-
stellingen: Blz. 557)
Inklappen en uitklappen van de
spiegels
WAARSCHUWING
Wanneer een spiegel wordt versteld
Zorg ervoor dat uw hand niet bekneld raakt
tussen de bewegende spiegel en het spiegel-
huis om letsel en storingen te voorkomen.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 230 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
231
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
Voordat u gaat rijden
3-5.Openen en slu iten van de ruiten en h et schuifdak
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
worden geopend en gesloten met behulp
van de one-touch bediening van de scha-
kelaars.
1Sluiten
2One-touch sluiten*
3Openen
4One-touch openen*
*: De ruit stopt in een tussenstand door de
schakelaar in de andere richting te bewegen.
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
bediend worden als
Het contact AAN staat.
Bedienen van de elektrisch bedienbare rui-
ten nadat het hybridesysteem is uitgescha-
keld
Zelfs nadat het contact in stand ACC of UIT is
gezet, kunnen de elektrisch bedienbare ruiten
nog gedurende ongeveer 45 seconden worden
bediend. Ze kunnen echter niet meer worden
bediend zodra een van de voorportieren is
geopend.
Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten van de ruit een object
bekneld raakt tussen de ruit en het ruitframe,
stopt de beweging van de ruit en wordt de ruit
weer iets geopend.
Knelbeveiliging
Als tijdens het openen van de ruit een object
bekneld raakt tussen het portier en de ruit, stopt
de beweging van de ruit.
Als de ruit niet kan worden geopend of
gesloten
Wanneer de klembeveiliging of de knelbeveili-
ging niet goed werkt en de portierruit niet kan
worden geopend of gesloten, voer dan de
onderstaande handelingen uit met de schakelaar
van de ruitbediening van dat portier.
Breng de auto tot stilstand. Zorg ervoor dat
het contact AAN staat en bedien de schake-
laar van de ruitbediening continu in de one-
touch sluitpositie of de one-touch openpositie
binnen 4 seconden nadat de klembeveiliging
of knelbeveiliging werd geactiveerd, zodat de
portierruit kan worden geopend en gesloten.
Als de portierruit ook na het uitvoeren van
bovenstaande handelingen niet kan worden
geopend of gesloten, voer dan de onder-
staande procedure uit voor initialisatie van de
functie.
1Zet het contact AAN.
2Houd de schakelaar voor de ruitbediening
omhoog getrokken in de one-touch sluitpo-
sitie en sluit de portierruit volledig.
3Laat de schakelaar voor de ruitbediening
even los en houd vervolgens de schakelaar
gedurende ten minste ongeveer 6 secon-
den in de one-touch sluitpositie.
4Houd de schakelaar van de ruitbediening
ingedrukt in de one-touch openpositie. Blijf
de schakelaar, nadat de portierruit volledig
is geopend, nog eens ten minste 1 seconde
in die positie vasthouden.
5Laat de schakelaar voor de ruitbediening
even los en houd vervolgens de schakelaar
gedurende ten minste ongeveer 4 secon-
den in de one-touch openpositie.
6Houd de schakelaar voor de ruitbediening
nogmaals omhoog getrokken in de one-
touch sluitpositie. Blijf de schakelaar, nadat
de portierruit volledig is gesloten, nog eens
ten minste 1 seconde in die positie vasthou-
den.
Herhaal de procedure vanaf het begin als u de
schakelaar hebt losgelaten terwijl de ruit nog in
beweging was.
Als de ruit in de tegengestelde richting beweegt
en niet volledig kan worden gesloten of
geopend, laat dan de auto nakijken door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Elektrisch bedienbare ruiten
Openen en sluiten van de elektrisch
bedienbare ruiten
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 231 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
232
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
Aan portierslot gekoppelde werking ruiten
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen wor-
den geopend en gesloten met behulp van de
mechanische sleutel.* (Blz. 530)
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen wor-
den geopend en gesloten met behulp van de
afstandsbediening.* (Blz. 128)
*: Deze instellingen moeten aan de persoonlijke
voorkeur worden aangepast door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingszoemer bij geopende elek-
trisch bedienbare ruiten
De zoemer klinkt en er verschijnt een melding
op het multi-informatiedisplay op het dashboard
wanneer het contact UIT staat en u het bestuur-
dersportier opent terwijl de elektrisch bedien-
bare ruiten geopend zijn.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. de aan het portierslot
gekoppelde werking) kunnen worden gewij-
zigd. (Systemen met mogelijkheden voor per-
soonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 557)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Sluiten van de ruiten
De bestuurder is verantwoordelijk voor de
bediening van de elektrisch bedienbare
ruiten, ook voor die van de passagiers.
Laat, om onbedoelde bediening, met name
door kinderen, te voorkomen, de elektrisch
bedienbare ruiten niet door kinderen
bedienen. Het kan gebeuren dat een
lichaamsdeel van een kind of een andere
passagier klem komt te zitten tussen de
elektrisch bedienbare ruit. Wanneer er een
kind in de auto zit, verdient het aanbeveling
om de blokkeerschakelaar voor de ruitbe-
diening te gebruiken. (Blz. 233)
Controleer of geen van de inzittenden een
lichaamsdeel naar buiten steekt dat
bekneld zou kunnen raken als de ruiten
bediend worden.
Wanneer de elektrisch bedienbare ruiten
worden bediend met de afstandsbediening
of mechanische sleutel, bedien dan de
elektrisch bedienbare ruit nadat u hebt
gecontroleerd of er geen risico is dat een
passagier met een lichaamsdeel bekneld
kan raken tussen de ruit. Laat kinderen de
ruit niet bedienen via de afstandsbediening
of mechanische sleutel. Het kan gebeuren
dat een lichaamsdeel van een kind of een
andere passagier klem komt te zitten door
het bedienen van de elektrisch bedienbare
ruit.
Wanneer u uit de auto stapt, zet dan het
contact UIT en neem de sleutel en het kind
met u mee. Anders kan het kind de auto
mogelijk onbedoeld, uit kattenkwaad, enz.
bedienen, wat tot een ongeval kan leiden.
Klembeveiliging
Gebruik geen lichaamsdelen om de klem-
beveiliging opzettelijk te activeren.
De klembeveiliging werkt mogelijk niet als
iets klem komt te zitten als de ruit bijna vol-
ledig gesloten is. Zorg ervoor dat er geen
lichaamsdelen klem komen te zitten tussen
de ruit.
Knelbeveiliging
Steek geen lichaamsdelen of kledingstuk-
ken in de opening om te proberen of de
knelbeveiliging werkt.
De knelbeveiliging werkt mogelijk niet als
iets bekneld raakt op het moment dat de
ruit bijna volledig geopend is. Zorg ervoor
dat er geen lichaamsdelen of kledingstuk-
ken klem komen te zitten tussen de ruit.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 232 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
233
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
Voordat u gaat rijden
Deze functie is bedoeld om te voorkomen
dat kinderen per ongeluk een passa-
giersruit openen of sluiten.
Druk de schakelaar in om de passa-
giersruiten te blokkeren.
*: Indien aanwezig
Openen en sluiten
1Openen
Houd de schakelaar OPEN ingedrukt. Het
schuifdak kantelt omhoog en wordt vervolgens
automatisch volledig geopend.*
2Sluiten
Houd de schakelaar CLOSE ingedrukt. Het
schuifdak wordt automatisch volledig gesloten.*
*: Druk licht op één van de uiteinden van de
schakelaar openen/sluiten van het schuifdak
om de beweging van het schuifdak halver-
wege te stoppen.
Voorkomen van onbedoelde
bediening (blokkeerschakelaar
ruitbediening)
Schuifdak*
Voor extra comfort kan het schuifdak
worden geopend of omhoog gekan-
teld.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Openen van het schuifdak
Laat geen van de inzittenden tijdens het rij-
den zijn/haar hand of hoofd buiten de auto
uit steken.
Ga niet op het schuifdak zitten.
Bedieningsinstructies
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 233 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
234
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
Omhoog en omlaag kantelen
1Omhoog kantelen
Houd de schakelaar UP ingedrukt. Het schuif-
dak wordt automatisch geopend tot de stoppo-
sitie voor omhoog kantelen.*
2Omlaag kantelen
Houd de schakelaar DOWN ingedrukt. Het
schuifdak wordt automatisch volledig gesloten.*
*: Druk licht op één van de uiteinden van de
schuifdakschakelaar om de beweging van
het schuifdak halverwege te stoppen.
Het schuifdak kan worden bediend als
Het contact AAN staat.
Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten of naar beneden kantelen
een object bekneld raakt tussen het schuifdak en
het frame, stopt de beweging van het schuifdak
en wordt het weer iets geopend.
Zonnescherm
Het zonnescherm kan met de hand worden
geopend en gesloten. Bij het openen van het
schuifdak zal het zonnescherm echter automa-
tisch ook worden geopend.
Als het schuifdak niet normaal sluit
Ga als volgt te werk:
Als het schuifdak sluit, maar dan weer een
stukje opengaat
1Breng de auto tot stilstand.
2Houd de schakelaar CLOSE ingedrukt.*1
Het schuifdak sluit, gaat weer open en blijft
gedurende ongeveer 10 seconden staan.*2 Ver-
volgens sluit het opnieuw en kantelt het omlaag.
Ten slotte stopt de beweging.
3Controleer of het schuifdak volledig gestopt
is en laat vervolgens de schakelaar los.
Als het schuifdak omlaag kantelt maar dan
weer omhoog kantelt
1Breng de auto tot stilstand.
2Houd de schakelaar DOWN ingedrukt.*1
Het schuifdak sluit, gaat weer open en blijft
gedurende ongeveer 10 seconden in de
omhoog gekantelde positie staan.*2 Vervolgens
sluit het opnieuw. Ten slotte stopt de beweging.
3Controleer of het schuifdak volledig gestopt
is en laat vervolgens de schakelaar los.
*1: Als de schakelaar niet op het juiste moment
wordt losgelaten, moet de procedure hele-
maal opnieuw worden uitgevoerd.
*2: Als de schakelaar wordt losgelaten nadat er
10 seconden is gewacht, wordt de automati-
sche functie uitgeschakeld. Voer in dat geval
de initialisatie van het schuifdak uit. Raad-
pleeg hiervoor “Wanneer omhoog/omlaag
kantelen of openen en sluiten van het schuif-
dak mogelijk is, maar automatisch volledig
openen en sluiten niet” op Blz. 234.
Als het schuifdak ook na het op de juiste wijze
uitvoeren van bovenstaande procedure niet vol-
ledig sluit, laat dan uw auto controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als het schuifdak niet normaal beweegt
Wanneer het openen en sluiten of het automa-
tisch openen van het schuifdak niet normaal ver-
loopt, voer dan de onderstaande
initialisatieprocedures uit.
1Zet het contact AAN.
2Bedien het schuifdak.
De initialisatiemethode wijzigt afhankelijk van de
onderdelen die kunnen worden bediend.
Als het schuifdak alleen omhoog kan worden
gekanteld wanneer dit is gesloten
3Houd de schakelaar DOWN of CLOSE
ingedrukt.
Open het schuifdak tot de stoppositie voor
omhoog kantelen. Daarna wordt het schuifdak
geopend en volledig gesloten.
Kantel het schuifdak nogmaals omhoog en stop
de bediening in de volledig gesloten positie.
4Controleer of het schuifdak volledig is
gestopt en laat de schakelaar los.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 234 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
235
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
Voordat u gaat rijden
Als het schuifdak alleen kan worden gesloten
wanneer dit gedeeltelijk is geopend
3Houd de schakelaar DOWN of CLOSE
ingedrukt.
Sluit het schuifdak volledig, kantel het omhoog
en open dit tot het bijna volledig is geopend. Sluit
daarna het schuifdak volledig en kantel het nog-
maals omhoog. Stop het schuifdak vervolgens in
de volledig gesloten positie.
4Controleer of het schuifdak volledig is
gestopt en laat de schakelaar los.
Wanneer omhoog/omlaag kantelen of ope-
nen en sluiten van het schuifdak mogelijk is,
maar automatisch volledig openen en sluiten
niet
3Druk op de schakelaar OPEN en open het
schuifdak volledig.
4Druk op de schakelaar CLOSE en sluit het
schuifdak volledig.
5Druk op de schakelaar UP en kantel het
schuifdak omhoog tot de stoppositie voor
omhoog kantelen.
6Druk op de schakelaar DOWN en kantel
het schuifdak omlaag.
Als de schakelaar wordt losgelaten voordat een
stap volledig is uitgevoerd, moet de procedure
helemaal opnieuw worden uitgevoerd.
Als het openen en sluiten of het automatisch
openen ook na het uitvoeren van bovenstaande
procedures niet normaal verloopt, laat dan uw
auto controleren door een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschuwingszoemer open schuifdak
De zoemer klinkt en er verschijnt een melding
op het multi-informatiedisplay op het dashboard
wanneer het contact UIT wordt gezet en u het
bestuurdersportier opent terwijl het schuifdak
geopend is.
Aan portierslot gekoppelde werking schuif-
dak
Het schuifdak kan worden geopend en geslo-
ten met behulp van de mechanische sleutel.*
(Blz. 530)
Het schuifdak kan worden geopend en geslo-
ten met behulp van de afstandsbediening.*
(Blz. 128)
*: Deze instellingen moeten aan de persoonlijke
voorkeur worden aangepast door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Sluiten van het schuifdak
De bestuurder is verantwoordelijk voor het
openen en sluiten van het schuifdak.
Laat, om onbedoelde bediening, met name
door kinderen, te voorkomen, het schuif-
dak niet door kinderen bedienen. Het kan
gebeuren dat een lichaamsdeel van een
kind of een andere passagier klem komt te
zitten tussen het schuifdak.
Controleer of geen van de inzittenden een
lichaamsdeel naar buiten steekt dat
bekneld zou kunnen raken als het schuif-
dak bediend wordt.
Wanneer het schuifdak wordt bediend met
de afstandsbediening of mechanische sleu-
tel, bedien dan het schuifdak nadat u hebt
gecontroleerd of er geen risico is dat een
passagier met een lichaamsdeel bekneld
kan raken tussen het schuifdak. Laat kinde-
ren het schuifdak niet bedienen via de
afstandsbediening of mechanische sleutel.
Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel
van een kind of een andere passagier klem
komt te zitten tussen het schuifdak.
Wanneer u uit de auto stapt, zet dan het
contact UIT en neem de sleutel en het kind
met u mee. Anders kan het kind de auto
mogelijk onbedoeld, uit kattenkwaad, enz.
bedienen, wat tot een ongeval kan leiden.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 235 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
236
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
*: Indien aanwezig
WAARSCHUWING
Klembeveiliging
Gebruik geen lichaamsdelen om de klem-
beveiliging opzettelijk te activeren.
Het is mogelijk dat de klembeveiliging niet
werkt als het schuifdak bijna gesloten is.
Ook is de klembeveiliging niet ontworpen
om te werken terwijl de schuifdakschake-
laar wordt ingedrukt. Let erop dat uw vin-
gers, enz. niet bekneld raken.
Elektrisch bedienbaar
zonnescherm*
Het elektrisch bedienbare zonne-
scherm kan met de schakelaars in de
dakconsole worden geopend en geslo-
ten.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Sluiten van het elektrisch bedienbare
zonnescherm
Controleer of geen van de inzittenden een
lichaamsdeel naar buiten steekt dat
bekneld zou kunnen raken als het zonne-
scherm bediend wordt.
Laat het zonnescherm niet bedienen door
kinderen.
Het bekneld raken tussen het frame en het
zonnescherm kan ernstig letsel veroorza-
ken.
Klembeveiliging
Gebruik geen lichaamsdelen om de klem-
beveiliging opzettelijk te activeren.
Het is mogelijk dat de klembeveiliging niet
meer werkt als het zonnescherm bijna
gesloten is.
Voorkomen van brandwonden en letsel
Raak de openingen tussen de onderzijde van
het dak en het elektrisch bedienbare zonne-
scherm niet aan. Anders kan uw hand
bekneld raken en kunt u letsel oplopen. Ook
kan de onderzijde van het dak heet worden
en brandwonden veroorzaken als de auto
gedurende langere tijd wordt blootgesteld
aan direct zonlicht.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 236 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
237
3
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
Voordat u gaat rijden
Openen en sluiten
1Openen
Houd de schakelaar OPEN ingedrukt. Het
elektrisch bedienbare zonnescherm wordt
automatisch volledig geopend.*
2Sluiten
Houd de schakelaar CLOSE ingedrukt. Het
elektrisch bedienbare zonnescherm wordt
automatisch volledig gesloten.*
*: Druk licht op één van de uiteinden van de
schakelaar openen/sluiten van het schuifdak
om de beweging van het schuifdak halver-
wege te stoppen.
Het elektrisch bedienbare zonnescherm
kan worden gebruikt wanneer:
Het contact AAN staat.
Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten van het elektrisch
bedienbare zonnescherm een object bekneld
raakt tussen het zonnescherm en het frame,
stopt de beweging en wordt het zonnescherm
weer iets geopend.
Wanneer de klembeveiliging heeft gewerkt,
zal het elektrisch bedienbare zonnescherm
niet in de sluitrichting bewegen, zelfs niet als
de zijde CLOSE van de schakelaar nogmaals
wordt ingedrukt, totdat het zonnescherm vol-
ledig de andere richting op is bewogen.
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
omgeving, kan het elektrisch bedienbare zon-
nescherm met iets in contact komen en in de
andere richting bewegen.
Als het automatisch openen en sluiten niet
werkt
Voer de onderstaande initialisatieprocedure uit.
1Zet het contact AAN.
2Houd de schakelaar CLOSE ingedrukt.
Het schuifdak sluit totdat het bijna volledig is
gesloten en stopt dan. Vervolgens beweegt
het in de openingsrichting en sluit het
daarna volledig.
Als de schakelaar wordt losgelaten voordat dit
volledig is uitgevoerd, moet de procedure hele-
maal opnieuw worden uitgevoerd.
Als het automatisch openen en sluiten ook na
het uitvoeren van bovenstaande procedures niet
normaal werkt, laat dan uw auto controleren
door een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Bedieningsinstructies
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 237 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
238
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
3-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 238 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
4
239
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4
Rijden
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto........................... 240
Lading en bagage .............................246
Rijden met een aanhangwagen
(auto's zonder
trekhaakpakket) .............................247
Rijden met een
aanhangwagen (auto's
met trekhaakpakket)................... 248
4-2. Rijprocedures
Startknop..............................................255
EV-modus............................................ 258
Hybridetransmissie ......................... 260
Richtingaanwijzerschakelaar.......264
Parkeerrem..........................................265
Brake Hold.......................................... 268
ASC (Active Sound Control) ......269
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar................................. 270
AHS (Adaptive High
Beam-systeem)...............................272
Automatic High
Beam-systeem ................................276
Schakelaar mistlampen ..................279
Ruitenwissers en -sproeiers.........280
Achterruitenwisser
en -sproeier..................................... 283
4-4. Tanken
Openen van de tankdop............... 285
4-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Lexus Safety System+.....................288
PCS (Pre-Crash
Safety-systeem) ............................. 299
LTA (Lane Tracing Assist).............. 307
LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling)......................... 316
RSA (Road Sign Assist)..................324
Dynamic Radar Cruise
Control met volledig
snelheidsbereik.............................. 328
Cruise control.................................... 339
PKSA (Parking Support
Alert)...................................................342
Lexus Parking Assist-sensor........ 343
Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten)....... 348
BSM (Blind Spot Monitor) ...........358
Rijmodusselectieschakelaar........ 376
GPF-systeem
(benzineroetfilter)......................... 378
Ondersteunende systemen......... 379
Rijden met een hybrideauto ........ 384
4-6. Rijtips
Rijden in de winter ........................... 386
Voorzorgsmaatregelen bij
terreinauto's .................................... 389
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 239 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
240
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-1. Voordat u gaat rijden
4-1.Voordat u gaat rijden
Starten van het hybridesysteem
Blz. 255
Rijden
1Zet met ingetrapt rempedaal de selec-
tiehendel in stand D. (Blz. 261)
2Deactiveer de parkeerrem.
(Blz. 266)
Als de parkeerrem in de automatische modus
staat, wordt de parkeerrem automatisch gede-
activeerd wanneer de selectiehendel in een
andere stand dan P wordt gezet. (Blz. 265)
3Laat het rempedaal geleidelijk opko-
men en trap langzaam het gaspedaal in
om de auto in beweging te brengen.
Tot stilstand brengen van de auto
1Trap, terwijl de selectiehendel in stand
D staat, het rempedaal in.
2Activeer indien nodig de parkeerrem.
(Blz. 266)
Zet de selectiehendel in stand P als er gedu-
rende langere tijd wordt gestopt. (Blz. 261)
Parkeren van de auto
1Trap, terwijl de selectiehendel in stand
D staat, het rempedaal in.
2Activeer de parkeerrem (Blz. 266)
en zet de selectiehendel in stand P
(Blz. 261).
3Druk op de startknop om het hybride-
systeem te stoppen.
4Vergrendel de portieren nadat u hebt
gecontroleerd of u de elektronische
sleutel bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien
nodig wielblokken.
Als u wegrijdt op een helling omhoog
1Zet met ingetrapt rempedaal de selec-
tiehendel in stand D. (Blz. 261)
2Trek de parkeerremschakelaar
omhoog om de parkeerrem handmatig
te activeren. (Blz. 266)
3Laat het rempedaal opkomen en trap
langzaam het gaspedaal in om de auto
in beweging te brengen.
4Druk de parkeerremschakelaar in om
de parkeerrem handmatig te deactive-
ren. (Blz. 266)
Als u wegrijdt op een helling omhoog
De Hill Start Assist Control wordt geactiveerd.
(Blz. 379)
Rijden met een gunstig brandstofverbruik
Houd er rekening mee dat hybrideauto's verge-
lijkbaar zijn met conventionele auto's en dat het
belangrijk is dat u niet plotseling accelereert,
enz. (Blz. 384)
Rijden in de regen
Rijd voorzichtig als het regent, omdat het zicht
dan minder is, de ruiten beslagen kunnen zijn
en de weg glad kan zijn.
Rijd extra voorzichtig wanneer het begint te
regenen, de weg kan dan immers bijzonder
glad zijn.
Matig uw snelheid bij het rijden in de regen,
tussen band en wegdek kan er zich dan
immers een waterfilm vormen die het sturen
en remmen kan bemoeilijken.
Beperken van het vermogen van het hybri-
desysteem (Brake Override-systeem)
Wanneer het gaspedaal en rempedaal gelijk-
tijdig worden ingetrapt, wordt het vermogen
van het hybridesysteem mogelijk beperkt.
Er wordt een waarschuwingsmelding weerge-
geven op het multi-informatiedisplay en het
head-up display (indien aanwezig) terwijl het
systeem in werking is. (Blz. 500)
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de aan-
gegeven procedures:
Rijprocedure
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 240 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
241
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
Beperken plotseling wegrijden (wegrijrege-
ling)
Wanneer de onderstaande ongewone bedie-
ning plaatsvindt, wordt het vermogen van het
hybridesysteem mogelijk beperkt.
Wanneer de selectiehendel van R in D, van D
in R, van N in R, van P in D of van P in R wordt
gezet (D omvat S) terwijl het gaspedaal wordt
ingetrapt, verschijnt er een waarschuwings-
melding op het multi-informatiedisplay en op
het head-up display (indien aanwezig). Lees
de op het multi-informatiedisplay en op het
head-up display (indien aanwezig) weergege-
ven waarschuwingsmelding en volg de aan-
wijzingen op.
Wanneer het gaspedaal te diep wordt inge-
trapt terwijl de auto in zijn achteruit staat.
Wanneer de wegrijregeling wordt geacti-
veerd, heeft uw auto mogelijk moeite met het
wegrijden in modder of op verse sneeuw.
Deactiveer in zo'n geval de TRC (Blz. 380)
om de wegrijregeling uit te schakelen, zodat
de auto makkelijker wegrijdt in modder of op
verse sneeuw.
Inrijden van uw nieuwe Lexus
Voor een maximale levensduur van de auto advi-
seren wij rekening te houden met onderstaande
aanwijzingen:
De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
De eerste 2.000 km:
Rijd niet met extreem hoge snelheden.
Vermijd plotseling sterk accelereren.
Rijd niet langdurig in een lage versnelling.
Rijd niet langdurig met een constante snel-
heid.
AWD-uitvoeringen
De eerste 800 km:
Rijd niet met een aanhangwagen.
Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het
desbetreffende land geldende wettelijke voor-
schriften en controleer of de juiste brandstof ver-
krijgbaar is. (Blz. 554)
Milieubewust rijden
Blz. 105
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Bij het starten van de auto
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als de
auto stilstaat en het controlelampje READY
brandt. Dit voorkomt kruipen van de auto.
Tijdens het rijden
Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt, blin-
delings het gas- en rempedaal kunt vinden.
Als u per ongeluk in plaats van het rempe-
daal het gaspedaal intrapt, zal de auto
onverwacht accelereren, wat een ongeval
tot gevolg kan hebben.
Bij het achteruitrijden draait u wellicht uw
lichaam, waardoor het bedienen van de
pedalen moeilijk wordt. Zorg dat u de
pedalen altijd goed kunt bedienen.
Zorg dat u altijd in de juiste houding achter
het stuur zit, ook als de auto maar kort
hoeft te rijden. Zo kunt u rem- en gaspe-
daal goed bedienen.
Trap het rempedaal met uw rechtervoet in.
Wanneer u het rempedaal met uw linker-
voet intrapt, kan in een noodgeval uw reac-
tie vertraagd worden, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 241 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
242
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
De bestuurder moet extra goed letten op
voetgangers als de auto alleen wordt aan-
gedreven door de elektromotor (tractie-
motor). Aangezien er geen motorgeluiden
zijn, kunnen voetgangers de beweging van
de auto misschien onjuist inschatten. Hoe-
wel uw auto is voorzien van een akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem (indien
aanwezig), dient u voorzichtig te rijden,
aangezien voetgangers in de buurt de auto
mogelijk nog steeds niet opmerken als er
veel omgevingsgeluid is.
Rijd niet met de auto over licht ontvlam-
bare materialen en parkeer de auto ook
niet in de buurt van dergelijke materialen.
Het uitlaatsysteem en de uitlaatgassen
kunnen zeer heet worden. Deze hete
onderdelen kunnen brand veroorzaken als
er licht ontvlambaar materiaal aanwezig is.
Schakel het hybridesysteem tijdens nor-
maal rijden niet uit. Door het uitschakelen
van het hybridesysteem tijdens het rijden
verliest u niet de controle over het stuur-
wiel of de remmen. De stuurbekrachtiging
werkt echter niet meer. Hierdoor zal het
sturen veel zwaarder gaan dan normaal.
Zet in dat geval de auto aan de kant zodra
dit veilig kan. In geval van nood, bijvoor-
beeld als de auto onmogelijk op de nor-
male manier tot stilstand kan worden
gebracht: Blz. 484
Rem bij het afdalen van een steile helling af
op de motor (terugschakelen) om een vei-
lige snelheid aan te kunnen houden. Het
continu gebruiken van de remmen kan lei-
den tot oververhitting en een verminderde
remwerking. (Blz. 260)
Verstel het stuurwiel, de stoel en de bin-
nen- en buitenspiegels niet tijdens het rij-
den.
Als u dat wel doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen.
Controleer altijd of alle passagiers hun
armen, hoofd en andere lichaamsdelen
binnen de auto houden.
AWD-uitvoeringen: Ga met deze auto niet
off-road rijden.
Dit is geen vierwielaangedreven auto die
ontworpen is voor off-road rijden. Neem
de nodige zorgvuldigheid in acht als off-
road rijden onvermijdelijk is.
Rijd niet met de auto door rivierbeddingen
of diepe plassen.
Hierdoor kan kortsluiting ontstaan in elek-
trische/elektronische componenten, kan
het hybridesysteem beschadigd raken of
kan andere ernstige schade aan de auto
ontstaan.
Rijden op glad wegdek
Door plotseling remmen, accelereren en
sturen kunnen de banden hun grip verlie-
zen, met controleverlies tot gevolg.
Door plotseling accelereren, afremmen op
de motor als gevolg van schakelen, of wijzi-
gingen in het motortoerental kan de auto in
een slip raken.
Trap, nadat u door een plas bent gereden,
het rempedaal lichtjes in om ervoor te zor-
gen dat de remmen goed werken. Door
natte remblokken kan de remwerking afne-
men. Remmen die aan één kant van de
auto nat zijn en niet goed werken, kunnen
de besturing bemoeilijken.
Bedienen van de selectiehendel
Laat de auto niet achteruit rollen als de
vooruitversnelling is ingeschakeld of voor-
uit rollen terwijl de selectiehendel in stand
R staat.
Als u dit toch doet, kan een ongeval of
schade aan de auto het gevolg zijn.
Zet de selectiehendel tijdens het rijden niet
in stand P.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de
transmissie ontstaan waardoor u de con-
trole over de auto kunt verliezen.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 242 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
243
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
WAARSCHUWING
Zet de selectiehendel tijdens het vooruitrij-
den niet in stand R.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de
transmissie ontstaan waardoor u de con-
trole over de auto kunt verliezen.
Zet de selectiehendel tijdens het achteruit-
rijden niet in een vooruitversnelling.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de
transmissie ontstaan waardoor u de con-
trole over de auto kunt verliezen.
Wanneer u de selectiehendel tijdens het
rijden in stand N zet, wordt het hybridesys-
teem uitgeschakeld. Als de transmissie in
stand N staat, is afremmen op de motor
niet mogelijk.
Zet de selectiehendel niet in een andere
stand als het gaspedaal is ingetrapt.
Als de selectiehendel in een andere stand
dan P of N wordt gezet, kan de auto onver-
wacht snel accelereren, waardoor een
ongeval en ernstig letsel kunnen ontstaan.
Als u een piepend of krassend geluid
hoort (remblokslijtage-indicatoren)
Laat de remblokken zo snel mogelijk nakijken
en indien nodig vervangen door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
De remschijven kunnen beschadigd raken als
de remblokken niet op tijd worden vervan-
gen.
Alleen voorremmen: Een beperkte mate van
slijtage van de remblokken en remschijven
maakt een grotere remkracht vóór mogelijk.
Daardoor kunnen de remschijven iets sneller
slijten dan de remschijven bij een conventio-
neel remsysteem. Lexus adviseert daarom bij
het vervangen van de remblokken tevens de
dikte van de remschijven op te meten.
Het rijden met een auto waarvan de remblok-
ken en/of de remschijven de slijtagelimiet
hebben overschreden, is gevaarlijk.
Bij stilstaande auto
Trap het gaspedaal niet onnodig in.
Als de selectiehendel in een andere stand
dan P of N staat, kan de auto onverwacht in
beweging komen, waardoor er een onge-
val kan ontstaan.
Voorkom het ontstaan van ongevallen door
het wegrollen van de auto, houd altijd het
rempedaal ingetrapt zolang het controle-
lampje READY brandt en activeer de par-
keerrem indien nodig.
Voorkom voor- of achteruitrollen van de
auto bij stoppen op een helling, waardoor
een ongeval kan ontstaan: trap altijd het
rempedaal in en activeer de parkeerrem
indien nodig.
Voorkom dat de motor met een te hoog
toerental draait.
Als de motor met een hoog toerental
draait terwijl de auto stilstaat, kan het uit-
laatsysteem oververhit raken, hetgeen
brand kan veroorzaken als er brandbaar
materiaal aanwezig is.
Als de auto geparkeerd is
Laat geen brillen, aanstekers, spuitbussen
of blikken frisdrank in de auto liggen als
deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
Een aansteker of spuitbus kan gas gaan
lekken, waardoor brand kan ontstaan.
De temperatuur in de auto kan zo hoog
oplopen dat kunststof brillenglazen en
kunststof monturen kunnen vervormen of
barsten.
Blikjes frisdrank kunnen openbarsten,
waardoor de inhoud in het interieur
terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof
kortsluiting in de elektrische componenten
van de auto veroorzaken.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 243 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
244
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
Laat geen aanstekers achter in de auto. Als
een aansteker in het dashboardkastje of op
de vloer ligt, kan deze per ongeluk gaan
branden als er bagage wordt geplaatst of
een stoel wordt afgesteld en brand veroor-
zaken.
Plak geen parkeerschijven op de voorruit
of andere ruiten. Plaats geen reservoirs
zoals luchtverfrissers op het instrumenten-
paneel of dashboard. Deze parkeerschij-
ven of reservoirs kunnen als een lens
werken en brand veroorzaken in de auto.
Laat geen portier of ruit open als het gebo-
gen glas van naastliggende gebouwen
voorzien is van een gemetalliseerde film,
bijvoorbeeld een zilverkleurige folie.
Weerkaatst zonlicht kan van het glas een
lens maken en brand veroorzaken.
Zet altijd de selectiehendel in stand P, acti-
veer de parkeerrem, schakel het hybride-
systeem uit en vergrendel de auto.
Laat de auto niet onbeheerd achter als het
controlelampje READY brandt.
Als de auto is geparkeerd met de selectie-
hendel in stand P, maar de parkeerrem niet
is geactiveerd, zou de auto in beweging
kunnen komen, wat kan leiden tot een
ongeval.
Raak de uitlaatpijp niet aan als het contro-
lelampje READY brandt of direct na het
uitschakelen van het hybridesysteem.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
Als u even gaat slapen in de auto
Schakel altijd het hybridesysteem uit. Anders
zou u per ongeluk de selectiehendel kunnen
verplaatsen of het gaspedaal in kunnen trap-
pen, waardoor een ongeval zou kunnen ont-
staan of het hybridesysteem oververhit zou
kunnen raken en brand kan ontstaan. Verder
kunnen uitlaatgassen in een slecht geventi-
leerde omgeving in de auto terechtkomen,
hetgeen zeer schadelijk is voor de gezond-
heid.
Bij het remmen
Rijd voorzichtiger wanneer de remmen nat
zijn.
De remweg neemt toe als de remmen nat
zijn en bovendien kan vocht ertoe leiden
dat de ene kant van de auto sterker afge-
remd wordt dan de andere kant. Ook de
werking van de parkeerrem kan door
vocht in negatieve zin beïnvloed worden.
Rijd niet te dicht achter een andere auto als
het elektronisch geregelde remsysteem
niet werkt en vermijd afdalingen en
scherpe bochten die afremmen noodzake-
lijk maken.
In dit geval kan de auto nog wel worden
afgeremd, maar moet er een grotere
kracht op het rempedaal worden uitgeoe-
fend dan normaal. De remweg zal ook lan-
ger zijn. Laat uw remmen onmiddellijk
repareren.
Het remsysteem bestaat uit 2 of meer
afzonderlijke hydraulische systemen: als
een van de systemen uitvalt, werkt het
andere systeem/werken de andere syste-
men nog wel. In dat geval moet het rempe-
daal krachtiger worden ingetrapt dan
gewoonlijk en neemt ook de remweg toe.
Laat uw remmen onmiddellijk repareren.
Als de auto vast komt te zitten (uitvoerin-
gen met vierwielaandrijving)
Laat de wielen niet overmatig doorslippen als
een van de wielen los van de grond komt of
als de auto vastzit in bijvoorbeeld zand of
modder. Anders kunnen de onderdelen van
het aandrijfsysteem beschadigd raken en kan
de auto plotseling naar voren of achteren
schieten en een ongeval veroorzaken.
OPMERKING
Tijdens het rijden
Trap tijdens het rijden niet tegelijkertijd het
gaspedaal en het rempedaal in, anders
neemt het vermogen van het hybridesys-
teem mogelijk af.
Gebruik het gaspedaal niet om de auto op
een helling op zijn plaats te houden en trap
daartoe ook niet het rempedaal en het gas-
pedaal gelijktijdig in.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 244 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
245
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
OPMERKING
Vermijd schade aan onderdelen van de
auto
Draai het stuurwiel niet gedurende langere
tijd in een van beide richtingen tegen de
aanslag aan.
Anders kan schade aan de stuurbekrachti-
gingsmotor ontstaan.
Rijd zo langzaam mogelijk over oneffenhe-
den in de weg om schade aan de wielen, de
onderzijde van de auto, enz. te vermijden.
Als u tijdens het rijden een lekke band
krijgt
Een lekke of beschadigde band kan leiden tot
de onderstaande situaties. Houd het stuurwiel
stevig vast en trap het rempedaal geleidelijk
in om de auto tot stilstand te brengen.
Het kan moeilijk zijn om de auto onder
controle te houden.
De auto kan abnormale geluiden maken of
trillen.
De auto kan abnormaal gaan overhellen.
Informatie over wat u moet doen in het geval
van een lekke band (Blz. 507, 518)
Overstroomde wegen
Rijd niet op wegen die na zware regenval e.d.
zijn overstroomd. Indien u dat toch doet, kan
de auto hierdoor ernstig worden beschadigd.
Motor slaat af
Kortsluiting in elektrische componenten
Motorschade door onderdompeling in
water
Na het rijden op een overstroomde weg moet
het volgende worden nagekeken door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige:
Remwerking
Veranderingen in het peil en de kwaliteit
van de olie en vloeistoffen voor de motor,
de hybridetransmissie, enz.
Smering van de lagers en de wielop-
hanging (indien mogelijk) en de werking
van alle koppelingen, lagers, enz.
Bij het parkeren
Activeer altijd de parkeerrem en zet de selec-
tiehendel altijd in stand P. Anders kan de auto
onverwachts accelereren als het gaspedaal
per ongeluk wordt ingetrapt.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 245 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
246
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-1. Voordat u gaat rijden
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie over
voorzorgsmaatregelen, laadvermo-
gen en belading zorgvuldig door.
WAARSCHUWING
Zaken die niet in de bagageruimte ver-
voerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroorza-
ken als ze in de bagageruimte vervoerd wor-
den:
Jerrycans met benzine
Spuitbussen
Voorzorgsmaatregelen bij opbergen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ertoe leiden dat de pedalen
niet goed kunnen worden ingetrapt, dat het
zicht van de bestuurder wordt gehinderd of
dat de bestuurder of passagiers door voor-
werpen geraakt worden, wat een ongeval kan
veroorzaken.
Vervoer lading en bagage indien mogelijk
altijd in de bagageruimte.
Stapel bagage in de bagageruimte nooit
hoger dan de rugleuningen.
Plaats als u de achterstoelen neerklapt
geen lange voorwerpen direct achter de
voorstoelen.
Sta nooit toe dat er personen in de baga-
geruimte meerijden. De bagageruimte is
niet ontworpen om personen te vervoeren.
Personen dienen plaats te nemen op een
zitplaats en een gordel op de juiste manier
om te doen.
Leg geen lading of bagage op de volgende
plaatsen:
In de voetenruimte bij de bestuurder
Op de voorpassagiersstoel of de achter-
stoelen (als er goederen op elkaar gesta-
peld worden)
Op de bagageafdekking
Op het instrumentenpaneel
Op het dashboard
Zorg dat alle voorwerpen die zich in het
passagierscompartiment bevinden, zijn
opgeborgen of vastgezet.
Lading en gewichtsverdeling
Overlaad uw auto niet.
Verdeel het gewicht gelijkmatig.
Een onjuiste belading kan de besturing en
de remwerking in negatieve zin beïnvloe-
den, waardoor een ongeval met ernstig let-
sel zou kunnen ontstaan.
Bij gebruik van een imperiaal (auto's met
roofrail)
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatre-
gelen:
Plaats de lading zodanig dat het gewicht
gelijkmatig over de voor- en achteras is
verdeeld.
Wanneer lange of brede lading wordt mee-
genomen, mag nooit de lengte of breedte
van de auto overschreden worden.
(Blz. 544)
Controleer vóór het rijden of de lading ste-
vig vastzit op het imperiaal.
Door het laden van voorwerpen op het
imperiaal zal het zwaartepunt van de auto
hoger komen te liggen. Vermijd hoge snel-
heden, snel optrekken, het maken van
scherpe bochten, plotseling remmen en
abrupte manoeuvres, om te voorkomen
dat u de controle over de auto verliest of
dat de auto over de kop slaat door een
bedieningsfout, waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
Stop bij het rijden over een lange afstand,
over slechte wegen of met hoge snelheid af
en toe tijdens de rit om u ervan te verzeke-
ren dat de lading nog goed vastzit.
Overschrijd de maximum laadcapaciteit
van 80 kg op het imperiaal niet.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 246 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
247
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
OPMERKING
Bagage laden (auto's met schuifdak of
panoramadak)
Plaats geen bagage op het schuifdak of pano-
ramadak. Anders kan schade ontstaan.
Rijden met een aanhangwagen
(auto's zonder
trekhaakpakket)
Lexus raadt u af om met uw auto met
een aanhangwagen te rijden. Lexus
adviseert u bovendien geen trekhaak
te laten monteren voor het gebruik van
bijvoorbeeld een fietsendrager. Uw
auto is niet ontworpen voor het rijden
met een aanhangwagen of het gebruik
van een op de trekhaak bevestigde
fietsendrager en dergelijke.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 247 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
248
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-1. Voordat u gaat rijden
Controleer het maximale aanhangwagen-
gewicht, het maximaal toelaatbare voer-
tuiggewicht, de maximale asbelasting en
de maximale kogeldruk voordat u met een
aanhangwagen gaat rijden. (Blz. 544)
Lexus adviseert gebruik te maken van een
originele Lexus trekhaak/afneembare trek-
haak voor uw auto. Ook andere geschikte
en kwalitatief vergelijkbare trekhaken
mogen worden gebruikt.
Voor auto's waarbij de trekhaak de verlich-
ting of kentekenplaat blokkeert, moet het
volgende in acht worden genomen:
Monteer geen trekhaak die niet een-
voudig kan worden verwijderd of weg-
geklapt.
Als een trekhaak niet gebruikt wordt
moet deze worden verwijderd of weg-
geklapt.
Neem voor het plaatsen van aanhangwa-
genverlichting contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige,
aangezien onjuiste plaatsing de verlichting
van de auto kan beschadigen. Houd u bij
het plaatsen van aanhangwagenverlich-
ting aan de wettelijke voorschriften in uw
land.
Rijden met een aanhangwagen
(auto's met trekhaakpakket)
Uw auto is in eerste instantie ontwor-
pen voor het vervoer van personen en
hun bagage. Het rijden met een aan-
hangwagen zal een negatief effect
hebben op de rijeigenschappen, pres-
taties, remvermogen, duurzaamheid
en het brandstofverbruik. Met name bij
het rijden met een aanhangwagen han-
gen uw veiligheid en comfort af van de
juiste uitrusting en een voorzichtig rij-
gedrag. Voor uw veiligheid en die van
anderen, mag de aanhangwagen niet
te zwaar worden beladen.
Rijd voorzichtig tijdens het rijden met
een aanhangwagen en houd u aan de
voorschriften die gelden voor de aan-
hangwagen.
De Lexus-garantie dekt geen schade
die ontstaat bij het bedrijfsmatig rijden
met een aanhangwagen.
Raadpleeg voordat u met een aan-
hangwagen gaat rijden eerst een
erkende plaatselijke Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige voor meer infor-
matie. In sommige landen zijn er
namelijk wettelijke voorschriften voor
het rijden met aanhangwagens.
Maximale gewichten
Trekhaak/trekhaak met
afneembare kogel
Aansluiten
aanhangwagenverlichting
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 248 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
249
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
Totaal aanhangwagengewicht en
maximaal toegestane kogeldruk
Totaal aanhangwagengewicht
Het gewicht van de aanhangwagen plus het
gewicht van de lading mag het maximale aan-
hangwagengewicht niet overschrijden. Het is
gevaarlijk om dit gewicht te overschrijden.
(Blz. 544)
Als u met een aanhangwagen rijdt, raden wij u
aan een stabilisator te gebruiken (om slingeren
te voorkomen).
Maximaal toegestane kogeldruk
Belaad de aanhangwagen zo dat de kogel-
druk hoger is dan 25 kg of 4% van het
maximale aanhangwagengewicht. Laat de
kogeldruk de aangegeven waarde niet
overschrijden. (Blz. 544)
Informatielabel (typeplaatje)
Typ e A
Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht
Het totale gewicht van de bestuurder, passa-
giers, bagage, trekhaak, auto en kogeldruk mag
het maximaal toelaatbare voertuiggewicht niet
met meer dan 100 kg overschrijden. Het is
gevaarlijk om dit gewicht te overschrijden.
Maximaal toelaatbare achterasbelas-
ting
De belasting van de achteras mag de maximaal
toegestane belasting van de achteras niet met
meer dan 15% overschrijden. Het is gevaarlijk
om dit gewicht te overschrijden.
Het maximale aanhangwagengewicht is
bepaald bij tests op zeeniveau. Houd er reke-
ning mee dat het uitgangsvermogen van het
hybridesysteem en het maximale aanhangwa-
gengewicht op grotere hoogten lager zijn.
Belangrijke punten met
betrekking tot het beladen van
een aanhangwagen
A
B
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 249 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
250
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-1. Voordat u gaat rijden
Typ e B
Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht
Het totale gewicht van de bestuurder, passa-
giers, bagage, trekhaak, auto en kogeldruk mag
het maximaal toelaatbare voertuiggewicht niet
met meer dan 100 kg overschrijden. Het is
gevaarlijk om dit gewicht te overschrijden.
Maximaal toelaatbare achterasbelas-
ting
De belasting van de achteras mag de maximaal
toegestane belasting van de achteras niet met
meer dan 15% overschrijden. Het is gevaarlijk
om dit gewicht te overschrijden.
Het maximale aanhangwagengewicht is
bepaald bij tests op zeeniveau. Houd er reke-
ning mee dat het uitgangsvermogen van het
hybridesysteem en het maximale aanhangwa-
gengewicht op grotere hoogten lager zijn.
A
B
WAARSCHUWING
Als het maximaal toelaatbare voertuigge-
wicht of de maximale asbelasting wordt
overschreden
Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaat-
regel kan leiden tot een ongeval en ernstig
letsel.
Verhoog de aanbevolen bandenspanning
met 20,0 kPa (0,2 kg/cm2 of bar, 3 psi).
(Blz. 551)
Rijd niet harder dan de wettelijke limiet
voor auto's met een aanhangwagen of 100
km/h, waarbij de laagste limiet moet wor-
den aangehouden.
Montagepositie voor de trekhaak/afneembare trekhaak
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 250 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
251
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
1484 mm (19,1 in.)
2546 mm (21,5 in.)
3551 mm (21,7 in.)
4583 mm (23,0 in.)
5604 mm (23,8 in.)
6617 mm (24,3 in.)
7713 mm (28,1 in.)
8757 mm (29,8 in.)
9767 mm (30,2 in.)
10 355 mm (14,0 in.)
11 413 mm (16,3 in.)
12 434 mm (17,1 in.)
13 496 mm (19,5 in.)
14 512 mm (20,2 in.)
15 539 mm (21,2 in.)
16 549 mm (21,6 in.)
17 610 mm (24,0 in.)
18 643 mm (25,3 in.)
19 818 mm (32,2 in.)
20 1070 mm (42,1 in.)
21 32 mm (1,3 in.)
22 43 mm (1,7 in.)
23 69 mm (2,7 in.)
24 75 mm (3,0 in.)
25 78 mm (3,1 in.)
26 106 mm (4,2 in.)
27 2 mm (0,1 in.)
28 6 mm (0,2 in.)
29 9 mm (0,4 in.)
30 371 mm (14,6 in.)
Informatie over banden
Verhoog de bandenspanning met 20,0 kPa
(0,2 kg/cm2 of bar, 3 psi) als er een aanhang-
wagen getrokken wordt. (Blz. 551)
Verhoog de bandenspanning van de aan-
hangwagen tot de waarde die de fabrikant van
de aanhangwagen opgeeft voor de combina-
tie van aanhangwagengewicht en belading.
Verlichting
Controleer elke keer als u een aanhangwagen
aankoppelt of de richtingaanwijzers en de rem-
lichten goed werken. Rechtstreeks aansluiten
van de bedrading op de auto kan schade aan het
elektrisch systeem veroorzaken en ertoe leiden
dat de verlichting niet meer correct functioneert.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 251 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
252
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-1. Voordat u gaat rijden
Inrijden
Lexus raadt het rijden met een aanhangwagen af
gedurende de eerste 800 km als er onderdelen
van de aandrijflijn van de auto vervangen zijn.
Veiligheidscontroles voor het rijden met een
aanhangwagen
Controleer of de maximale kogeldruk voor de
trekhaak/trekhaak met afneembare kogel niet
overschreden wordt. Houd er rekening mee
dat het gewicht van de aanhangwagen moet
worden opgeteld bij het gewicht van de auto.
Controleer ook of het totale gewicht van de
auto binnen het maximaal toegestane gewicht
blijft. (Blz. 250)
Controleer of de lading op de aanhangwagen
goed vastgezet is.
Maak, indien u het achteropkomend verkeer
niet goed kunt zien met de standaard buiten-
spiegels, gebruik van extra buitenspiegels.
Stel de armen van deze extra spiegels aan
beide zijden zo af dat ze altijd maximaal zicht
bieden op de weg achter u.
Onderhoud
Als met de auto regelmatig met een aanhang-
wagen wordt gereden, moet er vaker onder-
houd worden uitgevoerd omdat de auto
zwaarder belast wordt dan bij het rijden zon-
der aanhangwagen.
Draai nadat er ongeveer 1.000 km met een
aanhangwagen is gereden alle bouten van de
trekhaak nogmaals vast.
De auto zal anders aanvoelen als u met
een aanhangwagen rijdt. Neem de onder-
staande voorzorgsmaatregelen in acht om
een ongeval en ernstig letsel te voorko-
men:
Controleer de elektrische aansluiting
tussen de aanhangwagen en de auto
Breng de auto tot stilstand na een korte
afstand gereden te hebben en controleer,
net als voor het wegrijden, of de verlichting
van de aanhangwagen werkt.
Oefen het rijden met een aanhangwa-
gen
Oefen het rijden met een aanhangwa-
gen in een omgeving zonder of met
weinig verkeer, zodat u leert hoe de
combinatie aanvoelt bij het keren, stop-
pen en achteruitrijden.
Houd tijdens het achteruitrijden het
stuurwiel stevig vast en draai het stuur-
wiel rechtsom om de aanhangwagen
naar links te sturen en linksom om de
aanhangwagen naar rechts te sturen.
Verdraai het stuurwiel altijd geleidelijk
om stuurfouten te voorkomen. Laat
iemand u bij het achteruitrijden begelei-
den om de kans op een ongeval te
beperken.
Vergroten van de tussenafstand
Bij een snelheid van 10 km/h moet de
afstand tot uw voorligger minimaal gelijk
zijn aan de totale lengte van uw auto en de
aanhangwagen. Voorkom plotselinge rem-
manoeuvres die tot een slip zouden kun-
nen leiden. Als de auto in een slip raakt,
zou u de controle over de auto kunnen ver-
liezen. De kans hierop is vooral aanwezig
tijdens het rijden op een nat of glad weg-
dek.
Acceleratie/stuurcommando's/boch-
tengedrag
In te krappe bochten kan de aanhangwa-
gen de auto raken. Reduceer uw snelheid
voordat u een bocht nadert en neem boch-
ten met een zodanige snelheid dat plotse-
ling remmen niet nodig is.
Advies
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 252 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
253
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
Belangrijke punten met betrekking tot
het aansnijden van bochten
De wielen van de aanhangwagen maken
een krappere bocht dan de wielen van de
auto. Snijd bochten daarom ruimer aan
dan u zou doen als u niet met een aan-
hangwagen rijdt.
Belangrijke punten met betrekking tot
de stabiliteit
Een slecht wegdek en krachtige zijwind
zullen de wegligging en het rijgedrag beïn-
vloeden. Ook bij het inhalen van bussen of
grote vrachtwagens of het ingehaald wor-
den door dergelijke voertuigen, kunnen de
aanhangwagen en de auto gaan slingeren.
Kijk bij het rijden langs dergelijke voertui-
gen veelvuldig in uw spiegels. Verminder
vaart door voorzichtig het rempedaal in te
trappen zodra u ziet dat de aanhangwagen
gaat slingeren. Houd tijdens het remmen
het stuurwiel altijd in de rechtuitstand.
Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van uw
auto en de aanhangwagen en zorg ervoor
dat er voldoende tussenafstand is voordat
u van rijstrook verandert.
Informatie over de transmissie
Om maximaal te kunnen profiteren van de
motorremwerking en de laadstroom tij-
dens het afremmen op de motor, mag de
transmissie niet in stand D staan.
(Blz. 260)
Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op een
lange, steile helling bij buitentemperaturen
hoger dan 30°C kan ertoe leiden dat de
motor oververhit raakt. Als de koelvloei-
stoftemperatuurmeter aangeeft dat de
motor oververhit raakt, schakel dan direct
de airconditioning uit en breng de auto op
een veilige plaats tot stilstand. (Blz. 537)
Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wielen
van de auto en de aanhangwagen. Acti-
veer de parkeerrem en zet de selectiehen-
del in stand P.
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk op.
Anders kunnen zich ongevallen voordoen die
tot ernstig letsel kunnen leiden.
Voorzorgsmaatregelen bij het rijden met
een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aanhangwa-
gen of de maximaal toegestane gewichten
niet worden overschreden. (Blz. 249)
Voorkomen van een ongeval of letsel
Auto's met een compact reservewiel:
Rijd niet met een aanhangwagen wanneer
het compacte reservewiel onder uw auto is
gemonteerd.
Auto's met bandenreparatieset:
Rijd niet met een aanhangwagen wanneer
een band is gemonteerd die is gerepareerd
met de bandenreparatieset.
Gebruik de volgende systemen niet bij het
rijden met een aanhangwagen.
Cruise control (indien aanwezig)
Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik (indien aanwezig)
Rijsnelheid bij het rijden met een aan-
hangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor het
rijden met een aanhangwagen niet.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 253 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
254
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
Voor het afrijden van een lange helling
Minder snelheid en schakel terug. Schakel bij
het afdalen van een lange of steile helling ech-
ter niet plotseling terug.
Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of gedu-
rende een langere periode achtereen in.
Anders kan het remsysteem oververhit raken
of kan de remwerking teruglopen.
OPMERKING
Sluit de aanhangwagenverlichting op de
juiste wijze aan
Onjuiste aansluiting van de aanhangwagen-
verlichting kan schade toebrengen aan het
elektrische systeem van uw auto en een sto-
ring veroorzaken.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 254 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
255
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-2. Rijprocedures
Rijden
4-2.Rijprocedures
1Controleer of de parkeerrem is geacti-
veerd.
2Controleer of de selectiehendel in
stand P staat.
3Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op het multi-infor-
matiedisplay weergegeven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan het hybri-
desysteem niet worden gestart.
4Druk kort en krachtig op de startknop.
Eén keer kort en stevig indrukken van de start-
knop is voldoende om deze te bedienen.
U hoeft de startknop niet ingedrukt te houden.
Als het controlelampje READY gaat branden,
werkt het hybridesysteem normaal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot het controle-
lampje READY brandt.
Het hybridesysteem kan vanuit iedere stand van
het contact worden gestart.
5Controleer of het controlelampje
READY brandt.
Wanneer het controlelampje READY uit is, kunt
u niet wegrijden.
Als het hybridesysteem niet kan worden
ingeschakeld
De startblokkering is mogelijk niet uitgescha-
keld. (Blz. 80)
Neem contact op met een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Controleer of de selectiehendel goed in stand
P staat. Mogelijk kan het hybridesysteem niet
worden gestart als de selectiehendel niet in
stand P staat. “To Start Vehicle, Put Shift Lever
into P” (zet de selectiehendel in stand P om de
auto te starten) wordt op het multi-informatie-
display weergegeven.
Het Smart entry-systeem met startknop werkt
mogelijk niet correct. (Blz. 531)
Als de buitentemperatuur laag is, bijvoor-
beeld bij rijden in de winter
Als het hybridesysteem gestart wordt, knippert
het controlelampje READY mogelijk lang.
Bedien de auto niet totdat het controlelampje
READY continu brandt. Continu branden bete-
kent dat de auto in beweging kan komen.
Geluiden en trillingen die kenmerkend zijn
voor een hybrideauto
Blz. 74
Leegraken batterij elektronische sleutel
Blz. 124
Omstandigheden die de werking kunnen
beïnvloeden
Blz. 147
Aanwijzing voor de instapfunctie
Blz. 147
Stuurslotfunctie
Nadat het contact UIT is gezet en de portie-
ren zijn geopend en gesloten, wordt het stuur-
wiel vergrendeld met de stuurslotfunctie. Als
u nogmaals op de startknop drukt, wordt het
stuurslot automatisch weer uitgeschakeld.
Startknop
Als u de volgende handelingen uitvoert
terwijl u een elektronische sleutel bij u
hebt, wordt het hybridesysteem gestart
of de stand van het contact veranderd.
Starten van het hybridesysteem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 255 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
256
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-2. Rijprocedures
Als het stuurslot niet kan worden ontgrendeld,
wordt “Steering Wheel Lock Press Power
Switch while Turning Wheel” (Stuurwiel ver-
grendeld. Druk op de startknop terwijl u het
stuurwiel draait) weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
Controleer of de selectiehendel in stand P
staat. Druk op de startknop terwijl u het stuur-
wiel naar links en rechts beweegt.
Om te voorkomen dat de elektromotor van
het stuurslot oververhit raakt, kan de werking
worden onderbroken als het hybridesysteem
in korte tijd herhaaldelijk wordt in- en uitge-
schakeld. Schakel het hybridesysteem in dat
geval niet in of uit. Na ongeveer 10 seconden
zal de elektromotor van het stuurslot weer
functioneren.
Als op het multi-informatiedisplay “Smart
Entry & Start System Malfunction See
Owner’s Manual” (Storing in Smart entry-
systeem met startknop; raadpleeg handlei-
ding) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwe-
zig. Laat de auto onmiddellijk controleren door
een erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Als het controlelampje READY niet gaat
branden
Neem, als het controlelampje READY niet gaat
branden nadat de juiste procedure voor het star-
ten van de auto is gevolgd, direct contact op met
een erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer er een storing in het hybridesys-
teem aanwezig is
Blz. 79
Batterij elektronische sleutel
Blz. 475
Bedienen van de startknop
Als de knop niet kort en krachtig wordt inge-
drukt, wijzigt de stand van het contact moge-
lijk niet of wordt het hybridesysteem niet
gestart.
Als u probeert het hybridesysteem opnieuw
te starten direct nadat het contact UIT is
gezet, dan start het hybridesysteem in som-
mige gevallen mogelijk niet. Wacht nadat u
het contact UIT hebt gezet een paar secon-
den voordat u het hybridesysteem opnieuw
start.
Als het Smart entry-systeem met startknop
is uitgeschakeld via de persoonlijke voor-
keursinstellingen
Blz. 557
WAARSCHUWING
Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten alvo-
rens het hybridesysteem te starten. Trap
onder geen enkele voorwaarde het gaspe-
daal in bij het starten van het hybridesysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als een storing aan het hybridesysteem zich
voordoet terwijl de auto rijdt, vergrendel of
open de portieren dan niet totdat de auto vei-
lig en volledig tot stilstand is gekomen. De
stuurslotfunctie wordt geactiveerd, wat kan
leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel
kan ontstaan.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 256 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
257
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-2. Rijprocedures
Rijden
1Breng de auto volledig tot stilstand.
2Activeer de parkeerrem (Blz. 266)
en zet de selectiehendel in stand P
(Blz. 261).
3Druk op de startknop.
4Laat het rempedaal los en controleer
of er niets meer wordt weergegeven
op het display in het instrumentenpa-
neel.
De standen kunnen worden gewijzigd
door op de startknop te drukken als het
rempedaal niet wordt ingetrapt. (De stand
verandert iedere keer dat op de knop
wordt gedrukt.)
1UIT*
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
2Stand ACC
Sommige elektrische componenten zoals het
audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
3Stand AAN
Alle elektrische componenten kunnen worden
gebruikt. IGNITION ON (contact AAN)
wordt op het multi-informatiedisplay weerge-
geven.
*: Als de selectiehendel niet in stand P staat en
het hybridesysteem wordt uitgezet, wordt het
contact in stand ACC gezet in plaats van UIT.
OPMERKING
Starten van het hybridesysteem
Indien het hybridesysteem moeilijk start, laat
uw auto dan onmiddellijk controleren door
een erkende Lexus-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Symptomen die kunnen duiden op een
defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken dan
normaal, bijvoorbeeld als de knop iets blijft
hangen, kan de startknop defect zijn. Neem
onmiddellijk contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Uitschakelen van het
hybridesysteem
WAARSCHUWING
Uitschakelen van het hybridesysteem in
noodgevallen
Als u in een noodgeval het hybridesysteem tij-
dens het rijden wilt stoppen, houdt u de start-
knop langer dan 2 seconden ingedrukt of
drukt u deze minstens 3 keer kort achter
elkaar in. (Blz. 484)
Raak de startknop echter tijdens het rijden
niet aan, behalve in geval van nood. Door het
uitschakelen van het hybridesysteem tijdens
het rijden verliest u niet de controle over het
stuurwiel of de remmen. De stuurbekrachti-
ging werkt echter niet meer. Hierdoor zal het
sturen veel zwaarder gaan dan normaal. Zet
in dat geval de auto aan de kant zodra dit vei-
lig kan.
Wijzigen van de standen van
het contact
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 257 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
258
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-2. Rijprocedures
Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in stand
ACC of langer dan een uur AAN staat (hybride-
systeem niet in werking) terwijl de selectiehen-
del in stand P is staat, wordt het contact
automatisch UIT gezet. Deze functie kan echter
niet geheel uitsluiten dat de 12V-accu ontladen
raakt. Laat de auto niet gedurende langere tijd in
stand ACC of AAN staan terwijl het hybridesys-
teem niet in werking is.
Uitschakelen van het hybridesysteem met
de selectiehendel in een andere stand dan P
Als de selectiehendel niet in stand P staat en het
hybridesysteem wordt uitgezet, wordt het con-
tact in plaats van UIT in stand ACC gezet. Voer
de volgende procedure uit om het contact UIT te
zetten:
1Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
2Zet de selectiehendel in stand P.
3Controleer of “Turn Off Vehicle” (zet auto
uit) op het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven en druk de startknop eenmaal
in.
4Controleer of “Turn Off Vehicle” (zet auto
uit) op het multi-informatiedisplay uit is.
Schakelt EV-modus in/uit
Als de EV-modus wordt ingeschakeld, gaat het
controlelampje EV MODE branden.
Door in de EV-modus de schakelaar in te druk-
ken, wordt teruggekeerd naar normaal rijden
(aandrijving door de benzinemotor en de elek-
tromotor [tractiemotor]).
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de 12V-
accu
Laat het contact niet gedurende een lan-
gere periode in stand ACC of AAN staan
terwijl het hybridesysteem niet is ingescha-
keld.
Als ACCESSORY of IGNITION ON
(contact AAN) op het multi-informatiedis-
play wordt weergegeven terwijl het hybri-
desysteem niet in werking is, is het contact
niet UIT. Verlaat de auto nadat u het con-
tact UIT hebt gezet.
Schakel het hybridesysteem niet uit als de
selectiehendel in een andere stand dan P
staat. Als het hybridesysteem wordt uitge-
schakeld met de selectiehendel in een
andere stand wordt het contact niet UIT
maar in stand ACC gezet. Als de auto
wordt achtergelaten met het contact in
stand ACC, kan de 12V-accu ontladen
raken.
EV-modus
In de EV-modus wordt er elektrisch
vermogen geleverd door het batterij-
pakket (tractiebatterij) en wordt alleen
de elektromotor (tractiemotor)
gebruikt voor de aandrijving van de
auto.
Deze modus is geschikt voor het 's
nachts of in de vroege morgen door
woonwijken rijden of het rijden in een
parkeergarage, enz. zonder dat u zich
zorgen hoeft te maken over geluids-
overlast of uitlaatgassen.
Als het akoestische voertuigwaarschu-
wingssysteem (indien aanwezig) actief
is, maakt de auto mogelijk geluid.
Bedieningsinstructies
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 258 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
259
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-2. Rijprocedures
Rijden
Omstandigheden waarin de EV-modus niet
kan worden ingeschakeld
In de volgende gevallen kan de EV-modus
mogelijk niet worden ingeschakeld. Als de stand
niet ingeschakeld kan worden, klinkt er een zoe-
mer en verschijnt er een melding op het multi-
informatiedisplay.
De temperatuur van het hybridesysteem is te
hoog.
De auto heeft lang in de zon gestaan of na het
oprijden van een helling, het rijden met hoge
snelheid, enz.
De temperatuur van het hybridesysteem is te
laag.
De auto heeft bijvoorbeeld lang in een omge-
ving met een temperatuur lager dan 0°C
gestaan, enz.
De benzinemotor is aan het opwarmen.
Het batterijpakket (tractiebatterij) is bijna
leeg.
De resterende capaciteit van het batterijpak-
ket die op de “energiemonitor” wordt aange-
geven, is laag. (Blz. 118)
Rijsnelheid is hoog.
Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de
auto rijdt op een helling, enz.
De voorruitverwarming is ingeschakeld.
De EV-modus inschakelen wanneer de ben-
zinemotor koud is
Als de benzinemotor nog koud is en het hybride-
systeem wordt gestart, wordt na korte tijd auto-
matisch de benzinemotor gestart, zodat deze op
temperatuur kan komen. In dat geval kan de EV-
modus niet worden ingeschakeld.
Druk zodra het hybridesysteem is gestart en het
controlelampje READY brandt en voordat de
benzinemotor start op de EV-modusschakelaar
om de EV-modus in te schakelen.
Automatische uitschakeling van de EV-
modus
Tijdens het rijden in de EV-modus, kan in de vol-
gende gevallen automatisch de benzinemotor
worden gestart. Als de EV-modus wordt uitge-
schakeld, klinkt er een zoemer, dooft het contro-
lelampje EV MODE na te hebben geknipperd
en wordt er een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Het batterijpakket (tractiebatterij) raakt leeg.
De resterende capaciteit van het batterijpak-
ket die op de “energiemonitor” wordt aange-
geven, is laag. (Blz. 118)
Rijsnelheid is hoog.
Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de
auto rijdt op een helling, enz.
Maximale rijafstand in EV-modus
De maximale rijafstand in de EV-modus varieert
van een paar honderd meter tot ongeveer 1 km.
Er zijn afhankelijk van de omstandigheden van
de auto echter situaties waarbij de EV-modus
niet kan worden gebruikt. (De maximale rijaf-
stand is afhankelijk van de laadtoestand van het
batterijpakket [tractiebatterij] en de rijomstan-
digheden.)
Brandstofverbruik
Het hybridesysteem is ontworpen voor een zo
laag mogelijk brandstofverbruik onder normale
rijomstandigheden (aandrijving door benzine-
motor en elektromotor [tractiemotor]). Als de
EV-modus vaker wordt gebruikt dan nodig is, zal
het brandstofverbruik hoger zijn.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Controleer tijdens het rijden in de EV-modus
zorgvuldig de omgeving van de auto. Omdat
er geen motorgeluiden zijn, merken voetgan-
gers, fietsers of andere verkeersdeelnemers
en voertuigen in de omgeving mogelijk niet
dat de auto wegrijdt of hen nadert. Wees dus
tijdens het rijden extra alert. Wees daarom tij-
dens het rijden extra voorzichtig, zelfs als het
akoestische voertuigwaarschuwingssysteem
(indien aanwezig) actief is.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 259 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
260
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-2. Rijprocedures
*1: Zet de selectiehendel onder normale rijom-
standigheden in stand D voor een zo laag
mogelijk brandstofverbruik en een zo laag
mogelijke geluidsproductie.
Door de paddle shift-schakelaars te bedie-
nen kunt u een versnelling kiezen die
geschikt is voor de rijomstandigheden.
*2: Door in stand S een schakelbereik te selec-
teren, kunt u de mate van accelereren en
afremmen op de motor beïnvloeden.
Stand S
Als het schakelbereik 4 of lager is en de selec-
tiehendel naar + wordt bewogen, wordt het
schakelbereik 6.
Schakelt automatisch naar een hoger scha-
kelbereik voordat het motortoerental te hoog
wordt.
Tijdens het rijden met geactiveerde cruise
control (indien aanwezig) of Dynamic Radar
Cruise Control met volledig snelheidsbereik
(indien aanwezig)
Ook wanneer de volgende handelingen worden
uitgevoerd met als doel op de motor af te rem-
men, wordt er niet op de motor afgeremd omdat
de cruise control of Dynamic Radar Cruise Con-
trol met volledig snelheidsbereik niet wordt uit-
geschakeld.
Als er tijdens het rijden in stand D of stand S
wordt teruggeschakeld naar 5 of 4.
(Blz. 263)
Als tijdens het rijden in stand D de sportmo-
dus wordt ingeschakeld. (Blz. 376)
Beperken plotseling wegrijden (wegrijrege-
ling)
Wanneer de onderstaande ongewone bediening
plaatsvindt, wordt het vermogen van het hybri-
desysteem mogelijk beperkt.
Wanneer de selectiehendel van R in D, van D
in R, van N in R, van P in D of van P in R wordt
gezet (D omvat S) terwijl het gaspedaal wordt
ingetrapt, verschijnt er een waarschuwings-
melding op het multi-informatiedisplay. Lees
de op het multi-informatiedisplay weergege-
ven waarschuwingsmelding en volg de aan-
wijzingen op.
Wanneer het gaspedaal te diep wordt inge-
trapt terwijl de auto in zijn achteruit staat.
Hybridetransmissie
Selecteer de schakelstand op basis van
uw doel en de situatie.
Doel en functie van de
schakelstanden
Schakel-
stand Doel of functie
PParkeren van de auto/inschake-
len van het hybridesysteem
RAchteruit
NNeutraal
DNormaal rijden*1
SRijden in stand S*2 (Blz. 263)
WAARSCHUWING
Rijden op glad wegdek
Schakel voorzichtig terug en vermijd plotse-
ling accelereren om te voorkomen dat de
auto in een slip raakt of de aangedreven wie-
len doorslippen.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 260 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
261
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-2. Rijprocedures
Rijden
Trap, terwijl het contact AAN staat, het
rempedaal in en verplaats de selectiehen-
del.
Breng de auto altijd eerst geheel tot stilstand
voordat u schakelt tussen stand P en D.
Schakelblokkeersysteem
Het schakelblokkeersysteem is een systeem dat
voorkomt dat de selectiehendel tijdens het star-
ten per ongeluk in een andere stand gezet
wordt.
De selectiehendel kan alleen uit stand P worden
gezet wanneer het contact AAN staat en het
rempedaal wordt ingetrapt.
Als de selectiehendel niet in een andere
stand dan P kan worden gezet
Controleer eerst of het rempedaal is ingetrapt.
Als de selectiehendel niet in een andere stand
gezet kan worden terwijl u het rempedaal inge-
trapt hebt, kan er een probleem aanwezig zijn in
het schakelblokkeersysteem. Laat de auto
onmiddellijk controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Met de volgende procedure kan in noodgeval-
len de blokkering van de selectiehendel onge-
daan worden gemaakt.
Uitschakelen van de schakelblokkering:
1Activeer de parkeerrem.
2Zet het contact UIT.
3Trap het rempedaal in.
4Wrik het afdekplaatje omhoog met een
sleufkopschroevendraaier o.i.d.
Omwikkel het uiteinde van de schroevendraaier
met een doek om schade aan het afdekplaatje te
voorkomen.
5Druk de deblokkeerschakelaar in.
De selectiehendel kan worden verplaatst als de
schakelaar ingedrukt is.
OPMERKING
Lading batterijpakket (tractiebatterij)
Als de selectiehendel in stand N staat, wordt
het batterijpakket (tractiebatterij) niet opge-
laden, ook al draait de motor. Als de auto in
stand N blijft staan, ontlaadt het batterijpakket
(tractiebatterij) dus en start de auto mogelijk
niet.
Bedienen van de selectiehendel
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 261 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
262
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-2. Rijprocedures
Blz. 376
Bedien de paddle shift-schakelaar - terwijl
de selectiehendel in stand D staat om een
tijdelijk schakelbereik te selecteren. Door
het veranderen van het schakelbereik kan
het gewenste niveau van motorremwer-
king worden geselecteerd. Selecteer ver-
volgens het schakelbereik met de paddle
shift-schakelaars - en +.
1Opschakelen
2Terugschakelen
Het geselecteerde schakelbereik, 1 t/m 6,
wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay.
Het standaard schakelbereik is 4 wanneer de
paddle shift-schakelaar “-” wordt gebruikt.
Houd de paddle shift-schakelaar “+” enige tijd
omlaag om weer terug te keren naar het nor-
male programma van stand D.
Schakelbereiken en hun functies
Voor het afremmen op de motor kunt u
uit 6 niveaus kiezen.
Bij een kleiner schakelbereik wordt er
sterker op de motor afgeremd dan bij
een groter schakelbereik.
Automatische blokkering van de selectie
van het schakelbereik in stand D
De selectie van het schakelbereik in stand D
wordt geblokkeerd in de volgende gevallen:
Als de auto tot stilstand komt
Als het gaspedaal in één versnelling langer
dan een bepaalde periode wordt ingetrapt
Als de selectiehendel in een andere stand dan
D wordt gezet
WAARSCHUWING
Voorkomen van ongevallen bij het uit-
schakelen van de schakelblokkering
Activeer de parkeerrem en trap het rempe-
daal in alvorens de deblokkeerschakelaar in
te drukken.
Als per ongeluk het gaspedaal in plaats van
het rempedaal wordt ingetrapt als de deblok-
keerschakelaar wordt ingedrukt en de selec-
tiehendel uit stand P wordt gezet, kan de auto
plotseling wegrijden, hetgeen kan leiden tot
een ongeval, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
Selecteren van de rijmodus
Selecteren van het
schakelbereik in stand D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 262 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
263
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-2. Rijprocedures
Rijden
Zet de selectiehendel in stand S om de S-
modus in te schakelen. Schakelbereiken
kunnen worden geselecteerd met de
selectiehendel of de paddle shift-schake-
laars. Het schakelbereik kan worden gese-
lecteerd met de selectiehendel of met de
paddle shift-schakelaars “-” en “+”.
1Opschakelen
2Terugschakelen
Het geselecteerde schakelbereik, 1 t/m 6,
wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay.
Het standaard schakelbereik in stand S is 4.
Schakelbereiken en hun functies
U kunt kiezen uit 6 niveaus voor de
mate van accelereren en afremmen op
de motor.
Bij een kleiner schakelbereik wordt er
sterker geaccelereerd en op de motor
afgeremd dan bij een groter schakelbe-
reik en ook neemt het toerental toe.
Waarschuwingszoemer bij beperking terug-
schakelmogelijkheid
Uit veiligheidsoverwegingen en om het rijge-
drag niet in negatieve zin te beïnvloeden, kan er
onder bepaalde omstandigheden beperkt wor-
den teruggeschakeld. In sommige omstandighe-
den kan er helemaal niet worden
teruggeschakeld met de selectiehendel of pad-
dle shift-schakelaar. (Er klinkt tweemaal een zoe-
mer.)
Selecteren van het
schakelbereik in stand S
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 263 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
264
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-2. Rijprocedures
1Rechts afslaan
2Rijstrookwisseling naar rechts
(beweeg de hendel iets in de richting
van de pijl en laat hem los)
De richtingaanwijzers aan de rechter-
zijde zullen drie keer knipperen.
3Rijstrookwisseling naar links (beweeg
de hendel iets in de richting van de pijl
en laat hem los)
De richtingaanwijzers aan de linker-
zijde zullen drie keer knipperen.
4Links afslaan
De richtingaanwijzers kunnen bediend wor-
den als
Het contact AAN staat.
Als het controlelampje sneller knippert dan
normaal
Controleer of er een lamp van de richtingaanwij-
zer voor of achter is doorgebrand.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 557
Richtingaanwijzerschakelaar
Bedieningsinstructies
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 264 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
265
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-2. Rijprocedures
Rijden
Schakelt de automatische modus in
Houd bij stilstaande auto de parkeerrem-
schakelaar omhoog getrokken tot het
lampje van de automatische modus gaat
branden
Lampje parkeerrem
Lampje automatische modus
De parkeerrem wordt automatisch geacti-
veerd of gedeactiveerd overeenkomstig
de bediening van de selectiehendel.
Wanneer u de selectiehendel uit stand
P zet, wordt de parkeerrem gedeacti-
veerd en doven het waarschuwings-
lampje van de parkeerrem en het
lampje van de parkeerrem.
Wanneer u de selectiehendel in stand P
zet, wordt de parkeerrem geactiveerd
en gaan het waarschuwingslampje van
de parkeerrem en het lampje van de
parkeerrem branden.
Bedien de selectiehendel terwijl u het rempe-
daal intrapt.
Schakelt de automatische modus uit
Houd bij stilstaande auto de parkeerrem-
schakelaar ingedrukt tot het lampje van de
automatische modus dooft
Lampje automatische modus
Lampje parkeerrem
Parkeerrem
De parkeerrem kan automatisch of
handmatig worden geactiveerd en
gedeactiveerd. In de automatische
modus kan de parkeerrem automa-
tisch worden geactiveerd of gedeacti-
veerd overeenkomstig de bediening
van de selectiehendel. Zelfs in de auto-
matische modus kan de parkeerrem
handmatig worden geactiveerd of
gedeactiveerd.
Bedieningsinstructies
A
B
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 265 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
266
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-2. Rijprocedures
Gebruik van de handmatige modus
De parkeerrem kan handmatig worden
geactiveerd en gedeactiveerd.
Lampje parkeerrem
1Activeren van de parkeerrem
Het waarschuwingslampje van de parkeerrem
en het lampje van de parkeerrem gaan
branden.
Houd de parkeerremschakelaar omhoog
getrokken als u in geval van nood de parkeer-
rem tijdens het rijden moet bedienen.
2Deactiveren van de parkeerrem
Bedien de parkeerremschakelaar terwijl u het
rempedaal intrapt. Controleer of het waarschu-
wingslampje van de parkeerrem en het lampje
van de parkeerrem doven.
Als het waarschuwingslampje van de par-
keerrem en het lampje van de parkeerrem
knipperen, bedien de schakelaar dan nog-
maals. (Blz. 498)
Werking van parkeerrem
Als het contact niet AAN staat, kunt u de par-
keerrem niet met de schakelaar deactiveren.
Als het contact niet AAN staat, is de automa-
tische stand (automatische activering en
deactivering) niet beschikbaar.
Als “Parking Brake Overheated Parking
Brake Unavailable” (Parkeerrem overver-
hit, parkeerrem niet beschikbaar) wordt
weergegeven op het multi-informatiedisplay
Als de parkeerrem herhaaldelijk gedurende
korte tijd bediend wordt, zal het systeem de wer-
king beperken om oververhitting te voorkomen.
Gebruik de parkeerrem niet als dit gebeurt. Na
ongeveer 1 minuut zal de werking weer normaal
zijn.
Geluid parkeerrem
Wanneer de parkeerrem geactiveerd is, kan het
geluid van een elektromotor (zoemend geluid)
hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een
storing.
Waarschuwingslampje parkeerrem en
lampje parkeerrem
Afhankelijk van de stand van het contact gaan
het waarschuwingslampje van de parkeerrem
en het lampje van de parkeerrem branden en
blijven ze branden zoals hieronder beschre-
ven:
AAN: Gaat branden totdat de parkeerrem
wordt gedeactiveerd.
Niet AAN: Blijft gedurende ongeveer 15
seconden branden.
Wanneer het contact UIT wordt gezet en de
parkeerrem geactiveerd is, zullen het waar-
schuwingslampje van de parkeerrem en het
lampje van de parkeerrem gedurende onge-
veer 15 seconden blijven branden. Dit is nor-
maal en duidt niet op een storing.
Wijzigen van de modus
Wanneer de automatische modus aan/uit wordt
gezet, wordt de melding op het multi-informatie-
display weergegeven en klinkt de zoemer.
Parkeren van de auto
Blz. 240
A
A
A
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 266 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
267
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-2. Rijprocedures
Rijden
Waarschuwingszoemer geactiveerde par-
keerrem
De zoemer klinkt als er met de auto wordt gere-
den terwijl de parkeerrem is geactiveerd.
“Release Parking Brake” (deactiveer parkeer-
rem) wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay.
Waarschuwingsmeldingen en zoemers
Waarschuwingsmeldingen en zoemers worden
gebruikt om een systeemstoring aan te geven of
om de bestuurder te informeren dat hij extra
moet opletten. Lees de op het multi-informatie-
display weergegeven waarschuwingsmelding en
volg de aanwijzingen op.
Als het waarschuwingslampje van het rem-
systeem gaat branden
Blz. 493, 494
Gebruik in de winter
Blz. 387
WAARSCHUWING
Bij het parkeren
Laat een kind niet alleen in de auto achter. De
parkeerrem kan onbedoeld worden gedeac-
tiveerd en er bestaat het gevaar dat de auto in
beweging komt. Dit kan leiden tot een onge-
val waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Parkeerremschakelaar
Plaats geen objecten in de buurt van de par-
keerremschakelaar. Objecten kunnen de
schakelaar hinderen en er mogelijk toe leiden
dat de parkeerrem onverwachts wordt
bediend.
OPMERKING
Bij het parkeren
Zet de selectiehendel in stand P en activeer
de parkeerrem voordat u de auto verlaat en
controleer of de auto niet beweegt.
Wanneer een storing in het systeem
optreedt
Breng de auto op een veilige plaats tot stil-
stand en controleer de waarschuwingsmel-
dingen.
Wanneer de parkeerrem niet gedeacti-
veerd kan worden door een storing
Als u gaat rijden terwijl de parkeerrem is
geactiveerd, kunnen de onderdelen van het
remsysteem oververhit raken, waardoor de
remprestaties in negatieve zin kunnen wor-
den beïnvloed en de onderdelen van het rem-
systeem sneller slijten. Laat wanneer dit het
geval is de auto onmiddellijk controleren
door een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 267 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
268
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-2. Rijprocedures
Activeert het Brake Hold-systeem
Het controlelampje voor de stand-bystand van
het Brake Hold-systeem (groen) gaat bran-
den. Als het systeem de remmen vasthoudt,
gaat het controlelampje Brake Hold-systeem in
werking (geel) branden.
Voorwaarden voor werking Brake Hold-sys-
teem
Het Brake Hold-systeem kan onder de volgende
omstandigheden niet geactiveerd worden:
Het bestuurdersportier is niet gesloten.
De bestuurder draagt geen veiligheidsgordel.
Als onder een van de bovenstaande omstandig-
heden het Brake Hold-systeem is ingeschakeld,
wordt het systeem uitgeschakeld en gaat het
controlelampje voor de stand-bystand van het
Brake Hold-systeem uit. Wanneer een van deze
omstandigheden zich voordoet terwijl het sys-
teem de remmen vasthoudt, klinkt een waar-
schuwingszoemer en wordt een melding
weergegeven op het multi-informatiedisplay. De
parkeerrem wordt dan automatisch geactiveerd.
Brake Hold-functie
Nadat het systeem ongeveer 3 minuten de
remmen heeft vastgehouden en het rempe-
daal niet ingetrapt wordt, wordt automatisch
de parkeerrem geactiveerd. In dat geval klinkt
een zoemer en verschijnt er een waarschu-
wingsmelding op het multi-informatiedisplay.
Trap het rempedaal krachtig in en druk
opnieuw op de schakelaar om het systeem te
deactiveren.
De Brake Hold-functie kan de auto mogelijk
niet stilhouden op een steile helling. In deze
situatie kan het nodig zijn dat de bestuurder
zelf het rempedaal ingetrapt houdt. Er klinkt
een waarschuwingszoemer en het multi-infor-
matiedisplay zal de bestuurder over de situa-
tie informeren. Lees de op het multi-
informatiedisplay weergegeven waarschu-
wingsmelding en volg de aanwijzingen op.
Wanneer de parkeerrem automatisch geac-
tiveerd wordt terwijl het systeem de remmen
vasthoudt
Deactiveer bij ingetrapt rempedaal de parkeer-
rem met de parkeerremschakelaar en contro-
leer of het waarschuwingslampje van de
parkeerrem dooft. (Blz. 265)
Wanneer een controle door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige nodig is
Als het controlelampje stand-bystand Brake
Hold-systeem (groen) niet brandt terwijl de
Brake Hold-schakelaar wordt ingedrukt en aan
de werkingsvoorwaarden van het Brake Hold-
systeem is voldaan, is het systeem mogelijk
defect. Laat de auto controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als “Brake Hold Fault Depress Brake to
Deactivate Visit Your Dealer” (Fout in Brake
Hold-functie. Trap rempedaal in om te deac-
tiveren. Ga naar uw dealer) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwe-
zig. Laat de auto onmiddellijk controleren door
een erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Brake Hold
Het Brake Hold-systeem houdt na acti-
vering de remmen vast wanneer de
selectiehendel in stand D, S of N staat
en het rempedaal ingetrapt werd om
de auto tot stilstand te brengen. Het
systeem laat de rem los wanneer het
gaspedaal ingetrapt wordt en de selec-
tiehendel in stand D of S staat om zo
voor soepel wegrijden te zorgen.
Inschakelen van het systeem
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 268 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
269
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-2. Rijprocedures
Rijden
Waarschuwingsmeldingen en zoemers
Waarschuwingsmeldingen en zoemers worden
gebruikt om een systeemstoring aan te geven of
om de bestuurder te informeren dat hij extra
moet opletten. Lees de op het multi-informatie-
display weergegeven waarschuwingsmelding en
volg de aanwijzingen op.
Als het controlelampje Brake Hold-systeem
in werking knippert
Blz. 497
*: Indien aanwezig
1Harder
2Lager
Als het ASC-systeem is ingeschakeld, gaat
het controlelampje branden.
Wanneer de knop naar het laagste volume
wordt gedraaid, wordt het ASC-systeem
uitgeschakeld en dooft het controlelampje.
Voorwaarden voor werking
Wanneer de rijmodusselectieschakelaar niet in
de ECO-modus of EV-modus staat.
Tijdelijk uitschakelen van de functies van het
ASC-systeem
Het ASC-systeem wordt mogelijk tijdelijk uitge-
schakeld afhankelijk van de rijomstandigheden,
bijvoorbeeld wanneer de banden slippen als
gevolg van plotseling accelereren.
WAARSCHUWING
Als de auto op een steile helling staat
Wees voorzichtig wanneer u het Brake Hold-
systeem gebruikt op een steile helling. De
Brake Hold-functie kan de auto in een derge-
lijke situatie mogelijk niet stilhouden.
Wanneer u stilhoudt op een glad wegdek
Het systeem kan de auto niet stilhouden wan-
neer de banden hun grip hebben verloren.
Gebruik het systeem niet wanneer u stilhoudt
op een glad wegdek.
OPMERKING
Bij het parkeren
Het Brake Hold-systeem is niet ontworpen
voor langdurig gebruik bij het parkeren van
de auto. Als u het contact UIT zet terwijl het
systeem de remmen vasthoudt, worden de
remmen mogelijk gelost, waardoor de auto in
beweging komt. Trap het rempedaal in, zet de
selectiehendel in stand P en activeer de par-
keerrem wanneer u de startknop bedient.
ASC (Active Sound Control)*
Het ASC-systeem is een elektronisch
geluidssysteem dat motorgeluid voort-
brengt en hiermee de bewegingsom-
standigheden van accelereren en
decelereren van de auto via de luid-
sprekers in het dashboard doorgeeft
aan de bestuurder. De reactie van de
auto op het acceleratiegedrag en de
schakelbewegingen van de bestuurder
worden ook in geluid overgebracht.
Wanneer de sportmodus is geselec-
teerd, zal het geluid dat aan de bestuur-
der wordt overgebracht harder zijn.
Regelen van het volume
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 269 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
270
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4-3.Bedienen v an verlichting en ruiten wissers
Bedien de schakelaar om de ver-
lichting als volgt in te schakelen:
1 De parkeerlichten voor, ach-
terlichten, kentekenplaatverlichting,
dashboardverlichting en schakelaar-
verlichting gaan branden.
2 De koplampen en alle verlich-
ting die hierboven genoemd is, gaan
branden.
3 De koplampen, dagrijverlich-
ting (Blz. 270) en alle verlichting die
hierboven genoemd is, worden auto-
matisch in- en uitgeschakeld.
De AUTO-modus kan worden gebruikt als
Het contact staat AAN.
Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te
maken voor andere weggebruikers wordt de
dagrijverlichting automatisch ingeschakeld als
het hybridesysteem wordt gestart en de par-
keerrem wordt gedeactiveerd met de licht-
schakelaar in de stand . (Brandt
helderder dan de parkeerlichten voor.)
Dagrijverlichting is niet ontworpen voor
gebruik in het donker.
Wanneer een richtingaanwijzer wordt
gebruikt, wordt de dagrijverlichting aan
dezelfde kant uitgeschakeld. Als de alarm-
knipperlichten worden ingeschakeld, wordt
de dagrijverlichting aan beide kanten uitge-
schakeld.
Sensor koplampregeling
De werking van de sensor kan in negatieve zin
beïnvloed worden als er iets over de sensor heen
geplaatst wordt of als er iets op de ruit wordt
aangebracht waardoor de sensor wordt afge-
schermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste manier
de hoeveelheid omgevingslicht signaleren,
waardoor het automatische koplampsysteem
mogelijk onjuist functioneert.
Automatisch uitschakelsysteem verlichting
Wanneer de lichtschakelaar in stand
of staat: De koplampen en mistlam-
pen voor (indien aanwezig) worden automa-
tisch uitgeschakeld wanneer het contact in
stand ACC of UIT wordt gezet.
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig of
automatisch worden bediend.
Bedieningsinstructies
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 270 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
271
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Wanneer de lichtschakelaar in stand
staat: De koplampen en alle verlichting wor-
den automatisch uitgeschakeld als het contact
in stand ACC of UIT wordt gezet.
Zet, om de verlichting weer in te schakelen, het
contact AAN of zet de lichtschakelaar een keer
in de stand en vervolgens weer in de
stand of .
Zoemer verlichting
Een zoemer klinkt als het contact UIT of in stand
ACC wordt gezet en het bestuurdersportier
wordt geopend terwijl de verlichting is ingescha-
keld.
Automatische verticale koplampverstelling
De koplamphoogte wordt automatisch geregeld
op basis van het aantal passagiers in de auto en
de mate van belading om verblinding van andere
weggebruikers door de koplampen te voorko-
men.
Energiebesparende functie 12V-accu
Om te voorkomen dat de 12V-accu van de auto
ontladen raakt wanneer de lichtschakelaar in de
stand staat terwijl het contact UIT
wordt gezet, schakelt de energiebesparende
functie van de 12V-accu alle verlichting na onge-
veer 20 minuten automatisch uit. Wanneer het
contact AAN wordt gezet, wordt de energiebe-
sparende functie van de 12V-accu uitgescha-
keld.
Onder de volgende omstandigheden wordt de
energiebesparende functie van de 12V-accu
eenmaal uitgeschakeld en vervolgens weer
geactiveerd. Alle verlichting gaat 20 minuten
nadat de energiebesparende functie van de 12V-
accu weer is geactiveerd automatisch uit:
Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor)
kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen: Blz. 557)
1Druk bij ingeschakelde koplampen de
hendel van u af om het grootlicht in te
schakelen.
Door de hendel weer in de middenstand te zet-
ten, wordt het grootlicht weer uitgeschakeld.
2Trek de hendel naar u toe en laat deze
meteen weer los om één keer met het
grootlicht te knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de koplampen
in- of uitgeschakeld.
Dankzij dit systeem kunnen de koplampen
gedurende 30 seconden worden inge-
schakeld wanneer het contact UIT staat.
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de 12V-
accu
Laat de verlichting niet langer ingeschakeld
dan noodzakelijk is als het hybridesysteem
niet is ingeschakeld.
Inschakelen van het grootlicht
Follow Me Home-systeem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 271 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
272
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Trek, nadat u het contact UIT hebt gezet,
de hendel naar u toe en laat hem los terwijl
de lichtschakelaar in de stand
staat.
Trek de hendel naar u toe en laat hem weer los
om de verlichting uit te schakelen.
Wanneer aan de onderstaande voorwaar-
den wordt voldaan terwijl de dimlichten
zijn ingeschakeld, wordt ook de bochtver-
lichting ingeschakeld en gaat deze bran-
den in de richting waarin de auto beweegt.
Dit zorgt voor een uitstekend zicht bij
zowel het rijden op een kruising of tijdens
het parkeren in het donker.
Het stuurwiel wordt bediend
De richtingaanwijzerschakelaar wordt
bediend
De selectiehendel staat in stand R
Bochtverlichting
Wanneer de rijsnelheid echter 40 km/h of
hoger wordt, wordt de bochtverlichting niet
ingeschakeld.
De lichten worden automatisch uitgescha-
keld nadat ze 30 minuten hebben gebrand.
*: Indien aanwezig
Past de helderheid en het verlichte
gebied van het grootlicht aan op basis
van de rijsnelheid.
Past de intensiteit van het grootlicht tij-
dens het rijden in bochten aan, zodat
het gebied in de richting waarin de auto
draait helderder wordt verlicht dan
andere gebieden.
Regelt het variabel afgeschermde
grootlicht zo, dat het gebied rond
tegenliggers en voorliggers gedeeltelijk
niet wordt verlicht terwijl andere gebie-
den wel verlicht worden door het groot-
licht.
Bochtverlichting (auto's met
mistlampen voor)
AHS (Adaptive
High Beam-systeem)*
Het Adaptive High Beam-systeem
gebruikt een camerasensor aan de
bovenzijde van de voorruit om de hel-
derheid van de verlichting van tegen-
liggers en voorliggers,
straatverlichting, enz. te beoordelen
en, indien nodig, automatisch de ver-
spreiding van het licht van de koplam-
pen te regelen.
WAARSCHUWING
Beperkingen van het Adaptive High
Beam-systeem
Vertrouw niet blindelings op het Adaptive
High Beam-systeem. Rijd altijd voorzichtig en
houd hierbij de omgeving in de gaten en
schakel indien nodig handmatig het grootlicht
in of uit.
Voorkomen van onjuiste werking van het
Adaptive High Beam-systeem
Voorkom overbelading van uw auto.
Regeling grootlicht
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 272 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
273
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Het variabel afgeschermde grootlicht helpt het
zicht naar voren te verbeteren terwijl tegenlig-
gers en voorliggers minder worden verblind.
Past het stralingsbereik van de dimlich-
ten aan in overeenstemming met de
afstand tot een voorligger.
1Druk op de schakelaar van het Adap-
tive High Beam-systeem.
2Zet de lichtschakelaar in de stand
of .
Het controlelampje van het Adaptive High
Beam-systeem gaat branden als het systeem
wordt ingeschakeld.
Omstandigheden waarin de regeling van de
lichtverspreiding van de koplampen automa-
tisch verandert
Als aan alle onderstaande voorwaarden
wordt voldaan, wordt het grootlicht automa-
tisch ingeschakeld en werkt het systeem:
De rijsnelheid is ongeveer 60 km/h of hoger.
Het gebied voor de auto is niet verlicht.
Als aan alle onderstaande voorwaarden
wordt voldaan, wordt het variabel afge-
schermde grootlicht ingeschakeld en wordt
het stralingsbereik van het dimlicht automa-
tisch aangepast, afhankelijk van de locatie van
tegenliggers en voorliggers:
De rijsnelheid is ongeveer 60 km/h of hoger.
Het gebied voor de auto is niet verlicht.
Er zijn tegenliggers of voorliggers met inge-
schakelde koplampen of achterlichten.
Als aan een van onderstaande voorwaarden
wordt voldaan, wordt automatisch geschakeld
van grootlicht of variabel afgeschermd groot-
licht naar dimlicht:
De rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
Het gebied voor de auto is verlicht.
Er zijn veel tegenliggers en/of voorliggers.
De positie van tegenliggers of voorliggers
verandert snel en het grootlicht kan de
bestuurders van de andere voertuigen ver-
blinden.
Het Adaptive High Beam-systeem
activeren
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 273 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
274
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Informatie werking camerasensor
In de volgende situaties wordt mogelijk niet
automatisch geschakeld van grootlicht naar
variabel afgeschermd grootlicht:
Als plotseling een tegenligger uit een bocht
opdoemt
Als plotseling een andere auto voor de eigen
auto invoegt
Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht
zijn onttrokken als gevolg van een reeks
bochten, wegafscheidingen of bomen langs
de weg
Wanneer tegenliggers opdoemen uit de rech-
ter tegemoetkomende rijstrook op een brede
weg
Wanneer er tegenliggers of voorliggers met
uitgeschakelde verlichting zijn
Er wordt mogelijk niet geschakeld van groot-
licht naar variabel afgeschermd grootlicht als
een tegenligger wordt gesignaleerd die zijn
mistlampen aan heeft terwijl de koplampen uit
zijn.
Door de aanwezigheid van huisverlichting,
straatverlichting, verkeerslichten of verlichte
billboards en andere reflecterende objecten
wordt mogelijk geschakeld van grootlicht
naar variabel afgeschermd grootlicht, wordt
mogelijk niet geschakeld van grootlicht naar
variabel afgeschermd grootlicht of wordt het
niet verlichte gebied mogelijk gewijzigd.
De volgende factoren kunnen van invloed zijn
op de reactietijd voor het in- of uitschakelen
van het grootlicht of op de snelheid waarmee
de niet verlichte gebieden veranderen:
De helderheid van koplampen, mistlampen en
achterlichten van tegenliggers en voorliggers
De beweging en richting van tegenliggers en
voorliggers
Als de verlichting van een tegenligger of
voorligger slechts aan één kant werkt
Als een tegenligger of voorligger een voer-
tuig op twee wielen betreft
De toestand van de weg (stijgingspercentage,
bochten, toestand van het wegdek, enz.)
Het aantal inzittenden en de hoeveelheid
bagage
De regeling van de lichtverspreiding van de
koplampen kan onverwacht veranderen.
Fietsen of vergelijkbare objecten worden
mogelijk niet gesignaleerd.
In de volgende situaties kan het systeem de
helderheid van het omgevingslicht mogelijk
niet juist signaleren. Hierdoor blijven de dim-
lichten mogelijk branden of gaat het grootlicht
knipperen of worden voetgangers, tegenlig-
gers of voorliggers verblind. Als dat het geval
is, moet handmatig geschakeld worden tussen
grootlicht en dimlicht.
Bij rijden in slecht weer (zware regenval, mist,
sneeuw, zandstormen, enz.)
Als het zicht door de voorruit wordt belem-
merd door damp, wasem, ijs, vuil, enz.
Als de voorruit gebarsten of beschadigd is
Als de camerasensor vervormd of vuil is
Als de temperatuur van de camerasensor
extreem hoog is
Als de helderheid van het omgevingslicht
overeenkomt met die van koplampen, achter-
lichten of mistlampen
Als de koplampen of achterlichten van tegen-
liggers of voorliggers zijn uitgeschakeld, vuil
zijn, een andere kleur hebben of niet correct
zijn afgesteld
Als de auto wordt geraakt door water,
sneeuw, stof, enz. van een voorligger
In gebieden waar lichte en donkere stukken
elkaar afwisselen.
Als geregeld en herhaaldelijk over stijgende
en dalende wegen wordt gereden, of over
wegen met een slecht of oneffen wegdek
(zoals klinkerwegen, grindwegen, enz.)
Als geregeld en herhaaldelijk over bochtige
wegen wordt gereden.
Als er zich een sterk spiegelend voorwerp,
zoals een verkeersbord of spiegel, voor de
auto bevindt
Als de achterzijde van een voorligger sterk
spiegelend is, zoals een container op een
truck
Als de koplampen van de auto beschadigd of
vuil zijn, of niet correct zijn afgesteld
Als de auto naar één kant overhelt door bij-
voorbeeld een lekke band, of aan de achter-
zijde wat lager ligt doordat een
aanhangwagen is aangekoppeld, enz.
Als herhaaldelijk op een abnormale manier
wordt geschakeld tussen grootlicht en dim-
licht
Als de bestuurder meent dat het grootlicht
mogelijk knippert of voetgangers of andere
bestuurders verblindt
Als de auto wordt gebruikt in een gebied waar
men aan de andere kant van de weg rijdt. Bij-
voorbeeld, een auto bestemd voor rechtsrij-
dend verkeer in een gebied voor linksrijdend
verkeer of vice versa
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 274 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
275
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Dimlicht inschakelen
Druk op de schakelaar van het Adaptive
High Beam-systeem.
Het controlelampje van het Adaptive High
Beam-systeem gaat uit.
Druk op de schakelaar om het Adaptive High
Beam-systeem weer in te schakelen.
Grootlicht inschakelen
Duw de hendel van u af.
Het controlelampje van het Adaptive High
Beam-systeem dooft en het controlelampje van
het grootlicht gaat branden.
Trek de hendel in de oorspronkelijke stand om
het Adaptive High Beam-systeem weer te acti-
veren.
Tijdelijk inschakelen van het grootlicht
Het grootlicht wordt ingeschakeld wanneer u de
hendel naar u toe trekt. Door de hendel in de
oorspronkelijke stand terug te zetten wordt
overgeschakeld op dimlicht. Enige tijd nadat is
overgeschakeld op dimlicht wordt het Adaptive
High Beam-systeem weer geactiveerd.
Handmatig in- en uitschakelen
van het grootlicht
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 275 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
276
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
*: Indien aanwezig
1Druk de Automatic High Beam-scha-
kelaar in.
2Zet de lichtschakelaar in de stand
of .
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem gaat branden als het systeem
werkt.
Voorwaarden voor werking
Het contact staat AAN.
Voorwaarden voor het automatisch in- of uit-
schakelen van het grootlicht
Als aan alle onderstaande voorwaarden is vol-
daan, wordt het grootlicht automatisch inge-
schakeld:
De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 40
km/h.
Het gebied voor de auto is niet verlicht.
Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met
ingeschakelde koplampen of achterlichten.
Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de
weg voor u.
Als aan een van onderstaande voorwaarden is
voldaan, wordt het grootlicht automatisch uitge-
schakeld:
De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 30
km/h.
Het gebied voor de auto is verlicht.
Er zijn tegenliggers of voorliggers met inge-
schakelde koplampen of achterlichten.
Er bevinden zich veel straatlantaarns op de
weg voor u.
Informatie werking camerasensor
In de volgende omstandigheden wordt het
grootlicht mogelijk niet automatisch uitge-
schakeld:
Als plotseling een tegenligger uit een bocht
opdoemt
Als plotseling een andere auto voor de eigen
auto invoegt
Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht
zijn onttrokken als gevolg van een reeks
bochten, wegafscheidingen of bomen langs
de weg
Automatic
High Beam-systeem*
Het Automatic High Beam-systeem
maakt gebruik van een ingebouwde
camerasensor om de helderheid van
bijvoorbeeld de straatverlichting en de
verlichting van tegenliggers en voorlig-
gers te meten, en schakelt indien nodig
automatisch het grootlicht in of uit.
WAARSCHUWING
Beperkingen van het Automatic High
Beam-systeem
Vertrouw niet uitsluitend op het Automatic
High Beam-systeem. Rijd altijd voorzichtig,
houd de omgeving in de gaten en schakel
indien nodig handmatig het grootlicht in of uit.
Inschakelen van het Automatic
High Beam-systeem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 276 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
277
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Het grootlicht kan automatisch worden uitge-
schakeld als een tegenligger wel de mistlam-
pen voor, maar niet de koplampen heeft
ingeschakeld.
Het grootlicht kan automatisch worden uitge-
schakeld door de aanwezigheid van huisver-
lichting, straatverlichting, verkeerslichten of
verlichte reclameborden.
De volgende factoren kunnen invloed hebben
op de reactietijd van het systeem:
De helderheid van koplampen, mistlampen en
achterlichten van tegenliggers en voorliggers
De beweging en richting van tegenliggers en
voorliggers
Als de verlichting van een tegenligger of
voorligger slechts aan één kant werkt
Als een tegenligger of voorligger een voer-
tuig op twee wielen betreft
De toestand van de weg (stijgingspercentage,
bochten, toestand van het wegdek, enz.)
Het aantal inzittenden en de hoeveelheid
bagage
Het grootlicht kan op voor de bestuurder
onverwachte momenten worden in- en uitge-
schakeld.
Het is in de volgende situaties raadzaam om
het grootlicht handmatig in en uit te schakelen
in plaats van blindelings te vertrouwen op de
werking van het Automatic High Beam-sys-
teem.
Het systeem kan de helderheid van het omge-
vingslicht niet goed signaleren, waardoor het
grootlicht kan gaan knipperen of voetgangers
worden blootgesteld aan het grootlicht.
Bij slecht weer (regen, sneeuw, mist, zandstor-
men, enz.)
Het zicht door de voorruit wordt belemmerd
door damp, wasem, ijs, vuil, enz.
De voorruit is gebarsten of beschadigd.
De camerasensor is vervormd of vuil.
De temperatuur van de camerasensor is
extreem hoog.
De helderheid van het omgevingslicht komt
overeen met die van koplampen, achterlich-
ten of mistlampen.
Tegenliggers hebben de koplampen of voor-
liggers hebben de achterlichten niet inge-
schakeld of de lampen zijn vuil, hebben een
andere kleur of zijn niet correct afgesteld.
In gebieden waar lichte en donkere stukken
elkaar afwisselen.
Als geregeld en herhaaldelijk over stijgende
en dalende wegen wordt gereden, of over
wegen met een slecht of oneffen wegdek
(zoals klinkerwegen en zandwegen).
Als geregeld en herhaaldelijk over bochtige
wegen wordt gereden.
Er bevindt zich een sterk spiegelend voor-
werp, zoals een spiegel, voor de auto.
De achterzijde van een voorligger is sterk
spiegelend, zoals een container op een truck.
De koplampen van de auto zijn beschadigd of
vuil.
De auto helt naar één kant over door bijvoor-
beeld een lekke band of ligt aan de achter-
zijde wat lager doordat een aanhangwagen is
aangekoppeld.
De bestuurder meent dat andere bestuurders
of voetgangers last hebben van het grootlicht.
OPMERKING
Aanwijzingen voor het gebruik van het
Automatic High Beam-systeem
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht om ervoor te zorgen dat het Automatic
High Beam-systeem goed functioneert.
Raak de camerasensor niet aan.
Stel de camerasensor niet bloot aan sterke
schokken.
Neem de camerasensor niet uit elkaar.
Mors geen vloeistof op de camerasensor.
Breng geen ruitfolie of stickers aan op de
camerasensor of op het gedeelte van de
voorruit bij de camerasensor.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 277 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
278
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Dimlicht inschakelen
Druk de Automatic High Beam-schakelaar
in.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem dooft.
Druk de schakelaar in om het Automatic High
Beam-systeem weer in te schakelen.
Grootlicht inschakelen
Duw de hendel van u af.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem dooft en het controlelampje van
het grootlicht gaat branden.
Trek de hendel in de oorspronkelijke stand om
het Automatic High Beam-systeem weer te
activeren.
Tijdelijk inschakelen van het grootlicht
Het grootlicht wordt ingeschakeld wanneer u de
hendel naar u toe trekt. Door de hendel in de
oorspronkelijke stand terug te zetten wordt
overgeschakeld op dimlicht. Enige tijd nadat is
overgeschakeld op dimlicht wordt het Automa-
tic High Beam-systeem weer geactiveerd.
OPMERKING
Plaats geen parkeerkaart of andere voor-
werpen in de buurt van de camerasensor.
Voorkom overbelading van uw auto.
Breng geen wijzigingen aan de auto aan.
Vervang de voorruit niet door een niet-ori-
ginele voorruit.
Neem contact op met een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Handmatig in- en uitschakelen van
het grootlicht
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 278 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
279
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Schakelaar mistachterlicht
1 Schakelt het mistachterlicht in.
Als de schakelaarring los wordt gela-
ten, keert de ring terug naar de stand
.
Door de schakelaarring nogmaals te draaien,
wordt het mistachterlicht uitgeschakeld.
Schakelaar mistlampen voor/mistach-
terlicht
1 Schakelt de mistlampen voor
en het mistachterlicht uit
2 Schakelt de mistlampen voor
in
3 Schakelt de mistlampen voor en
het mistachterlicht in
Als de schakelaarring wordt losgelaten, keert
de ring terug naar de stand .
Door de schakelaarring nogmaals te draaien
wordt alleen het mistachterlicht uitgeschakeld.
Mistlampen kunnen worden gebruikt als
Auto's met alleen mistachterlichten
De koplampen worden ingeschakeld.
Auto's met mistlampen voor/mistachterlicht
Mistlampen voor: De parkeerlichten voor zijn
ingeschakeld.
Mistachterlicht: De mistlampen voor zijn inge-
schakeld.
Schakelaar mistlampen
Schakel bij ongunstige rijomstandighe-
den, zoals regen en mist, de mistlam-
pen voor in voor een beter zicht en
schakel het mistachterlicht in om auto's
achter u op de hoogte te brengen van
de aanwezigheid van uw auto.
Bedieningsinstructies
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 279 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
280
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Door de hendel te bedienen wer-
ken de ruitenwissers en -sproeiers als
volgt.
Ruitenwissers met intervalafstelling
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de 12V-
accu
Laat de verlichting niet langer ingeschakeld
dan noodzakelijk is als het hybridesysteem
niet is ingeschakeld.
Ruitenwissers en -sproeiers
Door de hendel te bedienen kan wor-
den geschakeld tussen automatische
werking en handbediening, of kan de
sproeier worden gebruikt.
OPMERKING
Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de voorruit
droog is omdat hierdoor de voorruit bescha-
digd kan worden.
Bedienen van de
ruitenwisserhendel
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 280 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
281
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
1 Uit
2 Intervalwerking
3 Lage snelheid
4 Hoge snelheid
5 Enkele slag
Het wisinterval kan worden gewijzigd als
de intervalstand wordt geselecteerd.
6Verkort het interval van de wisserwer-
king
7Verlengt het interval van de wisserwer-
king
8 Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
Door aan de hendel te trekken treden de rui-
tenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwissers zullen automatisch een aantal
slagen maken als de ruitensproeiers worden
ingeschakeld. Auto's met koplampsproeiers:
Als de koplampen aan zijn en u de hendel naar
u toe getrokken houdt, werken de koplamp-
sproeiers één keer. Daarna werken de kop-
lampsproeiers elke vijfde keer dat u de hendel
naar u toe trekt.
Ruitenwissers met regensensor
1 Uit
2 Stand AUTO
3 Lage snelheid
4 Hoge snelheid
5 Enkele slag
Als wordt geselecteerd, beginnen de
ruitenwissers automatisch te wissen als de sen-
sor signaleert dat het regent. De wissnelheid
wordt automatisch afgestemd op de hoeveel-
heid neerslag en de rijsnelheid.
In de stand kan de sensorgevoelig-
heid worden ingesteld.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 281 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
282
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
6Verhoogt de gevoeligheid
7Verlaagt de gevoeligheid
8 Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
Door aan de hendel te trekken treden de rui-
tenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwissers zullen automatisch een aantal
slagen maken als de ruitensproeiers worden
ingeschakeld. Auto's met koplampsproeiers:
Als de koplampen aan zijn en u de hendel naar
u toe getrokken houdt, werken de koplamp-
sproeiers één keer. Daarna werken de kop-
lampsproeiers elke vijfde keer dat u de hendel
naar u toe trekt.
De ruitenwissers en ruitensproeiers kunnen
worden bediend als
Het contact AAN staat.
Wisslag om druppelvorming te voorkomen
(auto's met ruitenwissers met regensensor)
Na enkele slagen volgt een pauze en maken de
wissers nog een slag om de laatste druppels te
verwijderen. Deze functie werkt echter niet tij-
dens het rijden.
Effecten van de rijsnelheid op de ruitenwis-
serwerking (auto's met ruitenwissers met
regensensor)
De rijsnelheid heeft invloed op de intervalwer-
king.
Regensensor (auto's met ruitenwissers met
regensensor)
De regensensor registreert de hoeveelheid
neerslag.
De auto is voorzien van een optische sensor.
Deze werkt mogelijk niet goed als zonlicht
van de opkomende of ondergaande zon af en
toe op de voorruit valt of als er insecten o.i.d.
op de voorruit zitten.
Als de ruitenwisserschakelaar in de stand
wordt gezet terwijl het contact AAN
is, maken de ruitenwissers één wisslag om aan
te geven dat de stand AUTO is ingeschakeld.
Als de temperatuur van de regensensor
90°C of hoger is, of -15°C of lager, werkt de
automatische functie mogelijk niet. Zet de rui-
tenwisserschakelaar in dat geval in een
andere modus dan AUTO.
Als er geen vloeistof uit de ruitensproeiers
komt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het
reservoir aanwezig is en controleer als dat het
geval is of de sproeierkoppen niet verstopt zijn.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 282 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
283
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Door de schakelaar te bedienen
werkt de achterruitenwisser als volgt:
1 Uit
2 Intervalwerking
3 Normale werking
WAARSCHUWING
Waarschuwing met betrekking tot het
gebruik van de ruitenwissers in de stand
AUTO (auto's met ruitenwissers met
regensensor)
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht in
werking treden als de sensor wordt aange-
raakt of als de voorruit aan trillingen wordt
blootgesteld terwijl de ruitenwissers in de
stand AUTO staan. Let erop dat bijvoorbeeld
uw vingers niet bekneld raken als de ruiten-
wissers in werking treden.
Waarschuwing met betrekking tot het
gebruik van ruitensproeiervloeistof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeier-
vloeistof pas wanneer de voorruit warm is. De
vloeistof kan anders op de voorruit bevriezen
en zo het zicht belemmeren. Dit kan leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
OPMERKING
Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar, aange-
zien de sproeierpomp oververhit kan raken.
Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dat geval contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is
geraakt deze niet schoon te maken met een
naald of iets dergelijks. Hierdoor kan de
sproeierkop beschadigd raken.
Voorkomen van ontlading van de 12V-
accu
Laat de ruitenwissers niet langer ingescha-
keld dan noodzakelijk is als het hybridesys-
teem niet ingeschakeld is.
Achterruitenwisser
en -sproeier
OPMERKING
Als de achterruit droog is
Gebruik de ruitenwisser niet als de achterruit
droog is omdat de achterruit hierdoor
beschadigd kan raken.
Bedienen van de
ruitenwisserhendel
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 283 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
284
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4 Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
Door de hendel naar voren te duwen treden de
ruitenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwisser maakt automatisch een aantal
wisbewegingen nadat de sproeier in werking is
getreden.
De achterruitenwisser en -sproeier kunnen
worden bediend als
Het contact staat AAN.
OPMERKING
Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar, aange-
zien de sproeierpomp oververhit kan raken.
Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dat geval contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is
geraakt deze niet schoon te maken met een
naald of iets dergelijks. Hierdoor kan de
sproeierkop beschadigd raken.
Voorkomen van ontlading van de 12V-
accu
Laat, als het hybridesysteem is uitgeschakeld,
de ruitenwisser niet langer ingeschakeld dan
noodzakelijk is.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 284 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
285
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-4. Tanken
Rijden
4-4.Tanken
Zet het contact UIT en controleer of
alle portieren en ruiten gesloten zijn.
Controleer de brandstofsoort.
Brandstofsoorten
Blz. 554
Vulopening brandstoftank voor loodvrije
benzine
Om vergissingen bij tankstations te voorkomen,
is uw Lexus uitgerust met een kleinere vulope-
ning.
Openen van de tankdop
Voor h et t anken
WAARSCHUWING
Bij het tanken
Neem bij het tanken de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht. Het niet in acht nemen
van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig let-
sel tot gevolg hebben.
Raak na het verlaten van de auto en voor
het openen van de tankdopklep een onge-
verfd metalen oppervlak aan om eventuele
statische elektriciteit af te voeren. Het is
belangrijk om statische elektriciteit af te
voeren voordat u gaat tanken, omdat von-
ken als gevolg van statische elektriciteit
brandstofdampen tot ontbranding kunnen
brengen.
Pak de tankdop bij de greep vast en draai
hem langzaam los.
Tijdens het losdraaien van de tankdop kan
er een sissend geluid hoorbaar zijn. Wacht
tot het geluid verdwenen is alvorens de
tankdop te verwijderen. Bij hoge buiten-
temperaturen kan er brandstof uit de vul-
pijp spuiten en letsel veroorzaken.
Zorg ervoor dat er niemand die de eventu-
eel aanwezige statische elektriciteit van
zijn lichaam niet heeft afgevoerd, in de
buurt van een niet afgesloten brandstof-
tank komt.
Adem de brandstofdampen niet in.
Brandstof bevat stoffen die schadelijk zijn
als ze ingeademd worden.
Rook niet tijdens het tanken.
Als u dat wel doet, kan er brand ontstaan.
Keer niet naar de auto terug als u statisch
geladen bent. Statische elektriciteit kan
vonkvorming en daarmee brand veroorza-
ken.
Bij het tanken
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht om te voorkomen dat de brandstoftank
overstroomt:
Plaats het vulpistool nauwkeurig in de vul-
pijp.
Stop met het vullen van de tank wanneer
het vulpistool automatisch uit klikt.
Vul de brandstoftank niet tot de rand.
OPMERKING
Ta n k e n
Mors geen brandstof tijdens het tanken.
Anders kan schade aan de auto ontstaan,
zoals het slecht functioneren van het emissie-
regelsysteem, of beschadiging van de onder-
delen van het brandstofsysteem of van de lak.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 285 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
286
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-4. Tanken
1Druk het midden van de achterste rand
van de tankdopklep in terwijl alle por-
tieren zijn ontgrendeld.
Blijf drukken en haal uw hand weg om de
tankdopklep iets te openen. Open met de hand
de klep vervolgens volledig.
2Draai de tankdop langzaam open en
plaats hem in de houder in de tankdop-
klep.
Als de tankdopklep niet kan worden
geopend
Blz. 529
1Draai na het tanken van brandstof de
tankdop tot u een klik hoort. Als u de
dop loslaat, zal hij iets in de andere
richting draaien.
2Sluit de tankdopklep en druk het mid-
den van de achterste rand van de
tankdopklep in.
Wanneer u de portieren vergrendelt, zal ook de
tankdopklep worden vergrendeld.
Situatie vergrendeling tankdopklep
De tankdopklep wordt in de volgende situaties
mogelijk niet vergrendeld, zelfs wanneer de por-
tieren worden vergrendeld:
Wanneer de vergrendeltoets voor het portier-
slot aan de binnenzijde van de auto wordt
bediend
Wanneer de automatische portiervergrende-
ling wordt bediend (Blz. 131)
Wanneer de tankdopklep wordt gesloten
nadat de portieren zijn vergrendeld
Waarschuwingszoemer voor niet goed
gesloten tankdop
De zoemer klinkt en er verschijnt een melding
op het multi-informatiedisplay wanneer het con-
tact AAN wordt gezet terwijl de tankdop niet
goed gesloten is.
Openen van de tankdop
Sluiten van de tankdop
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 286 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
287
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-4. Tanken
Rijden
WAARSCHUWING
Vervangen van de tankdop
Vervang de tankdop uitsluitend door een ori-
ginele Lexus tankdop die speciaal voor uw
auto ontwikkeld is. Anders kan er brand ont-
staan of kunnen zich andere ongevallen voor-
doen, wat kan leiden tot ernstig letsel.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 287 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
288
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4-5.Gebruik van de ondersteun ende systemen
*: Indien aanwezig
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
Blz. 299
LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan-
wezig)
Blz. 307
LDA (Lane Departure Alert met stuur-
regeling) (indien aanwezig)
Blz. 316
AHS (Adaptive High Beam-systeem)
(indien aanwezig)
Blz. 272
AHB (Automatic High Beam) (indien
aanwezig)
Blz. 276
RSA (Road Sign Assist) (indien aanwe-
zig)
Blz. 324
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
Blz. 328
Twee soorten sensoren, die zich achter de
grille en de voorruit bevinden, signaleren
informatie die nodig is voor de werking van
de ondersteunende systemen.
Radarsensor
Camera voor
Lexus Safety System+*
Het Lexus Safety System+ bestaat uit
de volgende ondersteunende syste-
men en draagt bij aan een veilige en
comfortabele rijervaring:
Ondersteunend systeem
WAARSCHUWING
Lexus Safety System+
Lexus Safety System+ is ontworpen om te
werken met als uitgangspunt dat de bestuur-
der voorzichtig rijdt en is ontworpen om te
helpen de gevolgen van een aanrijding voor
de inzittenden en de auto te beperken of de
bestuurder te assisteren onder normale
rijomstandigheden.
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
aangezien er een grens is aan de mate van
nauwkeurigheid bij de herkenning en de
ondersteunende mogelijkheden die dit sys-
teem kan bieden. Het is altijd de verantwoor-
delijkheid van de bestuurder om de omgeving
van de auto in de gaten te houden en veilig te
rijden.
Sensoren
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 288 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
289
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
Voorkomen van storingen in de radarsen-
sor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet, werkt de radarsensor
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
Houd de radarsensor en de afdekking van
de radarsensor altijd schoon.
Radarsensor
Afdekking radarsensor
Reinig de voorzijde van de radarsensor of de
voor- of achterzijde van afdekking van de
radarsensor als ze vuil zijn of als er water-
druppels, sneeuw, enz. op zit(ten).
Reinig de radarsensor en de kap van de
radarsensor met een zachte doek om te
voorkomen dat er beschadigingen ontstaan.
Bevestig geen accessoires, (doorzichtige)
stickers of andere zaken op de radarsen-
sor, de afdekking van de radarsensor of het
omliggende gebied.
Stel de radarsensor en de omgeving van
de sensor niet bloot aan krachtige schok-
ken.
Laat de auto controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de
radarsensor, de grille of de voorbumper is
blootgesteld aan een krachtige schok.
Haal de radarsensor niet uit elkaar.
Wijzig of spuit de radarsensor of de kap
van de radarsensor niet.
A
B
In de volgende gevallen moet de radarsen-
sor opnieuw worden gekalibreerd. Neem
voor meer informatie contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Als de radarsensor of de grille is verwij-
derd en geplaatst of vervangen
Als de voorbumper is vervangen
Storingen in de camera voor voorkomen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet, werkt de camera voor
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
Houd de voorruit te allen tijde schoon.
Reinig de voorruit als deze vuil is of als er
een dun olielaagje, waterdruppels, sneeuw,
enz. op zit(ten).
Als er een ruitencoating op de voorruit is
aangebracht, moeten waterdruppels e.d.
nog steeds met de ruitenwissers voor wor-
den verwijderd van het gedeelte van de
voorruit vóór de camera voor.
Neem contact op met een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de binnenzijde
van de voorruit waar de camera voor is
geplaatst vuil is.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 289 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
290
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
Bevestig geen voorwerpen, zoals (door-
zichtige) stickers e.d. op de buitenzijde van
de voorruit vóór de camera voor (het grijze
gebied in de afbeelding).
Vanaf de bovenzijde van de voorruit tot
ongeveer 1 cm onder de onderzijde van
de camera voor
Ongeveer 20 cm (ongeveer 10 cm naar
links en rechts vanuit het midden van de
camera voor)
Als de voorruit vóór de camera voor is
beslagen of wanneer er condens of ijs op
de voorruit zit, gebruik dan de voorruitver-
warming om de condens van de voorruit te
verwijderen of de voorruit te ontdooien.
(Blz. 401)
Vervang het ruitenwisserrubber of het rui-
tenwisserblad als de ruitenwissers vóór de
waterdruppels niet goed kunnen verwijde-
ren van het gedeelte van de voorruit vóór
de camera vóór.
Plak geen ruitfolie op de voorruit.
Vervang de voorruit als deze beschadigd is
of als er een barst in zit.
Na vervanging van de voorruit moet de
camera voor opnieuw worden gekali-
breerd. Neem voor meer informatie con-
tact op met een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen op de
camera voor terechtkomen.
Voorkom dat er fel licht op de camera voor
schijnt.
A
B
Zorg ervoor dat de camera voor niet vuil
wordt of beschadigd raakt.
Zorg er bij het reinigen van de binnenzijde
van de voorruit voor dat er geen glasreini-
ger op de lens van de camera voor terecht-
komt. Raak de lens ook niet aan.
Neem contact op met een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de lens vuil of
beschadigd is.
Stel de camera voor niet bloot aan sterke
schokken.
Wijzig de montagepositie of -richting van
de camera voor niet en verwijder de
camera niet.
Haal de camera voor niet uit elkaar.
Wijzig geen onderdelen van de auto rond
de camera voor (binnenspiegel, enz.) of
het dak.
Bevestig geen accessoires die de camera
voor kunnen hinderen op de motorkap, de
grille of de voorbumper. Neem voor meer
informatie contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Zorg er als een surfplank of een ander lang
voorwerp op het dak moet worden
geplaatst voor dat de camera voor er niet
door wordt gehinderd.
Breng geen wijzigingen aan de koplampen
of andere lichten aan.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 290 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
291
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Verklaring
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 291 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
292
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 292 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
293
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 293 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
294
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 294 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
295
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 295 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
296
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 296 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
297
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Als een waarschuwingsmelding wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay
Een van de systemen is mogelijk tijdelijk niet beschikbaar of er is mogelijk sprake van een storing in het
betreffende systeem.
Voer in de volgende situaties de in de tabel aangegeven acties uit. Als wordt gesignaleerd dat weer
aan de normale werkingsvoorwaarden wordt voldaan, verdwijnt de melding en werkt het systeem
weer normaal.
Als de melding niet verdwijnt: neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Situatie Handelingen
Als het gedeelte rondom een sensor bedekt is
met vuil, vocht (condens, ijs, enz.) of andere ver-
ontreinigingen
Maak om het gedeelte van de voorruit voor de
camera voor te reinigen gebruik van de ruiten-
wissers of de voorruitverwarming van het aircon-
ditioningsysteem (Blz. 401).
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 297 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
298
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als in de volgende situaties de situatie is gewijzigd (of enige tijd met de auto is gereden) en wordt
gesignaleerd dat weer aan de normale werkingsvoorwaarden wordt voldaan, verdwijnt de melding
en werkt het systeem weer normaal.
Als de melding niet verdwijnt: neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de temperatuur rondom de camera voor niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoorbeeld door-
dat de auto in de zon of een zeer koude omgeving staat
Als de camera voor geen objecten voor de auto kan detecteren, zoals 's nachts op een onverlichte
weg, bij sneeuw, bij mist of als er fel licht in de camera voor schijnt
Als de temperatuur rondom de camera voor niet
binnen het werkingsbereik ligt, bijvoorbeeld
doordat de auto in de zon of een zeer koude
omgeving staat
Als de camera voor heet is, bijvoorbeeld doordat
de auto in de zon heeft gestaan, maak dan
gebruik van de airconditioning om het gedeelte
rondom de camera voor af te koelen.
Als bij het parkeren van de auto gebruik is
gemaakt van een zonnescherm, kan bij bepaalde
typen zonnescherm door het zonlicht dat door
het oppervlak ervan wordt gereflecteerd de tem-
peratuur van de camera voor extreem hoog oplo-
pen.
Als de camera voor koud is, bijvoorbeeld doordat
de auto in een zeer koude omgeving heeft
gestaan, maak dan gebruik van het airconditio-
ningsysteem om het gedeelte rondom te camera
voor op te warmen.
Het gedeelte vóór de camera voor wordt afge-
dekt, bijvoorbeeld doordat de motorkap is
geopend of doordat een sticker op het gedeelte
van de voorruit vóór de camera voor is geplakt.
Sluit de motorkap, verwijder de sticker, enz.,
zodat de camera voor niet meer wordt afgedekt.
Situatie Handelingen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 298 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
299
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
Regio A
Regio B
De landen en regio's in het overzicht zijn
van toepassing vanaf juli 2020. Afhankelijk
van wanneer de auto is verkocht kunnen
de landen en regio's echter verschillen.
Neem contact op met uw Lexus-dealer
voor details.
PCS (Pre-Crash
Safety-systeem)*
Het Pre-Crash Safety-systeem maakt
gebruik van een radarsensor en een
camera voor om objecten (Blz. 299)
vóór de auto te signaleren. Wanneer
het systeem oordeelt dat de kans op
een frontale aanrijding met een object
groot is, wordt een waarschuwing
geactiveerd om de bestuurder aan te
sporen om uit te wijken en wordt de
potentiële remdruk verhoogd om de
bestuurder te helpen een aanrijding te
voorkomen. Wanneer het systeem
oordeelt dat de kans op een frontale
aanrijding met een object zeer groot
is, worden de remmen automatisch
bekrachtigd om te helpen een aanrij-
ding te voorkomen of om de impact
van een aanrijding te helpen verminde-
ren.
Het Pre-Crash Safety-systeem kan wor-
den in-/uitgeschakeld en het waarschu-
wingstijdstip kan worden gewijzigd.
(Blz. 301)
Signaleerbare objecten
Signaleerbare
objecten Landen/gebieden
•Voertuigen
Fietsers
Voetgangers
Oostenrijk, België, Bos-
nië en Herzegovina,
Verenigd Koninkrijk,
Bulgarije, Griekenland,
Canarische Eilanden,
Kroatië, Cyprus, Tsje-
chië, Denemarken, Est-
land, Finland, Frankrijk,
Duitsland, Hongarije,
Ierland, IJsland, Israël,
Italië, Kazachstan, Let-
land, Litouwen, Mace-
donië , Montenegro,
Nederland, Noorwe-
gen, Polen, Portugal,
Roemenië, Rusland,
Servië, Slowakije, Slove-
nië, Spanje, Zweden,
Zwitserland, Turkije,
Oekraïne
Signaleerbare
objecten Landen/gebieden
Voertuigen Azerbeidzjan, Georgië
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 299 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
300
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Pre-Crash-waarschuwing
Wanneer het systeem oordeelt dat een
aanrijding aan de voorzijde waarschijnlijk
is, klinkt er een zoemer en wordt er een
waarschuwingsmelding weergegeven op
het multi-informatiedisplay om de bestuur-
der aan te sporen om uit te wijken.
Pre-Crash Brake Assist
Wanneer het systeem oordeelt dat een
aanrijding aan de voorzijde waarschijnlijk
is, past het een grotere remkracht toe in
relatie tot de kracht waarmee het rempe-
daal wordt ingetrapt.
Pre-Crash Brake-functie
Wanneer het systeem oordeelt dat de kans
op een frontale aanrijding zeer groot is,
worden de remmen automatisch bekrach-
tigd om te helpen een aanrijding te voorko-
men of de snelheid van de aanrijding te
verlagen.
Dempingsregeling (indien aanwezig)
Wanneer het systeem oordeelt dat de kans
op een frontale aanrijding groot is, regelt
het Adaptive Variable Suspension-systeem
(Blz. 380) de dempingskracht van de
schokdempers om de auto te helpen sta-
biel te blijven.
Systeemfuncties
WAARSCHUWING
Beperkingen van het Pre-Crash Safety-
systeem
De bestuurder is zelf verantwoordelijk
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en
houd rekening met de omgeving.
Gebruik het Pre-Crash Safety-systeem
nooit in plaats van normaal remmen. Dit
systeem voorkomt niet in alle gevallen een
aanrijding en vermindert ook niet altijd de
schade of het letsel bij de aanrijding. Ver-
trouw niet uitsluitend op dit systeem. Als u
dat wel doet, kan dat leiden tot een onge-
val, met ernstig letsel tot gevolg.
Hoewel dit systeem is ontworpen om aan-
rijdingen te helpen voorkomen of de
impact van een aanrijding te helpen ver-
minderen, is het effect afhankelijk van aller-
lei omstandigheden. Hierdoor bereikt het
systeem mogelijk niet altijd hetzelfde pres-
tatieniveau.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen aan-
dachtig door. Vertrouw niet blindelings op
dit systeem en rijd altijd voorzichtig.
Omstandigheden waaronder het systeem
mogelijk werkt, zelfs als er geen kans op
een aanrijding is: Blz. 304
Omstandigheden waaronder het systeem
mogelijk niet juist werkt: Blz. 305
Probeer niet zelf de werking van het Pre-
Crash Safety-systeem te testen. Afhanke-
lijk van de objecten die voor het testen
worden gebruikt (dummy's, kartonnen imi-
taties van signaleerbare objecten, enz.)
werkt het systeem mogelijk niet goed, het-
geen kan leiden tot een ongeval.
Pre-Crash Brake-functie
Als de Pre-Crash Brake-functie in werking
is, wordt er veel remkracht toegepast.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 300 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
301
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
In-/uitschakelen van het Pre-Crash
Safety-systeem
Het Pre-Crash Safety-systeem kan wor-
den ingeschakeld/uitgeschakeld via
(Blz. 111) van het multi-informatiedisplay.
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld
telkens wanneer het contact AAN wordt gezet.
Als het systeem wordt uitgeschakeld, gaat
het waarschuwingslampje PCS branden
en wordt er een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
WAARSCHUWING
Als de auto wordt stilgezet door de wer-
king van de Pre-Crash Brake-functie,
wordt de werking van de functie na onge-
veer 2 seconden uitgeschakeld. Trap
indien nodig het rempedaal in.
De Pre-Crash Brake-functie werkt moge-
lijk niet, afhankelijk van de bediening van
de auto door de bestuurder. Als het gaspe-
daal diep wordt ingetrapt of het stuurwiel
wordt gedraaid, oordeelt het systeem
mogelijk dat de bestuurder een uitwijkactie
uitvoert en werkt het Pre-Crash Brake-sys-
teem mogelijk niet.
Terwijl het Pre-Crash Brake-systeem is
ingeschakeld, wordt in sommige gevallen
de werking ervan mogelijk uitgeschakeld,
wanneer het gaspedaal diep wordt inge-
trapt of het stuurwiel wordt gedraaid en het
systeem oordeelt dat de bestuurder een
uitwijkactie uitvoert.
Als het rempedaal wordt ingetrapt, oor-
deelt het systeem mogelijk dat de bestuur-
der een uitwijkactie uitvoert en stelt het
mogelijk het werkingstijdstip van de Pre-
Crash Brake-functie uit.
Wanneer moet het Pre-Crash Safety-sys-
teem worden uitgeschakeld
Schakel in de volgende situaties het systeem
uit, omdat het mogelijk niet juist werkt, het-
geen kan leiden tot een ongeval waarbij ern-
stig letsel kan ontstaan:
Als de auto wordt gesleept
Bij het slepen van een andere auto
Bij het vervoeren van de auto op een
vrachtwagen, boot, trein of vergelijkbaar
transportmiddel
Wanneer de auto wordt opgetakeld terwijl
het hybridesysteem aan staat en de wielen
vrij kunnen draaien
Bij het controleren van de auto op een rol-
lenbank, bijvoorbeeld een vermogens-
bank of een snelheidsmetertester, of bij het
balanceren van de wielen op de auto
Als er veel kracht wordt uitgeoefend op de
voorbumper of de grille door een aanrij-
ding of een andere oorzaak
Als niet op een stabiele wijze kan worden
gereden met de auto, bijvoorbeeld als hij
betrokken is geweest bij een ongeval of als
er storingen zijn
Als met een sportieve rijstijl of in het terrein
wordt gereden
Als de banden niet de juiste bandenspan-
ning hebben
Als de banden zeer versleten zijn
Als er een andere maat banden dan voor-
geschreven is gemonteerd
Als er sneeuwkettingen zijn aangebracht
Wanneer er een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset is
gebruikt
Als er tijdelijk uitrusting (sneeuwploeg,
enz.) die de radarsensor of de camera voor
kan hinderen op de auto is geplaatst
Wijzigen van instellingen van het
Pre-Crash Safety-systeem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 301 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
302
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
“Pre-Collision System Off” (Pre-Crash
Safety-systeem uit)
Wijzigen van de timing van de Pre-
Crash-waarschuwing
De timing van de Pre-Crash-waarschu-
wing kan worden gewijzigd via
(Blz. 111) van het multi-informatiedisplay.
De instelling van de timing van de waarschu-
wing blijft behouden als het contact UIT wordt
gezet. Als het Pre-Crash Safety-systeem echter
is uitgeschakeld en weer is ingeschakeld, wordt
de timing weer ingesteld op de standaardinstel-
ling (gemiddeld).
1Vroeg
2Gemiddeld
Dit is de standaardinstelling.
3Laat
Werkingsvoorwaarden
Het Pre-Crash Safety-systeem wordt ingeschakeld en het systeem oordeelt dat de kans op een fron-
tale aanrijding met een obstakel groot is.
De verschillende functies werken bij de volgende snelheden:
Pre-Crash-waarschuwing
A
Signaleerbare objecten Rijsnelheid Snelheidsverschil tussen uw
auto en het object
Voertuigen Ongeveer 10 - 180 km/h Ongeveer 10 - 180 km/h
Fietsers en voetgangers*Ongeveer 10 - 80 km/h Ongeveer 10 - 80 km/h
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 302 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
303
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Pre-Crash Brake Assist
Pre-Crash Brake-systeem
*: Van toepassing op uitvoeringen voor landen waar voetgangers en/of fietsers kunnen worden gesig-
naleerd (Blz. 299)
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet:
Als de accuklem is losgenomen en weer is aangesloten en er daarna een bepaalde tijd niet met de
auto gereden is
Als de selectiehendel in stand R staat
Als het controlelampje VSC OFF brandt (alleen de Pre-Crash-waarschuwingsfunctie werkt)
Objectdetectiefunctie
Het systeem signaleert obstakels op basis van
hun formaat, vorm, beweging, enz. Afhankelijk
van de helderheid van het omgevingslicht en de
beweging, het postuur en de hoek van het gesig-
naleerde object wordt een object mogelijk niet
gesignaleerd, waardoor het systeem niet goed
werkt. (Blz. 305) De afbeelding geeft aan
hoe de gesignaleerde objecten worden weerge-
geven.
Regio A
Regio B
Uitschakelen van het Pre-Crash Brake-sys-
teem
Als zich een van de volgende situaties voordoet
terwijl het Pre-Crash Brake-systeem in werking
is, wordt dit systeem uitgeschakeld:
Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
Er wordt een scherpe stuurbeweging
gemaakt of het stuurwiel wordt plotseling
gedraaid.
Signaleerbare objecten Rijsnelheid Snelheidsverschil tussen uw
auto en het object
Voertuigen Ongeveer 30 - 180 km/h Ongeveer 30 - 180 km/h
Fietsers en voetgangers*Ongeveer 30 - 80 km/h Ongeveer 30 - 80 km/h
Signaleerbare objecten Rijsnelheid Snelheidsverschil tussen uw
auto en het object
Voertuigen Ongeveer 10 - 180 km/h Ongeveer 10 - 180 km/h
Fietsers en voetgangers*Ongeveer 10 - 80 km/h Ongeveer 10 - 80 km/h
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 303 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
304
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Omstandigheden waaronder het systeem
mogelijk werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande,
oordeelt het systeem mogelijk dat een aanrij-
ding aan de voorzijde waarschijnlijk is en
treedt het in werking.
Wanneer een signaleerbaar object wordt
gepasseerd
Bij het veranderen van rijstrook om een signa-
leerbaar object in te halen
Wanneer het signaleerbare object dat wordt
genaderd zich op een naastliggende rijstrook
of langs de weg bevindt, bijvoorbeeld bij het
veranderen van koers of bij het rijden op een
bochtige weg
Wanneer u een signaleerbaar object snel
nadert
Bij het naderen van objecten in de berm, zoals
signaleerbare objecten, vangrails, telefoonpa-
len, bomen of muren
Als er een signaleerbaar object of ander
object langs de weg staat aan het begin van
een bocht
Als er (geverfde) patronen vóór uw auto aan-
wezig zijn die ten onrechte aangezien kunnen
worden voor een signaleerbaar object
Als de voorzijde van de auto wordt geraakt
door water, sneeuw, stof, enz.
Bij het inhalen van een signaleerbaar object
dat van rijstrook verandert of een bocht naar
rechts/links maakt
Bij het passeren van een signaleerbaar object
dat stilstaat op de rijstrook voor het tegemoet-
komend verkeer om rechtsaf of linksaf te slaan
Als een signaleerbaar object uw auto zeer
dicht nadert en vervolgens stopt voordat het
zich in de rijrichting van uw auto bevindt
Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag gaat, bijvoorbeeld op een oneffen of
golvend wegdek
Bij het rijden op een weg omringd door een
constructie, zoals een tunnel of een stalen
brug
Als er zich metalen objecten (putdeksel, staal-
plaat, enz.), opstaande randen of uitstekende
delen voor uw auto bevinden
Wanneer onder een object (verkeersbord, bil-
lboard, enz.) door wordt gereden
Bij het naderen van een slagboom van een
elektronische tolpoort, slagboom bij een par-
keerterrein of andere afscheiding die open en
dicht gaat
Bij het wassen van de auto in een wasstraat
Bij het rijden door of onder objecten die in
contact kunnen komen met uw auto, zoals
hoog gras, boomtakken of een spandoek
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 304 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
305
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Bij het rijden door stoom of rook
Wanneer dicht bij een object wordt gereden
dat radiogolven weerkaatst, zoals een grote
vrachtwagen of een vangrail
Als wordt gereden in de buurt van een televi-
siezendmast, radiozender, elektriciteitscen-
trale of andere locatie waar sterke
radiogolven of elektromagnetische velden
aanwezig zijn
Situaties waarin het systeem mogelijk niet
goed werkt
In sommige situaties, zoals onderstaande,
wordt een object mogelijk niet gesignaleerd
door de radarsensor en de camera voor,
waardoor het systeem niet goed werkt:
Wanneer een signaleerbaar object uw auto
nadert
Wanneer uw auto of een signaleerbaar object
een schommelende beweging maakt
Als een signaleerbaar object een abrupte
beweging maakt (zoals een uitwijkmanoeu-
vre, plotseling versnellen of afremmen)
Wanneer uw auto een signaleerbaar object
snel nadert
Wanneer een signaleerbaar object zich niet
direct voor uw auto bevindt
Wanneer een signaleerbaar object zich vlak
bij bijvoorbeeld een muur, hek, vangrail, put-
deksel, voertuig of stalen rijplaat bevindt
Wanneer een signaleerbaar object zich onder
een constructie bevindt
Wanneer een signaleerbaar object gedeelte-
lijk verborgen is achter een object zoals een
groot stuk bagage, een paraplu of een vang-
rail
Wanneer zich meerdere signaleerbare objec-
ten dicht bij elkaar bevinden
Als de zon of ander licht rechtstreeks op een
signaleerbaar object schijnt
Wanneer een signaleerbaar object wit is en er
extreem licht uitziet
Wanneer een signaleerbaar object bijna
dezelfde kleur heeft of even licht is als zijn
omgeving
Wanneer een signaleerbaar object uw auto
afsnijdt of plotseling opduikt voor uw auto
Als de voorzijde van de auto wordt geraakt
door water, sneeuw, stof, enz.
Wanneer een zeer fel licht aan de voorzijde,
bijvoorbeeld de zon of de koplampen van
tegemoetkomend verkeer, rechtstreeks in de
camera voor schijnt
Bij het naderen van de zijkant of voorkant van
een voorligger
Als de voorligger een fiets*1 of een motorfiets
is
Als de voorligger smal is, zoals een scootmo-
biel
Als de achterzijde van de voorligger smal is,
zoals een lege truck
Als de voorligger een lage achterzijde heeft,
zoals een oprijwagen
Als de voorligger een extreem grote bodem-
vrijheid heeft
Als de voorligger een lading vervoert die uit-
steekt voorbij de achterbumper
Als een voorligger een onregelmatige vorm
heeft, zoals een tractor of een zijspan
Als de voorligger een kinderfiets, een fiets
met bepakking, een fiets met iemand ach-
terop of een fiets met een bijzondere vorm
(fiets met een kinderzitje, tandem, enz.) is*2
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 305 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
306
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als een voetganger of de rijhoogte van een
fietser korter is dan ongeveer 1 m of langer is
dan ongeveer 2 m*2
Als een voetganger of fietser breed vallende
kleding (regenjas, lange rok, enz.) draagt,
waardoor zijn of haar silhouet onduidelijk
wordt*2
Als een voetganger vooroverbuigt of gehurkt
zit of een fietser vooroverbuigt*2
Als een voetganger of fietser zich snel voort-
beweegt*2
Als een voetgangers een wandelwagentje,
rolstoel, fiets of ander voertuig voortduwt*2
Bij het rijden onder barre weersomstandighe-
den, bijvoorbeeld bij zware regenval, mist,
sneeuw of een zandstorm
Bij het rijden door stoom of rook
Als er weinig omgevingslicht is, zoals tijdens
de schemering, of 's nachts of in een tunnel,
waardoor een signaleerbaar object bijna
dezelfde kleur lijkt te hebben als zijn omge-
ving
Bij het rijden in een omgeving waarbij de hel-
derheid van het omgevingslicht plotseling ver-
andert, zoals bij het in- of uitrijden van een
tunnel
Nadat het hybridesysteem gestart is, is er
gedurende een bepaalde tijd niet met de auto
gereden
Bij het afslaan naar links/rechts en gedurende
een paar seconden na het afslaan naar
links/rechts
Tijdens het rijden in een bocht en gedurende
een paar seconden na het rijden in een bocht
Wanneer uw auto slipt
Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat
Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
Als een ruitenwisserblad de camera voor
blokkeert
Er wordt met extreem hoge snelheden gere-
den
Als op een helling wordt gereden
Wanneer de radarsensor of de camera voor
niet goed is uitgelijnd
In sommige situaties, zoals de onderstaande,
kan wellicht onvoldoende remkracht worden
gerealiseerd, waardoor het systeem mogelijk
niet goed werkt:
Als de remmen niet op volle sterkte kunnen
werken, bijvoorbeeld wanneer de onderde-
len van het remsysteem extreem koud,
extreem heet of nat zijn
Als de auto niet volgens de voorschriften is
onderhouden (remmen of banden zijn in ver-
regaande mate versleten, onjuiste banden-
spanning, enz.)
Als er met de auto gereden wordt op grind of
een andere gladde ondergrond
*1: Van toepassing op uitvoeringen voor landen
waar geen fietsers kunnen worden gesigna-
leerd (Blz. 299)
*2: Van toepassing op uitvoeringen voor landen
waar voetgangers en/of fietsers kunnen wor-
den gesignaleerd (Blz. 299)
Als de VSC wordt uitgeschakeld
Als de VSC wordt uitgeschakeld
(Blz. 381), worden ook de Pre-Crash
Brake Assist-functie en de Pre-Crash Brake-
functie uitgeschakeld.
Het waarschuwingslampje PCS gaat branden
en “VSC Turned Off Pre-Collision Brake
System Unavailable” (VSC uitgeschakeld,
Pre-Crash Brake-systeem niet beschikbaar)
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 306 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
307
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
Als wordt gereden op autowegen en snel-
wegen met witte (gele) rijstrookmarkerin-
gen, waarschuwt deze functie de
bestuurder als de auto de rijstrook of rij-
baan* dreigt te verlaten en helpt hij om de
auto op de rijstrook of rijbaan* te houden
door het stuurwiel te bedienen. Daarnaast
biedt het systeem stuurassistentie om de
auto in de rijstrook te houden als de Dyna-
mic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik is ingeschakeld.
Het LTA-systeem herkent witte (gele) rij-
strookmarkeringen of de rijbaan* met
behulp van de camera voor. Het detecteert
ook voorliggers met behulp van de camera
voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg,
zoals gras, grond of een stoeprand
LTA (Lane Tracing Assist)*
Overzicht van functies
WAARSCHUWING
Voordat u het LTA-systeem gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het LTA-sys-
teem. Het LTA-systeem is geen systeem
dat de auto automatisch bestuurt of de
hoeveelheid aandacht die moet worden
besteed aan het gebied vóór de auto
beperkt. De bestuurder dient altijd volle-
dige verantwoordelijkheid te nemen voor
een veilig rijgedrag door de omgeving
steeds goed in de gaten te houden en het
stuurwiel te bedienen om de rijrichting van
de auto te corrigeren. De bestuurder moet
ook zorgen voor voldoende pauzes als hij
moe is, bijvoorbeeld als hij langere tijd
heeft gereden.
Als u niet op de juiste manier rijdt en niet
goed oplet, kunt u een ongeval veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Als u het LTA-systeem niet gebruikt, zet het
systeem dan uit met de toets LTA.
Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van het LTA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de toets LTA
om het systeem uit te schakelen. Als u dat wel
doet, kan dat leiden tot een ongeval, met ern-
stig letsel tot gevolg.
Er wordt gereden op een wegdek dat glad
is door regenachtig weer, sneeuwval, vorst,
enz.
Er wordt gereden op een met sneeuw
bedekte weg.
Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien door
regen, sneeuw, mist, stof, enz.
Er wordt gereden in een tijdelijke rijstrook
of een smalle rijstrook door wegwerk-
zaamheden.
Er wordt gereden in een gebied met weg-
werkzaamheden.
Er is/zijn een reservewiel, sneeuwkettin-
gen, enz. gemonteerd.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 307 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
308
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
Als de banden erg versleten zijn of als de
bandenspanning te laag is.
Als er een andere maat banden dan voor-
geschreven is gemonteerd
Er wordt gereden op andere wegen dan
autowegen en snelwegen.
Bij het rijden met een aanhangwagen of tij-
dens het slepen in een noodgeval.
Voorkomen van storingen in het LTA-sys-
teem en onbedoeld uitgevoerde hande-
lingen
Breng geen wijzigingen aan de koplampen
aan en plak geen stickers op het lampglas.
Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging enzovoort aan. Als onderdelen
van de wielophanging moeten worden ver-
vangen, neem dan contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Monteer of plaats geen voorwerpen op de
motorkap of de grille. Monteer ook geen
accessoires aan de voorzijde van de auto
(bullbars, enz.).
Als de voorruit moet worden gerepareerd,
neem dan contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Omstandigheden waaronder de functies
mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de functies
mogelijk niet goed, waardoor de auto zijn rij-
strook zou kunnen verlaten. Houd om veilig
te rijden de omgeving steeds goed in de
gaten, bedien het stuurwiel om de rijrichting
van de auto te corrigeren en vertrouw niet
uitsluitend op de werking van het systeem.
Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
(Blz. 312) en de voorligger van rijstrook
wisselt. (Uw auto volgt mogelijk de voorlig-
ger en wisselt ook van rijstrook.)
Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
(Blz. 312) en de voorligger slingert.
(Mogelijk gaat uw auto dienovereenkom-
stig ook slingeren en verlaat mogelijk de
rijstrook.)
Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
(Blz. 312) en de voorligger zijn rijstrook
verlaat. (Uw auto volgt mogelijk de voorlig-
ger en verlaat mogelijk de rijstrook.)
Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
(Blz. 312) en de voorligger zeer dicht op
de rijstrookmarkering links/rechts rijdt.
(Uw auto volgt mogelijk de voorligger en
verlaat mogelijk de rijstrook.)
Er wordt gereden in een scherpe bocht.
Er bevinden zich naast de weg objecten
die onterecht kunnen worden aangezien
voor witte (gele) lijnen (vangrails, reflecte-
rende palen, enz.).
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 308 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
309
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
Er wordt met de auto gereden op een
plaats waar de weg zich splitst, wegen
samenkomen, enz.
Vanwege wegwerkzaamheden bevinden
zich asfaltreparatiemarkeringen, witte
(gele) lijnen enz. op de weg.
Er zijn schaduwen op de weg die parallel
lopen aan de witte (gele) lijnen of deze
bedekken.
Er wordt met de auto gereden in een
gebied zonder witte (gele) lijnen, zoals
voor een tolboom of kaartautomaat of op
een kruising.
De witte (gele) lijnen zijn onderbroken of
er zijn verhoogde rijstrookmarkeringen of
stenen aanwezig.
De witte (gele) lijnen zijn niet of moeilijk te
zien door zand, enz.
Er wordt met de auto gereden op een weg-
dek dat nat is door regen, plassen, enz.
De verkeerslijnen zijn geel (waardoor ze
mogelijk moeilijker te herkennen zijn dan
witte lijnen).
De witte (gele) lijnen lopen over een stoep-
rand, enz.
Er wordt met de auto gereden op een hel-
der oppervlak, zoals beton.
Als de rand van de weg niet duidelijk of niet
recht is.
Er wordt met de auto gereden op een
oppervlak dat helder is als gevolg van
gereflecteerd licht, enz.
Er wordt met de auto gereden in een
gebied waar de helderheid plotseling ver-
andert, zoals bij in- en uitgangen van tun-
nels.
Licht van de koplampen van een tegenlig-
ger, de zon, enz. dringt de camera binnen.
Er wordt gereden op een helling.
Er wordt gereden op een weg die naar
links of rechts helt of op een bochtige weg.
Er wordt gereden op een onverharde of
ongelijkmatige weg.
De rijstrook is zeer smal of breed.
De auto helt sterk over door het vervoeren
van zware bagage of door een onjuiste
bandenspanning.
De afstand tot de voorligger is extreem
kort.
De auto beweegt vaak op en neer ten
gevolge van de wegomstandigheden tij-
dens het rijden (slechte wegen of naden in
het wegdek).
Wanneer u met uitgeschakelde koplampen
in een tunnel of in het donker rijdt of wan-
neer een koplamp gedimd wordt doordat
het lampglas vuil of niet goed uitgelijnd is.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 309 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
310
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Lane Departure Alert-functie
Wanneer het systeem vaststelt dat de auto
de rijstrook of de rijbaan* dreigt te verla-
ten, wordt een waarschuwing weergege-
ven op het multi-informatiedisplay en klinkt
er een waarschuwingszoemer of trilt het
stuurwiel om de bestuurder te waarschu-
wen.
Wanneer de waarschuwingszoemer klinkt
of het stuurwiel trilt, controleer dan het
gebied rondom uw auto en stuur de auto
voorzichtig terug naar het midden van de
rijstrook.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg,
zoals gras, grond of een stoeprand
Stuurassistentiefunctie
Wanneer het systeem vaststelt dat de auto
de rijstrook of de rijbaan* dreigt te verla-
ten, helpt het systeem voor zover nodig om
de auto in de rijstrook te houden door kort-
stondig het stuurwiel licht te bedienen.
Als het systeem signaleert dat het stuur-
wiel een bepaalde periode niet bediend is
of dat het stuurwiel niet stevig wordt vast-
gehouden, wordt een waarschuwing weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay en
wordt de functie tijdelijk uitgeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg,
zoals gras, grond of een stoeprand
WAARSCHUWING
De auto heeft last van zijwind.
De auto krijgt een windstoot door een pas-
serend voertuig op een naastgelegen rij-
strook.
De auto is net van rijstrook gewisseld of
een kruising overgestoken.
Er worden banden gebruikt met verschil-
lende structuren of profielen of van ver-
schillende fabrikanten of merken.
Er zijn winterbanden, enz. gemonteerd.
Er wordt gereden met extreem hoge snel-
heden
Functies die zijn opgenomen in
het LTA-systeem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 310 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
311
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Wanneer de auto in een rijstrook slingert,
klinkt er een zoemer en wordt er een mel-
ding weergegeven op het multi-informatie-
display om de bestuurder te waarschuwen.
Lane Centering-functie
Deze functie is gekoppeld aan het Dyna-
mic Radar Cruise Control-systeem met
volledig snelheidsbereik en levert de beno-
digde assistentie door het stuurwiel te
bedienen om de auto op zijn huidige rij-
strook te houden. Als het Dynamic Radar
Cruise Control-systeem met volledig snel-
heidsbereik niet werkt, werkt de Lane
Centering-functie niet.
In gevallen waarin de witte (gele) rijstrook-
markeringen niet (goed) zichtbaar zijn, bij-
voorbeeld wanneer u in een file staat,
treedt deze functie in werking om te hel-
pen een voorligger te volgen door de posi-
tie van die voorligger in de gaten te
houden.
Als het systeem signaleert dat het stuur-
wiel een bepaalde periode niet bediend is
of dat het stuurwiel niet stevig wordt vast-
gehouden, wordt een waarschuwing weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay en
wordt de functie tijdelijk uitgeschakeld.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 311 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
312
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Druk op de toets LTA om het LTA-systeem
in te schakelen.
Het controlelampje LTA gaat branden en
er wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets LTA om het
LTA-systeem uit te schakelen.
Als het LTA-systeem wordt in- of uitge-
schakeld, blijft de status van het LTA-sys-
teem de volgende keer dat het
hybridesysteem wordt gestart ongewij-
zigd.
Controlelampje LTA
Aan de hand van de verlichtingsstatus van de
indicator wordt de bestuurder geïnformeerd
over de bedrijfsstatus van het systeem.
Brandt wit:
LTA-systeem is in werking.
Brandt groen:
De stuurassistentie van de stuurassistentiefunc-
tie of de Lane Centering-functie is in werking.
Knippert oranje:
Lane Departure Alert-functie is in werking.
Display werking van ondersteuning
stuurwielbediening
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het
informatiescherm voor ondersteunende syste-
men.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de
stuurassistentiefunctie of de Lane Centering-
functie in werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook worden
weergegeven:
Geeft aan dat de stuurwielassistentie van de
Lane Centering-functie in werking is.
Eén buitenkant van de rijstrook wordt weerge-
geven:
Inschakelen van het LTA-systeem Meldingen op het
multi-informatiedisplay
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 312 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
313
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Geeft aan dat de stuurwielassistentie van de
stuurassistentiefunctie in werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook knipperen:
Waarschuwt de bestuurder dat hij in actie moet
komen om in het midden van de rijstrook te blij-
ven (Lane Centering-functie).
Display rijden met de volgregeling
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het
informatiescherm voor ondersteunende syste-
men.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de Lane
Centering-functie in werking is door de positie
van de voorligger in de gaten te houden.
Wanneer het display voor rijden met de volg-
regeling wordt weergegeven en de voorligger
in beweging is, beweegt uw auto zich mogelijk
op dezelfde wijze. Houd uw omgeving altijd
goed in de gaten te houden en bedien indien
nodig het stuurwiel om de rijrichting van de
auto te corrigeren en de veiligheid te garande-
ren.
Display Lane Departure Alert-functie
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het
informatiescherm voor ondersteunende syste-
men.
Binnenzijde van de weergegeven lijnen
is wit
Dit geeft aan dat het systeem witte (gele) lijnen
of een rijbaan* herkent. Als de auto de rijstrook
verlaat, knippert de witte lijn die wordt weerge-
geven aan de zijde waar de auto de strook ver-
laat oranje.
Binnenzijde van de weergegeven lijnen
is zwart
Dit geeft aan dat het systeem witte (gele) lijnen
of een rijbaan* niet kan herkennen of tijdelijk is
uitgeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg,
zoals gras, grond of een stoeprand
Voorwaarden voor werking van de functies
Lane Departure Alert-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
LTA is ingeschakeld.
De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of
hoger.*1
Het systeem herkent witte (gele) rijstrook-
markeringen of een rijbaan*2. (Wanneer
slechts aan één zijde een witte [gele] marke-
ring of een rijbaan*2 wordt herkend, werkt het
systeem uitsluitend voor de herkende zijde.)
De breedte van de rijstrook is ten minste
ongeveer 3 m.
De richtingaanwijzerschakelaar wordt niet
bediend.
Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
Er worden geen systeemstoringen gesigna-
leerd. (Blz. 315)
*1: De functie werkt zelfs als de rijsnelheid lager
is dan ongeveer 50 km/h terwijl de Lane
Centering-functie in werking is.
*2: De grens tussen asfalt en de kant van de weg,
zoals gras, grond of een stoeprand
Stuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan alle
werkingsvoorwaarden voor de Lane Departure
Alert-functie wordt voldaan, maar ook aan alle
onderstaande voorwaarden.
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 313 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
314
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
De instelling voor “Steering Assist” (stuuras-
sistentie) in van het multi-informatiedis-
play is “On” (aan). (Blz. 107)
Er wordt niet in een vastgestelde mate of snel-
ler geaccelereerd of gedecelereerd.
Het stuurwiel wordt niet bediend met een
stuurkracht die geschikt is voor het verande-
ren van rijstrook.
Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS wer-
ken niet.
De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
De waarschuwing handen van het stuurwiel
wordt niet weergegeven. (Blz. 315)
Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
De instelling voor “Sway Warning” (waarschu-
wing voor slingeren) in van het multi-
informatiedisplay is “On” (aan). (Blz. 107)
De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
De breedte van de rijstrook is ten minste
ongeveer 3 m.
Er worden geen systeemstoringen gesigna-
leerd. (Blz. 315)
Lane Centering-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
LTA is ingeschakeld.
De instelling voor “Steering Assist” (stuuras-
sistentie) en “Lane Center” (midden rijstrook)
in van het multi-informatiedisplay is “On”
(aan). (Blz. 107)
Deze functie herkent witte (gele) rijstrook-
markeringen of de positie van een voorligger
(behalve bij kleine voorliggers, zoals een
motorfiets).
De Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik werkt in de afstandsregel-
modus.
De breedte van de rijstrook is ongeveer 3 - 4
m.
De richtingaanwijzerschakelaar wordt niet
bediend.
Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
Er worden geen systeemstoringen gesigna-
leerd. (Blz. 315)
Er wordt niet in een vastgestelde mate of snel-
ler geaccelereerd of gedecelereerd.
Het stuurwiel wordt niet bediend met een
stuurkracht die geschikt is voor het verande-
ren van rijstrook.
Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS wer-
ken niet.
De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
De waarschuwing handen van het stuurwiel
wordt niet weergegeven. (Blz. 315)
De auto rijdt in het midden van een rijstrook.
Stuurassistentiefunctie is niet in werking.
Tijdelijk uitschakelen van functies
Als niet langer aan de werkingsvoorwaarden
wordt voldaan, wordt een functie mogelijk tij-
delijk uitgeschakeld. Als echter weer aan de
werkingsvoorwaarden wordt voldaan, wordt
de werking van de functie automatisch hervat.
(Blz. 313)
Als niet langer aan de werkingsvoorwaarden
(Blz. 313) wordt voldaan terwijl de Lane
Centering-functie in werking is, kan het stuur-
wiel trillen en een zoemer klinken om aan te
geven dat de functie tijdelijk is uitgeschakeld.
Als de persoonlijke voorkeursinstelling “Alert”
(waarschuwing) echter is ingesteld op
, waarschuwt het systeem de
bestuurder door het stuurwiel te laten trillen in
plaats van de zoemer te laten klinken.
Stuurassistentiefunctie/Lane Centering-
functie
Afhankelijk van de rijsnelheid, de situatie
rondom het verlaten van de rijstrook, de
wegomstandigheden, enz. merkt de bestuur-
der mogelijk niet dat de functie in werking is of
werkt de functie mogelijk helemaal niet.
De bediening van het stuurwiel door de
bestuurder krijgt prioriteit t.o.v. de stuurrege-
ling van de functie.
Probeer niet zelf de werking van de stuuras-
sistentiefunctie te testen.
Lane Departure Alert-functie
De waarschuwingszoemer is mogelijk slecht
te horen door geluiden van buiten, afspelen
van muziek, enz. Ook zijn trillingen van het
stuurwiel mogelijk niet goed voelbaar door de
wegomstandigheden, enz.
Als de rand van de rijbaan* niet duidelijk of
niet recht is, werkt de Lane Departure Alert-
functie mogelijk niet.
Probeer niet zelf de werking van de Lane
Departure Alert-functie te testen.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg,
zoals gras, grond of een stoeprand
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 314 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
315
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Waarschuwing handen van het stuurwiel
In de volgende situaties wordt op het multi-infor-
matiedisplay een waarschuwingsmelding weer-
gegeven om de bestuurder aan te sporen het
stuurwiel vast te houden. Tevens wordt het in de
afbeelding weergegeven symbool op het multi-
informatiedisplay weergegeven. De waarschu-
wing stopt wanneer het systeem signaleert dat
de bestuurder het stuurwiel vasthoudt. Houd uw
handen altijd aan het stuurwiel wanneer u dit sys-
teem gebruikt, ongeacht eventuele waarschu-
wingen.
Wanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te
houden terwijl het systeem in werking is
Als de bestuurder zijn handen van het stuurwiel
blijft houden, klinkt de zoemer, wordt de
bestuurder gewaarschuwd en wordt de functie
tijdelijk uitgeschakeld. Deze waarschuwing
werkt op dezelfde wijze als de bestuurder het
stuurwiel licht blijft vasthouden.
De zoemer klinkt ook als het type waarschuwing
is ingesteld op .
Wanneer bij een bocht het systeem vaststelt
dat de auto niet de bocht in wordt gestuurd
maar in plaats daarvan de rijstrook dreigt te
verlaten
Afhankelijk van de voertuigconditie en de condi-
tie van de weg, wordt er mogelijk geen waar-
schuwing gegeven. Bovendien wordt, als het
systeem signaleert dat de auto in een bocht rijdt,
de bestuurder eerder gewaarschuwd dan bij het
rijden op een rechte weg.
Wanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te
houden terwijl de stuurassistentie in werking
is.
Als de bestuurder zijn handen van het stuurwiel
blijft houden en de stuurwielassistentie in wer-
king is, klinkt de zoemer en wordt de bestuurder
gewaarschuwd. Elke keer dat de zoemer klinkt,
houdt het geluid hiervan langer aan.
De zoemer klinkt ook als het type waarschuwing
is ingesteld op .
Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Als het systeem oordeelt dat de auto slingert ter-
wijl de waarschuwingsfunctie voor het slingeren
van de auto in werking is, klinkt er een zoemer
en wordt er een waarschuwingsmelding weer-
gegeven om de bestuurder aan te sporen rust te
nemen. Tegelijkertijd wordt het in de afbeelding
weergegeven symbool op het multi-informatie-
display weergegeven.
Afhankelijk van de auto en de conditie van de
weg, wordt er mogelijk geen waarschuwing
gegeven.
Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding wordt
weergegeven op het multi-informatiedisplay en
het controlelampje LTA oranje brandt, volg dan
de desbetreffende storingzoekprocedure. Volg
de instructies die op het scherm worden weer-
gegeven als er een andere waarschuwingsmel-
ding wordt weergegeven.
“LTA Malfunction Visit Yo u r D e a l e r ( S t o r i n g
in LTA. Ga naar uw dealer)
Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat de
auto controleren door een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 315 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
316
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
“LTA Unavailable” (LTA niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgeschakeld als gevolg
van een storing in een andere sensor dan de
camera voor. Schakel het LTA-systeem uit, wacht
een poosje en schakel het LTA-systeem weer in.
“LTA Unavailable at Current Speed” (LTA niet
beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de rij-
snelheid hoger is dan het werkingsbereik van het
LTA-systeem. Rijd langzamer.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie worden
gewijzigd. (Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 557)
*: Indien aanwezig
Als wordt gereden op autowegen en snel-
wegen met witte (gele) rijstrookmarkerin-
gen, waarschuwt deze functie de
bestuurder als de auto de rijstrook of rij-
baan* dreigt te verlaten en helpt hij om de
auto op de rijstrook of rijbaan* te houden
door het stuurwiel te bedienen.
Het LDA-systeem herkent witte (gele) rij-
strookmarkeringen of de rijbaan* met
behulp van de camera voor. Het detecteert
ook voorliggers met behulp van de camera
voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg,
zoals gras, grond of een stoeprand
LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling)*
Overzicht van functies
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 316 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
317
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
Voordat u het LDA-systeem gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het LDA-sys-
teem. Het LDA-systeem is geen systeem
dat de auto automatisch bestuurt of de
hoeveelheid aandacht die moet worden
besteed aan het gebied vóór de auto
beperkt. De bestuurder dient altijd volle-
dige verantwoordelijkheid te nemen voor
een veilig rijgedrag door de omgeving
steeds goed in de gaten te houden en het
stuurwiel te bedienen om de rijrichting van
de auto te corrigeren. De bestuurder moet
ook zorgen voor voldoende pauzes als hij
moe is, bijvoorbeeld als hij langere tijd
heeft gereden.
Als u niet op de juiste manier rijdt en niet
goed oplet, kunt u een ongeval veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Als u het LDA-systeem niet gebruikt, zet
het systeem dan uit met de toets LDA.
Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van het LDA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de toets
LDA om het systeem uit te schakelen. Als u
dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval,
met ernstig letsel tot gevolg.
Er wordt gereden op een wegdek dat glad
is door regenachtig weer, sneeuwval, vorst,
enz.
Er wordt gereden op een met sneeuw
bedekte weg.
Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien door
regen, sneeuw, mist, stof, enz.
Er is/zijn een reservewiel, sneeuwkettin-
gen, enz. gemonteerd.
Als de banden erg versleten zijn of als de
bandenspanning te laag is.
Als er een andere maat banden dan voor-
geschreven is gemonteerd
Er wordt gereden op andere wegen dan
autowegen en snelwegen.
Bij het rijden met een aanhangwagen of tij-
dens het slepen in een noodgeval.
Voorkomen van storingen in het LDA-sys-
teem en onbedoeld uitgevoerde hande-
lingen
Breng geen wijzigingen aan de koplampen
aan en plak geen stickers op het lampglas.
Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging enzovoort aan. Als onderdelen
van de wielophanging moeten worden ver-
vangen, neem dan contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Monteer of plaats geen voorwerpen op de
motorkap of de grille. Monteer ook geen
accessoires aan de voorzijde van de auto
(bullbars, enz.).
Als de voorruit moet worden gerepareerd,
neem dan contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Omstandigheden waaronder de functies
mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de functies
mogelijk niet goed, waardoor de auto zijn rij-
strook zou kunnen verlaten. Houd om veilig
te rijden de omgeving steeds goed in de
gaten, bedien het stuurwiel om de rijrichting
van de auto te corrigeren en vertrouw niet
uitsluitend op de werking van het systeem.
Er wordt gereden in een scherpe bocht.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 317 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
318
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
Er bevinden zich naast de weg objecten
die onterecht kunnen worden aangezien
voor witte (gele) lijnen (vangrails, reflecte-
rende palen, enz.).
Er wordt met de auto gereden op een
plaats waar de weg zich splitst, wegen
samenkomen, enz.
Vanwege wegwerkzaamheden bevinden
zich asfaltreparatiemarkeringen, witte
(gele) lijnen enz. op de weg.
Er zijn schaduwen op de weg die parallel
lopen aan de witte (gele) lijnen of deze
bedekken.
Er wordt met de auto gereden in een
gebied zonder witte (gele) lijnen, zoals
voor een tolboom of kaartautomaat of op
een kruising.
De witte (gele) lijnen zijn onderbroken of
er zijn verhoogde rijstrookmarkeringen of
stenen aanwezig.
De witte (gele) lijnen zijn niet of moeilijk te
zien door zand, enz.
Er wordt met de auto gereden op een weg-
dek dat nat is door regen, plassen, enz.
De verkeerslijnen zijn geel (waardoor ze
mogelijk moeilijker te herkennen zijn dan
witte lijnen).
De witte (gele) lijnen lopen over een stoep-
rand, enz.
Er wordt met de auto gereden op een hel-
der oppervlak, zoals beton.
Als de rand van de weg niet duidelijk of niet
recht is.
Er wordt met de auto gereden op een
oppervlak dat helder is als gevolg van
gereflecteerd licht, enz.
Er wordt met de auto gereden in een
gebied waar de helderheid plotseling ver-
andert, zoals bij in- en uitgangen van tun-
nels.
Licht van de koplampen van een tegenlig-
ger, de zon, enz. dringt de camera binnen.
Er wordt gereden op een helling.
Er wordt gereden op een weg die naar
links of rechts helt of op een bochtige weg.
Er wordt gereden op een onverharde of
ongelijkmatige weg.
De rijstrook is zeer smal of breed.
De auto helt sterk over door het vervoeren
van zware bagage of door een onjuiste
bandenspanning.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 318 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
319
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Lane Departure Alert-functie
Wanneer het systeem vaststelt dat de auto
de rijstrook of de rijbaan* dreigt te verla-
ten, wordt een waarschuwing weergege-
ven op het multi-informatiedisplay en klinkt
er een waarschuwingszoemer of trilt het
stuurwiel om de bestuurder te waarschu-
wen.
Wanneer de waarschuwingszoemer klinkt of
het stuurwiel trilt, controleer dan het gebied
rondom uw auto en stuur de auto voorzichtig
terug naar het midden van de rijstrook.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg,
zoals gras, grond of een stoeprand
Stuurassistentiefunctie
Wanneer het systeem vaststelt dat de auto
de rijstrook of de rijbaan* dreigt te verla-
ten, helpt het systeem voor zover nodig om
de auto in de rijstrook te houden door kort-
stondig het stuurwiel licht te bedienen.
Als het systeem signaleert dat het stuurwiel een
bepaalde periode niet bediend is of dat het
stuurwiel niet stevig wordt vastgehouden, wordt
een waarschuwing weergegeven op het multi-
informatiedisplay en wordt de functie tijdelijk
uitgeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg,
zoals gras, grond of een stoeprand
WAARSCHUWING
De afstand tot de voorligger is extreem
kort.
De auto beweegt vaak op en neer ten
gevolge van de wegomstandigheden tij-
dens het rijden (slechte wegen of naden in
het wegdek).
Wanneer u met uitgeschakelde koplampen
in een tunnel of in het donker rijdt of wan-
neer een koplamp gedimd wordt doordat
het lampglas vuil of niet goed uitgelijnd is.
De auto heeft last van zijwind.
De auto is net van rijstrook gewisseld of
een kruising overgestoken.
Er worden banden gebruikt met verschil-
lende structuren of profielen of van ver-
schillende fabrikanten of merken.
Er zijn winterbanden, enz. gemonteerd.
Functies die zijn opgenomen in
het LDA-systeem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 319 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
320
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Wanneer de auto in een rijstrook slingert,
klinkt er een zoemer en wordt er een mel-
ding weergegeven op het multi-informatie-
display om de bestuurder te waarschuwen.
Druk op de toets LDA om het LDA-sys-
teem in te schakelen.
Het controlelampje LDA gaat branden en er
wordt een melding weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets LDA om het LDA-
systeem uit te schakelen.
Als het LDA-systeem wordt in- of uitgescha-
keld, blijft de status van het LDA-systeem de
volgende keer dat het hybridesysteem wordt
gestart ongewijzigd.
Inschakelen van het LDA-systeem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 320 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
321
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Controlelampje LDA
Aan de hand van de verlichtingsstatus van de
indicator wordt de bestuurder geïnformeerd
over de bedrijfsstatus van het systeem.
Brandt wit:
Het LDA-systeem is geactiveerd.
Brandt groen:
De stuurassistentie van de stuurassistentiefunc-
tie is in werking.
Knippert oranje:
Lane Departure Alert-functie is in werking.
Display werking van ondersteuning
stuurwielbediening
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het
informatiescherm voor ondersteunende syste-
men.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de
stuurassistentiefunctie in werking is.
Display Lane Departure Alert-functie
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het
informatiescherm voor ondersteunende syste-
men.
Binnenzijde van de weergegeven lijnen
is wit
Dit geeft aan dat het systeem witte (gele) lijnen
of een rijbaan* herkent. Als de auto de rijstrook
verlaat, knippert de witte lijn die wordt weerge-
geven aan de zijde waar de auto de strook ver-
laat oranje.
Binnenzijde van de weergegeven lijnen
is zwart
Dit geeft aan dat het systeem witte (gele) lijnen
of een rijbaan* niet kan herkennen of tijdelijk is
uitgeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg,
zoals gras, grond of een stoeprand
Meldingen op het
multi-informatiedisplay
A
B
C
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 321 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
322
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Voorwaarden voor werking van de functies
Lane Departure Alert-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
De LDA is ingeschakeld.
De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
Het systeem herkent witte (gele) rijstrook-
markeringen of een rijbaan*. (Wanneer een
witte [gele] markering of rijbaan* slechts aan
één zijde wordt herkend, werkt het systeem
uitsluitend voor de herkende zijde.)
De breedte van de rijstrook is ten minste
ongeveer 3 m.
De richtingaanwijzerschakelaar wordt niet
bediend.
Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
Er worden geen systeemstoringen gesigna-
leerd. (Blz. 323)
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg,
zoals gras, grond of een stoeprand
Stuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan alle
werkingsvoorwaarden voor de Lane Departure
Alert-functie wordt voldaan, maar ook aan alle
onderstaande voorwaarden.
De instelling voor “Steering Assist” (stuuras-
sistentie) in van het multi-informatiedis-
play is “On” (aan). (Blz. 107)
Er wordt niet in een vastgestelde mate of snel-
ler geaccelereerd of gedecelereerd.
Het stuurwiel wordt niet bediend met een
stuurkracht die geschikt is voor het verande-
ren van rijstrook.
Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS wer-
ken niet.
De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
De waarschuwing handen van het stuurwiel
wordt niet weergegeven. (Blz. 322)
Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
De instelling voor “Sway Warning” (waarschu-
wing voor slingeren) in van het multi-
informatiedisplay is “On” (aan). (Blz. 107)
De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
De breedte van de rijstrook is ten minste
ongeveer 3 m.
Er worden geen systeemstoringen gesigna-
leerd. (Blz. 323)
Tijdelijk uitschakelen van functies
Als niet langer aan de werkingsvoorwaarden
wordt voldaan, wordt een functie mogelijk tijde-
lijk uitgeschakeld. Als echter weer aan de wer-
kingsvoorwaarden wordt voldaan, wordt de
werking van de functie automatisch hervat.
(Blz. 322)
Stuurassistentiefunctie
Afhankelijk van de rijsnelheid, de situatie
rondom het verlaten van de rijstrook, de
wegomstandigheden, enz. merkt de bestuur-
der mogelijk niet dat de functie in werking is of
werkt de functie mogelijk helemaal niet.
De bediening van het stuurwiel door de
bestuurder krijgt prioriteit t.o.v. de stuurrege-
ling van de functie.
Probeer niet zelf de werking van de stuuras-
sistentiefunctie te testen.
Lane Departure Alert-functie
De waarschuwingszoemer is mogelijk slecht
te horen door geluiden van buiten, afspelen
van muziek, enz. Ook zijn trillingen van het
stuurwiel mogelijk niet goed voelbaar door de
wegomstandigheden, enz.
Als de rand van de rijbaan* niet duidelijk of
niet recht is, werkt de Lane Departure Alert-
functie mogelijk niet.
Probeer niet zelf de werking van de Lane
Departure Alert-functie te testen.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg,
zoals gras, grond of een stoeprand
Waarschuwing handen van het stuurwiel
In de volgende situaties wordt op het multi-infor-
matiedisplay een waarschuwingsmelding weer-
gegeven om de bestuurder aan te sporen het
stuurwiel vast te houden. Tevens wordt het in de
afbeelding weergegeven symbool op het multi-
informatiedisplay weergegeven. De waarschu-
wing stopt zodra het systeem signaleert dat de
bestuurder het stuurwiel vasthoudt. Houd uw
handen altijd aan het stuurwiel wanneer u dit sys-
teem gebruikt, ongeacht eventuele waarschu-
wingen.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 322 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
323
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Wanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te
houden terwijl het systeem in werking is
Als de bestuurder zijn handen van het stuurwiel
blijft houden, klinkt de zoemer, wordt de
bestuurder gewaarschuwd en wordt de functie
tijdelijk uitgeschakeld. Deze waarschuwing
werkt op dezelfde wijze als de bestuurder het
stuurwiel licht blijft vasthouden.
De zoemer klinkt ook als het type waarschuwing
is ingesteld op .
Wanneer bij een bocht het systeem vaststelt
dat de auto niet de bocht in wordt gestuurd
maar in plaats daarvan de rijstrook dreigt te
verlaten
Afhankelijk van de voertuigconditie en de condi-
tie van de weg, wordt er mogelijk geen waar-
schuwing gegeven. Bovendien wordt, als het
systeem signaleert dat de auto in een bocht rijdt,
de bestuurder eerder gewaarschuwd dan bij het
rijden op een rechte weg.
Wanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te
houden terwijl de stuurassistentie in werking
is.
Als de bestuurder zijn handen van het stuurwiel
blijft houden en de stuurwielassistentie in wer-
king is, klinkt de zoemer en wordt de bestuurder
gewaarschuwd. Elke keer dat de zoemer klinkt,
houdt het geluid hiervan langer aan.
De zoemer klinkt ook als het type waarschuwing
is ingesteld op .
Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Als het systeem oordeelt dat de auto slingert ter-
wijl de waarschuwingsfunctie voor het slingeren
van de auto in werking is, klinkt er een zoemer
en wordt er een waarschuwingsmelding weer-
gegeven om de bestuurder aan te sporen rust te
nemen. Tegelijkertijd wordt het in de afbeelding
weergegeven symbool op het multi-informatie-
display weergegeven.
Afhankelijk van de auto en de conditie van de
weg, wordt er mogelijk geen waarschuwing
gegeven.
Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding wordt
weergegeven op het multi-informatiedisplay en
het controlelampje LDA oranje brandt, volg dan
de desbetreffende storingzoekprocedure. Volg
de instructies die op het scherm worden weer-
gegeven als er een andere waarschuwingsmel-
ding wordt weergegeven.
“Lane Departure Alert Malfunction Visit Your
Dealer” (Storing in Lane Departure Alert. Ga
naar uw dealer.)
Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat de
auto controleren door een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
“Lane Departure Alert Unavailable” (Lane
Departure Alert niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgeschakeld als gevolg
van een storing in een andere sensor dan de
camera voor. Schakel het LDA-systeem uit,
wacht een poosje en schakel het LDA-systeem
weer in.
“Lane Departure Alert Unavailable at Cur-
rent Speed” (Lane Departure Alert niet
beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de rij-
snelheid hoger is dan het werkingsbereik van het
LDA-systeem. Rijd langzamer.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 323 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
324
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
“Lane Departure Alert Unavailable Below
Approx 50km/h” (Lane Departure Alert niet
beschikbaar bij snelheid onder de 50 km/h)
Het LDA-systeem kan niet worden gebruikt
omdat de rijsnelheid lager is dan ongeveer 50
km/h. Rijd met een snelheid van ongeveer 50
km/h of hoger.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie worden
gewijzigd. (Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 557)
*: Indien aanwezig
Het RSA-systeem herkent bepaalde ver-
keersborden door gebruik te maken van
de camera voor en/of het navigatiesysteem
(als er informatie over de snelheidslimiet
beschikbaar is) en voorziet de bestuurder
via het display van informatie.
Als het systeem vaststelt dat de snelheidsli-
miet wordt overschreden of wanneer er
bijvoorbeeld verboden acties ten opzichte
van de herkende verkeersborden worden
uitgevoerd, wordt de bestuurder gewaar-
schuwd door middel van een waarschu-
wingsdisplay en waarschuwingszoemer of
de stuurwieltrillingsfunctie.
RSA (Road Sign Assist)*
Overzicht van functies
WAARSCHUWING
Voordat u de RSA gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het RSA-sys-
teem. De RSA is een systeem dat de bestuur-
der ondersteunt middels het bieden van
informatie, maar het is geen vervanging van
het eigen inzicht en de oplettendheid van de
bestuurder. Rijd voorzichtig door altijd goed
op de verkeersregels te letten.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 324 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
325
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Wanneer de camera voor een verkeers-
bord herkent en/of er informatie over een
verkeersbord beschikbaar is via het navi-
gatiesysteem, wordt het bord weergege-
ven op het multi-informatiedisplay.
Wanneer de informatie van het onder-
steunende systeem wordt geselecteerd,
kunnen er maximaal 3 verkeersborden
worden weergegeven. (Blz. 107)
Wanneer een ander tabblad dan dat
van het ondersteunende systeem is
geselecteerd, worden alleen de vol-
gende typen verkeersborden
weergegeven.(Blz. 107)
Verkeersbord begin/einde snelheidslimiet
Verkeersbord met aan snelheidslimiet gere-
lateerde informatie (autosnelweg, autoweg,
bebouwde kom, woonerf)
Verkeersbord einde verboden
Verkeersbord verboden in te rijden* (indien
een melding nodig is)
Verkeersbord maximaal toegestane snel-
heid met aanvullend bord (alleen op- en afrit-
ten)
*: Auto's met navigatiesysteem
Als er andere verkeersborden dan die met de
maximaal toegestane snelheid worden her-
kend, worden deze trapsgewijs weergegeven
onder het verkeersbord met de maximaal toe-
gestane snelheid.
De volgende soorten verkeersborden,
inclusief elektronische verkeersborden en
knipperende verkeersborden, worden her-
kend.
Niet-officiële (niet aan het Verdrag van Wenen
voldoende) of recentelijk geïntroduceerde ver-
keersborden worden mogelijk niet herkend.
Verkeersborden snelheidslimiet
: Snelheidslimiet begint/zone maxi-
mumsnelheid begint
: Snelheidslimiet eindigt/zone maxi-
mumsnelheid eindigt
Weergave op het
multi-informatiedisplay
Ondersteunde soorten
verkeersborden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 325 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
326
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Aan snelheidslimiet gerelateerde infor-
matie*
: Begin autosnelweg
: Einde autosnelweg
: Begin autoweg
: Einde snelweg
: Begin bebouwde kom
: Einde bebouwde kom
: Begin bebouwde kom
: Einde bebouwde kom
: Begin erf
: Einde erf
*: Wordt weergegeven wanneer een verkeers-
bord wordt herkend maar de informatie over
de snelheidslimiet voor de weg niet beschik-
baar is in het navigatiesysteem
Verkeersborden inhaalverbod
: Begin inhaalverbod
: Einde inhaalverbod
Andere verkeersborden
: Verboden in te rijden*
: Einde verboden
: Stop
*: Auto's met navigatiesysteem
Maximaal toegestane snelheid met
aanvullend teken*1
: Nat
: Regen
: IJs
: Aanvullend teken aanwezig*2
: Afrit rechts*3
: Afrit links*3
: Tijd
*1: Gelijktijdig met snelheidslimiet weergege-
ven
*2: Inhoud niet herkend.
*3: Als de richtingaanwijzers bij het wisselen
van rijstrook niet worden bediend, wordt het
teken niet weergegeven.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 326 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
327
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
In de volgende situaties waarschuwt het
RSA-systeem de bestuurder.
Wanneer de rijsnelheid de drempel-
waarde voor de snelheidswaarschu-
wing van het weergegeven
verkeersbord met de maximaal toege-
stane snelheid overschrijdt, wordt het
verkeersbord duidelijker zichtbaar
gemaakt en klinkt er een zoemer.
Als het RSA-systeem een verkeersbord
voor verboden in te rijden herkent en
signaleert dat de bestuurder het inrij-
verbod negeert op basis van de kaartin-
formatie van het navigatiesysteem,
knippert het verkeersbord voor verbo-
den in te rijden en klinkt er een zoemer.
(Auto's met navigatiesysteem)
Als wordt gesignaleerd dat uw auto een
ander voertuig inhaalt terwijl er een
verkeersbord voor een inhaalverbod
wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay, gaat het verkeersbord
knipperen en trilt het stuurwiel.
Afhankelijk van de situatie wordt de ver-
keerssituatie (richting en snelheid van het
verkeer en hoeveelheid verkeer) mogelijk
niet goed gesignaleerd en werkt de waar-
schuwingsfunctie mogelijk niet goed.
Instellen
1Druk op of van de bedieningstoet-
sen van het instrumentenpaneel en selec-
teer
2Druk op of van de bedieningstoet-
sen van het instrumentenpaneel en selec-
teer . Druk vervolgens op .
3Druk op of van de bedieningstoet-
sen van het instrumentenpaneel, selecteer
de gewenste instelling en druk vervolgens
op .
Automatisch uitschakelen van weergave
verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer ver-
keersborden automatisch uitgeschakeld.
Er wordt over een bepaalde afstand geen ver-
keersbord herkend.
De weg verandert als gevolg van een afslag
naar links of rechts, enz.
Omstandigheden waaronder de functie
mogelijk niet goed werkt of niet goed signa-
leert
In de volgende situaties werkt de RSA niet nor-
maal en worden verkeersborden mogelijk niet
herkend, worden onjuiste verkeersborden weer-
gegeven, enz. Dit duidt echter niet op een sto-
ring.
De camera voor is niet goed uitgelijnd door-
dat de sensor, enz. is blootgesteld aan hevige
schokken.
Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op de
voorruit in de buurt van de camera voor.
Onder barre weersomstandigheden, bijvoor-
beeld bij zware regenval, mist, sneeuw of
zandstormen
Licht van een tegenligger, de zon, enz. dringt
de camera voor binnen.
Het verkeersbord is vuil of vervaagd, staat
scheef of is krom.
Het elektronische verkeersbord heeft weinig
contrast.
Het verkeersbord gaat helemaal of gedeelte-
lijk verscholen achter boombladeren, een
paal, o.i.d.
Het verkeersbord is alleen korte tijd zichtbaar
voor de camera voor.
De omgeving (bij afslaan, rijstrookwisseling,
enz.) wordt onjuist beoordeeld.
Wanneer een verkeersbord niet van toepas-
sing is op de rijstrook waar op dat moment op
wordt gereden, maar dit bord wel direct na
een vertakking van de snelweg staat of bij een
aangrenzende rijstrook net voordat rijstroken
samenkomen.
Waarschuwingsfunctie
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 327 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
328
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Er zitten stickers op de achterzijde van de
voorligger.
Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt
op een verkeersbord dat compatibel is met
het systeem.
Mogelijk worden verkeersborden met de
snelheidslimiet voor parallelwegen gesigna-
leerd en weergegeven (wanneer deze in het
zicht van de camera voor staan) terwijl de
auto op de hoofdweg rijdt.
Mogelijk worden verkeersborden met de
maximaal toegestane snelheid voor afslagen
van rotondes gesignaleerd en weergegeven
(wanneer deze in het zicht van de camera
voor staan) terwijl de auto op de rotonde rijdt.
De voorzijde van de auto staat omhoog of
omlaag door de belading van de auto.
De helderheid van het omgevingslicht is niet
voldoende of verandert plotseling.
Wanneer een verkeersbord voor trucks, enz.
wordt herkend.
Er wordt met de auto in een land gereden
waar het verkeer aan de andere kant rijdt.
De kaartgegevens van het navigatiesysteem
zijn niet meer up-to-date.
Het navigatiesysteem werkt niet.
De snelheidsinformatie die op het instrumen-
tenpaneel wordt weergegeven verschilt
mogelijk van de informatie die wordt weerge-
geven op het navigatiesysteem als gevolg van
de gebruikte kaartgegevens van het naviga-
tiesysteem.
Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd gezet
terwijl er een verkeersbord met de maximaal
toegestane snelheid op het multi-informatiedis-
play werd weergegeven, wordt datzelfde ver-
keersbord weer weergegeven wanneer het
contact AAN wordt gezet.
Als “RSA Malfunction Visit Your Dealer”
(Storing in RSA. Ga naar uw dealer) wordt
weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwe-
zig. Laat de auto controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (Systemen met
mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursin-
stellingen: Blz. 557)
*: Indien aanwezig
Wanneer de afstandsregelmodus is inge-
schakeld, accelereert, decelereert en stopt
de auto automatisch overeenkomstig de
veranderingen in snelheid van de voorlig-
ger, zelfs wanneer het gaspedaal niet
wordt ingetrapt. In de constante-snelheids-
regelmodus rijdt de auto met een con-
stante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met volledig snelheidsbereik op auto-
wegen en snelwegen.
Afstandsregelmodus (Blz. 331)
Constante-snelheidsregelmodus
(Blz. 335)
Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik*
Overzicht van functies
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 328 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
329
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Multi-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
Afstandsschakelaar
Cruise control-schakelaar
Systeemonderdelen
WAARSCHUWING
Voordat u de Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbereik
gebruikt
Voor veilig rijden is alleen de bestuurder
verantwoordelijk. Vertrouw niet alleen op
het systeem en rijd voorzichtig door altijd
goed op de omgeving te letten.
De Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik biedt ondersteu-
ning bij het rijden om de bestuurder te ont-
lasten. Er zijn echter grenzen aan de
geboden ondersteuning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen aan-
dachtig door. Vertrouw niet blindelings op dit
systeem en rijd altijd voorzichtig.
A
B
C
D
E
Omstandigheden waarin de sensor voor-
liggers mogelijk niet op de juiste manier
signaleert: Blz. 338
Omstandigheden waaronder de afstands-
regelmodus mogelijk niet goed werkt:
Blz. 339
Stel de geschikte snelheid in op basis van
de snelheidslimiet, de verkeersintensiteit,
de wegcondities, de weersomstandighe-
den, enz. De bestuurder is verantwoorde-
lijk voor het controleren van de ingestelde
snelheid.
Zelfs als het systeem normaal werkt, kan
de door het systeem gesignaleerde status
van de voorligger afwijken van de door de
bestuurder waargenomen status. Daarom
moet de bestuurder altijd alert blijven, het
gevaar van elke situatie inschatten en veilig
rijden. Volledig vertrouwen op het systeem
of aannemen dat het systeem de veiligheid
garandeert tijdens het rijden kan leiden tot
een ongeval met ernstig letsel als gevolg.
Schakel de Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik uit met de
toets ON/OFF als deze niet wordt
gebruikt.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 329 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
330
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
Waarschuwingen met betrekking tot de
ondersteunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht, aangezien er grenzen zijn aan de door
het systeem geboden ondersteuning.
Als u dat niet doet, kunt u een ongeval ver-
oorzaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
De bestuurder helpen bij het meten van de
volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik dient alleen ter onder-
steuning van de bestuurder bij het bepalen
van de volgafstand tussen de eigen auto en
een bepaalde voorligger. Het systeem is niet
bedoeld om zorgeloos of roekeloos rijgedrag
te rechtvaardigen en kan de bestuurder ook
niet helpen tijdens het rijden bij slecht zicht.
Het blijft noodzakelijk dat de bestuurder zelf
de omgeving van de auto goed in de gaten
houdt.
De bestuurder helpen bij het bepalen van
de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik bepaalt of de volgafstand
tussen de eigen auto en een bepaalde voor-
ligger binnen een vastgelegd bereik ligt. Het
systeem kan geen andere beoordelingen
maken. Het is daarom strikt noodzakelijk dat
u zelf alert blijft en inschat of een situatie
mogelijk gevaarlijk is.
De bestuurder helpen bij het bedienen van
de auto
De Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik heeft geen functies om
aanrijdingen met een voorligger te voorko-
men of vermijden. Daarom dient u wanneer
er gevaar dreigt direct de controle over de
auto te nemen en juist te handelen om de vei-
ligheid van alle betrokkenen te garanderen.
Situaties waarin de Dynamic Radar
Cruise Control met volledig snelheidsbe-
reik niet kan worden gebruikt
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik niet in de vol-
gende situaties.
Als u dat wel doet, wordt de snelheid mogelijk
niet goed geregeld, waardoor een ongeval
met ernstig letsel kan ontstaan.
Op wegen met voetgangers, fietsers, enz.
In druk verkeer
Op wegen met scherpe bochten
Op slingerende wegen
Op wegen die door regen, ijs of sneeuw
glad zijn
Op steile hellingen bergafwaarts of op
afwisselend sterk dalende en sterk stij-
gende wegen
Bij het afdalen van een steile helling kan de
rijsnelheid de ingestelde snelheid over-
schrijden.
Op invoegstroken van autowegen en snel-
wegen
Als de weersomstandigheden zo slecht zijn
dat ze een juiste signalering door de senso-
ren onmogelijk zouden kunnen maken
(mist, sneeuw, zandstorm, zware regenval,
enz.)
Als er regen, sneeuw, enz. op de voorzijde
van de radar of de camera voor zit
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 330 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
331
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
In deze modus registreert een radar of er binnen ongeveer 100 meter voor u een voertuig
rijdt. Deze sensor wordt tevens gebruikt om de afstand tussen uw auto en de voorligger te
berekenen en een geschikte afstand tussen uw auto en de voorligger te handhaven. De
gewenste tussenafstand kan tevens met de afstandsschakelaar worden ingesteld.
Bij het afdalen van een helling kan de tussenafstand korter worden.
Voorbeeld van het rijden met een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingesteld.
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelheid
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automatisch de snelheid van uw auto.
Als de snelheid nog meer moet worden gereduceerd, schakelt het systeem het remsysteem in (de
remlichten gaan dan branden). Het systeem regelt de snelheid van de auto zo dat de afstand die de
bestuurder heeft ingesteld tot de voorligger gehandhaafd blijft. Als het systeem de snelheid niet
genoeg kan verlagen om een veilige afstand tot de voorligger te creëren, klinkt er een naderings-
waarschuwing.
WAARSCHUWING
In verkeersomstandigheden waarbij her-
haaldelijk accelereren en decelereren
noodzakelijk is
Bij het rijden met een aanhangwagen of tij-
dens het slepen in een noodgeval
Als er vaak een naderingswaarschuwing
hoorbaar is
Rijden in de afstandsregelmodus
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 331 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
332
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Wanneer uw voorligger stopt, stopt uw auto ook (de auto wordt door het systeem stilgezet). Als uw
voorligger begint te rijden, wordt het volgen van de auto hervat wanneer u de hendel van de cruise
control omhoog beweegt of het gaspedaal intrapt (bediening om weg te rijden). Als de bediening om
weg te rijden niet wordt uitgevoerd, zorgt de regeling van het systeem ervoor dat uw auto stil blijft
staan.
Als u de richtingaanwijzers inschakelt en bij een rijsnelheid van 80 km/h of hoger een rijstrook
opschuift om in te halen, zal de auto accelereren zodat een voertuig op de andere rijstrook sneller
kan worden ingehaald.
Het oordeel van het systeem met betrekking tot wat een rijstrook voor inhalen is, is mogelijk alleen
gebaseerd op de positie van het stuurwiel in de auto (bestuurder links of rechts) Als de auto rijdt in
een regio waar de rijstrook voor inhalen zich aan de andere kant bevindt dan waar de auto normaal
rijdt, accelereert de auto mogelijk wanneer de richtingaanwijzerschakelaar wordt bediend in de
tegengestelde richting van de rijstrook voor inhalen (bijv. als de bestuurder normaal rijdt in een regio
waar de rijstrook voor inhalen zich rechts bevindt, maar de bestuurder rijdt nu in een regio waar de
rijstrook voor inhalen zich links bevindt, accelereert de auto mogelijk als de richtingaanwijzer rechts
wordt ingeschakeld).
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de ingestelde snelheid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt wordt. Het systeem schakelt
vervolgens weer over op het rijden met constante snelheid.
1Druk op de toets ON/OFF om de
cruise control in te schakelen.
Het controlelampje van de Dynamic Radar
Cruise Control gaat branden en er wordt een
melding weergegeven op het multi-informatie-
display.
Druk nogmaals op de toets om de cruise con-
trol uit te schakelen.
Als de toets ON/OFF gedurende ten minste
1,5 seconden ingedrukt wordt gehouden, scha-
kelt het systeem over op de constante-snel-
heidsregelmodus. (Blz. 335)
2Accelereer of decelereer met behulp
van het gaspedaal naar de gewenste
rijsnelheid (hoger dan ongeveer 30
km/h) en druk de hendel naar bene-
den om de snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control SET gaat
branden.
De rijsnelheid op het moment dat de hendel
wordt losgelaten, wordt de ingestelde snelheid.
C
Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 332 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
333
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzi-
gen, de hendel totdat de gewenste snel-
heid wordt weergegeven.
1Verhogen van de snelheid
(Behalve wanneer de auto door het systeem is
stilgezet in de afstandsregelmodus)
2Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de hendel kort in de
gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel omhoog of
omlaag gedrukt om de snelheid te wijzigen en
laat de hendel los als de gewenste snelheid is
bereikt.
Als de afstandsregelmodus is ingeschakeld,
wordt de ingestelde snelheid als volgt verhoogd
of verlaagd:
Oostenrijk, België, Bosnië en Herzego-
vina, Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Tsje-
chië, Denemarken, Estland, Finland,
Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hon-
garije, IJsland, Ierland, Letland, Litou-
wen, Macedonië, Montenegro,
Nederland, Noorwegen, Polen, Portu-
gal, Roemenië, Slowakije, Slovenië,
Spanje, Zweden, Zwitserland, Oekra-
ïne, het Verenigd Koninkrijk
Fijnafstelling: 5 km/h*1 of 5 mph*2, telkens
als de hendel wordt bediend
Ruime afstelling: Wordt in stappen van 5
km/h*1 of 5 mph*2 verhoogd of verlaagd
zolang de hendel wordt vastgehouden.
Azerbeidzjan, de Canarische Eilanden,
Georgië, Israël, Italië, Kazachstan,
Rusland, Servië, Turkije
Fijnafstelling: 1 km/h*1 of 1 mph*2, telkens
als de hendel wordt bediend
Ruime afstelling: Wordt in stappen van 5
km/h*1 of 5 mph*2 verhoogd of verlaagd
zolang de hendel wordt vastgehouden.
In de constante-snelheidsregelmodus
(Blz. 335) wordt de ingestelde snelheid als
volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h*1 of 1 mph*2, telkens als de
hendel wordt bediend
Ruime afstelling: Zolang de hendel wordt vast-
gehouden, wordt de snelheid gewijzigd.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt
getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond
wordt in “MPH”
Wijzigen van de ingestelde snelheid
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 333 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
334
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Door de schakelaar in te drukken wordt de
afstand tot de voorligger als volgt gewij-
zigd:
1Lang
2Gemiddeld
3Kort
Als er een auto voor u rijdt, wordt het symbool
voor een voorligger ook weergegeven.
Selecteer een afstand in de onderstaande
tabel. Houd er rekening mee dat de aange-
geven afstanden overeenkomen met een
rijsnelheid van 80 km/h. De tussenafstand
is afhankelijk van de rijsnelheid. Wanneer
de auto wordt stilgezet door het systeem,
stopt de auto op een bepaalde tussenaf-
stand, afhankelijk van de situatie.
Druk de hendel omhoog als uw voorligger
begint te rijden.
Het volgen van uw voorligger wordt ook
hervat als u het gaspedaal intrapt wanneer
uw voorligger begint te rijden.
Wijzigen van de tussenafstand
(afstandsregelmodus)
A
Instellingen tussenafstand
(afstandsregelmodus)
Afstandsopties Tussenafstand
Lang Ongeveer 50 m
Gemiddeld Ongeveer 40 m
Kort Ongeveer 30 m
Hervatten van het rijden met
de volgregeling als de auto is
stilgezet door het systeem
(afstandsregelmodus)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 334 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
335
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
1Als u de hendel naar u toe trekt, wordt
de snelheidsregeling uitgeschakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens uitge-
schakeld als het rempedaal wordt ingetrapt.
(Als de auto is stilgezet door het systeem, wordt
de snelheidsinstelling niet geannuleerd als het
rempedaal wordt ingetrapt.)
2Als u de hendel omhoog drukt, wordt
de cruise control hervat en wordt de
ingestelde snelheid hervat.
Wanneer uw auto een voorligger te dicht
nadert en automatisch decelereren door
middel van de cruise control niet mogelijk
is, zal het scherm gaan knipperen en een
zoemer klinken om de bestuurder te waar-
schuwen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren
als een andere bestuurder vóór u invoegt
terwijl u een voorligger volgt. Trap het rem-
pedaal in om voldoende afstand tot uw
voorligger te houden.
Mogelijk worden geen waarschuwin-
gen gegeven
In de volgende gevallen worden mogelijk
geen waarschuwingen gegeven als de tus-
senafstand klein is.
Als de snelheid van de voorligger gelijk
is aan of hoger is dan de snelheid van
uw eigen auto
Als de voorligger extreem langzaam
rijdt
Direct nadat de snelheid van de cruise
control is ingesteld
Bij het intrappen van het gaspedaal
Wanneer de constante-snelheidsregelmo-
dus is geselecteerd, blijft de auto met een
ingestelde snelheid rijden, zonder de tus-
senafstand te regelen. Selecteer deze
modus alleen wanneer de afstandsregel-
modus niet goed werkt als gevolg van een
vuile radar.
1Houd, terwijl de cruise control is uitge-
schakeld, de toets ON/OFF ten minste
1,5 seconde ingedrukt.
Direct nadat de toets ON/OFF is ingedrukt,
gaat het controlelampje Dynamic Radar Cruise
Control branden. Vervolgens gaat het controle-
lampje cruise control branden.
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsregeling
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus) Selecteren van de constante-
snelheidsregelmodus
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 335 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
336
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Overschakelen naar de constante-snelheidsre-
gelmodus is alleen mogelijk als de hendel wordt
bediend terwijl de cruise control uit staat.
2Accelereer of decelereer met behulp
van het gaspedaal naar de gewenste
rijsnelheid (hoger dan ongeveer 30
km/h) en druk de hendel naar bene-
den om de snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control SET gaat
branden.
De rijsnelheid op het moment dat de hendel
wordt losgelaten, wordt de ingestelde snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid:
Blz. 333
Uitschakelen en hervatten van de ingestelde
snelheid: Blz. 335
Wanneer deze functie is ingeschakeld en
het systeem in de afstandsregelmodus
(Blz. 331) werkt en een verkeersbord
met een snelheidslimiet wordt gesigna-
leerd, wordt de herkende snelheidslimiet
weergegeven met een pijl
omhoog/omlaag. De ingestelde snelheid
kan tot de herkende snelheidslimiet wor-
den verhoogd/verlaagd door de hendel
omhoog om omlaag te drukken.
Wanneer de op dat moment ingestelde
snelheid lager is dan de herkende snel-
heidslimiet
Druk de hendel omhoog
Wanneer de op dat moment ingestelde
snelheid hoger is dan de herkende snel-
heidslimiet
Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 336 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
337
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Druk de hendel omlaag
U kunt de Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist inschakelen/uitscha-
kelen via op het multi-informatiedis-
play. (Blz. 107)
Wanneer de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist in werking is en u
bergaf rijdt, overschrijdt de rijsnelheid
mogelijk de ingestelde snelheid.
In dit geval wordt de weergegeven inge-
stelde rijsnelheid verlicht en klinkt er een
zoemer om de bestuurder te waarschu-
wen.
De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik kan worden gebruikt
als
De selectiehendel in stand D staat.
De gewenste snelheid kan worden ingesteld
wanneer de rijsnelheid ongeveer 30 km/h of
hoger is. (Als de snelheid echter wordt inge-
steld terwijl de rijsnelheid lager is dan onge-
veer 30 km/h, wordt de snelheid ingesteld op
ongeveer 30 km/h.)
Accelereren na het instellen van de rijsnel-
heid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na het
accelereren gaat de auto weer rijden met de
ingestelde snelheid. Als de afstandsregelmodus
is ingeschakeld, neemt de rijsnelheid echter
mogelijk af tot onder de ingestelde snelheid,
zodat de afstand tot de voorligger gehandhaafd
blijft.
Als de auto stopt tijdens rijden met de volg-
regeling
Door hendel omhoog te drukken terwijl de
voorligger stopt, wordt, als de voorligger
begint te rijden, binnen ongeveer 3 seconden
nadat de hendel omhoog is gedrukt het rijden
met de volgregeling hervat.
Als de voorligger binnen 3 seconden nadat
uw auto is gestopt begint te rijden, wordt het
rijden met de volgregeling hervat.
Automatisch uitschakelen van de afstands-
regelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch uit-
geschakeld in de volgende situaties.
De VSC is geactiveerd.
De TRC is gedurende een bepaalde periode
geactiveerd.
Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
De sensor kan niet goed signaleren omdat hij
ergens door bedekt is.
Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
De parkeerrem is geactiveerd.
De auto wordt door het systeem stilgezet op
een steile helling.
Als de auto door het systeem is stilgezet,
wordt het volgen van de voorligger in de vol-
gende gevallen niet hervat:
De bestuurder draagt geen veiligheidsgordel.
Het bestuurdersportier wordt geopend.
De auto heeft ongeveer 3 minuten stilgestaan.
Als de afstandsregelmodus om een andere dan
de hierboven genoemde redenen automatisch
uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het
systeem aanwezig zijn. Neem contact op met
een erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Inschakelen/uitschakelen Dynamic
Radar Cruise Control met Road
Sign Assist
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 337 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
338
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Automatisch uitschakelen van de constante-
snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt auto-
matisch uitgeschakeld in de volgende situaties:
Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan onge-
veer 16 km/h onder de ingestelde rijsnelheid.
Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer
30 km/h.
De VSC is geactiveerd.
De TRC is gedurende een bepaalde periode
geactiveerd.
Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
Als de constante-snelheidsregelmodus om een
andere dan de hierboven genoemde redenen
automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een
storing in het systeem aanwezig zijn. Neem con-
tact op met een erkende Lexus-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist werkt mogelijk niet goed
wanneer
De Dynamic Radar Cruise Control met Road
Sign Assist werkt mogelijk niet goed in situaties
waarbij de RSA mogelijk niet goed werkt of niet
goed signaleert (Blz. 327). Controleer
daarom, wanneer u deze functie gebruikt, het
weergegeven verkeersbord met de snelheidsli-
miet. In de onderstaande gevallen wordt de
ingestelde snelheid mogelijk niet gewijzigd in de
herkende snelheidslimiet door het omhoog of
omlaag gedrukt houden van de hendel.
Als er geen informatie over de snelheidslimiet
beschikbaar is
Wanneer de herkende snelheidslimiet gelijk is
aan de ingestelde snelheid
Wanneer de herkende snelheidslimiet buiten
het snelheidsbereik van het Dynamic Radar
Cruise Control-systeem ligt
Werking van de remmen
Er kan een geluid van de remmen hoorbaar zijn
en de reactie van het rempedaal kan verande-
ren, maar dit duidt niet op een storing.
Waarschuwingsmeldingen en zoemers voor
de Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik
Waarschuwingsmeldingen en zoemers worden
gebruikt om een systeemstoring aan te geven of
om de bestuurder te informeren dat hij tijdens
het rijden extra moet opletten. Lees de op het
multi-informatiedisplay weergegeven waarschu-
wingsmelding en volg de aanwijzingen op.
(Blz. 297, 503)
Omstandigheden waarin de sensor voorlig-
gers mogelijk niet op de juiste manier signa-
leert
Bedien in onderstaande gevallen en afhankelijk
van de omstandigheden het rempedaal wanneer
het systeem onvoldoende decelereert of bedien
het gaspedaal wanneer moet worden geaccele-
reerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht niet
op de juiste manier signaleert, wordt er mogelijk
geen naderingswaarschuwing (Blz. 335)
gegeven.
Auto's die plotseling voor u invoegen
Auto's die met lage snelheden rijden
Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
Voertuigen met een relatief kleine achterzijde
(aanhangwagens zonder lading, enz.)
Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
Als door omringend verkeer opgeworpen
water of sneeuw de signalering door de sen-
sor hindert
Als de achterzijde van de auto ver ingezakt is
(omdat er zware lading in de bagageruimte
vervoerd wordt, enz.)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 338 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
339
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
Omstandigheden waaronder de afstandsre-
gelmodus mogelijk niet goed werkt
Bedien indien nodig in onderstaande gevallen
het rempedaal (of, afhankelijk van de situatie, het
gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet op
de juiste manier signaleert, werkt het systeem
mogelijk niet goed.
Als de weg erg bochtig is of de rijstroken erg
smal zijn
Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uitvoe-
ren of frequent van rijstrook wisselt
Als uw voorligger plotseling decelereert
Bij het rijden op een weg omringd door een
constructie, zoals een tunnel of een brug
Als de rijsnelheid afneemt tot de ingestelde
snelheid na acceleratie van de auto door
intrappen van het gaspedaal.
*: Indien aanwezig
Controlelampjes
Ingestelde snelheid
Cruise control-schakelaar
Cruise control*
Met de cruise control kan een inge-
stelde snelheid worden vastgehouden
zonder dat hiervoor het gaspedaal
hoeft te worden bediend.
Gebruik de cruise control op autowe-
gen en snelwegen.
Systeemonderdelen
WAARSCHUWING
Onbedoeld inschakelen van de cruise
control voorkomen
Schakel de cruise control uit met de toets
ON/OFF als deze niet wordt gebruikt.
A
B
C
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 339 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
340
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
1Druk op de toets ON/OFF om de
cruise control in te schakelen.
Het controlelampje cruise control gaat bran-
den.
Druk nogmaals op de toets om de cruise con-
trol uit te schakelen.
2Accelereer of decelereer met behulp
van het gaspedaal naar de gewenste
rijsnelheid (hoger dan ongeveer
30km/h) en druk de hendel naar
beneden om de snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control SET gaat
branden.
De rijsnelheid op het moment dat de hendel
wordt losgelaten, wordt de ingestelde snelheid.
De cruise control kan worden gebruikt als
De selectiehendel in stand D staat.
De rijsnelheid hoger is dan 30 km/h.
Als “Cruise Control Malfunction Visit Your
Dealer” (Storing in cruise control. Ga naar
uw dealer) op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven
Druk eenmaal op de toets ON/OFF om het sys-
teem uit te schakelen en druk vervolgens
opnieuw op de toets om het systeem in te scha-
kelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogram-
meerd of de cruise control direct na het active-
ren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een
defect in het cruise control-systeem aanwezig.
Laat de auto controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzi-
gen, de hendel totdat de gewenste snel-
heid wordt bereikt.
WAARSCHUWING
Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van de cruise control
Gebruik de cruise control niet in de volgende
situaties.
Als u dat wel doet, verliest u mogelijk de con-
trole waardoor een ongeval met ernstig letsel
kan ontstaan.
Op wegen met voetgangers, fietsers, enz.
In druk verkeer
Op wegen met scherpe bochten
Op slingerende wegen
Op wegen die door regen, ijs of sneeuw
glad zijn
Op steile hellingen
Bij het afdalen van een steile helling kan de
rijsnelheid de ingestelde snelheid over-
schrijden.
Bij het rijden met een aanhangwagen of tij-
dens het slepen in een noodgeval
Instellen van de rijsnelheid
Wijzigen van de ingestelde snelheid
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 340 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
341
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
1Verhogen van de snelheid
2Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de hendel kort in de
gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel in de
gewenste richting gedrukt.
De ingestelde snelheid wordt als volgt ver-
hoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: Ongeveer 1 km/h of 1 mph, tel-
kens als de hendel wordt bediend.
Ruime afstelling: De ingestelde snelheid wordt
continu verhoogd of verlaagd totdat de hendel
wordt losgelaten.
Accelereren na het instellen van de rijsnel-
heid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na
het accelereren gaat de auto weer rijden met
de ingestelde snelheid.
De ingestelde snelheid kan zelfs worden ver-
hoogd zonder de cruise control uit te schake-
len, door eerst naar de gewenste snelheid te
accelereren en vervolgens de hendel omlaag
te drukken om de nieuwe snelheid in te stel-
len.
1Door de hendel naar u toe te trekken
wordt de constante-snelheidsregeling
uitgeschakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens uitge-
schakeld als het rempedaal wordt ingetrapt.
2Door de hendel omhoog te drukken
wordt de constante-snelheidsregeling
hervat.
Hervatten is echter mogelijk vanaf een rijsnel-
heid van hoger dan ongeveer 30 km/h.
Automatisch uitschakelen van de cruise
control
De cruise control wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties:
De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan
ongeveer 16 km/h onder de ingestelde snel-
heid.
Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer
40 km/h.
De VSC is geactiveerd.
De TRC is gedurende een bepaalde periode
geactiveerd.
Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
Uitschakelen en hervatten van de
constante-snelheidsregeling
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 341 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
342
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Lexus Parking Assist-sensor (indien
aanwezig)
Er worden ultrasoonsensoren gebruikt om
bij rijden met een lage snelheid of achter-
uitrijden stilstaande objecten te signaleren
in het detectiegebied. (Blz. 343)
Aanpassen van het zoemervolume
Het zoemervolume kan worden aangepast
op het multi-informatiedisplay.
Wijzig de instellingen met behulp van de
bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel. (Blz. 108)
1Druk op of om te selecte-
ren.
2Druk op of om PKSA te selec-
teren en druk vervolgens op .
3Druk op of om te selecte-
ren en druk vervolgens op .
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wijzigt
het volume tussen 1, 2 en 3.
Dempen van het geluid van een zoe-
mer
Blz. 344
PKSA (Parking Support Alert)*
Het Parking Support Alert-systeem
bestaat uit de volgende functies die
werken bij rijden met een lage snelheid
of achteruitrijden, bijvoorbeeld bij het
parkeren. Wanneer het systeem oor-
deelt dat een aanrijding met een object
zoals een muur waarschijnlijk is, wordt
een waarschuwing geactiveerd om de
bestuurder aan te sporen om uit te wij-
ken.
PKSA-systeem
(Parking Support Alert)
Instellen van het zoemervolume
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 342 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
343
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
Soorten sensoren
Hoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
Display
Wanneer de sensoren een obstakel signa-
leren, wordt de bestuurder door middel
van de volgende displays geïnformeerd
over de positie en afstand tot het obstakel.
Multi-informatiedisplay
Werking hoeksensor voor
Werking binnenste sensor voor
Werking hoeksensor achter
Werking binnenste sensor achter
Scherm navigatie- of multimediasys-
teem
Lexus Parking Assist Monitor
Panoramic View Monitor
Lexus Parking Assist-sensor*
De afstand van uw auto tot obstakels bij
het fileparkeren en achteruit inparke-
ren in een garage wordt gemeten door
sensoren en wordt doorgegeven via de
displays en een zoemer. Controleer bij
gebruik van dit systeem ook altijd zelf
de omgeving.
Systeemonderdelen
A
B
C
D
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 343 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
344
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
De Lexus Parking Assist-sensor kan als
volgt via het multi-informatiedisplay wor-
den ingeschakeld/uitgeschakeld:
1Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel en selecteer .
2Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel en selecteer PKSA.
3Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel, selecteer en druk op om
de gewenste instelling (aan/uit) te
selecteren.
Als ON (ingeschakeld) wordt geselec-
teerd, gaat het controlelampje van de
Lexus Parking Assist-sensor branden.
Als OFF (uitgeschakeld) is geselecteerd
en de Lexus Parking Assist-sensor is uitge-
schakeld, wordt het systeem pas weer
ingeschakeld als op het scherm van
het multi-informatiedisplay ON wordt
geselecteerd (wordt niet ingeschakeld bij
het AAN zetten van het contact).
De Lexus Parking Assist-sensor kan worden
gebruikt als
Het contact staat AAN.
De Lexus Parking Assist-sensor is ingescha-
keld.
De rijsnelheid is lager dan ongeveer 10 km/h.
Een andere schakelstand dan P is geselec-
teerd.
Instellen van het zoemervolume
Het zoemervolume kan worden aangepast op
het multi-informatiedisplay. (Blz. 342)
Uitschakelen van het geluid van de zoemer
Dempen van het geluid van de zoemer
De zoemer kan tijdelijk worden gedempt
door op van de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel te drukken terwijl een
obstakeldetectiedisplay wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
Weer inschakelen van het geluid
Het geluid wordt in de volgende situaties
automatisch weer ingeschakeld:
Als de selectiehendel in een andere stand
wordt gezet
Als de rijsnelheid 10 km/h of hoger wordt ter-
wijl de selectiehendel in stand D staat
Als de Lexus Parking Assist eenmaal wordt
uitgeschakeld en weer wordt ingeschakeld
???Als het contact eenmaal UIT en weer AAN
wordt gezet
Wanneer een sensor defect is
Weergave Lexus Parking Assist-sensor
Wanneer er een obstakel wordt gesignaleerd als
de Lexus Parking Assist Monitor in werking is,
verschijnt er een waarschuwing in de bovenste
hoek van het scherm, zelfs als de weergave is uit-
geschakeld.
Lexus Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 344 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
345
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Als “Parking Assist Unavailable” (Parking
Assist niet beschikbaar) of “Parking Assist
Unavailable Clean Parking Assist Sensor”
(Parking Assist niet beschikbaar, reinig Par-
king Assist-sensor) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay
Mogelijk is een sensor vuil of bedekt met
sneeuw of ijs. Wanneer dit in zo'n geval van de
sensor wordt verwijderd, moet het systeem weer
normaal werken.
Ook kan het gebeuren dat er een storing wordt
weergegeven of een obstakel niet wordt gesig-
naleerd doordat de sensor bij lage buitentempe-
raturen is bevroren. Als de sensor is ontdooid,
moet het systeem weer normaal werken.
Als “Parking Assist Malfunction Visit Your
Dealer” (Storing in Parking Assist. Ga naar
uw dealer) op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven
Afhankelijk van de storing in de sensor, werkt het
apparaat mogelijk niet normaal. Laat de auto
controleren door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Detectie-informatie sensoren
Het detectiegebied van de sensoren is
beperkt tot het gebied rond de bumper van
de auto.
De staat van de auto en de omgeving kunnen
van invloed zijn op de capaciteit van de sensor
om een obstakel correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet u
hieronder.
Er zit vuil, sneeuw of ijs op de sensor. (Het rei-
nigen van de sensoren zal het probleem
oplossen.)
De sensor is bevroren. (Het ontdooien van de
sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het
gebeuren dat er ten gevolge van een bevro-
ren sensor een abnormaal beeld te zien is op
het display of dat obstakels niet worden gesig-
naleerd.
De sensor is op een of andere manier afge-
dekt.
De auto helt sterk over naar één zijde.
De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg,
op een helling, op grind of op gras.
Er is veel omgevingslawaai rond de auto van
claxons, motorfietsmotoren, luchtremmen van
vrachtwagens of andere geluidsbronnen die
ultrasone geluidsgolven produceren.
Er is een andere auto uitgerust met Parking
Assist-sensoren in de nabije omgeving.
De sensor is bedekt met een laklaag of een
overvloedige hoeveelheid regenwater.
De auto is uitgerust met een staafantenne of
een draadloze antenne.
Er zijn sleepogen geplaatst.
Er is een kentekenplaat, kentekenplaathouder
enz. met achtergrondverlichting gemonteerd.
Als de bumper of sensor een sterke schok
ondergaat.
De auto nadert een hoge of gebogen stoep-
rand.
In fel zonlicht of zeer koud weer.
Objecten direct onder de bumper worden
niet waargenomen.
Als het obstakel zich te dicht bij de sensor
bevindt.
Er is een niet-originele Lexus-wielophanging
geplaatst (verlaagde vering, enz.).
Mogelijk worden mensen die bepaalde soor-
ten kleding dragen niet gesignaleerd.
Naast bovenstaande voorbeelden zijn er situa-
ties waarin verkeersborden en andere objecten
vanwege hun vorm door de sensor dichterbij
worden gezien dan ze in werkelijkheid zijn.
De vorm van een obstakel kan ervoor zorgen
dat een sensor het obstakel niet signaleert. Let
goed op bij de volgende obstakels:
Kabels, hekken, touwen, enz.
Katoen, sneeuw en andere materialen die
geluidsgolven absorberen
Zeer hoekige objecten
Lage obstakels
Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uit-
steekt in de richting van uw auto
Tijdens het gebruik kunnen zich de volgende
situaties voordoen:
Afhankelijk van de vorm van het obstakel en
andere factoren kan de detectieafstand korter
worden of kan detectie onmogelijk zijn.
Mogelijk worden obstakels niet gesignaleerd
als deze zich te dicht bij de sensor bevinden.
Tussen het signaleren van een object en de
weergave zit een kleine vertraging. Zelfs als
er met lage snelheid wordt gereden, bestaat
de mogelijkheid dat het obstakel binnen het
detectiegebied van de sensoren komt voordat
het display wordt weergegeven en het waar-
schuwingssignaal hoorbaar is.
Smalle paaltjes of objecten die lager zijn dan
de sensor worden mogelijk niet gesignaleerd
wanneer u ze nadert, zelfs als ze eenmaal zijn
gesignaleerd.
Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te
horen als de audio-installatie hard staat of als
de luchtcirculatie van de airconditioning veel
geluid produceert.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 345 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
346
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen: Blz. 557)
Detectiebereik van de sensoren
Ongeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 65 cm
Het schema toont het detectiebereik van de
sensoren. Merk op dat de sensoren geen obsta-
kels kunnen detecteren die zich extreem dicht
bij de auto bevinden.
Het bereik van de sensoren kan verschillend
zijn, afhankelijk van bijvoorbeeld de vorm van
het object.
WAARSCHUWING
Waarschuwing bij het gebruik van de
Lexus Parking Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
Rijd als het systeem is ingeschakeld niet
harder dan 10 km/h.
Het detectiegebied van de sensoren en de
reactietijden zijn beperkt. Controleer tij-
dens het voor- of achteruitrijden of de
omgeving (vooral naast de auto) veilig is en
rijd langzaam. Regel de snelheid met het
rempedaal.
Monteer geen accessoires binnen de
detectiegebieden van de sensoren.
OPMERKING
Als de Lexus Parking Assist-sensor wordt
gebruikt
In de volgende gevallen werkt het systeem
mogelijk niet goed als gevolg van een storing
in een sensor enzovoort. Laat de auto nakij-
ken door een erkende Lexus-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Het bedieningsdisplay van de Lexus Par-
king Assist-sensor knippert en er klinkt een
zoemer terwijl er geen obstakel is gesigna-
leerd.
Als het gedeelte rond de sensor in aanra-
king komt met iets of wordt blootgesteld
aan een krachtige schok.
Als de bumper ergens tegenaan komt.
Als het display continu te zien is en er geen
piepsignaal klinkt, behalve wanneer de
toets “Mute” van de zoemer is ingescha-
keld.
Controleer eerst de sensor als er een
weergavefout optreedt.
Als de fout zich voordoet terwijl er geen ijs,
sneeuw of modder op de sensor zit, is de
sensor waarschijnlijk defect.
Opmerkingen bij het wassen van de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet bloot
aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
Weergave sensorsignalering,
afstand tot obstakel
A
B
C
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 346 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
347
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Weergave afstand
Sensoren die een obstakel signaleren,
branden continu of knipperen. (Als de
afstand tot het object minder dan 30 cm
wordt, gaan de afstandssegmenten moge-
lijk knipperen.)
*1: De afbeeldingen wijken mogelijk af van de
getoonde afbeeldingen. (Blz. 343)
*2: Functie automatisch dempen zoemer is
ingeschakeld. (Blz. 347)
*3: De afstandssegmenten zullen langzaam
knipperen.
Werking zoemer en afstand tot een
obstakel
Een zoemer klinkt als de sensoren in wer-
king zijn.
De geluidssignalen volgen elkaar snel-
ler op naarmate de auto dichter bij het
obstakel komt. Als de auto het obstakel
genaderd is tot ongeveer 30 cm, klinkt
de zoemer continu.
Als er gelijktijdig 2 of meer obstakels
worden gesignaleerd, reageert het zoe-
mersysteem op het dichtstbijzijnde
obstakel. Als een of beide obstakels
dichter bij de auto komen dan hierbo-
ven vermeld staat, klinkt er een langdu-
rig piepsignaal, gevolgd door elkaar
snel opvolgende piepsignalen.
Functie automatisch dempen zoemer:
Als, terwijl de zoemer klinkt, de afstand tussen
de auto en het gesignaleerde object niet kleiner
wordt, wordt de zoemer automatisch gedempt.
(Als de afstand tussen de auto en het object
echter 30 cm of minder is, werkt de functie
niet.)
Globale afstand tot obstakel Display*1
Binnenste sensor achter:
150 cm - 65 cm*2
Binnenste sensor voor:
100 cm - 65 cm*2
65 cm - 45 cm*2
45 cm - 30 cm*2
30 cm - 15 cm*3
Minder dan 15 cm*3
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 347 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
348
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Het systeem werkt in de volgende situaties
wanneer in de rijrichting van de auto een
stilstaand object wordt gesignaleerd.
Er wordt langzaam gereden en het
rempedaal wordt niet of te laat inge-
trapt
Het gaspedaal wordt te diep ingetrapt
Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten)*
Wanneer zich mogelijk een aanrijding
met een stilstaand object zal voordoen
bij het parkeren of het rijden met een
lage snelheid en de auto plotseling
naar voren beweegt doordat het gas-
pedaal per ongeluk wordt ingetrapt, of
wanneer de auto in beweging treedt
doordat de selectiehendel in de ver-
keerde stand wordt gezet, signaleren
de sensoren stilstaande objecten voor
en achter de auto in de rijrichting van
de auto en werkt het systeem om de
gevolgen van een aanrijding met stil-
staande objecten zoals een muur zo
veel mogelijk te beperken.
Voorbeelden van de werking
van het systeem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 348 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
349
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Als de selectiehendel per ongeluk in
stand D staat en de auto naar voren
beweegt
Posities van de sensoren en soorten
sensoren
Hoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
WAARSCHUWING
Voor een veilig gebruik
Vertrouw niet uitsluitend op het systeem.
Wanneer u uitsluitend op het systeem ver-
trouwt, kan dat resulteren in een ongeval.
Voor veilig rijden is alleen de bestuurder
verantwoordelijk. Let goed op de omge-
ving om te zorgen dat u veilig rijdt. De Par-
king Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) kan helpen om de
ernst van een aanrijding te verminderen.
Afhankelijk van de situatie werkt het sys-
teem mogelijk niet.
De Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) is niet ontworpen om
de auto volledig tot stilstand te brengen.
Bovendien, zelfs wanneer de Parking Sup-
port Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) de auto tot stilstand kan brengen,
wordt de remregeling na ongeveer 2
seconden uitgeschakeld. Trap dus direct
het rempedaal in.
Posities van de sensoren en
soorten sensoren
OPMERKING
Storingen aan de sensoren voorkomen
Wanneer het gebied rondom de sensor
wordt blootgesteld aan een krachtige
schok, werkt de apparatuur mogelijk niet
goed meer als gevolg van een storing in de
sensor. Laat de auto controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Spuit bij het wassen van de auto met een
hogedrukreiniger niet rechtstreeks op de
sensoren. De sensoren werken mogelijk
niet goed als gevolg van blootstelling aan
een sterke waterdruk.
Richt bij het wassen van de auto met stoom
de stoom niet rechtstreeks op de sensoren.
De sensoren werken mogelijk niet goed als
gevolg van blootstelling aan stoom.
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 349 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
350
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Dit systeem kan worden ingeschakeld/uit-
geschakeld via het multi-informatiedisplay.
1Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel en selecteer .
2Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel en selecteer .
3Druk op van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel om het
systeem in of uit te schakelen.
Het controlelampje PKSB OFF brandt
wanneer de Parking Support Brake-
functie is uitgeschakeld (niet werkt).
Wanneer de Parking Support Brake-func-
tie is uitgeschakeld, wordt de werking van
het systeem pas hervat wanneer de functie
weer wordt ingeschakeld via het instel-
scherm op het multi-informatiedisplay. (De
werking van het systeem wordt niet hervat
door bediening van de startknop.)
Wijzigen van instellingen van de
Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 350 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
351
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Regeling beperking vermogen hybridesysteem
Als er een stilstaand object wordt gesignaleerd waar de auto mogelijk tegenaan zou kun-
nen rijden, wordt de toename van de rijsnelheid beperkt door een beperking van het ver-
mogen van het hybridesysteem.
Gaspedaal
Rempedaal
Vermogen hybridesysteem
Remkracht
AAN
UIT
Regeling begint
Aanrijding is waarschijnlijk
OMLAAG
BRAKE! (REMMEN!) wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay
“Switch to Brake” (Trap rempedaal in) wordt weergegeven op het multi-informatiedis-
play
Bediening
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 351 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
352
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Remregeling
Als het gaspedaal permanent wordt ingetrapt gehouden, zelfs nadat het vermogen van het
hybridesysteem is beperkt, worden de remmen geactiveerd en remt de auto af.
Gaspedaal
Rempedaal
Vermogen hybridesysteem
Remkracht
AAN
UIT
Regeling begint
Aanrijding is waarschijnlijk
OMLAAG
Kans op aanrijding is zeer groot
OMHOOG
BRAKE! (REMMEN!) wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay
“Switch to Brake” (Trap rempedaal in) wordt weergegeven op het multi-informatiedis-
play
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 352 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
353
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Voorwaarden starten werking
Wanneer het controlelampje PKSB OFF niet
brandt of knippert (Blz. 350, 497) en aan alle
onderstaande voorwaarden wordt voldaan,
werkt het systeem.
Begrenzingsregeling hybridesysteem
De Parking Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten) is ingeschakeld.
De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
Er bevindt zich een stilstaand object in de rij-
richting van de auto (2 - 4 m naar voren).
Het systeem stelde vast dat er harder dan nor-
maal moest worden geremd om een aanrij-
ding te voorkomen.
Remregeling
De begrenzingsregeling hybridesysteem
wordt uitgevoerd.
Het systeem stelde vast dat een noodstop
noodzakelijk was om een aanrijding te voor-
komen.
Voorwaarden beëindigen werking
In de volgende situaties stopt het systeem met
werken.
Begrenzingsregeling hybridesysteem
De Parking Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten) is uitgeschakeld (UIT).
De aanrijding kon worden voorkomen met
normaal remmen.
Het stilstaande object bevindt zich niet langer
in de rijrichting van de auto (2 - 4 m naar
voren).
Remregeling
De Parking Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten) is uitgeschakeld (UIT).
Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat
de auto door de remregeling tot stilstand is
gebracht.
Het rempedaal werd ingetrapt nadat de auto
door de remregeling tot stilstand is gebracht.
Het stilstaande object bevindt zich niet langer
in de rijrichting van de auto (2 - 4 m naar
voren).
Signaleringsgebied sensoren
Het detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten) ver-
schilt van dat van het sonarsysteem
(Blz. 346).
Daardoor wordt de Parking Support Brake-
functie (voor stilstaande objecten) mogelijk niet
ingeschakeld, ook al signaleert het sonarsys-
teem een stilstaand object en wordt er een waar-
schuwing gegeven.
Stilstaande objecten die niet door de senso-
ren worden gesignaleerd
De volgende stilstaande objecten worden
mogelijk niet door de sensoren gesignaleerd.
Objecten zoals mensen, doeken en sneeuw
die geluidsgolven slecht reflecteren. (Met
name mensen die bepaalde soorten kleding
dragen worden mogelijk niet gesignaleerd.)
Objecten die niet loodrecht op de grond
staan, objecten die niet in een rechte hoek ten
opzichte van de rijrichting van de auto staan,
ongelijkmatige of golvende objecten
Lage objecten
Dunne objecten zoals draden, hekken, tou-
wen en palen van verkeersborden
Objecten die zich extreem dicht bij de bum-
per bevinden
Zeer hoekige objecten
Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uit-
steekt in de richting van uw auto
Situaties waarin de Parking Support Brake-
functie (voor stilstaande objecten) mogelijk
niet werkt
Wanneer gereden wordt met de selectiehendel
in stand N
Situaties waarin het systeem mogelijk werkt,
zelfs als er geen kans op een aanrijding is
In de onderstaande situaties werkt het systeem
mogelijk, zelfs als er geen kans op een aanrijding
is.
Omgevingsinvloeden
Er wordt gereden op een smalle weg
Er wordt gereden op een grindweg of in een
gebied waar het gras hoog is
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 353 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
354
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
De auto rijdt richting een spandoek of vlag,
een laaghangende tak of een slagboom (zoals
wordt gebruikt bij spoorwegovergangen,
tolpoortjes en parkeerplaatsen)
Er bevindt zich een stilstaand object aan de
rand van de weg (wanneer er in een smalle
tunnel, over een smalle brug of op een smalle
weg wordt gereden)
Bij fileparkeren
Bij een groef of gat in het wegdek
Wanneer de auto over een metalen afdekking
(rooster) rijdt, zoals gebruikt boven afvoergo-
ten
Er wordt gereden op een steile helling
De sensor wordt bedekt door water als
gevolg van een overstroomde weg
Weersomstandigheden
Er zit ijs, sneeuw, vuil, o.i.d. op de sensor (na
het verwijderen zal het systeem weer normaal
werken)
Zware regenval of een andere oorzaak waar-
door er veel water op uw auto terechtkomt
Bij het rijden onder barre weersomstandighe-
den, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of een
zandstorm
Invloeden veroorzaakt door andere geluids-
golven
Er bevindt zich een bron van ultrasoongolven
in de buurt, zoals een claxon of een sonarsys-
teem van een ander voertuig, een voertuigsig-
naleringssysteem, de motor van een
motorfiets of de luchtremmen van een groot
voertuig
Elektronische onderdelen (zoals een kente-
kenplaat met achtergrondverlichting (met
name fluorescerende), mistlampen, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne) zijn in
de buurt van de sensoren geplaatst
Veranderingen in de auto
De auto staat erg schuin
De hoogte van de auto is drastisch veranderd
als gevolg van belading (de voorzijde wijst
omhoog of omlaag)
De richting van de sensor wijkt af als gevolg
van een aanrijding o.i.d.
Situaties waarin het systeem mogelijk niet
goed werkt
Het systeem werkt in de volgende situaties
mogelijk niet goed.
Omgevingsinvloeden
Tussen uw auto en een ander stilstaand object
dat kan worden gesignaleerd, bevindt zich
een stilstaand object dat niet kan worden
gesignaleerd.
Uw auto wordt plotseling gesneden door een
object, bijvoorbeeld een andere auto, een
motorfiets, een fiets of een voetganger, of een
dergelijk object duikt plotseling van opzij op.
Weersomstandigheden
De omgeving van de sensor is heel heet of
koud
•Het waait hard
Er zit ijs, sneeuw, vuil, o.i.d. op de sensor (na
het verwijderen zal het systeem weer normaal
werken)
Zware regenval of een andere oorzaak waar-
door er veel water op uw auto terechtkomt
Bij het rijden onder barre weersomstandighe-
den, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of een
zandstorm
Invloeden veroorzaakt door andere geluids-
golven
Er bevindt zich een bron van ultrasoongolven
in de buurt, zoals een claxon of een sonarsys-
teem van een ander voertuig, een voertuigsig-
naleringssysteem, de motor van een
motorfiets of de luchtremmen van een groot
voertuig
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 354 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
355
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Elektronische onderdelen (zoals een kente-
kenplaat met achtergrondverlichting (met
name fluorescerende), mistlampen, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne) zijn in
de buurt van de sensoren geplaatst
Veranderingen in de auto
De auto staat erg schuin
De hoogte van de auto is drastisch veranderd
als gevolg van belading (de voorzijde wijst
omhoog of omlaag)
De richting van de sensor wijkt af als gevolg
van een aanrijding o.i.d.
Wanneer “Parking Support Brake Unavaila-
ble” (Parking Support Brake niet beschik-
baar) op het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven en het controlelampje PKSB
OFF knippert
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, vuil, o.i.d. op de
sensor. Als dit gebeurt, verwijder dan het ijs,
de sneeuw, het vuil, e.d. van de sensor om te
zorgen dat het systeem weer normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen mogelijk
een waarschuwingsmelding weergegeven
doordat zich ijs vormt op de sensor en de sen-
sor daardoor mogelijk geen stilstaande objec-
ten signaleert. Zodra het ijs smelt, zal het
systeem weer normaal werken.
Laat de auto nakijken door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige als deze melding ook na
het verwijderen van het vuil van de sensor
wordt weergegeven of wordt weergegeven
wanneer de sensor helemaal niet vuil was.
Mogelijk is het systeem na het verwijderen en
plaatsen van de 12V-accu niet geïnitialiseerd.
Voer de initialisatie van het systeem uit.
Bij het verwijderen en plaatsen van de 12V-
accu
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Het systeem kan worden geïnitialiseerd door
gedurende ten minste 5 seconden recht vooruit
te rijden met een snelheid van ongeveer 35
km/h of hoger.
Wanneer “Parking Support Brake Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (storing in de Parking
Support Brake, ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weergegeven,
het controlelampje PKSB OFF knippert en
de zoemer klinkt
Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat de
auto controleren door een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
WAARSCHUWING
Zorgen dat het systeem goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
met betrekking tot de sensoren in acht
(Blz. 346). Wanneer u deze voorzorgs-
maatregelen niet in acht neemt, werken de
sensoren mogelijk niet goed, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
Breng geen modificaties aan en voer geen
werkzaamheden uit als demonteren of lak-
ken
Gebruik voor vervanging alleen originele
onderdelen
Stel het gebied rondom de sensoren niet
bloot aan krachtige schokken
Beschadig de sensoren niet en houd ze
altijd schoon
Omgaan met de wielophanging
Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging aan, aangezien veranderingen in de
wagenhoogte of de hellingshoek van de auto
ervoor kunnen zorgen dat de sensoren stil-
staande objecten niet juist signaleren, het sys-
teem niet werkt of het systeem onnodig
werkt.
OPMERKING
Onnodige werking voorkomen
Schakel in de volgende gevallen de Parking
Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten) UIT. Het systeem werkt mogelijk,
zelfs als er geen kans op een aanrijding is.
Er wordt een rollenbank o.i.d. gebruikt
voor een controle, enz.
De auto wordt op een schip, vrachtwagen
of ander transportmiddel geladen
De wielophanging is verlaagd of de ban-
den hebben een ander formaat dan de
oorspronkelijk gemonteerde banden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 355 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
356
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Wanneer de begrenzingsregeling hybride-
systeem of de remregeling in werking is,
klinkt de zoemer en wordt een melding
weergegeven op het multi-informatiedis-
play, het head-up display en het scherm
van het navigatie-/multimediasysteem om
de bestuurder te waarschuwen.
Afhankelijk van de situatie werkt de begren-
zingsregeling om hetzij de acceleratie te
begrenzen hetzij het vermogen zo veel moge-
lijk te beperken.
De begrenzingsregeling hybridesys-
teem is in werking (regeling begren-
zing acceleratie)
De begrenzingsregeling hybridesys-
teem is in werking (regeling om het
vermogen zo veel mogelijk te beper-
ken)
De remregeling is in werking
OPMERKING
De hoogte van de auto is drastisch veran-
derd als gevolg van belading (de voorzijde
wijst omhoog of omlaag)
Er is een sleephaak gemonteerd
Bij het wassen van de auto in een wasstraat
Weergave en zoemer voor
begrenzingsregeling
hybridesysteem en remregeling
Situatie
Acceleratie is vanaf een
bepaalde snelheid niet
mogelijk.
Multi-informatie-
display/head-up
display
“Object Detected Accele-
ration Reduced” (Obstakel
gesignaleerd - Acceleratie
beperkt)
Scherm
navigatie-/
multimedia-
systeem
Controlelampje
PKSB OFF Brandt niet
Zoemer
Situatie Er moet harder dan normaal
worden geremd
Multi-informatie-
display/head-up
display
BRAKE! (REMMEN!)
Scherm
navigatie-/
multimedia-
systeem
Controlelampje
PKSB OFF Brandt niet
Zoemer Kort piepsignaal
Situatie Een noodstop is noodzake-
lijk
Multi-informatie-
display/head-up
display
BRAKE! (REMMEN!)
Scherm
navigatie-/
multimedia-
systeem
Controlelampje
PKSB OFF Brandt niet
Zoemer Kort piepsignaal
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 356 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
357
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
De auto is tot stilstand gebracht door
de werking van het systeem
*: Als het gaspedaal niet is ingetrapt, wordt
“Press Brake Pedal” (Trap het rempedaal in)
weergegeven.
Als de Parking Support Brake in werking is
getreden
Als de auto is stilgezet door de werking van de
Parking Support Brake, wordt de Parking Sup-
port Brake uitgeschakeld en gaat het controle-
lampje PKSB OFF branden. Als de Parking
Support Brake onnodig in werking treedt, kan de
remregeling worden geannuleerd door het rem-
pedaal in te trappen of door ongeveer 2 secon-
den te wachten totdat deze automatisch wordt
geannuleerd. Vervolgens kunt u verder rijden
door het gaspedaal in te trappen.
Opnieuw inschakelen van de Parking Sup-
port Brake
Voer een van de onderstaande handelingen uit
om de Parking Support Brake weer in te schake-
len wanneer deze door het systeem is uitgescha-
keld. Op dat moment dooft het controlelampje
PKSB OFF (Blz. 100)
Schakel het PKSB-systeem in (Blz. 350)
Zet het contact UIT en vervolgens AAN
Zet de selectiehendel in stand P
Rijd zonder bedieningsdoelen in de rijrichting
van de auto
Wijzig de rijrichting van de auto
Zoemer Lexus Parking Assist-sensor
Als, ongeacht of de zoemer van de Lexus Par-
king Assist-sensor is ingeschakeld of niet
(Blz. 344), de Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) is ingeschakeld
(Blz. 350) en de sensoren voor en achter een
obstakel signaleren en de remregeling wordt uit-
gevoerd, klinkt de zoemer van het Lexus Parking
Assist Sensor-systeem om de geschatte afstand
tot het obstakel aan te geven.
In het onwaarschijnlijke geval dat de Parking
Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten) per ongeluk in werking treedt op
een kruispunt e.d.
Zelfs in het onwaarschijnlijke geval dat de Par-
king Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten) per ongeluk in werking treedt op een
kruispunt e.d., wordt de remregeling na onge-
veer 2 seconden uitgeschakeld, zodat u verder
kunt rijden en de plek kunt verlaten. Bovendien
wordt de remregeling ook uitgeschakeld als het
rempedaal wordt ingetrapt. Wanneer u het gas-
pedaal weer intrapt, kunt u weer verder rijden en
de plek verlaten.
Situatie
De auto is tot stilstand
gebracht na werking door
de remregeling
Multi-informatie-
display/head-up
display
“Switch to Brake” (Ver-
plaats voet naar rempe-
daal)*
Scherm
navigatie-/
multimedia-
systeem
“Press Brake Pedal” (Trap
het rempedaal in)
Controlelampje
PKSB OFF Brandt
Zoemer Kort piepsignaal
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 357 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
358
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Hoofdschakelaar BSM
Druk op de schakelaar om het systeem in of uit
te schakelen. Als de schakelaar wordt inge-
schakeld, gaat het controlelampje van de scha-
kelaar branden en klinkt de zoemer (auto's met
RCTA). Deze schakelaar is voor zowel de Blind
Spot Monitor-functie als de RCTA-functie.
BSM-indicatoren in de buitenspiegels
Blind Spot Monitor-functie:
Wanneer een auto wordt gesignaleerd in de
dode hoek van de buitenspiegels of van achte-
ren snel de dode hoek nadert, gaat de indicator
in de buitenspiegel aan die zijde branden. Als
de richtingaanwijzerschakelaar wordt bediend
in de richting van de zijde waar een auto wordt
gesignaleerd, gaat de indicator in de buiten-
spiegel knipperen.
RCTA:
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van
rechts of links achter nadert, gaan de indicato-
ren in beide buitenspiegels knipperen.
BSM (Blind Spot Monitor)*
De Blind Spot Monitor gebruikt de
sensoren die in de achterbumper zijn
geplaatst. Het systeem is bedoeld om
de bestuurder te helpen gebieden te
controleren die niet goed zichtbaar
zijn. Het systeem heeft de volgende
twee functies:
De Blind Spot Monitor-functie
Helpt de bestuurder bij het nemen
van de beslissing wanneer van rij-
strook te wisselen
De Rear Crossing Traffic Alert-func-
tie (indien aanwezig)
Helpt de bestuurder bij het achteruit-
rijden
Deze functies maken gebruik van
dezelfde sensoren.
Systeemonderdelen
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 358 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
359
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
RCTA-zoemer (alleen RCTA)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van
rechts of links achter nadert, klinkt een zoemer
vanachter de achterstoel rechts.
Display navigatie-/multimediasysteem
(alleen RCTA)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van
rechts of links achter nadert, wordt het RCTA-
icoon (Blz. 373) voor de desbetreffende
zijde weergegeven.
De zichtbaarheid van de BSM-indicatoren in
de buitenspiegels
Mogelijk zijn de BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels bij fel zonlicht niet goed te zien.
Hoorbaarheid van de RCTA-zoemer
De RCTA-zoemer komt mogelijk moeilijk boven
harde geluiden uit, zoals wanneer het volume
van het audiosysteem hoog staat.
Wanneer “Blind Spot Monitor Unavailable”
(Blind Spot Monitor niet beschikbaar) wordt
weergegeven op het multi-informatiedisplay
Water, sneeuw, modder, enz. hopen zich moge-
lijk op in de buurt rondom de sensor in de bum-
per. (Blz. 370) Wanneer het water, de
sneeuw, de modder, enz. rondom de sensor in de
bumper wordt verwijderd, moet het systeem
weer normaal gaan werken. Ook werkt mogelijk
de sensor niet normaal bij extreem warm of koud
weer.
Wanneer “Blind Spot Monitor System
Malfunction Visit Your Dealer” (Storing in
Blind Spot Monitor-systeem. Ga naar uw
dealer) op het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven
Er zit mogelijk een storing in de sensor of de
spanning is abnormaal. Laat de auto controleren
door een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 359 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
360
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Verklaring bij de Blind Spot Monitor
Voor auto's die in Oekraïne zijn verkocht
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 360 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
361
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Behalve auto's die in Oekraïne zijn verkocht
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 361 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
362
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 362 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
363
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 363 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
364
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 364 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
365
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 365 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
366
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 366 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
367
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 367 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
368
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 368 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
369
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 369 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
370
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
Omgaan met de radarsensor
In de linker- en rechterzijde van de achter-
bumper van de auto wordt respectievelijk één
Blind Spot Monitor-sensor geplaatst. Houd u
aan het volgende om ervoor te zorgen dat de
Blind Spot Monitor goed werkt.
Houd de sensor en het omliggende gebied
op de bumper te allen tijde schoon.
Stel de sensor en de omgeving van de sen-
sor op de bumper niet bloot aan krachtige
schokken. Als de sensor ook maar iets
wordt verplaatst, werkt het systeem moge-
lijk niet meer goed en worden auto's die
binnen het detectiegebied komen mogelijk
niet meer gesignaleerd. Als de sensor of de
omgeving van de sensor aan krachtige
schokken is blootgesteld, moet het desbe-
treffende gedeelte van de auto altijd wor-
den gecontroleerd door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Neem de sensor niet uit elkaar.
Monteer geen accessoires op de sensor of
het omliggende gebied op de bumper en
plak er geen stickers op.
Breng geen wijzigingen aan de sensor of
het omliggende gebied op de bumper aan.
Breng geen andere kleur lak dan een offi-
ciële Lexus-kleur aan op de achterbumper.
Neem contact op met een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de radarsensor
moet worden vervangen.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 370 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
371
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
De Blind Spot Monitor-functie maakt
gebruik van radarsensoren om auto's te
signaleren die in een aangrenzende rij-
strook rijden in het gebied dat niet in de
buitenspiegel is te zien (de dode hoek) en
brengt de bestuurder hiervan op de
hoogte via de BSM-indicator in de buiten-
spiegel.
De detectiegebieden van de Blind
Spot Monitor-functie
Hieronder staan de gebieden aangegeven
waarin auto's kunnen worden gesigna-
leerd.
Het detectiegebied reikt tot:
Ongeveer 3,5 m vanaf de zijkant van
de auto
De eerste 0,5 m vanaf de zijkant van de auto
bevindt zich buiten het detectiegebied
Ongeveer 3 m achter de achterbum-
per
Ongeveer 1 m vóór de achterbumper
De Blind Spot Monitor-functie werkt wan-
neer
De hoofdschakelaar BSM is ingeschakeld
De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 16 km/h.
De Blind Spot Monitor-functie signaleert
een auto wanneer
Een auto in een aangrenzende rijstrook uw
auto inhaalt.
Een andere auto binnen het detectiegebied
komt wanneer deze van rijstrook wisselt.
U haalt een auto in een aangrenzende rij-
strook langzaam in.
Omstandigheden waaronder de Blind Spot
Monitor-functie een auto niet signaleert
De Blind Spot Monitor-functie is niet ontworpen
om de volgende typen voertuigen en/of objec-
ten te signaleren:
Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers,
enz.*
Tegemoetkomende auto's
Vangrails, muren, bebording, geparkeerde
auto's en vergelijkbare stilstaande objecten*
Auto's achter u die op dezelfde rijstrook rij-
den*
Auto's die 2 rijstroken van uw auto verwijderd
zijn*
Auto's die snel door uw auto worden inge-
haald*
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er
mogelijk een auto en/of object gesignaleerd.
Omstandigheden waaronder de Blind Spot
Monitor-functie mogelijk niet goed werkt
In de volgende gevallen signaleert de Blind
Spot Monitor-functie auto's mogelijk niet cor-
rect:
Als de sensor niet goed is uitgelijnd doordat
de sensor of de omgeving ervan is blootge-
steld aan hevige schokken
Wanneer de sensor of de omgeving ervan op
de achterbumper is bedekt door modder,
sneeuw of ijs of wanneer er een sticker op is
geplakt
Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg
van slecht weer, zoals zware regenval,
sneeuw, of mist
Wanneer meerdere auto's naderen met
slechts weinig ruimte tussen elke auto
De Blind Spot Monitor-functie
A
B
C
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 371 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
372
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen
uw auto en een auto achter u
Bij een duidelijk verschil in snelheid tussen uw
auto en de auto die binnen het detectiegebied
komt
Wanneer het snelheidsverschil tussen uw auto
en een andere auto verandert
Wanneer een auto het detectiegebied bin-
nenkomt met ongeveer dezelfde snelheid als
uw auto
Wanneer uw auto vanuit stilstand wegrijdt,
blijft een auto in het detectiegebied
Bij het op- en afrijden van opeenvolgende
steile hellingen, zoals heuvels, dalingen in de
weg, enz.
Bij het rijden op wegen met scherpe bochten,
opeenvolgende bochten of oneffenheden
Wanneer de rijstroken breed zijn of wanneer
op de rand van een rijstrook wordt gereden
en de auto op een aangrenzende rijstrook ver
van uw auto vandaan is
Bij het rijden met een aanhangwagen (auto's
met trekhaakpakket)
Wanneer voorwerpen zoals een fietsendra-
ger op de achterzijde van de auto zijn gemon-
teerd
Bij een duidelijk verschil in hoogte tussen uw
auto en de auto die binnen het detectiegebied
komt
Direct nadat de Blind Spot Monitor-functie is
ingeschakeld
In de volgende gevallen is de kans dat de
Blind Spot Monitor-functie onnodig een auto
en/of object signaleert groter:
Als de sensor niet goed is uitgelijnd doordat
de sensor of de omgeving ervan is blootge-
steld aan hevige schokken
Wanneer de afstand tussen uw auto en een
vangrail, muur, enz. die het detectiegebied
binnenkomt kort is
Bij het op- en afrijden van opeenvolgende
steile hellingen, zoals heuvels, dalingen in de
weg, enz.
Wanneer de rijstroken smal zijn of wanneer
op de rand van een rijstrook wordt gereden
en een auto die op een andere dan de aan-
grenzende rijstroken rijdt het detectiegebied
binnenkomt
Bij het rijden op wegen met scherpe bochten,
opeenvolgende bochten of oneffenheden
Als de banden slippen of spinnen
Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen
uw auto en een auto achter u
Wanneer een fietsendrager of een ander
accessoire op de achterzijde van de auto is
gemonteerd
Bij het rijden met een aanhangwagen (auto's
met trekhaakpakket)
WAARSCHUWING
Waarschuwingen met betrekking tot het
gebruik van het systeem
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor
een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en houd
rekening met de omgeving.
De Blind Spot Monitor-functie is een aanvul-
lend systeem dat de bestuurder waarschuwt
voor een auto in de dode hoek. Vertrouw niet
blindelings op de Blind Spot Monitor-functie.
De functie kan niet beoordelen of u veilig van
rijstrook kunt wisselen. Wanneer u alleen op
de functie vertrouwt, kunnen zich ongevallen
voordoen die tot ernstig letsel kunnen leiden.
Afhankelijk van de omstandigheden werkt het
systeem mogelijk niet goed. Daarom dient de
bestuurder altijd zelf visueel de veiligheid te
controleren.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 372 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
373
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
De RCTA werkt wanneer de achteruitversnelling is ingeschakeld. Hij kan andere auto's sig-
naleren die van rechts of links achter naderen. Ze maakt gebruik van radarsensoren om de
bestuurder te waarschuwen voor de aanwezigheid van andere auto's: de BSM-indicatoren
in de buitenspiegels gaan knipperen en er klinkt een zoemer.
Naderende auto's
Detectiegebieden
Weergave RCTA-icoon (indien aan-
wezig)
Wanneer een voertuig wordt gesignaleerd
die van rechts of links achter nadert, wordt
het volgende weergegeven op het scherm
van het navigatie-/multimediasysteem.
Lexus Parking Assist Monitor
Er nadert een voertuig van links of rechts
achter
Panoramic View Monitor
Er nadert een voertuig van links of rechts
achter
RCTA (indien aanwezig)
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 373 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
374
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Detectiegebieden RCTA
Hieronder staan de gebieden aangegeven waarin auto's kunnen worden gesignaleerd.
Om ervoor te zorgen dat de bestuurder een
consistente reactietijd heeft, kan de zoemer een
waarschuwing geven voor snellere auto's die
verder weg zijn.
Bijvoorbeeld:
De RCTA werkt wanneer:
De hoofdschakelaar BSM is ingeschakeld.
De selectiehendel in stand R staat.
De rijsnelheid lager is dan ongeveer 8 km/h.
De rijsnelheid van de naderende auto tussen
ongeveer 8 km/h en 28 km/h ligt.
Omstandigheden waaronder de RCTA een
auto niet signaleert
De RCTA is niet ontworpen om de volgende
typen voertuigen en/of objecten te signaleren.
Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers,
enz.*
Voertuigen die van direct achter de auto
naderen*
Vangrails, muren, bebording, geparkeerde
auto's en vergelijkbare stilstaande objecten*
Voertuigen die van de auto af bewegen
Voertuigen die naderen vanuit parkeerruim-
tes naast uw auto*
Voertuigen die achteruit inparkeren in de par-
keerruimtes naast uw auto*
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er
mogelijk een auto en/of object gesignaleerd.
Omstandigheden waaronder de RCTA
mogelijk niet goed werkt
De RCTA-functie signaleert andere auto's
mogelijk niet goed onder de volgende omstan-
digheden:
Onder slechte weersomstandigheden, bij-
voorbeeld bij zware regenval, mist en sneeuw
Wanneer er ijs of modder e.d. op de achter-
bumper zit
Wanneer er continu meerdere auto's naderen
Parkeren onder een kleine hoek
Wanneer een auto met hoge snelheid nadert
Bij het achteruitrijden op een helling met een
grote verandering in het hellingspercentage
Naderende
auto Snelheid
Afstand
waarschuwing
(bij
benadering)
Snel 28 km/h
(18 mph) 20 m (65 ft.)
Langzaam 8 km/h
(5 mph) 5,5 m (18 ft.)
A
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 374 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
375
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Bij het onder een scherpe hoek achteruit uit-
rijden van een parkeerplaats
Bij het parkeren op een steile helling, zoals op
een heuvel, een daling in de weg, enz.
Direct nadat de hoofdschakelaar BSM is inge-
schakeld
Direct nadat het hybridesysteem is gestart
met ingeschakelde hoofdschakelaar BSM
Voertuigen die niet kunnen worden waarge-
nomen door de sensoren als gevolg van
obstakels
Onder de volgende omstandigheden is de
kans dat de RCTA onnodig een voertuig en/of
object signaleert groter:
Wanneer een voertuig uw auto van opzij pas-
seert
Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een
straat en er auto's over die straat rijden
Wanneer de afstand tussen uw auto en meta-
len objecten, zoals een vangrail, muur, ver-
keersbord of geparkeerd voertuig, die
mogelijk elektrische golven richting de ach-
terzijde van de auto reflecteren, kort is
WAARSCHUWING
Waarschuwingen met betrekking tot het
gebruik van het systeem
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor
een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en houd
rekening met de omgeving.
De RCTA dient slechts ter ondersteuning,
vertrouw daarom niet uitsluitend op dit sys-
teem. Ook bij gebruik van de RCTA dient de
bestuurder altijd voorzichtig te zijn bij het
achteruitrijden. U dient als bestuurder zelf de
omgeving achter uw auto visueel te controle-
ren en voordat u achteruitrijdt te controleren
of zich geen voetgangers, andere voertuigen,
enz. achter de auto bevinden. Het niet in acht
nemen van de voorzorgsmaatregelen kan
resulteren in ernstig letsel.
Afhankelijk van de omstandigheden werkt het
systeem mogelijk niet goed. Daarom dient de
bestuurder altijd zelf visueel de veiligheid te
controleren.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 375 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
376
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Auto's zonder Adaptive Variable Sus-
pension-systeem
1Normale modus
Voo r n o rm aa l g eb r ui k.
Druk op de schakelaar om de rijmodus te wijzi-
gen naar de normale modus wanneer de ECO-
modus of de sportmodus is geselecteerd.
2ECO-modus
In vergelijking met de normale modus komt het
koppel bij het intrappen van het gaspedaal min-
der snel beschikbaar, wordt de aircowerking
beperkt (verwarming/koeling) en wordt het rij-
gedrag aangepast voor een zo laag mogelijk
brandstofverbruik.
Wanneer de ECO-modus niet is geselecteerd
en de rijmodusselectieschakelaar naar links
wordt gedraaid, gaat het controlelampje ECO
op het multi-informatiedisplay branden.
3Sportmodus
Helpt de acceleratierespons door het hybride-
systeem, de transmissie en de stuurinrichting te
regelen. Geschikt voor wanneer een nauwkeu-
rig rijgedrag gewenst is, bijvoorbeeld bij rijden
op bergwegen.
Wanneer de sportmodus niet is geselecteerd
en de rijmodusselectieschakelaar naar rechts
wordt gedraaid, gaat het controlelampje
“Sport” op het multi-informatiedisplay branden.
Auto's met Adaptive Variable Suspen-
sion-systeem
1Normal-/Custom-modus
Druk op de schakelaar en selecteer de Normal-
of Custom-modus. Telkens wanneer de schake-
laar wordt ingedrukt, wijzigt de rijmodus tussen
de Normal-modus en de Custom-modus. Wan-
neer de aangepaste modus wordt geselec-
teerd, gaat het controlelampje “Custom”
branden.
Rijmodusselectieschakelaar
De rijmodi kunnen worden geselec-
teerd overeenkomstig de rijomstandig-
heden.
Selecteren van een rijmodus
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 376 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
377
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Wanneer de ECO-modus of de sportmodus is
geselecteerd en op de schakelaar wordt
gedrukt, gaat het systeem over op de Normal-
modus. Druk op de schakelaar om de rijmodus
te wijzigen naar de Normal-modus wanneer de
ECO-modus of de sportmodus is geselecteerd.
De Custom-modus kan worden ingesteld op
het scherm van het navigatiesysteem of multi-
mediasysteem.
•Normal-modus
Geschikt voor het rijden in de stad; zorgt voor
een laag brandstofverbruik, weinig geluid en
een soepel rijgedrag.
Custom-modus
In deze modus kunnen de regeling van de aan-
drijflijn, de regeling van het chassis en de airco-
werking aan de persoonlijke smaak worden
aangepast.
De instellingen van de Custom-modus kunnen
alleen worden gewijzigd met de Remote Touch.
(Blz. 394)
2ECO-modus
In vergelijking met de Normal-modus komt het
koppel bij het intrappen van het gaspedaal min-
der snel beschikbaar, wordt de aircowerking
beperkt (verwarming/koeling) en wordt het rij-
gedrag aangepast voor een zo laag mogelijk
brandstofverbruik.
Wanneer de ECO-modus niet is geselecteerd
en de rijmodusselectieschakelaar naar links
wordt gedraaid, gaat het controlelampje ECO
op het multi-informatiedisplay branden.
3Sportmodus
•Modus SPORT S
Helpt de acceleratierespons door het hybride-
systeem en de transmissie te regelen. Geschikt
voor wanneer krachtige acceleratie gewenst is.
Wanneer de modus SPORT S niet is geselec-
teerd en de rijmodusselectieschakelaar naar
rechts wordt gedraaid, gaat het controlelampje
SPORT S op het multi-informatiedisplay bran-
den.
Modus SPORT S+
Zorgt voor een superieure voertuigstabiliteit
door gelijktijdig de stuurinrichting en de wielop-
hanging te regelen alsmede het hybridesys-
teem en de transmissie. Geschikt voor een
sportieve rijstijl.
Wanneer de modus SPORT S is geselecteerd
en de rijmodusselectieschakelaar naar rechts
wordt gedraaid, gaat het controlelampje Sport
S+ op het multi-informatiedisplay branden.
Werking van de airconditioning in de ECO-
modus
De ECO-modus regelt het verwarmen/koelen
en de aanjagersnelheid van het airconditio-
ningsysteem om brandstof te besparen. Stel de
aanjagersnelheid af of schakel de ECO-modus
uit om de prestaties van de airconditioning te
verbeteren.
ECO-modus of sportmodus uitschakelen
Selecteren van een andere rijmodus. De
sportmodus wordt bovendien automatisch
uitgeschakeld wanneer het contact UIT wordt
gezet.
De Normal-modus en de ECO-modus wor-
den niet automatisch uitgeschakeld totdat een
andere rijmodus wordt geselecteerd, zelfs
niet als het contact UIT wordt gezet.
Inschakelen van de ASC (Active Sound
Control)
Als de ASC is ingeschakeld, klinkt een elektro-
nisch geluid als de modus SPORT S+ is geselec-
teerd.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
U kunt de Custom-modus wijzigen. (Systemen
met mogelijkheden voor persoonlijke voor-
keursinstellingen: Blz. 557)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 377 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
378
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Als “Exhaust Filter Full See Owner’s
Manual” (Uitlaatgasfiltersysteem vol, zie
handleiding) op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven
Deze melding wordt mogelijk weergegeven
wanneer de auto tijdens het rijden zwaar
wordt belast terwijl roetdeeltjes zich opho-
pen.
Het vermogen van het hybridesysteem
(motortoerental) wordt beperkt bij een
bepaalde hoeveelheid roetdeeltjes. Er kan
echter nog met de auto worden gereden, ten-
zij het motorcontrolelampje gaat branden.
Roetdeeltjes hopen zich sneller op wanneer
er regelmatig korte ritten worden gereden
met de auto, wanneer er met lage snelheden
wordt gereden of als het hybridesysteem
regelmatig wordt gestart in een extreem
koude omgeving. Overmatige ophoping van
roetdeeltjes kan worden voorkomen door
periodiek lange afstanden te rijden waarbij
het gaspedaal af en toe wordt losgelaten,
zoals bij het rijden op autowegen en snelwe-
gen.
Als het motorcontrolelampje gaat branden
of “Hybrid system malfunction Reduced
Output Power Visit Your Dealer” (Storing in
hybridesysteem, gereduceerd uitgangsver-
mogen, ga naar uw dealer) wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay
De hoeveelheid opgehoopte roetdeeltjes heeft
een bepaald niveau overschreden. Laat de auto
onmiddellijk controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
GPF-systeem
(benzineroetfilter)*
Het benzineroetfiltersysteem verza-
melt met behulp van een uitlaatgasfil-
ter roetdeeltjes in de uitlaatgassen.
Het systeem werkt om het filter auto-
matisch te regenereren, afhankelijk
van de voertuigcondities.
OPMERKING
Voorkomen dat het benzineroetfiltersys-
teem niet goed werkt
Gebruik geen andere brandstof dan het
voorgeschreven type brandstof
Breng geen wijzigingen aan de uitlaatpijp
aan
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 378 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
379
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
ECB (elektronisch geregeld remsys-
teem)
Het elektronisch geregelde remsysteem
genereert remkracht overeenkomstig de
bediening van de remmen.
ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voor-
komen bij plotseling remmen of remmen
op een glad wegdek
Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat
het rempedaal is ingetrapt als het systeem
oordeelt dat er sprake is van een noodstop
VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder con-
trole te houden bij uitwijkmanoeuvres en
het nemen van bochten op een glad weg-
dek.
VSC+ (Vehicle Stability Control +)
Coördineert de werking van ABS-, TRC-,
VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres op
een glad wegdek door de stuurcom-
mando's aan te passen.
Trailer Sway Control
Helpt de bestuurder om de aanhangwa-
gen weer onder controle te krijgen door
op afzonderlijke wielen remdruk uit te
oefenen en het aandrijfkoppel te vermin-
deren wanneer wordt gesignaleerd dat de
aanhangwagen slingert.
TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behou-
den blijft en voorkomt dat de aandrijvende
wielen gaan doorslippen bij het wegrijden
met de auto of bij het accelereren op
gladde wegen
Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt door rem-
regeling uit te oefenen op de wielen aan de
binnenzijde wanneer tijdens het rijden in
een bocht wordt geprobeerd te accelere-
ren
Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achteruit
rolt bij helling op wegrijden
EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het ronddraaien
van het stuurwiel te verminderen
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties tij-
dens het rijden te verbeteren is uw auto
uitgerust met de volgende systemen
die automatisch in werking treden als
de omstandigheden daar om vragen.
Houd er echter rekening mee dat dit
aanvullende systemen zijn en vertrouw
niet in al te sterke mate op deze syste-
men als u de auto bedient.
Overzicht van de ondersteunende
systemen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 379 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
380
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
E-Four (indien aanwezig)
Elektronisch on-demand AWD-systeem.
Schakelt afhankelijk van de rijomstandig-
heden automatisch van voorwielaandrij-
ving naar vierwielaandrijving (AWD), wat
bijdraagt aan betrouwbaar rijgedrag en
stabiliteit. Voorbeelden van omstandighe-
den waaronder het systeem overschakelt
op AWD zijn het nemen van bochten, heu-
velopwaarts rijden, wegrijden of accelere-
ren en als het wegoppervlak glad is ten
gevolge van sneeuw, regen, enz.
AVS (Adaptive Variable Suspension-
systeem) (indien aanwezig)
De dempingskracht van de schokdempers
van elk van de 4 wielen wordt onafhanke-
lijk geregeld overeenkomstig de weg- en
rijomstandigheden. Hierdoor vergroot dit
systeem het rijcomfort met een superieure
voertuigstabiliteit en wordt gezorgd voor
een stabiele wegligging. Als de modus
Sport S+ is geselecteerd met de rijmodus-
selectieschakelaar, is de dempingskracht
geschikter voor sportief rijden.
(Blz. 376)
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig)
Blz. 299
Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt inge-
trapt, gaan de remlichten automatisch
knipperen om het achteropkomende ver-
keer te waarschuwen.
BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan-
wezig)
Blz. 358
Als de TRC/VSC/ABS/Trailer Sway Control
in werking is
Het controlelampje Traction Control knippert
wanneer de TRC/VSC/ABS/Trailer Sway Con-
trol in werking is.
Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in modder
of sneeuw, kan het TRC-systeem het aandrijfver-
mogen van het hybridesysteem naar de wielen
beperken. Als u op drukt om het systeem uit
te schakelen, kunt u de auto waarschijnlijk
gemakkelijker los krijgen door te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door snel in te
drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned Off” (Traction Control
uitgeschakeld) wordt op het multi-informatiedis-
play weergegeven. Druk nogmaals op om
het systeem weer in te schakelen.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 380 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
381
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Uitschakelen van de TRC, VSC en Trailer
Sway Control
Schakel de TRC, VSC en Trailer Sway Control
uit door langer dan 3 seconden ingedrukt
te houden terwijl de auto stilstaat. Het controle-
lampje VSC OFF gaat branden en de melding
“Traction Control Turned Off” (Traction Control
uitgeschakeld) wordt op het multi-informatiedis-
play weergegeven.* Druk nogmaals op om
het systeem weer in te schakelen.
*: Bij auto's met het Pre-Crash Safety-systeem
worden ook de Pre-Crash Brake Assist en het
Pre-Crash Brake-systeem uitgeschakeld. Het
waarschuwingslampje PCS gaat branden en
de melding wordt op het multi-informatiedis-
play weergegeven. (Blz. 306)
Wanneer de melding wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay dat de TRC is uit-
geschakeld, zelfs al is niet ingedrukt
TRC is tijdelijk uitgeschakeld. Als de melding
niet verdwijnt, neem dan contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt
worden door de ABS-, Brake Assist-, VSC-,
Trailer Sway Control-, TRC- en Hill Start
Assist Control-systemen
Het is mogelijk dat u tijdens het starten van
het hybridesysteem of bij het wegrijden een
geluid in de motorruimte hoort wanneer het
rempedaal herhaaldelijk wordt ingetrapt. Dit
duidt niet op een storing in een van deze sys-
temen.
De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen als bovenstaande systemen in wer-
king zijn. Geen van deze verschijnselen duidt
op een storing.
Er kunnen trillingen gevoeld worden in de
carrosserie en de stuurinrichting.
Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan
het geluid van een elektromotor hoorbaar
zijn.
Werkingsgeluiden ECB
In de volgende gevallen zijn mogelijk werkings-
geluiden van de ECB te horen. Dit duidt echter
niet op een storing.
Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte die
zich voordoen wanneer het rempedaal wordt
bediend.
Wanneer het bestuurdersportier wordt
geopend, kan aan de voorzijde van de auto
een geluid hoorbaar zijn dat afkomstig is van
het remsysteem.
Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte die
zich voordoen wanneer nadat na het uitscha-
kelen van het hybridesysteem een of twee
minuten zijn verstreken.
Geluiden en trillingen tijdens de werking van
de Active Cornering Assist
Tijdens de werking van de Active Cornering
Assist kunnen geluiden en trillingen vanuit het
remsysteem worden waargenomen, maar deze
duiden niet op een storing.
Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het
geluid van een elektromotor (zoemend geluid)
hoorbaar zijn.
Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Gereduceerde bekrachtiging door het EPS-
systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-sys-
teem wordt gereduceerd om het systeem tegen
oververhitting te beschermen als er gedurende
langere tijd veel stuurbewegingen worden uitge-
voerd. Hierdoor kan de besturing zwaar aanvoe-
len. Probeer als dat het geval is minder frequent
te sturen of breng de auto tot stilstand en schakel
het hybridesysteem UIT. Het EPS-systeem moet
binnen 10 minuten weer normaal werken.
Automatisch opnieuw inschakelen van de
TRC, de Trailer Sway Control en het VSC-
systeem
Als de TRC, de Trailer Sway Control en het
VSC-systeem zijn uitgeschakeld, worden deze
automatisch opnieuw ingeschakeld in de vol-
gende situaties:
Als het contact UIT wordt gezet
Als alleen het TRC-systeem is uitgeschakeld,
wordt de TRC weer ingeschakeld zodra de rij-
snelheid toeneemt. Als zowel het TRC- als het
VSC-systeem is uitgeschakeld, worden deze
niet automatisch weer ingeschakeld als de rij-
snelheid toeneemt.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 381 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
382
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Werkingsvoorwaarden van de Active Cor-
nering Assist
Het systeem werkt wanneer het volgende zich
voordoet.
De TRC/VSC kan in werking treden
De bestuurder probeert tijdens het rijden in
een bocht te accelereren
Het systeem signaleert dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt
Het rempedaal wordt losgelaten
Voorwaarden voor werking Hill Start Assist
Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt
voldaan, werkt de Hill Start Assist Control:
De selectiehendel staat in een andere stand
dan P of N (bij het vooruit/achteruit bergop
wegrijden)
De auto staat stil
Het gaspedaal wordt niet ingetrapt
De parkeerrem is niet geactiveerd
Automatisch uitschakelen van Hill Start
Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
De selectiehendel staat in stand P of N
Het gaspedaal wordt ingetrapt
De parkeerrem wordt geactiveerd
Er zijn maximaal 2 seconden verstreken nadat
het rempedaal is losgelaten.
Voorwaarden voor werking noodstopsignaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan, werkt het noodstopsignaal:
De alarmknipperlichten zijn uit.
De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55
km/h.
Het systeem oordeelt op basis van de decele-
ratie van de auto dat het om een noodstop
gaat.
Automatisch uitschakelen van noodstopsig-
naal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende situa-
ties uitgeschakeld:
De alarmknipperlichten worden ingescha-
keld.
Het systeem oordeelt op basis van de decele-
ratie van de auto dat het niet om een nood-
stop gaat.
WAARSCHUWING
Het ABS werkt niet effectief als
De maximale grip van de banden over-
schreden wordt (bijvoorbeeld versleten
banden op een weg die bedekt is met
sneeuw).
Er sprake is van aquaplaning bij hoge snel-
heid op een nat of glad wegdek.
De remweg met ABS in werking kan lan-
ger zijn dan onder normale omstandighe-
den
Het ABS is niet ontworpen om de remweg
van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met name
in de volgende gevallen:
Als wordt gereden op wegen met grind,
zand en dergelijke, of op besneeuwde
wegen
Als wordt gereden met sneeuwkettingen
Als wordt gereden op slechte wegen
Als wordt gereden over wegen met diepe
gaten of andere grote oneffenheden
De TRC/VSC werkt mogelijk niet effec-
tief als
Het insturen van de juiste richting en het
overbrengen van de aandrijfkracht kunnen op
een gladde weg niet onder alle omstandighe-
den gerealiseerd worden, zelfs niet als het
TRC/VSC-systeem in werking is. Rijd voor-
zichtig met de auto onder omstandigheden
waarbij de stabiliteit en de aandrijfkracht ver-
loren kunnen gaan.
De Active Cornering Assist werkt niet
effectief als
Vertrouw niet alleen op de Active Corne-
ring Assist. De Active Cornering Assist
werkt mogelijk niet effectief bij het accele-
reren op een helling of bij het rijden op een
glad wegdek.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 382 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
383
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
Wanneer de Active Cornering Assist vaak
in werking is getreden, wordt de werking
ervan mogelijk tijdelijk gestopt om een
goede werking van de remmen, TRC en
VSC te garanderen.
De Hill Start Assist Control werkt niet
effectief wanneer
Ver trouw nie t uitslui tend op de Hill Start
Assist Control. De Hill Start Assist Control
werkt mogelijk niet effectief op steile hellin-
gen en op met ijs bedekte wegen.
In tegenstelling tot de parkeerrem is de Hill
Start Assist Control niet bedoeld om de
auto gedurende langere tijd op zijn plaats
te houden. Gebruik de Hill Start Assist
Control niet om de auto op een helling op
zijn plaats te houden omdat dat kan leiden
tot een ongeval.
Als de TRC/het ABS/de VSC/de Trailer
Sway Control in werking is
Het controlelampje Traction Control knip-
pert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos rijge-
drag kan leiden tot ongevallen. Wees
bijzonder voorzichtig als het controlelampje
knippert.
Als de TRC/VSC/Trailer Sway Control is
uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid
aan de conditie van het wegdek aan. Schakel
de TRC/VSC/Trailer Sway Control alleen in
geval van nood uit, aangezien deze systemen
zorg dragen voor de voertuigstabiliteit en het
aandrijfvermogen. Trailer Sway Control is
onderdeel van het VSC-systeem en werkt
niet als het VSC is uitgeschakeld of een sto-
ring heeft.
Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben, van hetzelfde merk zijn en hetzelfde
profiel en draagvermogen hebben. Contro-
leer verder of alle banden de aanbevolen
spanning hebben. Het ABS, de TRC, de Trai-
ler Sway Control en de VSC werken niet
goed als er verschillende banden onder de
auto gemonteerd zijn. Neem contact op met
een erkende Lexus-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige voor meer
informatie over het vervangen van de wielen
of banden.
Omgaan met banden en wielophanging
Problemen met de banden of wijzigingen aan
de wielophanging hebben een negatief effect
op de ondersteunende systemen en kunnen
een storing veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen met betrekking
tot Trailer Sway Control
Het Trailer Sway Control-systeem kan het
slingeren van de aanhangwagen niet in alle
gevallen verminderen. Afhankelijk van
diverse factoren, waaronder de staat van de
auto, de aanhangwagen, het wegoppervlak
en de omgeving waarin wordt gereden, kan
het Trailer Sway Control-systeem minder
goed werken. Raadpleeg de handleiding van
uw aanhangwagen voor meer informatie over
het op de juiste wijze trekken van uw aan-
hangwagen.
Als de aanhangwagen slingert
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan resulteren in ernstig
letsel.
Pak het stuurwiel stevig vast. Blijf rechtuit
sturen. Probeer de aanhangwagen niet
onder controle te krijgen door aan het
stuurwiel te draaien.
Laat het gaspedaal onmiddellijk maar zeer
geleidelijk los om snelheid te minderen. Ga
niet harder rijden. Rem niet.
Als u geen extreme correcties uitvoert met
sturen of remmen, zullen uw auto en de aan-
hangwagen stabiliseren. (Blz. 379)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 383 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
384
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Bij gebruik van de ECO-modus kan het
koppel dat correspondeert met de mate
waarin het gaspedaal wordt ingetrapt
geleidelijker worden afgegeven dan onder
normale omstandigheden. Bovendien
wordt de werking van de airconditioning
(verwarmen/koelen) geminimaliseerd
zodat er minder brandstof verbruikt wordt.
(Blz. 376)
Milieubewust rijden is mogelijk door de
naald van de hybridesysteemindicator bin-
nen de Eco-zone te houden. (Blz. 105)
Zet de selectiehendel in stand D als u moet
wachten bij een verkeerslicht of als u in
druk verkeer rijdt. Selecteer stand P wan-
neer de auto geparkeerd wordt. Als u
stand N gebruikt, is er geen positief effect
op het brandstofverbruik. In stand N werkt
de benzinemotor, maar kan er geen elek-
triciteit worden opgewekt. Ook bij gebruik
van de airconditioning, enz. wordt het ver-
mogen van het batterijpakket (tractiebat-
terij) verbruikt.
Rijd zo vloeiend mogelijk. Voorkom
onnodig snel accelereren en hard rem-
men. Wanneer geleidelijk wordt geac-
celereerd en gedecelereerd, worden
de voordelen van de elektromotor
(tractiemotor) beter benut, zodat het
brandstofverbruik van de benzinemo-
tor lager is.
Voorkom herhaaldelijk accelereren.
Herhaaldelijk accelereren put het bat-
terijpakket (tractiebatterij) uit waar-
door de auto meer brandstof verbruikt.
Het batterijpakket kan worden opgela-
den door tijdens het rijden het gaspe-
daal iets te laten opkomen.
Rem rustig en tijdig. Er kan meer elektri-
sche energie worden geregenereerd tij-
dens het decelereren.
Herhaaldelijk accelereren en decelereren
en ook langdurig wachten bij verkeerslich-
ten veroorzaakt een hoog brandstofver-
bruik. Raadpleeg de verkeersberichten en
vermijd files zo veel mogelijk. Laat, als u in
een file komt te staan, het rempedaal gelei-
delijk opkomen zodat de auto zachtjes
vooruitrijdt en vermijd overmatig gebruik
van het gaspedaal. Dit helpt het benzine-
verbruik te beperken.
Rijden met een hybrideauto
Besteed aandacht aan de volgende
punten om zuinig en milieuvriendelijk
te rijden:
Gebruik van de ECO-modus
Gebruik van de
hybridesysteemindicator
Bedienen van de selectiehendel
Bedienen van het
gaspedaal/rempedaal
Bij het remmen
Files
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 384 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
385
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Rijd met een constante snelheid. Neem als
u ergens moet stoppen de tijd voor het los-
laten van het gaspedaal en trap rustig het
rempedaal in. Er kan meer elektrische
energie worden geregenereerd tijdens het
decelereren.
Maak alleen gebruik van de airconditio-
ning als dat nodig is. Dit helpt het benzine-
verbruik te beperken.
In de zomer: Gebruik bij hoge temperatu-
ren de recirculatiemodus. Dit beperkt de
belasting van de airconditioning en ver-
mindert ook het brandstofverbruik.
In de winter: De benzinemotor wordt pas
automatisch uitgeschakeld als de benzine-
motor en het interieur warm zijn en ver-
bruikt dus brandstof. Het
brandstofverbruik kan worden vermin-
derd door overmatig gebruik van de ver-
warming te vermijden.
Controleer de bandenspanning regelma-
tig. Een onjuiste bandenspanning kan lei-
den tot een hoog brandstofverbruik.
Winterbanden kunnen veel wrijving ver-
oorzaken en kunnen, als ze worden
gebruikt op droge wegen, dus ook een
hoger verbruik veroorzaken. Gebruik ban-
den die geschikt zijn voor het seizoen.
Zware bagage leidt tot een hoger brand-
stofverbruik. Neem geen onnodige
bagage mee. Ook een groot imperiaal
leidt tot een hoger brandstofverbruik.
Opwarmen van de motor is niet nodig,
omdat de benzinemotor als hij koud is
automatisch start en weer wordt uitge-
schakeld. Als vaak korte afstanden worden
gereden, warmt de motor herhaaldelijk op
en ook dat kan leiden tot een hoger brand-
stofverbruik.
Rijden op de snelweg
Airconditioning
Controle van bandenspanning
Bagage
Opwarmen voor het rijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 385 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
386
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-6. Rijtips
4-6.Rijtips
Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn
voor winterse omstandigheden.
Motorolie
Koelvloeistof motor/vermogensregeleen-
heid
Ruitensproeiervloeistof
Laat de toestand van de 12V-accu con-
troleren door een monteur.
Laat vier winterbanden onder uw auto
monteren of schaf een set sneeuwket-
tingen voor de voorwielen aan*.
Controleer of alle banden dezelfde maat heb-
ben en van hetzelfde merk zijn en controleer of
de sneeuwkettingen geschikt zijn voor de ban-
denmaat van uw auto.
*: 225/60R18 banden kunnen niet worden
voorzien van sneeuwkettingen.
Rijden in de winter
Tref voor het aanbreken van de winter
de noodzakelijke voorbereidingen en
voer de benodigde controles uit. Pas
uw rijgedrag altijd aan de actuele
weersomstandigheden aan.
Voorbereiding voor de winter
WAARSCHUWING
Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beperken
de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over het
stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
Gebruik winterbanden met de voorge-
schreven maat.
Zorg ervoor dat de bandenspanning aan
de specificatie voldoet.
Rijd niet harder dan de toegestane snel-
heid of harder dan de snelheidslimiet die
geldt voor de gebruikte winterbanden.
Monteer winterbanden op alle wielen.
Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beperken
de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig let-
sel het gevolg zijn.
Rijd niet harder dan de maximaal toege-
stane snelheid voor de gebruikte sneeuw-
kettingen of niet harder dan 50 km/h,
afhankelijk van welke snelheid de laagste is.
Vermijd het rijden over slechte wegdekken
en over gaten.
Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en schakel-
handelingen die een plotselinge motor-
remwerking veroorzaken.
Minder uw snelheid alvorens een bocht
aan te snijden zodanig, dat u zeker weet
dat de auto bestuurbaar blijft.
Gebruik de LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling) niet (indien aanwezig).
Gebruik het LTA-systeem (Lane Tracing
Assist) niet (indien aanwezig).
OPMERKING
Repareren of vervangen van winterban-
den (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Laat winterbanden repareren of vervangen
door een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige of
door een bandenspecialist. Het verwijderen
en plaatsen van winterbanden heeft namelijk
invloed op de werking van de bandenspan-
ningssensoren en -zenders.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 386 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
387
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-6. Rijtips
Rijden
Voer, afhankelijk van de omstandigheden,
de volgende handelingen uit:
Probeer een vastgevroren ruit niet met
kracht te openen en zet de ruitenwis-
sers niet aan als deze vastgevroren zijn.
Giet warm water over het bevroren
gedeelte om het ijs te laten smelten.
Veeg het water direct weg om te voor-
komen dat het bevriest.
Verwijder de eventueel aanwezige
sneeuw van de luchtinlaten voor de
voorruit om zeker te kunnen zijn van
een juiste werking van de aanjager van
het airconditioningsysteem.
Controleer of er sprake is van ijs- of
sneeuwophopingen op de verlichting
aan de buitenzijde, op het dak, op het
chassis, rond de banden of op de rem-
men, en verwijder deze indien dat het
geval is.
Verwijder sneeuw en modder van de
onderzijde van uw schoenen voordat u
in de auto stapt.
Verhoog de snelheid geleidelijk, houd een
veilige afstand tussen u en uw voorligger
en pas de snelheid aan aan de conditie van
de weg.
Parkeer de auto, zet de selectiehendel
in stand P en zorg dat een van de wielen
wordt geblokkeerd, maar activeer de
parkeerrem niet. De parkeerrem kan
vastvriezen en bij het deactiveren niet
vrij komen. Blokkeer bij het parkeren
van de auto de wielen zonder de par-
keerrem te gebruiken.
Het niet in acht nemen hiervan kan
gevaarlijk zijn omdat de auto onver-
wacht in beweging kan komen, hetgeen
kan leiden tot een ongeval.
Wanneer de parkeerrem in de automatische
modus staat, wordt de parkeerrem gedeacti-
veerd wanneer de selectiehendel in stand P
wordt gezet. (Blz. 265)
Als de auto stilstaat en de remmen
vochtig zijn terwijl de temperatuur laag
is, kunnen de remmen bevriezen.
Controleer als de auto geparkeerd is
zonder de parkeerrem te activeren of
de selectiehendel niet uit stand P kan
worden gezet*.
*: De selectiehendel wordt geblokkeerd als
wordt geprobeerd deze vanuit stand P in een
andere stand te zetten zonder het rempedaal
in te trappen. Als de selectiehendel niet uit
stand P kan worden gezet, kan er een pro-
bleem aanwezig zijn in het schakelblokkeer-
systeem. Laat de auto controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Voordat u met de auto gaat rijden
Tijdens het rijden
Bij het parkeren
WAARSCHUWING
Bij het parkeren
Blokkeer bij het parkeren van de auto de wie-
len zonder de parkeerrem te gebruiken. Als u
de wielen niet blokkeert, kan de auto onver-
wachts in beweging komen, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 387 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
388
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-6. Rijtips
Gebruik de juiste maat sneeuwkettingen.
De maat van de sneeuwkettingen is afge-
stemd op de bandenmaat.
Auto's met 225/65R17 en 235/55R18
banden
Zijketting:
diameter 3 mm
breedte 10 mm
lengte 25 mm
Dwarsketting:
diameter 4 mm
breedte 14 mm
lengte 25 mm
Auto's met 225/60R18 banden
225/60R18 banden kunnen niet worden
voorzien van sneeuwkettingen.
Gebruik in plaats daarvan winterbanden.
De wetgeving met betrekking tot het
gebruik van sneeuwkettingen verschilt per
land en per soort weg. Stel u op de hoogte
van lokale voorschriften alvorens sneeuw-
kettingen te monteren.
Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht bij het monteren en verwijderen van
sneeuwkettingen:
Monteer en verwijder de sneeuwkettingen op
een veilige locatie.
Monteer de sneeuwkettingen uitsluitend op
de voorwielen. Gebruik geen sneeuwkettin-
gen om de achterwielen.
Plaats de sneeuwkettingen zo strak mogelijk
om de voorwielen. Zet de sneeuwkettingen
na 0,5 - 1,0 km opnieuw vast.
Monteer de sneeuwkettingen volgens de
meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Kiezen van sneeuwkettingen
Wetgeving met betrekking tot het
gebruik van sneeuwkettingen
A
B
C
D
E
F
OPMERKING
Sneeuwkettingen monteren (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssys-
teem)
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn,
werken de bandenspanningssensoren en -
zenders mogelijk niet goed.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 388 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
389
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-6. Rijtips
Rijden
Vanwege het specifieke ontwerp heb-
ben terreinauto's een hoger zwaarte-
punt dan gewone personenauto's. Door
dit specifieke ontwerpkenmerk kan
deze categorie auto's eerder over de
kop slaan. Terreinauto's hebben een
aanzienlijk grotere kans om over de kop
te slaan dan andere auto's.
Een vierwielaangedreven auto is niet
ontworpen om bochten met dezelfde
snelheid te nemen als gewone perso-
nenauto's, net als lage sportwagens niet
zijn ontworpen om in het terrein te
presteren. Daarom kan de auto bij
scherpe bochten bij te hoge snelheid
over de kop slaan.
Uw auto is niet specifiek ontworpen voor
het rijden in het terrein. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om proble-
men te voorkomen als het absoluut nood-
zakelijk is in het terrein te rijden.
Rijd alleen in gebieden waar off-road-
auto's mogen rijden.
Respecteer particulier eigendom.
Vraag toestemming aan de eigenaar
voordat u een privéterrein betreedt.
Betreed geen afgesloten gebieden.
Respecteer hekken, afsluitingen en bor-
den die u de toegang ontzeggen.
Blijf op de gebaande paden. Pas, als het
nat is, uw rijtechniek aan of ga langza-
mer rijden om schade aan het terrein te
voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen
bij terreinauto's
Deze auto behoort tot de categorie
auto's die een grotere bodemvrijheid
en een kleinere spoorbreedte hebben
in verhouding tot de hoogte van het
zwaartepunt.
Kenmerken terreinauto's
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen bij terreinauto's
Neem altijd de volgende waarschuwingen in
acht om de kans op ernstig letsel en schade
aan uw auto te voorkomen:
Als een auto over de kop slaat, heeft een
inzittende zonder veiligheidsgordel een
aanzienlijk grotere kans op ernstig letsel
dan een inzittende die wel een veiligheids-
gordel draagt. Alle inzittenden dienen
daarom gebruik te maken van hun gordels.
Vermijd waar mogelijk scherpe bochten en
abrupte manoeuvres.
Het verkeerd bedienen van deze auto kan
resulteren in het verliezen van de controle
over de auto of in het over de kop slaan van
de auto, waardoor zeer ernstig letsel kan
ontstaan.
Door het laden van voorwerpen op het
imperiaal (indien aanwezig) zal het zwaar-
tepunt hoger komen te liggen. Vermijd
hoge snelheden, snel optrekken, het
maken van scherpe bochten, plotseling
remmen en abrupte manoeuvres, om te
voorkomen dat u de controle over de auto
verliest of dat de auto over de kop slaat
door een bedieningsfout.
Matig bij rukwinden altijd uw snelheid.
Door het profiel en het hogere zwaarte-
punt is uw auto gevoeliger voor zijwind dan
een gewone auto. U hebt meer controle
over de auto als u langzamer rijdt.
Rijd niet horizontaal over steile hellingen.
Recht omhoog of recht naar beneden rij-
den wordt aanbevolen. Uw auto (en elke
andere vergelijkbare terreinauto) kan
gemakkelijker opzij omslaan dan voor- of
achterover.
Terreinrijden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 389 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
390
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-6. Rijtips
AWD-uitvoeringen: Vermijd rijden op
zeer steile, gladde wegen en andere
oppervlakken waar de banden hun grip
zouden kunnen verliezen. Uw auto
presteert op deze oppervlakken moge-
lijk niet zo goed als een conventionele
AWD.
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen voor terreinrij-
den
Neem altijd de volgende waarschuwingen in
acht om de kans op ernstig letsel en schade
aan uw auto te voorkomen:
Rijd voorzichtig bij terreinrijden. Neem
geen onnodige risico's door op gevaarlijke
plaatsen te rijden.
Pak de spaken van het stuurwiel niet vast
als u door terrein rijdt. Een plotselinge hob-
bel kan het stuurwiel verdraaien en uw
handen verwonden. Houd beide handen
en vooral de duimen op de buitenkant van
de stuurwielrand.
Controleer altijd de werking van de rem-
men direct na het rijden door zand, mod-
der, water of sneeuw.
Controleer na het rijden door lang gras,
modder, zand, water, enz. of er geen gras,
takken, papier, doeken, stenen, zand, enz.
aan de onderkant zijn blijven hangen of
vastzitten. Verwijder dergelijke onregel-
matigheden van de onderkant van de auto.
Als met de auto wordt gereden terwijl
deze materialen onder de auto vastzitten
of blijven hangen, kan de auto kapot gaan
of kan er brand ontstaan.
Als u over onverharde wegen of door ruw
terrein rijdt, rijd dan niet met hoge snelheid,
spring niet met de auto, maak geen
scherpe bochten, raak geen voorwerpen,
enz. Dit kan ervoor zorgen dat u de con-
trole over de auto verliest of over de kop
slaat, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Bovendien bestaat dan de kans dat er kost-
bare schade ontstaat aan de wielop-
hanging en het chassis van de auto.
OPMERKING
Voorkomen van waterschade
Neem alle veiligheidsmaatregelen in acht om
er zeker van te zijn dat er geen waterschade
aan het batterijpakket (tractiebatterij), het
hybridesysteem of andere onderdelen ont-
staat.
Water in de motorruimte kan ernstige
schade aan het hybridesysteem veroorza-
ken. Water in het interieur kan kortsluiting
veroorzaken in het batterijpakket dat zich
onder de achterstoel bevindt.
Water dat in de hybridetransmissie en de
elektromotor (tractiemotor) achter komt,
beschadigt de transmissie. Het controle-
lampje kan gaan branden en er kan moge-
lijk niet met de auto gereden worden.
Water kan het vet van de wiellagers spoe-
len, roestvorming veroorzaken en zorgen
voor storingen. Het water kan in de trans-
missie terechtkomen, waardoor de sme-
rende eigenschappen van de olie afnemen.
Tijdens het rijden door water
Indien u door water wilt rijden, bijvoorbeeld
bij het oversteken van een beekje, controleer
dan eerst de diepte van het water, de bodem-
gesteldheid en de toegankelijkheid van de
oever aan de overzijde. Rijd langzaam en ver-
mijd diep water.
Controle na terreinrijden
Zand en modder op de remschijven kun-
nen de remcapaciteit nadelig beïnvloeden
en beschadigingen veroorzaken aan
onderdelen van het remsysteem.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 390 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
391
4
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-6. Rijtips
Rijden
OPMERKING
Voer na een dag terreinrijden altijd een
onderhoudsinspectie uit nadat u door ruw
terrein, zand, modder of water hebt gere-
den.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 391 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
392
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
4-6. Rijtips
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 392 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
5
393
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5
Voorzieningen in het interieur
Voorzieningen in
het interieur
5-1. Remote Touch
Remote Touch.....................................394
5-2. Gebruik van de
airconditioning en de
achterruitverwarming
Automatische airconditioning
(auto's met display voor
navigatiesysteem of
multimediasysteem).....................399
Automatische airconditioning
(auto's zonder display voor
navigatiesysteem of
multimediasysteem).....................408
Stuurwielverwarming/
stoelverwarming/
stoelventilatoren..............................413
5-3. Gebruik van de
interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting......416
5-4. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden..................419
Voorzieningen in de
bagageruimte..................................423
5-5. Gebruik van de overige
voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen in
het interieur......................................427
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 393 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
394
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-1. Remote Touch
5-1.Remote Touch
Schakelaars
Uitvoering met 10,3 inch display
Toe ts M A P
Druk op deze toets om de actuele positie van
de auto weer te geven.
Uitvoering met 8 inch display
Toets HOME
Druk op deze toets om het beginscherm weer
te geven.
Toe ts M E N U
Druk op deze toets om het menuscherm weer
te geven.
Te r u g t oe t s
Druk op deze toets om het vorige scherm weer
te geven.
To u c h p a d
Beweeg uw vinger over de touchpad en ver-
plaats de aanwijzer om een functie, letter of
schermtoets te selecteren.
Druk op de touchpad om de geselecteerde
functie, letter of schermtoets in te voeren. Met
bepaalde bewegingen op de touchpad worden
functies uitgevoerd, zoals wijzigen van de
schaal van de kaart en scrollen door lijsten op
het scherm.
Subfunctietoets
Wanneer op het scherm wordt weergege-
ven, kunt u een aan het scherm toegewezen
functiescherm weergeven.
Gebruik van de touchpad
1Selecteren: Raak de touchpad aan om
de gewenste toets op het scherm te
selecteren.
2Invoeren: De schermtoetsen kunnen
worden geselecteerd door op de
touchpad te drukken of te dubbeltik-
ken. Zodra een toets wordt geselec-
teerd, wordt een ander scherm
weergegeven.
Bediening door aanraking
U kunt het systeem bedienen door de
touchpad met uw vinger aan te raken.
Uw vinger over de touchpad bewegen
Beweeg uw vinger over het oppervlak van de
touchpad. Zorg er daarbij voor dat uw vinger
de touchpad blijft aanraken. Met deze hande-
ling kunt u de cursor en de aanwijzer bewegen.
Remote Touch
Met de Remote Touch kan het naviga-
tie-/multimediasysteem worden
bediend. Raadpleeg de handleiding
voor het navigatie- en multimediasys-
teem voor meer informatie indien uw
auto is uitgerust met een navigatiesys-
teem.
Bediening Remote Touch
A
A
B
C
D
E
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 394 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
395
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-1. Remote Touch
Voorzieningen in het interieur
Dubbeltikken
Tik twee keer snel op de touchpad. Met deze
handeling kunt u de toets op het scherm selec-
teren.
Swipen
Snelle en lange beweging van uw vinger over
de touchpad. Bewegen van het scherm met lijst
of kaartscherm.
Twee vingers naar elkaar toe bewe-
gen/twee vingers van elkaar af bewe-
gen
Schuif uw vingers op de touchpad naar elkaar
toe of van elkaar af. Met deze handeling kunt u
de schaal van de kaart wijzigen.
Apple CarPlay
De kaart-app van Apple CarPlay kan niet wor-
den bediend door twee vingers naar elkaar toe
dan wel van elkaar af te bewegen.
Druk op de toets MENU van de Remote
Touch om het menuscherm weer te geven.
Het display kan per systeem verschillend
zijn.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
Remote Touch
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Anders kan de Remote Touch bescha-
digd raken.
Zorg dat de Remote Touch niet in aanra-
king komt met voedsel, vloeistoffen stic-
kers of brandende sigaretten.
Oefen geen grote kracht uit op de Remote
To u c h .
Druk niet te hard op de touchpad en
gebruik geen scherp voorwerp om de
touchpad te bedienen.
Menuscherm
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 395 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
396
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-1. Remote Touch
Uitvoering met 8 inch display
Uitvoering met 10,3 inch display
*1: Auto's met navigatiesysteem
*2: Raadpleeg de HANDLEIDING VOOR
HET NAVIGATIE- EN MULTIMEDIASYS-
TEEM.
*3: Deze functie is in sommige landen/gebieden
niet beschikbaar.
*4: Deze functie is bij sommige uitvoeringen
niet beschikbaar.
Schake-
laar Functie
Hiermee kunt u het scherm
“Bestemming” weergeven.*1, 2
Hiermee kunt u het audiobedie-
ningsscherm weergeven.*2
Hiermee kunt u het scherm voor
handsfree-bediening weergeven.*2
Hiermee kunt u het scherm “Apps”
weergeven.*2, 3
Wanneer een Apple CarPlay-ver-
binding tot stand is gebracht en
deze toets wordt weergegeven,
kunt u hiermee het beginscherm
van Apple CarPlay weergeven.*2, 3
Wanneer een Android Auto-verbin-
ding tot stand is gebracht en deze
toets wordt weergegeven, kunt u
hiermee het beginscherm van
Android Auto weergeven.*2, 3
Hiermee kunt u het informatie-
scherm weergeven.*2 (Blz. 117)
Hiermee kunt u het scherm “Alge-
mene instellingen” weergeven.*2
Hiermee kunt u het aircobedie-
ningsscherm weergeven.
(Blz. 402)
Hiermee kunt u het contrast en de
helderheid van de schermen instel-
len, het scherm uitschakelen, enz.*2,
4
Schake-
laar Functie
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 396 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
397
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-1. Remote Touch
Voorzieningen in het interieur
8 inch display
Via het beginscherm kunnen meerdere informatieschermen worden weergegeven. Zie
voor meer informatie over de functies en de bediening van het scherm het desbetreffende
hoofdstuk en de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
10,3 inch display
Dubbel scherm
Verschillende informatie kan worden weergegeven op het linker en het rechter scherm. Het scherm
voor de airconditioning kan bijvoorbeeld worden weergegeven en bediend terwijl het informatie-
scherm voor het brandstofverbruik wordt weergegeven. Het grote scherm aan de linkerzijde van het
display wordt het hoofdscherm genoemd en het kleine scherm aan de rechterzijde wordt het neven-
scherm genoemd.
Hoofdscherm
Zie voor meer informatie over de functies en de
bediening van het hoofdscherm het desbetref-
fende hoofdstuk en de handleiding voor het
navigatie- en multimediasysteem.
Nevenscherm
Op het nevenscherm kunnen de volgende
functies worden weergegeven en bediend.
Selecteer of om het gewenste scherm
weer te geven.
Navigatiesysteem*
Audio*
Voertuiginformatie
Overzicht display
A
B
C
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 397 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
398
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-1. Remote Touch
Airconditioning (Blz. 402)
Nevenscherm weergeven/verbergen.*
*: Raadpleeg de HANDLEIDING VOOR
HET NAVIGATIE- EN MULTIMEDIASYS-
TEEM.
Schermweergave bij lage temperatuur
Als de buitentemperatuur extreem laag is, rea-
geert het scherm mogelijk trager, zelfs wanneer
de Remote Touch wordt bediend.
D
E
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 398 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
399
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
5-2.Gebruik van de airconditioning e n de achterruit verwarming
Schakelaar temperatuurregeling links
Schakelaar aanjagersnelheid
Schakelaar luchtcirculatieregeling
Schakelaar temperatuurregeling rechts
Schakelaar automatische modus
Automatische airconditioning (auto's met display voor
navigatiesysteem of multimediasysteem)
De uitstroomopeningen waaruit de lucht komt en de aanjagersnelheid worden auto-
matisch geregeld op basis van de gekozen temperatuur.
Druk op de toets MENU van de Remote Touch en selecteer om het aircobedie-
ningsscherm weer te geven.
Het airconditioningsysteem kan worden weergegeven en bediend op het neven-
scherm. Deze afbeeldingen hebben betrekking op een auto met linkse besturing.
De positie en vorm van toetsen kunnen iets afwijken bij auto's met rechtse besturing.
Verder zijn de positie van het display en de knoppen per systeem verschillend.
Bedieningspaneel airconditioning
A
B
C
D
E
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 399 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
400
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Schakelaar OFF
Schakelaar voorruitverwarming
Schakelaar achterruit- en buitenspiegelverwarming
Schakelaar buitenlucht-/recirculatiemodus
Schakelaar A/C
Schakelaar DUAL
Wijzigen van de ingestelde tempera-
tuur
Druk op het bovenste deel van de schake-
laar voor de temperatuurregeling om de
temperatuur te verhogen en op het onder-
ste deel om de temperatuur te verlagen.
Als de toets A/C niet is ingedrukt, blaast
het systeem lucht met de omgevingstem-
peratuur of verwarmde lucht in het interi-
eur.
Wijzigen van de instelling van de aan-
jagersnelheid
Druk op het bovenste deel van de schake-
laar voor de aanjagersnelheid om de aan-
jagersnelheid te verhogen en op het
onderste deel om de aanjagersnelheid te
verlagen.
Druk op de schakelaar OFF om de aanja-
ger uit te schakelen.
Wijzigen van de luchtcirculatiemodus
Druk de schakelaar luchtcirculatierege-
ling omhoog of omlaag.
De modus verandert telkens wanneer de scha-
kelaar wordt ingedrukt als volgt:
Er stroomt lucht naar het bovenli-
chaam.
Er stroomt lucht naar het bovenli-
chaam en de voeten.
Er stroomt lucht naar de voeten.
Er stroomt lucht naar de voeten en de
voorruitverwarming is in werking.
Schakelen tussen buitenluchtmodus
en recirculatiemodus
Druk op de schakelaar buitenlucht-/recir-
culatiemodus.
Iedere keer als er op deze schakelaar wordt
gedrukt, wordt er geschakeld tussen buiten-
luchtmodus (controlelampje brandt niet) en
recirculatiemodus (controlelampje brandt).
F
G
H
I
J
K
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 400 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
401
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
Ontwasemen van de voorruit
De ruitverwarming wordt gebruikt om de
voorruit en de zijruiten voor te ontwase-
men.
Druk op de schakelaar voor de voorruit-
verwarming.
Zet, als de recirculatiemodus is ingeschakeld,
de toets voor de buitenlucht-/recirculatiemodus
in de buitenluchtmodus. (Mogelijk gaat dit
automatisch.)
Verhoog de aanjagersnelheid en de tempera-
tuur om de voorruit en zijruiten sneller te ont-
wasemen.
Druk wanneer de voorruit is ontwasemd nog-
maals op de schakelaar voor de voorruitver-
warming om terug te keren naar de vorige
modus.
Ontwasemen van de achterruit en bui-
tenspiegels
De achterruit- en buitenspiegelverwar-
ming worden gebruikt om de achterruit te
ontwasemen en om regendruppels, dauw
en ijs van de buitenspiegels te verwijderen.
Druk op de schakelaar voor de achterruit-
en buitenspiegelverwarming.
De achterruit- en buitenspiegelverwarming
wordt na een tijdje automatisch uitgeschakeld.
Voorruitverwarming (indien aanwe-
zig)
Blz. 404
Voorruitontwaseming (indien aanwe-
zig)
Dit systeem wordt gebruikt om ijsvorming
op de voorruit en de ruitenwissers te voor-
komen.
Gebruik deze toets om het systeem in en
uit te schakelen.
De ontwaseming van de verwarmde voorruit
wordt na 4 minuten automatisch uitgeschakeld.
De ontwaseming van de verwarmde voorruit
werkt niet als de buitentemperatuur 5°C of
hoger is.
Beslaan van de ruiten
Wanneer de luchtvochtigheid in de auto hoog
is, zullen de ruiten gemakkelijk beslaan. Als u
op de toets A/C drukt of A/C selecteert,
wordt de lucht die via de uitstroomopeningen
stroomt ontvochtigd en wordt de voorruit
effectief ontwasemd.
Als u A/C uitschakelt, zullen de ruiten moge-
lijk sneller beslaan.
De ruiten zullen mogelijk beslaan als de recir-
culatiemodus is ingeschakeld.
Bij het rijden op stoffige wegen
Sluit alle ruiten. Als er na het sluiten van de ruiten
nog altijd stof wordt aangezogen, zet dan de
luchttoevoerregeling in de buitenluchtmodus en
schakel de aanjager in.
Buitenlucht-/recirculatiemodus
Het wordt aangeraden om de recirculatiemo-
dus tijdelijk in te schakelen om te voorkomen
dat er vuile lucht wordt aangevoerd en om de
auto te helpen koelen wanneer het buiten
warm is.
Mogelijk wordt de buitenluchtmodus/recircu-
latiemodus automatisch ingeschakeld afhan-
kelijk van de ingestelde temperatuur of de
temperatuur in de auto.
Registreren van instellingen van airconditio-
ning in elektronische sleutels (auto's met
ergonomisch geheugen)
Als u de auto ontgrendelt met een elektroni-
sche sleutel en het contact AAN zet, keert de
airconditioning automatisch terug naar de
instellingen die in die elektronische sleutel zijn
opgeslagen.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 401 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
402
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Als het contact UIT wordt gezet, worden de
huidige instellingen van de airconditioning
automatisch opgeslagen in de elektronische
sleutel die is gebruikt om de auto te ontgren-
delen.
Het systeem werkt mogelijk niet correct als er
meer dan een elektronische sleutel in de
buurt is of als het Smart entry-systeem met
startknop is gebruikt om het passagiersportier
te ontgrendelen.
De portieren waarmee de instellingen van de
airconditioning kunnen worden opgeroepen
wanneer ze via het Smart entry-systeem met
startknop worden ontgrendeld, kunnen wor-
den gewijzigd.* Neem voor meer informatie
contact op met een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
*: Tegelijkertijd wordt gewijzigd met welke por-
tieren het ergonomisch geheugen naar de
opgeslagen instellingen terugkeert.
Werking van de airconditioning in de ECO-
modus
In de ECO-modus wordt de airconditioning
als volgt geregeld om te zorgen voor een laag
brandstofverbruik
Het motortoerental en de werking van de
compressor worden geregeld om de ver-
warm-/koelcapaciteit te beperken
Wanneer de automatische modus is gekozen,
wordt de aanjagersnelheid beperkt
Doe het volgende om de prestaties van de air-
conditioning te verbeteren:
Wijzig de aanjagersnelheid
Wijzig de ingestelde temperatuur
Schakel de ECO-modus uit
Wanneer de buitentemperatuur laag is
De ontvochtigingsfunctie werkt mogelijk niet,
ook niet als de toets A/C wordt ingedrukt of
A/C wordt geselecteerd.
Geuren ventilatie en airconditioning
Zet de airconditioning in de buitenluchtmo-
dus om frisse lucht binnen te laten.
Tijdens het gebruik kunnen verschillende geu-
ren van binnen en buiten de auto in het aircon-
ditioningsysteem terechtkomen. Dit kan tot
gevolg hebben dat de lucht die uit de uit-
stroomopeningen komt niet lekker ruikt.
Het voorkomen van mogelijke geuren:
We raden u aan het airconditioningsysteem in
de buitenluchtmodus te zetten voordat u de
motor uitschakelt.
Mogelijk wordt het inschakelen van de aanja-
ger direct nadat de airconditioning in de auto-
matische modus wordt ingeschakeld even
vertraagd.
Interieurfilter
Blz. 473
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. werking van de automati-
sche modus van toets A/C) kunnen worden
gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen: Blz. 557)
Hoofdbedieningsscherm
Selecteer met de touchpad van de Remote
Tou ch ( Blz. 394) de toets op het
scherm.
WAARSCHUWING
Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik de schakelaar voor de voorruitont-
waseming niet in combinatie met koele lucht
bij zeer vochtig weer. Het verschil tussen de
buitentemperatuur en de temperatuur van de
voorruit zorgt ervoor dat de buitenkant van
de voorruit beslaat, waardoor het zicht wordt
belemmerd.
Voorkomen van brandwonden
Raak het spiegeloppervlak van de buiten-
spiegels niet aan wanneer de buitenspie-
gelverwarming is ingeschakeld.
Auto's met voorruitverwarming: Raak het
onderste deel van de voorruit en de
gedeeltes bij de voorstijlen niet aan wan-
neer de voorruitverwarming is ingescha-
keld.
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de 12V-
accu
Laat, als het hybridesysteem is uitgeschakeld,
de airconditioning niet langer ingeschakeld
dan noodzakelijk is.
Aircobedieningsscherm
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 402 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
403
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
t/m kan als volgt worden aangepast.
Swipen: beweeg de aanwijzer naar het
gewenste item en swipe omhoog of
omlaag op de touchpad.
Het item kan één niveau worden aangepast.
Uw vinger over de touchpad bewegen:
Selecteer het gewenste item en beweeg
uw vinger over de touchpad omhoog of
omlaag.
De mate waarin het item wordt aangepast is
afhankelijk van hoever u uw vinger over de
touchpad beweegt.
Bediening door het bewegen van uw vinger
over de touchpad is niet mogelijk tijdens het rij-
den.
Submenu
Het submenu-item selecteren om over te scha-
kelen naar het hoofdscherm.
: Weergeven van het aircobedienings-
scherm
: Weergeven van het bedieningsscherm
voor de opties
Wijzigen van de ingestelde tempera-
tuur links
Wijzigen van de instelling van de aan-
jagersnelheid
Selecteren van de luchtcirculatiemo-
dus
: Er stroomt lucht naar het bovenlichaam
: Er stroomt lucht naar het bovenlichaam
en de voeten
: Er stroomt lucht naar de voeten
: Er stroomt lucht naar de voeten en de
voorruitverwarming is in werking
Wijzigen van de ingestelde tempera-
tuur rechts
Indicatoren functie aan/uit
Wanneer de functie is ingeschakeld, gaat de
indicator op het bedieningsscherm branden.
Subfunctiemenu
Wanneer de toets van de Remote Touch
wordt ingedrukt, kunnen de volgende functies
worden in- en uitgeschakeld.
AUTO: In-/uitschakelen van de automatische
modus (Blz. 405)
OFF: Uitschakelen van de aanjager
A/C: In-/uitschakelen van de koel- en ontvoch-
tigingsfunctie
DUAL: Afzonderlijk instellen van de tempera-
tuur voor de bestuurder en voor de voorpassa-
gier (DUAL-modus) (Blz. 406)
: Wijzigen van de instelling van de aan-
jagersnelheid tijdens bediening in de automati-
sche modus (persoonlijke voorkeursinstellingen
aanjager)
Bedieningsscherm voor opties
Selecteer in het submenu om het
bedieningsscherm voor opties weer te
geven.
B
E
A
B
C
D
E
F
G
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 403 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
404
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
De functies kunnen in en uit worden gescha-
keld.
Wanneer de functie is ingeschakeld, gaat de
indicator op het scherm branden.
Afzonderlijk instellen van de tempera-
tuur voor de bestuurder en de voor-
passagier (DUAL-modus)
(Blz. 406)
Koel- en ontvochtigingsfunctie
Voorkomen van ijsvorming op de voor-
ruit en de ruitenwisserbladen (voor-
ruitverwarming) (indien aanwezig)
Selecteren S-FLOW-modus
Verwijderen van pollen uit de lucht
(pollenverwijderingsmodus)
Nevenscherm (alleen auto's met
10,3 inch display)
Wijzigen van de ingestelde tempera-
tuur links
Wijzigen van de instelling van de aan-
jagersnelheid
Wijzigen van de ingestelde tempera-
tuur rechts
Hiermee kunt u de koel- en ontvochti-
gingsfunctie in-/uitschakelen
Afzonderlijk instellen van de tempera-
tuur voor de bestuurder en voor de
voorpassagier (DUAL-modus)
(Blz. 406)
Selecteren van de luchtcirculatiemo-
dus
Beslaan van de ruiten
Wanneer de luchtvochtigheid in de auto hoog
is, zullen de ruiten gemakkelijk beslaan. Als u
op de toets A/C drukt of A/C selecteert,
wordt de lucht die via de uitstroomopeningen
stroomt ontvochtigd en wordt de voorruit
effectief ontwasemd.
Als u A/C uitschakelt, zullen de ruiten moge-
lijk sneller beslaan.
De ruiten zullen mogelijk beslaan als de recir-
culatiemodus is ingeschakeld.
Voorruitverwarming (indien aanwezig)
Dit systeem wordt gebruikt om ijsvorming op de
voorruit en de ruitenwissers te voorkomen.
Selecteer op het bedieningsscherm
voor de opties.
Wanneer de voorruitverwarming is ingescha-
keld, wordt op het bedieningsscherm
voor de airconditioning weergegeven.
De voorruitverwarming wordt na een tijdje auto-
matisch uitgeschakeld.
ECO-modus airconditioning
Wanneer de ECO-rijmodus is geselecteerd met
de rijmodusselectieschakelaar, wordt de ECO-
modus van de airconditioning ingeschakeld.
Wanneer een andere rijmodus dan de ECO-rij-
modus wordt geselecteerd, wordt de ECO-
modus van de airconditioning mogelijk uitge-
schakeld.
A
B
C
D
E
A
B
C
D
E
F
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 404 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
405
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
S-FLOW-modus
Bij de luchtcirculatie wordt prioriteit gegeven
aan de voorstoelen, en de luchtcirculatie en air-
conditioning voor de achterstoelen wordt effec-
tief geregeld.
Selecteer op het bedieningsscherm
voor de opties.
Als de S-FLOW-modus is ingeschakeld, gaat het
controlelampje branden.
Druk nogmaals op om terug te gaan
naar de vorige modus.
Pollenverwijderingsmodus
Pollen worden verwijderd en de luchtstroom
wordt naar het bovenlichaam geleid.
Selecteer op het bedieningsscherm
voor de opties.
Wanneer de pollenverwijderingsmodus is inge-
schakeld, wordt op het bedienings-
scherm voor de airconditioning weergegeven.
Om te voorkomen dat de voorruit beslaat als de
temperatuur van de buitenlucht laag is, treedt de
ontvochtigingsfunctie mogelijk in werking.
De pollen worden ook uitgefilterd als de pollen-
verwijderingsmodus uitgeschakeld is.
Persoonlijke voorkeursinstellingen aanjager
De instelling van de aanjagersnelheid tijdens
bediening in de automatische modus kan aan de
persoonlijke voorkeur worden aangepast.
Selecteer op het aircobedienings-
scherm om de instellingsmodus voor de aanja-
gersnelheid te wijzigen.
Elke keer als de toets wordt geselec-
teerd, verandert de instellingsmodus voor de
aanjagersnelheid als volgt.
NORMAL (NORMAAL) ECO FAST
(SNEL) NORMAL (NORMAAL)
1Druk op de toets AUTO.
2Wijzig de ingestelde temperatuur.
3Druk op de toets OFF om de proce-
dure te beëindigen.
Als de instelling van de aanjagersnelheid of
de luchtcirculatiemodi worden bediend,
dooft het controlelampje van de automati-
sche modus. De automatische modus blijft
echter ingeschakeld voor de andere func-
ties dan die worden bediend.
Gebruik van de automatische modus
De aanjagersnelheid wordt automatisch gere-
geld op basis van de gekozen temperatuur en de
omgevingscondities.
Daarom wordt de aanjager direct na het indruk-
ken van de toets AUTO of nadat AUTO is gese-
lecteerd mogelijk even uitgeschakeld tot er
voldoende warme of koude lucht voorhanden is.
Interieurfilter
Blz. 473
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. werking van de automati-
sche modus van toets A/C) kunnen worden
gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen: Blz. 557)
WAARSCHUWING
Voorkomen van brandwonden (auto's met
voorruitverwarming)
Raak het onderste deel van de voorruit en de
gedeeltes bij de voorstijlen niet aan wanneer
de voorruitverwarming is ingeschakeld.
Gebruik van de automatische
modus
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 405 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
406
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voer een van de volgende procedures uit
om de DUAL-modus in te schakelen:
Druk op de toets DUAL.
Selecteer DUAL op het bedienings-
scherm voor de opties.
Wijzig de ingestelde temperatuur aan
passagierszijde met de temperatuur-
toets voor de passagierszijde.
Als de DUAL-modus is ingeschakeld, gaat het
controlelampje branden.
Plaats van uitstroomopeningen
De uitstroomopeningen en luchthoeveel-
heid veranderen overeenkomstig de gese-
lecteerde luchtcirculatiemodus.
Afstellen van de stand en de mate van
opening van de uitstroomopeningen
Voor
1Richt de luchtstroom naar links of
rechts, boven of beneden
2Draai de knop om de uitstroomope-
ning te openen of te sluiten
Achter
1Richt de luchtstroom naar links of
rechts, boven of beneden
2Draai de knop om de uitstroomope-
ning te openen of te sluiten
Afzonderlijk instellen van de
temperatuur voor de bestuurder
en voor de voorpassagier
(DUAL-modus)
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 406 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
407
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
WAARSCHUWING
Voorkomen dat de werking van de voor-
ruitontwaseming wordt gehinderd
Plaats geen voorwerpen op het dashboard
die de uitstroomopeningen kunnen bedek-
ken. Anders raakt de luchtstroom mogelijk
geblokkeerd, waardoor de voorruitverwar-
ming de voorruit niet kan ontwasemen.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 407 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
408
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Schakelaar temperatuurregeling links
Schakelaar aanjagersnelheid
Schakelaar luchtcirculatieregeling
Schakelaar temperatuurregeling rechts
Schakelaar automatische modus
Schakelaar OFF
Schakelaar voorruitverwarming
Schakelaar achterruit- en buitenspiegelverwarming
Schakelaar buitenlucht-/recirculatiemodus
Automatische airconditioning (auto's zonder display voor
navigatiesysteem of multimediasysteem)
De uitstroomopeningen waaruit de lucht komt en de aanjagersnelheid worden auto-
matisch geregeld op basis van de gekozen temperatuur.
Deze afbeeldingen hebben betrekking op een auto met linkse besturing.
De positie en vorm van toetsen kunnen iets afwijken bij auto's met rechtse besturing.
Bedieningspaneel airconditioning
A
B
C
D
E
F
G
H
I
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 408 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
409
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
Schakelaar A/C
Schakelaar DUAL
Wijzigen van de ingestelde tempera-
tuur
Druk op het bovenste deel van de schake-
laar voor de temperatuurregeling om de
temperatuur te verhogen en op het onder-
ste deel om de temperatuur te verlagen.
Als de toets A/C niet is ingedrukt, blaast
het systeem lucht met de omgevingstem-
peratuur of verwarmde lucht in het interi-
eur.
Wijzigen van de instelling van de aan-
jagersnelheid
Druk op het bovenste deel van de schake-
laar voor de aanjagersnelheid om de aan-
jagersnelheid te verhogen en op het
onderste deel om de aanjagersnelheid te
verlagen.
Druk op de schakelaar OFF om de aanja-
ger uit te schakelen.
Wijzigen van de luchtcirculatiemodus
Druk de schakelaar luchtcirculatierege-
ling omhoog of omlaag.
De modus verandert telkens wanneer de scha-
kelaar wordt ingedrukt als volgt:
Er stroomt lucht naar het bovenli-
chaam.
Er stroomt lucht naar het bovenli-
chaam en de voeten.
Er stroomt lucht naar de voeten.
Er stroomt lucht naar de voeten en de
voorruitverwarming is in werking.
Schakelen tussen buitenluchtmodus
en recirculatiemodus
Druk op de schakelaar buitenlucht-/recir-
culatiemodus.
Iedere keer als er op deze schakelaar wordt
gedrukt, wordt er geschakeld tussen buiten-
luchtmodus (controlelampje brandt niet) en
recirculatiemodus (controlelampje brandt).
Ontwasemen van de voorruit
De ruitverwarming wordt gebruikt om de
voorruit en de zijruiten voor te ontwase-
men.
Druk op de schakelaar voor de voorruit-
verwarming.
J
K
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 409 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
410
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Zet, als de recirculatiemodus is ingeschakeld,
de toets voor de buitenlucht-/recirculatiemodus
in de buitenluchtmodus. (Mogelijk gaat dit
automatisch.)
Verhoog de aanjagersnelheid en de tempera-
tuur om de voorruit en zijruiten sneller te ont-
wasemen.
Druk wanneer de voorruit is ontwasemd nog-
maals op de schakelaar voor de voorruitver-
warming om terug te keren naar de vorige
modus.
Ontwasemen van de achterruit en bui-
tenspiegels
De achterruit- en buitenspiegelverwar-
ming worden gebruikt om de achterruit te
ontwasemen en om regendruppels, dauw
en ijs van de buitenspiegels te verwijderen.
Druk op de schakelaar voor de achterruit-
en buitenspiegelverwarming.
De achterruit- en buitenspiegelverwarming
wordt na een tijdje automatisch uitgeschakeld.
Beslaan van de ruiten
Wanneer de luchtvochtigheid in de auto hoog
is, zullen de ruiten gemakkelijk beslaan. Als u
op de toets A/C drukt of A/C selecteert,
wordt de lucht die via de uitstroomopeningen
stroomt ontvochtigd en wordt de voorruit
effectief ontwasemd.
Als u A/C uitschakelt, zullen de ruiten moge-
lijk sneller beslaan.
De ruiten zullen mogelijk beslaan als de recir-
culatiemodus is ingeschakeld.
Bij het rijden op stoffige wegen
Sluit alle ruiten. Als er na het sluiten van de ruiten
nog altijd stof wordt aangezogen, zet dan de
luchttoevoerregeling in de buitenluchtmodus en
schakel de aanjager in.
Buitenlucht-/recirculatiemodus
Het wordt aangeraden om de recirculatiemo-
dus tijdelijk in te schakelen om te voorkomen
dat er vuile lucht wordt aangevoerd en om de
auto te helpen koelen wanneer het buiten
warm is.
Mogelijk wordt de buitenluchtmodus/recircu-
latiemodus automatisch ingeschakeld afhan-
kelijk van de ingestelde temperatuur of de
temperatuur in de auto.
Registreren van instellingen van airconditio-
ning in elektronische sleutels (auto's met
ergonomisch geheugen)
Als u de auto ontgrendelt met een elektroni-
sche sleutel en het contact AAN zet, keert de
airconditioning automatisch terug naar de
instellingen die in die elektronische sleutel zijn
opgeslagen.
Als het contact UIT wordt gezet, worden de
huidige instellingen van de airconditioning
automatisch opgeslagen in de elektronische
sleutel die is gebruikt om de auto te ontgren-
delen.
Het systeem werkt mogelijk niet correct als er
meer dan een elektronische sleutel in de
buurt is of als het Smart entry-systeem met
startknop is gebruikt om het passagiersportier
te ontgrendelen.
De portieren waarmee de instellingen van de
airconditioning kunnen worden opgeroepen
wanneer ze via het Smart entry-systeem met
startknop worden ontgrendeld, kunnen wor-
den gewijzigd.* Neem voor meer informatie
contact op met een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
*: Tegelijkertijd wordt gewijzigd met welke por-
tieren het ergonomisch geheugen naar de
opgeslagen instellingen terugkeert.
Werking van de airconditioning in de ECO-
modus
In de ECO-modus wordt de airconditioning
als volgt geregeld om te zorgen voor een laag
brandstofverbruik
Het motortoerental en de werking van de
compressor worden geregeld om de ver-
warm-/koelcapaciteit te beperken
Wanneer de automatische modus is gekozen,
wordt de aanjagersnelheid beperkt
Doe het volgende om de prestaties van de air-
conditioning te verbeteren:
Wijzig de aanjagersnelheid
Schakel de ECO-modus uit
Wanneer de buitentemperatuur laag is
De ontvochtigingsfunctie werkt mogelijk niet,
ook niet als de toets A/C wordt ingedrukt of
A/C wordt geselecteerd.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 410 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
411
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
Geuren ventilatie en airconditioning
Zet de airconditioning in de buitenluchtmo-
dus om frisse lucht binnen te laten.
Tijdens het gebruik kunnen verschillende geu-
ren van binnen en buiten de auto in het aircon-
ditioningsysteem terechtkomen. Dit kan tot
gevolg hebben dat de lucht die uit de uit-
stroomopeningen komt niet lekker ruikt.
Het voorkomen van mogelijke geuren:
We raden u aan het airconditioningsysteem in
de buitenluchtmodus te zetten voordat u de
motor uitschakelt.
Mogelijk wordt het inschakelen van de aanja-
ger direct nadat de airconditioning in de auto-
matische modus wordt ingeschakeld even
vertraagd.
1Druk op de toets AUTO.
2Wijzig de ingestelde temperatuur.
3Druk op de toets OFF om de proce-
dure te beëindigen.
Als de instelling van de aanjagersnelheid of
de luchtcirculatiemodi worden bediend,
dooft het controlelampje van de automati-
sche modus. De automatische modus blijft
echter ingeschakeld voor de andere func-
ties dan die worden bediend.
Gebruik van de automatische modus
De aanjagersnelheid wordt automatisch gere-
geld op basis van de gekozen temperatuur en de
omgevingscondities.
Daarom wordt de aanjager direct na het indruk-
ken van de toets AUTO of nadat AUTO is gese-
lecteerd mogelijk even uitgeschakeld tot er
voldoende warme of koude lucht voorhanden is.
Interieurfilter
Blz. 473
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. werking van de automati-
sche modus van toets A/C) kunnen worden
gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen: Blz. 557)
Voer een van de volgende procedures uit
om de DUAL-modus in te schakelen:
Druk op de toets DUAL.
Selecteer DUAL op het bedienings-
scherm voor de opties.
WAARSCHUWING
Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik de schakelaar voor de voorruitont-
waseming niet in combinatie met koele lucht
bij zeer vochtig weer. Het verschil tussen de
buitentemperatuur en de temperatuur van de
voorruit zorgt ervoor dat de buitenkant van
de voorruit beslaat, waardoor het zicht wordt
belemmerd.
Voorkomen van brandwonden
Raak het spiegeloppervlak van de buiten-
spiegels niet aan wanneer de buitenspie-
gelverwarming is ingeschakeld.
Auto's met voorruitverwarming: Raak het
onderste deel van de voorruit en de
gedeeltes bij de voorstijlen niet aan wan-
neer de voorruitverwarming is ingescha-
keld.
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de accu
Laat, als het hybridesysteem is uitgeschakeld,
de airconditioning niet langer ingeschakeld
dan noodzakelijk is.
Gebruik van de automatische
modus
Afzonderlijk instellen van de
temperatuur voor de bestuurder en
voor de voorpassagier
(DUAL-modus)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 411 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
412
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Wijzig de ingestelde temperatuur aan
passagierszijde met de temperatuur-
toets voor de passagierszijde.
Als de DUAL-modus is ingeschakeld, gaat het
controlelampje branden.
Plaats van uitstroomopeningen
De uitstroomopeningen en luchthoeveel-
heid veranderen overeenkomstig de gese-
lecteerde luchtcirculatiemodus.
Afstellen van de stand en de mate van
opening van de uitstroomopeningen
Voor
1Richt de luchtstroom naar links of
rechts, boven of beneden
2Draai de knop om de uitstroomope-
ning te openen of te sluiten
Achter
1Richt de luchtstroom naar links of
rechts, boven of beneden
2Draai de knop om de uitstroomope-
ning te openen of te sluiten
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen
WAARSCHUWING
Voorkomen dat de werking van de voor-
ruitontwaseming wordt gehinderd
Plaats geen voorwerpen op het dashboard
die de uitstroomopeningen kunnen bedek-
ken. Anders raakt de luchtstroom mogelijk
geblokkeerd, waardoor de voorruitverwar-
ming de voorruit niet kan ontwasemen.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 412 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
413
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
*: Indien aanwezig
Auto's met linkse besturing
Schakelt de stuurwielverwarming in/uit
Wanneer de stuurwielverwarming in werking is,
gaat het controlelampje branden.
Auto's met rechtse besturing
Schakelt de stuurwielverwarming in/uit
Wanneer de stuurwielverwarming in werking is,
gaat het controlelampje branden.
Werkingsvoorwaarden
Het contact staat AAN.
Tijdschakeling
De stuurwielverwarming wordt na ongeveer 30
minuten automatisch uitgeschakeld.
Stuurwielverwarming*/
stoelverwarming*/
stoelventilatoren*
Stuurwielverwarming
Ver warmt het stuurw ie l
Stoelverwarming
Verwarmt de stoelbekleding
Stoelventilatoren
Zorgen voor een goede ventilatie van de
stoelbekleding door lucht door de stoelen te
blazen
WAARSCHUWING
Voorkomen van lichte brandwonden
Wees voorzichtig wanneer iemand uit
onderstaande categorieën in contact komt
met het stuurwiel of de stoelen wanneer de
stuurwiel- of stoelverwarming is ingescha-
keld:
Baby's, kleine kinderen, oudere personen,
zieken en gehandicapten
Personen met een gevoelige huid
Personen die oververmoeid zijn
Personen die alcohol hebben gedronken of
personen die rustgevende medicijnen
(slaapmiddel, middel tegen verkoudheid,
enz.) hebben gebruikt
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de stoelver-
warming en -ventilatoren
Plaats geen zware voorwerpen met een
ongelijkmatig oppervlak op de stoel en leg
geen scherpe voorwerpen (naalden, punai-
ses, enz.) op de stoel.
Voorkomen van ontlading van de 12V-
accu
Gebruik de functies niet wanneer het hybri-
desysteem niet is ingeschakeld.
Stuurwielverwarming
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 413 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
414
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voor
Auto's zonder stoelventilatoren
Elke keer dat de schakelaar wordt inge-
drukt, wijzigt de werking als volgt.
Hoog (3 segmenten branden) Midden
(2 segmenten branden) Laag (1 seg-
ment brandt) Uit
De niveau-indicator (oranje) gaat tijdens de
werking branden.
Auto's met stoelventilatoren
Elke keer dat de schakelaar wordt inge-
drukt, wijzigt de werking als volgt.
Hoog (3 segmenten branden) Midden
(2 segmenten branden) Laag (1 seg-
ment brandt) Uit
Het controlelampje (oranje) en de niveau-indi-
cator (groen) gaan tijdens de werking bran-
den.
Achter
Elke keer dat de schakelaar wordt inge-
drukt, wijzigt de werking als volgt.
Hoog (3 segmenten branden) Midden
(2 segmenten branden) Laag (1 seg-
ment brandt) Uit
De niveau-indicator (oranje) gaat tij-
dens de werking branden.
Werkingsvoorwaarden
Het contact staat AAN.
Stoelverwarming
A
A
WAARSCHUWING
Voorkomen van lichte brandwonden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht bij het gebruik van de stoelverwarming:
Bedek de stoel niet met een kleed of kus-
sen als de stoelverwarming in gebruik is.
Gebruik de stoelverwarming niet langer
dan noodzakelijk is.
A
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 414 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
415
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-2. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
Elke keer dat de schakelaar wordt inge-
drukt, wijzigt de werking als volgt.
Hoog (3 segmenten branden) Midden
(2 segmenten branden) Laag (1 seg-
ment brandt) Uit
Het controlelampje (groen) en de niveau-indi-
cator (groen) gaan tijdens de werking bran-
den.
Werkingsvoorwaarden
Het contact staat AAN.
Stoelventilatoren (voor)
A
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 415 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
416
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-3. Gebruik van de interieurverlichting
5-3.Gebruik van de interieurverlicht ing
Instapverlichting spiegelvoet (auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Leeslampjes (Blz. 418)
Interieurverlichting voor (Blz. 417)
Interieurverlichting achter (Blz. 418)
Voetenruimteverlichting
Wanneer het contact AAN staat, gaat de voetenruimteverlichting branden. Als de dimmer van de
dashboardverlichting in de stand minimum wordt gezet, dooft de voetenruimteverlichting.
(Blz. 107)
Wanneer de selectiehendel in een andere stand dan P wordt gezet, neemt de lichtsterkte van de
voetenruimteverlichting af.
Overzicht interieurverlichting
Plaats van de interieurverlichting
A
B
C
D
E
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 416 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
417
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-3. Gebruik van de interieurverlichting
Voorzieningen in het interieur
Automatisch in-/uitschakelen leeslamp-
jes/interieurverlichting
Instapverlichting: de verschillende lampjes in
het interieur worden automatisch in- en uitge-
schakeld, afhankelijk van de stand van het
contact, de aanwezigheid van de elektroni-
sche sleutel, het vergrendeld/ontgrendeld zijn
van de portieren en het openen/sluiten van de
portieren.
Als de interieurverlichting blijft branden nadat
het contact UIT is gezet, gaat de verlichting na
20 minuten automatisch uit.
Wanneer de interieurverlichting voor en de
leeslampjes niet op de normale wijze reage-
ren
Wanneer er water, vuil e.d. op het lampglas zit
Wanneer de verlichting met een natte hand
wordt bediend
Als u handschoenen, enz. draagt.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. de tijd die verstrijkt voordat
de verlichting uit gaat) kunnen worden gewij-
zigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen: Blz. 557)
Interieurverlichting voor
In-/uitschakelen van de verlichting (raak de
lamp aan)
De interieurverlichting achter wordt ook in-/uit-
geschakeld.
Wanneer echter de interieurverlichting achter
al is ingeschakeld, kan deze niet via de inte-
rieurverlichting voor worden bediend.
Schakelt de stand DOOR in/uit
1Aan
De interieurverlichting voor en achter wordt in-
/uitgeschakeld wanneer een portier wordt
geopend/gesloten.
2Uit
OPMERKING
Verwijderen van het lampglas
Verwijder nooit het lampglas van de interieur-
verlichting voor en de leeslampjes. Anders
kan de verlichting beschadigd raken. Neem
contact op met een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige wanneer het lampglas verwijderd
moet worden.
Voorkomen van ontlading van de 12V-
accu
Laat de verlichting niet langer ingeschakeld
dan noodzakelijk is als het hybridesysteem
niet is ingeschakeld.
Bedienen van de
interieurverlichting
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 417 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
418
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-3. Gebruik van de interieurverlichting
Interieurverlichting achter
In-/uitschakelen van de verlichting
De interieurverlichting achter wordt ook in-/uit-
geschakeld door bediening van de interieurver-
lichting voor.
Als de verlichting wordt ingeschakeld door de
interieurverlichting voor te bedienen, kan de
interieurverlichting achter niet worden uitge-
schakeld door de schakelaar in te drukken.
In-/uitschakelen van de verlichting (raak de
lampen aan)
Bedienen van de leeslampjes
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 418 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
419
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Voorzieningen in het interieur
5-4.Gebruik van de opbergmogeli jkheden
Dashboardkastje (Blz. 420)
Pasjeshouders (Blz. 422)
Fleshouders (Blz. 421)
Consolevak (Blz. 420)
Bekerhouders (Blz. 421)
Extra opbergvak (Blz. 422)
Overzicht van opbergmogelijkheden
Plaats van de opbergmogelijkheden
A
B
C
D
E
F
WAARSCHUWING
Zaken die niet in de auto moeten worden
achtergelaten
Laat geen brillen, aanstekers of spuitbussen in
de opbergvakken liggen. Als u dat wel doet,
kan dat bij hoge temperaturen leiden tot het
volgende:
Brillen kunnen vervormen als de tempera-
tuur in de auto te hoog oploopt of barsten
als ze in contact komen met andere voor-
werpen.
Aanstekers en spuitbussen kunnen explo-
deren. Als ze in contact komen met andere
voorwerpen, kunnen aanstekers vlam vat-
ten en kunnen spuitbussen gas gaan lek-
ken, waardoor brand kan ontstaan.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 419 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
420
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden
1Openen (druk op de knop)
2Ontgrendelen met de mechanische
sleutel
3Vergrendelen met de mechanische
sleutel
Verlichting dashboardkastje
De verlichting van het dashboardkastje gaat
branden als de achterlichten branden.
1Til het deksel omhoog terwijl u de knop
ingedrukt houdt om de vergrendeling
te ontgrendelen.
2Auto's met draadloze lader: Til de
draadloze lader op.
Inzetbak consolevak (auto's zonder draad-
loze lader)
U kunt de inzetbak naar voren en achteren
schuiven en verwijderen.
Verlichting c o nso l evak
De verlichting van het consolevak gaat branden
als de achterlichten branden.
WAARSCHUWING
Wanneer opbergvakken niet in gebruik
zijn
Houd het dashboardkastje en het consolevak
gesloten tijdens het rijden of wanneer deze
niet in gebruik zijn.
Bij plotseling remmen of uitwijken kan letsel
ontstaan doordat een inzittende wordt
geraakt door de open klep of door voorwer-
pen in het opbergvak.
Dashboardkastje
Consolevak
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 420 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
421
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Voorzieningen in het interieur
Bekerhouders
Voor
Achter
Klap de armsteun omlaag en ontgrendel
de knop.
Fleshouders
Voor
Achter
Bekerhouders/fleshouders
Sluit de kap als er een fles wordt opgeborgen.
De fles kan mogelijk niet worden opgeborgen
als gevolg van de grootte of vorm ervan.
Bekerhouders/fleshouders
WAARSCHUWING
Voorwerpen die niet in de bekerhou-
ders/fleshouders mogen worden
geplaatst
Zet niets anders in de bekerhouders dan
bekers of blikjes.
Andere voorwerpen kunnen bij een ongeval
of plotseling remmen naar buiten worden
geslingerd en letsel veroorzaken. Dek indien
mogelijk warme dranken af om verbranding
te voorkomen.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de bekerhou-
ders achter
Berg de bekerhouder op alvorens de arm-
steun in te klappen.
Zaken die niet in de fleshouders mogen
worden geplaatst
Plaats geen flessen zonder dop of glazen of
papieren bekers met vloeistof in de fleshou-
ders. De inhoud kan gemorst worden en het
glas kan breken.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 421 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
422
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Verwijder het deksel met behulp van de lus
.
Deksel extra opbergvak
Het verwijderde deksel van het extra opberg-
vak kan worden opgeborgen op de inzetbak
van het consolevak.
De achterzijde van het deksel van het extra
opbergvak kan worden gebruikt als make-
upspiegel. (Blz. 427)
In het dashboardkastje (alleen auto met
rechtse besturing)
Open het dashboardkastje. (Blz. 420)
Op de zonneklep
Extra opbergvak
A
Pasjeshouders
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 422 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
423
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Voorzieningen in het interieur
Klap de haak omhoog om hem te gebrui-
ken.
In de bagageruimte zijn haken aanwezig waar-
aan bagage kan worden vastgezet.
Klap de haak omhoog om hem te gebrui-
ken.
Het bagagenet kan met behulp van de haak
worden opgehangen.
Til de afdekplaat omhoog en maak de haak
vast. (Blz. 424) De volgende zaken kun-
nen worden opgeborgen.
Voorzieningen in de
bagageruimte
Bagagehaken
WAARSCHUWING
Als de bagagehaken niet in gebruik zijn
Om letsel te voorkomen, dienen de haken
altijd in de opbergpositie te worden terugge-
zet wanneer ze niet worden gebruikt.
Bagagenethaken
WAARSCHUWING
Als de bagagenetogen niet in gebruik zijn
Om letsel te voorkomen, dienen de haken
altijd in de opbergpositie te worden terugge-
zet wanneer ze niet worden gebruikt.
Ta s h a k e n
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de tas-
haken
Hang geen voorwerpen zwaarder dan 5 kg
aan de tashaken.
Opbergruimte onder de afdekplaat
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 423 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
424
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Auto's met een compact reservewiel
Verbandtrommel en dergelijke
Accessoires
Gevarendriehoek*
*: De gevarendriehoek zelf behoort niet tot de
standaarduitrusting.
Auto's met bandenreparatieset
Gevarendriehoek* en dergelijke
Verbandtrommel en dergelijke
*: De gevarendriehoek zelf behoort niet tot de
standaarduitrusting.
1Open de achterklep.
2Trek de hendel omhoog en open de
afdekplaat.
3Til de afdekplaat omhoog en maak de
haak aan de achterzijde van de afdek-
plaat los.
A
B
C
A
B
Afdekplaat
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 424 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
425
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Voorzieningen in het interieur
4Gebruik de haak om de afdekplaat
vast te maken, zoals aangegeven in de
afbeelding.
Bij het plaatsen van de afdekplaten aan de
zijkant.
Maak de afdekplaten zo vast dat de markering
FRONT” naar de voorzijde van de auto
wijst.
1Neem de koordjes los.
2Klap de bagageafdekking omhoog.
3Trek de hendel omhoog en open de
afdekplaat.
WAARSCHUWING
Als de afdekplaten zijn geopend of ver-
wijderd
Plaats ze vóór het rijden terug op hun oor-
spronkelijke plaats. Bij plotseling remmen kan
letsel ontstaan doordat een inzittende wordt
geraakt door de afdekplaten of door voor-
werpen die in de opbergruimte onder de
afdekplaat zijn opgeborgen.
Opbergen van de bagageafdekking
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 425 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
426
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden
4Verwijder de bagageafdekking.
Wanneer de rugleuning van de achterstoelen
naar achteren is geklapt, verwijder dan de
afdekking nadat deze in de hoogste stand is
gezet. (Blz. 216)
5Til de afdekplaat op en berg de baga-
geafdekking op in het opbergvak
onder de afdekplaat.
WAARSCHUWING
Bagageafdekking
Plaats geen voorwerpen op de bagageaf-
dekking. Bij plotseling remmen of het
maken van een bocht vliegt het voorwerp
mogelijk rond en kan het een inzittende
raken. Dit kan leiden tot een ongeval waar-
bij ernstig letsel kan ontstaan.
Laat kinderen niet op de bagageafdekking
klimmen. Dit kan leiden tot beschadiging
van de bagageafdekking, en mogelijk tot
ernstig letsel bij het kind.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 426 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
427
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-5. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
Voorzieningen in het interieur
5-5.Gebruik van d e overige voorzieningen in h et interieur
1Klap de zonneklep omlaag om deze in
de vooruitgerichte stand te zetten.
2Klap de zonneklep omlaag, maak de
klep los en draai deze naar de zijkant
om de zonneklep in de zijdelingse
stand te zetten.
Zonnekleppen
Verschuif het klepje om de spiegel te ope-
nen.
De verlichting gaat branden als het afdekklepje
opzij geschoven wordt.
Extra opbergvak
Verwijder het deksel van het extra opberg-
vak met behulp van de lus . (Blz. 422)
Op de achterzijde van het deksel bevindt zich
een make-upspiegel.
Automatisch uitschakelen van de verlich-
ting om te voorkomen dat de 12V-accu ont-
laden raakt
Als de make-upverlichting blijft branden nadat
het contact UIT is gezet, gaat de verlichting na
20 minuten automatisch uit.
Overige voorzieningen in
het interieur
Zonnekleppen
Make-upspiegels
OPMERKING
Voorkomen van beschadigingen aan de
make-upspiegel
Oefen, wanneer het deksel van het extra
opbergvak is verwijderd, geen overmatige
kracht uit op de make-upspiegel en plaats er
geen zware voorwerpen op.
Voorkomen van ontlading van de 12V-
accu
Laat de make-upverlichting niet langer bran-
den dan noodzakelijk is als het hybridesys-
teem is uitgeschakeld.
A
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 427 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
428
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-5. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
De tijd van de GPS-klok wordt automa-
tisch ingesteld met behulp van de GPS-
tijdinformatie.
Raadpleeg voor meer informatie de hand-
leiding voor het navigatie- en multimedia-
systeem.
Gebruik deze als voeding voor elektroni-
sche accessoires die minder dan 12 V
gelijkstroom/10 A verbruiken (stroomver-
bruik van 120 W).
Zorg er bij het gebruik van elektronische
accessoires voor dat het stroomverbruik
van alle aangesloten accessoireaansluitin-
gen lager is dan 120 W.
In het consolevak
Open het klepje.
In de bagageruimte
Open het klepje.
De accessoireaansluiting kan worden
gebruikt als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Als het hybridesysteem wordt uitgeschakeld
Koppel aangesloten elektrische apparaten met
een oplaadfunctie, zoals een powerbank, los. Als
dergelijke apparaten niet worden losgekoppeld,
wordt het hybridesysteem mogelijk niet op de
normale manier uitgeschakeld.
Gebruik van de accessoireaansluiting
Door de inkeping in het consolevak kunnen voe-
dingskabels worden geleid, zelfs als het console-
vak is gesloten.
Klok (indien aanwezig)
Accessoireaansluiting
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 428 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
429
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-5. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
Voorzieningen in het interieur
U kunt een draagbaar apparaat opladen
door een standaard Wireless Qi-lader die
compatibel is met draagbare apparaten,
bijvoorbeeld smartphones en accu's voor
mobiele telefoons, op het laadgebied te
plaatsen overeenkomstig de voorschriften
van het Wireless Power Consortium.
Deze functie kan niet worden gebruikt met
draagbare apparaten die groter zijn dan
het laadgebied. Ook werkt de functie
mogelijk niet normaal, afhankelijk van het
draagbare apparaat. Lees de handleiding
van de te gebruiken draagbare apparaten.
Symbool “Qi”
Het symbool “Qi” is een handelsmerk van
het Wireless Power Consortium.
Namen van alle onderdelen
Voedingsschakelaar
Werkingsindicator
Laadgebied
Gebruik van de draadloze lader
1Open het consolevak. (Blz. 420)
2Druk op de voedingsschakelaar van de
draadloze lader.
Wordt met iedere druk op de voedingsschake-
laar aan- en uitgeschakeld.
Wanneer de schakelaar aan is, gaat de wer-
kingsindicator (groen) branden.
Ook wanneer het hybridesysteem is uitgescha-
keld, blijft de status aan/uit van de voedings-
schakelaar opgeslagen.
OPMERKING
Wanneer de accessoireaansluiting niet in
gebruik is
Sluit de accessoireaansluiting af met het kapje
als de aansluiting niet in gebruik is, om schade
aan de accessoireaansluiting te voorkomen.
Vreemde voorwerpen of vloeistoffen die in de
accessoireaansluiting terechtkomen, kunnen
kortsluiting veroorzaken.
Voorkomen van ontlading van de 12V-
accu
Gebruik de accessoireaansluiting niet langer
dan noodzakelijk is als het hybridesysteem
niet ingeschakeld is.
Draadloze lader (indien aanwezig)
A
B
C
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 429 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
430
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-5. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
3Plaats de laadzijde van het draagbare
apparaat naar beneden.
Tijdens het laden gaat de werkingsindicator
(oranje) branden.
Wanneer er niet wordt geladen, probeer dan
het draagbare apparaat zo dicht mogelijk bij het
midden van het laadgebied te plaatsen.
Wanneer het laden is voltooid, gaat de wer-
kingsindicator (groen) branden.
Oplaadfunctie
Wanneer het laden is voltooid en na een
bepaalde tijd in de onderbrekingsstatus,
wordt het laden hervat.
Wanneer het draagbare apparaat
wordt verplaatst, stopt het laden even
en wordt het vervolgens weer hervat.
Voorwaarden voor verlichting van de
werkingsindicator
*: Afhankelijk van het draagbare apparaat kan
het voorkomen dat de werkingsindicator
oranje blijft branden, ook al is het laden vol-
tooid.
Als de werkingsindicator knippert
Als zich een fout voordoet, knippert de wer-
kingsindicator oranje. Los de fout op op basis
van onderstaande tabel.
Knippert eens per seconde herhaaldelijk
(oranje)
Werkingsindicator Voorwaarden
Uitschakelen
Wanneer de voeding
voor de draadloze lader
uit is
Groen
(gaat branden)
In stand-by (status opla-
den mogelijk)
Wanneer het laden is vol-
tooid*
Oranje
(gaat branden)
Wanneer het draagbare
apparaat op het laadge-
bied wordt geplaatst (het
draagbare apparaat
wordt gesignaleerd)
Laden
Vermoedelijke
oorzaak Oplossing
Fout in communicatie
tussen auto en lader.
Neem contact op met
een erkende Lexus-
dealer of herstel-
ler/reparateur of een
andere naar behoren
gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 430 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
431
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-5. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
Voorzieningen in het interieur
Knippert continu 3 keer herhaaldelijk
(oranje)
Knippert continu 4 keer herhaaldelijk
(oranje)
De draadloze lader kan worden bediend als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Bruikbare draagbare apparaten
Standaard Wireless Qi-laders kunnen worden
gebruikt voor draagbare apparaten.
Niet voor alle standaard Qi-apparaten is echter
compatibiliteit gegarandeerd.
De draadloze lader is bedoeld voor draagbare
apparaten met een laag vermogen van niet meer
dan 5 W, zoals mobiele telefoons en smartpho-
nes.
Wanneer er hoesjes of accessoires aan de
draagbare apparaten zijn bevestigd
Laad niet op wanneer er een hoesje of acces-
soire aan het draagbare apparaat is bevestigd
dat niet compatibel is met Qi. Afhankelijk van
het type hoesje of accessoire kan het zijn dat het
laden niet mogelijk is. Verwijder het hoesje of
accessoire als het draagbare apparaat op het
laadgebied is geplaatst, ook al wordt er niet
geladen.
Tijdens het laden is via AM-radio ruis te
horen
Schakel de draadloze lader uit en controleer of
de ruis is afgenomen. Als de ruis afneemt, druk
dan gedurende 2 seconden op de voedings-
schakelaar van de draadloze lader. Hiermee kan
de frequentie van de lader worden gewijzigd en
de ruis worden verminderd. In dat geval gaat ook
de werkingsindicator 2 keer oranje knipperen.
Belangrijke punten met betrekking tot de
draadloze lader
Als de elektronische sleutel niet in het interi-
eur kan worden gesignaleerd, kan er niet wor-
den geladen. Wanneer het portier wordt
geopend en gesloten, wordt het laden moge-
lijk tijdelijk onderbroken.
Tijdens het laden worden de draadloze lader
en het draagbare apparaat warmer. Dit duidt
echter niet op een storing.
Wanneer een draagbaar apparaat tijdens het
laden warm wordt, stopt het laden mogelijk als
gevolg van de beschermingsfunctie van het
draagbare apparaat. In dit geval kunt u weer
laden nadat de temperatuur van het draag-
bare apparaat aanmerkelijk is afgenomen.
Geluiden tijdens het gebruik
Wanneer de voeding wordt ingeschakeld, is er
tijdens het zoeken van het draagbare apparaat
een geluid te horen. Dit duidt echter niet op een
storing.
Vermoedelijke oorza-
ken Oplossing
Er bevindt zich een
vreemde substantie
tussen het draagbare
apparaat en het laad-
gebied.
Verwijder de vreemde
substantie.
Het draagbare appa-
raat is niet synchroon
doordat het van het
midden van het laad-
gebied is geschoven.
Plaats het draagbare
apparaat in het midden
van het laadgebied.
Vermoedelijke oor-
zaak Oplossing
De temperatuur in de
draadloze lader stijgt.
Stop direct met laden
en start het laden weer
na een poos te hebben
gewacht.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Wanneer een draagbaar apparaat wordt
opgeladen, dient de bestuurder uit veilig-
heidsoverwegingen het hoofdgedeelte van
het draagbare apparaat niet te bedienen tij-
dens het rijden.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 431 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
432
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-5. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
WAARSCHUWING
Waarschuwing met betrekking tot beïn-
vloeding van elektronische apparatuur
Mensen met geïmplanteerde pacemakers,
CRT-pacemakers, geïmplanteerde hartdefi-
brillatoren of andere elektrische medische
apparaten dienen hun arts te raadplegen
m.b.t. het gebruik van de draadloze lader. De
werking van de draadloze lader heeft moge-
lijk invloed op de medische apparaten.
Voorkomen van schade en brandwonden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Anders kan er een storing ontstaan in de
apparatuur en kunnen schade, brand of
brandwonden ontstaan als gevolg van over-
verhitting.
Plaats tijdens het laden geen metalen voor-
werpen tussen het laadgebied en het
draagbare apparaat
Bevestig geen stickers, metalen voorwer-
pen, enz. op het laadgebied of op het
draagbare apparaat
Bedek het laadgebied of het draagbare
apparaat tijdens het laden niet met een
doek o.i.d.
Laad geen andere draagbare apparaten
dan die zijn aangegeven
Probeer de lader niet te demonteren of te
wijzigen
Sla niet op de lader en oefen er geen over-
matige kracht op uit
OPMERKING
Omstandigheden waaronder de functie
mogelijk niet goed werkt
Onder de volgende omstandigheden werkt
de lader mogelijk niet goed
Het draagbare apparaat is volledig gela-
den
Er bevinden zich verontreinigingen tussen
het laadgebied en het draagbare apparaat
De temperatuur van het draagbare appa-
raat neemt toe als gevolg van het laden
Het laadgedeelte van het draagbare appa-
raat is naar boven gericht
Het draagbare apparaat is niet op de juiste
plaats op het laadgebied geplaatst
In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radio-
zender, videowall, luchthaven of andere
locatie waar sterke radiogolven of elektro-
magnetische velden aanwezig zijn
Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
Kaarten met aluminiumfolie
Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
Metalen portemonnees of tassen
•Muntgeld
Metalen handwarmers
Media zoals CD's en DVD's
Als er andere sleutels met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzenden) in de
buurt gebruikt worden
Wanneer, afgezien van het bovenstaande, de
lader niet normaal werkt of het controle-
lampje voor de werking continu knippert, zit
er waarschijnlijk een storing in de draadloze
lader. Neem contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Voorkomen van storingen of schade aan
gegevens
Houd tijdens het laden geen magnetische
kaarten (zoals creditcards), magnetische
opslagmedia e.d. in de buurt van de lader.
Anders kunnen onder invloed van magne-
tisme gegevens verloren gaan. Houd ook
precisie-apparatuur zoals polshorloges uit
de buurt van de lader, aangezien deze
voorwerpen kunnen breken.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 432 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
433
5
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-5. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
Voorzieningen in het interieur
Klap de armsteun omlaag om deze te kun-
nen gebruiken.
Een handgreep aan het dak kan ter onder-
steuning van uw lichaam worden gebruikt
wanneer u zit.
OPMERKING
Laat draagbare apparaten niet in de auto
achter. De temperatuur in de auto kan in de
zon hoog oplopen, waardoor het apparaat
beschadigd kan raken.
Voorkomen van ontlading van de 12V-
accu
Gebruik de draadloze lader niet gedurende
lange tijd wanneer het hybridesysteem is uit-
geschakeld.
Armsteun
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
armsteun
Plaats geen al te zware last op de armsteun.
Handgrepen
WAARSCHUWING
Handgrepen
Gebruik de handgreep niet bij het in- of uit-
stappen of bij het opstaan vanaf uw zitplaats.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
handgreep
Hang geen zware voorwerpen aan de hand-
greep en belast de greep niet overmatig.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 433 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
434
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
5-5. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 434 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
6
435
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6
Onderhoud en verzorging
Onderhoud en
verzorging
6-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen van
het exterieur van uw auto...........436
Reinigen en beschermen van
het interieur van uw auto...........439
6-2. Onderhoud
Onderhoud en reparatie ...............443
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij
zelf uit te voeren onderhoud.....445
Motorkap .............................................446
Plaatsen van een garagekrik........447
Motorruimte....................................... 448
12V-accu...............................................454
Banden ..................................................457
Bandenspanning.................................471
Velgen....................................................472
Interieurfilter .......................................473
Batterij elektronische sleutel........475
Controleren en vervangen
van zekeringen................................476
Lampen .................................................479
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 435 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
436
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-1. Onderhoud en verzorging
6-1.Onderhoud en verzorging
Spoel de auto van boven naar beneden
af met veel water en verwijder zo vuil en
stof van de carrosserie, uit de wielkas-
ten en van de onderkant van de auto.
Was de auto met een spons of een
zachte doek (bijv. een zeemlap).
Verwijder hardnekkige vlekken met een
autowasmiddel en spoel grondig af met
water.
Veeg overtollig water weg.
Wanneer het water niet meer in drup-
pels op de lak blijft liggen, moet de auto
opnieuw in de was worden gezet.
Zet de auto alleen in de was als de carrosserie is
afgekoeld.
Zelfherstellende coating
De carrosserie is voorzien van een zelfherstel-
lende coating die bestand is tegen kleine, opper-
vlakkige krassen die worden veroorzaakt in een
autowasstraat, enz.
De coating heeft een levensduur van 5 tot 8
jaar vanaf het moment dat de auto vanuit de
fabriek is geleverd.
De hersteltijd varieert afhankelijk van de
diepte van de kras en de buitentemperatuur.
De hersteltijd kan korter worden wanneer de
coating verwarmd wordt met warm water.
Diepe krassen die zijn veroorzaakt door sleu-
tels, muntstukken e.d. kunnen niet worden
hersteld.
Gebruik geen was met schuurmiddelen.
Wassen in de wasstraat
Voordat u de wasstraat inrijdt:
Klap de spiegels in
Schakel de elektrisch bedienbare achterklep
uit (indien aanwezig)
Begin met wassen vanaf de voorzijde van de
auto. Klap de spiegels weer uit voordat u gaat rij-
den.
Sommige borstels in wasstraten kunnen kras-
sen veroorzaken op de carrosserie en andere
onderdelen (velgen, enz.), waardoor de lak
van uw auto wordt beschadigd.
In sommige autowasserettes wordt de achter-
spoiler mogelijk niet gereinigd. Ook bestaat
er mogelijk een verhoogde kans op schade
aan de auto.
Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van de por-
tieren of de ruiten en blijf er niet langdurig op
spuiten, omdat er anders water in het interieur
terecht kan komen.
Opmerking voor auto's met Smart entry-
systeem en startknop (indien aanwezig)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elek-
tronische sleutel zich binnen het werkzame
gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk
worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg in
dat geval de correctieprocedure hieronder bij
het wassen van de auto:
Plaats de elektronische sleutel op een afstand
van ten minste 2 meter van de auto. (Zorg
ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om het Smart entry-
systeem met startknop uit te schakelen.
(Blz. 146)
Velgen en wieldoppen
Verwijder vuil onmiddellijk met een neutraal
reinigingsmiddel.
Spoel het reinigingsmiddel direct na het
gebruik weg met water.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht om de lak tegen beschadiging te
beschermen.
Gebruik geen zuurhoudende of alkalische
middelen of schuurmiddelen.
Gebruik geen harde borstels.
Reinig de velgen niet met reinigingsmiddelen
als de velgen, bijvoorbeeld na het rijden of stil-
staan bij warm weer, nog warm zijn.
Reinigen en beschermen van
het exterieur van uw auto
Reinig de onderdelen en materialen op
de daarvoor juiste wijze.
Reinigingsinstructies
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 436 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
437
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
Bumpers
Gebruik geen schuurmiddelen.
Waterafstotende laag zijruiten voor
De volgende voorzorgsmaatregelen kunnen
de effectiviteit van de waterafstotende laag
vergroten:
Verwijder regelmatig vuil e.d. van de zijruiten
voor.
Zorg ervoor dat vuil en stof zich niet gedu-
rende langere periodes op de ruiten kunnen
verzamelen. Reinig de ruiten zo snel mogelijk
met een zachte, vochtige doek.
Gebruik voor het reinigen van de ruiten geen
was of ruitenreinigers met schuurmiddelen.
Gebruik geen metaalhoudende voorwerpen
om condens te verwijderen.
Wanneer de waterafstotende werking niet
meer voldoende is, kan de laag worden gere-
pareerd. Neem contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Verchroomde delen
Als het vuil niet kan worden verwijderd, reinig de
onderdelen dan als volgt:
Gebruik een zachte doek en sop met onge-
veer 5% neutraal reinigingsmiddel om het vuil
te verwijderen.
Veeg daarna het resterende vocht van het
leder af met een droge, schone doek.
Gebruik met alcohol natgemaakte doekjes
o.i.d. om olieresten te verwijderen.
WAARSCHUWING
Bij het wassen van de auto
Zorg dat er geen water in de motorruimte
komt. Anders kunnen de elektrische compo-
nenten, enz. vlam vatten.
Bij het wassen van de voorruit (auto's met
ruitenwissers met regensensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in de stand
OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in de stand
AUTO staat, kunnen de ruitenwissers in de
volgende gevallen onverwacht in werking tre-
den. Hierdoor kunnen uw handen bekneld
raken en kunt u ernstig letsel oplopen, en
hierdoor kunnen de ruitenwisserbladen
beschadigd raken.
Uit
AUTO
Wanneer het bovenste deel van de voorruit
waar de regensensor is geplaatst met de
hand wordt aangeraakt
Wanneer een natte doek of iets dergelijks
in de buurt van de regensensor wordt
gehouden
Als iets tegen de voorruit stoot
Als u het regensensorhuis aanraakt of als
iets in aanraking komt met de regensensor
Voorzorgsmaatregelen met betrekking
tot de uitlaatpijp
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaatpijp
tamelijk heet wordt.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaatpijp
niet aan totdat deze voldoende is afgekoeld,
aangezien het aanraken van een hete uitlaat-
pijp brandwonden kan veroorzaken.
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 437 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
438
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-1. Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen met betrekking
tot de achterbumper met de Blind Spot
Monitor (indien aanwezig)
Als de lak van de achterbumper is geschilferd
of bekrast, kan een storing optreden in het
systeem. Als dit het geval is, neem dan con-
tact op met een erkende Lexus-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
OPMERKING
Aantasting van de lak en corrosie van de
carrosserie en onderdelen (lichtmetalen
velgen, enz.) voorkomen
Was de auto zo spoedig mogelijk:
Na het rijden in een kustgebied
Na het rijden over gepekelde wegen
Als er zich teer of boomsappen op de lak
bevinden
Als er zich dode insecten, insecten- of
vogelpoep op de lak bevinden
Na het rijden in gebieden waar sprake is
van veel rook, stof, ijzerdeeltjes of chemi-
sche stoffen
Als de auto erg vuil is geworden van stof of
modder
Als er brandstof op de lak is gemorst
Als de lak is geschilferd of bekrast, laat
deze dan direct herstellen.
Verwijder vuil van de velgen en berg ze op
een droge plaats op om te voorkomen dat
de velgen tijdens de opslag gaan corrode-
ren.
Schoonmaken van de verlichting aan de
buitenzijde
Was deze met de nodige voorzichtigheid.
Gebruik geen organische oplosmiddelen
en borstel ze ook niet af met een harde
borstel.
Dit kan het oppervlak van de lampen
beschadigen.
Breng geen was aan op de lenzen.
Was kan het lampglas beschadigen.
Voorkomen van beschadiging van de rui-
tenwisserarmen voor
Trek eerst de ruitenwisserarm aan de bestuur-
derszijde omhoog en daarna die aan de pas-
sagierszijde. Begin, als u de
ruitenwisserarmen weer in hun oorspronke-
lijke stand terugzet, aan de passagierszijde.
Wassen in een wasstraat (auto's met rui-
tenwissers met regensensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in stand OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in stand AUTO
staat, kunnen de ruitenwissers in werking tre-
den waardoor de ruitenwisserbladen bescha-
digd kunnen raken.
Reinigen met een hogedrukreiniger
Stel de camera of de omgeving ervan tij-
dens het wassen van de auto niet bloot aan
sterke waterstralen uit de hogedrukreini-
ger. Door de kracht van de waterstralen
werkt het apparaat mogelijk niet normaal.
Houd de sproeierkop uit de buurt van hoe-
zen (rubberen of kunststof afdekkingen),
stekkers of de volgende onderdelen. Wan-
neer onderdelen in aanraking komen met
sterke waterstralen, kunnen ze bescha-
digd raken.
Aan tractie gerelateerde onderdelen
Onderdelen stuurinrichting
Onderdelen wielophanging
Onderdelen remsysteem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 438 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
439
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
Verwijder vuil en stof met een stofzui-
ger. Veeg vuile oppervlakken schoon
met een in lauw water gedompelde
doek.
Als het vuil niet kan worden verwijderd,
verwijder het dan met een zachte doek
met water met ongeveer 1% reinigings-
middel.
Verwijder alle sporen van het reini-
gingsmiddel en water grondig met een
schone, vochtige doek.
Schoonmaken van de vloerbedekking
Er zijn verschillende reinigingsmiddelen op
schuimbasis in de handel verkrijgbaar. Gebruik
een spons of een borstel om het schuim aan te
brengen. Wrijf met elkaar overlappende cirkels.
Gebruik geen water. Veeg vuile oppervlakken
schoon en laat ze drogen. Het beste resultaat
wordt verkregen als de vloerbedekking zo
droog mogelijk wordt gehouden.
Omgaan met de veiligheidsgordels
Maak de veiligheidsgordels schoon met een
mild sop, lauw water en een doek of spons. Con-
troleer ook de gordels regelmatig op overma-
tige slijtage, rafels en scheuren.
Zijruiten voor met UV-beschermende laag
De zijruiten voor hebben een UV-bescher-
mende laag. Houd u aan het volgende om
schade aan de UV-beschermende laag te voor-
komen:
Wanneer de ruiten vuil zijn, veeg ze dan zo
snel mogelijk voorzichtig schoon met een
natte (lauwwarme) doek.
Wanneer de ruiten zeer vuil zijn, open en sluit
deze dan niet herhaaldelijk.
OPMERKING
Houd de sproeierkop op ten minste 30 cm
van de carrosserie. Anders kunnen kunst-
stof delen, zoals lijsten en bumpers, ver-
vormd of beschadigd raken. Houd de
sproeierkop ook niet de hele tijd op
dezelfde plek.
Spuit niet continu met water op het onder-
ste gedeelte van de voorruit. Daar bevindt
zich de luchtinlaatopening voor de aircon-
ditioning en als daar water doorheen komt,
werkt de airconditioning mogelijk niet
goed.
Reinig de onderzijde van de auto niet met
een hogedrukreiniger.
Optillen van de ruitenwisserarmen voor
Houd bij het optillen het haakgedeelte
van de ruitenwisserarmen vast.
Houd bij het optillen niet alleen de ruitenwis-
serbladen vast, anders kunnen de ruitenwis-
serbladen vervormd raken.
A
Reinigen en beschermen van
het interieur van uw auto
Reinig de onderdelen en materialen op
de daarvoor juiste wijze.
Beschermen van het interieur
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 439 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
440
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-1. Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
Water in de auto
Mors geen vloeistof in de auto, zoals op de
vloer, in de ventilatieopeningen van het
batterijpakket (tractiebatterij) of in de
bagageruimte.
Anders kunnen het batterijpakket, elektri-
sche onderdelen en dergelijke defect
raken of vlam vatten.
Voorkom dat onderdelen of de bedrading
van het airbagsysteem in het interieur nat
worden. (Blz. 42)
Een elektrische storing kan ervoor zorgen
dat de airbags worden geactiveerd of niet
op de juiste wijze werken, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.
Reinigen van het interieur (met name het
dashboard)
Gebruik geen autowas of lakcleaner. Het
dashboard kan in de voorruit worden weer-
kaatst; hierdoor kan het gezichtsveld van de
bestuurder worden belemmerd wat een ern-
stig ongeval tot gevolg kan hebben.
OPMERKING
Reinigingsmiddelen
Gebruik de volgende reinigingsmiddelen
niet, omdat ze verkleuring van het interieur
of strepen en beschadigingen van gelakte
oppervlakken kunnen veroorzaken:
Behalve de stoelen: Organische reini-
gingsmiddelen zoals wasbenzine en ter-
pentine, alkalische of zuurhoudende
middelen, textielverf en bleekmiddel
Stoelen: Alkalische en zuurhoudende mid-
delen, zoals thinner, wasbenzine en alcohol
Gebruik geen autowas of lakcleaner. Het
dashboard of andere gelakte delen van het
interieur kunnen beschadigd raken.
Voorkomen van beschadiging van lede-
ren bekleding
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht om beschadiging en vroegtijdige slijtage
van lederen bekleding te voorkomen:
Verwijder stof en vuil onmiddellijk van de
bekleding.
Stel de auto niet langdurig bloot aan direct
zonlicht. Parkeer uw auto in de schaduw,
vooral bij warm weer.
Leg geen vinyl of plastic voorwerpen of
artikelen die was bevatten op de bekleding,
aangezien ze bij hoge temperaturen in het
interieur mogelijk aan het leer vast blijven
kleven.
Water op de vloerbedekking
Was de vloerbedekking van de auto niet met
water. Water dat in contact komt met elektri-
sche onderdelen boven of onder de vloerbe-
dekking, kan schade aan de verschillende
systemen van de auto veroorzaken, bijvoor-
beeld aan het audiosysteem. Water kan
bovendien roest aan de carrosserie veroorza-
ken.
Bij het reinigen van de binnenzijde van de
voorruit (auto's met Lexus Safety
System+)
Zorg ervoor dat er geen glasreiniger op de
lens terechtkomt. Raak de lens ook niet aan.
(Blz. 288)
Schoonmaken van de binnenzijde van de
voorruit en achterruit
Gebruik geen ruitenreiniger om de achter-
ruit schoon te maken. Anders kunnen de
verwarmingsdraden en antenne bescha-
digd raken. Veeg de ruit voorzichtig
schoon met een doek en lauw water. Veeg
de ruit schoon in dezelfde richting als de
verwarmingsdraden en antenne.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 440 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
441
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
Maak de ventilatieopeningen schoon door
de volgende procedures uit te voeren, om
te voorkomen dat stof zich erin ophoopt en
dat ze verstopt raken.
Er zijn ventilatieopeningen aanwezig aan beide
zijden van de stoelen.
Schoonmaken van de ventilatieope-
ningen
1Verwijder verontreinigingen met een
stofzuiger o.i.d. uit de openingen.
Maak de openingen aan beide zijden schoon.
2Start het hybridesysteem en controleer
of de waarschuwingsmelding op het
multi-informatiedisplay verdwijnt.
Het kan ongeveer 20 minuten duren voordat
de waarschuwingsmelding verdwijnt.
Schoonmaken van de ventilatieopeningen
Stof in de ventilatieopeningen of filters kan het
koelen van het batterijpakket (tractiebatterij)
hinderen en leiden tot een hoger brandstof-
verbruik. Controleer en reinig de ventilatie-
openingen regelmatig.
Als verder wordt gereden terwijl “Mainte-
nance required for Traction battery cooling
parts See owner’s manual” (onderhoud vereist
voor koelonderdelen tractiebatterij, zie hand-
leiding) wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay, kan de aanvoer van koele
lucht naar en de afvoer van warme lucht van
het batterijpakket (tractiebatterij) beperkt
worden, waardoor het door het batterijpakket
(tractiebatterij) geleverde vermogen afneemt
en er een storing optreedt. Dit kan leiden tot
een hoger brandstofverbruik of een storing.
Als de waarschuwingsmelding wordt weerge-
geven, neem dan contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige of reinig onmiddellijk de
ventilatieopeningen.
Laat de auto nakijken door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige wanneer de waarschu-
wingsmelding op het multi-informatiedisplay
niet verdwijnt na het schoonmaken van de
ventilatieopeningen.
De timing van het schoonmaken van de venti-
latieopeningen is afhankelijk van de gebruiks-
omgeving van de auto.
OPMERKING
Voorkom beschadiging van de verwar-
mingsdraden en de antenne.
Schoonmaken van de zijruiten voor
Gebruik geen chemische of schuurmiddelen
(bijv. ruitenreiniger, reinigingsmiddelen, was)
om de ruiten schoon te maken. Anders kan
de laag beschadigd raken.
Schoonmaken van de
ventilatieopeningen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 441 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
442
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-1. Onderhoud en verzorging
Verwijder vuil met een vochtige, zachte
doek of synthetische zeem.
Veeg daarna het resterende vocht weg
met een droge, zachte doek.
Schoonmaken van de metaalaccenten met
satijnglans
De metalen delen hebben een oppervlak van
echt metaal. Deze moeten regelmatig worden
schoongemaakt. Als de vuile delen gedurende
langere tijd niet worden schoongemaakt, zal het
schoonmaken moeilijker gaan.
Verwijder vuil en stof met een stofzui-
ger.
Veeg overtollig vuil en stof weg met een
zachte doek die is bevochtigd met een
verdund reinigingsmiddel.
Gebruik sop met ongeveer 5% wolreinigings-
middel.
Verwijder alle sporen van het reini-
gingsmiddel grondig met een schone,
vochtige doek.
Veeg daarna het resterende vocht van
het leder af met een droge, schone
doek.
Laat de lederen bekleding drogen in
een geventileerde ruimte in de scha-
duw.
Onderhoud van lederen bekleding
Om het interieur in een goede conditie te hou-
den, raadt Lexus u aan het minimaal twee keer
per jaar schoon te maken.
Verwijder vuil en stof met een stofzui-
ger.
Verwijder het met een zachte vochtige
doek met ongeveer 1% reinigings-
middel.
Verwijder alle sporen van het reini-
gingsmiddel en water grondig met een
schone, vochtige doek.
OPMERKING
Bij het schoonmaken van de ventilatie-
openingen
Gebruik bij het reinigen van de ventilatieope-
ning alleen een stofzuiger voor het verwijde-
ren van verontreinigingen. Als er perslucht
wordt gebruikt om de verontreinigingen te
verwijderen, kunnen deze in de ventilatieope-
ning geblazen worden, waardoor de presta-
ties van het batterijpakket (tractiebatterij) in
negatieve zin beïnvloed kunnen worden en er
een storing kan ontstaan.
Voorkomen van beschadigingen aan de
auto
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Anders kan de auto beschadigd raken.
Maak de ventilatieopeningen niet schoon
met water of andere vloeistoffen
Plaats alleen de voor deze auto bestemde
filters in de ventilatieopeningen en gebruik
de auto niet terwijl de filters verwijderd zijn.
Schoonmaken van de
metaalaccenten met satijnglans
Schoonmaken van lederen
bekleding
Schoonmaken van kunstleder
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 442 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
443
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-2. Onderhoud
Onderhoud en verzorging
6-2.Onderhoud
Waar naartoe voor goed onderhoud?
Om uw auto in de best mogelijke staat te hou-
den, raadt Lexus u aan om alle onderhoudswerk-
zaamheden, inspecties en reparaties te laten
uitvoeren door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Laat door de garantie gedekte reparaties en ser-
vicewerkzaamheden uitvoeren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur,
die originele Lexus-onderdelen gebruikt bij het
oplossen van eventuele problemen met uw auto.
Er kunnen ook voordelen aan zitten om niet
door de garantie gedekte reparaties en service-
werkzaamheden te laten uitvoeren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur,
die u met zijn expertise kan helpen eventuele
problemen met uw auto op te lossen.
Uw Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige voert alle onderhoudswerk-
zaamheden aan uw auto betrouwbaar en tegen
zo laag mogelijke kosten uit, dankzij zijn ervaring
met auto's van het merk Lexus.
Laat het periodiek onderhoud aan uw auto
uitvoeren volgens het onderhoudsschema.
Zie het onderhoudsboekje en het garantie-
boekje van Lexus voor de volledige informatie
over het onderhoudsschema.
Hoe zit het met zelf uit te voeren onder-
houd?
Als u een beetje technisch inzicht en wat een-
voudig gereedschap hebt, zijn veel onder-
houdswerkzaamheden zelf uit te voeren.
Houd er echter rekening mee dat voor
bepaalde werkzaamheden speciaal gereed-
schap en kennis benodigd zijn. Dit soort werk-
zaamheden kunt u beter overlaten aan een
deskundig monteur. Zelfs als u een ervaren
doe-het-zelfmonteur bent, raden wij u aan om
reparaties en onderhoud door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige uit te laten voeren. Een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur
houdt de onderhoudshistorie van uw Lexus bij,
wat handig kan zijn als u ooit werkzaamheden
moet laten uitvoeren die onder de garantie val-
len. Indien u de onderhoudswerkzaamheden
door een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige dan een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur laat uit-
voeren, raden wij u aan te vragen of de onder-
houdshistorie kan worden bijgehouden.
Onderhoud en reparatie
Om veilig en zuinig te kunnen rijden is
het van essentieel belang dat uw auto
goed verzorgd en onderhouden wordt.
Lexus raadt u aan uw auto als volgt te
onderhouden:
WAARSCHUWING
Wanneer uw auto niet volgens de voor-
schriften is onderhouden
Onjuist onderhoud kan ernstige schade aan
de auto en ernstig letsel veroorzaken.
Omgaan met de 12V-accu
12V-accupolen, aansluitingen en bijbeho-
rende onderdelen bevatten lood. Een lood-
vergiftiging kan hersenbeschadiging
veroorzaken. Was daarom na werkzaamhe-
den altijd uw handen. (Blz. 454)
Periodiek onderhoud
Zelf uit te voeren onderhoud
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 443 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
444
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-2. Onderhoud
Wanneer moet uw auto worden gerepa-
reerd?
Wees attent op veranderingen in de prestaties
en geluiden en op zichtbare tekenen die erop
wijzen dat onderhoud noodzakelijk is. Een paar
belangrijke aanwijzingen zijn:
Overslaande, haperende, stotterende of
onregelmatig draaiende motor
Een merkbaar verlies aan trekkracht
Vreemde motorgeluiden
Sporen van lekkage onder de auto (na
gebruik van de airconditioning is waterlekk-
age echter normaal)
Verandering in het uitlaatgeluid (dit kan wij-
zen op een zeer gevaarlijk koolmonoxidelek.
Rijd met alle ruiten open en laat het uitlaatsys-
teem onmiddellijk controleren).
Abnormaal zachte banden, ongewoon veel
bandengepiep bij het nemen van bochten of
ongelijkmatige bandenslijtage
De auto trekt naar één kant, terwijl u rechtuit-
rijdt op een vlakke weg
Vreemde geluiden die kennelijk in verband
staan met de bewegingen van de wielop-
hanging
Verlies van remkracht; “sponzig” aanvoelend
rempedaal; het pedaal kan bijna tot op de
vloer worden ingetrapt; scheeftrekken van de
auto bij remmen
Koelvloeistoftemperatuur voortdurend hoger
dan normaal (Blz. 494)
Als u een van deze zaken merkt, laat dan uw
auto zo snel mogelijk nakijken door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige. Mogelijk moet uw auto afge-
steld of gerepareerd worden.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 444 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
445
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
6-3.Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij zelf
uit te voeren onderhoud
Als u controles en onderhoudswerk-
zaamheden uitvoert, dient u dit precies
te doen zoals in dit hoofdstuk wordt
beschreven.
Onderhoud
Onderwerp Benodigdheden
Conditie 12V-
accu (Blz. 454)
•Vet
Universele sleutel (voor
de bouten van de accu-
kabels)
Koelvloeistofni-
veau motor/ver-
mogensregeleenh
eid (Blz. 451)
Toyota Super Long Life
Coolant” of een gelijk-
waardige hoogwaardige
koelvloeistof op basis
van ethyleenglycol en
organische zuren, zon-
der silicaat, amine, nitriet
en boraat.
Toyota Super Long Life
Coolant is voorgemixt
met 50% koelvloeistof
en 50% gedeminerali-
seerd water.
Trechter (uitsluitend voor
het bijvullen van koel-
vloeistof)
Motoroliepeil
(Blz. 449)
Originele Toyota-
motorolie of gelijkwaar-
dig
Doek of poetspapier
Trechter (uitsluitend voor
het bijvullen van motor-
olie)
Zekeringen
(Blz. 476)
Zekering met dezelfde
stroomsterkte als de oor-
spronkelijke zekering
Lampen
(Blz. 479)
Lamp met hetzelfde num-
mer en vermogen als het
oorspronkelijke exemplaar
Radiateur en con-
densor
(Blz. 452)
Bandenspanning
(Blz. 471)
Bandenspanningsmeter
•Compressor
Ruitensproeier-
vloeistof
(Blz. 453)
Water of ruitensproeier-
vloeistof met antivries
(voor gebruik onder win-
terse omstandigheden)
Trechter (uitsluitend voor
het bijvullen van ruiten-
sproeiervloeistof)
WAARSCHUWING
In de motorruimte bevinden zich allerlei
mechanismen en vloeistoffen die plotseling in
beweging kunnen komen, heet kunnen wor-
den of elektrisch geladen kunnen worden.
Neem onderstaande voorzorgsmaatregelen
in acht om ernstig letsel te voorkomen.
Tijdens werkzaamheden in de motor-
ruimte
Controleer of de melding IGNITION ON
(contact AAN) niet op het multi-informa-
tiedisplay wordt weergegeven en het con-
trolelampje READY uit is.
Houd handen, kleding en gereedschap uit
de buurt van de draaiende ventilator en de
aandrijfriem.
Raak de motor, de vermogensregeleen-
heid, de radiateur, het uitlaatspruitstuk, enz.
niet direct na het rijden aan, aangezien
deze onderdelen heet kunnen zijn. De olie
en andere vloeistoffen kunnen ook heet
zijn.
Onderwerp Benodigdheden
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 445 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
446
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
1Trek de ontgrendelingshendel van de
motorkap naar u toe.
De motorkap zal iets omhoog springen.
2Trek de veiligheidshaak omhoog en
open de motorkap.
WAARSCHUWING
Laat geen brandbare voorwerpen, zoals
een stuk papier of een doek, achter in de
motorruimte.
Rook niet, veroorzaak geen vonken en
voorkom open vuur in de buurt van brand-
stof. Brandstofdampen zijn licht ontvlam-
baar.
Wees voorzichtig, want remvloeistof is
gevaarlijk voor uw handen en ogen en kan
gelakte oppervlakken beschadigen. Als u
remvloeistof op uw handen of in uw ogen
krijgt, spoel ze dan onmiddellijk met
schoon water. Raadpleeg een arts als u last
blijft houden.
Werkzaamheden bij de elektrische koel-
ventilatoren of de radiateur
Zorg ervoor dat het contact UIT staat.
Wanneer het contact AAN staat, kunnen de
elektrische koelventilatoren automatisch
worden ingeschakeld als de airconditioning
wordt ingeschakeld en/of als de koelvloeistof-
temperatuur hoog is. (Blz. 452)
Veiligheidsbril
Draag een veiligheidsbril om uw ogen te
beschermen tegen rondvliegend of vallend
materiaal, een straal vloeistof, enz.
OPMERKING
Wanneer u het luchtfilter verwijdert
Rijden zonder luchtfilter kan leiden tot over-
matige motorslijtage door vuil in de inlaat-
lucht.
Als het vloeistofniveau te laag of te hoog
is
Het is normaal dat het remvloeistofniveau iets
lager wordt door slijtage van de remblokken
of door een hoog vloeistofniveau in de accu-
mulator.
Als het reservoir regelmatig moet worden bij-
gevuld, kan dit duiden op een serieus pro-
bleem.
Motorkap
Openen van de motorkap
WAARSCHUWING
Controle voor het rijden
Controleer of de motorkap goed dicht en
vergrendeld is.
Als de motorkap niet goed vergrendeld is,
kan hij tijdens het rijden onverwacht open-
gaan, waardoor een ongeval kan ontstaan
met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 446 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
447
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Voor
Achter
1Verwijder het deksel en vervolgens
de bout .
2Krik uw auto op met een garagekrik.
Plaatsen van een garagekrik
Volg bij het gebruik van een garagekrik
altijd de bij de krik geleverde handlei-
ding en wees voorzichtig.
Krik de auto uitsluitend op met de
garagekrik onder een van de aange-
geven kriksteunpunten. Als de auto
wordt opgekrikt terwijl de krik niet
goed is geplaatst, kan de auto bescha-
digd raken of van de krik vallen en ern-
stig letsel veroorzaken.
Plaats van het kriksteunpunt
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 447 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
448
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Zekeringenkasten (Blz. 476)
Koelvloeistofreservoir (Blz. 451)
Motorolievuldop (Blz. 450)
Koelvloeistofreservoir vermogensregeleenheid (Blz. 451)
Radiateur (Blz. 452)
Condensor (Blz. 452)
Elektrische koelventilatoren
Oliepeilstok (Blz. 449)
Sproeierreservoir (Blz. 453)
12V-accu
Blz. 454
Motorruimte
Onderdelen
A
B
C
D
E
F
G
H
I
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 448 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
449
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Verwijderen van de afdekkap van de
motorruimte
Plaatsen van de clips
1Insteken
2Indrukken
Controleer het oliepeil met behulp van de
peilstok bij bedrijfswarme, afgezette motor.
Controle van motorolie
1Plaats de auto op een horizontale
ondergrond. Wacht, nadat de motor
op bedrijfstemperatuur is gekomen en
het hybridesysteem is uitgeschakeld,
minstens 5 minuten om de olie de
gelegenheid te geven naar het carter
terug te stromen.
2Trek de peilstok uit de motor terwijl u
een doek onder het uiteinde houdt.
3Veeg de peilstok met een schone doek
af.
4Steek de peilstok weer volledig in de
motor met de uitstekende delen ( in
de afbeelding) in de richting van de
motor.
Afdekkap motorruimte
OPMERKING
Na het plaatsen van een afdekkap motor-
ruimte
Controleer of de afdekkap goed vastzit in zijn
oorspronkelijke positie.
Controleren en bijvullen
van motorolie
A
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 449 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
450
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
5Trek de peilstok uit de motor en con-
troleer het oliepeil terwijl u een doek
onder het uiteinde houdt.
Laag
Normaal
Te hoog
Meetzijde
6Veeg de peilstok af en steek deze hele-
maal terug in de houder.
Oliesoort controleren en benodigd-
heden klaarleggen
Controleer welke kwaliteit motorolie
wordt voorgeschreven en leg de beno-
digdheden voor het bijvullen klaar.
Keuze motorolie
Blz. 547
Oliehoeveelheid (minimaal maxi-
maal)
1,5 l
Onderwerp
Schone trechter
Motorolie bijvullen
Als het oliepeil onder het onderste merk-
teken of er net boven ligt, moet u olie bij-
vullen van het type zoals hierna is vermeld,
of van hetzelfde type als waarmee de
motor eerder werd gevuld.
1Verwijder de olievuldop door deze
linksom te draaien.
2Giet beetje voor beetje motorolie in de
vulopening en controleer ondertussen
het oliepeil steeds door middel van de
peilstok.
3Plaats de olievuldop door deze
rechtsom te draaien.
Olieverbruik
Er wordt tijdens het rijden een bepaalde hoe-
veelheid motorolie verbruikt. In de volgende
situaties neemt het olieverbruik mogelijk toe en
moet er mogelijk tussen de onderhoudsinterval-
len motorolie worden bijgevuld.
Als de motor nog nieuw is, bijvoorbeeld direct
na aanschaf van de auto of nadat de motor is
vervangen
Als een lagere kwaliteit motorolie of motor-
olie met een verkeerde viscositeit wordt
gebruikt
Bij het rijden met hoge motortoerentallen,
met een zwaar beladen auto, met een aan-
hangwagen of bij veelvuldig optrekken en
afremmen
Als de motor langdurig stationair draait, of bij
veelvuldig rijden in druk verkeer
Na het verversen van de motorolie
Het indicatiesysteem motorolie verversen moet
worden gereset. Ga als volgt te werk:
1Druk op of van de bedieningstoet-
sen van het instrumentenpaneel en selec-
teer .
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 450 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
451
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
2Druk op of van de bedieningstoet-
sen van het instrumentenpaneel, selecteer
“Vehicle Settings” (voertuiginstellingen) en
druk vervolgens op .
3Druk op of van de bedieningstoet-
sen van het instrumentenpaneel, selecteer
“Oil Maintenance” (verversen motorolie) en
houd vervolgens ingedrukt.
4Selecteer “Yes” (ja) en druk op .
“The Data Has Been Reset” (de gegevens zijn
gereset) wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay.
Het koelvloeistofniveau is correct als het
zich tussen het FULL- en het LOW-
streepje van het reservoir bevindt als het
hybridesysteem koud is.
Koelvloeistofreservoir
Dop reservoir
FULL-streepje
LOW-streepje
Als het niveau zich op of onder het LOW-
streepje bevindt, moet koelvloeistof worden bij-
gevuld tot aan het FULL-streepje. (Blz. 537)
WAARSCHUWING
Afgewerkte motorolie
Afgewerkte motorolie bevat schadelijke
stoffen die huidaandoeningen zoals ontste-
king of huidkanker kunnen veroorzaken.
Wees daarom voorzichtig en vermijd lang-
durig en herhaaldelijk contact met de huid.
Verwijder afgewerkte motorolie door
goed met water en zeep te wassen.
Voer afgewerkte motorolie en gebruikte
oliefilters op een veilige en acceptabele
manier af. Gooi afgewerkte motorolie en
gebruikte oliefilters nooit weg in de vuilnis-
bak, in het riool of zomaar ergens. Neem
contact op met een erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur, een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige, tankstation of een automateri-
alenzaak voor meer informatie over recy-
cling of afvoeren.
Houd motorolie buiten het bereik van kin-
deren.
OPMERKING
Voorkomen van ernstige schade aan de
motor
Controleer regelmatig het oliepeil.
Bij het olie verversen of bijvullen
Let erop dat er geen motorolie op onder-
delen van de auto terechtkomt.
Vul nooit te veel olie bij, anders kan de
motor beschadigd raken.
Controleer na het olie verversen altijd het
oliepeil met de peilstok.
Controleer of de olievuldop goed is vast-
gedraaid.
Koelvloeistof controleren
A
B
C
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 451 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
452
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Koelvloeistofreservoir
vermogensregeleenheid
Dop reservoir
FULL-streepje
LOW-streepje
Als het niveau zich op of onder het LOW-
streepje bevindt, moet koelvloeistof worden bij-
gevuld tot aan het FULL-streepje. (Blz. 537)
Selectie van koelvloeistof
Gebruik alleen Toyota Super Long Life Coolant
of een gelijkwaardig product.
Toyota Super Long Life Coolant is een mengsel
van 50% koelvloeistof en 50% gedeminerali-
seerd water. (Minimumtemperatuur: -35°C)
Neem voor meer informatie over koelvloeistof
contact op met een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als het koelvloeistofniveau korte tijd na het
bijvullen weer is gezakt
Controleer de radiateur, de slangen, de doppen
van de koelvloeistofreservoirs, de aftapkraan en
de waterpomp.
Als u geen lek kunt vinden, laat dan een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige de druk op de dop nakijken en
controleren op lekkages in het koelsysteem.
Controleer de radiateur en de condensor
en verwijder eventueel vuil.
Als een van bovenstaande onderdelen erg
vuil is of als u niet zeker bent van de staat
ervan, laat dan uw auto nakijken door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
A
B
C
WAARSCHUWING
Wanneer het hybridesysteem heet is
Verwijder de dop van het koelvloeistofreser-
voir van de motor/vermogensregeleenheid
niet.
Als het koelsysteem nog onder druk staat,
kan hete koelvloeistof uit de vulopening spui-
ten als de dop wordt verwijderd en brand-
wonden of ander ernstig letsel veroorzaken.
OPMERKING
Bij het bijvullen van koelvloeistof
Gebruik geen onverdunde antivries of alleen
water. Een goede mengverhouding van water
en antivries zorgt voor een goede smering,
corrosiebescherming en koeling. Lees altijd
de informatie op het etiket van de antivries of
koelvloeistof.
Als u koelvloeistof morst
Verwijder de koelvloeistof met veel water om
te voorkomen dat het de lak of onderdelen
aantast.
Controle van radiateur
en condensor
WAARSCHUWING
Wanneer het hybridesysteem heet is
Raak om brandwonden te voorkomen de
radiateur of de condensor niet aan, aange-
zien deze heet kunnen zijn.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 452 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
453
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Als geen enkele ruitensproeier werkt of de
melding “Windshield Washer Fluid Low”
(Laag ruitensproeiervloeistofniveau) wordt
weergegeven op het multi-informatiedis-
play, is het sproeierreservoir mogelijk leeg.
Vul ruitensproeiervloeistof bij.
WAARSCHUWING
Wanneer de elektrische koelventilatoren
draaien
Steek uw handen niet in de motorruimte.
Nadat het contact UIT is gezet, blijven de
elektrische koelventilatoren mogelijk nog
ongeveer 3 minuten draaien.
Wanneer het contact AAN staat, kunnen de
elektrische koelventilatoren automatisch
worden ingeschakeld als de airconditioning
wordt ingeschakeld en/of als de koelvloeistof-
temperatuur hoog is. Controleer of het con-
tact UIT staat als u in de buurt van de
elektrische koelventilatoren of de grille komt.
Controleren en bijvullen van
ruitensproeiervloeistof
WAARSCHUWING
Bij het bijvullen van ruitensproeiervloei-
stof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als het
hybridesysteem warm is of nog werkt. Ruiten-
sproeiervloeistof bevat alcohol en kan vlam
vatten als het bijvoorbeeld op hete motoron-
derdelen wordt gemorst.
OPMERKING
Vul het reservoir uitsluitend met ruiten-
sproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in
plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw
auto worden aangetast en de pomp bescha-
digd raken, waardoor er geen ruitensproeier-
vloeistof meer kan worden gesproeid.
Verdunnen van ruitensproeiervloeistof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig
met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruiten-
sproeiervloeistoffles aangegeven temperatu-
ren voor de juiste mengverhouding.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 453 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
454
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
De 12V-accu bevindt zich aan de linker-
zijde van de bagageruimte.
Voorzorgsmaatregelen voor het opladen
van de accu
Tijdens het opladen van de 12V-accu ontstaat het
licht ontvlambare en explosieve waterstof. Houd
u daarom voor het opladen aan de volgende
voorzorgsmaatregelen:
Als de 12V-accu in de auto is gemonteerd,
moet voorafgaand aan het opladen de massa-
kabel worden losgenomen.
Zorg ervoor dat de acculader tijdens het aan-
sluiten en losnemen van de accuklemmen is
uitgeschakeld.
Na het laden/aansluiten van de 12V-accu
Mogelijk start het hybridesysteem niet. Volg
de onderstaande procedure om het systeem
te initialiseren.
1Zet de selectiehendel in stand P.
2Open en sluit een van de portieren.
3Schakel het hybridesysteem weer in.
Nadat de 12V-accu losgenomen is geweest
en weer is aangesloten, is het wellicht niet
meteen mogelijk om de portieren met het
Smart entry-systeem met startknop te ont-
grendelen. Gebruik in dat geval de afstands-
bediening of de mechanische sleutel om de
portieren te vergrendelen of ontgrendelen.
Start het hybridesysteem met het contact in
stand ACC. Het hybridesysteem kan niet
worden gestart als het contact UIT staat. Het
hybridesysteem werkt vanaf de tweede
poging echter normaal.
De stand van het contact wordt door de auto
geregistreerd. Als de 12V-accu weer wordt
aangesloten, keert de startknop terug naar de
stand die was geselecteerd voordat de 12V-
accu werd losgenomen. Zorg ervoor dat het
contact UIT wordt gezet voordat u de 12V-
accu losneemt. Wees extra voorzichtig als niet
bekend is wat de stand van de startknop was
voordat de 12V-accu werd losgenomen.
Neem, als het systeem na meerdere pogingen
nog niet start, contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
12V-accu
Plaats
WAARSCHUWING
Chemicaliën in de 12V-accu
Het zwavelzuur in de 12V-accu is giftig en bij-
tend en kan het ontstaan van het licht ont-
vlambare en explosieve waterstof
veroorzaken. Neem bij werkzaamheden bij of
aan de 12V-accu de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht om ernstig letsel te voor-
komen:
Veroorzaak geen vonken met gereed-
schap.
Rook nooit en steek nooit een lucifer of een
aansteker aan bij de 12V-accu.
Voorkom dat ogen, huid of kleren in con-
tact komen met de elektrolyt.
Adem of slik nooit elektrolyt in.
Gebruik een veiligheidsbril als u bij de 12V-
accu bezig bent.
Laat kinderen niet in de buurt spelen als u
met de 12V-accu bezig bent.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 454 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
455
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
1Til de afdekplaat omhoog en maak de
haak vast. (Blz. 424)
2Verwijder de linker afdekplaat.
3Verwijder de afdekkap na het verwij-
deren van de clip.
Auto's met reservewiel
Indrukken
Naar buiten trekken
WAARSCHUWING
Een veilige plaats voor het opladen van de
12V-accu
Laad de 12V-accu altijd op in een open
ruimte. Laad de 12V-accu niet op in een
garage of in een afgesloten ruimte waar
onvoldoende ventilatie is.
Noodmaatregelen met betrekking tot
elektrolyt
Als er elektrolyt in uw ogen terechtkomt
Spoel de ogen minstens 15 minuten met
water en schakel direct medische hulp in.
Blijf zo mogelijk water met een spons of
doek op de ogen deppen, terwijl u naar
een arts of het ziekenhuis gaat.
Als er elektrolyt op uw huid terechtkomt
Was de huid zorgvuldig met veel water. Als
het pijn doet of brandt, roept u meteen
medische hulp in.
Als er elektrolyt op uw kleding terechtkomt
De elektrolyt kan via de kleding op uw huid
terechtkomen. Trek onmiddellijk de kleding
uit en volg, indien nodig, de procedure
zoals hierboven beschreven.
Als u per ongeluk elektrolyt binnenkrijgt
Drink zo veel mogelijk water of melk. Scha-
kel zo snel mogelijk medische hulp in.
Bij het omgaan met de 12V-accu
Blz. 536
Accukabels van de 12V-accu losnemen
Neem de negatieve (-) accupool niet zoals
aangegeven los van de carrosseriezijde. De
losgenomen negatieve (-) accupool kan in
contact komen met de positieve (+) accupool,
waardoor ernstig letsel als gevolg van een
kortsluiting kan ontstaan.
OPMERKING
Wanneer de 12V-accu wordt opgeladen
Laad de 12V-accu nooit op wanneer het
hybridesysteem in werking is. Controleer ook
of alle accessoires zijn uitgeschakeld.
Verwijderen van de afdekkap
van de 12V-accu
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 455 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
456
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Auto's met bandenreparatieset
Indrukken
Eruit trekken
Controleer de 12V-accu op gecorro-
deerde en loszittende klemmen, scheuren
en een loszittende klembeugel.
Accupolen
Klembeugel
Plaats de afdekkap met de clips
Auto's met reservewiel
1Druk het middelste deel omhoog
2Insteken
3Indrukken
Auto's met bandenreparatieset
1Druk het middelste deel omhoog
2Insteken
3Indrukken
Exterieur
A
B
A
B
Plaatsen van de afdekkap van
de 12V-accu
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 456 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
457
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Controleer of de slijtage-indicatoren op de
banden te zien zijn. Controleer de banden
tevens op ongelijkmatige slijtage, zoals
overmatige slijtage aan een zijde van het
loopvlak.
Controleer de staat en de bandenspanning
van het reservewiel ook als het niet
gebruikt wordt.
Nieuwe band
Versleten loopvlak
Slijtage-indicator
De plaats van de slijtage-indicatoren wordt aan-
gegeven met de tekst TWI of de indicatie
op de wang van de band.
Vervang de band als de slijtage-indicatoren te
zien zijn.
Wanneer moeten banden worden vervan-
gen
Banden moeten worden vervangen als:
De slijtage-indicatoren zijn te zien op een
band.
De banden beschadigingen vertonen, zoals
insnijdingen, scheuren of barsten die zo diep
zijn dat het binnenmateriaal zichtbaar wordt
en bulten die duiden op een interne beschadi-
ging
Een band vaak leegloopt of niet goed kan
worden gerepareerd vanwege de grootte of
plaats van de beschadiging.
Neem contact op met een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als u er niet zeker van bent.
Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten altijd
door gekwalificeerd werkplaatspersoneel wor-
den gecontroleerd, zelfs als er niet of nauwelijks
met de banden is gereden en de banden niet
beschadigd lijken te zijn.
Als de profieldiepte van winterbanden min-
der is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de win-
terbanden verloren.
Banden
Vervang of verwissel banden afhanke-
lijk van het onderhoudsschema en het
slijtagepatroon.
Controleren van de banden
A
B
C
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 457 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
458
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Wissel de banden zoals aangegeven in de
afbeelding.
Lexus beveelt aan om de banden met de vol-
gende intervallen van plaats te wisselen om een
gelijkmatig slijtagepatroon en een langere
levensduur van de banden te verkrijgen:
2WD-uitvoeringen:
Elke 10.000 km
Voor
AWD-uitvoeringen:
Elke 5.000 km
WAARSCHUWING
Bij het controleren of vervangen van de
banden
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatre-
gelen om ongevallen te voorkomen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgs-
maatregelen, kan schade aan de aandrijflijn
veroorzaken en gevaarlijke rijeigenschappen
tot gevolg hebben, waardoor een ongeval
met ernstig letsel kan ontstaan.
Gebruik geen banden van verschillende
merken, types of profielen.
Gebruik ook geen banden met duidelijk
verschillende slijtagepatronen door elkaar.
Gebruik uitsluitend de door Lexus voorge-
schreven bandenmaat.
Gebruik geen verschillende soorten ban-
den (radiaalbanden, gordelbanden met
diagonaalkarkas en diagonaalbanden)
door elkaar.
Gebruik geen zomer-, all-season- en win-
terbanden door elkaar.
Gebruik nooit banden onder uw auto die
zijn gebruikt onder een andere auto.
Door het gebruik van banden waarvan het
verleden onbekend is, loopt u extra risico.
Auto's met een compact reservewiel: Rijd
niet met een aanhangwagen als een com-
pact reservewiel is gemonteerd.
Auto's met een bandenreparatieset: Sleep
of trek nooit andere voertuigen als een
gemonteerde band is gerepareerd met
behulp van de bandenreparatieset. De
belasting van de band kan leiden tot onver-
wachte schade aan de band.
OPMERKING
Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over
onverharde wegen en wegen met kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk
een verlaging van de bandenspanning tot
gevolg, waardoor de verende werking van de
banden vermindert. Bovendien kunnen de
banden zelf en de velgen en carrosserie
beschadigd raken bij het rijden over onver-
harde wegen.
Als tijdens het rijden in elke band een te
lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te
laag is, anders kunnen de banden en/of vel-
gen ernstig beschadigd raken.
Wisselen van banden
A
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 458 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
459
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Voo r
Vergeet niet na het wisselen van de banden het
bandenspanningswaarschuwingssysteem te ini-
tialiseren.
(auto's met bandenspanningswaarschuwings-
systeem)
Uw auto is uitgerust met een bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem dat gebruik-
maakt van bandenspanningssensoren en -
zenders om een lage bandenspanning te
signaleren voordat deze tot problemen
leidt.
Als de bandenspanning onder een
bepaalde waarde komt, wordt de bestuur-
der door middel van een waarschuwings-
lampje gewaarschuwd. (Blz. 499)
Periodieke controle van de bandenspanning
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem
vervangt de periodieke controle van de banden-
spanning niet. Controleer daarom ook zelf
regelmatig de bandenspanning.
Situaties waarin het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem mogelijk niet goed werkt
Onder de volgende omstandigheden werkt
het bandenspanningswaarschuwingssysteem
mogelijk niet goed.
Als er niet-originele Lexus-velgen zijn
gemonteerd.
Er is een band vervangen door een exemplaar
dat niet overeenkomt met de OE-specificaties
(Original Equipment).
Er is een band vervangen door een exemplaar
dat niet de voorgeschreven maat heeft.
Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
Er is een run-flat band met ondersteunende
ring gemonteerd.
Als de ruiten zijn voorzien van een coating die
de ontvangst van de radiografische signalen
nadelig beïnvloedt.
Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral
bij de wielen of de wielkasten.
Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is
dan de voorgeschreven waarde.
Als er banden zonder bandenspanningssen-
soren en -zenders zijn gebruikt.
Als de identificatiecode op de bandenspan-
ningssensoren en -zenders niet is geregis-
treerd in de
bandenspanningswaarschuwingssysteem-
ECU.
In de volgende situaties kunnen de prestaties
worden beïnvloed.
In de buurt van een televisiezendmast, elektri-
citeitscentrale, tankstation, radiozender,
videowall, luchthaven of andere locatie waar
sterke radiogolven of elektromagnetische vel-
den aanwezig zijn
Als u een draagbare radio, mobiele telefoon,
draadloze telefoon of een ander draadloos
communicatiemiddel bij u draagt
Wanneer de auto geparkeerd is, kan het lan-
ger duren voordat de waarschuwing ver-
schijnt of verdwijnt.
Wanneer de bandenspanning snel daalt, zoals
bij een klapband, dan verschijnt de waarschu-
wing mogelijk niet.
Bandenspanningswaarschuwings-
systeem (indien aanwezig)
A
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 459 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
460
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Verklaring voor het bandenspanningswaarschuwingssysteem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 460 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
461
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 461 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
462
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 462 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
463
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 463 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
464
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 464 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
465
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 465 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
466
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 466 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
467
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Voor auto's die in Oekraïne zijn verkocht
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 467 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
468
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voor auto's die in Servië zijn verkocht
In Marokko verkochte auto's
Bij het vervangen van banden of velgen
moeten de bandenspanningssensoren en -
zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssensoren
en -zenders geplaatst worden, moeten de
identificatiecodes van deze componenten
worden geregistreerd in de bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem-ECU en
moet het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem worden geïnitialiseerd. Laat
de identificatiecodes van de bandenspan-
ningssensoren en -zenders registreren
door een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(Blz. 470)
Bij het vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de bandenspan-
ningssensor en -zender niet is geregistreerd,
werkt het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem niet correct. Na ongeveer 20 minuten rij-
den gaat het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gedurende 1 minuut knipperen
en het blijft daarna branden om aan te geven dat
er een storing in het systeem aanwezig is.
Plaatsen van bandenspannings-
sensoren en -zenders
OPMERKING
Repareren of vervangen van banden, vel-
gen, bandenspanningssensoren, -zen-
ders en ventieldopjes
Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspannings-
sensoren en -zenders contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige omdat de
bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voor-
zichtig mee wordt omgegaan.
Vergeet niet de dopjes weer op de ventie-
len aan te brengen. Als de ventieldopjes
niet geplaatst worden, dan kan er water in
de bandenspanningssensoren terechtko-
men en kunnen ze vast gaan zitten.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 468 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
469
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Het bandenspanningswaarschuwings-
systeem moet worden geïnitialiseerd
onder de volgende omstandigheden:
Als de banden op spanning worden
gebracht
Als de bandenspanning wordt gewij-
zigd (bijvoorbeeld wanneer de rijsnel-
heid of de belading verandert).
Bij het wisselen van banden
Als de band is gewisseld.
Als het bandenspanningswaarschuwings-
systeem wordt geïnitialiseerd, wordt de
actuele bandenspanning als referentie-
spanning beschouwd.
Initialiseren van het bandenspannings-
waarschuwingssysteem
1Parkeer de auto op een veilige plaats
en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de
auto rijdt.
2Breng de banden op de voorgeschre-
ven spanning bij koude banden.
(Blz. 551)
Breng de banden op de voorgeschreven span-
ning voor de banden in koude toestand. Deze
spanning vormt de referentiespanning voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem.
3Zet het contact AAN.
4Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel en selecteer .
5Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel, selecteer “Vehicle Settings”
(voertuiginstellingen) en druk vervol-
gens op .
6Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel, selecteer TPMS en houd
vervolgens ingedrukt.
De melding “Tire Pressure Recalibrating Please
Wait Until Complete” (Bandenspanning wordt
gereset. Wacht tot deze procedure is voltooid)
wordt weergegeven op het multi-informatiedis-
play en het waarschuwingslampje lage banden-
spanning knippert 3 keer langzaam.
Wanneer de melding verdwijnt, is de initialisatie
voltooid.
OPMERKING
Vervang ventieldopjes alleen door het
voorgeschreven type ventieldopje. De dop
kan anders vast gaan zitten.
Voorkomen van schade aan de banden-
spanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenre-
paratievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet goed.
Neem wanneer bandenreparatievloeistof is
gebruikt zo snel mogelijk contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige. Vervang na
het gebruik van bandenreparatievloeistof de
bandenspanningssensor en -zender wanneer
de band wordt gerepareerd of vervangen.
(Blz. 459)
Initialiseren van het
bandenspannings-
waarschuwingssysteem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 469 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
470
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Initialiseren van het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem
Initialiseer de banden als de banden de voorge-
schreven spanning hebben.
De initialisatieprocedure
Voer de initialisatie uit na het op spanning
brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden koud
zijn bij de initialisatie en bij het aanpassen van
de bandenspanning.
Als u het contact tijdens de initialisatie per
ongeluk UIT hebt gezet, dan is het niet nood-
zakelijk de initialisatie weer te starten, omdat
de initialisatie automatisch herstart wordt
wanneer het contact de volgende keer AAN
wordt gezet.
Als u per ongeluk de initialisatie weer start
wanneer initialiseren niet nodig is, breng de
banden dan op de juiste spanning wanneer ze
koud zijn en voer de initialisatie opnieuw uit.
Waarschuwingen bandenspanningswaar-
schuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem is gebaseerd
op de omstandigheden waaronder het systeem
geïnitialiseerd is. Daarom laat het systeem
mogelijk zelfs een waarschuwing zien wanneer
de bandenspanning niet laag genoeg is of wan-
neer de druk hoger is dan de druk die was inge-
steld tijdens het initialiseren van het systeem.
Als de initialisatie van het bandenspannings-
waarschuwingssysteem niet voltooid is
De initialisatie kan worden uitgevoerd in enkele
minuten. In de volgende gevallen worden de
instellingen echter niet opgeslagen en zal het
systeem niet goed werken. Laat, als herhaalde
pogingen de bandenspanning op te slaan mis-
lukken, de auto nakijken door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Bij het initialiseren van het bandenspannings-
waarschuwingssysteem gaat het waarschu-
wingslampje lage bandenspanning niet 3 keer
knipperen.
Na het initialiseren knippert het waarschu-
wingslampje lage bandenspanning gedu-
rende 1 minuut en blijft het tijdens het rijden
nog gedurende 20 minuten branden.
De bandenspanningssensoren en -zenders
zijn voorzien van een unieke identificatie-
code. Bij het vervangen van een banden-
spanningssensor en -zender is het
noodzakelijk om de identificatiecode te
registreren. Laat de identificatiecode
registreren door een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
WAARSCHUWING
Bij het initialiseren van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem
Initialiseer het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem niet voordat de banden op de
voorgeschreven spanning zijn gebracht.
Anders kan het voorkomen dat het waarschu-
wingslampje voor de lage bandenspanning
niet gaat branden terwijl de bandenspanning
te laag is, of wel gaat branden terwijl de ban-
denspanning in orde is.
Registreren van identificatiecodes
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 470 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
471
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Gevolgen van een onjuiste bandenspanning
Het rijden met een onjuiste bandenspanning kan
de volgende gevolgen hebben:
Hoger brandstofverbruik
Verminderd rijcomfort en een slechte hand-
ling
Kortere levensduur van de banden als gevolg
van slijtage
Een onveilige auto
Beschadiging van de aandrijflijn
Als een band vaak moet worden opgepompt,
laat deze dan controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Instructies voor het controleren van de ban-
denspanning
Let bij het controleren van de bandenspanning
op het volgende:
Controleer de bandenspanning alleen als de
banden koud zijn.
Als uw auto ten minste 3 uur heeft stilgestaan
of niet meer dan 1,5 km heeft gereden, kunt u
de bandenspanning voor koude banden cor-
rect aflezen.
Gebruik altijd een bandenspanningsmeter.
Het is moeilijk te bepalen of een band de
juiste bandenspanning heeft op basis van
alleen het uiterlijk.
Het is normaal dat de spanning van een band
na een rit is opgelopen aangezien warmte
wordt gegenereerd in de band. Laat na het rij-
den geen lucht uit de banden lopen om de
spanning te verlagen.
Bandenspanning
Zorg ervoor dat de banden de juiste
spanning hebben. De bandenspanning
moet ten minste eenmaal per maand
gecontroleerd worden. Lexus beveelt u
echter aan de bandenspanning eens
per twee weken te controleren.
(Blz. 551)
WAARSCHUWING
Een goede bandenspanning zorgt voor
een langere levensduur van de banden
Houd de bandenspanning op de juiste
waarde.
Als de banden niet de juiste spanning hebben,
kunnen onderstaande zaken zich voordoen.
Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig
letsel kan ontstaan.
Overmatige slijtage
Ongelijkmatige slijtage
Slecht rijgedrag
Mogelijke klapband door oververhitting
Luchtlekkage tussen de band en velg
Wielvervorming en/of beschadiging van de
band
Groter risico op beschadiging van de band
tijdens het rijden (als gevolg van voorwer-
pen op het wegdek, verbindingsstukken of
scherpe randen in het wegdek, enz.)
OPMERKING
Controleren en op de juiste spanning
brengen van de banden
Plaats na controle altijd de ventieldopjes.
Zonder de ventieldopjes kan er vuil en vocht
in het inwendige van de ventielen doordrin-
gen. Hierdoor kan de afdichting in gevaar
komen, wat kan leiden tot een lagere banden-
spanning.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 471 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
472
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Let er bij het vervangen van velgen op dat
deze hetzelfde draagvermogen, dezelfde
diameter, velgbreedte en ET-waarde* heb-
ben.
Elke erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
kan vervangende velgen leveren.
*: “Offset” is de gebruikelijke term.
Lexus adviseert u de volgende velgen niet
te gebruiken:
Velgen van verschillende maten of
types
Gebruikte velgen
Verbogen velgen die hersteld zijn
Bij het vervangen van velgen (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
De velgen van uw auto zijn uitgerust met ban-
denspanningssensoren en -zenders voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem, dat in
een vroegtijdig stadium waarschuwt als de ban-
denspanning te laag wordt. Bij het vervangen
van velgen moeten er bandenspanningssenso-
ren en -zenders worden geplaatst. (Blz. 459,
472)
Velgen
Als een velg verbuigingen of scheuren
vertoont of erg gecorrodeerd is, moet
deze vervangen worden. Anders kan
de band van de velg raken of kan de
auto moeilijk beheersbaar worden.
Keuze van velg
WAARSCHUWING
Ver vangen van velgen
Gebruik alleen de in deze handleiding aan-
bevolen maat velgen en banden. Een
andere maat kan resulteren in een slech-
tere controle over de auto.
Gebruik nooit een binnenband bij een
poreuze velg die ontworpen is voor een
tubeless band. Als u dat wel doet, kan dat
leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel
kan ontstaan.
Gebruik van beschadigde velgen niet
toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde vel-
gen.
Als u dat wel doet, kan er tijdens het rijden
lucht uit de band ontsnappen, waardoor een
ongeval zou kunnen ontstaan.
OPMERKING
Vervangen van bandenspanningssenso-
ren en -zenders (auto's met bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem)
Omdat het repareren of vervangen van
een band invloed kan hebben op de ban-
denspanningssensoren en -zenders, advi-
seren we u deze werkzaamheden uit te
laten voeren door een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige. Ga ook voor de aan-
schaf van bandenspanningssensoren en -
zenders naar een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Gebruik voor uw auto alleen originele
Lexus-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden
gegarandeerd dat de bandenspannings-
sensoren en -zenders goed werken.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 472 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
473
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Gebruik uitsluitend de Lexus-wielmoe-
ren en de Lexus-wielmoersleutel bij uw
lichtmetalen velgen.
Controleer de wielmoeren na de eerste
1.600 km telkens als een band is ver-
wisseld, een band is gerepareerd of is
vervangen.
Pas op dat lichtmetalen velgen niet
beschadigd raken als u sneeuwkettin-
gen gebruikt.
Bij het balanceren moet gebruik wor-
den gemaakt van Lexus- of gelijkwaar-
dige balanceergewichtjes, die geplaatst
dienen te worden met een kunststof of
rubber hamer.
1Zet het contact UIT.
2Open het dashboardkastje. Maak de
demper los.
3Duw het dashboardkastje aan de zijde
die zich het dichtst bij het portier
bevindt naar binnen om de klauwen vrij
te maken. Trek vervolgens het dash-
boardkastje naar buiten en maak de
onderste klauwen vrij.
4Verwijder de afdekkap van het filter.
Belangrijke aanwijzingen
voor lichtmetalen velgen
Interieurfilter
Het interieurfilter moet regelmatig
worden vervangen om de optimale
werking van de airconditioning te
behouden.
Ve r wi jd e re n
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 473 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
474
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
5Verwijder het interieurfilter en vervang
het door een nieuw exemplaar.
De merktekens UP op het filter moeten
naar boven wijzen.
Controle-interval
Controleer en vervang het interieurfilter volgens
het onderhoudsschema. In gebieden met veel
stof of met veel verkeer moet vervanging vaker
plaatsvinden. (Zie voor meer informatie betref-
fende het onderhoudsschema het onderhouds-
boekje en het garantieboekje van Lexus.)
Als er te weinig lucht uit de ventilatieroos-
ters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer het filter
en vervang het indien nodig.
OPMERKING
Voorkomen van beschadigingen
Zorg dat het filter altijd geplaatst is tijdens het
gebruik van de airconditioning.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 474 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
475
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Wanneer de batterij in de sleutelkaart moet
worden vervangen (indien aanwezig)
De batterij voor de sleutelkaart is alleen bij uw
Lexus-dealer verkrijgbaar. Uw Lexus-dealer kan
de batterij voor u vervangen.
Als de batterij van de elektronische sleutel
ontladen is
De volgende verschijnselen kunnen zich voor-
doen:
Het Smart entry-systeem met startknop en de
afstandsbediening zullen niet goed werken.
Het bereik van de afstandsbediening zal klei-
ner worden.
Leg de volgende zaken klaar voordat u de
batterij vervangt:
Sleufkopschroevendraaier
Lithiumbatterij CR2032
Gebruik een CR2032 lithiumbatterij
Batterijen zijn verkrijgbaar bij een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige, plaatselijke elektrozaken
of fotospeciaalzaken.
Vervang de batterij alleen door het door de
fabrikant aanbevolen type.
Gooi batterijen niet weg, maar lever ze in als
KCA.
1Neem de mechanische sleutel uit de
houder.
2Verwijder de afdekkap.
Omwikkel het uiteinde van de sleufkopschroe-
vendraaier met tape om schade aan de sleutel
te voorkomen.
3Verwijder het batterijdekseltje.
Batterij elektronische sleutel
Vervang de batterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
Zaken die u dient klaar te leggen
Batterij vervangen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 475 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
476
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
4Verwijder de lege batterij.
Plaats een nieuwe batterij met de positieve aan-
sluiting + naar boven.
1Zet het contact UIT.
2Open het deksel van de zekeringen-
kast.
Motorruimte: zekeringenkast type A
Druk de borglip in en trek het deksel omhoog.
Motorruimte: zekeringenkast type B
Druk de borglip in en trek het deksel omhoog.
WAARSCHUWING
Lege batterijen en andere onderdelen
Kinderen kunnen deze kleine voorwerpen
inslikken en daardoor stikken. Houd deze
voorwerpen buiten bereik van kinderen. Als u
dat niet doet, kan dat leiden tot ernstig letsel.
Verklaring voor het Smart entry-systeem
met startknop
WAARSCHUWING: ALS DE BATTERIJ
DOOR EEN ONJUIST TYPE BATTERIJ
WORDT VERVANGEN, KAN EEN
EXPLOSIE OPTREDEN.
GOOI BATTERIJEN NIET WEG, MAAR
LEVER ZE IN ALS KCA.
OPMERKING
Voor een goede werking na het vervan-
gen van de batterij
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatre-
gelen om ongevallen te voorkomen:
Zorg altijd dat uw handen droog zijn.
Door vocht kan de batterij gaan corrode-
ren.
Voorkom dat andere onderdelen in de
afstandsbediening worden aangeraakt of
bewogen.
Verbuig de aansluitingen van de batterij
niet.
Controleren en vervangen van
zekeringen
Als een bepaalde stroomverbruiker
niet werkt, kan het zijn dat een zeke-
ring is doorgebrand. Controleer in dat
geval de desbetreffende zekering en
vervang deze indien nodig.
Controleren en vervangen
van zekeringen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 476 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
477
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Zijpaneel dashboard links (auto's met
linkse besturing)
Verwijder het deksel.
Zijpaneel dashboard links (auto's met
rechtse besturing)
Verwijder het deksel en vervolgens de stek-
ker .
Verwijder het deksel.
Bagageruimte
3Verwijder de zekering.
Alleen zekering type A kan worden verwijderd
met de zekeringtrekker.
4Controleer of de zekering is doorge-
brand.
Vervang de doorgebrande zekering door een
nieuwe zekering met de juiste stroomsterkte.
De stroomsterkte staat vermeld op het deksel
van de zekeringenkast.
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 477 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
478
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Typ e A
Goede zekering
Defecte zekering
Typ e B
Goede zekering
Defecte zekering
Typ e C
Goede zekering
Defecte zekering
Typ e D
Goede zekering
Defecte zekering
Na het vervangen van een zekering
Controleer bij het plaatsen van het deksel of
de borglip goed vastzit.
Als na het vervangen van de zekering de ver-
lichting nog niet werkt, kan het zijn dat de
lamp moet worden vervangen. (Blz. 479)
Laat als de nieuwe zekering opnieuw door-
brandt de auto controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Als de stroomafname van een circuit te
groot is
De zekeringen zullen doorbranden voordat de
bedrading van de auto onherstelbaar bescha-
digd raakt.
Bij het vervangen van lampen
Lexus raadt u aan om originele Lexus-producten
te gebruiken, die speciaal voor deze auto ont-
worpen zijn. Doordat bepaalde lampen in ver-
binding staan met circuits die zijn ontworpen om
overbelasting te voorkomen, kunnen niet-origi-
nele onderdelen of onderdelen die niet voor
deze auto ontworpen zijn onbruikbaar zijn.
A
B
A
B
A
B
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 478 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
479
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Blz. 449
Richtingaanwijzer voor (gloeilamp)
WAARSCHUWING
Voorkomen van storingen en het ontstaan
van brand
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan resulteren in schade aan de
auto, brand en ernstig letsel.
Monteer nooit een zekering voor een
hogere stroomsterkte dan aangegeven, of
een stukje metaal.
Gebruik altijd een originele Lexus-zeke-
ring of een gelijkwaardige zekering.
Vervang de zekering nooit door een stukje
draad of metaal, ook niet tijdelijk.
Breng geen wijzigingen aan de zekeringen
of de zekeringenkasten aan.
Zekeringenkast in de buurt van de ver-
mogensregeleenheid
Controleer en vervang deze zekeringen niet
zelf, omdat in de buurt van de zekeringenkast
hoogspanningsbedrading en hoogspan-
ningsonderdelen aanwezig zijn.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een elek-
trische schok, waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
OPMERKING
Voordat u een zekering vervangt
Laat de oorzaak van de te grote stroomaf-
name zo snel mogelijk vaststellen en repare-
ren door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Lampen
U kunt de onderstaande lampen des-
gewenst zelf vervangen. Sommige lam-
pen zijn eenvoudiger te vervangen dan
andere lampen. Aangezien onderde-
len beschadigd zouden kunnen raken,
raden wij u aan om de vervanging te
laten uitvoeren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Verwijderen van de afdekkap
van de motorruimte
Plaats lampen
A
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 479 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
480
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Ledlampen
Laat een defecte led vervangen door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als er twee of meer leds doorgebrand zijn, vol-
doet uw auto misschien niet meer aan de wette-
lijke voorschriften (ECE)
Koplampen
Richtingaanwijzers voor (led)
Dagrijverlichting en parkeerlichten voor
Mistlampen voor
Bochtverlichting
Mistachterlicht
Richtingaanwijzers opzij
Remlichten
Achterlichten
Derde remlicht
Richtingaanwijzers achter
Achteruitrijlichten
Kentekenplaatverlichting
Instapverlichting spiegelvoet
Condensvorming aan de binnenzijde van het
lampglas
Het tijdelijk beslaan van de binnenzijde van het
koplampglas is normaal. Neem in de volgende
gevallen contact op met een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige voor meer informatie:
Als er erg veel condens aan de binnenzijde
van het koplampglas zit.
Als de binnenzijde van de koplamp nat is en
blijft.
Bij het vervangen van lampen
Blz. 478
Controleer vóór het vervangen het vermo-
gen van de defecte lamp. (Blz. 553)
Richtingaanwijzers voor (gloeilamp)
1Open de motorkap en verwijder de
afdekkap van de motorruimte.
(Blz. 446, 449)
2Verwijder het deksel.
Druk op het midden van de clip en verwij-
der de clip en het kapje .
3Draai de lamphouder linksom.
Lampen vervangen
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 480 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
481
6
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
4Verwijder de lamp.
5Ver v an g d e la mp.
6Draai de lampvoet rechtsom en zet
hem vast.
7Maak de clip vast aan de afdekplaat.
Druk het midden van de clip omhoog en beves-
tig de clip .
8Bevestig de afdekplaat.
Breng de 2 lippen in lijn, plaats de afdekplaat
en ze de afdekplaat vast door het midden
van de clip in te drukken .
9Plaats de afdekkap van de motor-
ruimte. (Blz. 449)
WAARSCHUWING
Lampen vervangen
Schakel het hybridesysteem uit en schakel
de verlichting uit. Wacht na het uitschake-
len van de verlichting tot de lampen zijn
afgekoeld.
De lampen kunnen erg heet worden en
brandwonden veroorzaken.
A
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 481 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
482
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
WAARSCHUWING
Raak het glas van de lamp niet aan met
blote handen. Als u het glas van de lamp
toch moet vastpakken, gebruik daarvoor
dan een schone droge doek, om te voorko-
men dat er vocht of olie op de lamp komt.
Als de lamp een kras heeft of is gevallen,
kan deze defect raken of breken.
Zorg ervoor dat de lamp en de borgclips
goed vastzitten. Anders kan de lamp door
oververhitting beschadigd raken, kan
brand ontstaan of kan water binnendringen
in de koplampunit. Hierdoor kunnen de
koplampen beschadigd raken en kan con-
densvorming in de koplamp optreden.
Probeer lampen, stekkers, elektrische cir-
cuits of andere onderdelen van de verlich-
ting niet te repareren of uit elkaar te halen.
Als u dat wel doet, kunt u een elektrische
schok krijgen en ernstig letsel oplopen.
Voorkomen van schade en brand
Controleer of de lampen en borgclips
goed vastzitten.
Controleer het vermogen van de lamp
voordat deze wordt geplaatst om bescha-
diging door hitte te voorkomen.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 482 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
7
483
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7
Bij problemen
Bij problemen
7-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten....................... 484
Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet worden
gebracht ........................................... 484
Als de auto vastzit in
stijgend water................................. 485
7-2. Stappen die genomen moeten
worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept ............................................ 487
Als u denkt dat er iets mis is...........491
Als een waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingszoemer
klinkt....................................................493
Als er een
waarschuwingsmelding
wordt weergegeven..................... 503
Als uw auto een lekke band
heeft (auto's zonder een
reservewiel)..................................... 507
Als uw auto een lekke band
heeft (auto's met een
reservewiel)...................................... 518
Als het hybridesysteem niet
kan worden gestart.......................527
Als u uw sleutels verliest.................529
Als de tankdopklep niet
kan worden geopend...................529
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt.............................. 530
Als de 12V-accu is ontladen .........532
Als de motor oververhit raakt......537
Als de auto vast komt te zitten.... 540
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 483 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
484
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-1. Belangrijke informatie
7-1.Belangrijke infor matie
Druk op de schakelaar.
Alle richtingaanwijzers gaan knipperen. Druk
nogmaals op de schakelaar om ze weer uit te
schakelen.
Alarmknipperlichten
Als de alarmknipperlichten gedurende langere
tijd worden gebruikt terwijl het hybridesysteem
niet in werking is (terwijl het controlelampje
READY niet brandt) kan de 12V-accu ontladen
raken.
1Trap het rempedaal met beide voeten
stevig in.
Rem niet “pompend”; hierdoor is meer kracht
nodig om de auto tot stilstand te brengen.
2Zet de selectiehendel in stand N.
Als de selectiehendel in stand N staat
3Zet na het afremmen de auto stil op
een veilige plaats langs de weg.
4Schakel het hybridesysteem uit.
Als de selectiehendel niet in stand N
kan worden gezet
3Blijf het rempedaal met beide voeten
intrappen om de rijsnelheid van de
auto zo veel mogelijk af te remmen.
4Om het hybridesysteem uit te schake-
len, houdt u de startknop langer dan 2
seconden ingedrukt of drukt u deze
driemaal of vaker kort na elkaar in.
Alarmknipperlichten
De alarmknipperlichten worden
gebruikt om andere bestuurders te
waarschuwen wanneer de auto tot stil-
stand moet worden gebracht, bijvoor-
beeld bij pech.
Bedieningsinstructies
Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet worden
gebracht
Breng de auto alleen in noodgevallen,
bijvoorbeeld wanneer de auto niet op
de normale manier stilgezet kan wor-
den, als volgt tot stilstand:
De auto tot stilstand brengen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 484 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
485
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-1. Belangrijke informatie
Bij problemen
5Breng de auto op een veilige plaats
langs de weg tot stilstand.
Doe eerst de veiligheidsgordel af.
Als het portier geopend kan worden,
open het dan en verlaat de auto.
Als het portier niet geopend kan wor-
den, open dan de ruit met de schakelaar
voor de ruitbediening en verlaat de
auto via de ruitopening.
Als de ruit niet geopend kan worden
met de schakelaar voor de ruitbedie-
ning, blijf dan kalm en wacht tot het
waterniveau in de auto stijgt tot het punt
waarop de waterdruk in de auto gelijk is
aan de waterdruk buiten de auto. Open
vervolgens het portier en verlaat de
auto.
WAARSCHUWING
Als het hybridesysteem tijdens het rijden
uitgeschakeld moet worden
De stuurbekrachtiging zal niet meer werken,
waardoor het verdraaien van het stuurwiel
zwaarder gaat. Minder zo veel mogelijk vaart
voordat u het hybridesysteem uitschakelt.
Als de auto vastzit in stijgend
water
Als de auto onder water staat, blijf dan
kalm en voer de volgende handelingen
uit.
WAARSCHUWING
Gebruik van een noodhamer* om in
noodgevallen uit de auto te ontsnappen
De zijruiten voor en achter en de achterruit
kunnen worden ingeslagen met een noodha-
mer* om in noodgevallen uit de auto te ont-
snappen. Met een noodhamer kunt u echter
niet de voorruit inslaan, omdat deze van
gelaagd glas is.
*: Neem contact op met uw Lexus-dealer of
een aftermarket fabrikant van accessoires
voor meer informatie over een noodhamer.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 485 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
486
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-1. Belangrijke informatie
WAARSCHUWING
Uit de auto ontsnappen via de ruitope-
ning
Er zijn situaties waarin het niet mogelijk is om
uit de auto te ontsnappen via de ruitopening
ten gevolge van de zitpositie, het postuur van
de inzittende, enz.
Als u gebruikmaakt van de noodhamer, bekijk
dan de plaats van uw stoel en de grootte van
de ruitopening om u ervan te verzekeren dat
de opening groot genoeg is om erlangs te
ontsnappen.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 486 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
487
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
7-2.Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept
Als uw auto moet worden gesleept,
adviseren wij u dat te laten doen door
een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige of professioneel bergings-
bedrijf, en daarbij gebruik te maken
van een lepelwagen of een autoambu-
lance.
Gebruik een stevige sleepkabel en
neem de wettelijke voorschriften in
acht.
2WD-uitvoeringen: Als uw auto met
een lepelwagen aan de voorzijde wordt
gesleept, moeten de achterwielen van
de auto en de assen in goede conditie
verkeren. (Blz. 487, 488) Gebruik
een dolly of een autoambulance als dit
niet het geval is.
AWD-uitvoeringen: Gebruik een dolly
bij het slepen van uw auto met een
lepelwagen. (Blz. 487, 488)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Bij het slepen van de auto
2WD-uitvoeringen
Zorg ervoor dat de auto wordt vervoerd met
de voorwielen of met alle vier de wielen van
de grond. Als de voorwielen tijdens het sle-
pen de grond raken, kunnen de aandrijflijn en
de bijbehorende onderdelen beschadigd
raken of kan door de werking van de motor
opgewekte energie brand veroorzaken
afhankelijk van de aard van de schade of sto-
ring.
AWD-uitvoeringen
Zorg ervoor dat de auto wordt vervoerd met
alle vier de wielen van de grond. Als de wie-
len tijdens het slepen de grond raken, kunnen
de aandrijflijn en de bijbehorende onderdelen
beschadigd raken, kan de auto losraken van
de truck of kan door de werking van de motor
opgewekte energie brand veroorzaken
afhankelijk van de aard van de schade of sto-
ring.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 487 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
488
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Het volgende kan duiden op een probleem
in de hybridetransmissie. Neem contact op
met een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige,
of met een bergingsbedrijf. (Blz. 487)
De waarschuwingsmelding voor het
hybridesysteem wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay en de auto
beweegt niet.
De auto maakt een abnormaal geluid.
Aan de voorzijde (2WD-uitvoeringen)
Deactiveer de parkeerrem.
Schakel de automatische modus uit.
(Blz. 265)
Aan de voorzijde (AWD-uitvoeringen)
Gebruik een dolly onder de achterwielen.
WAARSCHUWING
Tijdens het slepen
Wanneer u bij het slepen kabels of kettin-
gen gebruikt, vermijd dan plotseling
optrekken, enz. waardoor er extreme
krachten op het sleepoog en de sleepkabel
of -ketting worden uitgeoefend. Het
sleepoog en de kabel of ketting kunnen
beschadigd raken en afgebroken stukken
kunnen personen raken en ernstige schade
veroorzaken.
Zet het contact niet UIT.
De mogelijkheid bestaat dat het stuurwiel
wordt vergrendeld en niet kan worden
bediend.
Plaatsen van een sleepoog op de auto
Controleer of de sleepogen goed vastzitten.
Als dat niet het geval is, dan kunnen de
sleepogen bij het slepen losraken.
OPMERKING
Voorkomen van beschadigingen aan de
auto bij het slepen met een lepelwagen
Sleep de auto nooit aan de achterzijde als
het contact UIT staat. Het stuurslot is niet
sterk genoeg om de voorwielen in de
rechtuitstand te houden.
Let erop dat de andere zijde van de auto
dan die op de lepel staat voldoende
bodemvrijheid heeft. Als er onvoldoende
speling aanwezig is, kan de auto tijdens het
slepen beschadigd raken.
Voorkomen van beschadigingen aan de
auto bij het slepen met een takelwagen
Sleep de auto niet met een takelwagen, noch
aan de voorzijde, noch aan de achterzijde.
Voorkomen van beschadigingen aan de
auto tijdens slepen in een noodgeval
Maak de kabel of de ketting niet vast aan
onderdelen van de wielophanging.
Omstandigheden waaronder u
vóór het slepen contact dient
op te nemen met de dealer
Slepen met een lepelwagen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 488 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
489
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Aan de achterzijde
Gebruik een dolly onder de voorwielen.
Gebruik bij vervoer van de auto op een
autoambulance bandengordels. Raad-
pleeg de handleiding van de autoambu-
lance om de wielen op de juiste wijze met
de gordels vast te zetten.
Activeer de parkeerrem en zet het start-
knop UIT om tijdens het vervoer beweging
van de auto zoveel mogelijk te voorkomen.
Als er geen autoambulance beschikbaar is,
mag de auto in geval van nood tijdelijk
worden gesleept door gebruik te maken
van sleepkabels of -kettingen die u aan de
sleepogen vastmaakt. Uw auto mag op
deze manier alleen op een verharde weg
en met lage snelheid (lager dan 30 km/h)
over een korte afstand worden gesleept.
Er moet een bestuurder in de auto zitten
om te sturen en te remmen. Ook dienen de
wielen, de assen, de aandrijflijn, de stuurin-
richting en de remmen in een goede con-
ditie te zijn.
OPMERKING
Slepen met een takelwagen
Sleep de auto niet met een takelwagen, om
beschadiging van de carrosserie te voorko-
men.
2WD-uitvoeringen
AWD-uitvoeringen
Vervoeren op een autoambulance
Slepen in een noodgeval
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 489 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
490
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Uw auto moet zijn voorzien van het
sleepoog om door een andere auto te kun-
nen worden gesleept. Plaats het sleepoog
aan de hand van de onderstaande proce-
dure.
1Verwijder de wielmoersleutel*, de
sleufkopschroevendraaier en het
sleepoog. (Blz. 508, 518)
*: Als de auto niet is uitgerust met een wiel-
moersleutel, kunt u er een aanschaffen bij
een erkende Lexus-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
2Verwijder het afdekkapje van het
sleepoog met een sleufkopschroeven-
draaier.
Plaats om de carrosserie te beschermen een
doek tussen de schroevendraaier en de carros-
serie, zoals aangegeven in de afbeelding.
Typ e A
Typ e B
3Plaats het sleepoog in de opening en
draai het zo ver mogelijk met de hand
vast.
4Draai het sleepoog stevig vast met
behulp van een wielmoersleutel* of
een stevige metalen stang.
*: Als de auto niet is uitgerust met een wiel-
moersleutel, kunt u er een aanschaffen bij
een erkende Lexus-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
5Maak de kabel of de ketting goed vast
aan het sleepoog.
Pas op dat u de carrosserie niet beschadigt.
6Stap in de weg te slepen auto en start
het hybridesysteem.
Als het hybridesysteem niet start, zet dan het
contact AAN.
7Zet de selectiehendel in stand N en
deactiveer de parkeerrem.
Laten slepen van uw auto
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 490 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
491
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Schakel de automatische modus uit.
(Blz. 265)
Als de selectiehendel niet in een andere stand
kan worden gezet: Blz. 261
Tijdens het slepen
Als het hybridesysteem is uitgeschakeld, werken
de rem- en stuurbekrachtiging niet. Hierdoor
zullen het remmen en sturen veel zwaarder gaan
dan normaal.
Wielmoersleutel
Auto's zonder wielmoersleutel: De wielmoer-
sleutel is verkrijgbaar bij een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige. Auto's met wielmoersleutel: De wiel-
moersleutel bevindt zich in de bagageruimte.
(Blz. 508, 518) Lekkage onder de auto
(Na gebruik van de airconditioning is
waterlekkage normaal.)
Banden die er te zacht uit zien of die
ongelijkmatig versleten zijn
De naald van de koelvloeistoftempera-
tuurmeter staat voortdurend hoger dan
normaal
Abnormale uitlaatgeluiden
Overmatig piepende banden bij het
nemen van een bocht
Vreemde geluiden die gerelateerd zijn
aan de wielophanging
Pingelende of andere abnormale gelui-
den van het hybridesysteem
Als u denkt dat er iets mis is
Als u een van de volgende verschijnse-
len opmerkt, moet uw auto mogelijk
worden afgesteld of gerepareerd.
Neem zo snel mogelijk contact op met
een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Zichtbare symptomen
Hoorbare symptomen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 491 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
492
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Overslaande, haperende, stotterende
of onregelmatig draaiende motor
Een merkbaar verlies aan trekkracht
De auto trekt tijdens het remmen sterk
naar één kant
De auto trekt sterk naar één kant, terwijl
u rechtuitrijdt op een vlakke weg
Teruglopende remwerking, sponzig
gevoel in het rempedaal, een rempe-
daal dat bijna tot op de vloer kan wor-
den ingetrapt
Merkbare symptomen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 492 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
493
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) remsysteem
Laadstroomcontrolelampje*
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
Waarschuwingslampje gering uitgangsvermogen* (waarschuwingszoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
Als een waarschuwingslampje gaat branden of een
waarschuwingszoemer klinkt
Voer op rustige wijze onderstaande handelingen uit als een van de waarschuwings-
lampjes gaat branden of knipperen. Als een van de lampjes gaat branden of knippe-
ren en daarna weer uitgaat, is er niet noodzakelijkerwijs een defect in het systeem
aanwezig. Laat wanneer dit zich blijft voordoen de auto controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Acties behorende bij de waarschuwingslampjes of -zoemers
Waarschuwingslampje Details/handelingen
(Rood)
Geeft het volgende aan:
Het remvloeistofniveau is te laag; of
Er zit een storing in het remsysteem
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stil-
stand en neem contact op met een erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Doorrijden met
de auto kan gevaarlijk zijn.
Waarschuwingslampje Details/handelingen
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het laadsysteem van
de auto
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stil-
stand en neem contact op met een erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Doorrijden met
de auto kan gevaarlijk zijn.
Waarschuwingslampje Details/handelingen
Geeft aan dat het hybridesysteem oververhit is geraakt
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand. Oplossing
(Blz. 538)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 493 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
494
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Waarschuwingslampje lage oliedruk* (waarschuwingszoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur* (waarschuwingszoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
Waarschuwingslampje remsysteem
Motorcontrolelampje
Waarschuwingslampje Details/handelingen
Geeft aan dat de motoroliedruk te laag is
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stil-
stand en neem contact op met een erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Doorrijden met
de auto kan gevaarlijk zijn.
Waarschuwingslampje Details/handelingen
Geeft aan dat de motor oververhit raakt
Breng de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats tot stil-
stand. Doorrijden met de auto kan gevaarlijk zijn.
Oplossing (Blz. 537)
Waarschuwingslampje Details/handelingen
(Geel)
Geeft aan dat er een storing is in:
Het regeneratieve remsysteem;
Het elektronisch geregelde remsysteem; of
De elektrisch bedienbare parkeerrem
Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje Details/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het hybridesysteem;
Het elektronische motorregelsysteem;
De elektronische smoorklepregeling; of
Het emissieregelsysteem
Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 494 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
495
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Waarschuwingslampje SRS
Waarschuwingslampje ABS
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektrische stuurbekrachtiging
Waarschuwingslampje Details/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het SRS-airbagsysteem; of
Het gordelspannersysteem
Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje Details/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het ABS; of
Het Brake Assist-systeem
Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje Details/handelingen
(Geel)
(Rood)
Geeft aan dat er een storing is in de elektrische stuurbekrachti-
ging (EPS)
Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 495 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
496
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Waarschuwingslampje PCS
Controlelampje LTA* (waarschuwingszoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
Controlelampje LDA* (waarschuwingszoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
Waarschuwingslampje Details/handelingen
(indien aanwezig)
Wanneer er gelijktijdig een zoemer klinkt: Geeft aan dat er een
storing aanwezig is in het PCS (Pre-Crash Safety-systeem).
Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt: Het PCS (Pre-Crash Safety-
systeem) is tijdelijk niet beschikbaar, corrigerende maatregelen
kunnen noodzakelijk zijn.
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (Blz. 297, 503)
Als het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) of de VSC (Vehicle
Stability Control-systeem) wordt uitgeschakeld, gaat het waar-
schuwingslampje PCS branden.
Blz. 306
Waarschuwingslampje Details/handelingen
(Oranje)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LTA (Lane Tracing
Assist)
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (Blz. 315)
Waarschuwingslampje Details/handelingen
(Oranje)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LDA (Lane
Departure Alert met stuurregeling)
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (Blz. 323)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 496 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
497
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Controlelampje (waarschuwingszoemer) PKSB OFF
Controlelampje Traction Control
Controlelampje Brake Hold-systeem in werking
Waarschuwingslampje Details/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PKSB-systeem
(Parking Support Brake)
Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Dit geeft aan dat het systeem tijdelijk niet beschikbaar is, doordat
een sensor mogelijk vuil is of is bedekt met bijvoorbeeld ijs.
Verwijder het vuil, enz.
Waarschuwingslampje Details/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het VSC-systeem;
De TRC; of
De Hill Start Assist Control
Het lampje gaat knipperen wanneer het ABS, VSC- of TRC-sys-
teem in werking is.
Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje Details/handelingen
(Knippert)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Brake Hold-sys-
teem
Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 497 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
498
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Waarschuwingslampje parkeerrem
Waarschuwingslampje laag brandstofniveau
Controlelampje (waarschuwingszoemer) bestuurders- en voorpassagiersgordel*
*: Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel bestuurder en voorpassagier:
De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordel herinnert de bestuurder en de voorpassagier
eraan de veiligheidsgordel om te doen. Als de veiligheidsgordel wordt losgemaakt klinkt de zoe-
mer gedurende een bepaalde tijd met tussenpozen wanneer de auto een bepaalde snelheid heeft
bereikt.
Waarschuwingslampje Details/handelingen
(Knippert)
Mogelijk is de parkeerrem niet volledig geactiveerd of gedeacti-
veerd
Bedien nogmaals de parkeerremschakelaar.
Dit lampje gaat branden als de parkeerrem niet gedeactiveerd
is. Als het lampje uitgaat nadat de parkeerrem gedeactiveerd is,
werkt het systeem normaal.
Waarschuwingslampje Details/handelingen
Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof ongeveer
8,4 l of minder is
Vul de brandstoftank.
Waarschuwingslampje Details/handelingen
Waarschuwt de bestuurder en/of voorpassagier dat de veilig-
heidsgordel vastgemaakt dient te worden.
Doe de veiligheidsgordel om.
Als er iemand op de voorpassagiersstoel zit, moet ook de
veiligheidsgordel voor de voorpassagier worden vastge-
maakt, zodat het waarschuwingslampje (de waarschu-
wingszoemer) uitgaat.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 498 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
499
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Controlelampje*1 (waarschuwingszoemer*2) veiligheidsgordel achterpassagiers
*1: Dit lampje brandt in het centrale paneel. Dit lampje zal ook gedurende een bepaalde tijd gaan
branden wanneer het contact AAN wordt gezet terwijl de veiligheidsgordels achter niet zijn vast-
gemaakt, ongeacht of er een achterpassagier aanwezig is of niet.
*2: Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel achterpassagiers:
De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordel herinnert de achterpassagiers eraan de vei-
ligheidsgordel om te doen. Als de veiligheidsgordel wordt losgemaakt klinkt de zoemer gedu-
rende een bepaalde tijd met tussenpozen wanneer de veiligheidsgordel is vastgemaakt en
losgemaakt en de auto een bepaalde snelheid heeft bereikt.
Centraal waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer)
Waarschuwingslampje lage bandenspanning
Waarschuwingslampje Details/handelingen
Waarschuwt de achterpassagiers om de veiligheidsgordel om te
doen
Doe de veiligheidsgordel om.
Waarschuwingslampje Details/handelingen
Een zoemer klinkt en het waarschuwingslampje gaat branden en
knippert om aan te geven dat het centrale waarschuwingssys-
teem een storing heeft gesignaleerd.
Blz. 503
Waarschuwingslampje Details/handelingen
(indien aanwezig)
Als het lampje gaat branden:
Lage bandenspanning, bijvoorbeeld door
Natuurlijke oorzaken (Blz. 501)
Lekke band (Blz. 507, 518)
Breng de banden op de juiste spanning.
Na een paar minuten dooft het lampje. Laat het systeem
nakijken door een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige indien het lampje niet
dooft nadat de banden op spanning zijn gebracht.
Als het lampje gaat branden nadat het gedurende 1 minuut
geknipperd heeft:
Storing in het bandenspanningswaarschuwingssysteem
(Blz. 501)
Laat het systeem controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 499 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
500
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Waarschuwingslampje Brake Override-systeem/wegrijregeling* (waarschuwings-
zoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
Detectiesensor voorpassagier, controle-
lampje veiligheidsgordel en waarschuwings-
zoemer
Als er bagage wordt geplaatst op de passa-
giersstoel kan de detectiesensor het controle-
lampje laten knipperen en de
waarschuwingszoemer laten klinken, ook al
zit er niemand op de passagiersstoel.
Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst,
werkt de sensor wellicht niet goed, waardoor
ook het waarschuwingslampje niet goed
werkt.
Als het motorcontrolelampje tijdens het rij-
den gaat branden
Controleer eerst het volgende:
Is de brandstoftank leeg?
Vul de brandstoftank onmiddellijk als dit het
geval is.
Is de tankdop niet goed gesloten?
Draai de tankdop goed vast als dit het geval is.
Na enkele ritten dooft het lampje.
Als het lampje ook na enkele ritten niet dooft,
neem dan zo snel mogelijk contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoe-
mer) elektrische stuurbekrachtiging
Als de spanning van de 12V-accu laag is of tijde-
lijk daalt, kan het waarschuwingslampje van de
elektrische stuurbekrachtiging gaan branden en
kan er een waarschuwingszoemer klinken.
Als het waarschuwingslampje lage banden-
spanning gaat branden (auto's met banden-
spanningswaarschuwingssysteem)
Controleer het uiterlijk van de band om na te
gaan of de band niet lek is.
Als de band lek is: Blz. 507, 518
Waarschuwingslampje Details/handelingen
Brake Override-systeem
Geeft aan dat het gaspedaal en rempedaal gelijktijdig worden
ingetrapt en het Brake Override-systeem in werking is.
Laat het gaspedaal los en trap het rempedaal in.
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Brake Override-
systeem (met waarschuwingszoemer)
Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wegrijregeling
Geeft aan dat de schakelstand is gewijzigd en de wegrijregeling
is geactiveerd terwijl het gaspedaal werd ingetrapt. (met waar-
schuwingszoemer)
Laat het gaspedaal even los.
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het systeem van de
wegrijregeling (met waarschuwingszoemer).
Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 500 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
501
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Als de band niet lek is:
Gebruik de volgende procedure wanneer de
banden voldoende zijn afgekoeld.
Controleer de bandenspanning en breng
hem op het juiste niveau.
Als het waarschuwingslampje zelfs na enkele
minuten niet uitgaat, controleer dan of de
bandenspanning in orde is en voer de initiali-
satie uit. (Blz. 469)
Het waarschuwingslampje kan weer gaan bran-
den wanneer bovenstaande handelingen zijn uit-
gevoerd zonder eerst de banden voldoende te
laten afkoelen.
Het waarschuwingslampje lage banden-
spanning gaat mogelijk branden door een
natuurlijke oorzaak (auto's met bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem)
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning
gaat mogelijk branden door een natuurlijke oor-
zaak, zoals het onvermijdelijke spanningsverlies
dat op den duur optreedt of een veranderde
bandenspanning die veroorzaakt wordt door
temperatuurveranderingen. In dat geval zal het
waarschuwingslampje na een paar minuten uit-
gaan als de banden weer op de juiste spanning
gebracht zijn.
Als een wiel is vervangen door een reserve-
wiel
Het compacte reservewiel is niet voorzien van
een bandenspanningssensor en -zender. Bij een
lekke band zal het waarschuwingslampje lage
bandenspanning niet uitgaan, ook al is het wiel
met de lekke band vervangen door het reserve-
wiel. Vervang het reservewiel door het wiel met
de gerepareerde band en breng de band op de
juiste spanning. Het waarschuwingslampje lage
bandenspanning zal na een paar minuten uit-
gaan.
Omstandigheden waaronder het banden-
spanningswaarschuwingssysteem mogelijk
niet juist werkt (auto's met bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem)
Blz. 459
Als het waarschuwingslampje lage banden-
spanning regelmatig gaat branden nadat het
gedurende 1 minuut geknipperd heeft
(auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Als het waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning vaak gaat branden nadat het gedurende 1
minuut geknipperd heeft wanneer het contact
AAN wordt gezet, laat het systeem dan contro-
leren door een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingszoemer
In sommige gevallen is de zoemer niet hoorbaar
door omgevingsgeluiden of geluid van het
audiosysteem.
WAARSCHUWING
Als de waarschuwingslampjes van het
ABS en het remsysteem blijven branden
Breng de auto onmiddellijk op een veilige
plaats tot stilstand en neem contact op met
een erkende Lexus-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige. De auto
kan tijdens het remmen extreem onstabiel
worden en het ABS-systeem treedt mogelijk
niet in werking, waardoor een aanrijding en
ernstig letsel kunnen ontstaan.
Als het waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging gaat branden
Als het lampje geel gaat branden, wordt de
stuurbekrachtiging beperkt. Als het lampje
rood gaat branden, werkt de stuurbekrachti-
ging niet meer en gaat het draaien van het
stuurwiel zeer zwaar. Als het stuurwiel zwaar-
der werkt dan gebruikelijk, houd het dan ste-
vig vast en oefen meer kracht uit dan anders.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 501 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
502
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
WAARSCHUWING
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssys-
teem)
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een vei-
lige plaats. Breng de banden meteen op
spanning.
Auto's met reservewiel: Als, nadat de ban-
den op spanning zijn gebracht, het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning
opnieuw gaat branden, kan dit erop duiden
dat er een band lek is. Controleer de ban-
den. Vervang het wiel met de lekke band
door het reservewiel en laat de band repa-
reren door de dichtstbijzijnde erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Auto's met bandenreparatieset: Als, nadat
de banden op spanning zijn gebracht, het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning opnieuw gaat branden, kan dit erop
duiden dat er een band lek is. Controleer
de banden. Repareer een lekke band met
de bandenreparatieset.
Vermijd plotselinge stuurbewegingen en
hard remmen. De banden kunnen bescha-
digd raken, waardoor u de controle over
het stuurwiel of de remmen kunt verliezen.
Als u een klapband krijgt of als er plotse-
ling een lek ontstaat (auto's met banden-
spanningswaarschuwingssysteem)
Het kan zijn dat het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem niet meteen in werking
treedt.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het bandenspannings-
waarschuwingssysteem goed werkt
(auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Monteer geen banden met verschillende spe-
cificaties of van verschillende merken, anders
werkt het bandenspanningswaarschuwings-
systeem mogelijk niet goed.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 502 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
503
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
De waarschuwingslampjes en waarschuwingszoemers werken afhankelijk van de soort
melding. Als de melding aangeeft dat controle door een dealer noodzakelijk is, laat de auto
dan onmiddellijk nakijken door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als er een waarschuwings-
melding wordt weergegeven
Het multi-informatiedisplay waar-
schuwt bij systeemstoringen en onjuist
uitgevoerde handelingen, of geeft mel-
dingen over noodzakelijk onderhoud
weer. Voer de juiste herstelprocedure
uit wanneer er een melding verschijnt.
Centraal waarschuwingslampje
Het centrale waarschuwingslampje gaat ook
branden of knipperen om aan te geven dat er
op dat moment een melding wordt weerge-
geven op het multi-informatiedisplay.
Multi-informatiedisplay
Volg de instructies van de melding op het
multi-informatiedisplay op.
A
B
Als een van de waarschuwingsmel-
dingen weer wordt weergegeven na het
uitvoeren van de volgende handelingen,
neem dan contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Meldingen en waarschuwingen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 503 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
504
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
*: Een zoemer klinkt voor het eerst en er verschijnt een melding op het multi-informatiedisplay.
Waarschuwingslampjes systeem
Het centrale waarschuwingslampje gaat in de
volgende gevallen niet branden of knipperen. In
plaats daarvan gaat een apart waarschuwings-
lampje van het systeem branden terwijl een mel-
ding op het multi-informatiedisplay verschijnt.
Storing in het ABS
Het waarschuwingslampje ABS gaat bran-
den. (Blz. 495)
Storing in het laadsysteem
Het laadstroomcontrolelampje gaat branden.
(Blz. 493)
Als “Hybrid System Overheated Output
power reduced” (Hybridesysteem overver-
hit. Gereduceerd uitgangsvermogen) wordt
weergegeven
Deze melding wordt mogelijk weergegeven tij-
dens het rijden onder zware omstandigheden.
(Bijvoorbeeld wanneer u een lange steile helling
op rijdt.)
Oplossing:Blz. 537
Als “Traction Battery Needs to be Protected
Refrain from the Use of N Position” (Tractie-
batterij moet worden beschermd. Vermijd
het gebruik van stand N.) wordt weergege-
ven
Deze melding kan worden weergegeven als de
selectiehendel in stand N staat.
Het batterijpakket (tractiebatterij) kan niet wor-
den geladen als de selectiehendel in stand N
staat. Zet de selectiehendel daarom in stand P
als de auto stilstaat.
Als “Traction Battery Needs to be Protected.
Shift into P to Restart.” (Tractiebatterij moet
worden beschermd. Zet selectiehendel in
stand P om opnieuw te starten.) wordt weer-
gegeven
Deze melding wordt weergegeven wanneer het
batterijpakket (tractiebatterij) bijna leeg is, door-
dat de selectiehendel een bepaalde periode in
stand N heeft stilgestaan.
Zet bij het bedienen van de auto de selectiehen-
del in stand P en herstart het hybridesysteem.
Waarschu-
wings-
lampje
systeem
Waarschuwings-
zoemer*Waarschuwing
Gaat
branden Klinkt
Duidt op een belangrijke situatie, bijvoorbeeld
wanneer een rijsysteem defect is of wanneer er
gevaar ontstaat wanneer de herstelprocedure
niet wordt uitgevoerd
Gaat bran-
den of
knipperen
Klinkt
Duidt op een belangrijke situatie, bijvoorbeeld
wanneer de systemen die worden aangegeven op
het multi-informatiedisplay defect zijn.
Knippert Klinkt
Geeft een bepaalde situatie aan, bijvoorbeeld
wanneer er schade aan de auto is, of wanneer er
gevaar bestaat
Gaat
branden Klinkt niet
Geeft een bepaalde conditie aan, bijvoorbeeld
een storing in de elektronische onderdelen, de
staat van de onderdelen, of wanneer er onder-
houd vereist is
Knippert Klinkt niet
Geeft een bepaalde situatie aan, bijvoorbeeld
wanneer een handeling onjuist is uitgevoerd, of
hoe een handeling op juiste wijze moet worden
uitgevoerd
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 504 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
505
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Als “Shift to P Before Exiting Vehicle” (Zet
selectiehendel in stand P voordat u de auto
verlaat) wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven wanneer het
bestuurdersportier wordt geopend terwijl het
contact niet UIT is gezet en de selectiehendel in
een andere stand dan P stond.
Zet de selectiehendel in stand P.
Als “Shift Is in N Release Accelerator Before
Shifting” (Selectiehendel staat in stand N.
Laat vóór het schakelen het gaspedaal los)
wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven wanneer het
gaspedaal wordt ingetrapt en de selectiehendel
in stand N staat. Laat het gaspedaal los en zet de
selectiehendel in stand D, S of R.
Als “Depress Brake When Vehicle Is Stop-
ped Hybrid System May Overheat” (Trap
rempedaal in wanneer auto stilstaat. Hybri-
desysteem is mogelijk oververhit) wordt
weergegeven
De melding wordt weergegeven wanneer het
gaspedaal wordt ingetrapt om de auto op een
helling omhoog te laten stilstaan, enz.
Als deze situatie blijft voortduren, kan het hybri-
desysteem oververhit raken.
Laat het gaspedaal los en trap het rempedaal in.
Als er een melding wordt weergegeven dat
er een storing in de camera voor aanwezig is
(auto's met Lexus Safety System+)
De onderstaande systemen worden mogelijk tij-
delijk uitgeschakeld tot het in de melding aange-
geven probleem is opgelost. (Blz. 297, 496)
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
LTA (Lane Tracing Assist) (indien aanwezig)
LDA (Lane Departure Alert met stuurrege-
ling) (indien aanwezig)
AHS (Adaptive High Beam-systeem) (indien
aanwezig)
Automatic High Beam-systeem (indien aan-
wezig)
RSA (Road Sign Assist)
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik
Als “RSA Malfunction Visit Your Dealer”
(Storing in RSA. Ga naar uw dealer) wordt
weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwe-
zig. Laat de auto controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Als “Radar Cruise Control Unavailable See
Owner's Manual” (Dynamic Radar Cruise
Control-systeem niet beschikbaar. Zie hand-
leiding) wordt weergegeven
De Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik wordt tijdelijk uitgeschakeld of
tot het in de melding aangegeven probleem is
opgelost. (Oorzaken en oplossingen:
Blz. 297)
Als Radar Cruise Control Unavailable
(Dynamic Radar Cruise Control-systeem
niet beschikbaar) wordt weergegeven
De Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik kan tijdelijk niet gebruikt wor-
den. Gebruik het systeem wanneer dit weer
beschikbaar is.
Als “Oil Maintenance Required Soon” (Olie
moet binnenkort worden ververst) wordt
weergegeven
Geeft aan dat de motorolie moet worden ver-
verst. (Als het indicatiesysteem voor het verver-
sen van de motorolie niet is gereset, zal het
controlelampje niet goed werken.)
Controleer de motorolie en ververs indien
nodig. Na het verversen van de motorolie moet
het verversingssysteem worden gereset.
(Blz. 450)
Als “Oil Maintenance Required” (Olie moet
worden ververst) wordt weergegeven
Geeft aan dat de motorolie moet worden ver-
verst. (Na het verversen van de motorolie en het
resetten van het indicatiesysteem motorolie ver-
versen.)
Laat de motorolie en het oliefilter door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige controleren en/of verver-
sen/vervangen. Na het verversen van de motor-
olie moet het verversingssysteem worden
gereset. (Blz. 450)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 505 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
506
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Als “See Owner’s Manual” (Raadpleeg
handleiding) wordt weergegeven
Als de onderstaande berichten worden weer-
gegeven, volg dan de desbetreffende instruc-
ties.
“Engine Coolant Temp High” (hoge koelvloei-
stoftemperatuur) (Blz. 537)
“Exhaust Filter Full” (uitlaatgasfiltersysteem
vol) (Blz. 378)
Als de onderstaande meldingen worden
weergegeven, is er mogelijk sprake van een
storing.
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
“Hybrid System Malfunction” (storing hybri-
desysteem)
“Check Engine” (controleer motor)
“Hybrid Battery System Malfunction” (sys-
teemstoring batterijpakket)
“Accelerator System Malfunction” (systeem-
storing gaspedaal)
“Braking Power Low” (lage remkracht)
“Smart Entry & Start System Malfunction”
(storing Smart entry-systeem met startknop)
Als “Aux Battery Low” (accu bijna leeg) wordt
weergegeven
Wanneer het display na een paar seconden
uitgaat*
Laat het hybridesysteem langer dan 15 minu-
ten werken en laad de 12V-accu.
Wanneer het display niet uitgaat
Start het hybridesysteem met behulp van de
procedures voor “Als de 12V-accu is ontla-
den” (Blz. 532).
*: Wordt gedurende ongeveer 6 seconden
weergegeven
Als “Maintenance required for Traction Bat-
tery cooling parts” (Onderhoud vereist voor
koelonderdelen tractiebatterij) wordt weer-
gegeven, zitten de filters mogelijk verstopt,
zijn de ventilatieopeningen mogelijk geblok-
keerd of zit er mogelijk een gat in het kanaal.
Voer daarom de onderstaande correctiepro-
cedure uit.
Als de ventilatieopeningen van het batterij-
pakket (tractiebatterij) vuil zijn, voer dan de
procedure op Blz. 441 uit om ze schoon te
maken.
Als de waarschuwingsmelding wordt weerge-
geven wanneer de ventilatieopeningen van
het batterijpakket (tractiebatterij) niet vuil zijn,
laat de auto dan nakijken door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Als de onderstaande meldingen worden
weergegeven, is er mogelijk sprake van een
storing.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige
plaats tot stilstand en neem contact op met
een erkende Lexus-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige. Doorrijden
met de auto kan gevaarlijk zijn.
“Oil Pressure Low” (lage oliedruk)
“Charging System Malfunction” (storing laad-
systeem)
Waarschuwingszoemer
Blz. 501
OPMERKING
“High Power Consumption Partial Limit
On AC/Heater Operation” (Hoog ener-
gieverbruik. Bediening airco/verwar-
ming gedeeltelijk beperkt) wordt
regelmatig weergegeven
Mogelijk is er een storing met betrekking tot
het laadsysteem of de 12V-accu kan verou-
derd zijn. Laat de auto controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Auto's met voorruitontwaseming:
Deze melding wordt weergegeven als de
voorruitontwaseming in werking is. Dit duidt
niet op een storing.
“Aux Battery Low” (accu bijna leeg) wordt
regelmatig weergegeven
De 12V-accu kan verouderd zijn. Wanneer de
auto niet wordt gebruikt, kan de accu ontla-
den raken. Laat daarom de auto nakijken
door een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 506 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
507
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Breng de auto tot stilstand op een vei-
lige plaats en een stevige, vlakke onder-
grond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P.
Schakel het hybridesysteem uit.
Schakel de alarmknipperlichten in.
(Blz. 484)
Controleer de mate waarin de band
beschadigd is.
Een band mag alleen met de bandenreparatie-
set worden gerepareerd indien de beschadi-
ging te wijten is aan perforatie van het loopvlak
door een spijker of schroef.
Haal de spijker of schroef niet uit de band.
Als u het object verwijdert, kan het lek
ondanks de noodreparatie met de bandenre-
paratieset groter worden.
Rijd de auto naar voren tot het gat, voor
zover zichtbaar, zich boven aan de band
bevindt om lekkage van bandenreparatie-
vloeistof te voorkomen.
Een lekke band die niet kan worden gerepa-
reerd met de bandenreparatieset
In de volgende gevallen is reparatie van de band
met behulp van de bandenreparatieset niet
mogelijk. Neem contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
De band is beschadigd door rijden met onvol-
doende spanning
De band loopt leeg door een scheur in of
beschadiging van de flank
De band is zichtbaar van de velg afgelopen
Het lek in of de beschadiging van het loopvlak
is 4 mm of groter
De velg is beschadigd
Twee of meer banden zijn lek
De band is op meerdere plaatsen lek of
beschadigd
Als uw auto een lekke band
heeft (auto's zonder een
reservewiel)
Uw auto is niet uitgerust met een
reservewiel, maar wel met een ban-
denreparatieset.
Een lekke band met perforatieschade
door een spijker of schroef kan voorlo-
pig worden gerepareerd met de ban-
denreparatieset.
WAARSCHUWING
Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een
lekke band wordt doorgereden, kunnen band
en velg zodanig beschadigd worden dat
reparatie niet meer mogelijk is en kan er een
ongeval ontstaan.
Voordat u de band repareert
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 507 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
508
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Krikslinger (indien aanwezig)
Wielmoersleutel (indien aanwezig)
Krik* (indien aanwezig)
Sleepoog
Bandenreparatieset
Schroevendraaier
*: Gebruik van de krik (Blz. 521)
Plaats van bandenreparatieset, krik en gereedschap
A
B
C
D
E
F
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 508 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
509
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Slang
Ontluchtingsdopje
Compressorschakelaar
Bandenspanningsmeter
Voedingsaansluiting
Snelheidslimietstickers
Waarschuwingssticker bandenreparatievloeistof
Bandenreparatieset
De bandenreparatieset is bedoeld om de
autoband met lucht te vullen.
De bandenreparatievloeistof is beperkt houd-
baar. De uiterste houdbaarheidsdatum staat
vermeld op de fles. De bandenreparatievloei-
stof dient voor de uiterste houdbaarheidsda-
tum te worden vervangen. Neem voor de
vervanging contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
De vloeistof in de bandenreparatieset kan
slechts eenmalig worden gebruikt om een
enkele band tijdelijk te repareren. Als de ban-
denreparatievloeistof in de fles en andere
delen van de set zijn gebruikt en moeten wor-
den vervangen, neem dan contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
De compressor kan meerdere keren worden
gebruikt.
De bandenreparatievloeistof kan worden
gebruikt bij een buitentemperatuur van -
40°C tot 60°C.
De bandenreparatieset is exclusief bestemd
Onderdelen van de bandenreparatieset
A
B
C
D
E
F
G
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 509 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
510
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
voor de originele banden die op uw auto zijn
gemonteerd. Gebruik de set niet voor banden
met een afwijkende maat of voor andere doel-
einden.
Als de bandenreparatievloeistof op uw kleren
komt, kan deze vlekken veroorzaken.
Eventueel gemorste bandenreparatievloeistof
moet direct van het wiel of de carrosserie
worden verwijderd. Veeg het oppervlak
onmiddellijk af met een vochtige doek.
Als de bandenreparatieset wordt gebruikt, zal
dit duidelijk hoorbaar zijn. Dit is normaal en
duidt niet op een storing.
Niet gebruiken om de bandenspanning te
controleren of op de voorgeschreven waarde
te brengen.
Aanwijzing voor het controleren van de ban-
denreparatieset
Controleer regelmatig de uiterste houdbaar-
heidsdatum van de bandenreparatievloeistof.
De uiterste houdbaarheidsdatum staat vermeld
op de fles. Gebruik de bandenreparatievloeistof
niet wanneer de uiterste houdbaarheidsdatum is
verstreken. Anders worden reparaties met de
bandenreparatieset mogelijk niet goed uitge-
voerd.
1Open de achterklep.
2Trek de hendel omhoog en open de
afdekplaat.
3Til de afdekplaat omhoog en maak de
haak aan de achterzijde van de afdek-
plaat los.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorschriften
kan een ongeval tot gevolg hebben.
De bandenreparatieset is speciaal voor uw
auto gemaakt. Gebruik de set nooit voor
andere auto's.
Gebruik de bandenreparatieset niet voor
banden met een andere maat dan de voor-
geschreven maten of voor andere doelein-
den. Als u dit wel doet, kunnen de banden
mogelijk niet meer worden gerepareerd.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
van de bandenreparatievloeistof
Het inslikken van bandenreparatievloeistof
is schadelijk voor uw gezondheid. Als u
bandenreparatievloeistof inslikt, moet u zo
veel mogelijk water drinken en onmiddel-
lijk een huisarts raadplegen.
Spoel direct met water wanneer bandenre-
paratievloeistof in uw ogen of op uw huid is
terechtgekomen. Raadpleeg een huisarts
als u zich niet lekker blijft voelen.
Verwijderen van de
bandenreparatieset
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 510 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
511
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
4Gebruik de haak om de afdekplaat
vast te maken, zoals aangegeven in de
afbeelding.
5Verwijder de bandenreparatieset.
1Verwijder het elastiek.
2Verwijder de krik en haal vervolgens
het kapje van de onderzijde.
Gebruik van de krik: Blz. 521
Draai voor het opbergen van de krik de hendel,
aangegeven met , helemaal terug totdat de
krik in zijn laagste stand staat, plaats de krik met
de afdekking in de houder en zet hem vast met
het elastiek.
1Verwijder het ventieldopje van het wiel
met de lekke band.
2Trek de slang naar buiten. Verwijder
het dopje van de slang.
Het ontluchtingsdopje van de slang wordt nog
gebruikt. Berg het dopje daarom veilig op.
3Sluit de slang aan op het ventiel.
Draai het uiteinde van de slang zo ver mogelijk
rechtsom.
Verwijderen van de krik
Noodreparatieprocedure
A
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 511 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
512
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
4Zorg ervoor dat de compressor is uit-
geschakeld.
5Trek de rubberen stop op de compres-
sor omhoog.
6Verwijder de voedingsaansluiting van
de compressor.
7Sluit de voedingsstekker aan op de
accessoireaansluiting. (Blz. 428)
8Sluit de fles aan op de compressor.
Zorg dat de fles goed is aangesloten.
9Bevestig de 2 stickers zoals aange-
geven.
Verwijder vuil en vocht van het wiel voordat u
de sticker bevestigt. Als de sticker niet kan wor-
den bevestigd, laat dan, wanneer u de band laat
repareren of vervangen, de erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige weten dat bandenreparatievloeistof
is ingespoten.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 512 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
513
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
10 Controleer de voorgeschreven ban-
denspanning.
De bandenspanning wordt aangegeven op de
sticker, zoals afgebeeld. (Blz. 551)
11 Schakel het hybridesysteem in.
(Blz. 255)
12 Zet de compressor aan om de banden-
reparatievloeistof in te spuiten en de
band met lucht te vullen.
13 Pomp de band op tot de voorgeschre-
ven bandenspanning.
De bandenreparatievloeistof wordt
ingespoten en de druk loopt op tot
300 kPa (3,0 kg/cm2 of bar, 44 psi) of
400 kPa (4,0 kg/cm2 of bar, 58 psi) en
neemt vervolgens weer af.
De bandenspanningsmeter geeft
ongeveer 1 minuut (15 minuten bij lage
temperaturen) nadat de schakelaar
aan is gezet de werkelijke banden-
spanning weer.
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 513 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
514
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Zet de compressor uit en controleer de ban-
denspanning. Controleer of de bandenspan-
ning niet te hoog is en herhaal zo nodig de
procedure totdat de band de voorgeschre-
ven bandenspanning heeft.
Als de bandenspanning nog steeds lager is
dan de aanbevolen spanning nadat de scha-
kelaar 10 minuten (35 minuten bij lage tem-
peratuur) aan staat, is de band te veel
beschadigd om nog gerepareerd te kunnen
worden. Schakel de compressor uit en neem
contact op met een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Laat, als de bandenspanning te hoog is, wat
lucht uit de band om de bandenspanning op
het voorgeschreven niveau te brengen.
(Blz. 515)
14 Maak terwijl de compressor is uitge-
schakeld de slang los van het ventiel en
trek vervolgens de voedingsstekker uit
de accessoireaansluiting.
Mogelijk ontsnapt er bij het verwijderen van de
slang wat bandenreparatievloeistof.
15 Plaats het ventieldopje op het ventiel
van het gerepareerde wiel.
16 Plaats het ontluchtingsdopje op het uit-
einde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet wordt geplaatst,
ontsnapt er mogelijk bandenreparatievloeistof
en kan de auto vuil worden.
17 Berg de fles, terwijl deze aan de com-
pressor is bevestigd, tijdelijk op in de
bagageruimte.
18 Rijd, om de bandenreparatievloeistof
gelijkmatig over de band te verdelen,
meteen ongeveer 5 km met een snel-
heid van maximaal 80 km/h.
19 Breng de auto tot stilstand op een vei-
lige plaats met een stevige, vlakke
ondergrond en sluit de compressor
weer aan.
20 Schakel de compressor in, wacht een
paar seconden en schakel deze dan
weer uit. Controleer de bandenspan-
ning.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 514 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
515
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Als de bandenspanning lager is dan
130 kPa (1,3 kg/cm2 of bar, 19 psi), kan
de band niet worden gerepareerd.
Neem contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Als de bandenspanning zich bevindt
tussen 130 kPa (1,3 kg/cm2 of bar, 19
psi) en een punt onder het voorge-
schreven niveau: De band kan worden
gerepareerd. Ga verder met stap 21.
Als de bandenspanning zich op het
voorgeschreven niveau bevindt: Ga
naar stap 22.
21 Zet de compressor aan en vul de band
met lucht tot de voorgeschreven ban-
denspanning is bereikt. Rijd ongeveer
5 km en voer dan stap 19 uit.
22 Plaats het ontluchtingsdopje op het uit-
einde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet wordt geplaatst,
ontsnapt er mogelijk bandenreparatievloeistof
en kan de auto vuil worden.
23 Berg de fles, terwijl deze aan de com-
pressor is bevestigd, op in de bagage-
ruimte.
24 Voorkom plotseling remmen, plotse-
ling accelereren en scherpe bochten,
en rijd voorzichtig met een snelheid
van maximaal 80 km/h naar een
erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige op minder dan 100
km rijden voor het repareren of ver-
vangen van de band.
Uit te voeren handelingen als de band op
een te hoge spanning is gebracht
1Neem de slang los van het ventiel.
2Plaats het ontluchtingsdopje op het uiteinde
van de slang en druk het uitsteeksel in het
ventiel om wat lucht uit de band te laten ont-
snappen.
3Neem de slang los van het ventiel, verwijder
het dopje van de slang en sluit dan de slang
weer aan.
4Schakel de compressor in, wacht een paar
seconden en schakel deze dan weer uit.
Controleer of de bandenspanning op het
voorgeschreven niveau is. (Blz. 551)
A
B
C
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 515 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
516
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Zet als de bandenspanning lager is dan de
voorgeschreven spanning de compressor
weer aan en herhaal de procedure van het
op spanning brengen tot de voorgeschreven
spanning is bereikt.
Nadat een band is gerepareerd met de ban-
denreparatieset
Vervang de bandenspanningssensor en -zen-
der.
Zelfs als de bandenspanning op het voorge-
schreven niveau ligt, gaat mogelijk het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning
branden/knipperen.
WAARSCHUWING
Bij het repareren van een lekke band
Parkeer de auto op een veilige plaats en
een vlakke ondergrond.
Sluit de slang stevig aan op het ventiel ter-
wijl het wiel aan de auto bevestigd is.
Als de slang niet goed is aangesloten op
het ventiel, kan er lucht ontsnappen of kan
de bandenreparatievloeistof naar buiten
spuiten.
Als de slang tijdens het vullen loskomt van
het ventiel, is het mogelijk dat de slang
abrupte bewegingen maakt vanwege de
luchtdruk.
Nadat de band gevuld is, kunnen er spet-
ters bandenreparatievloeistof naar buiten
komen als de slang wordt losgemaakt of
wanneer u lucht uit de band laat ontsnap-
pen.
Voer tijdelijke reparaties uit overeenkom-
stig de procedures. Als u de procedures
niet dienovereenkomstig volgt, kan de ban-
denreparatievloeistof naar buiten spuiten.
Blijf tijdens de reparatie uit de buurt van de
band wanneer u de bandenreparatieset
bedient, aangezien het risico bestaat dat
de band barst. Als er scheuren of vervor-
ming ontstaan, zet dan de schakelaar van
de set uit en stop met de reparatie.
De bandenreparatieset kan bij langdurig
gebruik oververhit raken. Gebruik de
compressor niet langer dan 35 minuten
achter elkaar.
Delen van de reparatieset worden tijdens
het gebruik heet. Wees daarom voorzich-
tig tijdens en na het gebruik ervan. Raak de
set tijdens of direct na gebruik niet aan,
aangezien de set heet wordt, vooral het
metalen deel van de fles en de compres-
sorverbinding.
Plak de waarschuwingssticker voor de rij-
snelheid alleen op de aangegeven plaats.
Als de sticker wordt aangebracht op een
plaats waar zich een airbag bevindt, zoals
op het middelste deel van het stuurwiel,
dan kan dit de werking van de airbag hin-
deren.
Rijden om de bandenreparatievloeistof
gelijkmatig te verdelen
Rijd langzaam en voorzichtig. Wees extra
voorzichtig bij het maken van bochten.
Als de auto niet rechtuit rijdt of als u merkt
dat het stuurwiel naar één kant trekt,
brengt u de auto tot stilstand en controleert
u het volgende:
Toestand van de band. De band kan van de
velg zijn afgelopen.
Bandenspanning. Als de bandenspanning
130 kPa (1,3 kg/cm2 of bar, 19 psi) of lager
is, dan kan dit duiden op een ernstige
schade aan de band.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 516 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
517
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
OPMERKING
Een noodreparatie uitvoeren
Voer de noodreparatie uit zonder de spij-
ker of schroef die het loopvlak heeft door-
boord te verwijderen. Als het object dat
het lek heeft veroorzaakt is verwijderd, is
het wellicht niet mogelijk om een noodre-
paratie met de bandenreparatieset uit te
voeren.
De bandenreparatieset is niet waterdicht.
Zorg dat de bandenreparatieset niet in
aanraking komt met water, bijvoorbeeld bij
gebruik in de regen.
Zet de bandenreparatieset niet op een
stoffige ondergrond, zoals in het zand of in
de berm. Als er vuil of stof in de bandenre-
paratieset komt, kan er een storing optre-
den.
Houd de bandenreparatieset tijdens het
gebruik rechtop. De bandenreparatieset
werkt anders niet.
Gebruik van de bandenreparatieset
De compressor heeft een gelijkstroomvoe-
ding van 12 V nodig. Sluit de compressor
niet aan op een andere voedingsbron.
Als de bandenreparatieset in aanraking
komt met benzine, kan de bandenrepara-
tieset beschadigd raken. Zorg dat de set
niet met benzine in aanraking kan komen.
Berg de bandenreparatieset op de daar-
voor bestemde plaats op en houd hem bui-
ten bereik van kinderen.
Demonteer of wijzig de bandenreparatie-
set niet. Stel onderdelen als de banden-
spanningsmeter niet bloot aan schokken.
Hierdoor kunnen storingen optreden.
Voorkomen van schade aan de banden-
spanningssensoren en -zenders (auto's
met bandenspanningswaarschuwingssys-
teem)
Als een band is gerepareerd met bandenre-
paratievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet goed.
Neem wanneer bandenreparatievloeistof is
gebruikt zo snel mogelijk contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige. Vervang na
het gebruik van bandenreparatievloeistof de
bandenspanningssensor en -zender wanneer
de band wordt gerepareerd of vervangen.
(Blz. 459)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 517 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
518
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Breng de auto tot stilstand op een vei-
lige plaats en een stevige, vlakke onder-
grond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P.
Schakel het hybridesysteem uit.
Schakel de alarmknipperlichten in.
(Blz. 484)
Krikslinger
Wielmoersleutel
Als uw auto een lekke band
heeft (auto's met een
reservewiel)
Uw auto is voorzien van een reserve-
wiel. De lekke band kan worden ver-
vangen door het reservewiel.
Meer informatie over banden:
Blz. 457
WAARSCHUWING
Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een
lekke band wordt doorgereden, kunnen band
en velg zodanig beschadigd worden dat
reparatie niet meer mogelijk is en kan er een
ongeval ontstaan.
Voor het opkrikken van de auto
Plaats van reservewiel, krik en gereedschap
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 518 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
519
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Sleepoog
Reservewiel
Krik
Schroevendraaier
1Open de achterklep.
2Trek de hendel omhoog en open de
afdekplaat.
C
D
E
F
WAARSCHUWING
Gebruik van de krik
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Onjuist gebruik van de krik kan ertoe
leiden dat de auto van de krik valt, wat tot ern-
stig letsel kan leiden.
Gebruik de krik uitsluitend voor het ver-
wisselen van een wiel of de montage en het
verwijderen van sneeuwkettingen.
Gebruik voor het verwisselen van een
lekke band uitsluitend de met de auto mee-
geleverde krik.
Gebruik de krik niet voor het verwisselen
van wielen van andere auto's en gebruik
ook geen krik van een andere auto.
Zet de krik op de juiste wijze onder het
kriksteunpunt.
Zorg ervoor dat er zich geen lichaamsde-
len bevinden onder een auto die alleen
door een krik wordt ondersteund.
Start het hybridesysteem niet en ga niet
met de auto rijden als deze door de krik
wordt ondersteund.
Krik de auto niet op als er nog iemand in de
auto aanwezig is.
Plaats niets op of onder de krik als de auto
wordt opgekrikt.
Krik de auto niet verder op dan voor het
verwisselen van het wiel noodzakelijk is.
Plaats de auto op bokken als u onder de
auto moet zijn.
Zorg wanneer u de auto laat zakken dat er
niemand onder komt. Breng mensen in de
buurt op de hoogte van het laten zakken.
Verwijderen van de krik
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 519 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
520
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
3Til de afdekplaat omhoog en maak de
haak aan de achterzijde van de afdek-
plaat los.
4Gebruik de haak om de afdekplaat
vast te maken, zoals aangegeven in de
afbeelding.
5De krik verwijderen.
1Verwijder het elastiek.
2Verwijder de afdekking en de krik.
Draai voor het opbergen van de krik de hendel,
aangegeven met , helemaal terug totdat de
krik in zijn laagste stand staat, plaats de krik met
de afdekking in de houder en zet hem vast met
het elastiek.
1Verwijder het opbergvakje onder de
afdekplaat.
2Draai de bevestiging van het reserve-
wiel los.
Verwijderen van het reservewiel
WAARSCHUWING
Bij het opbergen van het reservewiel
Zorg ervoor dat er geen vingers of andere
lichaamsdelen tussen het reservewiel en de
carrosserie bekneld raken.
A
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 520 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
521
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
1Plaats wielblokken.
2Draai de wielmoeren iets los (één slag).
3Draai deel van de krik met de hand
aan totdat de uitsparing in de kop van
de krik in contact komt met het krik-
steunpunt.
De aanduidingen van de kriksteunpunten
bevinden zich onder de dorpel. Deze duiden de
kriksteunpunten aan.
4Plaats de wielmoersleutel in de krik-
slinger.
5Draai de krik vervolgens verder
omhoog totdat het wiel vrij van de
grond is.
Vervangen van een wiel met
een lekke band
Lekke band Positie wielblok
Links voor Achter het rechter achterwiel
Rechts voor Achter het linker achterwiel
Links achter Voor het rechter voorwiel
Rechts achter Voor het linker voorwiel
A
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 521 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
522
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
6Verwijder alle wielmoeren en het wiel.
Leg het wiel met de buitenzijde omhoog op de
grond, om krassen op de velg te voorkomen.
WAARSCHUWING
Vervangen van een wiel met een lekke
band
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Anders kan er ernstig letsel ontstaan.
Probeer de wieldop niet met de hand te
verwijderen. Neem voldoende voorzich-
tigheid in acht om letsel te voorkomen.
Raak de wielen of het gedeelte rond de
remmen niet aan direct nadat met de auto
is gereden.
Nadat met de auto is gereden, zijn de wie-
len en het gedeelte rond de remmen
mogelijk zeer heet. Wanneer u deze delen
tijdens het verwisselen van een wiel, enz.
met uw handen, voeten of andere
lichaamsdelen aanraakt, kan dit leiden tot
brandwonden.
Het niet opvolgen van deze voorzorgs-
maatregelen kan ertoe leiden dat de wiel-
moeren losraken, waardoor het wiel van de
auto af kan lopen, wat kan leiden tot ernstig
letsel.
Breng nooit olie of vet aan op de wielbou-
ten of -moeren.
Door het gebruik van olie of vet worden de
wielmoeren mogelijk te vast aangedraaid
waardoor de bouten of de velg beschadigd
kunnen raken. Bovendien kunnen door
gebruik van olie of vet de wielbouten of
wielmoeren loslopen, waardoor het wiel
los kan raken en een ernstig ongeval kan
ontstaan.
Verwijder olie of vet van de wielbouten of
wielmoeren.
Laat zo spoedig mogelijk na het vervangen
van een wiel de moeren met een aanhaal-
moment van 103 Nm vastzetten.
Gebruik bij het aanbrengen van een wiel
uitsluitend wielmoeren die speciaal zijn
ontworpen voor het desbetreffende wiel.
Bij gescheurde of vervormde bouten of bij
beschadigingen van de schroefdraad van
moeren of van boutgaten van het wiel dient
de auto te worden gecontroleerd door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Plaats een beschadigde naafdop niet
opnieuw, omdat deze tijdens het rijden los
kan raken.
Vervangen van een lekke band bij auto's
met een elektrisch bedienbare achter-
klep
Schakel het systeem van de elektrisch
bedienbare achterklep uit wanneer u banden
gaat vervangen o.i.d. (Blz. 143). Als u dit
niet doet, kan de achterklep onbedoeld in
werking treden als de schakelaar elektrisch
bedienbare achterklep per ongeluk wordt
aangeraakt, waardoor lichaamsdelen
bekneld kunnen raken en letsel kan optreden.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 522 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
523
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
1Verwijder eventueel aanwezige ver-
ontreinigingen van het contactvlak van
de velg.
Als er verontreinigingen op het contactvlak
aanwezig zijn, kunnen tijdens het rijden de wiel-
moeren los lopen, waardoor het wiel los kan
raken.
2Plaats het reservewiel en draai de wiel-
moeren met de hand allemaal onge-
veer even ver op de wielbout.
Draai de moeren verder tot het tapse gedeelte
aan ligt tegen de velg .
3Plaats de wielmoersleutel in de krik-
slinger.
4Laat de auto zakken.
5Draai iedere moer twee of drie keer
aan in de volgorde die in de afbeelding
is aangeven.
Aanhaalmoment:
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
6Berg het wiel met de lekke band, de
krik en het gereedschap op.
Plaatsen van het reservewiel
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 523 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
524
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Het compacte reservewiel
Op de band van het compacte reservewiel
staat aan de zijkant de aanduiding TEMPO-
RARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk
gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tij-
delijk en alleen in noodgevallen.
Controleer de bandenspanning van het com-
pacte reservewiel. (Blz. 551)
Nadat de band verwisseld is (auto's met ban-
denspanningswaarschuwingssysteem)
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem
moet worden gereset. (Blz. 469)
Bij gebruik van het compacte reservewiel
(auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van
een bandenspanningssensor en -zender, waar-
door een te lage bandenspanning hiervan niet
wordt aangegeven door het bandenspannings-
waarschuwingssysteem. Verder zal, als u het
compacte reservewiel monteert nadat het waar-
schuwingslampje voor een lage bandenspan-
ning is gaan branden, dit lampje blijven branden.
Bij gebruik van het compacte reservewiel
De auto ligt lager op de weg als het compacte
reservewiel is gemonteerd dan wanneer er
gereden wordt met de standaardbanden.
Als uw auto een lekke voorband krijgt op
een weg die bedekt is met sneeuw of ijs
Vervang een van de achterwielen van de auto
door het compacte reservewiel. Voer onder-
staande stappen uit en monteer sneeuwkettin-
gen op de voorwielen:
1Vervang het wiel links of rechts achter door
het compacte reservewiel.
2Vervang het wiel met de lekke voorband
door het wiel dat van de achterzijde afkom-
stig is.
3Monteer sneeuwkettingen op de voorwie-
len.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 524 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
525
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Verklaring voor de krik
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 525 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
526
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
WAARSCHUWING
Bij gebruik van het compacte reservewiel
Houd er rekening mee dat het compacte
reservewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw reser-
vewiel daarom niet onder een andere auto.
Monteer niet gelijktijdig meer dan één
reservewiel onder uw auto.
Vervang het reservewiel zo snel mogelijk
door een wiel met een standaardband.
Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en schakel-
handelingen die een plotselinge motor-
remwerking veroorzaken.
Bij gebruik van het compacte reservewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet
goed wordt weergegeven en dat de volgende
systemen niet goed werken:
ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
Cruise control (indien aanwezig)
Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik (indien aanwezig)
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien
aanwezig)
•EPS
AVS (Adaptive Variable Suspension-sys-
teem) (indien aanwezig)
LTA (Lane Tracing Assist) (indien aanwe-
zig)
LDA (Lane Departure Alert met stuurre-
geling) (indien aanwezig)
Panoramic View Monitor (indien aanwe-
zig)
Lexus Parking Assist Monitor (indien aan-
wezig)
Lexus Parking Assist-sensor (indien aan-
wezig)
Navigatiesysteem (indien aanwezig)
BSM (Blind Spot Monitor) (indien aanwe-
zig)
Automatic High Beam-systeem (indien
aanwezig)
AHS (Adaptive High Beam-systeem)
(indien aanwezig)
Bovendien kan het onderstaande systeem
niet volledig worden gebruikt, maar worden
mogelijk ook de onderdelen van de aandrijf-
lijn negatief beïnvloed:
E-Four (indien aanwezig)
Snelheidsbeperking bij gebruik van het
compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een com-
pact reservewiel onder de auto is gemon-
teerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen
voor gebruik bij hoge snelheden. Het niet
opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan
leiden tot een ongeval en ernstig letsel.
Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgeborgen
en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een
van deze voorwerpen bij een aanrijding of bij
hard remmen letsel veroorzaakt.
OPMERKING
Rijd voorzichtig over oneffenheden in het
wegdek heen als het compacte reserve-
wiel onder de auto gemonteerd is
De auto ligt lager op de weg als het compacte
reservewiel is gemonteerd dan wanneer er
gereden wordt met de standaardbanden.
Wees voorzichtig bij het rijden over slechte
wegen.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 526 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
527
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Een van de onderstaande punten kan het
probleem veroorzaken:
De elektronische sleutel werkt mogelijk
niet goed. (Blz. 530)
Er is mogelijk onvoldoende brandstof
aanwezig in de tank.
Vul de brandstoftank. (Blz. 76)
Er kan een storing aanwezig zijn in de
startblokkering. (Blz. 80)
Er kan een storing aanwezig zijn in het
stuurslotsysteem.
Het hybridesysteem van de motor is
mogelijk defect als gevolg van een elek-
trische storing, zoals een ontladen bat-
terij van de elektronische sleutel of een
defecte zekering. Er bestaat echter,
afhankelijk van het soort storing, een
noodmaatregel om het hybridesysteem
te starten. (Blz. 528)
OPMERKING
Rijden met sneeuwkettingen en het com-
pacte reservewiel
Monteer geen sneeuwketting op het com-
pacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie
beschadigen en het rijgedrag in negatieve zin
beïnvloeden.
Bij het vervangen van banden (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssys-
teem)
Neem voor het verwijderen en plaatsen van
wielen, banden of bandenspanningssensoren
en -zenders contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige omdat de bandenspan-
ningssensoren en -zenders beschadigd
kunnen raken als er niet voorzichtig mee
wordt omgegaan.
Als het hybridesysteem niet
kan worden gestart
Het niet starten van het hybridesys-
teem kan verschillende oorzaken heb-
ben. Raadpleeg het volgende overzicht
en onderneem de bijpassende acties:
Het hybridesysteem kan niet
worden gestart, ook al is de
startprocedure correct uitgevoerd.
(Blz. 255)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 527 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
528
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Een van de onderstaande punten kan het
probleem veroorzaken:
De 12V-accu is mogelijk te ver ontla-
den. (Blz. 532)
De accuklemmen zitten mogelijk los of
zijn gecorrodeerd. (Blz. 454)
Een van de onderstaande punten kan het
probleem veroorzaken:
De 12V-accu is mogelijk te ver ontla-
den. (Blz. 532)
Een of beide klemmen van de 12V-accu
kunnen loszitten. (Blz. 454)
Neem contact op met een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als het probleem niet verholpen kan wor-
den of als de reparatieprocedure niet bekend is.
Wanneer het hybridesysteem niet start
maar de startknop normaal werkt, kan het
systeem aan de hand van de volgende
stappen voorlopig worden gestart.
Gebruik deze startprocedure alleen in
noodgevallen.
1Activeer de parkeerrem.
2Zet de selectiehendel in stand P.
3Zet het contact in stand ACC.
4Houd de startknop gedurende 15
seconden ingedrukt terwijl het rempe-
daal stevig wordt ingetrapt.
Ook als het hybridesysteem met behulp
van deze stappen kan worden gestart, kan
er een storing in het systeem aanwezig zijn.
Laat de auto controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
De interieurverlichting en de
koplampen gaan zwakker branden
of de claxon maakt geen of weinig
geluid.
De interieurverlichting en de kop-
lampen gaan niet branden of de
claxon maakt geen geluid.
Starten van het hybridesysteem in
noodgevallen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 528 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
529
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
1Verwijder het deksel in de bagage-
ruimte door er een schroevendraaier
achter te steken.
Wanneer u het deksel verwijdert, omwikkel dan
het uiteinde van de schroevendraaier met een
doek om schade te voorkomen.
2Nadat u het deksel hebt verwijderd,
trekt u aan de hendel om de tankdop-
klep te ontgrendelen en kan hij net als
anders worden geopend.
Als u uw sleutels verliest
Een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige kan een nieuwe originele
mechanische sleutel maken met
behulp van een andere originele
mechanische sleutel en het sleutel-
nummer op uw plaatje met sleutelnum-
mer. Bewaar het plaatje met het
sleutelnummer op een veilige plaats
buiten de auto, bijvoorbeeld in uw por-
temonnee.
OPMERKING
Wanneer u een elektronische sleutel ver-
liest
Als de elektronische sleutel zoek blijft, wordt
het risico aanzienlijk groter dat de auto wordt
gestolen. Ga onmiddellijk met alle overgeble-
ven elektronische sleutels en de sleutelkaart
die bij uw auto zijn geleverd naar een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Als de tankdopklep niet kan
worden geopend
Als de ontgrendelschakelaar van de
tankdopklep niet kan worden bediend,
kunt u de tankdopklep met behulp van
de onderstaande procedure openen.
De tankdopklep openen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 529 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
530
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Wat u moet controleren voordat u actie
onderneemt
Controleer of het Smart entry-systeem met
startknop niet is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen. Is de functie
uitgeschakeld, schakel hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeursinstellingen: Blz. 557)
Controleer of de energiebespaarmodus is
ingeschakeld. Is de functie ingeschakeld,
schakel hem dan uit. (Blz. 147)
Gebruik de mechanische sleutel om de
volgende handelingen uit te voeren.
(Blz. 126)
Ontgrendelen van het portier
1Plaats de mechanische sleutel terwijl u
aan de portiergreep van het bestuur-
dersportier trekt.
2Draai de sleutel om om de volgende
handelingen uit te voeren.
Ontgrendelen van het portier
Openen van de ruiten en het schuif-
dak* (draaien en vasthouden)
Sluiten van de ruiten en het schuifdak*
(draaien en vasthouden)
Als de elektronische sleutel niet
goed werkt
Als de communicatie tussen de elek-
tronische sleutel en de auto is verbro-
ken (Blz. 147) of de elektronische
sleutel niet kan worden gebruikt omdat
de batterij leeg is, werken het Smart
entry-systeem met startknop en de
afstandsbediening niet. In dergelijke
gevallen kunnen de portieren en de
achterklep worden geopend of kan het
hybridesysteem worden gestart vol-
gens onderstaande procedure.
OPMERKING
In geval van storingen in het Smart entry-
systeem met startknop of andere proble-
men met de sleutel
Breng uw auto, inclusief alle elektronische
sleutels die bij de auto zijn geleverd en de
sleutelkaart, naar een erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Vergrendelen en ontgrendelen van
de portieren
A
B
C
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 530 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
531
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
*: Deze instellingen moeten aan de persoon-
lijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
3Verwijder de sleutel, laat de portier-
greep terugkeren en trek er nogmaals
aan.
Vergrendelen van het portier
1Zet de vergrendelknop aan de binnen-
zijde in de vergrendelde stand.
2Sluit het portier met de portiergreep
uitgetrokken.
1Zorg ervoor dat de selectiehendel in
stand P staat en trap het rempedaal in.
2Raak de startknop aan met de zijde van
de elektronische sleutel met daarop
het Lexus-embleem.
Wanneer de elektronische sleutel wordt gede-
tecteerd, klinkt er een zoemer en wordt het
contact AAN gezet.
Wanneer het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoonlijke voor-
keursinstellingen, wordt het contact in stand
ACC gezet.
3Trap het rempedaal stevig in en contro-
leer of de melding wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
4Druk op de startknop.
Neem contact op met een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als het hybridesysteem nog steeds niet kan
worden gestart.
WAARSCHUWING
Bij het gebruik van de mechanische sleu-
tel en het bedienen van de elektrisch
bedienbare ruiten of het schuifdak (indien
aanwezig)
Bedien de elektrisch bedienbare ruit of het
schuifdak nadat u hebt gecontroleerd of er
geen risico is dat een passagier met een
lichaamsdeel bekneld kan raken tussen de
ruit of het schuifdak.
Laat tevens de mechanische sleutel niet
bedienen door kinderen. Het kan gebeuren
dat een lichaamsdeel van een kind of een
andere passagier klem komt te zitten tussen
de elektrisch bedienbare ruit of het schuifdak.
Starten van het hybridesysteem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 531 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
532
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Uitschakelen van het hybridesysteem
Zet de selectiehendel in stand P, activeer de par-
keerrem en druk op de startknop zoals u nor-
maal doet bij het uitschakelen van het
hybridesysteem.
Batterij elektronische sleutel
Omdat deze procedure een noodmaatregel is,
wordt geadviseerd de batterij van de elektroni-
sche sleutel zo snel mogelijk te laten vervangen
als deze ontladen is.
Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld als
de mechanische sleutel wordt gebruikt om de
portieren te vergrendelen.
Het alarm kan worden geactiveerd als een por-
tier met de mechanische sleutel wordt ontgren-
deld terwijl het alarmsysteem is ingeschakeld.
(Blz. 92)
Wijzigen van de standen van het contact
Laat het rempedaal los en druk tijdens stap 3
hierboven op de startknop.
Het hybridesysteem wordt niet ingeschakeld en
de stand verandert iedere keer dat de knop
wordt ingedrukt. (Blz. 257)
Als u de beschikking hebt over een set
startkabels en een tweede voertuig met
een 12V-accu, kunt u uw auto starten met
behulp van de onderstaande hulpstartpro-
cedure.
1Controleer of u de elektronische sleu-
tel bij u hebt.
Afhankelijk van de situatie kan bij het aansluiten
van de startkabels het alarm worden geacti-
veerd en kunnen de portieren worden vergren-
deld. (Blz. 93)
Als de 12V-accu is ontladen
Als de 12V-accu van de auto ontladen
is, kan het hybridesysteem met behulp
van de onderstaande procedures wor-
den gestart.
U kunt ook contact opnemen met een
erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Starten van het hybridesysteem
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 532 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
533
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
2Open de motorkap (Blz. 446) en
het deksel van de zekeringenkast.
3Open het deksel van de speciale hulp-
startaansluiting.
4Verwijder de motorafdekplaat.
5Sluit de positieve startkabelklem aan
op van uw auto en sluit de klem aan
de andere zijde van de positieve start-
kabel aan op van de tweede auto.
Sluit vervolgens de negatieve kabel-
klem aan op van de tweede auto en
sluit de klem aan de andere zijde van
de negatieve startkabel aan op .
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 533 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
534
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Speciale hulpstartaansluiting (uw auto)
Pluspool (+) accu (tweede auto)
Minpool (-) accu (tweede auto)
Stevig, niet-bewegend, niet-gelakt metalen punt, ver weg van de hulpstartaansluiting
en bewegende delen, zoals aangegeven in de afbeelding
6Start de motor van de tweede auto.
Verhoog het motortoerental iets en
laat de motor gedurende ongeveer 5
minuten met het verhoogde toerental
draaien om de 12V-accu van uw auto
op te laden.
7Open en sluit een van de portieren ter-
wijl het contact UIT staat.
8Laat de motor van de tweede auto met
een iets verhoogd toerental draaien en
start het hybridesysteem van uw auto
door het contact AAN te zetten.
9Controleer of het controlelampje
READY gaat branden. Neem contact
op met een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige als het controle-
lampje niet gaat branden.
10 Verwijder de startkabels als het hybri-
desysteem gestart is in exact de omge-
keerde volgorde van aansluiten.
11 Sluit het deksel van de speciale hulp-
startaansluiting en plaats het deksel
van de zekeringenkast weer in de oor-
spronkelijke positie.
Laat zodra het hybridesysteem is gestart,
de auto zo snel mogelijk controleren door
een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Starten van het hybridesysteem wanneer de
12V-accu ontladen is
Het hybridesysteem kan niet worden gestart
door de auto aan te duwen.
Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Zet de koplampen en het audiosysteem uit als
het hybridesysteem is uitgeschakeld.
Schakel niet-noodzakelijke elektrische ver-
bruikers uit als er gedurende langere tijd met
lage snelheden gereden wordt, bijvoorbeeld
in een file.
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 534 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
535
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Opladen van de 12V-accu
De 12V-accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs
wanneer de auto niet in gebruik is. Dit wordt ver-
oorzaakt door natuurlijke ontlading en het effect
van bepaalde elektrische apparatuur. Als de
auto langere tijd niet gebruikt wordt, kan de 12V-
accu ontladen en kan het hybridesysteem moge-
lijk niet meer worden gestart. (De 12V-accu
laadt automatisch op wanneer het hybridesys-
teem in werking is.)
Als de 12V-accu verwijderd of ontladen is
Wanneer de 12V-accu is ontladen, is het in
sommige gevallen niet mogelijk om de portie-
ren te ontgrendelen met het Smart entry-sys-
teem met startknop. Gebruik de
afstandsbediening of de mechanische sleutel
om de portieren te vergrendelen of te ont-
grendelen.
Mogelijk start het hybridesysteem niet bij de
eerste poging nadat de 12V-accu weer is
opgeladen, maar start hij wel normaal na de
tweede poging. Dit duidt niet op een storing.
De stand van het contact wordt door de auto
geregistreerd. Wanneer de 12V-accu weer
wordt aangesloten, keert het systeem terug
naar de stand die was geselecteerd voordat
de 12V-accu ontladen was. Zorg dat het con-
tact UIT staat voordat de 12V-accu wordt los-
genomen.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten van
de 12V-accu wanneer u niet zeker weet in
welke stand het contact stond voordat de 12V-
accu werd opgeladen.
Sommige systemen moeten mogelijk worden
geïnitialiseerd.
Vervangen van de 12V-accu
Gebruik een 12V-accu van hetzelfde formaat
als de vorige (LN2), met een gelijkwaardige
capaciteit van 20 uur (20HR) van 60 Ah of
meer, en een gelijkwaardige startkracht
(CCA) van 460 A of meer.
Als het formaat verschilt, kan de 12V-accu niet
goed worden bevestigd.
Als de capaciteit laag is, zelfs als de auto korte
tijd niet gebruikt is, kan de 12V-accu ontladen
en kan het hybridesysteem mogelijk niet meer
worden gestart.
Bevestig, na vervanging, de volgende onder-
delen stevig aan de uitlaatopening van de
12V-accu.
Gebruik de uitlaatslang die vóór vervan-
ging aan de 12V-accu was bevestigd en con-
troleer of deze goed op de opening van de
auto is bevestigd.
Gebruik de plug van de uitlaatopening die
bij de vervangende 12V-accu hoort of die van
de vervangen accu. (Afhankelijk van de te
vervangen 12V-accu is de uitlaatopening
mogelijk afgesloten.)
Neem voor meer informatie zo snel mogelijk
contact op met een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
C
WAARSCHUWING
Voorkomen van brand en explosie van de
12V-accu
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht om te voorkomen dat het licht ontvlam-
bare gas dat uit de 12V-accu kan komen, per
ongeluk tot ontbranding komt:
Zorg ervoor dat de startkabel aangesloten
wordt op de juiste accupool en niet per
ongeluk in aanraking komt met een ander
onderdeel dan de bedoelde accupool.
Zorg ervoor dat de op de “+”-pool aange-
sloten startkabel niet in contact komt met
andere onderdelen of metalen oppervlak-
ken, zoals metalen steunen en ongelakt
metaal.
Laat de “+” en “-” klemmen van de startka-
bels niet in contact komen met elkaar.
Rook niet en gebruik geen lucifers, aanste-
kers en open vuur in de buurt van de 12V-
accu.
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 535 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
536
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen 12V-accu
De 12V-accu bevat giftige en corrosieve elek-
trolyt en de onderdelen van de accu bevatten
lood en loodhoudende samenstellingen.
Neem bij het omgaan met de 12V-accu de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
Draag bij het werken met de 12V-accu
altijd een veiligheidsbril en zorg ervoor dat
de accuvloeistof niet in contact komt met
de huid, kleding of de carrosserie van de
auto.
Leun niet over de 12V-accu heen.
Was accuvloeistof, die op de huid of in de
ogen terecht is gekomen, direct weg met
water en raadpleeg een arts.
Bedek de plaats waar de accuvloeistof op
terechtgekomen is met een natte spons of
doek totdat er medische hulp kan worden
verkregen.
Was altijd uw handen nadat u de accudra-
ger, de accupolen en andere accu-gerela-
teerde onderdelen hebt aangeraakt.
Houd kinderen uit de buurt van de 12V-
accu.
Na het laden van de 12V-accu
Laat de 12V-accu zo snel mogelijk controle-
ren door een erkende Lexus-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Als de 12V-accu verouderd raakt en nog
wordt gebruikt, kan een onwelriekend gas
worden uitgestoten. Dit kan schadelijk zijn
voor de gezondheid van de passagiers.
Vervangen van de 12V-accu
Bevestig, na vervanging, de uitlaatslang en de
plug van de uitlaatopening stevig op de uit-
laatopening van de vervangende 12V-accu.
Wanneer deze niet goed worden geplaatst,
kunnen gassen (waterstof) in het interieur van
de auto terechtkomen en kan het gas ont-
branden en ontploffen.
OPMERKING
Omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de startkabels
voor dat deze niet verstrikt raken in de koel-
ventilatoren of de ventilatorriem.
Voorkomen van beschadiging van de auto
De speciale hulpstartaansluiting moet wor-
den gebruikt als de 12V-accu in een noodge-
val vanuit een andere auto wordt geladen.
Deze kan niet worden gebruikt als hulpstart
voor een andere auto.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 536 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
537
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
“Engine Coolant Temp High” (hoge
koelvloeistoftemperatuur) wordt op
het multi-informatiedisplay weergege-
ven
1Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en schakel de airconditioning
en vervolgens het hybridesysteem uit.
2Als er stoom te zien is:
Open, nadat de stoom is verdwenen,
voorzichtig de motorkap.
Als er geen stoom te zien is:
Open voorzichtig de motorkap.
3Controleer nadat het hybridesysteem
voldoende is afgekoeld de slangen en
het radiateurblok (radiateur) op spo-
ren van lekkage.
Neem bij lekkage van een grote hoeveelheid
koelvloeistof onmiddellijk contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Radiateur
Koelventilatoren
4Het koelvloeistofniveau is correct als
het zich tussen het FULL- en het
LOW-streepje van het reservoir
bevindt.
Reservoir
FULL-streepje
LOW-streepje
Als de motor oververhit raakt
Het volgende kan erop duiden dat de
auto oververhit raakt.
De naald van de koelvloeistoftempe-
ratuurmeter (Blz. 102) komt in het
rode gebied of u merkt dat het hybri-
desysteem minder vermogen levert.
(De auto accelereert bijvoorbeeld
niet als het gaspedaal wordt inge-
trapt.)
“Engine Coolant Temp High” (hoge
koelvloeistoftemperatuur) of “Hybrid
System Overheated” (hybridesys-
teem oververhit) wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
Er komt stoom onder de motorkap
uit.
Correctieprocedures
A
B
A
B
C
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 537 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
538
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
5Vul indien nodig koelvloeistof bij.
In noodgevallen mag ook water gebruikt wor-
den als u geen koelvloeistof bij de hand hebt.
6Schakel het hybridesysteem en de air-
conditioning in en controleer of de
koelventilator van de radiateur draait
en of er geen koelvloeistof lekt uit de
radiateur of de slangen.
De koelventilator gaat draaien als de airconditi-
oning wordt ingeschakeld direct na een koude
start. Controleer of de ventilator draait door
ernaar te luisteren en te voelen of er lucht-
stroom is. Schakel als u hier niet zeker van bent
de airconditioning nog een aantal keer in en uit.
(De ventilatoren werken mogelijk niet bij tem-
peraturen beneden het vriespunt.)
7Als de ventilatoren niet draaien:
Schakel het hybridesysteem onmiddel-
lijk uit en neem contact op met een
erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Als de koelventilator draait:
Laat de auto controleren door de
dichtstbijzijnde erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
8Controleer of “Engine Coolant Temp
High” (hoge koelvloeistoftemperatuur)
op het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven.
Als de melding niet verdwijnt:
Schakel het hybridesysteem uit en
neem contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Als de melding niet wordt weergege-
ven:
Laat de auto controleren door de
dichtstbijzijnde erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Als “Hybrid System Overheated”
(hybridesysteem oververhit) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
1Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand.
2Schakel het hybridesysteem uit en
open de motorkap voorzichtig.
3Controleer nadat het hybridesysteem
is afgekoeld de slangen en het radia-
teurblok (radiateur) op sporen van
lekkage.
Radiateur
Koelventilatoren
Neem bij lekkage van een grote hoeveelheid
koelvloeistof onmiddellijk contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 538 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
539
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
4Het koelvloeistofniveau is correct als
het zich tussen het FULL- en het
LOW-streepje van het reservoir
bevindt.
Reservoir
FULL-streepje
LOW-streepje
5Vul indien nodig koelvloeistof bij.
In noodgevallen mag ook water gebruikt wor-
den als u geen koelvloeistof bij de hand hebt.
6Schakel het hybridesysteem uit, wacht
minimaal 5 minuten, start het hybride-
systeem weer en controleer of “Hybrid
System Overheated” (hybridesysteem
oververhit) op het multi-informatiedis-
play wordt weergegeven.
Als de melding niet verdwijnt:
Schakel het hybridesysteem uit en neem con-
tact op met een erkende Lexus-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de melding niet wordt weergegeven:
De temperatuur van het hybridesysteem is
gedaald en er kan normaal met de auto gere-
den worden.
Neem echter contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige als de melding weer herhaal-
delijk wordt weergegeven.
A
B
C
WAARSCHUWING
Een ongeval of letsel voorkomen bij con-
troles in de motorruimte van uw auto
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel, zoals brand-
wonden, tot gevolg hebben.
Als er stoom onder de motorkap vandaan
komt, open de motorkap dan niet voordat
de stoom is verdwenen. De motorruimte
kan zeer heet zijn.
Controleer nadat het hybridesysteem is
uitgeschakeld of het controlelampje
READY uit is. Als het hybridesysteem in
werking is, kan de benzinemotor automa-
tisch worden gestart of kan de koelventila-
tor automatisch aanslaan, ook nadat de
benzinemotor is uitgeschakeld. Kom niet in
de buurt van bewegende delen zoals de
ventilator en raak ze niet aan. Als uw vin-
gers of kledingstukken (stropdas, sjaal)
ertussen komen, kan ernstig letsel het
gevolg zijn.
Draai de dop van het koelvloeistofreservoir
niet los als het hybridesysteem en de radia-
teur heet zijn. Er kan hete stoom of koel-
vloeistof uit spuiten.
OPMERKING
Bijvullen van koelvloeistof motor/vermo-
gensregeleenheid
Vul langzaam koelvloeistof bij nadat het
hybridesysteem voldoende is afgekoeld. Het
te snel bijvullen van koelvloeistof bij een heet
hybridesysteem kan schade aan het hybride-
systeem veroorzaken.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 539 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
540
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
1Schakel het hybridesysteem uit. Zet de
selectiehendel in stand P en activeer
de parkeerrem.
2Verwijder modder, sneeuw of zand
rond de voorwielen.
3Leg een stuk hout, stenen of ander
materiaal onder de voorwielen om de
wielen grip te geven.
4Schakel het hybridesysteem weer in.
5Zet de selectiehendel in stand D of R
en deactiveer de parkeerrem. Trap ver-
volgens voorzichtig het gaspedaal in.
Wanneer u de auto moeilijk los kunt krijgen
Druk op om de TRC uit te schakelen.
(Blz. 380)
OPMERKING
Voorkomen van beschadigingen aan het
koelsysteem
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatre-
gelen:
Zorg dat de koelvloeistof niet verontrei-
nigd raakt (bijvoorbeeld met zand of stof).
Gebruik geen koelvloeistofadditief.
Als de auto vast komt te zitten
Voer de volgende procedures uit als de
banden doorslippen of als de auto vast-
zit in modder, sneeuw, enz.:
Herstelprocedure
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 540 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
541
7
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
WAARSCHUWING
Bij het vrij proberen te krijgen van een
auto die vastzit
Als u de auto in beweging wilt krijgen door te
“schommelen”, controleer dan eerst of er in
de omgeving van de auto geen andere auto's,
objecten of personen aanwezig zijn die
geraakt zouden kunnen worden als de auto
plotseling in beweging komt. De auto kan ook
een plotselinge beweging maken als de wie-
len weer grip krijgen. Neem de grootst
mogelijke voorzichtigheid in acht.
Bedienen van de selectiehendel
Zet de selectiehendel niet in een andere
stand als het gaspedaal is ingetrapt.
Als u dat wel doet, kan de auto onverwacht
snel accelereren, waardoor een aanrijding en
ernstig letsel kunnen ontstaan.
OPMERKING
Beschadiging van de hybridetransmissie
en andere componenten voorkomen
Vermijd dat de voorwielen doorslippen en
dat u het gaspedaal verder dan noodzake-
lijk intrapt.
Als de auto na deze pogingen nog steeds
vastzit, moet deze door een ander voertuig
worden losgetrokken.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 541 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
542
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 542 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
8
543
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8
Voertuigspecificaties
Voertuigspecificaties
8-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil, enz.).............544
Informatie over brandstof..............554
8-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen...................556
8-3. Initialisatie
Te initialiseren onderdelen ........... 568
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 543 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
544
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-1. Specificaties
8-1.Specificaties
*1:Ongeladen auto
*2: Auto's met 225/65R17 banden of 225/60R18 banden
*3: Auto's met 235/55R18 banden
*4: De modelcode staat vermeld op het typeplaatje. (Blz. 545)
Onderhoudsgegevens (brandstof, oliepeil, enz.)
Afmetingen en gewichten
Totale lengte 4.640 mm (182,7 in.)
Tot al e b r e e d t e 1.845 mm (72,6 in.)
Totale hoogte*1 1.645 mm (64,8 in.)
Wielbasis 2.660 mm (104,7 in.)
Spoorbreedte
Voor 1.580 mm (62,2 in.)*2
1.570 mm (61,8 in.)*3
Achter 1.580 mm (62,2 in.)*2
1.570 mm (61,8 in.)*3
Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht
Modelcodes AYZ10L-AWXEBW en
AYZ 1 0 R - AW X E B W *4
2.245 kg (4.950 lb.)
Modelcodes AYZ10L-AWXLBW en
AYZ10R-AWXLBW*4
2.330 kg (5.137 lb.)
Modelcodes AYZ15L-AWXLBW en
AYZ15R-AWXLBW*4
2.395 kg (5.280 lb.)
Maximale asbelasting Voor 1.270 kg (2.800 lb.)
Achter 1.270 kg (2.800 lb.)
Kogeldruk*7 60 kg (132 lb.)*5
30 kg (66 lb.)*6
Maximaal aanhangwa-
gengewicht*7
Ongeremd 750 kg (1.653 lb.)*5
650 kg (1.433 lb)*6
Geremd 1.500 kg (3.307 lb.)*5
650 kg (1.433 lb)*6
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 544 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
545
8
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
*5: AWD-uitvoeringen
*6: 2WD-uitvoeringen
*7: Auto's met trekhaakpakket
Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer (VIN) is
het wettelijke identificatienummer van uw
auto.
Dit is het belangrijkste identificatienummer
van uw Lexus. Het wordt gebruikt voor het
op naam zetten van de auto.
Dit nummer is links boven op het dash-
board ingeslagen.
Dit nummer staat ook op het typeplaatje.
Dit nummer is ook onder de voorstoel
rechts aangebracht.
Motornummer
Het motornummer is op de aangegeven
plaats ingeslagen in het motorblok.
Identificatie van de auto
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 545 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
546
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-1. Specificaties
Als u dit soort labels aantreft bij het tankstation, gebruik dan alleen brandstof met een van
de onderstaande labels.
Voor
Motor
Uitvoering 2AR-FXE
Ty p e 4-cilinder lijnmotor, 4-takt benzinemotor
Boring x slag 90,0 × 98,0 mm (3,54 × 3,86 in.)
Cilinderinhoud 2.494 cm3 (152,2 cu.in.)
Klepspeling (koude motor) Automatische afstelling
Dynamoriemspanning Automatische afstelling
Brandstof
Brandstofsoort
EU
Uitsluitend loodvrije benzine conform de Europese norm
EN228
Behalve EU
Uitsluitend loodvrije benzine
Research-octaangetal 91 of hoger
Inhoud brandstoftank (bij benadering) 56 l (14,8 gal., 12,3 Imp.gal.)
Elektromotor (tractiemotor)
Ty p e Synchroonmotor met permanente magneet
Maximaal vermogen 105 kW
Maximaal koppel 270 Nm (27,5 kgm, 199 ft•lbf)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 546 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
547
8
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
Achter (AWD-uitvoeringen)
Oliehoeveelheid (verversen [bij benadering*])
*: De aangegeven hoeveelheid motorolie is een referentiehoeveelheid voor het verversen van de
motorolie. Breng de motor op bedrijfstemperatuur en schakel het hybridesysteem uit, wacht ten
minste 5 minuten en controleer het oliepeil met de peilstok.
Keuze motorolie
De motor is af fabriek gevuld met originele
Toyota-motorolie. Lexus beveelt het
gebruik van originele Toyota-motorolie
aan. Er kan ook andere motorolie van
gelijkwaardige kwaliteit worden gebruikt.
Oliesoort:
0W-20 en 5W-30:
API SL “Energy-Conserving”, SM
“Energy-Conserving”, SN “Resource-
Conserving” of SN PLUS “Resource-Con-
serving”; of ILSAC multigrade-motorolie
Aanbevolen viscositeit (SAE):
Te verwachten temperatuurbereik tot
volgende verversing
Aanbevolen
Ty p e Synchroonmotor met permanente magneet
Maximaal vermogen 50 kW
Maximaal koppel 139 Nm (14,2 kgm, 103 ft•lbf)
Batterijpakket (tractiebatterij)
Ty p e Nikkel-metaalhydride batterij
Spanning 7,2 V/module
Capaciteit 6,5 Ah (3HR)
Aantal 34 modules
Nominale spanning 244,8 V
Smeersysteem
Met filter 4,4 l (4,6 qt., 3,9 Imp.qt.)
Zonder filter 4,0 l (4,2 qt., 3,5 Imp.qt.)
A
B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 547 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
548
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-1. Specificaties
Uw Lexus is af fabriek gevuld met motor-
olie met een viscositeit van SAE 0W-20.
Dit is de beste keuze voor een laag brand-
stofverbruik en goede starteigenschap-
pen bij koud weer.
U kunt de viscositeit SAE 5W-30 gebrui-
ken als SAE 0W-20 niet beschikbaar is.
Deze dient echter bij de volgende verver-
sing vervangen te worden door SAE 0W-
20.
Viscositeit (als voorbeeld wordt hier 0W-
20 gebruikt):
Het gedeelte 0W in 0W-20 geeft aan
dat de olie ervoor zorgt dat de motor
goed start bij koud weer. Olie met een
lage waarde voor de W zorgt dat de
motor goed start bij koud weer.
Het gedeelte 20 in 0W-20 geeft de
viscositeit van de olie weer als de olie
een hoge temperatuur heeft. Olie met
een hogere viscositeit (hogere waarde)
is mogelijk beter geschikt wanneer met
hoge snelheden of met veel belading
wordt gereden.
Merktekens oliekwaliteit:
Let er bij het aanschaffen van motorolie op
of ten minste één van beide bovenstaande
symbolen op de verpakking is gedrukt.
API-symbool
Bovenste deel: API SERVICE SN geeft de kwa-
liteit van de motorolie aan en is vastgesteld door
API (American Petroleum Institute).
Middelste deel: SAE 0W-20 geeft de viscosi-
teit aan.
Onderste deel: In dit deel staat “Resource-
Conserving”, wat staat voor brandstofbespa-
rende en groene eigenschappen.
ILSAC-symbool
Het ILSAC-symbool (International Lubricant
Standardization and Approval Committee)
staat op de voorzijde van de verpakking.
*: De inhoud van het koelsysteem is de referentiehoeveelheid.
Als vervanging noodzakelijk is, neem dan contact op met een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
A
B
Koelsysteem
Inhoud*
Benzinemotor 7,3 l (7,7 qt., 6,4 Imp.qt.)
Vermogensre-
geleenheid 3,1 l (3,3 qt., 2,7 Imp.qt.)
Soort koelvloeistof
Gebruik een van de volgende middelen:
Toyota Super Long Life Coolant
Of een gelijkwaardig product
Gebruik niet uitsluitend kraanwater.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 548 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
549
8
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
Bougie
12V-accu
Laadstroom
*: De inhoud is de referentiehoeveelheid.
Als vervanging noodzakelijk is, neem dan contact op met een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Ontstekingssysteem
Merk DENSO FK16HR-A8
Elektrodenafstand 0,8 mm (0,03 in.)
OPMERKING
Bougies met iridium elektroden
Gebruik alleen bougies met iridium elektroden. Wijzig de elektrodenafstand niet.
Elektrisch systeem
Klemspanning bij 20°C (68°F):
12,0 V of hoger
Als de spanning lager is dan de standaardwaarde, laad
dan de accu op. (Schakel na het laden van de accu het
grootlicht gedurende 30 seconden in terwijl het contact
UIT staat en schakel de koplampen uit.)
Snelladen
Druppelladen
Max. 15 A
Max. 5 A
Hybridetransmissie
Hoeveelheid vloeistof*3,8 l (4,0 qt., 3,3 Imp.qt.)
Soort vloeistof Originele Toyota ATF WS
OPMERKING
Hybridetransmissievloeistof
Gebruik van andere transmissievloeistof dan hierboven genoemd kan leiden tot abnormale gelui-
den en trillingen en op termijn schade aanrichten aan de transmissie van uw auto.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 549 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
550
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-1. Specificaties
*: De inhoud is de referentiehoeveelheid.
Als vervanging noodzakelijk is, neem dan contact op met een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
*: Minimumafstand van pedaal tot vloer bij een pedaalkracht van 490 N (50,0 kg, 110,2 lbf) terwijl
het hybridesysteem in werking is.
Achterdifferentieel (elektromotor achter) (AWD-uitvoeringen)
Hoeveelheid vloeistof*1,8 l (1,9 qt., 1,6 Imp.qt.)
Soort vloeistof Originele Toyota ATF WS
OPMERKING
Transmissievloeistof
Gebruik van andere transmissievloeistof dan hierboven genoemd kan leiden tot abnormale gelui-
den en trillingen en op termijn schade aanrichten aan de transmissie van uw auto.
Remmen
Afstand van pedaal tot vloer*
Auto's met linkse besturing
Min. 105 mm (4,13 in.)
Auto's met rechtse besturing
Min. 100 mm (3,93 in.)
Vrije slag pedaal 1,0 6,0 mm (0,04 0,24 in.)
Soort vloeistof SAE J1703 of FMVSS Nr. 116 DOT 3
SAE J1704 of FMVSS Nr. 116 DOT 4
Stuurinrichting
Vrije slag Minder dan 30 mm (1,2 in.)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 550 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
551
8
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
Typ e A
*: De modelcode staat vermeld op het typeplaatje. (Blz. 545)
Typ e B
Banden en velgen
Bandenmaat 225/65R17 102H
Bandenspanning
(Aanbevolen banden-
spanning koud)
Banden voor
Modelcodes AYZ10L-AWXLBW,
AYZ15L-AWXLBW, AYZ10R-AWXLBW en
AYZ15R-AWXLBW
240 kPa (2,4 kg/cm2 of bar, 35 psi)*
Modelcodes AYZ10L-AWXEBW en
AYZ 1 0 R - AW X E B W
250 kPa (2,5 kg/cm2 of bar, 36 psi)*
Banden achter
Modelcodes AYZ10L-AWXLBW,
AYZ15L-AWXLBW, AYZ10R-AWXLBW en
AYZ15R-AWXLBW
240 kPa (2,4 kg/cm2 of bar, 35 psi)*
Modelcodes AYZ10L-AWXEBW en
AYZ 1 0 R - AW X E B W
250 kPa (2,5 kg/cm2 of bar, 36 psi)*
Wielmaat 17 × 7 J
Aanhaalmoment wielmoeren 103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
Bandenmaat 225/60R18 100H
Bandenspanning
(Aanbevolen banden-
spanning koud)
Rijsnelheid Voor wiel kPa
(kg/cm2 of bar, psi)
Achterwiel kPa
(kg/cm2 of bar, psi)
Voor snelheden
boven 160
km/h (100
mph)
270 (2,7, 39) 270 (2,7, 39)
Voor snelheden
tot 160 km/h 220 (2,2, 32) 220 (2,2, 32)
Wielmaat 18 × 7 1/2 J
Aanhaalmoment wielmoeren 103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 551 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
552
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-1. Specificaties
Typ e C
Compact reservewiel (indien aanwezig)
Bij het rijden met een aanhangwagen (auto's met trekhaakpakket)
Verhoog de bandenspanning met 20,0 kPa (0,2 kg/cm2 of bar, 3 psi) en houd rekening
met de lagere toegestane maximumsnelheid.
Monteren van een compact reservewiel (indien aanwezig)
Rijd niet met een aanhangwagen als een compact reservewiel is gemonteerd.
Bandenmaat 235/55R18 100 V
Bandenspanning
(Aanbevolen banden-
spanning koud)
Rijsnelheid Voorwiel kPa (kg/cm2 of
bar, psi)
Achterwiel kPa
(kg/cm2 of bar, psi)
Voor snelheden
boven 160
km/h (100
mph)
270 (2,7, 39) 270 (2,7, 39)
Voor snelheden
tot 160 km/h 220 (2,2, 32) 220 (2,2, 32)
Wielmaat 18 × 7 1/2 J
Aanhaalmoment wielmoeren 103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
Bandenmaat T165/80D17 104M
Bandenspanning reservewiel
(Aanbevolen bandenspanning koud) 420 kPa (4,2 kg/cm2 of bar, 60 psi)
Wielmaat 17 x 4 T
Aanhaalmoment wielmoeren 103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 552 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
553
8
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
A: Glassokkellampen (helder)
B: Glassokkellampen (oranje)
Lampen
Lampen WType
Exterieur Richtingaanwijzers voor (gloeilamp) 21 A
Interieur Make-upverlichting 8 B
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 553 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
554
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-1. Specificaties
Gebruik van benzine vermengd met ethanol
in een benzinemotor
Lexus staat het gebruik van benzine met een
ethanolgehalte van 10% toe. Controleer of het
octaangetal van de benzine met ethanol aan
bovenstaande voorwaarden voldoet.
Als de motor pingelt
Neem contact op met een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Het kan een enkele keer voorkomen dat u de
motor licht hoort pingelen tijdens accelereren
of bij het oprijden van een heuvel. Dit is nor-
maal en is geen reden tot bezorgdheid.
Informatie over brandstof
Als u dit soort labels aantreft bij het
tankstation, gebruik dan alleen brand-
stof met een van de onderstaande
labels.
EU
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine
conform de Europese norm EN228.
Gebruik loodvrije benzine met een
octaangetal van 91 RON (Research
Octane Number) of hoger voor opti-
male prestaties van uw auto.
Behalve EU
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Gebruik loodvrije benzine met een
octaangetal van 91 RON (Research
Octane Number) of hoger voor opti-
male prestaties van uw auto.
OPMERKING
Opmerking over de brandstofkwaliteit
Gebruik de juiste brandstoffen. De motor
zal beschadigd raken wanneer u de ver-
keerde brandstof gebruikt.
Gebruik geen benzine met metaalhou-
dende additieven, zoals mangaan, ijzer of
lood, omdat dit schade aan uw motor of
emissieregelsysteem kan veroorzaken.
Voeg geen aftermarket metaalhoudende
brandstofadditieven toe.
EU: Gebruik geen bio-ethanolbrandstof
die wordt verkocht onder de naam E50 of
E85, of brandstof met een hoog ethanol-
gehalte. Bij gebruik van deze brandstoffen
wordt het brandstofsysteem beschadigd.
Neem bij twijfel contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Buiten EU: Gebruik geen bio-ethanol-
brandstof die wordt verkocht onder de
naam E50 of E85, of brandstof met een
hoog ethanolgehalte. Uw auto is geschikt
voor benzine met maximaal 10% ethanol.
Bij het gebruik van brandstof met meer dan
10% ethanol (E10) wordt het brandstofsys-
teem van de auto beschadigd. Zorg ervoor
dat u brandstof tankt met de juiste specifi-
caties en de vereiste kwaliteit. Neem bij
twijfel contact op met een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 554 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
555
8
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
OPMERKING
Gebruik geen methanolhoudende ben-
zine, zoals M15, M85 of M100. Door
methanolhoudende benzine te gebruiken
kan de motor beschadigd raken of kunnen
er storingen in optreden.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 555 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
556
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
8-2.Persoonlijke voorkeursinstellingen
Zorg er bij het wijzigen van de instellingen
voor dat de auto op een veilige plaats staat
met de selectiehendel in stand P en geacti-
veerde parkeerrem.
Wijzigen met behulp van de Remote
To u c h
1Druk op de toets MENU van de
Remote Touch.
2Selecteer op het scherm “Menu”
en selecteer “Vehicle” (Auto).
3Selecteer “Vehicle Customization”
(voertuigaanpassing) of “Drive mode
customization” (rijmodusaanpassing).
Er kunnen verschillende instellingen wor-
den gewijzigd. Raadpleeg het overzicht
met instellingen die kunnen worden gewij-
zigd voor meer informatie.
Wijzigen met behulp van het multi-
informatiedisplay
1Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel en selecteer .
2Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel, selecteer het item en druk
vervolgens op .
3Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel, selecteer de gewenste instelling
en druk vervolgens op .
Druk op om naar het vorige scherm te
gaan of om het instelscherm te verlaten.
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen
Uw auto is voorzien van verschillende
elektronische functies die naargelang
uw persoonlijke voorkeur kunnen wor-
den ingesteld. De instellingen van deze
functies kunnen worden gewijzigd via
het multi-informatiedisplay en de
Remote Touch of bij een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Functies van de auto aanpassen aan
de persoonlijke voorkeur
WAARSCHUWING
Waarschuwingen tijdens aanpassen per-
soonlijke voorkeursinstellingen
Zorg dat de auto geparkeerd staat op een
plaats met voldoende ventilatie, aangezien
het hybridesysteem tijdens het instellen moet
draaien. In een afgesloten ruimte, zoals een
garage, kunnen uitlaatgassen die het schade-
lijke koolmonoxide (CO) bevatten, zich
ophopen en in de auto terechtkomen. Dit kan
zeer schadelijk zijn voor de gezondheid.
OPMERKING
Tijdens het aanpassen van de persoonlijke
voorkeursinstellingen
Zorg ervoor dat het hybridesysteem tijdens
het instellen draait, om te voorkomen dat de
12V-accu ontladen raakt.
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 556 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
557
8
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
Sommige voorkeursinstellingen zijn van invloed op de instellingen van andere functies.
Neem voor meer informatie contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Instellingen die u met de Remote Touch kunt wijzigen
Instellingen die u met behulp van het multi-informatiedisplay kunt wijzigen
Instellingen die door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kunnen worden gewijzigd
Instellingen die u met de voertuigschakelaar kunt wijzigen
Definitie van symbolen: O = beschikbaar, – = niet beschikbaar
Portierslot (Blz. 128, 530)
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Ontgrendelen met de mechani-
sche sleutel
Alle portieren in
één keer ontgren-
delen
Stap 1: bestuurders-
portier ontgrende-
len, stap 2: alle
portieren ontgren-
delen
O
Functie koppeling van rijsnelheid
aan portiervergrendeling Aan Uit O O
Functie koppeling van stand
selectiehendel aan portierver-
grendeling
Uit Aan O O
Functie koppeling van stand
selectiehendel aan portieront-
grendeling
Uit Aan O O
Functie koppeling portieront-
grendeling aan bestuurderspor-
tier
Aan Uit O O
A
B
C
D
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 557 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
558
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Smart entry-systeem met startknop* en afstandsbediening (Blz. 128, 145)
*: Indien aanwezig
Smart entry-systeem met startknop* (Blz. 145)
*: Indien aanwezig
Afstandsbediening (Blz. 126)
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Tijd tot na het ontgrendelen, zon-
der dat een portier wordt
geopend, de portieren automa-
tisch weer worden vergrendeld
30 seconden
60 seconden
O
120 seconden
Waarschuwingszoemer
geopend portier (tijdens het ver-
grendelen)
Aan Uit O
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Ontgrendelen portier met Smart
entry-systeem en startknop Alle portieren Bestuurdersportier O O O
Smart entry-systeem met start-
knop Aan Uit O O
Aantal opeenvolgende portier-
vergrendelingen Zo veel als gewenst 2 keer O
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Afstandsbediening Aan Uit O
Ontgrendelen
Alle portieren in
één keer ontgren-
delen
Stap 1: bestuurders-
portier ontgrende-
len, stap 2: alle
portieren ontgren-
delen
O O
A
B
C
D
A
B
C
D
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 558 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
559
8
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
Automatische verlichting (Blz. 270)
Verlichting (Blz. 416)
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Gevoeligheid lichtsensor Standaard -2 - 2 O O
Tijd die verstrijkt voordat de kop-
lampen uitgaan (Follow Me
Home)
30 seconden
60 seconden
O 90 seconden
120 seconden
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Tijd die verstrijkt voordat de inte-
rieurverlichting uitgaat 15 seconden
Uit
O O 7,5 seconden
30 seconden
Tijd die verstrijkt voordat de exte-
rieurverlichting uitgaat 15 seconden
Uit
O O 7,5 seconden
30 seconden
Werking nadat het contact UIT is
gezet Aan Uit O
Werking als de portieren worden
ontgrendeld Aan Uit O
Werking wanneer u de auto
nadert terwijl u de elektronische
sleutel bij u draagt
Aan Uit O
Voetenruimteverlichting Aan Uit O
Langzaam doven van de instap-
verlichting in de spiegelvoet
wanneer deze wordt uitgescha-
keld
Lang Kort O
A
B
C
D
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 559 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
560
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Multi-informatiedisplay (Blz. 102, 107)
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Overschakelen naar de toeren-
teller wanneer de sportmodus is
geselecteerd
Automatisch
Hybridesysteemin-
dicator (altijd) O
Toerenteller (altijd)
EV-controlelampje Aan Uit O
Ta a l *1 Engels
Frans
O O
Spaans
Duits
Italiaans
Russisch
Eenheden km
(L/100km)
km (km/liter)
O O
mijlen (MPG)*2
Instellingen toets Rij-informatie 1 Gewenst status-
scherm*3 O
Snelheidswaarschuwing Uit Aan O
Instelling snelheidswaarschu-
wing
30 km/h
(20 mph)
30 - 260 km/h
(20 - 160 mph) O
Rij-informatie 1
Actueel brandstof-
verbruik
*4 O
Gemiddeld brand-
stofverbruik (sinds
resetten)
Rij-informatie 2
Actieradius
*4 O
Gemiddelde snel-
heid (sinds resetten)
Rij-informatie 3
Gemiddeld brand-
stofverbruik (sinds
tanken) *4 O
Verstreken tijd
(sinds starten)
Pop-updisplay*5 Aan Uit O
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 560 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
561
8
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
*1: De standaardinstelling verschilt per land.
*2: Indien aanwezig
*3: Sommige statusschermen kunnen niet worden geregistreerd (aangegeven op het multi-informa-
tiedisplay)
*4: 2 van de volgende items: actueel brandstofverbruik, gemiddeld brandstofverbruik (sinds reset-
ten), gemiddeld brandstofverbruik (sinds tanken), gemiddeld brandstofverbruik (sinds starten),
gemiddelde rijsnelheid (sinds resetten), gemiddelde rijsnelheid (sinds starten), afstand (actiera-
dius), afstand (sinds starten), verstreken tijd (sinds resetten), verstreken tijd (sinds starten), leeg.
*5: Begeleiding voor kruispunten, binnenkomende oproepen, afstellen helderheid
Head-up display* (Blz. 113)
*: Indien aanwezig
Automatische airconditioning (Blz. 399, 408)
Accentkleur Kleur 1 Kleur 2 O O
Klok 24-uurs weergave 12-uurs weergave O
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Routebegeleiding naar bestem-
ming Aan Uit O
Informatie ondersteunende sys-
temen Aan Uit O
Status bediening audiosysteem Aan Uit O
Weergave rijstrook Aan Uit O
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Schakelen tussen buitenluchtmo-
dus en de aan de toets AUTO
gekoppelde recirculatiemodus
Aan Uit O O
Werking automatische airco-
schakelaar Aan Uit O O
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
A
B
C
D
A
B
C
D
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 561 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
562
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Elektrisch bedienbare ruiten (Blz. 231)
Schuifdak*1 (Blz. 233)
*1: Indien aanwezig
*2: Deze functie kan alleen naar uw persoonlijke voorkeur worden ingesteld wanneer de elektrisch
bedienbare ruiten met de afstandsbediening of de mechanische sleutel kunnen worden bediend.
Richtingaanwijzerschakelaar (Blz. 264)
PKSA (Parking Support Alert)* (Blz. 342)
*: Indien aanwezig
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Bediening gekoppeld aan
gebruik van de mechanische
sleutel
Uit Aan O
Koppeling van werking aan
afstandsbediening Uit Aan O
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Bediening gekoppeld aan
gebruik van de mechanische
sleutel*2
Uit Aan O
Bediening gekoppeld aan
gebruik van de afstandsbedie-
ning*2
Uit Aan O
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Het aantal keren dat de richting-
aanwijzers automatisch knippe-
ren wanneer de
richtingaanwijzerschakelaar
wordt bewogen naar de eerste
positie om het veranderen van
rijstrook aan te geven.
3
4
O
5
6
7
Uit
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Zoemervolume 21 O O
3
A
B
C
D
A
B
C
D
A
B
C
D
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 562 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
563
8
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
Lexus Parking Assist-sensor* (Blz. 343)
*: Indien aanwezig
Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten)* (Blz. 348)
*: Indien aanwezig
Ergonomisch geheugen* (Blz. 221)
*: Indien aanwezig
Buitenspiegels (Blz. 229)
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Instellen display (wanneer Lexus
Parking Assist-sensor in werking
is)
Aan Uit O O
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) Aan Uit O
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Beweging bestuurdersstoel wan-
neer bestuurder de auto verlaat Standaard Uit O O
Gedeeltelijk
Selecteren van het aan de ont-
grendeling van de portieren
gekoppelde ergonomische
geheugen
Bestuurdersportier Alle portieren O
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Automatisch wegklappen/uit-
klappen
Gekoppeld aan het
vergrendelen/ont-
grendelen van de
portieren
Uit
O
Gekoppeld aan
bediening startknop
Koppeling van spiegelstand aan
achteruitrijden Aan Uit O
A
B
C
D
A
B
C
D
A
B
C
D
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 563 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
564
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
LTA (Lane Tracing Assist)* (Blz. 307)
*: Indien aanwezig
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)* (Blz. 316)
*: Indien aanwezig
Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik* (Blz. 328)
*: Indien aanwezig
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Lane Centering-functie Aan Uit O
Stuurassistentiefunctie Aan Uit O
Soorten waarschuwingen Stuurwieltrillings-
functie Zoemer O
Gevoeligheid waarschuwing Vol Standaard O
Waarschuwingsfunctie slingeren
auto Aan Uit O
Gevoeligheid waarschuwing
voor slingeren Standaard Hoog O
Laag
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Stuurassistentiefunctie Aan Uit O
Soorten waarschuwingen Stuurwieltrillings-
functie Zoemer O
Gevoeligheid waarschuwing Vol Standaard O
Waarschuwingsfunctie slingeren
auto Aan Uit O
Gevoeligheid waarschuwing
voor slingeren Standaard Hoog O
Laag
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist*Aan Uit O
A
B
C
D
A
B
C
D
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 564 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
565
8
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)* (Blz. 299)
*: Indien aanwezig
RSA (Road Sign Assist)*1 (Blz. 324)
*1: Indien aanwezig
*2: De RSA-functie wordt ingeschakeld wanneer het contact AAN wordt gezet.
*3: Als de snelheidslimiet met aanvullend teken wordt overschreden, werkt de waarschuwingszoe-
mer niet.
*4: Auto's met navigatiesysteem
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
PCS (Pre-Crash Safety-sys-
teem) Aan Uit O
Afstellen timing waarschuwing Gemiddeld Vroeg O
Laat
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
RSA (Road Sign Assist)*2 Aan Uit O
Meldingsmethode snelheids-
overschrijding*3 Alleen weergave
Geen melding
O
Weergave en zoe-
mer
Meldingsniveau snelheidsover-
schrijding 2 km/h (1 mph) 5 km/h (3 mph) O
10 km/h (5 mph)
Meldingswijze inhaalverbod Alleen weergave
Geen melding
O
Weergave en stuur-
wieltrillingsfunctie
Andere meldingsmethode (mel-
ding verboden in te rijden)*4 Alleen weergave
Geen melding
O
Weergave en zoe-
mer
A
B
C
D
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 565 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
566
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Elektrisch bedienbare achterklep*1 (Blz. 132)
*1: Indien aanwezig
*2: Wordt geconfigureerd via de schakelaar aan de onderkant van de achterklep. (Blz. 144)
*3: Druk terwijl u de elektronische sleutel bij u draagt op de schakelaar achterklep openen.
*4: Als de trekhaak is geplaatst, werkt de sensor regeling voetbediening niet.
Rijmodusselectieschakelaar (Blz. 376)
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Automatische open- en stoppo-
sitie achterklep 5
Op de gewenste
stand (positie) stop-
pen*2 O O
1 - 5
Bediening schakelaar achter-
klep openen
Wanneer de achter-
klep is vergren-
deld*3
Wanneer de achter-
klep is ontgrendeld O
Werking elektrisch bedienbare
achterklep Aan Uit O
Zoemervolume 31 O
2
Sensor regeling voetbediening*1,
4Aan Uit O
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Regeling aandrijflijn in aange-
paste modus Normaal Power O
Eco
Regeling chassis in aangepaste
modus Normaal Sport O
Aircowerking in aangepaste
modus Normaal Eco O
A
B
C
D
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 566 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
567
8
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
ECO-modus (Blz. 376)
Persoonlijke voorkeursinstellingen auto
Wanneer de functie koppeling van rijsnelheid aan portiervergrendeling en de functie koppeling van
portiervergrendeling aan stand selectiehendel allebei zijn ingeschakeld, werkt het portierslot als
volgt.
Als de selectiehendel in een andere stand dan P wordt gezet, worden alle portieren vergrendeld.
Als de auto wordt gestart terwijl alle portieren zijn vergrendeld, werkt de functie koppeling van rij-
snelheid aan portiervergrendeling niet.
Als de auto wordt gestart terwijl een van de portieren is ontgrendeld, werkt de functie koppeling
van rijsnelheid aan portiervergrendeling wel.
Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld, kan het ontgrendelen van de portieren
met het Smart entry-systeem en startknop niet worden ingesteld.
Als de portieren niet worden geopend nadat de portieren zijn ontgrendeld en de functie automa-
tisch opnieuw vergrendelen wordt geactiveerd, worden er signalen gegenereerd overeenkomstig
de instellingen van de bedieningssignaalfunctie (zoemer en alarmknipperlichten).
In de volgende situaties wordt het instelscherm waarop de instellingen via het multi-informatie-
display kunnen worden gewijzigd, automatisch uitgeschakeld.
Er verschijnt een waarschuwingsmelding nadat het instelscherm wordt weergegeven.
Het contact wordt UIT gezet.
De auto begint te rijden terwijl het instelscherm wordt weergegeven.
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Verwarmen/koelen geminimali-
seerd in ECO-modus Aan Uit O
A
B
C
D
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 567 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
568
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
8-3. Initialisatie
8-3.Initialisatie
*: Indien aanwezig
Te initialiseren onderdelen
Na bijvoorbeeld het loskoppelen en weer aansluiten van de 12V-accu of onderhoud
aan de auto, moet het volgende systeem worden geïnitialiseerd, zodat het weer op de
juiste manier werkt.
Overzicht van te initialiseren onderdelen
Voorwerp Wanneer initialiseren Zie
Parking Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten)*
Na het aansluiten of vervangen van de
12V-accu Blz. 355
Bandenspanningswaarschuwingssys-
teem*
Als de banden op spanning worden
gebracht
Als de bandenspanning wordt gewij-
zigd (bijvoorbeeld wanneer de rijsnel-
heid of de belading verandert)
Bij het wisselen van banden
Als de band is gewisseld
Blz. 469
Onderhoud motorolie Nadat het vereiste onderhoud is uitge-
voerd Blz. 450
Lexus Parking Assist Monitor*
Na het aansluiten of vervangen van de
12V-accu
Na het vervangen van een zekering
Raadpleeg de
handleiding
voor het navi-
gatie- en multi-
mediasysteem.
Panoramic View Monitor*
Elektrisch bedienbare achterklep*Blz. 139
Elektrisch bedienbare ruiten
Wanneer de werking abnormaal is
Blz. 231
Schuifdak*Blz. 234
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 568 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
569
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Index
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen) ................ 570
Alfabetische index............................573
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 569 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
570
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
1-1.Wat moet u doen als... (Problemen oplo ssen)
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
Als u uw mechanische sleutel verloren
bent, kan een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige een nieuwe originele
mechanische sleutel leveren.
(Blz. 529)
Als u uw elektronische sleutels bent
verloren, neemt de kans dat uw auto
wordt gestolen aanmerkelijk toe. Neem
onmiddellijk contact op met een
erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. (Blz. 529)
Is de batterij van de elektronische sleu-
tel zwak of leeg? (Blz. 475)
Auto's met instapfunctie
Staat het contact AAN?
Zorg dat het contact UIT staat wanneer
u de portieren vergrendelt.
(Blz. 257)
Auto's met instapfunctie
Bevindt de elektronische sleutel zich in
de auto?
Vergrendel de portieren nadat u hebt
gecontroleerd of u de elektronische
sleutel bij u hebt.
De functie werkt mogelijk niet goed als
gevolg van de radiogolven. (Blz. 147)
Is het kinderslot geactiveerd?
Het achterportier kan niet vanaf de bin-
nenzijde van de auto worden geopend
wanneer het kinderslot is geactiveerd.
Open het achterportier vanaf de bui-
tenzijde en deactiveer het kinderslot.
(Blz. 131)
Als u een probleem hebt, controleer
dan het volgende voordat u contact
opneemt met een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
De portieren kunnen niet worden
vergrendeld, ontgrendeld, geopend
of gesloten
U bent uw sleutels verloren
De elektronische sleutel werkt niet
goed
De portieren kunnen niet worden
vergrendeld of ontgrendeld
Het achterportier kan niet worden
geopend
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 570 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
571
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
Hebt u op de startknop gedrukt terwijl
u het rempedaal ingetrapt hield?
(Blz. 255)
Staat de selectiehendel in stand P?
(Blz. 255)
Kan de elektronische sleutel in de auto
worden gesignaleerd? (Blz. 145)
Is het stuurslot ontgrendeld?
(Blz. 255)
Is de batterij van de elektronische sleu-
tel zwak of leeg?
Het hybridesysteem kan in dit geval
worden gestart op een tijdelijke manier.
(Blz. 531)
Is de 12V-accu ontladen? (Blz. 532)
Staat het contact AAN?
Als u de selectiehendel niet in een
andere stand kunt zetten na het intrap-
pen van het rempedaal terwijl het con-
tact AAN staat. (Blz. 261)
Het wordt automatisch vergrendeld om
diefstal van de auto te voorkomen.
(Blz. 255)
Is de blokkeerschakelaar van de ruitbe-
diening ingedrukt?
De elektrisch bedienbare ruiten,
behalve die van het bestuurdersportier,
kunnen niet worden bediend als de
blokkeerschakelaar van de ruitbedie-
ning wordt ingedrukt. (Blz. 233)
De auto power off-functie wordt
bediend als het contact gedurende een
bepaalde tijd in stand ACC of AAN
staat (het hybridesysteem werkt niet).
(Blz. 258)
Het controlelampje van de veiligheids-
gordel knippert
Dragen de bestuurder en de passagiers
hun veiligheidsgordel? (Blz. 498)
Het waarschuwingslampje van de par-
keerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd?
(Blz. 267)
Afhankelijk van de situatie klinken er
mogelijk ook andere soorten waarschu-
wingszoemers. (Blz. 493, 503)
Als u denkt dat er iets mis is
Het hybridesysteem start niet
De selectiehendel kan niet vanuit
stand P in een andere stand worden
gezet, zelfs al trapt u het rempedaal
in
Het stuurwiel kan niet worden
gedraaid nadat het hybridesysteem is
uitgeschakeld
De ruiten kunnen niet worden
geopend of gesloten met de schake-
laars van de ruitbediening
Het contact wordt automatisch UIT
gezet
Tijdens het rijden klinkt een waar-
schuwingszoemer
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 571 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
572
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
Heeft iemand een portier geopend tij-
dens het instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het
alarm klinken. (Blz. 92)
Zet om het alarm te stoppen het contact
AAN of start het hybridesysteem.
Wordt de melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay?
Controleer de melding op het multi-
informatiedisplay. (Blz. 503)
Wanneer een waarschuwingslampje
gaat branden of een waarschuwings-
melding wordt weergegeven, raad-
pleeg dan Blz. 493, 503.
Auto's zonder reservewiel
Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en repareer de lekke band met
de bandenreparatieset. (Blz. 507)
Auto's met reservewiel
Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en vervang de lekke band door
het reservewiel. (Blz. 518)
Voer de procedure uit voor als de auto
vastzit in modder, vuil of sneeuw.
(Blz. 540)
Er wordt een alarm geactiveerd en
de claxon klinkt (auto's met alarmsys-
teem)
Bij het verlaten van de auto klinkt een
waarschuwingszoemer
Er gaat een waarschuwingslampje
branden of er wordt een waarschu-
wingsmelding weergegeven
Wanneer zich een probleem
heeft voorgedaan
Als uw auto een lekke band heeft
De auto zit vast
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 572 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
573
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Alfabetische index
Alfabetische index
A
Aan/uit-schakelaar airbag......................................51
ABS (antiblokkeersysteem)...............................379
Functie ...................................................................... 379
Waarschuwingslampje....................................495
Accessoireaansluiting .........................................428
Accu (12V-accu)
Als de 12V-accu is ontladen ......................... 532
Voorbereidingen en controles
bij rijden in de winter .....................................386
Waarschuwingslampje .................................... 493
Achterklep .................................................................132
Afstandsbediening ...............................................135
Achterlichten
Lampen vervangen.............................................479
Lichtschakelaar .................................................... 270
Achterruitenwisser...............................................283
Achterruitverwarming
Achterruit.......................................................401, 410
Buitenspiegels .............................................401, 410
Voorruit ........................................................401, 409
Achterruitverwarming ...............................401, 410
Achterstoel
Rugleuningen achter neerklappen ...............217
Achteruitrijlichten
Lampen vervangen............................................480
Active Sound Control (ASC)........................... 269
Adaptive High Beam-systeem..........................272
Adaptive Variable
Suspension-systeem (AVS)...........................380
Afdekkap motorruimte....................................... 449
Afdekplaat.................................................................424
Afmetingen ..............................................................544
Afstandsbediening..................................................126
Batterij vervangen .............................................. 475
Energiebesparende functie .............................146
Vergrendelen/ontgrendelen..........................126
Airbags ......................................................................... 42
Aan/uit-schakelaar airbag...................................51
Airbags ........................................................................ 42
Algemene voorzorgsmaatregelen
airbags......................................................................46
Antiduikairbag.......................................................... 42
De juiste houding achter het stuur.................35
Plaats van airbags .................................................. 42
Side airbags, voorwaarden
voor activering..................................................... 44
Voorwaarden voor activering
curtain airbags...................................................... 44
Voorwaarden voor activering
van airbags............................................................. 44
Voorwaarden voor activering
van de side airbags en curtain
airbags...................................................................... 44
Voorzorgsmaatregelen airbag
voor kinderen.......................................................46
Voorzorgsmaatregelen curtain airbags..... 46
Voorzorgsmaatregelen side airbags...........46
Voorzorgsmaatregelen side airbags
en curtain airbags...............................................46
Waarschuwingslampje airbag......................495
Waarschuwingslampje SRS..........................495
Wijzigingen aan en afvoeren
van airbags.............................................................49
Airco...............................................................399, 408
Automatische airconditioning..........399, 408
Interieurfilter ...........................................................473
Persoonlijke voorkeursinstellingen
aanjager............................................................... 405
Pollenverwijderingsmodus............................ 405
S-FLOW-modus................................................ 405
Airconditioning ..........................................399, 408
Automatische airconditioning..........399, 408
Interieurfilter ...........................................................473
Persoonlijke voorkeursinstellingen
aanjager............................................................... 405
S-FLOW-modus................................................ 405
Alarm............................................................................. 92
Alarm............................................................................ 92
Alarmknipperlichten............................................484
Als u uw sleutels verliest..................................... 529
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 573 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
574
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Alfabetische index
Antenne (Smart entry-systeem
met startknop).......................................................145
Antiblokkeersysteem (ABS)..............................379
Functie ...................................................................... 379
Waarschuwingslampje....................................495
Antidiefstalsysteem
Alarm.............................................................................92
Hellingsensor............................................................94
Inbraaksensor ...........................................................94
Startblokkering........................................................80
Supervergrendeling................................................ 91
Armsteun..................................................................433
ASC (Active Sound Control)........................... 269
Automatic High Beam-systeem.......................276
Automatische airconditioning .............399, 408
Interieurfilter............................................................473
Persoonlijke voorkeursinstellingen
aanjager ...............................................................405
S-FLOW-modus................................................405
Automatische verlichting................................... 270
Automatische verticale k
oplampverstelling ................................................271
AVS (Adaptive Variable
Suspension-systeem) .......................................380
B
Baby- en kinderzitjes ..............................................53
Baby- of kinderzitje op de
passagiersstoel plaatsen.................................54
Baby- of kinderzitje plaatsen
met bovenste gordel.........................................66
Baby- of kinderzitje plaatsen
met veiligheidsgordel.......................................63
Kinderzitjes, definitie.............................................53
Kinderzitjes, plaatsen...................................63, 65
Met een bevestigingspunt voor
de bovenste gordel ...........................................66
Plaatsen van een baby- of kinderzitje
met een onderste
ISOfix-bevestigingspunt.................................65
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje..... 62
Punten om rekening mee te houden ...........53
Rijden met kinderen in de auto .......................52
Bagageafdekking .................................................. 425
Bagagehaken .......................................................... 423
Bagagenethaken ................................................... 423
Banden........................................................................457
Als uw auto een lekke
band heeft.................................................507, 518
Bandenmaat............................................................ 551
Bandenspanning....................................................471
Bandenspanningswaarschuwings-
systeem.................................................................459
Controle...................................................................457
Reservewiel.................................................. 518, 551
Sneeuwkettingen................................................388
Vervangen...............................................................518
Waarschuwingslampje.....................................499
Winterbanden...................................................... 386
Wisselen van banden....................................... 458
Bandenspanning
Onderhoudsgegevens...................................... 551
Waarschuwingslampje.....................................499
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 574 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
575
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Alfabetische index
Bandenspanningswaarschuwingssysteem
Functie ......................................................................459
Initialisatie ................................................................ 469
Plaatsen van
bandenspanningssensoren en
-zenders...............................................................468
Registreren van identificatiecodes............. 470
Waarschuwingslampje....................................499
Batterijpakket (tractiebatterij)
Plaats .............................................................................75
Specificatie ............................................................. 547
Batterijpakket (tractiebatterij)..............................75
Bekerhouders ...........................................................421
Binnenspiegel ..........................................................227
Blind Spot Monitor (BSM) ................................358
Blind Spot Monitor-functie .............................. 371
Rear Crossing Traffic Alert-functie.............373
Blokkeerschakelaar ruitbediening.................233
Bochtverlichting......................................................272
Bougie........................................................................549
Bovenste gordel........................................................ 66
Brake Assist ..............................................................379
Brake Hold-systeem.........................................268
Brandstof
Brandstofmeter......................................................102
Capaciteit................................................................546
Informatie ................................................................554
Informatie tankstation........................................588
Tanken......................................................................285
Type ........................................................................... 546
waarschuwingslampje......................................498
BSM (Blind Spot Monitor) ................................358
Blind Spot Monitor-functie .............................. 371
Rear Crossing Traffic Alert-functie.............373
Buitenspiegels ........................................................ 229
Blind Spot Monitor (BSM).............................358
BSM (Blind Spot Monitor).............................358
Buitenspiegelverwarming......................401, 410
Geheugen spiegelverstelling ..........................221
Koppeling van spiegelstand aan
achteruitrijden...................................................230
Verstellen en inklappen....................................229
Verwarming..................................................401, 410
C
Claxon.........................................................................227
Condensor............................................................... 452
Consolevak..............................................................420
Contact (startknop)..............................................255
Contactslot ..............................................................255
Controlelampje
achterpassagiersgordel ..................................499
Controlelampje bestuurdersgordel ..............498
Controlelampje voorpassagiersgordel........498
Controlelampjes.....................................................100
Cruise control
Cruise control.......................................................339
Dynamic Radar Cruise
Control met volledig
snelheidsbereik.................................................328
Curtain airbags ......................................................... 42
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 575 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
576
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Alfabetische index
D
Dagrijverlichting .................................................... 270
Dagtellers .................................................................. 102
Dashboardkastje....................................................420
Derde remlicht
Lampen vervangen.............................................479
Dimmer dashboardverlichting.......................... 106
Display
BSM (Blind Spot Monitor).............................358
Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik.....................328
Energiemonitor........................................................117
Head-up display......................................................113
LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling) ............................................316
Lexus Parking Assist.........................................343
LTA (Lane Tracing Assist)............................... 312
Multi-informatiedisplay.......................................107
Rij-informatie.......................................................... 108
Waarschuwingsmeldingen............................503
Draadloze lader..................................................... 429
Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik
Waarschuwingsmelding.................... 338, 503
Dynamic Radar Cruise Control-
systeem (Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbereik) .....328
E
E-Four........................................................................ 380
ECB (elektronisch geregeld
remsysteem)......................................................... 379
ECO-modus.............................................................376
Elektrisch bedienbaar zonnescherm............236
bediening................................................................. 237
Klembeveiliging.................................................... 237
Elektrisch bedienbare ruiten
Aan portierslot gekoppelde
werking ruiten.................................................... 232
Blokkeerschakelaar ruitbediening..............233
Klembeveiliging......................................................231
Knelbeveiliging .......................................................231
Werking .....................................................................231
Elektrische stuurbekrachtiging (EPS)
Functie.......................................................................379
Waarschuwingslampje.....................................495
Elektromotor
Plaats..............................................................................72
Specificatie..............................................................546
Elektronisch geregeld
remsysteem (ECB)............................................ 379
Elektronische sleutel
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt................................................ 530
Batterij vervangen...............................................475
Energiebesparende functie..............................146
Energiemonitor......................................................... 117
EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Functie.......................................................................379
Waarschuwingslampje.....................................495
ERA-GLONASS/EVAK......................................68
Ergonomisch geheugen.......................................221
Geheugenoproepfunctie.................................222
EV-controlelampje....................................................73
EV-modus.................................................................258
Extra opbergvak .................................................... 422
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 576 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
577
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Alfabetische index
F
Fleshouders ...............................................................421
Follow Me Home-systeem..................................271
G
Gereedschap...............................................508, 518
GPF-systeem (benzineroetfilter) ................... 378
H
Haken
Bagagehaken.........................................................423
Bevestigingshaken (vloermat) .........................34
Handgrepen ............................................................ 433
Head-up display........................................................113
Hellingsensor............................................................. 94
Hendel
Ontgrendelingshendel motorkap..............446
Richtingaanwijzerschakelaar ........................ 264
Ruitenwisserhendel................................280, 283
Selectiehendel ......................................................260
Veiligheidshaak.................................................... 446
Hill Start Assist Control.......................................379
Hoofdschakelaar BSM
(Blind Spot Monitor).........................................358
Hoofdsteunen..........................................................224
Hybridesysteem.........................................................72
Als het hybridesysteem niet
kan worden gestart.........................................527
Energiemonitor/verbruiksscherm..................117
EV-modus ..............................................................258
Hoogspanningsonderdelen ............................. 75
Hybridesysteemindicator.................................105
Oververhitting.......................................................537
Regeneratief remmen.......................................... 73
Rijden met een hybrideauto...........................384
Starten van het hybridesysteem...................255
Startknop .................................................................255
Uitschakelsysteem voor
noodgevallen........................................................ 79
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem.................................................... 75
Waarschuwingslampjes ..................................493
Hybridesysteemindicator ...................................105
Hybridetransmissie...............................................260
I
Identificatie
Auto............................................................................545
Motor.........................................................................545
Inbraaksensor ............................................................ 94
Informatie over brandstofverbruik.................... 117
Informatie tankstation......................................... 588
Initialisatie
Te initialiseren onderdelen ............................ 568
Instapverlichting.......................................................417
Instrumentenpaneel
Controlelampjes...................................................100
Dimmer dashboardverlichting ...................... 106
Head-up display..................................................... 113
Multi-informatiedisplay.......................................107
Tellers ..........................................................................102
Waarschuwingslampjes .....................................98
Waarschuwingsmeldingen........................... 503
Interieurfilter.............................................................473
Interieurverlichting .................................................416
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 577 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
578
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Alfabetische index
K
Kentekenplaatverlichting
Lampen vervangen............................................480
Lichtschakelaar .................................................... 270
Kilometerteller ........................................................ 102
Kindersloten ...............................................................131
Klembeveiliging
Achterstoelen........................................................ 220
Elektrisch bedienbaar
zonnescherm......................................................237
Elektrisch bedienbare ruiten ...........................231
Schuifdak..................................................................234
Sluitsysteem elektrisch
bedienbare achterklep...................................140
Klok .............................................................................428
Knie-airbags............................................................... 42
Koelsysteem ..............................................................451
Oververhitting hybridesysteem................... 537
Koelvloeistof
Capaciteit................................................................548
Controle ....................................................................451
Voorbereidingen en controles
bij rijden in de winter .....................................386
Waarschuwingslampje.................................... 494
Koelvloeistof vermogensregeleenheid
Capaciteit................................................................548
Controle ....................................................................451
Radiateur................................................................. 452
Voorbereidingen en controles
bij rijden in de winter .....................................386
Koelvloeistoftemperatuurmeter ...................... 102
Koplampen............................................................... 270
Adaptive High Beam-systeem .....................272
Automatic High Beam-systeem...................276
Automatische
verticale koplampverstelling.........................271
Follow Me Home-systeem...............................271
Lampen vervangen............................................480
Lichtschakelaar .................................................... 270
Krik
Bij de auto geleverde krik....................508, 518
Plaatsen van een garagekrik..........................447
Krikslinger .....................................................508, 518
L
Lampen
Vermogen...............................................................553
Vervangen................................................. 479, 480
Lane Departure Alert met
stuurregeling (LDA) ...........................................316
Lane Tracing Assist (LTA)...................................307
LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling)...............................................316
Leeslampjes.....................................................416, 418
Schakelaar................................................................ 418
Lekke band.....................................................507, 518
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem ...............................459
Lexus Parking Assist-sensor
Functie.......................................................................343
Ingeschakeld/uitgeschakeld
voor het systeem..............................................344
Lexus Safety System+
AHS (Adaptive High Beam-systeem)......272
Automatic High Beam-systeem.................. 276
Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik.....................328
LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling).............................................316
LTA (Lane Tracing Assist)..............................307
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)..............299
RSA (Road Sign Assist)...................................324
LTA (Lane Tracing Assist)................................... 307
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 578 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
579
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Alfabetische index
M
Make-upspiegels....................................................427
Make-upverlichting.............................................427
Make-upverlichting
Make-upverlichting.............................................427
Vermogen..............................................................553
Meters......................................................................... 102
Mistachterlicht
Lampen vervangen.............................................479
Schakelaar...............................................................279
Mistlampen
Lampen vervangen.............................................479
Schakelaar...............................................................279
Mistlampen voor
Lampen vervangen.............................................479
Schakelaar...............................................................279
Motor
Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet worden gebracht.......484
Contact (startknop)...........................................255
Contact....................................................................255
Identificatienummer...........................................545
Motorkap ................................................................ 446
Motorruimte ..........................................................448
Oververhitting...................................................... 537
Stand ACC.............................................................257
Starten van het hybridesysteem ..................255
Startknop.................................................................255
Motorcontrolelampje .......................................... 494
Motorkap
Openen.................................................................... 446
Waarschuwingsmelding.......................129, 503
Motorolie
Capaciteit................................................................ 547
Controle .................................................................. 449
Voorbereidingen en controles
bij rijden in de winter .....................................386
Waarschuwingslampje.................................... 494
Multi-informatiedisplay
Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik.....................328
Energiemonitor ........................................................117
Klok...............................................................................102
LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling).............................................316
Lexus Parking Assist-sensor.........................343
LTA (Lane Tracing Assist)................................312
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)..............299
Rij-informatie...........................................................108
Taal............................................................................. 560
Waarschuwingsmeldingen........................... 503
N
Naderingswaarschuwing...................................335
Noodstopsignaal.................................................. 380
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 579 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
580
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Alfabetische index
O
Olie
Motorolie................................................................. 547
Onderhoud
Exterieur .................................................................. 436
Interieur.................................................................... 439
Lichtmetalen velgen .......................................... 436
Onderhoud en reparatie ................................ 443
Onderhoudsgegevens .................................... 544
Veiligheidsgordels ............................................. 439
Zelfherstellende coating .................................436
Zelf uit te voeren onderhoud........................445
Onderste ISOfix-bevestigingspunten.............65
Opbergmogelijkheden.........................................419
Opbergruimte onder de afdekplaat ............. 423
Openings- en sluitsysteem
elektrisch bedienbare achterklep.................135
Openingssysteem
Achterklep......................................................134, 136
Motorkap ................................................................ 446
Tankdopklep .........................................................285
Oververhitting........................................................ 537
P
Paddle shift-schakelaars.......................... 262, 263
Parkeerlichten voor
Lampen vervangen.............................................479
Lichtschakelaar .................................................... 270
Parkeerrem
Bediening................................................................ 265
Waarschuwingslampje....................................498
Waarschuwingszoemer/melding
geactiveerde parkeerrem............................267
Parking Assist-sensoren.....................................343
Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) ............................348
Controlelampje.....................................................100
Ingeschakeld/uitgeschakeld
voor het systeem.............................................350
Waarschuwingslampje.....................................497
Waarschuwingsmeldingen............................355
Pasjeshouders......................................................... 422
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) ..................299
Functie.......................................................................299
Waarschuwingslampje.....................................496
Waarschuwingsmelding................................. 503
Wijzigen van instellingen van
het systeem..........................................................301
Pech, wat te doen bij
Als de 12V-accu is ontladen..........................532
Als de auto vastzit in stijgend water.......... 485
Als de elektronische sleutel niet
goed werkt......................................................... 530
Als de motor oververhit raakt.......................537
Als de tankdopklep niet kan worden
geopend...............................................................529
Als een waarschuwingslampje
gaat branden......................................................493
Als een waarschuwingszoemer klinkt......493
Als er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven...................................... 503
Als het hybridesysteem niet kan
worden gestart..................................................527
Als u denkt dat er iets mis is.............................491
Als u uw sleutels verliest..................................529
Als uw auto een lekke band heeft....507, 518
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht..............484
Als uw auto moet worden gesleept...........487
Als uw auto vast komt te zitten.................... 540
PKSA (Parking Support Alert) ........................342
Lexus Parking Assist-sensor.........................343
Pollenverwijderingsmodus................................405
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 580 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
581
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Alfabetische index
Portieren
Achterklep................................................................ 132
Automatisch vergrendel- en
ontgrendelsysteem van de portieren........131
Buitenspiegels .......................................................229
Kindersloten achterportieren............................131
Portieren....................................................................128
Portierruiten............................................................. 231
Portierslot..................................................................128
Portierslot
Achterklep................................................................133
Afstandsbediening ...............................................126
Portieren....................................................................128
Smart entry-systeem met startknop............145
Positiegeheugen bestuurdersstoel ..................221
Power Easy Access-systeem..............................221
Pre-Crash Safety-systeem (PCS)
Functie ...................................................................... 299
Waarschuwingslampje....................................496
Waarschuwingsmelding.................................503
Wijzigen van instellingen van
het systeem...........................................................301
R
Radiateur................................................................... 452
Rear Crossing Traffic Alert.................................373
Regeling helderheid
Dimmer dashboardverlichting ...................... 106
Regeneratief remmen .............................................73
Remlichten
Lampen vervangen ............................................479
Noodstopsignaal................................................380
Remote Touch.........................................................394
Remsysteem
Brake Hold.............................................................268
Parkeerrem.............................................................265
Regeneratief remmen.......................................... 73
Vloeistof..................................................................550
Waarschuwingslampje.....................................494
Reservewiel
Bandenspanning................................................... 551
Opbergmogelijkheden.....................................518
Rij-informatie............................................................108
Richtingaanwijzers
Lampen vervangen ............................... 479, 480
Richtingaanwijzerschakelaar.........................264
Richtingaanwijzers achter
Lampen vervangen ...........................................480
Richtingaanwijzerschakelaar.........................264
Richtingaanwijzers opzij
Lampen vervangen ...........................................480
Richtingaanwijzerschakelaar.........................264
Richtingaanwijzers voor
Lampen vervangen ...........................................480
Richtingaanwijzerschakelaar.........................264
Rijden
Correcte houding..................................................35
Procedures.............................................................240
Rijden in de winter ............................................. 386
Rijden met een hybrideauto...........................384
Rijmodusselectieschakelaar...........................376
Tips voor inrijden...................................................241
Rijden in de winter.................................................386
Rijden met een aanhangwagen............ 247, 248
RSA (Road Sign Assist) ...................................... 324
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 581 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
582
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Alfabetische index
Ruiten
Elektrisch bedienbare ruiten ...........................231
Zijruiten voor............................................. 437, 439
Ruiten
Achterruitverwarming.............................401, 410
Elektrisch bedienbare ruiten ...........................231
Ruitensproeiers........................................280, 283
Ruitenwissers voor
Ruitenwissers met intervalstand ..................280
Ruitenwissers met regensensor ..................280
S
S-FLOW-modus ....................................................405
Schakelaar
Afstandsschakelaar............................................ 329
Automatic High Beam-schakelaar.............276
Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel ........................................ 108
Blokkeerschakelaar ruitbediening..............233
Brake Hold-schakelaar....................................268
Cruise control-schakelaar .................328, 339
Draaiknop ASC (Active
Sound Control)................................................269
EV-modusschakelaar.......................................258
Hoofdschakelaar BSM
(Blind Spot Monitor).....................................358
Koplampsproeierschakelaar.........................280
LDA-schakelaar..................................................320
Lichtschakelaars.................................................. 270
Paddle shift-schakelaars.......................262, 263
Parkeerremschakelaar..................................... 265
Rijmodusselectieschakelaar.......................... 376
Schakelaar achterklep openen............134, 135
Schakelaar achterruit-
en buitenspiegelverwarming............401, 410
Schakelaar achterruitenwisser
en -sproeier........................................................283
Schakelaar Adaptive
High Beam-systeem.......................................273
Schakelaar alarmknipperlichten..................484
Schakelaar centrale vergrendeling..............130
Schakelaar elektrisch bedienbaar
zonnescherm......................................................237
Schakelaar mistlampen.....................................279
Schakelaar ruitbediening...................................231
Schakelaar ruitenwissers
en -sproeiers.........................................280, 283
Schakelaar VSC OFF......................................380
Schakelaars buitenspiegels............................229
Schuifdakschakelaars........................................233
Startknop .................................................................255
Startknop .................................................................255
Stoelverwarmingsschakelaars........................414
Stuurwielverwarming ..........................................413
Toets LTA..................................................................312
Toets SOS..................................................................68
Toetsen ergonomisch geheugen..................221
Toetsen HUD (head-up display)...................113
Uitschakeltoets inbraaksensor ........................94
Schakelblokkeersysteem .....................................261
Schoonmaken..............................................436, 439
Exterieur...................................................................436
Interieur.....................................................................439
Lichtmetalen velgen...........................................436
Veiligheidsgordels..............................................439
Schuifdak
Bediening ................................................................233
Klembeveiliging....................................................234
Waarschuwingsmelding................................. 503
Selectiehendel........................................................260
Als de selectiehendel niet in een
andere stand dan P kan worden
gezet.........................................................................261
Sensor
Automatic High Beam-systeem...................277
Binnenspiegel........................................................228
BSM (Blind Spot Monitor).............................370
Hellingsensor............................................................94
Inbraaksensor en hellingsensor......................94
LDA (Lane Departure Alert met
stuurregeling) ................................................... 288
Lexus Parking Assist-sensor.........................343
LTA (Lane Tracing Assist)............................. 288
Radarsensor.......................................................... 288
Ruitenwissers met regensensor...................282
Sensor regeling voetbediening......................137
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 582 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
583
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Alfabetische index
Servicestekker............................................................75
Side airbags ................................................................ 42
Slepen/trekken
Rijden met een aanhangwagen........247, 248
Sleepoog.................................................................490
Slepen in een noodgeval ................................489
Trailer Sway Control......................................... 379
Sleutelkaart................................................................124
Sleutels.........................................................................124
Afstandsbediening ...............................................126
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt ................................................530
Als u uw sleutels verliest.................................. 529
Batterij vervangen .............................................. 475
Contact....................................................................255
Elektronische sleutel............................................ 124
Energiebesparende functie .............................146
Mechanische sleutel............................................ 124
Plaatje met sleutelnummer............................... 124
Smart entry-systeem................................ 128, 145
Startknop.................................................................255
Waarschuwingszoemer....................................146
Smart entry-systeem
Afstandsbediening ...............................................126
Smart entry-systeem met startknop............145
Smart entry-systeem met startknop................145
Instapfuncties.................................................128, 133
Plaats van antenne................................................145
Starten van het hybridesysteem ..................255
Waarschuwingsmelding.................................503
Sneeuwkettingen...................................................388
Snelheidsmeter ....................................................... 102
Specificaties.............................................................544
Spiegels
Binnenspiegel ........................................................227
Buitenspiegels .......................................................229
Buitenspiegelverwarming......................401, 410
Make-upspiegels .................................................427
Sportmodus ..............................................................376
Sproeiers
Controle .................................................................. 453
Schakelaar..................................................280, 283
Voorbereidingen en controles
bij rijden in de winter .....................................386
Waarschuwingsmelding
laag ruitensproeierniveau...............453, 503
Startblokkering..........................................................80
Startknop ..................................................................255
Stoelen
Afstellen...........................................................215, 216
Baby- en kinderzitjes plaatsen ........................53
Ergonomisch geheugen....................................221
Hoofdsteun............................................................. 224
Juiste zithouding .....................................................35
Power Easy Access-systeem..........................221
Rugleuningen achter neerklappen...............217
Schoonmaken.......................................................439
Stoelventilatoren....................................................415
Stoelverwarming achter.....................................414
Stoelverwarming voor........................................414
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot verstellen.......................215, 217
Stoelpositiegeheugen ...........................................221
Stoelventilatoren......................................................415
Stoelverwarming .....................................................414
Stoelverwarming achter.......................................414
Stoelverwarming voor...........................................414
Stuurwiel
Afstellen....................................................................226
Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel.........................................108
Power Easy Access-systeem..........................221
Stuurwielverwarming ..........................................413
Stuurwielverwarming ............................................413
Supervergrendeling..................................................91
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen.......................................556
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 583 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
584
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Alfabetische index
T
Taal (multi-informatiedisplay)...........................560
Tankdopklep ............................................................285
Als de tankdopklep niet kan
worden geopend............................................529
Tanken......................................................................285
Tanken ........................................................................285
Als de tankdopklep niet kan
worden geopend............................................529
Brandstofsoorten................................................546
Capaciteit................................................................546
Openen van de tankdop ................................285
Tashaken.................................................................... 423
Tips voor inrijden......................................................241
Toerenteller............................................................... 102
Tractiebatterij (batterijpakket) .............................75
Batterijpakket (tractiebatterij),
ventilatie- en luchtafvoeropeningen..........78
Plaats .............................................................................75
Specificatie .............................................................546
Waarschuwingsmeldingen................................79
Tractiemotor (elektromotor).................................72
Traction Control......................................................379
Trailer Sway Control..............................................379
Transmissie
Hybridetransmissie ............................................ 260
Rijmodus selecteren.......................................... 376
TRC (Traction Control)........................................379
V
Vastzitten
Als de auto vast komt te zitten.....................540
Vehicle Stability Control (VSC).......................379
Veiligheidsgordels.................................................... 36
Afstellen van de hoogte van het
schouderbevestigingspunt van
de veiligheidsgordel..........................................40
Baby- en kinderzitjes plaatsen ........................53
Blokkeerautomaat (ELR) ...................................38
Controlelampje en
waarschuwingszoemer
veiligheidsgordel..............................................498
Gordelspanners .......................................................41
Hoe de veiligheidsgordel te dragen ............ 37
Juist gebruik van de
veiligheidsgordels door kinderen ..............38
Veiligheidsgordel afstellen................................40
Veiligheidsgordels schoonmaken
en onderhouden..............................................439
Waarschuwingslampje SRS..........................495
Zwangere vrouwen, correct
gebruik van veiligheidsgordel...................... 37
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ....... 52
Baby- en kinderzitjes............................................53
Blokkeerschakelaar ruitbediening..............233
Elektrisch bedienbaar zonnescherm,
voorzorgsmaatregelen.................................236
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
door kinderen.......................................................38
Kindersloten achterportieren........................... 131
Plaatsen van baby- en kinderzitjes................53
Voorzorgsmaatregelen
12V-accu................................................. 454, 536
Voorzorgsmaatregelen achterklep.............132
Voorzorgsmaatregelen airbags.....................46
Voorzorgsmaatregelen
elektrisch bedienbare ruiten ...................... 232
Voorzorgsmaatregelen schuifdak .............235
Voorzorgsmaatregelen
stoelverwarming ................................................413
Voorzorgsmaatregelen
veiligheidsgordels ..............................................36
Voorzorgsmaatregelen
verwijderde sleutelbatterij...........................476
Velgen .........................................................................472
Bandenmaat............................................................ 551
Velgen vervangen..............................................472
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 584 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
585
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Alfabetische index
Ventilatieopening batterijpakket........................ 78
Verbruiksscherm ...................................................... 117
Verlichting
Adaptive High Beam-systeem .....................272
Automatic High Beam-systeem...................276
Bochtverlichting....................................................272
Follow Me Home-systeem...............................271
Instapverlichting..................................................... 417
Interieurverlichting................................................ 417
Lampen vervangen................................479, 480
Leeslampjes.............................................................418
Lichtschakelaar .................................................... 270
Make-upverlichting.............................................427
Overzicht interieurverlichting.........................416
Richtingaanwijzerschakelaar ........................ 264
Schakelaar mistlampen.....................................279
Verlichting Welcome Light-systeem .........129
Wattage...................................................................553
Verlichting dashboardkastje.............................420
Ver vangen
Banden.......................................................................518
Batterij elektronische sleutel.......................... 475
Lampen.....................................................................479
Zekeringen..............................................................476
Ver warming
Automatische airconditioning......... 399, 408
Buitenspiegels .............................................401, 410
Stoelverwarming...................................................414
Stuurwielverwarming..........................................413
Vloeistof
Remsysteem..........................................................550
Sproeiers.................................................................453
Transmissie.............................................................549
Vloermatten ...............................................................34
Voertuigidentificatienummer ...........................545
Voorruitverwarming.............................................404
Voorstoelen
Afstellen......................................................................215
De juiste houding achter het stuur.................35
Ergonomisch geheugen....................................221
Hoofdsteunen ....................................................... 224
Power Easy Access-systeem..........................221
Schoonmaken.......................................................439
Stoelpositiegeheugen .........................................221
Stoelventilatoren....................................................415
Stoelverwarming....................................................414
Voorzorgsmaatregelen bij opbergen.............419
VSC (Vehicle Stability Control)...................... 379
W
Waarschuwingen voor het geval de auto
bij een ongeval betrokken raakt ......................76
Waarschuwingslampjes
ABS ............................................................................495
Bandenspanning..................................................499
Brake Override-systeem...............................500
Centraal waarschuwingslampje..................499
Controlelampje Brake
Hold-systeem in werking ............................497
Controlelampje LDA ........................................496
Controlelampje LTA .........................................496
Controlelampje PKSB OFF...........................497
Controlelampje Traction Control...............497
Elektrische stuurbekrachtiging.....................495
Hoge koelvloeistoftemperatuur...................494
Hybridesysteem...................................................493
Laadsysteem..........................................................493
Laag brandstofniveau .......................................498
Lage motoroliedruk...........................................494
Motorcontrolelampje........................................494
Remsysteem...........................................................493
SRS .............................................................................495
Veiligheidsgordel, controlelampje.............498
Waarschuwingslampje parkeerrem..........498
Waarschuwingslampje PCS.........................496
Wegrijregeling.....................................................500
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 585 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
586
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Alfabetische index
Waarschuwingsmeldingen................................503
Waarschuwingszoemers
Lexus Parking Assist-sensor..........................347
Naderingswaarschuwing ...............................335
Open portier...........................................................129
Terugschakelen ................................................... 263
Waarschuwing veiligheidsgordel...............498
Waarschuwing voor slingeren ............311, 320
Waarschuwingszoemer verlichting.............271
Wassen en in de was zetten ..............................436
Weergave buitentemperatuur.......................... 102
Wegrijregeling.............................................. 241, 260
Winterbanden.........................................................386
Z
Zekeringen................................................................476
Zelf uit te voeren onderhoud............................445
Zonnekleppen.........................................................427
Zonnescherm .........................................................236
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 586 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
587
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
Alfabetische index
Raadpleeg de HANDLEIDING VOOR
HET NAVIGATIE- EN MULTIMEDIA-
SYSTEEM voor meer informatie over
de onderstaande uitrusting.
· Audio-/videosysteem
· Navigatiesysteem
· Lexus Parking Assist Monitor
· Panoramic View Monitor
Toyota Motor Europe NV/SA, Avenue du
Bourget 60 - 1140 Brussel, België
www.toyota-europe.com
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 587 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
588
LEXUS NX300h Owners Manual_Europe_M78581_en
INFORMATIE VOOR BIJ HET TANKSTATION
Veiligheidshaak (Blz. 446)
Schakelaar achterklep openen* (Blz. 135)
Tankdopklep (Blz. 286)
Ontgrendelingshendel motorkap (Blz. 446)
Bandenspanning (Blz. 551)
*: Auto's met elektrisch bedienbare achterklep
Inhoud brandstoftank (bij
benadering) 56 l (14,8 gal., 12,3 Imp.gal.)
Brandstofsoort
EU:
Uitsluitend loodvrije benzine conform
de Europese norm EN228
Behalve EU:
Uitsluitend loodvrije benzine
Blz. 546
Bandenspanning koud Blz. 551
Hoeveelheid motorolie
(verversen -
bij benadering)
Blz. 547
Soort motorolie Blz. 547
A
B
C
D
E
NX300h_OM_Europe_OM78581E.book Page 588 Thursday, July 16, 2020 4:57 PM
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Lexus NX 300h - 2020 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Lexus NX 300h - 2020 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 83.11 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info