810977
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/744
Pagina verder
IS300h_EE(OM53E44E)
Overzicht Zoeken op afbeelding
1Veiligheid
en beveiliging Zorg ervoor dat u dit leest
2Instrumenten-
paneel
Het aflezen van de meters en tellers, het interpreteren van de
verschillende waarschuwingslampjes en controlelampjes,
enz.
3Bediening van
elk onderdeel
Openen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen vóór
het rijden, enz.
4Rijden Handelingen en adviezen die voor het rijden moeten worden
opgevolgd
5Lexus display-
audiosysteem Bedienen van het Lexus display-audiosysteem
6Voorzieningen in
het interieur Gebruik van de voorzieningen in het interieur, enz.
7Onderhoud en
verzorging De zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
8Bij problemen Informatie over wat u moet doen bij een storing of noodgeval
9Voertuig-
specificaties
Voertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen, enz.
Index Zoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
PZ471-53E44-NL
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 1 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
INHOUDSOPGAVE2
IS300h_EE(OM53E44E)
Ter informatie .................................................8
Over deze handleiding............................ 12
Zoekmethoden ........................................... 13
Overzicht....................................................... 14
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden...................34
Een veilig rijgedrag.......................36
Veiligheidsgordels ........................38
SRS-airbags.....................................43
Aan/uit-schakelaar airbag.........53
Actieve motorkap.........................55
Veiligheidsinformatie
voor kinderen.............................. 58
Baby- en kinderzitjes...................59
Plaatsen van een
baby- of kinderzitje.................... 67
Belangrijke
voorzorgsmaatregelen in
verband met uitlaatgassen ......76
1-2. Hybridesysteem
Kenmerken hybridesysteem .... 77
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem............................81
1-3. Antidiefstalsysteem
Startblokkering ..............................86
Supervergrendeling.....................99
Alarm ...............................................100
2. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes
en controlelampjes..................108
Meters en tellers............................113
Multi-informatiedisplay ..............119
Energiemonitor/
verbruiksscherm....................... 136
3-1. Informatie over sleutels
Sleutels ............................................ 146
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen
van de portieren en de
achterklep
Portieren......................................... 152
Achterklep..................................... 159
Smart entry-systeem
met startknop............................. 165
3-3. Verstellen van de stoelen
Voorstoelen ................................... 215
Achterstoelen
(neerklapbaar) ...........................217
Ergonomisch geheugen........... 219
Hoofdsteunen.............................. 224
3-4. Verstellen van het stuurwiel
en de spiegels
Stuurwiel........................................ 227
Binnenspiegel..............................229
Buitenspiegels.............................. 231
1Veiligheid en beveiliging
2Instrumentenpaneel
3Bediening van
elk onderdeel
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 2 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
3
1
9
8
7
6
4
3
2
IS300h_EE(OM53E44E)
5
3-5. Openen en sluiten van de ruiten
en het schuifdak
Elektrisch bedienbare
ruiten ............................................235
Schuifdak.......................................239
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto.....................244
Lading en bagage....................... 251
Rijden met een aanhangwagen
(auto's zonder
trekhaakpakket).......................252
Rijden met een aanhangwagen
(auto's met
trekhaakpakket).......................253
4-2. Rijprocedures
Startknop.........................................261
EV-modus......................................266
Hybridetransmissie ...................268
Richtingaanwijzer-
schakelaar .................................. 275
Parkeerrem................................... 277
ASC (Active Sound
Control)....................................... 278
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar........................... 279
Automatic High Beam-
systeem........................................282
Schakelaar mistlampen ...........286
Ruitenwissers en -sproeiers...287
4-4. Tanken
Openen van de tankdop.........295
4-5. Gebruik van de ondersteunende
systemen
Lexus Safety System+...............299
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem).......................................310
LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling)..................323
RSA (Road Sign Assist)............ 331
Dynamic Radar Cruise
Control........................................336
Cruise control ............................ 348
Lexus Parking Assist-
sensor...........................................352
Lexus Parking Assist
Monitor ........................................ 361
BSM (Blind Spot Monitor)..... 377
BSM-functie.......................... 384
RCTA ........................................387
Rijmodusselectieschakelaar..392
Ondersteunende systemen...396
4-6. Rijtips
Rijden met een hybrideauto ..402
Rijden in de winter.................... 405
4Rijden
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 3 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
INHOUDSOPGAVE4
IS300h_EE(OM53E44E)
5-1. Basishandelingen
Lexus display-audiosysteem... 412
Stuurwieltoetsen
audiosysteem..............................417
USB/AUX-aansluiting ..............418
5-2. Instellingen
Instelmenu...................................... 421
Algemene instellingen.............422
Spraakinstellingen .....................425
Display-instellingen................... 426
5-3. Gebruik van het audiosysteem
Selecteren van de
audiobron...................................428
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem............429
Audio-instellingen .................... 430
Bediening menuscherm
audiosysteem............................434
5-4. Gebruik van de radio
Bediening radio .......................... 437
5-5. Afspelen van een audio-CD
en discs met MP3/WMA/
AAC-bestanden
Bediening CD-speler...............439
5-6. Gebruik van een extern apparaat
Afspelen van bestanden
op een iPod................................445
Gebruik van een
USB-geheugen........................449
Gebruik van de
AUX-aansluiting......................454
5-7. Bluetooth®-verbinding
Stappen voor het gebruik van
Bluetooth®-apparaten.........455
Registreren van een
Bluetooth®-apparaat............ 457
Selecteren van een
Bluetooth®-apparaat............458
Verbinding maken met een
Bluetooth®-audiospeler......459
Verbinding maken met een
Bluetooth®-telefoon .............460
Weergeven van gegevens van
een Bluetooth®-apparaat.....461
Gedetailleerde Bluetooth®-
instellingen.................................462
5-8. Bluetooth®-audio
Afspelen van bestanden via
Bluetooth®-audio...................463
5-9. Bluetooth®-telefoon
Gebruik van een
Bluetooth®-telefoon .............464
Een gesprek tot stand
brengen.......................................466
Ontvangen van een oproep..469
Voeren van een
telefoongesprek ...................... 470
Gebruik van een Bluetooth®-
telefoonbericht......................... 472
Gebruik van de toetsen
op het stuurwiel ....................... 475
Instellingen
Bluetooth®-telefoon ..............476
5Lexus display-audiosysteem
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 4 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
5
1
9
8
7
6
4
3
2
IS300h_EE(OM53E44E)
5
5-10. Telefoonboek
Instellingen contacten.............. 478
Berichtinstellingen.....................482
5-11. Bluetooth®
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen).......... 483
Bluetooth®.......................... 486
5-12. Overige functies
Scherm “Informatie”..................494
MirrorLink™ ................................495
USB-foto........................................499
Spraakcommandosysteem .....501
6-1. Basishandelingen met het Remote
Touch-scherm
Remote Touch............................. 504
10,3 inch display ........................ 508
6-2. Gebruik van de airconditioning
Automatische
airconditioning ..........................510
Stuurwielverwarming/
stoelverwarming/
stoelventilatoren......................523
6-3. Gebruik van de
interieurverlichting
Overzicht
interieurverlichting.................525
Interieurverlichting..............526
Leeslampjes............................526
6-4. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden ..........528
Dashboardkastje ..................529
Consolevak.............................529
Bekerhouders/
fleshouders ............................ 530
Voorzieningen
bagageruimte...........................532
6Voorzieningen in het interi-
eur
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 5 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
INHOUDSOPGAVE6
IS300h_EE(OM53E44E)
6-5. Gebruik van de overige
voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen
in het interieur...........................535
Zonnekleppen.......................535
Make-upspiegels .................535
Klok............................................535
Accessoireaansluiting........536
Armsteun.................................537
Zonnescherm achterruit...537
Handgrepen...........................539
Kledinghaakjes......................539
ERA-GLONASS/EVAK....... 540
7-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen van
het exterieur van uw auto ....546
Reinigen en beschermen van
het interieur van uw auto .... 550
7-2. Onderhoud
Onderhoud en reparatie ........553
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
Voorzorgsmaatregelen bij zelf
uit te voeren onderhoud.......555
Motorkap.......................................557
Plaatsen van een
garagekrik................................. 558
Motorruimte.................................559
12V-accu........................................566
Banden ...........................................569
Ver van ge n van h et wie l
(auto's met een krik) ............. 583
Bandenspanning........................ 589
Velgen.............................................. 591
Interieurfilter ................................593
Batterij elektronische
sleutel...........................................595
Controleren en vervangen
van zekeringen........................ 598
Lampen ..........................................602
7Onderhoud en verzorging
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 6 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
7
1
9
8
7
6
4
3
2
IS300h_EE(OM53E44E)
5
8-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten...................614
Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet worden
gebracht....................................... 615
8-2. Stappen die genomen moeten
worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept........................................ 616
Als u denkt dat er iets mis is... 622
Als een waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingszoemer
klinkt .............................................623
Als er een
waarschuwingsmelding
wordt weergegeven.............. 630
Als de auto een lekke band
heeft (auto's met een
bandenreparatieset)............. 660
Als de auto een lekke band
heeft (auto's met run-flat
banden) ....................................... 675
Als het hybridesysteem niet
kan worden gestart .................676
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt........................ 678
Als de 12V-accu is ontladen ...681
Als uw auto oververhit
raakt..............................................686
Als de auto vast komt
te zitten......................................... 691
9-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil, enz.)......694
Informatie over brandstof.......706
9-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen............708
9-3. Initialisatie
Te initialiseren onderdelen .......717
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen).......................720
Alfabetische index................................. 724
8Bij problemen
9Voertuigspecificaties
Index
Raadpleeg bij auto's met een 10,3 inch display de handleiding voor het navigatie-
en multimediasysteem voor meer informatie over de onderstaande uitrusting.
Navigatiesysteem Audio-/videosysteem
Toyota Motor Europe NV/SA, Avenue du Bourget 60 - 1140 Brussel, België
www.toyota-europe.com
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 7 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
8
IS300h_EE(OM53E44E)
Deze handleiding is bestemd voor alle uitvoeringen van dit type auto; alle mogelijke
opties zijn in deze handleiding opgenomen. Er zullen dan ook ongetwijfeld onderwerpen
worden beschreven die niet op uw auto van toepassing zijn.
Alle specificaties in deze handleiding waren actueel ten tijde van de druk. Lexus streeft
er doorlopend naar haar producten te perfectioneren en wij behouden ons dan ook het
recht voor tussentijdse wijzigingen in specificatie en uitvoering door te voeren zonder
voorafgaande kennisgeving.
Afhankelijk van de specificaties kan de in de afbeeldingen getoonde auto afwijken van
uw auto voor wat betreft kleur en uitrusting.
Er is een grote hoeveelheid originele en niet-originele onderdelen en accessoires voor
uw Lexus te verkrijgen. Als het nodig is om originele onderdelen of accessoires van uw
Lexus te vervangen, raadt Lexus u aan om daarvoor originele Lexus-onderdelen of
-accessoires te gebruiken. U kunt ook andere onderdelen of accessoires van gelijkwaar-
dige kwaliteit gebruiken. Lexus kan geen garantie geven of aansprakelijkheid accepte-
ren voor onderdelen en accessoires die geen originele Lexus-producten zijn en ook niet
voor het vervangen door of monteren van dergelijke onderdelen. Bovendien vallen
schade of verminderde prestaties als gevolg van het gebruik van niet-originele Lexus-
onderdelen en -accessoires mogelijk niet onder de garantie.
Ter informatie
Handleiding
Accessoires, onderdelen en veranderingen aan uw Lexus
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 8 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
9
IS300h_EE(OM53E44E)
De inbouw van een zend-/ontvanginstallatie in uw auto kan elektronische systemen beïn-
vloeden, zoals:
Hybridesysteem
Lexus Safety System+
(Sequentieel) multipoint brandstofinspuitsysteem
Cruise control-systeem
Antiblokkeersysteem
Vehicle Dynamics Integrated Management
SRS-airbagsysteem
Gordelspanner
Neem voor voorzorgsmaatregelen of speciale voorschriften met betrekking tot de
inbouw van een zend-/ontvanginstallatie contact op met een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Nadere informatie met betrekking tot frequenties, vermogens, antenneposities en mon-
tagevoorwaarden voor zend-/ontvanginstallaties is op verzoek beschikbaar bij een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
De hoogspanningsonderdelen en kabels van hybrideauto's stralen ongeveer net zo veel
elektromagnetische golven uit als conventionele auto's met een benzinemotor of huis-
houdelijke elektronische apparatuur, ook al zijn ze elektromagnetisch afgeschermd.
De ontvangst via een zend-/ontvanginstallatie kan in sommige gevallen gestoord wor-
den.
Inbouw van een zend-/ontvanginstallatie
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 9 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
10
IS300h_EE(OM53E44E)
De airbags en gordelspanners in uw Lexus bevatten explosieve chemicaliën. Wanneer
uw auto wordt vernietigd terwijl de airbags en/of de gordelspanners nog intact zijn, kan
tijdens de vernietiging een ontploffing plaatsvinden en brand ontstaan. Laat daarom het
airbagsysteem en de gordelspanners eerst verwijderen en afvoeren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Rusland:
TECHNISCH REGLEMENT VAN DE DOUANE-UNIE “MET BETREKKING
TOT WIELVOERTUIGEN” TR CU 018/2011 Aanhangsel nr. 3, Hoofdstuk 2 (Voer-
tuigeisen met betrekking tot ruis in het interieur), Tabel 2.1, Opmerkingen 3
Het gebruik van dit voertuig voor publieke doeleinden (bijvoorbeeld als taxi) is niet
toegestaan.
Vernietigen van uw Lexus
Hoeveelheid ruis in de auto
Uw auto is uitgerust met batterijen en/of accu's. Zorg ervoor dat deze gescheiden
worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden afgevoerd (richtlijn
2006/66/EG).
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 10 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
11
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Algemene voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met uw auto als u alcohol of drugs gebruikt hebt,
omdat deze middelen invloed kunnen hebben op de rijvaardigheid. Alcohol en
bepaalde drugs vergroten de reactietijd, beïnvloeden het beoordelingsvermogen en
hebben een negatieve invloed op de coördinatie, waardoor aanrijdingen kunnen ont-
staan met ernstig letsel als gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief. Anticipeer op fouten die andere bestuurders of
voetgangers zouden kunnen maken omdat u hierdoor wellicht een ongeluk kunt voor-
komen.
Afleiding van de bestuurder: Houd altijd uw volledige aandacht bij het verkeer. Alles
wat de aandacht van de bestuurder kan afleiden, zoals het veranderen van instellingen,
telefoneren of lezen, kan leiden tot een aanrijding waarbij u, de andere inzittenden van
de auto of anderen ernstig letsel kunnen oplopen.
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot veiligheid van kinderen
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit met de sleutel spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te starten of de neutraalstand in te schake-
len. Er bestaat ook het risico dat kinderen letsel oplopen wanneer ze met de ruiten, het
schuifdak of andere voorzieningen in de auto spelen. Verder kan de temperatuur in de
auto zo hoog oplopen of zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan worden.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 11 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
12
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING:
Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in ernstig letsel wanneer de voor-
zorgsmaatregelen niet in acht worden genomen.
OPMERKING:
Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in schade of storingen aan de auto
of de uitrusting wanneer de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden
genomen.
Geeft bedienings- of werkingsprocedures aan. Volg de stappen in
de aangegeven volgorde.
Geeft de handeling aan voor het
bedienen van schakelaars en
dergelijke (drukken, draaien,
enz.).
Geeft het resultaat van een han-
deling aan (er wordt bijvoor-
beeld een klep geopend).
Geeft het onderdeel of de posi-
tie aan waarover uitleg wordt
gegeven.
Dit betekent dat er iets niet mag
worden gedaan of mag gebeu-
ren.
Over deze handleiding
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 12 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
13
IS300h_EE(OM53E44E)
Zoeken op naam
Alfabetische index ............ Blz. 724
Zoeken op montagepositie
Overzicht.................................. Blz.14
Zoeken op symptoom of geluid
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen).....Blz. 720
Zoeken op titel
Inhoudsopgave.........................Blz. 2
Zoekmethoden
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 13 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
14
IS300h_EE(OM53E44E)
Overzicht
Overzicht
Exterieur
De vorm van de koplampen wijkt mogelijk af, afhankelijk van de uitvoering, enz. (Blz. 602)
Portieren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz.152
Vergrendelen/ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.152
Openen/sluiten van de zijruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 235
Vergrendelen/ontgrendelen met de mechanische sleutel . . . . . . . . . . . . .Blz. 678
Waarschuwingslampjes/waarschuwingsmeldingen. . . . . . . . . . . . . Blz. 625, 633
Bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz.159
Openen van binnenuit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.159
Openen van buitenaf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.159
Openen met de mechanische sleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 678
Waarschuwingslampjes/waarschuwingsmeldingen. . . . . . . . . . . . . Blz. 625, 633
Buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 231
Verstellen van de spiegelhoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 231
Inklappen van de buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 232
Ergonomisch geheugen*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 219
Ontwasemen van de spiegels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 518
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 14 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
15
Overzicht
IS300h_EE(OM53E44E)
Ruitenwissers voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 287
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 405
Voorkomen van bevriezing (voorruitverwarming)*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 519
Voorzorgsmaatregelen voor de wasstraat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 548
Tankdopklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 295
Tanken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 295
Brandstofsoort/inhoud brandstoftank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 696
Banden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 569
Bandenmaat/bandenspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 703
Winterbanden/sneeuwketting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.405
Controleren/wisselen/bandenspanningswaarschuwingssysteem . . . . .Blz. 569
In geval van een lekke band. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 660, 675
Motorkap. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.557
Openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 557
Motorolie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 698
In geval van oververhitting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 686
Waarschuwingsmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 633
Koplampen/parkeerlichten voor/dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . Blz. 279
Richtingaanwijzers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 275
Achterlichten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 279
Remlichten
Noodstopsignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 397
Mistachterlicht*3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 286
Achteruitrijlicht*2
De selectiehendel in stand R zetten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 268
Mistachterlicht*2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 286
Achteruitrijlicht*3
De selectiehendel in stand R zetten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 268
Kentekenplaatverlichting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 279
4
5
6
7
Lampen voor verlichting buitenzijde tijdens rijden
(Vervangingsmethode: Blz. 602, wattage: Blz. 705)
8
9
10
11
12
13
*1: Indien aanwezig
*2: Auto's met linkse besturing
*3: Auto's met rechtse besturing
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 15 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
16 Overzicht
IS300h_EE(OM53E44E)
Dashboard (auto's met linkse besturing)
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 261
Starten van het hybridesysteem/wijzigen van de modi . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 261
Noodstop van het hybridesysteem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 615
Als het hybridesysteem niet gestart kan worden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 676
Waarschuwingsmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 654
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 268
Wijzigen van de schakelstand. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 268
Voorzorgsmaatregelen bij slepen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 616
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan worden gezet. . . . . Blz. 273
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.113
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting van
het instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 113
Waarschuwingslampjes/controlelampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.108
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 623
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 16 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
17
Overzicht
IS300h_EE(OM53E44E)
Multi-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.119
Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.119
Energiemonitor. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.136
Als de waarschuwingsmeldingen worden weergegeven . . . . . . . . . . . . . Blz. 630
Parkeerrem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 277
Activeren/deactiveren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 277
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 406
Waarschuwingszoemer/-melding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 630
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 275
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 279
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/dagrijverlichting . . . . . .Blz. 279
Mistachterlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 286
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 287
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 287
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 565
Waarschuwingsmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 647
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 614
Openingssysteem achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz.159
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 557
Schakelaar stuurverstelling*1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 227
Verstellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 227
Ergonomisch geheugen*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 219
Ontgrendelingshendel stuurverstelling*1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 227
Verstellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 227
Airconditioning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 510
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 510
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 518
Audiosysteem*1, 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 412
Audiosysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 412
Handsfree-systeem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 464
Hoofdschakelaar openingssysteem achterklep. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.161
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg bij auto's met een 10,3 inch display de handleiding
voor het navigatie- en multimediasysteem.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 17 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
18 Overzicht
IS300h_EE(OM53E44E)
Toetsen (auto's met linkse besturing)
Schakelaar Automatic High Beam-systeem* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 282
Schakelaar voorruitverwarming* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 519
Schakelaar ASC (Active Sound Control)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 278
Toets kilometerteller/dagteller en resettoets dagteller. . . . . . . . . . Blz.123
Dimmer dashboardverlichting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.116
Schakelaar zonnescherm achterruit*. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 537
Schakelaar Lexus Parking Assist-sensor* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 352
Hoofdschakelaar BSM (Blind Spot Monitor)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 377
1
2
3
4
5
6
7
8
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 18 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
19
Overzicht
IS300h_EE(OM53E44E)
Toetsen ergonomisch geheugen* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 219
Schakelaars buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 231
Schakelaars centrale vergrendeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz.155
Schakelaars ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 235
Blokkeerschakelaar ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 235
Resetknop bandenspanningswaarschuwingssysteem . . . . . . . . . . . .Blz. 571
1
2
3
4
5
6
*: Indien aanwezig
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 19 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
20 Overzicht
IS300h_EE(OM53E44E)
Afstandsbediening audiosysteem*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 417
Paddle shift-schakelaars . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 270
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.122
Afstandsschakelaar*2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 342
Cruise control-schakelaar*2
Cruise control*2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 348
Dynamic Radar Cruise Control*2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 336
Toets LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)*2 . . . . . . . .Blz. 323
Spraaktoets*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 475
Telefoontoetsen*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 475
1
2
3
4
5
6
7
8
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 20 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
21
Overzicht
IS300h_EE(OM53E44E)
Schakelaars stoelverwarming*2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 524
Schakelaars stoelventilator*2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 524
Schakelaar stuurwielverwarming*2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 523
Rijmodusselectieschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 392
Schakelaar VSC OFF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 398
Schakelaar SNOW. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 269
Schakelaar EV-modus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 266
Remote Touch*2, 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 504
Bedieningsknop Lexus display-audiosysteem*2 . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.413
1
2
3
4
5
6
7
8
9
*1: Raadpleeg bij auto's met een 10,3 inch display de handleiding
voor het navigatie- en multimediasysteem.
*2: Indien aanwezig
*3: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 21 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
22 Overzicht
IS300h_EE(OM53E44E)
Interieur (auto's met linkse besturing)
SRS-airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.43
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 34
Voorstoelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 215
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 224
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 38
Consolevak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 529
Vergrendelknoppen binnenzijde portier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz.155
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 530
Handgrepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 539
1
2
3
4
5
6
7
8
9
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 22 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
23
Overzicht
IS300h_EE(OM53E44E)
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 229
Zonnekleppen*1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 535
Make-upspiegels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 535
Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 526
Leeslampjes*2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 526
Schuifdakschakelaars*3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 239
Uitschakeltoets inbraaksensor*3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.103
Uitschakeltoets inbraaksensor en hellingsensor*3 . . . . . . . . . . . . . . Blz.103
To e t s SOS*3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 540
1
2
3
4
5
6
7
*1: Gebruik NOOIT een tegen de rijrich-
ting in geplaatst baby- of kinderzitje op
een stoel met een INGESCHAKELDE
AIRBAG, omdat het KIND anders
ERNSTIG LETSEL kan oplopen als de
airbag wordt geactiveerd. (Blz. 74)
*2:De afbeelding toont de voorzijde, maar ze zijn ook aan de achterzijde geplaatst.
*3: Indien aanwezig
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 23 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
24 Overzicht
IS300h_EE(OM53E44E)
Dashboard (auto's met rechtse besturing)
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 261
Starten van het hybridesysteem/wijzigen van de modi . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 261
Noodstop van het hybridesysteem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 615
Als het hybridesysteem niet gestart kan worden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 676
Waarschuwingsmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 654
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 268
Wijzigen van de schakelstand. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 268
Voorzorgsmaatregelen bij slepen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 616
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan worden gezet. . . . . Blz. 273
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.113
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting
van het instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.113
Waarschuwingslampjes/controlelampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.108
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 623
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 24 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
25
Overzicht
IS300h_EE(OM53E44E)
Multi-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.119
Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.119
Energiemonitor. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.136
Als de waarschuwingsmeldingen worden weergegeven . . . . . . . . . . . . . Blz. 630
Parkeerrem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 277
Activeren/deactiveren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 277
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 406
Waarschuwingszoemer/-melding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 630
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 275
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 279
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/dagrijverlichting . . . . . .Blz. 279
Mistachterlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 286
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 287
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 287
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 565
Waarschuwingsmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 647
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 614
Openingssysteem achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz.159
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 557
Schakelaar stuurverstelling*1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 227
Verstellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 227
Ergonomisch geheugen*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 219
Ontgrendelingshendel stuurverstelling*1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 227
Verstellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 227
Airconditioning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 510
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 510
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 518
Audiosysteem*1, 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 412
Audiosysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 412
Handsfree-systeem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 464
Hoofdschakelaar openingssysteem achterklep. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.161
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg bij auto's met een 10,3 inch display de handleiding
voor het navigatie- en multimediasysteem.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 25 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
26 Overzicht
IS300h_EE(OM53E44E)
Schakelaars (auto's met rechtse besturing)
Dimmer dashboardverlichting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.116
Toets kilometerteller/dagteller en resettoets dagteller. . . . . . . . . . Blz.123
Schakelaar ASC (Active Sound Control)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 278
Schakelaar Automatic High Beam-systeem* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 282
Hoofdschakelaar BSM (Blind Spot Monitor)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 377
Schakelaar Lexus Parking Assist-sensor* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 352
Schakelaar zonnescherm achterruit*. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 537
1
2
3
4
5
6
7
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 26 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
27
Overzicht
IS300h_EE(OM53E44E)
Resetknop bandenspanningswaarschuwingssysteem . . . . . . . . . . . .Blz. 571
Schakelaars buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 231
Toetsen ergonomisch geheugen* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 219
Blokkeerschakelaar ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 235
Schakelaars ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 235
Schakelaars centrale vergrendeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz.155
1
2
3
4
5
6
*: Indien aanwezig
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 27 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
28 Overzicht
IS300h_EE(OM53E44E)
Afstandsbediening audiosysteem*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 417
Paddle shift-schakelaars . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 270
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.122
Afstandsschakelaar*2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 342
Cruise control-schakelaar*2
Cruise control*2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 348
Dynamic Radar Cruise Control*2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 336
Toets LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)*2 . . . . . . . .Blz. 323
Spraaktoets*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 475
Telefoontoetsen*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 475
1
2
3
4
5
6
7
8
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 28 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
29
Overzicht
IS300h_EE(OM53E44E)
Rijmodusselectieschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 392
Schakelaar VSC OFF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 398
Schakelaar EV-modus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 266
Schakelaar SNOW. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 269
Schakelaars stoelverwarming*2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 524
Schakelaars stoelventilator*2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 524
Schakelaar stuurwielverwarming*2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 523
Remote Touch*2, 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 504
Bedieningsknop Lexus display-audiosysteem*2 . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.413
1
2
3
4
5
6
7
8
9
*1: Raadpleeg bij auto's met een 10,3 inch display de handleiding
voor het navigatie- en multimediasysteem.
*2: Indien aanwezig
*3: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 29 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
30 Overzicht
IS300h_EE(OM53E44E)
Interieur (auto's met rechtse besturing)
SRS-airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.43
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 34
Voorstoelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 215
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 224
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 38
Consolevak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 529
Vergrendelknoppen binnenzijde portier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz.155
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 530
Handgrepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 539
1
2
3
4
5
6
7
8
9
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 30 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
31
Overzicht
IS300h_EE(OM53E44E)
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 229
Zonnekleppen*1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 535
Make-upspiegels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 535
Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 526
Leeslampjes*2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 526
Schuifdakschakelaars*3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 239
Uitschakeltoets inbraaksensor*3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz.103
Uitschakeltoets inbraaksensor en hellingsensor*3 . . . . . . . . . . . . . . Blz.103
1
2
3
4
5
6
*1: Gebruik NOOIT een tegen de rijrich-
ting in geplaatst baby- of kinderzitje op
een stoel met een INGESCHAKELDE
AIRBAG, omdat het KIND anders
ERNSTIG LETSEL kan oplopen als de
airbag wordt geactiveerd. (Blz. 74)
*2:De afbeelding toont de voorzijde, maar ze zijn ook aan de achterzijde geplaatst.
*3: Indien aanwezig
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 31 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
32 Overzicht
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 32 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
33
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden...................34
Een veilig rijgedrag...................... 36
Veiligheidsgordels........................38
SRS-airbags .................................... 43
Aan/uit-schakelaar airbag ........ 53
Actieve motorkap.........................55
Veiligheidsinformatie
voor kinderen ..............................58
Baby- en kinderzitjes................... 59
Plaatsen van een baby-
of kinderzitje .................................67
Belangrijke
voorzorgsmaatregelen in
verband met uitlaatgassen......76
1-2. Hybridesysteem
Kenmerken hybridesysteem.....77
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem ........................... 81
1-3. Antidiefstalsysteem
Startblokkering..............................86
Supervergrendeling.....................99
Alarm ...............................................100
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 33 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
34
IS300h_EE(OM53E44E)
1-1. Voor een veilig gebruik
Gebruik alleen vloermatten die speciaal zijn ontworpen voor auto's van het-
zelfde model en modeljaar als uw auto. Bevestig ze op de juiste wijze op de
vloerbedekking.
Steek de klemhaken (clips) in de rin-
gen in de vloermat.
Draai het bovenste hendeltje van de
klemhaken (clips) om de vloermat-
ten te bevestigen.
*: Breng de merktekens altijd in lijn.
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt mogelijk af van wat is aangegeven in de
afbeelding.
Voordat u gaat rijden
Vloermat
1
*
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 34 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
35
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kan de vloermat van de bestuurder gaan schuiven, wat de bediening
van de pedalen tijdens het rijden kan hinderen. Hierdoor kan de snelheid plotseling toe-
nemen of kan mogelijk niet geremd worden. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ern-
stig letsel kan ontstaan.
Wanneer u de vloermat van de bestuurder plaatst
Gebruik geen vloermatten die zijn ontworpen voor auto's van een ander model en/of
modeljaar, zelfs niet als het gaat om originele Lexus-vloermatten.
Gebruik alleen vloermatten die zijn ontworpen voor de bestuurderszijde.
Zet de vloermat altijd vast met behulp van de meegeleverde klemhaken (clips).
Leg nooit twee of meer vloermatten boven op elkaar.
Bevestig de vloermat niet met de onderzijde naar boven of in de verkeerde richting.
Voordat u gaat rijden
Controleer of de vloermat stevig op de juiste
plaats is bevestigd met alle meegeleverde
klemhaken (clips). Voer deze controle altijd
uit nadat de vloer van de auto is gereinigd.
Zet het hybridesysteem UIT en de selectie-
hendel in stand P en trap elk pedaal helemaal
in, om er zeker van te zijn dat de vloermat de
bediening van de pedalen niet hindert.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 35 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
36 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
Pas de hoek van de rugleuning zo
aan dat u rechtop zit en niet voor-
over hoeft te leunen om te kunnen
sturen. (Blz. 215)
Pas de zitting zo aan dat u de peda-
len helemaal kunt intrappen en dat
uw armen licht gebogen zijn bij de
ellebogen wanneer u het stuurwiel
vasthoudt. (Blz. 215)
Vergrendel de hoofdsteun met het midden zo dicht mogelijk bij de bovenkant
van uw oren. (Blz. 224)
Draag de veiligheidsgordel op de juiste wijze. (Blz. 38)
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheidsgordel dra-
gen. (Blz. 38)
Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de vei-
ligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen. (Blz. 59)
Een veilig rijgedrag
Om veilig te kunnen rijden, moet u de stoel in de juiste positie zetten en de
spiegels afstellen voordat u gaat rijden.
De juiste houding achter het stuur
1
2
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 36 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
37
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
Zorg ervoor dat u goed achteruit kunt kijken door de binnenspiegel en de bui-
tenspiegels goed af te stellen. (Blz. 229, 231)
Afstellen van de spiegels
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de controle over de auto verliezen.
Plaats geen kussen tussen de bestuurder of voorpassagier en de rugleuning.
Gebruik van een kussen kan ertoe leiden dat de zithouding niet correct is, waardoor
het effect van de veiligheidsgordel en de hoofdsteun in negatieve zin kan worden
beïnvloed.
Plaats geen voorwerpen onder de voorstoelen.
Voorwerpen onder de voorstoelen kunnen klem komen te zitten in de stoelslede,
waardoor de stoelen wellicht niet goed vergrendeld worden. Dit kan leiden tot een
ongeval en ook kan het stelmechanisme beschadigd raken.
Houd u altijd aan de wettelijke maximumsnelheid wanneer u op de openbare weg
rijdt.
Neem, wanneer u lange afstanden rijdt, geregeld een pauze voordat u zich moe
begint te voelen.
Als u zich tijdens het rijden moe of slaperig voelt, moet u zichzelf niet dwingen om
verder te rijden, maar direct een pauze nemen.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 37 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
38 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
Trek de schoudergordel zo ver naar
buiten dat de gordel goed tegen de
schouder aan ligt en niet van de
schouder af glijdt of tegen de nek
aan ligt.
Plaats het heupgedeelte van de gor-
del zo laag mogelijk over de heupen.
Stel de rugleuning af. Ga zo rechtop
mogelijk in de stoel zitten met uw
rug stevig tegen de leuning.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgor-
del niet gedraaid zit.
Maak de veiligheidsgordel vast door
de gesp in de gordelsluiting te druk-
ken totdat u een klik hoort.
De veiligheidsgordel kan worden
losgemaakt door de ontgrendel-
knop in te drukken.
Veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheidsgordel
dragen.
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Vast- en losmaken van de veiligheidsgordel
Ontgrendelknop
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 38 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
39
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
Duw het schouderbevestigingspunt
omlaag terwijl u de ontgrendelknop
indrukt.
Duw het schouderbevestigingspunt
omhoog.
Zet het bovenste bevestigingspunt in de
gewenste positie en laat het los als u een
klik hoort.
De gordelspanners helpen bij het op
hun plaats houden van de inzittenden
doordat ze de gordels snel strak tegen
het lichaam aan trekken bij bepaalde
soorten ernstige frontale aanrijdingen.
De gordelspanners worden ook geacti-
veerd als de auto betrokken raakt bij
bepaalde soorten ernstige aanrijdingen
van opzij.
De gordelspanners worden niet geacti-
veerd bij lichtere frontale aanrijdingen
of aanrijdingen van opzij, bij aanrijdin-
gen van achteren of wanneer de auto
over de kop slaat.
Afstellen van de hoogte van het schouderbevestigingspunt van de vei-
ligheidsgordel (voorstoelen)
1
2
Gordelspanners (voorstoelen)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 39 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
40 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
Nadat de middelste veiligheidsgordel achter is gebruikt
Blokkeerautomaat (ELR)
De blokkeerautomaat blokkeert de gordel als u zeer krachtig remt of betrokken raakt bij
een aanrijding. De blokkeerautomaat kan ook in werking treden als u te snel voorover-
buigt. Door rustig te bewegen kan de veiligheidsgordel afrollen, zodat u vrij kunt bewe-
gen.
Gebruik van veiligheidsgordels door kinderen
De veiligheidsgordels van uw auto zijn in principe ontworpen voor gebruik door volwas-
senen.
Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen. (Blz. 59)
Als het kind groot genoeg is om de veiligheidsgordel op een juiste manier te dragen,
volg dan de instructies met betrekking tot het gebruik van de veiligheidsgordel op.
(Blz. 38)
Vervangen van de veiligheidsgordel als de gordelspanner geactiveerd is geweest
Als de auto betrokken is bij meerdere aanrijdingen, wordt de gordelspanner geactiveerd
voor de eerste aanrijding, maar niet voor de tweede of voor volgende aanrijdingen.
Wetgeving met betrekking tot veiligheidsgordels
Als er in het land waarin u woont regels zijn voor veiligheidsgordels, neem dan contact
op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor het vervangen of plaatsen van veilig-
heidsgordels.
Berg de gordelsluiting op zoals aangegeven.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 40 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
41
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om de kans op letsel bij plotseling
remmen, plotseling uitwijken of een ongeval te beperken.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Dragen van een veiligheidsgordel
Zorg ervoor dat alle inzittenden de veiligheidsgordel dragen.
Draag de veiligheidsgordel altijd op de juiste manier.
Elke veiligheidsgordel mag maar door één persoon gebruikt worden. Gebruik geen
veiligheidsgordel voor twee personen tegelijk, ook niet als de tweede persoon een
kind is.
Lexus adviseert kinderen plaats te laten nemen op de achterstoelen en de kinderen
altijd een veiligheidsgordel te laten dragen en/of een geschikt baby- of kinderzitje te
gebruiken.
Laat om de juiste zitpositie in te stellen de rugleuning niet verder achterover hellen
dan nodig is. De veiligheidsgordels zijn het meest effectief als de inzittenden rechtop
en goed tegen de rugleuning zitten.
Draag de schoudergordel niet onder uw arm.
Draag de veiligheidsgordel altijd laag en goed aansluitend over uw heupen.
Zwangere vrouwen
Win medisch advies in en draag de veiligheids-
gordel op de juiste manier. (Blz. 38)
Zwangere vrouwen moeten het heupgedeelte
van de veiligheidsgordel op dezelfde manier
dragen als de andere inzittenden, zo laag
mogelijk over het bekken, de schoudergordel
helemaal uittrekken over de schouder en
ervoor zorgen dat de gordel niet over de buik
loopt.
Als de veiligheidsgordel niet op de juiste wijze
gedragen wordt, kan niet alleen de zwangere
vrouw zelf, maar ook het ongeboren kind ern-
stig letsel oplopen bij plotseling remmen of een
aanrijding.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 41 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
42 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de veiligheidsgordel op de juiste manier. (Blz. 38)
Als er kinderen in de auto aanwezig zijn
Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de veiligheidsgordel om de nek
van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt, knip de gordel dan
door met een schaar.
Gordelspanners
Het waarschuwingslampje SRS gaat branden als een gordelspanner is geactiveerd. De
veiligheidsgordel kan in dit geval niet meer worden gebruikt en moet worden vervan-
gen door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Verstelbaar schouderbevestigingspunt
Zorg ervoor dat de gordel goed over het midden van de schouder ligt. De gordel mag
niet tegen de nek aanliggen, maar ook niet van uw schouder afglijden. Als u hier niet
voor zorgt, wordt de mate van bescherming bij plotseling remmen, uitwijken of een
ongeval minder en de kans op ernstig letsel groter. (Blz. 39)
Beschadiging en slijtage van veiligheidsgordels
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet beschadigd raken doordat de riem, de
gesp of de gordelsluiting bekneld raakt tussen het portier en de carrosserie.
Controleer het veiligheidsgordelsysteem regelmatig. Let op beschadigingen, zoals
scheuren en rafels, en op losse onderdelen. Gebruik een beschadigde veiligheids-
gordel niet, maar laat hem zo snel mogelijk vervangen. Een beschadigde veiligheids-
gordel kan de veiligheid van de desbetreffende inzittende niet waarborgen.
Controleer of de gordel en de gesp vergrendeld zijn en of de gordel niet gedraaid is.
Neem direct contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als de veilig-
heidsgordel niet goed werkt.
Laat de stoelen, inclusief de veiligheidsgordels, vervangen als de auto betrokken is
geweest bij een ernstig ongeval, ook al is er geen zichtbare schade.
Probeer de veiligheidsgordels niet zelf te plaatsen, verwijderen, wijzigen, demonte-
ren of af te voeren. Laat eventueel noodzakelijke reparaties uitvoeren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige. Als de veiligheidsgordels niet op de juiste wijze
worden gebruikt, werken ze mogelijk niet meer naar behoren.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 42 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
43
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
Airbags voor
Bestuurdersairbag/voorpassagiersairbag
Helpen het hoofd en de borst van de bestuurder en de voorpassagier te
beschermen tegen contact met onderdelen van het interieur
Knie-airbags
Helpen de bestuurder en de voorpassagier te beschermen.
Side airbags en curtain airbags
Side airbags
Helpen het bovenlichaam van de voorste inzittenden te beschermen
Curtain airbags
Helpen het hoofd van de passagiers op de buitenste zitplaatsen voor en
achter te beschermen
SRS-airbags
De SRS-airbags worden geactiveerd als de auto betrokken raakt bij bepaalde
soorten zware aanrijdingen, die zouden kunnen leiden tot ernstig letsel voor
de inzittenden. Ze werken samen met de veiligheidsgordels om de kans op
ernstig letsel te beperken.
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 43 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
44 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
De belangrijkste onderdelen van het airbagsysteem en de actieve motorkap zijn
hierboven afgebeeld. Het SRS-airbagsysteem en de actieve motorkap worden
aangestuurd door de airbag-ECU. Bij het activeren van de airbags zorgt een
chemische reactie in de ontstekingsmechanismen ervoor dat de airbags snel
gevuld worden met niet-giftig gas om de beweging van de inzittenden te helpen
beperken. Wanneer de actieve motorkap wordt geactiveerd, komt een niet-gif-
tig gas vrij als gevolg van een chemische reactie in het hefsysteem. Hierdoor
komen de zuigers snel omhoog en komt het achterste deel van de motorkap
omhoog. (Actieve motorkap: Blz. 55)
Onderdelen SRS-airbagsysteem
Motorkaphefsysteem
Aan/uit-schakelaar airbag
Voorpassagiersairbag
Curtain airbags
Knie-airbags
Controlelampjes
PASSENGER AIR BAG
Gordelspanners en spankrachtbe-
grenzers
Sensoren aanrijding opzij (voor)
Side airbags voor
Waarschuwingslampje SRS
Bestuurdersairbag
Sensoren aanrijding opzij (achter)
Positiesensor bestuurdersstoel
Schakelaar veiligheidsgordel
bestuurder
Airbag-ECU
Sensoren frontale aanrijding
Sensoren actieve motorkap
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 44 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
45
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
Neem met betrekking tot de airbags de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Alle inzittenden dienen hun veiligheidsgordel op de juiste manier te dragen.
De airbags zijn aanvullende middelen die samen met de veiligheidsgordels gebruikt
moeten worden.
De bestuurdersairbag wordt met een aanzienlijke kracht geactiveerd, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de bestuurder zich erg dicht bij de airbag
bevindt.
Het gevaarlijkst bij de activering van de airbag zijn de eerste 50 - 75 mm; door een
afstand van minimaal 250 mm tot het stuurwiel aan te houden, hanteert u een veilige
marge. Dit is de afstand gemeten vanaf het midden van het stuurwiel tot aan uw
borstbeen. Als u nu minder dan 250 mm van de airbag zit, kunt u uw zitpositie op
verschillende manieren wijzigen:
Plaats uw stoel zo ver mogelijk naar achteren terwijl de pedalen nog goed kunnen
worden bediend.
Zet de rugleuning iets achterover.
Hoewel auto's verschillen, verkrijgen veel bestuurders, zelfs met de bestuurders-
stoel helemaal naar voren, de afstand van 250 mm door simpelweg de rugleuning
iets achterover te zetten. Als u door het achterover zetten van uw stoel de weg
niet goed meer kunt zien, kunt u een stevig, niet-glad kussen gebruiken om hoger
te zitten, of uw stoel hoger zetten wanneer uw auto deze mogelijkheid biedt.
Als het stuurwiel verstelbaar is, kantel het dan naar beneden. Hierdoor wijst de
airbag naar uw borst in plaats van naar uw hoofd en nek.
De stoel dient te worden afgesteld zoals hierboven aanbevolen, terwijl de pedalen
en het stuurwiel nog steeds goed bediend kunnen worden en u het instrumentenpa-
neel nog goed kunt zien.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 45 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
46 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
De voorpassagiersairbag wordt ook met een aanzienlijke kracht geactiveerd waar-
door ernstig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de voorpassagier zich erg dicht bij
de airbag bevindt. De voorpassagiersstoel dient zo ver mogelijk van de airbag af te
staan, met de rugleuning rechtop.
Kinderen die niet goed op de stoel zitten en/of niet goed vastzitten, kunnen ernstig
letsel oplopen door een geactiveerde airbag. Gebruik de veiligheidsgordels nooit
voor baby's of kleine kinderen, maar zet hen goed vast in een baby- of kinderzitje.
Lexus raadt u met klem aan om alle kinderen achterin te laten plaatsnemen en ze
altijd te vervoeren in een passend baby- of kinderzitje of met een zitkussen en/of vei-
ligheidsgordels. Achterin zitten kinderen veiliger dan op de voorpassagiersstoel.
(Blz. 59)
Ga niet op het puntje van de stoel zitten en
leun niet op het dashboard.
Laat een kind niet op de voorpassagiersstoel
staan of bij een voorpassagier op schoot zit-
ten.
Sta niet toe dat voorpassagiers voorwerpen
op hun knieën vasthouden.
Leun niet tegen het portier, de dakzijrail en de
voor-, midden- en achterstijl.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 46 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
47
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
Hang geen kleerhangers of harde voorwerpen aan de kledinghaakjes. Dergelijke
voorwerpen kunnen als een projectiel gelanceerd worden en ernstig letsel veroorza-
ken wanneer de curtain airbags geactiveerd worden.
Zorg ervoor dat het gedeelte waar de knie-airbag wordt geactiveerd niet door iets
wordt afgedekt.
Gebruik geen accessoires die het gedeelte van de stoel waarin de side airbags geac-
tiveerd worden, afdekken omdat dat het activeren van de airbags negatief kan beïn-
vloeden. Dergelijke accessoires kunnen tot resultaat hebben dat de side airbags niet
op de juiste wijze geactiveerd worden, helemaal niet geactiveerd worden of per
ongeluk geactiveerd worden, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Laat niemand op de passagiersstoel knielen
met het hoofd naar het portier gericht en laat
niemand zijn hoofd of handen buiten de auto
steken.
Bevestig niets aan en laat niets rusten tegen
componenten als het dashboard, het stuur-
wielkussen of het onderste deel van het dash-
board.
Dergelijke voorwerpen kunnen als een pro-
jectiel worden gelanceerd als de bestuurder-
sairbag, de voorpassagiersairbag en de knie-
airbag worden geactiveerd.
Bevestig geen voorwerpen aan onderdelen
van de auto, zoals het portier, de voorruit, de
portierruit, de voor- of achterstijl, de dakstijl en
de handgreep. (Met uitzondering van het label
voor de snelheidsbeperking Blz. 664)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 47 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
48 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
Oefen geen overmatige kracht uit op delen waarin onderdelen van het airbagsys-
teem aanwezig zijn.
Als dat wel gebeurt, kunnen er storingen aan de SRS-airbags ontstaan.
Raak onderdelen van het airbagsysteem niet aan direct nadat de SRS-airbags geacti-
veerd zijn, omdat deze heet kunnen zijn.
Als u na het activeren van de SRS-airbags moeilijkheden met de ademhaling onder-
vindt, open dan een portier of ruit om frisse lucht binnen te laten of verlaat de auto als
u dat op een veilige manier kunt doen. Als er poederdeeltjes op uw huid zijn terecht-
gekomen, was deze er dan zo snel mogelijk af om huidirritatie te voorkomen.
Als de delen van de auto waarin airbags ondergebracht zijn, zoals het stuurwielkus-
sen en de bekleding van de voor- en achterstijlen, beschadigd of gescheurd zijn, laat
deze dan vervangen door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wijzigingen aan en afvoeren van onderdelen van het SRS-airbagsysteem
Voer uw auto niet af en voer geen van onderstaande veranderingen uit zonder eerst
een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te raadplegen. De airbags kunnen defect
raken of per ongeluk worden geactiveerd (opgeblazen), waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
Plaatsen, verwijderen, demonteren en repareren van de airbags
Reparaties, wijzigingen, verwijderen of vervangen van het stuurwiel, instrumentenpa-
neel, dashboard, stoelen of stoelbekleding, voor-, midden- en achterstijlen en dakzij-
rails
Reparaties of wijzigingen aan het voorspatbord, de voorbumper of de zijkant van het
passagierscompartiment
Plaatsen van een bullbar, sneeuwploeg of lier
Wijzigingen aan de wielophanging van de auto
Plaatsen van elektronische apparatuur als een mobiele tweewegradio (zend-/ont-
vanginstallatie) of CD-speler
Wijzigingen aan de auto ten behoeve van mindervaliden
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 48 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
49
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
Als de SRS-airbags worden geactiveerd
U kunt lichte schaafplekken, brandwonden, kneuzingen, e.d. oplopen als gevolg van de
zeer hoge snelheid waarmee de SRS-airbags worden geactiveerd door hete gassen.
Er is een luide knal hoorbaar en er komt wit poeder vrij.
Gedurende enkele minuten na het activeren van de airbags kunnen de onderdelen van
de airbagmodule (stuurwielnaaf, afdekkap airbag en ontstekingsmechanisme) evenals
de voorstoelen, delen van de voor- en achterstijlen en de daklijstbekleding nog heet
zijn. De airbag zelf kan ook heet zijn.
De voorruit kan barsten.
Auto's met ERA-GLONASS/EVAK: Als een airbag wordt geactiveerd, belt het sys-
teem automatisch naar het controlecentrum van ERA-GLONASS/EVAK*. De locatie
van de auto wordt doorgegeven (zonder dat de toets SOS hoeft te worden ingedrukt)
en een medewerker zal proberen om met de inzittenden te praten om de ernst van de
situatie vast te stellen en te bepalen of hulp nodig is. Als de inzittenden niet in staat zijn
om te communiceren, behandelt de medewerker de oproep automatisch als een nood-
geval en schakelt hij of zij de noodzakelijke hulpdiensten in. (Blz. 540)
*: In sommige gevallen kan er geen oproep worden geplaatst. (Blz. 543)
Voorwaarden voor activering van de SRS-airbags (SRS-airbags voor)
De airbags voor worden geactiveerd als een bepaalde drempelwaarde wordt over-
schreden (vergelijkbaar met een frontale aanrijding met een snelheid van ongeveer 20
- 30 km/h tegen een muur die niet kan bewegen of vervormen).
Deze drempelsnelheid kan in de volgende situaties echter veel hoger liggen:
Wanneer de auto iets raakt dat kan bewegen en/of vervormen, zoals een gepar-
keerde auto of lantaarnpaal
Wanneer de auto betrokken raakt bij een ongeval waarbij de neus van de auto
onder een vrachtwagen terechtkomt
Afhankelijk van het type aanrijding worden mogelijk alleen de gordelspanners geacti-
veerd.
Voorwaarden voor activering van de SRS-airbags (SRS side airbags en curtain air-
bags)
De SRS-side airbags en curtain airbags worden geactiveerd als een bepaalde drem-
pelwaarde wordt overschreden (vergelijkbaar met ter plaatse van het passagierscom-
partiment aangereden worden met een snelheid van ongeveer 20 - 30 km/h door een
ongeveer 1.500 kg wegend voertuig, komend vanuit een richting die haaks staat op de
positie van de auto).
De curtain airbags worden geactiveerd bij een ernstige frontale aanrijding.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 49 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
50 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
Omstandigheden waarbij de SRS-airbags geactiveerd kunnen worden, anders dan bij
een aanrijding
De airbags voor en de curtain airbags kunnen ook geactiveerd worden bij zware stoten
tegen de onderkant van de auto. Zie de afbeelding voor een aantal voorbeelden.
Soorten aanrijdingen waarbij de airbags soms niet geactiveerd worden (airbags voor)
De airbags voor worden over het algemeen niet geactiveerd bij aanrijdingen van opzij of
van achteren, als de auto over de kop slaat of bij een frontale aanrijding op lage snelheid.
Maar wanneer een aanrijding voldoende voorwaartse deceleratie veroorzaakt, worden
de airbags voor mogelijk geactiveerd.
Raken van een stoeprand of een ander hard
voorwerp
In of over een diepe kuil rijden
Hard neerkomen
Aanrijding van opzij
Aanrijding van achteren
Over de kop slaan
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 50 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
51
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
Soorten aanrijdingen waarbij de side airbags en de curtain airbags mogelijk niet wor-
den geactiveerd
De side airbags en curtain airbags treden mogelijk niet in werking bij aanrijdingen van
opzij onder een bepaalde hoek of bij aanrijdingen van opzij waarbij het passagierscom-
partiment niet wordt geraakt.
De side airbags treden over het algemeen niet in werking bij aanrijdingen van voren of
van achteren, als de auto over de kop slaat of bij een aanrijding van opzij op lage snel-
heid.
De curtain airbags treden over het algemeen niet in werking bij aanrijdingen van achte-
ren, als de auto over de kop slaat of bij een aanrijding van opzij of bij een frontale aanrij-
ding op lage snelheid.
Aanrijding van opzij waarbij het passagiers-
compartiment niet wordt geraakt
Aanrijding van opzij onder een hoek
Aanrijding van voren
Aanrijding van achteren
Over de kop slaan
Aanrijding van achteren
Over de kop slaan
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 51 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
52 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
Wanneer moet u contact opnemen met een erkende Lexus-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
In de volgende gevallen zal controle en/of reparatie van de auto nodig zijn. Neem zo snel
mogelijk contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Nadat een of meer SRS-airbags zijn geactiveerd.
De voorzijde van de auto is beschadigd of ver-
vormd of de auto was betrokken bij een onge-
val dat niet van zodanige aard was dat de
airbags vóór werden geactiveerd.
Bij beschadiging of vervorming van een
gedeelte van een portier of het omliggende
gebied of bij een ongeval dat niet van zoda-
nige aard was dat de side airbags en curtain
airbags werden geactiveerd.
Bij krassen, scheuren of andere beschadigin-
gen aan het stuurwielkussen of het dashboard
bij de voorpassagiersairbag of het onderste
gedeelte van het instrumentenpaneel.
Bij krassen, scheuren of andere beschadigin-
gen aan de zijkant van de leuning van een
voorstoel met een side airbag.
Bij krassen, scheuren of andere beschadigin-
gen in het deel van de voor- en achterstijl en
de daklijstbekleding met de curtain airbags.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 52 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
53
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
Controlelampje
PASSENGER AIR BAG
Het controlelampje ON gaat branden
als het airbagsysteem is ingeschakeld
(alleen als het contact AAN staat).
Aan/uit-schakelaar airbag
Steek de mechanische sleutel in de
slotcilinder en draai deze in de stand
OFF.
Het controlelampje OFF gaat branden
(alleen als het contact AAN staat).
Aan/uit-schakelaar airbag
Met dit systeem kunnen de voorpassagiersairbag en de knie-airbag voor de
voorpassagier worden uitgeschakeld.
Schakel deze airbags alleen uit als er een baby- of kinderzitje op de voorpas-
sagiersstoel gebruikt wordt.
1
2
Uitschakelen van de voorpassagiersairbag en de knie-airbag voor de
voorpassagier
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 53 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
54 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
Informatie over controlelampje PASSENGER AIR BAG
Als een van de onderstaande problemen optreedt, is er mogelijk een storing in het sys-
teem aanwezig. Laat de auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
ON noch OFF gaat branden.
Het controlelampje reageert niet wanneer de aan/uit-schakelaar van de airbag van
ON naar OFF wordt gezet.
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Plaats vanwege veiligheidsredenen het baby- of kinderzitje altijd op een achterstoel.
Als de achterstoel niet kan worden gebruikt, mag de voorstoel worden gebruikt zo
lang de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand OFF wordt gezet.
Als de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand ON blijft staan, kan de kracht die met
het activeren (opblazen) van de airbag gepaard gaat, ernstig letsel veroorzaken.
Als er geen baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel is geplaatst
Controleer of de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand ON staat.
Als de schakelaar in stand OFF staat, zal de airbag in geval van een ongeval niet wor-
den geactiveerd, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 54 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
55
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
Wanneer de sensoren achter de voorbumper contact met een lichaam, bijvoor-
beeld een voetganger, vaststellen dat voldoet aan of hoger is dan de drempel-
waarde terwijl er met de auto wordt gereden binnen het snelheidsbereik waarbij
het systeem in werking treedt, zal het systeem in werking treden en ervoor zor-
gen dat het achterste deel van de motorkap omhoogkomt.
Sensoren
Motorkap
Hefsysteem
Actieve motorkap
Bij een frontale aanrijding met een lichaam, bijvoorbeeld een voetganger,
zorgt het systeem van de actieve motorkap ervoor dat het achterste deel van
de motorkap omhoogkomt om het risico op een harde klap op het hoofd e.d.
van de voetganger te verminderen door de speling van de motorruimte te
vergroten.
Mechanisme actieve motorkap
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 55 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
56 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
De actieve motorkap treedt in werking wanneer de auto een botsing signaleert
zoals hieronder omschreven:
De voorbumper signaleert een frontale aanrijding met bijvoorbeeld een voet-
ganger of iets groters terwijl er met de auto wordt gereden met een snelheid
van ongeveer 25 - 55 km/h. (Het systeem wordt bediend bij een aanrijding
die overeenkomt met de drempelwaarde of hoger, zelfs bij een minder grote
aanrijding die geen sporen achterlaat op de voorbumper. Ook treedt het sys-
teem, afhankelijk van de omstandigheden van de aanrijding en de rijsnelheid,
mogelijk in werking bij een aanrijding met een licht of klein voorwerp of een
klein dier.)
In andere gevallen treedt het systeem mogelijk in werking wanneer tegen het
onderste deel van de auto of de voorbumper wordt gestoten, bijvoorbeeld:
Tegen een stoeprand botsen
In een diepe kuil rijden
•Hard neerkomen
Het raken van de helling van een parkeerplaats, een glooiende weg, een
uitstekend of vallend voorwerp
Werkingsvoorwaarden actieve motorkap
WAARSCHUWING
Wanneer de actieve motorkap wordt geactiveerd
Trek de ontgrendelingshendel van de motorkap niet naar u toe. Wanneer u dit doet
nadat de actieve motorkap in werking is getreden, zal de motorkap verder omhoog-
komen en mogelijk letsel veroorzaken.
Rijd niet met een motorkap die omhoog is gekomen, anders wordt het zicht van de
bestuurder mogelijk gehinderd, wat een ongeval kan veroorzaken.
Druk niet met kracht op de motorkap. De omhooggekomen motorkap kan niet met
de hand in de oorspronkelijke positie worden teruggebracht. Als u dat wel doet, kan
de motorkap vervormd raken of letsel veroorzaken.
Laat, als de actieve motorkap is geactiveerd, de auto nakijken door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige. Breng, als de actieve motorkap is geactiveerd, de auto
onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Raak direct nadat de actieve motorkap in werking is getreden het hefsysteem niet
aan, omdat dit heet kan zijn en brandwonden kan veroorzaken.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 56 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
57
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
Voorzorgsmaatregelen actieve motorkap
Neem vóór het afvoeren van uw auto contact op met een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Het systeem van de actieve motorkap kan niet opnieuw worden gebruikt wanneer
deze geactiveerd is geweest. Laat het vervangen door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Omstandigheden waaronder de actieve motorkap mogelijk niet juist werkt
Mogelijk werkt de actieve motorkap onder de volgende omstandigheden niet juist:
Als een voetganger in botsing komt met de rechter- of linkerhoek van de voorbumper
of de zijkant van de auto. Het systeem werkt mogelijk niet doordat dergelijke botsingen
niet goed kunnen worden gesignaleerd.
Als de rijsnelheid niet juist wordt gesignaleerd, bijvoorbeeld wanneer de auto zijwaarts
glipt, werkt het systeem mogelijk niet goed.
Omstandigheden waaronder de actieve motorkap mogelijk niet werkt
Mogelijk werkt de actieve motorkap onder de volgende omstandigheden niet:
Een botsing met een liggende voetganger
Een frontale stoot tegen de voorbumper bij een rijsnelheid die niet binnen het bereik
ligt waarbij het systeem in werking treedt
Een aanrijding van opzij of van achteren
Over de kop slaan van de auto (bij sommige aanrijdingen treedt de actieve motorkap
mogelijk in werking)
OPMERKING
Voorzorgsmaatregelen actieve motorkap
Sluit de motorkap voordat u gaat rijden, aangezien het systeem mogelijk niet goed
werkt wanneer de motorkap niet volledig is gesloten.
Controleer ook of alle banden de voorgeschreven maat en spanning hebben
(Blz. 703). Als banden met een verschillende maat worden gebruikt, werkt het
systeem mogelijk niet goed.
Als iets het gebied rond de voorbumper heeft geraakt, raken de sensoren mogelijk
beschadigd, zelfs wanneer de actieve motorkap niet is geactiveerd. Laat de auto con-
troleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Verwijder of repareer de onderdelen of bedrading van de actieve motorkap niet.
Anders kan het systeem onbedoeld worden geactiveerd of werkt het systeem moge-
lijk niet goed. Als reparatie of vervanging noodzakelijk is, neem dan contact op met
een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Verwijder onderdelen als de voorbumper, motorkap of wielophanging niet en vervang ze
niet door niet-originele onderdelen. Anders werkt het systeem mogelijk niet goed.
Plaats niks op de voorbumper of de motorkap. Anders kunnen de sensoren een aan-
rijding mogelijk niet goed waarnemen of werkt het systeem mogelijk niet goed.
Sluit de motorkap niet met kracht en oefen geen belasting uit op het hefsysteem.
Anders kan dat systeem beschadigd raken en werkt het mogelijk niet goed.
Breng geen wijzigingen aan de wielophanging aan, aangezien veranderingen in de
wagenhoogte ervoor kunnen zorgen dat het systeem niet goed werkt.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 57 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
58 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
U wordt aangeraden om kinderen op de achterstoelen te vervoeren om te
voorkomen dat ze per ongeluk tegen onderdelen aankomen, zoals de selec-
tiehendel, de ruitenwisserschakelaar, enz.
Gebruik het kinderslot van het achterportier of de blokkeerschakelaar van de
ruitbediening om te voorkomen dat kinderen het portier openen tijdens het
rijden of per ongeluk de elektrisch bedienbare ruit bedienen.
Laat kleine kinderen geen onderdelen bedienen waarbij lichaamsdelen vast
kunnen komen te zitten of bekneld kunnen raken, zoals de elektrisch bedien-
bare ruiten, de motorkap, de klep van de bagageruimte, de stoelen enzo-
voort.
Veiligheidsinformatie voor kinderen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht als er kinderen in de auto
aanwezig zijn.
Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de
veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen.
WAARSCHUWING
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit met de sleutel spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te starten of de neutraalstand in te schake-
len. Er bestaat ook het risico dat kinderen letsel oplopen wanneer ze met de ruiten, het
schuifdak of andere voorzieningen in de auto spelen. Verder kan de temperatuur in de
auto zo hoog oplopen of zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan worden.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 58 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
59
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
Studies hebben uitgewezen dat het plaatsen van een baby- of kinderzitje op de
achterstoel veel veiliger is dan op de voorpassagiersstoel.
Kies een baby- of kinderzitje dat past bij uw auto en dat geschikt is voor de
leeftijd en de lengte van het kind.
Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing
van de fabrikant van het zitje.
In deze handleiding vindt u algemene aanwijzingen met betrekking tot het
plaatsen. (Blz. 67)
Als er in het land waarin u woont regels zijn voor baby- en kinderzitjes, neem
dan contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor het
plaatsen van het baby- of kinderzitje.
Lexus raadt aan om een zitje te kiezen met het keurmerk ECE R44.
Baby- en kinderzitjes
Lexus raadt sterk aan gebruik te maken van baby- en kinderzitjes.
Punten om rekening mee te houden
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 59 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
60 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
Het keurmerk ECE R44 maakt onderscheid tussen 5 groepen baby- en kinder-
zitjes:
Groep 0: Minder dan 10 kg (0 - 9 maanden)
Groep 0+: Minder dan 13 kg (0 - 2 jaar)
Groep I: 9 - 18 kg (9 maanden - 4 jaar)
Groep II: 15 - 25 kg (4 - 7 jaar)
Groep III: 22 - 36 kg (6 jaar - 12 jaar)
In deze handleiding worden de volgende 3 veelgebruikte typen baby- of kinder-
zitjes die kunnen worden vastgezet met de veiligheidsgordel nader uitgelegd:
Soorten baby- en kinderzitjes
Babyzitje Kinderzitje
Komt overeen met groep 0 en 0+ van
ECE R44
Komt overeen met groep 0+ en I van
ECE R44
Zitkussen
Komt overeen met groep II en III van
ECE R44
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 60 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
61
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
In deze tabel wordt aangegeven in hoeverre een baby- of kinderzitje in verschil-
lende zitposities kan worden geplaatst.
Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel:
U: Geschikt voor een “universeel” baby- of kinderzitje dat is goedgekeurd
voor gebruik in deze gewichtsgroep.
UF: Geschikt voor een in de rijrichting geplaatst “universeel” baby- of kinder-
zitje dat is goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
L1: Geschikt voor een zitje van het type LEXUS G 0+, BABYSAFE PLUS met
VEILIGHEIDSGORDELBEVESTIGING, BASE PLATFORM (0 - 13 kg)
dat is goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
L2: Geschikt voor een LEXUS KIDFIX zitje (15 - 36 kg) dat is goedgekeurd
voor gebruik in deze gewichtsgroep.
X: Geen geschikte zitpositie voor kinderen in deze gewichtsgroep.
Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor diverse zitposities
Voo rp ass ag ie rssto el Achterstoel
Aan/uit-schakelaar airbag
AAN UIT Buitenste Midden
0
Minder dan 10 kg
(0 - 9 maanden)
X
Niet
toegestaan
U*1U*3
L1*3X
0+
Minder dan 13 kg
(0 - 2 jaar)
X
Niet
toegestaan
U*1U*3
L1*3X
I
9 - 18 kg
(9 maanden - 4 jaar)
Teg e n
de rijrichting
in - X
Niet
toegestaan U*1U*3X
In de
rijrichting:
UF*1
II, III
15 - 36 kg
(4 - 12 jaar)
UF*1, 2 U*1, 2 U*2, 3
L2*2, 3 X
Gewichtsgroepen
Zitpositie
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 61 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
62 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
AANWIJZING:
*1: Zet de rugleuning van de voorstoel zo ver mogelijk rechtop. Zet de zitting van de
voorstoel helemaal naar achteren.
Zet de zitting in de hoogste stand Als het baby- of kinderzitje het dak raakt, verlaag
dan de stoelpositie.
Volg deze procedures
Plaatsen van een babyzitje met steunvoet
Indien de rugleuning in de weg zit wanneer u het babyzitje op de steunvoet wilt
bevestigen, verplaatst u de rugleuning naar achteren tot er voldoende ruimte is.
Plaatsen van een in de rijrichting geplaatst kinderzitje
Als er een opening aanwezig is tussen het kinderzitje en de rugleuning, kantel de
rugleuning dan naar achteren totdat het zitje en de rugleuning goed contact
maken.
Als het schouderbevestigingspunt van de veiligheidsgordel zich vóór de gordel-
geleider van het kinderzitje bevindt, verplaatst u de zitting naar voren.
Plaatsen van een zitkussen
Als het kind erg rechtop zit, zet u de rugleuning in een comfortabelere stand.
Als het schouderbevestigingspunt van de veiligheidsgordel zich vóór de gordel-
geleider van het kinderzitje bevindt, verplaatst u de zitting naar voren.
*2: Verwijder de hoofdsteun indien deze de werking van het zitje hindert.
*3: Laat niemand plaatsnemen op de middelste zitplaats als de linker stoel voor een kin-
derzitje wordt gebruikt.
De baby- en kinderzitjes die in de tabel genoemd worden, zijn buiten de EU wel-
licht niet of moeilijk verkrijgbaar.
Andere dan de in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes kunnen eveneens
worden gebruikt als is gecontroleerd of ze geschikt zijn voor gebruik in uw auto.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 62 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
63
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
In deze tabel wordt aangegeven in hoeverre een baby- of kinderzitje in verschil-
lende zitposities kan worden geplaatst.
Geschiktheid baby- of kinderzitjes voor diverse zitposities
(met ISOfix-bevestigingssysteem)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 63 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
64 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
(1) Voor zitjes zonder ISO/XX grootteklasse-indeling (A - G) voor de
gewichtsgroep moet de fabrikant van de auto de voertuigspecifieke ISO-
fix-baby- of kinderzitje(s) voor elke positie aangeven.
Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel:
IUF: Geschikt voor een in de rijrichting geplaatst universeel ISOFIX-baby- of
kinderzitje dat is goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
IL: Geschikt voor een ISOfix-baby- of kinderzitje uit de categorie “specifiek”,
“beperkt” of “semi-universeel” dat is goedgekeurd voor gebruik in deze
gewichtsgroep.
X: ISOfix-positie niet geschikt voor ISOfix-baby- of kinderzitjes in deze
gewichtsgroep en/of grootteklasse.
*: Verwijder de hoofdsteun indien deze de werking van het zitje hindert. Neem niet
plaats op de middelste zitplaats achter wanneer er een baby- of kinderzitje op de lin-
ker zitplaats achter is geplaatst.
Wanneer een LEXUS MINI of LEXUS MIDI wordt gebruikt, past u de steunpoot
en de ISOfix-koppelingen als volgt aan:
Vergrendel de steunpoot bij ope-
ning nr. 4. (Tegen de rijrichting in
geplaatst LEXUS MIDI, LEXUS
MINI)
Vergrendel de steunpoot bij ope-
ning nr. 6. (Alleen in de rijrichting
geplaatst LEXUS MIDI)
Vergrendel de ISOfix-koppelingen
bij nr. 4 en 5.
De baby- en kinderzitjes die in de tabel genoemd worden, zijn buiten de EU wel-
licht niet of moeilijk verkrijgbaar.
Andere dan de in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes kunnen eveneens
worden gebruikt als is gecontroleerd of ze geschikt zijn voor gebruik in uw auto.
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 64 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
65
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
Als er een baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel wordt geplaatst
Kiezen van een geschikt baby- of kinderzitje
Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen.
Als het kind te groot is voor een zitje, laat het dan plaatsnemen op de achterstoel en
gebruik de veiligheidsgordel in de auto. (Blz. 38)
Als u een baby- of kinderzitje op de voorpassa-
giersstoel moet gebruiken, moet u deze stoel als
volgt instellen:
Zet de rugleuning zo veel mogelijk rechtop
Zet de zitting in de hoogste stand
Schuif de zitting helemaal naar achteren
WAARSCHUWING
Gebruik van een baby- of kinderzitje
Het gebruik van een baby- of kinderzitje dat niet geschikt is voor deze auto vormt geen
goede bescherming voor het kind. Het kind kan dan (bij plotseling remmen of bij een
ongeval) ernstig letsel oplopen.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 65 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
66 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen bij baby- en kinderzitjes
De meest effectieve bescherming van een kind tijdens een ongeval of bij hard rem-
men, is het gebruik van een baby- of kinderzitje dat is afgestemd op de leeftijd en
grootte van het kind. Het vasthouden van een kind in de armen is geen vervanging
voor een baby- of kinderzitje. Bij een ongeval kan een kind dan de voorruit raken of
klem komen te zitten tussen u en het dashboard. Bij hard remmen of uitwijken of bij
een aanrijding kan het kind ernstig letsel oplopen.
Lexus adviseert met klem gebruik te maken van een geschikt baby- of kinderzitje dat
past bij de lengte van het kind en dat op de achterstoel is geplaatst. In ongevallensta-
tistieken is aangetoond dat kinderen minder verwondingen oplopen als zij op de ach-
terstoelen op de juiste wijze vastzitten dan als zij op de voorstoel zitten.
Gebruik nooit een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op de voor-
passagiersstoel als de aan/uit-schakelaar voor de airbag in stand ON staat.
(Blz. 53)
Bij een ongeval kan het kind ernstig letsel oplopen door de kracht waarmee de voor-
passagiersairbag wordt geactiveerd.
Plaats een in de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje alleen op de voorpassagiers-
stoel als het niet anders kan. Plaats nooit baby- of kinderzitjes die aan de bovenzijde
vastgemaakt moeten worden op de voorpassagiersstoel, aangezien deze stoel niet
van bovenste bevestigingspunten is voorzien. Zet de rugleuning zo ver mogelijk
rechtop en de stoel zo ver mogelijk naar achteren, omdat de voorpassagiersairbag
met aanzienlijke snelheid en kracht wordt geactiveerd. Hierdoor kan ernstig letsel
ontstaan.
Laat een kind niet met het hoofd of een ander lichaamsdeel tegen het portier leunen
of tegen dat deel van de stoel, de voor- en achterstijl of de dakstijl leunen waarin de
side airbag of de curtain airbag is ondergebracht, ook niet als het kind in een baby- of
kinderzitje zit. Anders kan het kind ernstig letsel oplopen als bij een aanrijding de side
airbags of de curtain airbags worden geactiveerd.
Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant en controleer na het plaatsen van het zitje of het stevig is bevestigd. Als het
zitje niet stevig vastzit, kan het kind bij hard remmen of uitwijken of bij een aanrijding
ernstig letsel oplopen.
Als er kinderen in de auto aanwezig zijn
Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de veiligheidsgordel om de nek
van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt, knip de gordel dan
door met een schaar.
Als het baby- of kinderzitje niet in gebruik is
Laat het zitje goed vastzitten op de stoel, zelfs als het niet wordt gebruikt. Plaats het
baby- of kinderzitje niet los in het passagierscompartiment.
Wanneer u het zitje toch moet verwijderen, bewaar het dan buiten de auto of zet het
vast in de bagageruimte. Dit voorkomt dat inzittenden hierdoor bij hard remmen of
uitwijken of bij een ongeval letsel oplopen.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 66 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
67
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
Veiligheidsgordels (bij een driepunts-
veiligheidsgordel met blokkeerauto-
maat (ELR) is een blokkeerclip
noodzakelijk)
ISOfix-bevestigingssysteem
Voor de buitenste zitplaatsen achter zijn
achter de klepjes lage bevestigingspun-
ten aanwezig.
Bevestigingssteunen (bovenste gordel)
Voor de buitenste achterstoelen zijn
bovenste bevestigingspunten aanwezig.
Plaatsen van een baby- of kinderzitje
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van het baby- of kinderzitje. Zet het
baby- of kinderzitje stevig vast op de zitplaatsen met de veiligheidsgordel of
het ISOfix-bevestigingssysteem. Zet het baby- of kinderzitje met de bovenste
gordel vast.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 67 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
68 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje
Plaats het zitje zodanig op de
achterstoel dat het kind naar ach-
teren kijkt.
Voer de veiligheidsgordel door
het baby- of kinderzitje en steek
de gesp in de gordelsluiting. Con-
troleer of de gordel niet gedraaid
is.
Als uw baby- of kinderzitje niet is
voorzien van een vergrendelsys-
teem voor de veiligheidsgordel, zet
het zitje dan vast met een blokkeer-
clip.
Beweeg het baby- of kinderzitje na het plaatsen naar achteren en naar voren
om te controleren of het goed vastzit.
Plaatsen van een baby- of kinderzitje met behulp van een veiligheids-
gordel
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 68 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
69
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
In de rijrichting geplaatst kinderzitje
Verwijder de hoofdsteun indien
deze de werking van het zitje hin-
dert.
Plaats het baby- of kinderzitje
zodanig op de stoel dat het kind
in de rijrichting kijkt.
Voer de veiligheidsgordel door
het baby- of kinderzitje en steek
de gesp in de gordelsluiting. Con-
troleer of de gordel niet gedraaid
is.
Als uw baby- of kinderzitje niet is
voorzien van een vergrendelsys-
teem voor de veiligheidsgordel, zet
het zitje dan vast met een blokkeer-
clip.
Beweeg het baby- of kinderzitje na het plaatsen naar achteren en naar voren
om te controleren of het goed vastzit.
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 69 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
70 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
Zitkussen
Plaats het baby- of kinderzitje
zodanig op de stoel dat het kind
in de rijrichting kijkt.
Plaats het kind in het baby- of kin-
derzitje. Zet het kind vast met de
veiligheidsgordel volgens de aan-
wijzingen van de fabrikant en
steek de gesp in de gordelsluiting.
Controleer of de gordel niet
gedraaid is.
Controleer of de schoudergordel
goed over de schouder van het kind
loopt en het heupgedeelte zo laag
mogelijk ligt. (Blz. 38)
Druk de ontgrendelknop op de gordel-
sluiting in en laat de gordel helemaal
oprollen.
1
2
Verwijderen van een baby- of kinderzitje dat is vastgezet met een vei-
ligheidsgordel
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 70 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
71
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
Verwijder de hoofdsteun indien
deze de werking van het zitje hin-
dert.
Bevestig de gespen aan de speciale
stangen.
Als het zitje een bovenste gordel heeft,
moet deze worden vastgezet aan de
bevestigingssteun.
Plaatsen met het ISOfix-bevestigingssysteem
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 71 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
72 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
Verwijder de hoofdsteun indien
deze de werking van het zitje hin-
dert.
Maak het baby- of kinderzitje vast
met de veiligheidsgordel of met het
ISOfix-bevestigingssysteem.
Open het klepje van de bevesti-
gingssteun, zet de haak vast aan de
bevestigingssteun en trek de boven-
ste gordel aan.
Controleer of de bovenste gordel goed
vastzit.
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje gebruikmaken van een borgclip. Volg de aanwijzin-
gen van de fabrikant van het baby- of kinderzitje. Als uw zitje niet over een blokkeerclip
beschikt, kunt u deze kopen bij een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige:
Blokkeerclip voor baby- of kinderzitje
(onderdeelnr. 73119-22010)
Baby- en kinderzitjes met een bovenste gordel
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 72 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
73
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Volg de aanwijzingen in de montagehandleiding van het baby- of kinderzitje en zet het
zitje goed vast.
Als het baby- of kinderzitje niet goed wordt vastgezet, kan het kind of een andere pas-
sagier bij plotseling remmen, een uitwijkmanoeuvre of een aanrijding ernstig letsel
oplopen.
Als het kinderzitje niet goed gemonteerd kan
worden omdat de bestuurdersstoel in de weg
zit, moet het kinderzitje rechts achterin
(auto's met linkse besturing) of links achterin
(auto's met rechtse besturing) worden
gemonteerd.
Verstel de voorpassagiersstoel zodanig dat
deze geen contact maakt met het baby- of
kinderzitje.
Als er een in de rijrichting geplaatst baby- of
kinderzitje op de voorpassagiersstoel wordt
geplaatst, moet de stoel zo ver mogelijk naar
achteren worden geschoven.
Als dat niet gedaan wordt, kan er ernstig let-
sel ontstaan als de airbags geactiveerd wor-
den.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 73 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
74 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Gebruik nooit een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinderzitje op de voorpas-
sagiersstoel als de aan/uit-schakelaar voor de
airbag in stand ON staat. (Blz. 53)
Bij een ongeval kan het kind ernstig letsel
oplopen door de kracht waarmee de voor-
passagiersairbag wordt geactiveerd.
Een waarschuwingslabel op de zonneklep
aan passagierszijde geeft aan dat het niet is
toegestaan om een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinderzitje op de voorpas-
sagiersstoel te plaatsen.
In onderstaande afbeelding is het label in
detail te zien.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 74 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
75
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Als er in het land waarin u woont regels zijn voor baby- en kinderzitjes, neem dan
contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor het plaatsen van het
baby- of kinderzitje.
Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schoudergordel over het mid-
den van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet langs de nek van het kind
lopen, maar mag ook niet van de schouder van het kind vallen. Als de gordel niet
goed over de schouder ligt, kan het kind bij plotseling remmen of uitwijken of bij een
aanrijding ernstig letsel oplopen.
Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de veiligheids-
gordel niet gedraaid is.
Beweeg het baby- of kinderzitje naar links en naar rechts en naar voren en naar ach-
teren om te controleren of het goed is geplaatst.
Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.
Het correct vastzetten van een baby- of kinderzitje aan de bevestigingspunten
Controleer bij het gebruik van de onderste bevestigingspunten of er geen vreemde
voorwerpen rond de bevestigingspunten aanwezig zijn en of de gordel niet klem zit
achter het baby- of kinderzitje. Controleer of het zitje goed vastzit. Als het zitje niet
stevig vastzit, kan het kind of een andere passagier bij plotseling remmen of uitwijken of
bij een aanrijding ernstig letsel oplopen.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 75 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
76 1-1. Voor een veilig gebruik
IS300h_EE(OM53E44E)
Belangrijke voorzorgsmaatregelen in verband met
uitlaatgassen
Uitlaatgassen bevatten stoffen die schadelijk zijn bij inademing.
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten het schadelijke koolmonoxide (CO). Dit is een kleurloos en reuk-
loos gas. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, kunnen er uitlaatgassen in de auto
terechtkomen waardoor de bestuurder duizelig kan worden en een ongeval kan veroor-
zaken, of waardoor de gezondheid van de inzittenden ernstig kan worden geschaad.
Belangrijke punten tijdens het rijden
Houd de achterklep gesloten.
Als u uitlaatgassen ruikt in de auto, zelfs als de achterklep gesloten is, moet u de rui-
ten openzetten en de auto zo snel mogelijk laten nakijken door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Tijdens het parkeren
Als de auto zich in een slecht geventileerde omgeving of een afgesloten ruimte
bevindt, zoals een garage, moet u het hybridesysteem uitschakelen.
Laat bij stilstaande auto het hybridesysteem niet langdurig ingeschakeld.
Als dat niet anders kan, parkeer de auto dan op een open plek en zorg ervoor dat er
geen uitlaatgassen in het interieur terecht kunnen komen.
Laat het hybridesysteem niet draaien op een plaats waar sneeuw de afvoer van de
uitlaatgassen zou kunnen hinderen. Als sneeuw de afvoer van uitlaatgassen hindert
wanneer het hybridesysteem in werking is, kunnen er uitlaatgassen in de auto
terechtkomen.
Uitlaatpijp
Het uitlaatsysteem dient regelmatig te worden gecontroleerd. Laat uw auto nakijken
en repareren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige bij gaten of scheuren als
gevolg van corrosie of beschadigingen aan verbindingsstukken, of bij een abnormaal
geluid van het uitlaatsysteem.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 76 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
77
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
1-2. Hybridesysteem
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de werkelijk-
heid.
Benzinemotor
Elektromotor (tractiemotor)
Kenmerken hybridesysteem
Uw auto is een hybridevoertuig. De eigenschappen van uw auto zijn anders
dan die van conventionele auto's. Zorg ervoor dat u de eigenschappen van uw
auto goed leert kennen en gebruik de functies voorzichtig.
Bij het hybridesysteem werken een benzinemotor en een elektromotor (trac-
tiemotor) samen, afhankelijk van de rijomstandigheden, om het brandstofver-
bruik en de uitlaatgasemissie te verlagen.
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 77 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
78 1-2. Hybridesysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Bij stilstand/tijdens wegrijden
Wanneer de auto stilstaat, wordt de benzinemotor uitgeschakeld*. Bij het
wegrijden wordt de auto aangedreven door de elektromotor (tractiemotor).
Bij het rijden met lage snelheid of bij het afrijden van een flauwe helling wordt
de benzinemotor uitgeschakeld* en wordt de elektromotor (tractiemotor)
ingeschakeld.
Wanneer de selectiehendel in stand N staat, wordt het batterijpakket (tractie-
batterij) niet opgeladen.
*: Wanneer het batterijpakket (tractiebatterij) moet worden opgeladen of wanneer de
motor aan het opwarmen is, enz., wordt de benzinemotor niet automatisch uitge-
schakeld. (Blz. 79)
Tijdens normaal rijden
De auto wordt voornamelijk aangedreven door de benzinemotor. De elektro-
motor (tractiemotor) laadt zo nodig het batterijpakket (tractiebatterij) op.
Tijdens sterk accelereren
Wanneer het gaspedaal volledig wordt ingetrapt, wordt de energie van het
batterijpakket (tractiebatterij) toegevoegd aan de energie die de benzinemo-
tor levert via de elektromotor (tractiemotor).
Tijdens het remmen (regeneratief remmen)
De wielen drijven de elektromotor (tractiemotor) aan, waardoor energie
wordt opgewekt en het batterijpakket (tractiebatterij) wordt opgeladen.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 78 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
79
1-2. Hybridesysteem
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
Regeneratief remmen
In de volgende situaties wordt kinetische energie omgezet in elektrische energie en
wordt er een afremmingskracht gegenereerd terwijl tegelijkertijd het batterijpakket
(tractiebatterij) wordt opgeladen.
Het gaspedaal wordt losgelaten terwijl de selectiehendel in stand D of S staat.
Het rempedaal wordt ingetrapt terwijl de selectiehendel in stand D of S staat.
Controlelampje EV-modus
Omstandigheden waarin de benzinemotor mogelijk niet wordt uitgeschakeld
De benzinemotor wordt automatisch gestart en uitgeschakeld. De benzinemotor stopt
echter mogelijk niet automatisch onder de volgende omstandigheden:
Tijdens de opwarmfase van de benzinemotor
Tijdens het laden van het batterijpakket (tractiebatterij)
Als de temperatuur van het batterijpakket (tractiebatterij) hoog of laag is
Als de verwarming is ingeschakeld
Opladen van het batterijpakket (tractiebatterij)
Omdat het batterijpakket (tractiebatterij) indien nodig door de benzinemotor wordt
opgeladen, hoeft het niet door een externe bron te worden opgeladen. Als de auto ech-
ter gedurende lange tijd wordt geparkeerd, wordt het batterijpakket (tractiebatterij)
langzaam ontladen. Daarom moet u ervoor zorgen dat er elke paar maanden gedu-
rende minimaal 30 minuten of 16 km met de auto gereden wordt. Als het batterijpakket
(tractiebatterij) volledig ontladen raakt en u het hybridesysteem niet meer kunt starten,
neem dan contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Opladen van de 12V-accu
Blz. 683
Het controlelampje EV-modus gaat branden
wanneer de auto alleen door de elektromotor
(tractiemotor) wordt aangedreven of de benzi-
nemotor niet draait.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 79 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
80 1-2. Hybridesysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Als de 12V-accu leeg is, vervangen is of verwijderd is geweest.
De benzinemotor stopt mogelijk niet, ook niet als de auto door het batterijpakket (trac-
tiebatterij) wordt aangedreven. Als dit een aantal dagen achter elkaar het geval is, neem
dan contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Geluiden en trillingen die kenmerkend zijn voor een hybrideauto
Mogelijk zijn er geen motorgeluiden hoorbaar of trillingen voelbaar terwijl de auto wel
kan rijden en het controlelampje READY brandt. Activeer na het parkeren uit veilig-
heidsoverwegingen de parkeerrem en zet de selectiehendel in stand P.
De volgende geluiden of trillingen kunnen hoorbaar of voelbaar zijn als het hybridesys-
teem in werking is en deze duiden niet op een defect:
Aan de onderzijde van de auto kan de elektromotor hoorbaar zijn.
Bij het inschakelen of uitschakelen van het hybridesysteem kan er geluid hoorbaar zijn
dat afkomstig is van het batterijpakket (tractiebatterij) achter de achterstoelen.
Bij het inschakelen of uitschakelen van het hybridesysteem zijn er mogelijk werkingsge-
luiden van het relais te horen, zoals een klik of een vaag gerammel, dat afkomstig is van
het batterijpakket (tractiebatterij) onder de achterstoelen.
Er kunnen geluiden van het hybridesysteem hoorbaar zijn wanneer de achterklep
geopend is.
Als de benzinemotor start of stopt, bij rijden met lage snelheden of als de motor met
stationair toerental draait, kunnen er geluiden hoorbaar zijn van de transmissie.
Bij sterk accelereren kunnen er motorgeluiden hoorbaar zijn.
Als het rempedaal wordt ingetrapt of het gaspedaal wordt losgelaten, kunnen er gelui-
den hoorbaar zijn die worden veroorzaakt door het regeneratief remmen.
Als de benzinemotor start of stopt, kunnen trillingen voelbaar zijn.
Via de ventilatieopening aan beide zijden van de achterstoelleuning kunnen er gelui-
den hoorbaar zijn die afkomstig zijn van de koelventilator.
Onderhoud, reparatie, recycling en afvoer
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor onderhoud, reparatie,
recycling en afvoer. Voer de auto niet zelf af.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijvoorbeeld het in- of uitschakelen van het controlelampje EV-modus)
kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 708)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 80 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
81
1-2. Hybridesysteem
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de werkelijk-
heid.
Voorzorgsmaatregelen hybridesysteem
Wees voorzichtig met het hybridesysteem, aangezien dit een hoogspannings-
systeem (max. ongeveer 650 V) bevat, evenals onderdelen die extreem heet
worden als het hybridesysteem in werking is. Volg de aanwijzingen op de
waarschuwingslabels op.
Waarschuwingslabel
Vermogensregeleenheid
Elektromotor (tractiemotor)
Batterijpakket (tractiebatterij)
Servicestekker
Hoogspanningskabels (oranje)
Aircocompressor
1
2
3
4
5
6
7
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 81 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
82 1-2. Hybridesysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
De rechterzijkant van de achterleuning
is voorzien van een ventilatieopening
voor de koeling van het batterijpakket
(tractiebatterij). Als deze ventilatieope-
ning wordt afgedekt, kan het batte-
rijpakket oververhit raken, waardoor
het door het batterijpakket geleverde
vermogen afneemt.
Het uitschakelsysteem voor noodgevallen zorgt ervoor dat het hoogspannings-
systeem en de brandstofpomp worden uitgeschakeld als de botsingssensor een
aanrijding met een kracht boven een bepaalde drempelwaarde heeft gesigna-
leerd, om de kans op een elektrische schok en brandstoflekkage tot een mini-
mum te beperken. Als het uitschakelsysteem voor noodgevallen in werking is
getreden, kunt u uw auto niet meer starten. Neem contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige om het hybridesysteem weer te starten.
Als er een storing in het hybridesysteem optreedt, of als het systeem onjuist
wordt bediend, wordt automatisch een melding weergegeven.
Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven waarschuwingsmelding
en volg de aanwijzingen op.
(Blz. 630)
Ventilatieopening batterijpakket (tractiebatterij)
Uitschakelsysteem voor noodgevallen
Waarschuwingsmelding hybridesysteem
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 82 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
83
1-2. Hybridesysteem
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
Als er een waarschuwingslampje gaat branden of een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven of als de 12V-accu wordt losgekoppeld
Mogelijk start het hybridesysteem niet. Probeer in dit geval het systeem opnieuw te star-
ten. Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het controlelampje
READY niet gaat branden.
Als de brandstof opraakt
Als de brandstof op is en het hybridesysteem niet kan worden gestart, vult u de tank met
ten minste de hoeveelheid benzine die nodig is om het waarschuwingslampje laag
brandstofniveau (Blz. 625) uit te laten gaan. Als er slechts een kleine hoeveelheid
brandstof in de tank zit, kan het hybridesysteem mogelijk niet worden gestart. (De stan-
daardhoeveelheid brandstof is ongeveer 10 liter, als de auto op een vlakke ondergrond
staat. Deze waarde kan afwijken als de auto op een helling staat. Vul extra brandstof bij
wanneer de auto schuin staat.)
Elektromagnetische golven
De hoogspanningsonderdelen en -kabels van hybrideauto's zijn voorzien van een
afscherming voor elektromagnetische golven en zenden ongeveer net zo veel elektro-
magnetische golven uit als conventionele auto's met een benzinemotor, of elektroni-
sche huishoudapparatuur.
Uw auto kan storingen veroorzaken in niet-originele audio-onderdelen.
Batterijpakket (tractiebatterij)
De levensduur van het batterijpakket (tractiebatterij) is beperkt. De levensduur van het
batterijpakket (tractiebatterij) kan veranderen afhankelijk van de rijstijl en de rijomstan-
digheden.
Declaration of conformity
De uitstoot van waterstof van dit model voldoet aan reglement ECE100 (voor de veilig-
heid van elektrisch aangedreven auto's met batterijen).
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 83 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
84 1-2. Hybridesysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen hoogspanningssysteem
Deze auto heeft zowel hoogspanningssystemen (wissel- en gelijkspanning) als een
12V-systeem. Beide hoogspanningssystemen (wissel- en gelijkspanning) zijn zeer
gevaarlijk en kunnen zeer ernstig letsel, ernstige brandwonden en elektrische schok-
ken veroorzaken.
Verwijder of vervang nooit hoogspanningscomponenten, hoogspanningskabels en
de stekkers ervan, raak ze niet aan en haal ze niet uit elkaar.
Het hybridesysteem wordt na het starten heet, aangezien het systeem gebruikmaakt
van hoogspanning. Wees alert op zowel hoogspanning als hoge temperaturen en
volg altijd de aanwijzingen op de waarschuwingslabels op.
Waarschuwingen voor het geval de auto bij een ongeval betrokken raakt
Neem de volgende voorschriften in acht om de kans op ernstig letsel te beperken:
Duw of sleep uw auto indien mogelijk van de weg, activeer de parkeerrem, zet de
selectiehendel in stand P en schakel het hybridesysteem uit.
Raak de onderdelen, kabels en stekkers waar hoogspanning op staat niet aan.
Als binnen of buiten de auto elektrische bedrading blootligt, kan er een elektrische
schok optreden. Raak blootliggende elektrische bedrading nooit aan.
Raak bij een eventuele vloeistoflekkage de vloeistof niet aan omdat het geconcen-
treerde alkalische elektrolyt uit het batterijpakket (tractiebatterij) kan zijn. Spoel
vloeistof die op uw huid of in uw ogen terecht is gekomen direct af met veel water of,
indien mogelijk, met boorwater. Schakel onmiddellijk medische hulp in.
Stap zo snel mogelijk uit als er brand uitbreekt in de hybrideauto. Gebruik nooit een
brandblusser die niet is bedoeld voor het blussen van brand als gevolg van een elek-
trische storing. Zelfs het gebruik van een geringe hoeveelheid water om te blussen
kan al gevaarlijk zijn.
Als uw auto gesleept moet worden, dient dit te gebeuren met de achterwielen van de
grond. Als de wielen die gekoppeld zijn aan de elektromotor (tractiemotor) tijdens
het slepen de grond raken, kan de elektromotor elektriciteit blijven opwekken. Hier-
door kan brand ontstaan. (Blz. 616)
Controleer het wegdek/de bodem onder de auto zorgvuldig. Als er vloeistoflekkage
waarneembaar is, kan het brandstofsysteem beschadigd zijn. Verlaat uw auto zo
spoedig mogelijk.
Open nooit de klep onder het opbergvak in
de bodem van de bagageruimte waarachter
zich de servicestekker bevindt. De service-
stekker, waar hoogspanning op staat, wordt
alleen gebruikt bij onderhoud aan de auto.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 84 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
85
1-2. Hybridesysteem
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Batterijpakket (tractiebatterij)
U mag het batterijpakket nooit doorverkopen, overdragen aan iemand anders of
aanpassen. Om ongelukken te voorkomen worden batterijpakketten die uit afge-
dankte auto's worden gehaald, ingezameld door een erkende Lexus-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Voer het batterijpakket niet zelf af.
Als batterijpakketten niet juist worden ingezameld, kan het volgende gebeuren, met
ernstig letsel tot gevolg:
Het batterijpakket kan illegaal worden verkocht of ergens worden gedumpt, het is
schadelijk voor het milieu en iemand kan een onderdeel aanraken dat onder
hoogspanning staat en een elektrische schok krijgen.
Het batterijpakket is bedoeld om uitsluitend te worden gebruikt in uw hybride-
auto. Als het batterijpakket buiten uw auto wordt gebruikt of op een of andere
manier wordt aangepast, kunnen er ongelukken mee gebeuren: iemand kan een
elektrische schok krijgen, het batterijpakket kan hitte en rook genereren, er kan
zich een ontploffing voordoen en er kan elektrolyt uit het batterijpakket lekken.
Wanneer u uw auto doorverkoopt of overdraagt, is het risico van een ongeval zeer
groot, omdat de persoon die de auto ontvangt mogelijk niet op de hoogte is van
deze gevaren.
Als uw auto wordt afgevoerd zonder dat het batterijpakket is verwijderd, bestaat de
kans op zware elektrische schokken als hoogspanningsonderdelen, kabels en aan-
sluitingen hiervan aangeraakt worden. Wanneer uw auto moet worden afgevoerd,
dient het batterijpakket te worden afgevoerd door een erkende Lexus-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige. Als het batterijpakket niet op de juiste manier wordt afgevoerd, kan dit
elektrische schokken veroorzaken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
OPMERKING
Ventilatieopening batterijpakket (tractiebatterij)
Voorkom dat voorwerpen de ventilatieopening blokkeren. Het batterijpakket (trac-
tiebatterij) kan oververhit en beschadigd raken.
Reinig de ventilatieopening regelmatig om oververhitting van het batterijpakket
(tractiebatterij) te voorkomen.
Laat de ventilatieopening niet nat of vuil worden, anders kan er kortsluiting ontstaan
en kan het batterijpakket (tractiebatterij) beschadigd raken.
Vervoer geen grote hoeveelheden water, zoals een gevuld reservoir voor een water-
dispenser, in de auto. Als er water op het batterijpakket (tractiebatterij) komt, kan het
batterijpakket beschadigd raken. Laat de auto controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 85 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
86
IS300h_EE(OM53E44E)
1-3. Antidiefstalsysteem
Het controlelampje knippert nadat het
contact UIT is gezet om aan te geven
dat het systeem in werking is.
Het controlelampje stopt met knippe-
ren als het contact in stand ACC of
AAN wordt gezet om aan te geven dat
het systeem is uitgeschakeld.
Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrije startblokkering.
Omstandigheden waardoor het systeem mogelijk niet goed werkt
Als de greep van de sleutel tegen een metalen voorwerp wordt gehouden
Als de sleutel dicht bij of tegen een sleutel met ingebouwde transponderchip van een
andere auto wordt gehouden
Startblokkering
De sleutels van de auto zijn uitgerust met ingebouwde transponderchips die
voorkomen dat het hybridesysteem gestart kan worden met een sleutel die
niet in een eerder stadium is geregistreerd in de computer van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto achter als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om autodiefstal te voorkomen, maar absolute
beveiliging tegen elke vorm van diefstal kan niet worden gegarandeerd.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 86 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
87
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
Verklaring voor de startblokkering
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 87 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
88 1-3. Antidiefstalsysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 88 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
89
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 89 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
90 1-3. Antidiefstalsysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 90 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
91
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 91 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
92 1-3. Antidiefstalsysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 92 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
93
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 93 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
94 1-3. Antidiefstalsysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 94 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
95
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 95 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
96 1-3. Antidiefstalsysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 96 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
97
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 97 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
98 1-3. Antidiefstalsysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na veranderen of verwijderen kan de juiste
werking van het systeem niet worden gegarandeerd.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 98 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
99
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
Auto's die met dit systeem zijn uitge-
rust, zijn voorzien van labels op de rui-
ten van de beide voorportieren.
Zet het contact UIT, laat alle inzittenden de auto verlaten en controleer of alle
portieren gesloten zijn.
Bij gebruik van de instapfunctie:
Raak binnen 5 seconden tweemaal het sensorgebied van de buitenportiergreep
aan.
Met de afstandsbediening:
Druk tweemaal binnen 5 seconden op .
Bij gebruik van de instapfunctie: Houd de buitenportiergreep vast.
Bij gebruik van de afstandsbediening: Druk op .
Supervergrendeling
Toegang door onbevoegden wordt voorkomen door het ontgrendelen van de
portieren zowel van buitenaf als van binnenuit onmogelijk te maken.
Inschakelen van de supervergrendeling
Uitschakelen van de supervergrendeling
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen voor de supervergrendeling
Schakel de supervergrendeling nooit in als er zich nog personen in de auto bevinden,
omdat de portieren dan niet van binnenuit kunnen worden geopend.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 99 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
100 1-3. Antidiefstalsysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Met licht en geluid worden alarmsignalen gegeven wanneer er een inbraakpo-
ging wordt gedetecteerd.
Wanneer het alarmsysteem is ingeschakeld, wordt het alarm onder de volgende
omstandigheden geactiveerd:
Een vergrendeld portier of de achterklep wordt ontgrendeld of geopend zon-
der gebruik te maken van de instapfunctie of de afstandsbediening. (Het por-
tier wordt automatisch weer vergrendeld.)
De motorkap wordt geopend.
De inbraaksensor signaleert een beweging in de auto. (Iemand dringt de auto
binnen.) (indien aanwezig)
Als de hellingsensor een verandering van de helling van de auto signaleert.
(indien aanwezig)
Sluit de portieren, de achterklep en de
motorkap en vergrendel alle portieren
met de instapfunctie (indien aanwezig)
of de afstandsbediening. Na 30 secon-
den wordt het systeem automatisch
ingeschakeld.
Het systeem is ingeschakeld zodra het
controlelampje niet meer constant
brandt maar knippert.
Alarm
: Indien aanwezig
Het alarm
Inschakelen van het alarmsysteem
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 100 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
101
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
Deactiveer of schakel het alarm uit volgens een van de onderstaande manieren:
Ontgrendel de portieren of open de achterklep met de instapfunctie of de
afstandsbediening.
Schakel het hybridesysteem in. (Het alarm wordt na enkele seconden gede-
activeerd of uitgeschakeld.)
Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrij alarmsysteem.
Zaken die gecontroleerd moeten worden alvorens de auto te vergrendelen
Controleer onderstaande zaken om ongewild activeren van het alarm en diefstal te
voorkomen:
Er is niemand in de auto.
De ruiten en het schuifdak (indien aanwezig) zijn gesloten voordat het alarm wordt
ingeschakeld.
Er zijn geen waardevolle spullen of persoonlijke zaken in de auto achtergebleven.
Deactiveren of uitschakelen van het alarm
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 101 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
102 1-3. Antidiefstalsysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Activeren van het alarm
Het alarm kan in de volgende situaties geactiveerd worden:
(Door het stopzetten van het alarm wordt het systeem gedeactiveerd.)
Door alarmsysteem bediende portiervergrendeling
In de volgende gevallen worden, afhankelijk van de situatie, de portieren automatisch
vergrendeld om potentiële indringers buiten de auto te houden:
Wanneer een in de auto achtergebleven persoon het portier ontgrendelt en het alarm
wordt geactiveerd.
Terwijl het alarm is geactiveerd, ontgrendelt een in de auto achtergebleven persoon
het portier.
Bij het bijladen of vervangen van de 12V-accu
De portieren worden ontgrendeld met de
mechanische sleutel.
De achterklep kan met de mechanische sleu-
tel worden geopend.
Iemand in de auto opent een portier, de ach-
terklep of de motorkap of ontgrendelt de auto.
De 12V-accu wordt opgeladen of vervangen
terwijl de auto is vergrendeld. (Blz. 683)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 102 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
103
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
De inbraaksensor signaleert indringers of een beweging in de auto.
De hellingsensor signaleert een verandering van de hoek van de auto ten
opzichte van het wegdek, die bijvoorbeeld ontstaat als de auto weggesleept
wordt.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te voorkomen, maar een optimale beveili-
ging tegen elke vorm van inbraak kan niet worden gegarandeerd.
De inbraaksensor en hellingsensor instellen
Als het alarm wordt ingeschakeld, worden de inbraaksensor en de hellingsen-
sor automatisch ingesteld. (Blz.100)
De inbraaksensor en de hellingsensor uitschakelen
Als u huisdieren of bewegende voorwerpen in de auto achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor en de hellingsensor uitschakelt voordat
u het alarm instelt, omdat deze sensoren reageren op bewegingen binnen in
de auto.
Zet het contact UIT.
Druk op de uitschakeltoets van
de inbraaksensor en hellingsen-
sor.
Druk opnieuw op de toets om de
inbraaksensor en de hellingsensor
weer in te schakelen.
Telkens wanneer de inbraaksensor
wordt uitgeschakeld/ingeschakeld,
wordt er een melding weergegeven
op het multi-informatiedisplay in het
instrumentenpaneel.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na veranderen of verwijderen kan de juiste
werking van het systeem niet worden gegarandeerd.
Inbraaksensor (indien aanwezig)/inbraaksensor en hellingsensor
(indien aanwezig)
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 103 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
104 1-3. Antidiefstalsysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Uitschakelen en automatisch weer inschakelen van de inbraaksensor en hellingsensor
Het alarm wordt ingeschakeld zelfs wanneer de inbraaksensor en de hellingsensor zijn
uitgeschakeld.
Nadat de inbraaksensor en de hellingsensor uitgeschakeld zijn, worden deze opnieuw
ingeschakeld door op de startknop te drukken of de portieren te ontgrendelen met de
instapfunctie (indien aanwezig) of de afstandsbediening.
De inbraaksensor en de hellingsensor zullen automatisch weer worden ingeschakeld
wanneer het alarmsysteem gedeactiveerd wordt.
Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende gevallen mogelijk het alarm:
Plaatsen met extreme trillingen of geluiden of situaties waarin de auto wordt blootge-
steld aan herhaaldelijke schokken of trillingen:
Wanneer de auto is geparkeerd in een parkeergarage
Wanneer de auto wordt vervoerd per boot, aanhangwagen, trein, enz.
Wanneer ijs van de auto verwijderd wordt
Wanneer de auto zich in een wasstraat of een hogedruk-wasinstallatie bevindt
Wanneer de auto zich in een hagel- of onweersbui bevindt
Een ruit of het schuifdak is open.
In dit geval registreert de sensor mogelijk het
volgende:
Wind of beweging van voorwerpen, zoals
bladeren en insecten, in de auto
Ultrasoongolven van apparaten, zoals de
inbraaksensoren van andere auto's
Het bewegen van mensen buiten de auto
Er bevinden zich onstabiele voorwerpen,
zoals loshangende accessoires of kleding aan
kledinghaakjes, in de auto.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 104 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
105
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
IS300h_EE(OM53E44E)
Informatie over de hellingsensor
De sensor activeert in de volgende gevallen mogelijk het alarm:
De auto wordt vervoerd per boot, aanhangwagen, trein, enz.
De auto staat geparkeerd in een parkeergarage.
De auto bevindt zich in een wasstraat waarin de auto verplaatst wordt.
Een van de banden verliest zijn spanning.
De auto wordt opgekrikt.
Er doet zich een aardbeving of wegverzakking voor.
OPMERKING
Om de inbraaksensor goed te laten functioneren
Als u andere accessoires installeert dan originele Lexus-onderdelen of wanneer u
voorwerpen achterlaat tussen de bestuurdersstoel en de stoel van de voorpassagier,
werkt de inbraaksensor mogelijk minder goed.
Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook
niet, omdat hierdoor de werking van de sen-
soren in negatieve zin beïnvloed kan worden.
Spuit geen luchtverfrisser of andere produc-
ten rechtstreeks in de openingen van de sen-
soren.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 105 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
106 1-3. Antidiefstalsysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 106 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
107
2
Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
2. Instrumentenpaneel
Wa a rs c hu w i ng s la m pj e s
en controlelampjes..................108
Meters en tellers ...........................113
Multi-informatiedisplay ..............119
Energiemonitor/
verbruiksscherm ...................... 136
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 107 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
108
IS300h_EE(OM53E44E)
2. Instrumentenpaneel
Behalve F SPORT-uitvoeringen
F SPORT-uitvoeringen
De eenheden die voor de tellers worden gebruikt, kunnen per regio verschillen.
Waarschuwingslampjes en controlelampjes
De waarschuwingslampjes en controlelampjes op het instrumentenpaneel en
middenpaneel informeren de bestuurder over de status van de diverse syste-
men in de auto.
Om de functie van alle lampjes uit te leggen, zijn in de volgende afbeelding
alle waarschuwingslampjes en controlelampjes brandend afgebeeld.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 108 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
109
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Waarschuwingslampjes informeren de bestuurder over storingen in de aange-
geven systemen van de auto.
*1: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te geven dat er
een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het hybridesysteem is inge-
schakeld of na enkele seconden. Er kan een storing in een systeem aanwezig zijn als
een lampje niet gaat branden of uitgaat. Laat de auto controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
Waarschuwingslampjes
*1Waarschuwingslampje
remsysteem (Blz. 623)
*1
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje PCS
(Blz. 625)
*1Waarschuwingslampje
remsysteem (Blz. 623)
*1Controlelampje
Traction Control
(Blz. 625)
*1
(indien aanwezig)
Laadstroomcontrolelampje
(Blz. 623)
Waarschuwingslampje
open portier/achterklep
(Blz. 625)
*1Motorcontrolelampje
(Blz. 624)
Waarschuwingslampje
laag brandstofniveau
(Blz. 625)
*1Waarschuwingslampje SRS
(Blz. 624)
Controlelampje bestuur-
ders- en voorpassagiers-
gordel (Blz. 626)
*1Waarschuwingslampje ABS
(Blz. 624)
*2Controlelampjes
achterpassagiersgordels
(Blz. 626)
Waarschuwingslampje
parkeerrem (Blz. 624)
*1Centraal waarschuwings-
lampje (Blz. 626)
*1Waarschuwingslampje
elektrische stuurbekrachti-
ging (Blz. 624)
*1Waarschuwingslampje
lage bandenspanning
(Blz. 626)
(indien aanwezig)
Controlelampje LDA
(Lane Departure Alert)
(Blz. 624)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 109 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
110 2. Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
De controlelampjes informeren de bestuurder over de bedrijfsstatus van de ver-
schillende systemen van de auto.
Controlelampjes
Controlelampje richting-
aanwijzers (Blz. 275)
*2
(indien aanwezig)
Controlelampje LDA
(Lane Departure Alert)
(Blz. 323)
Controlelampje achterlicht
(Blz. 279)
(indien aanwezig)
Controlelampje Lexus
Parking Assist-sensor
(Blz. 352)
Controlelampje
grootlicht (Blz. 279)
*1, 2
Controlelampje
Traction Control
(Blz. 397)
*1
(indien aanwezig)
Controlelampje Automatic
High Beam-systeem
(Blz. 282)
*1Controlelampje VSC OFF
(Blz. 398)
Controlelampje
mistachterlicht
(Blz. 286)
*1, 3
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje PCS
(Blz. 314)
(indien aanwezig)
Controlelampje
cruise control
(Blz. 336, 348)
*4, 5
(indien aanwezig)
BSM-indicatoren
(Blind Spot Monitor) in de
buitenspiegels (Blz. 377)
(indien aanwezig)
Controlelampje Dynamic
Radar Cruise Control
(Blz. 336)
*6Controlelampje
antidiefstalsysteem
(Blz. 86, 100)
(indien aanwezig)
Controlelampje
cruise control SET
(Blz. 336, 348)
*7Controlelampje
lage buitentemperatuur
(Blz.113)
(indien aanwezig)
Controlelampje LDA
(Lane Departure Alert)
(Blz. 323)
Controlelampje READY
(Blz. 261)
(indien aanwezig)
Controlelampje LDA
(Lane Departure Alert)
(Blz. 323)
Controlelampje EV-modus
(Blz. 79)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 110 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
111
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
*1: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te geven dat er
een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het hybridesysteem is inge-
schakeld of na enkele seconden. Er kan een storing in een systeem aanwezig zijn als
een lampje niet gaat branden of uitgaat. Laat de auto controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*2: Het lampje knippert om aan te geven dat het systeem in werking is.
*3: Het lampje gaat branden wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
*4: Om aan te geven dat het systeem werkt, gaan de BSM-indicatoren in de buitenspie-
gels in de volgende situaties branden:
Wanneer het contact AAN wordt gezet terwijl de hoofdschakelaar voor de BSM
is ingeschakeld.
Wanneer de hoofdschakelaar voor de BSM wordt ingeschakeld terwijl het contact
AAN is.
Wanneer het systeem correct werkt, gaan de BSM-indicatoren in de buitenspiegels
na enkele seconden uit.
Wanneer de BSM-indicatoren in de buitenspiegels niet gaan branden of niet uitgaan,
kan er een storing in het systeem aanwezig zijn.
Laat wanneer dit het geval is de auto controleren door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
*8Controlelampje EV MODE
(Blz. 266)
*9
(indien aanwezig)
Controlelampje SPORT S
(Blz. 392)
*9Controlelampje EV MODE
(Blz. 266)
*9
(indien aanwezig)
Controlelampje SPORT S+
(Blz. 392)
*8Controlelampje
ECO MODE (Blz. 392)
*9
(indien aanwezig)
Controlelampje
CUSTOMIZE (Blz. 392)
*9Controlelampje
ECO-modus (Blz. 392)
Controlelampje
SNOW-modus
(Blz. 269)
*8Controlelampje SPORT
(Blz. 392)
*1, 6 Controlelampje
PASSENGER AIR
BAG
(Blz. 53)
*9
(indien aanwezig)
Controlelampje SPORT
(Blz. 392)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 111 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
112 2. Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
*5: Dit lampje gaat branden in de buitenspiegels.
*6: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
*7: Wanneer de buitentemperatuur ongeveer 3°C of lager is, gaat het controlelampje
gedurende 10 seconden knipperen en blijft daarna branden.
*8: Behalve F SPORT-uitvoeringen
*9: F SPORT-uitvoeringen
WAARSCHUWING
Als een waarschuwingslampje van een veiligheidssysteem niet gaat branden
Als een lampje van een veiligheidssysteem zoals het ABS of het waarschuwingslampje
SRS niet gaan branden als u het hybridesysteem start, kan dat betekenen dat deze sys-
temen niet beschikbaar zijn om u te beschermen in geval van een ongeval, waardoor
ernstig letsel zou kunnen ontstaan. Laat wanneer dit het geval is de auto onmiddellijk
controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 112 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
113
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Behalve F SPORT-uitvoeringen
FSPORT-uitvoeringen
Wanneer de hoofdteller naar rechts wordt verplaatst, wijzigen sommige
weergaven in het instrumentenpaneel en wijzigt de lay-out van de meters.
Hoofdteller in middenstand
Meters en tellers
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 113 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
114 2. Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Hoofdteller naar rechts verplaatst
De eenheden die voor de tellers worden gebruikt, kunnen per regio verschillen.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur weer
Hybridesysteemindicator
Geeft het vermogen of het regeneratieniveau van het hybridesysteem weer
(Blz.117)
Afhankelijk van de rijmodus wijzigt dit display naar een toerenteller, en op het
instellingendisplay kan worden ingesteld dat de toerenteller in iedere rijmodus
wordt weergegeven. (Blz.128)
Buitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan binnen het bereik -40°C tot 50°C. Het contro-
lelampje lage buitentemperatuur gaat branden als de buitentemperatuur 3°C of
lager is.
Multi-informatiedisplay
Geeft de bestuurder allerlei gegevens met betrekking tot de auto (Blz.119)
Geeft bij een storing waarschuwingsmeldingen weer (Blz. 630)
Snelheidsmeter
Brandstofmeter
Schakelstand en schakelbereik (Blz. 268)
Weergave kilometerteller en dagteller (Blz.133)
1
2
3
7
4
5
6
7
8
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 114 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
115
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Toerentalindicator (F SPORT-uitvoeringen)
Wanneer de motor een ingesteld
toerental bereikt, verschijnt er een
ringvormige indicator in de toeren-
teller.
Het gewenste motortoerental waar-
bij de toerentalindicator wordt weer-
gegeven, kan worden ingesteld via
op het multi-informatiedisplay.
(Blz.128)
Toerentalpiek (F SPORT-uitvoeringen)
Wanneer het motortoerental de
waarde van 4.000 omw/min bereikt
of overschrijdt, wordt er gedurende
ongeveer 0,5 seconden een
nabeeld weergegeven van de toe-
renteller bij het hoogste motortoe-
rental.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 115 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
116 2. Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Hoofdteller (F SPORT-uitvoeringen)
Beweegt tussen de positie in het
midden en rechts.
De helderheid van de dashboardverlichting kan worden ingesteld.
Donkerder
Helderder
Tellers en display worden verlicht als
Het contact AAN staat.
Aanpassing van de helderheid van het dashboard
De helderheid van de dashboardverlichting kan afzonderlijk worden aangepast wanneer
de achterlichten branden en wanneer de achterlichten uit zijn. Wanneer de omgeving
echter licht is (bijvoorbeeld overdag), wordt de helderheid van de dashboardverlichting
niet aangepast wanneer de achterlichten worden ingeschakeld.
De weergave wijzigen
Dimmer dashboardverlichting
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 116 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
117
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Hybridesysteemindicator
Laadgebied
Laat het regeneratieve opladen zien.
Hybride eco-gebied
Laat zien dat er niet vaak gebruik wordt gemaakt van het vermogen van de benzinemotor.
De benzinemotor wordt automatisch gestopt en opnieuw gestart onder verschillende
omstandigheden.
Eco-gebied
Laat zien dat er milieuvriendelijk wordt gereden.
Power-gebied
Laat zien dat de grens van een bereik voor milieuvriendelijk rijden wordt overschre-
den (bij rijden op vol vermogen en dergelijke).
Afhankelijk van de geselecteerde rijmodus wordt de hybridesysteemindicator of de
toerenteller weergegeven. Via van het multi-informatiedisplay kunt u ook instellen
dat de hybridesysteemindicator of de toerenteller permanent wordt weergegeven.
(Blz.128)
De hybridesysteemindicator wordt in de volgende situaties weergegeven:
Wanneer de toerenteller is ingesteld op “weergave afhankelijk van de rijmodus” en
niet de sportmodus als rijmodus is geselecteerd
Wanneer de toerenteller is ingesteld op permanente weergave van de hybridesys-
teemindicator
Als u probeert om de naald (behalve F SPORT-uitvoeringen) of de staafjes (F SPORT-
uitvoeringen) tijdens het rijden in het ECO-gebied te houden, rijdt u milieuvriendelijker.
In het oplaadgebied wordt de regeneratiestatus* aangegeven. De geregenereerde
energie wordt gebruikt om het batterijpakket (tractiebatterij) te laden.
*: Met “regenereren” wordt in deze handleiding het omzetten van bewegingsenergie
van de auto in elektrische energie bedoeld.
Behalve F SPORT-
uitvoeringen
F SPORT-uitvoeringen
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 117 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
118 2. Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Toerenteller
De hybridesysteemindicator schakelt automatisch over naar de toerenteller wanneer de
rijmodus op de sportmodus wordt ingesteld.
De instellingen van het toerentellerdisplay kunnen worden gewijzigd op het multi-infor-
matiedisplay. (Blz. 128)
Motortoerental
Bij hybrideauto's wordt het motortoerental nauwkeurig aangestuurd, vooral om het
brandstofverbruik te verlagen en de uitstoot van schadelijke stoffen te beperken.
Het kan voorkomen dat het weergegeven motortoerental varieert, terwijl de rijomstan-
digheden gelijk blijven.
Weergave buitentemperatuur
Onder de volgende omstandigheden wordt mogelijk niet de juiste buitentemperatuur
weergegeven of duurt het langer voordat de weergave wordt gewijzigd.
Wanneer de auto stilstaat of met lage snelheid rijdt (lager dan 20 km/h)
Wanneer de buitentemperatuur plotseling verandert (bijvoorbeeld bij het in- of uit-
rijden van een garage of tunnel)
Wa n n ee r  of E wordt weergegeven, is het systeem mogelijk defect.
Breng uw auto dan naar uw Lexus-dealer.
Pop-updisplay
In sommige gevallen, bijvoorbeeld wanneer een schakelaar of toets wordt bediend,
wordt tijdelijk een pop-updisplay weergegeven op het multi-informatiedisplay of op het
scherm van de kilometerteller/dagteller (F SPORT-uitvoeringen).
Sommige pop-updisplays kunnen worden in- en uitgeschakeld. (Blz. 128)
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De weergave van het instrumentenpaneel kan op het multi-informatiedisplay aan de per-
soonlijke voorkeur worden aangepast. (Blz.128)
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de motor en onderdelen ervan
Laat de naald van de toerenteller niet in het rode gebied komen dat het maximum-
toerental aangeeft.
Als de naald van de koelvloeistoftemperatuurmeter in het rode gebied (H) staat, kan
de motor oververhit zijn. Breng in dat geval de auto zo snel mogelijk op een veilige
plaats tot stilstand en controleer de motor nadat deze volledig is afgekoeld.
(Blz. 686)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 118 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
119
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Het multi-informatiedisplay verschaft de bestuurder uiteenlopende rijgerela-
teerde informatie, inclusief de actuele buitentemperatuur. Het multi-informatie-
display kan ook worden gebruikt voor het wijzigen van de display-instellingen en
andere instellingen.
Behalve F SPORT-uitvoeringen
Displayzone menu-iconen
Geeft de volgende zaken weer.
Wanneer er geen menu-icoon is geselecteerd, wordt de buitentemperatuur weer-
gegeven.
•Menu-iconen (Blz.124)
Buitentemperatuur (Blz.113)
Displayzone inhoud
Er kunnen verschillende soorten informatie worden weergegeven door een
menu-icoon te selecteren. Daarnaast kunnen in bepaalde situaties pop-updisplays
met waarschuwingen of tips worden weergegeven.
Inhoud menu-icoon (Blz.124)
Waarschuwingsmelding (Blz. 630)
Displayzone controlelampjes/schakelstand
Geeft de volgende zaken weer:
Controlelampjes (Blz.108)
Weergave schakelstand (Blz. 268)
RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig) (Blz. 331)
Multi-informatiedisplay
Overzicht van functies
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 119 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
120 2. Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Displayzone kilometerteller/dagteller (Blz.133)
Geeft de volgende zaken weer:
Kilometerteller/dagteller
Afstand tot de motorolie moet worden ververst
Snelheidswaarschuwing
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel (Blz.122)
Toets kilometerteller/dagteller en resettoets dagteller (Blz.123)
FSPORT-uitvoeringen
Hoofdteller in middenstand
Hoofdteller naar rechts verplaatst
4
5
6
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 120 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
121
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Buitentemperatuur (Blz.113)
Displayzone controlelampjes/schakelstand
Geeft de volgende zaken weer:
Controlelampjes (Blz.108)
Weergave schakelstand (Blz. 268)
RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig) (Blz. 331)
Displayzone inhoud
Hoofdteller in middenstand:
Er worden verschillende soorten rij-informatie weergegeven op de hoofdteller.
Daarnaast kunnen in bepaalde situaties pop-updisplays met waarschuwingen of
tips worden weergegeven.
•Rij-informatie (Blz. 125)
Waarschuwingsmelding (Blz. 630)
Hoofdteller naar rechts verplaatst:
Er kunnen verschillende soorten informatie worden weergegeven door een
menu-icoon te selecteren. Daarnaast kunnen in bepaalde situaties pop-updisplays
met waarschuwingen of tips worden weergegeven.
Inhoud menu-icoon (Blz.124)
Waarschuwingsmelding (Blz. 630)
Displayzone kilometerteller/dagteller (Blz.133)
Geeft de volgende zaken weer:
Kilometerteller/dagteller
Afstand tot de motorolie moet worden ververst
Snelheidswaarschuwing
Menu-iconen (Blz.124)
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel (Blz.122)
Toets kilometerteller/dagteller en resettoets dagteller (Blz.123)
1
2
3
4
5
6
7
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 121 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
122 2. Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Gebruik van de displayzone voor de inhoud
De displayzone voor inhoud wordt bediend met de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.
: Menu-iconen selecte-
ren
: De weergegeven infor-
matie wijzigen, om-
hoog/omlaag scrollen
op het scherm en de
cursor bewegen
Indrukken: Invoeren/instellen
Ingedrukt houden: Resetten
Terugkeren naar het vorige
scherm
Door de toets ingedrukt te houden wordt het eerste scherm van het geselec-
teerde menu-icoon weergegeven.
Behalve F SPORT-uitvoeringen
Indrukken: Het hoofdscherm weergeven
Ingedrukt houden: Het op het moment van indrukken weergegeven
scherm vastleggen als hoofdscherm
F SPORT-uitvoeringen
Verplaatsen van de hoofdteller
Als de hoofdteller naar rechts schuift, worden de menu-iconen aan de linkerzijde
weergegeven.
Een scherm als hoofdscherm vastleggen (behalve F SPORT-uitvoeringen)
U kunt het weergegeven scherm desgewenst vastleggen als hoofdscherm.
Zorg dat het scherm dat u als hoofdscherm wilt vastleggen wordt weergege-
ven en houd ingedrukt.
Er verschijnt een melding waarmee wordt gevraagd om het vastleggen te bevesti-
gen. Als het geselecteerde scherm niet kan worden vastgelegd, wordt een fout-
melding weergegeven.
Wanneer geen scherm is vastgelegd, wordt het rij-informatiescherm weergege-
ven.
Gebruik van het multi-informatiedisplay
1
2
3
4
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 122 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
123
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Resetten van de rij-informatie
Geef om de via weergegeven onderwerpen “gemiddeld brandstofver-
bruik (sinds resetten)”/“gemiddelde rijsnelheid (sinds resetten)”/ “verstreken
tijd (sinds resetten)” te resetten het gewenste onderwerp weer en houd
ingedrukt.
Als elk weergegeven onderwerp kan worden gereset, verschijnt een melding
waarmee wordt gevraagd welk onderwerp u wilt resetten.
Gebruik van de displayzone kilometerteller/dagteller
Deze zone kan worden bediend met de toets kilometerteller/dagteller en
resettoets dagteller.
Indrukken: Weergegeven onder-
werp wijzigen
Het onderwerp verandert iedere
keer dat op de knop of toets wordt
gedrukt.
Ingedrukt houden: Resetten
Geef de gewenste dagteller weer en
houd de toets ingedrukt om de dag-
teller te resetten.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 123 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
124 2. Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Selecteer een menu-icoon om de inhoud ervan weer te geven.
Rij-informatie (Blz.125)
Hiermee kunnen allerlei gegevens met betrekking tot het rijden worden weerge-
geven.
Aan navigatiesysteem gekoppelde weergave (indien aanwezig)
Hiermee kan de volgende aan het navigatiesysteem gekoppelde informatie wor-
den weergegeven.
Routebegeleiding
Kompasdisplay (weergave rijrichting boven)
Aan audiosysteem gekoppelde weergave (indien aanwezig)
Hiermee kunt u een audiobron of muziekstuk selecteren op het instrumentenpa-
neel met behulp van de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel.
Informatie over ondersteunend systeem (indien aanwezig)
Hiermee kan de werkingsstatus van de volgende systemen worden weergegeven:
•Cruise control (Blz. 348)
Dynamic Radar Cruise Control-systeem (Blz. 336)
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) (Blz. 323)
RSA (Road Sign Assist) (Blz. 331)
Weergave waarschuwingsmeldingen (Blz. 630)
Hiermee kunnen waarschuwingsmeldingen en te nemen maatregelen worden
weergegeven als een storing wordt gesignaleerd.
Weergave instellingen (Blz.128)
Hiermee kunnen de instellingen van de weergave van het instrumentenpaneel en
andere instellingen worden gewijzigd.
Menu-iconen
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 124 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
125
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
F SPORT-uitvoeringen: bepaalde rij-informatie kan alleen worden weergegeven
wanneer de hoofdteller in het midden is geplaatst of wanneer deze naar rechts
wordt verplaatst.
Rij-informatie 1/rij-informatie 2/rij-informatie 3
Geeft verschillende soorten rij-informatie weer, zoals onderstaande.
F SPORT-uitvoeringen (wanneer de hoofdteller in het midden is geplaatst): Elk
onderwerp wordt afzonderlijk weergegeven.
Rij-informatie 1
Actueel brandstofverbruik
Gemiddeld brandstofverbruik (sinds resetten)
Rij-informatie 2
Afstand (actieradius)
Gemiddelde rijsnelheid (sinds resetten)
Rij-informatie 3
Gemiddeld brandstofverbruik (sinds tanken)
Verstreken tijd (sinds starten)
De weergegeven onderwerpen (zie onderstaande lijst) kunnen worden
gewijzigd via . (Blz.128)
Rij-informatie ( )
Onderwerp Inhoud
Actueel brandstofverbruik Geeft het actuele brandstofverbruik weer
Gemiddeld
brandstof-
verbruik
Sinds resetten Geeft het gemiddelde brandstofverbruik sinds het
resetten van het display weer*1, 2
Sinds starten Geeft het gemiddelde brandstofverbruik sinds het
starten van het hybridesysteem weer*2
Sinds tanken Geeft het gemiddelde brandstofverbruik sinds het
tanken weer*2, 3
Gemid-
delde rijsnel-
heid
Sinds resetten Geeft de gemiddelde rijsnelheid sinds het resetten
van het display weer*1
Sinds starten Geeft de gemiddelde rijsnelheid sinds het starten
van het hybridesysteem weer
Ver st reken
tijd
Sinds resetten Geeft de verstreken tijd sinds het resetten van het
display weer*1
Sinds starten Geeft de verstreken tijd sinds het starten van het
hybridesysteem weer
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 125 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
126 2. Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
*1: Resetten: Blz.123
*2: Gebruik het weergegeven brandstofverbruik ter referentie.
*3: Als er een kleine hoeveelheid brandstof wordt getankt, wordt de weergave mogelijk
niet bijgewerkt.
Zet tijdens het tanken het contact UIT. Als brandstof wordt getankt terwijl het contact
niet UIT staat, wordt de weergave mogelijk niet bijgewerkt.
*4: Deze afstand wordt berekend op basis van het gemiddelde brandstofverbruik. Hier-
door kan de werkelijke afstand die nog kan worden gereden, afwijken van de weerge-
geven afstand.
Energiemonitor
Blz.136
G-kracht (indien aanwezig)*1
Geeft de zijdelingse G-krachten op de auto weer.
G-krachten op de auto bij acce-
leratie
Actuele waarde G-krachten
(geanalyseerde waarde van G-
krachten voor/achter en links/
rechts)
Registratie van de maximale G-
krachten
Dit display is bedoeld als richtlijn. Afhankelijk van factoren als de staat van het
wegdek, de temperatuur en de rijsnelheid, toont het display mogelijk niet de wer-
kelijke toestand van de auto.
Registratie van de maximale G-krachten resetten
Houd ingedrukt om de registratie te resetten.
Piekvasthoudfunctie
Als er zijdelingse G-krachten van 0,5 G of meer worden gegenereerd,
kleurt de weergegeven waarde van de G-krachten oranje en blijft de
weergave gedurende 2 seconden ongewijzigd.
*1: Bij F SPORT-uitvoeringen is dit onderwerp niet beschikbaar wanneer de hoofdteller
in het midden is geplaatst.
Afstand
Actieradius Geeft de actieradius bij de resterende hoeveel-
heid brandstof weer*3, 4
Sinds starten Geeft de rijafstand weer sinds het starten van de
auto
Overige Geen weergave Geen onderwerp
Onderwerp Inhoud
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 126 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
127
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Waarschuwing bij slingeren (indien aanwezig)*1
Signaleert het slingeren van de auto binnen een rijstrook, wat vaak wordt ver-
oorzaakt door een verslapte aandacht van de bestuurder, en geeft het ver-
slappen van de aandacht weer in de vorm van een balk.
Hoe korter de balk, hoe meer rust de bestuurder nodig heeft.
Deze functie maakt deel uit van het LDA-systeem (Lane Departure Alert met
stuurregeling). De functie wordt weergegeven als aan de voorwaarden voor de
weergave van de waarschuwing bij slingeren wordt voldaan. (Blz. 323)
*1: Bij F SPORT-uitvoeringen is dit onderwerp niet beschikbaar wanneer de hoofdteller
in het midden is geplaatst.
Eenheden (indien aanwezig)*2
De eenheden die worden gebruikt, kunnen tijdens het rijden worden gewij-
zigd.
In tegenstelling tot de instelling van de eenheden in , kunnen de eenheden in
tijdens het rijden worden gewijzigd.
*2: Bij F SPORT-uitvoeringen is dit onderwerp niet beschikbaar wanneer de hoofdteller
rechts is geplaatst.
Leeg (geen onderwerpen)
Geeft geen rij-informatie weer.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 127 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
128 2. Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Wijzigen van instellingen
Wijzig de instellingen met behulp van de bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel op het stuurwiel.
Druk op of om te selecteren.
Bedien de toetsen om het gewenste onderwerp te selecteren.
Wijzig de instelling aan de hand van de op het scherm weergegeven mel-
ding.
In te stellen onderwerpen
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) (indien aanwezig)
(Blz. 323)
De volgende instellingen van het LDA-systeem kunnen worden gewijzigd:
Weergave instellingen ( )
1
2
3
Onderwerp Instellingen Details
Stuurassistentie AAN Hiermee kan de stuurassistentie wor-
den in- of uitgeschakeld.
UIT
Waarschuwing
Hiermee kan een trilling of zoemer
worden geselecteerd als methode
voor het waarschuwen van de
bestuurder.
Gevoeligheid Hoog Hiermee kan de gevoeligheid van de
waarschuwing worden ingesteld.
Standaard
Waarschuwing voor
slingeren
AAN Hiermee kan de waarschuwing voor
slingeren worden in- of uitgeschakeld.
UIT
Gevoeligheid waar-
schuwing voor slinge-
ren
Hoog Hiermee kan de gevoeligheid van de
waarschuwing voor slingeren wor-
den ingesteld.
Standaard
Laag
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 128 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
129
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig) (Blz. 310)
De volgende instellingen van het Pre-Crash Safety-systeem kunnen worden
gewijzigd:
Snelheidswaarschuwing (Blz.133)
De volgende instellingen van de snelheidswaarschuwing kunnen worden
gewijzigd:
*: Houd u altijd aan de wettelijke maximumsnelheid wanneer u op de openbare weg
rijdt.
Onderwerp Instellingen Details
PCS AAN Hiermee kan het Pre-Crash Safety-
systeem worden in- of uitgeschakeld.
UIT
Gevoeligheid
waarschuwing
Hiermee kan het waarschuwingstijd-
stip worden gewijzigd.
Onderwerp Instellingen Details
Snelheidswaarschu-
wing
AAN Hiermee kan de snelheidswaarschu-
wing worden in- of uitgeschakeld.
UIT
Snelheid 30 - 260 km/h
(20 - 160 mph)*
Hiermee kan de rijsnelheid waarbij de
snelheidswaarschuwing wordt geacti-
veerd worden ingesteld.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 129 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
130 2. Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig) (Blz. 331)
De volgende instellingen van de RSA kunnen worden gewijzigd:
*: Auto's met navigatiesysteem
Onderwerp Instellingen Details
RSA AAN Hiermee kan de RSA worden in- of
uitgeschakeld.
UIT
Melding te hoge snel-
heid
Geen melding Hiermee kan de wijze waarop de
bestuurder wordt gewaarschuwd als
de op het verkeersbord op het multi-
informatiedisplay weergegeven snel-
heidslimiet wordt overschreden wor-
den ingesteld.
Alleen weergave
Weergave en zoe-
mer
Meldingsniveau snel-
heidsoverschrijding
10 km/h (5 mph) Hiermee kan worden ingesteld bij
welke snelheidsoverschrijding de
waarschuwing snelheidsoverschrij-
ding wordt geactiveerd als de op het
verkeersbord op het multi-informatie-
display weergegeven snelheidslimiet
wordt overschreden.
5 km/h (3 mph)
2 km/h (1 mph)
Andere waarschuwin-
gen
Geen melding Hiermee kan de wijze waarop het sys-
teem de bestuurder waarschuwt voor
het volgende worden ingesteld:
Als de auto inhaalt terwijl het ver-
keersbord met een inhaalverbod
op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven.
Als de bestuurder een inrijverbod
negeert terwijl het verkeersbord
met een inrijverbod op het multi-
Alleen weergave
Weergave en zoe-
mer
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 130 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
131
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Voertuiginstellingen
Instellingen instrumentenpaneel
Onderwerp Instellingen Details
Onderhoud motorolie
Resetten indicatiesysteem motorolie verver-
sen
Hiermee kan het indicatiesysteem
motorolie verversen (de melding die
aangeeft dat onderhoud moet wor-
den uitgevoerd en de afstand tot de
motorolie moet worden ververst)
worden gereset nadat de motorolie is
ververst. (Blz. 562)
Onderwerp Instellingen Details
Ta a l Hiermee kan de weergegeven taal
worden gewijzigd.
Eenheden Hiermee kunnen de weergegeven
meeteenheden worden gewijzigd.
(Controlelampje
EV-modus)
AAN Hiermee kan de werking van het con-
trolelampje EV-modus worden in- of
uitgeschakeld. (Blz. 79)
UIT
Instellingen toets (behalve F SPORT-uit-
voeringen)
Hiermee kan worden weergegeven
hoe een ander scherm als hoofd-
scherm moet worden vastgelegd.
Rij-informatie 1 Hiermee kunnen maximaal 2 onder-
werpen worden weergegeven op het
rij-informatiescherm (respectievelijk
“Rij-informatie 1”, “Rij-informatie 2” en
“Rij-informatie 3”).
(Te selecteren onderwerpen:
Blz.125)
Rij-informatie 2
Rij-informatie 3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 131 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
132 2. Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Pop-updisplay
Kruispuntenbegelei-
ding (indien aanwe-
zig)
Hiermee kan het pop-updisplay wor-
den in- of uitgeschakeld.
Binnenkomende
oproepen
(indien aanwezig)
Instelling helderheid
Kleur (behalve
F SPORT-uitvoerin-
gen)
keuze uit 2 kleuren
Hiermee kan de kleur van de cursor
op het multi-informatiedisplay wor-
den ingesteld.
Naald (F SPORT-
uitvoeringen) keuze uit 3 kleuren Hiermee kan de kleur van de toeren-
tellernaald worden ingesteld.
Instelling toerenteller
Verandering over-
eenkomstig de rij-
modus Hiermee kan de weergave van de
toerenteller of de hybridesysteemin-
dicator worden ingesteld op altijd
weergeven of op automatisch wijzi-
gen overeenkomstig de rijmodus.
Altijd toerenteller
Altijd hybridesys-
teemindicator
Toerentalindicator
(F SPORT-uitvoerin-
gen)
AAN Hiermee kan de toerentalindicator
worden in- of uitgeschakeld.
(Blz.115)
UIT
Instelling toerental
Hiermee kan het motortoerental
waarbij de toerentalindicator ver-
schijnt worden ingesteld.
Te selecteren motortoerentalbereik:
2.000 omw/min - 6.000 omw/min
Toerentalpiek
(F SPORT-uitvoerin-
gen)
AAN Hiermee kan de toerentalpiekfunctie
worden in- of uitgeschakeld.
(Blz.115)
UIT
Standaardinstelling
Hiermee kunnen de instellingen van
de weergave van het instrumentenpa-
neel worden gereset naar de stan-
daardinstelling.
Onderwerp Instellingen Details
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 132 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
133
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Onderwerpen die worden weergegeven
Kilometerteller
Geeft de totale afstand weer die met de auto gereden is.
Dagteller A/dagteller B
Geeft de afstand weer die met de auto gereden is sinds de teller de laatste
keer op nul is gezet. Dagteller A en B kunnen onafhankelijk van elkaar wor-
den gebruikt en verschillende afstanden weergeven.
Geef om een dagteller te resetten de gewenste dagteller weer en houd vervol-
gens de toets kilometerteller/dagteller en resettoets dagteller ingedrukt.
Afstand tot de motorolie moet worden ververst
Geeft de afstand weer die nog met de auto kan worden gereden tot de
motorolie moet worden ververst.
Pop-updisplay
In bepaalde situaties wordt tijdelijk de volgende informatie weergegeven:
Afstand tot de motorolie moet worden ververst
Hiermee wordt de afstand tot de motorolie moet worden ververst weergege-
ven. Deze informatie wordt weergegeven in de volgende situaties:
Wanneer het contact AAN wordt gezet.
Als een waarschuwingsmelding verschijnt dat de olie binnenkort moet worden
ververst.
Snelheidswaarschuwing
Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt de snelheid waarbij de snel-
heidswaarschuwing wordt geactiveerd weergegeven. Als de auto deze snel-
heid overschrijdt, gaat de weergegeven snelheid knipperen en klinkt een
zoemer.
Druk op de toets kilometerteller/dagteller en resettoets dagteller om bijvoorbeeld
de kilometerteller weer te geven als de snelheidswaarschuwing is ingeschakeld.
(Nadat deze toets gedurende enige tijd niet is bediend, wordt de snelheidswaar-
schuwing weer weergegeven.)
De snelheid waarbij de snelheidswaarschuwing wordt geactiveerd, kan worden
ingesteld via . (Blz.128)
Displayzone kilometerteller/dagteller
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 133 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
134 2. Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Achtergrondkleur van de displayzone van de controlelampjes/schakelstand (behalve F
Sport-uitvoeringen)
De achtergrondkleur van de displayzone van de controlelampjes/schakelstand wijzigt
als volgt, afhankelijk van de rijmodus (Blz. 392):
ECO-modus: blauw
Sportmodus: rood
Weergave G-krachten (indien aanwezig)
De waarde van de G-krachten is mogelijk geen nul, ook al staat de auto geparkeerd, bij-
voorbeeld op een helling.
Onderbreking van de weergave van de instellingen
Bepaalde instellingen kunnen niet gewijzigd worden tijdens het rijden. Breng de auto
op een veilige plaats tot stilstand voordat u instellingen wijzigt.
Als er een waarschuwingsmelding wordt weergegeven, kan het instelscherm tijdelijk
niet worden bediend.
LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of lichte puntjes verschijnen. Dit verschijnsel is ken-
merkend voor LCD-schermen en u kunt het scherm zonder problemen blijven gebrui-
ken.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(Blz.128, 708)
WAARSCHUWING
Waarschuwingen voor het gebruik tijdens het rijden
Wanneer u het multi-informatiedisplay tijdens het rijden bedient, let dan extra goed
op de veiligheid rondom de auto.
Kijk tijdens het rijden niet voortdurend op het multi-informatiedisplay, aangezien u
anders voetgangers, objecten op de weg, enz. over het hoofd kunt zien.
Informatiedisplay bij lage temperaturen
Laat het interieur van de auto op temperatuur komen alvorens het informatiedisplay te
gebruiken. Bij extreem lage temperaturen kan het informatiedisplay trager reageren
en worden wijzigingen mogelijk met enige vertraging weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging ontstaan tussen het schakelen door de bestuur-
der en de weergave van de ingeschakelde versnelling op het display. Deze vertraging
kan de bestuurder doen besluiten nogmaals terug te schakelen, waardoor er snel en te
sterk op de motor wordt afgeremd en er een aanrijding kan ontstaan, mogelijk met
ernstig letsel tot gevolg.
Waarschuwing bij het instellen van het display
Zorg dat de auto geparkeerd staat op een plaats met voldoende ventilatie, aangezien
het hybridesysteem tijdens het instellen van het display moet draaien. In een afgesloten
ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaatgassen die het schadelijke koolmonoxide
(CO) bevatten, zich ophopen en in de auto terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn
voor de gezondheid.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 134 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
135
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
OPMERKING
Tijdens het instellen van het display
Zorg ervoor dat het hybridesysteem draait tijdens het instellen van het display om te
voorkomen dat de 12V-accu leeg raakt.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 135 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
136 2. Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Energiemonitor/verbruiksscherm
U kunt de status van het hybridesysteem zien op het multi-informatiedisplay
en op het audiosysteem.
Auto's met een 10,3 inch display: de energiemonitor of het scherm met het
brandstofverbruik kan worden weergegeven en bediend op het neven-
scherm.
Multi-informatiedisplay
Scherm audiosysteem
Bedieningstoetsen instrumenten-
paneel
To e t s M E N U
Bedieningsknop Lexus display-
audiosysteem
Remote Touch-knop
To e t s E N T E R
*1: Auto's met Lexus display-audiosysteem
*2: Auto's met een 10,3 inch display
1
2
3
4
5
6
7
*1*2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 136 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
137
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Lexus display-audioscherm
Druk op de bedieningsknop van het
Lexus display-audiosysteem op de
toets MENU en selecteer vervolgens
Auto” op het scherm MENU.
Als het scherm “Energiemonitor” niet
wordt weergegeven, beweeg de bedie-
ningsknop dan naar rechts en selecteer
“Energie”.
10,3 inch display
Druk op de toets MENU van de
Remote Touch en selecteer vervolgens
op het scherm “Menu”.
Als het scherm “Reisinformatie” of
“Vorige gegevens” wordt weergege-
ven, selecteert u “Energie”.
Multi-informatiedisplay
Druk op of van de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel, selecteer
en druk vervolgens op of om de energiemonitor weer te geven.
De volgende afbeeldingen zijn slechts voorbeelden en kunnen licht afwijken van
de werkelijke situaties.
Energiemonitor
Scherm audiosysteem Multi-informatiedisplay
Wanneer de auto
wordt aangedreven
door de elektromotor
(tractiemotor)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 137 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
138 2. Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
De volgende afbeeldingen zijn slechts voorbeelden en kunnen licht afwijken van
de werkelijke situaties.
Wanneer de auto
wordt aangedreven
door de benzinemo-
tor en de elektromo-
tor (tractiemotor)
Wanneer de auto
wordt aangedreven
door de benzinemo-
tor
Wanneer het batte-
rijpakket (tractiebat-
terij) wordt geladen
Wanneer er geen
energieoverdracht
plaatsvindt
Status batterijpakket
(tractiebatterij)
Laag Vol Laag Vol
Scherm audiosysteem Multi-informatiedisplay
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 138 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
139
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Reisinformatie
Lexus display-audioscherm
Druk op de bedieningsknop van het Lexus display-audiosysteem op de toets
MENU en selecteer vervolgens “Auto” op het scherm MENU.
Als het scherm “Reisinformatie” niet wordt weergegeven, beweeg de bedienings-
knop dan naar rechts en selecteer “Reisinformatie”.
Het brandstofverbruik gedu-
rende de laatste 15 minuten
Actueel brandstofverbruik
De geregenereerde energie
gedurende de laatste 15 minuten
Eén symbool staat voor 50 Wh.
Er worden maximaal 5 symbolen
getoond.
Gemiddelde rijsnelheid sinds het
starten van het hybridesysteem.
Verstreken tijd sinds het starten van het hybridesysteem.
Actieradius (Blz. 142)
Brandstofverbruik
1
2
3
4
5
6
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 139 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
140 2. Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
10,3 inch display
Druk op de toets MENU van de Remote Touch en selecteer vervolgens
op het scherm “Menu”.
Als het scherm “Energiemonitor” of “Vorige gegevens” wordt weergegeven, kies
dan “Reisinformatie”.
Resetten van de verbruiksgege-
vens
Het brandstofverbruik gedu-
rende de laatste 15 minuten
Actueel brandstofverbruik
De geregenereerde energie
gedurende de laatste 15 minuten
Eén symbool staat voor 50 Wh.
Er worden maximaal 5 symbolen
getoond.
Gemiddelde rijsnelheid sinds het starten van het hybridesysteem.
Verstreken tijd sinds het starten van het hybridesysteem.
Actieradius (Blz. 142)
Het gemiddelde brandstofverbruik gedurende de laatste 15 minuten wordt
door middel van kleur verdeeld in vorige gemiddelden en gemiddelden sinds
de laatste keer dat het contact AAN is gezet. Het weergegeven gemiddelde
brandstofverbruik is een globale waarde.
De afbeelding is slechts een voorbeeld.
1
2
3
4
5
6
7
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 140 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
141
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Vorige gegevens
Lexus display-audioscherm
Druk op de bedieningsknop van het Lexus display-audiosysteem op de toets
MENU en selecteer vervolgens “Auto” op het scherm MENU.
Als het scherm “Vorige gegevens” niet wordt weergegeven, beweeg de bedie-
ningsknop dan naar rechts en selecteer “Vorige gegevens”.
Het vorige gemeten brandstof-
verbruik
Actueel brandstofverbruik
Het beste gemeten brandstofver-
bruik
10,3 inch display
Druk op de Remote Touch op de toets MENU en selecteer vervolgens
op het scherm “Menu”.
Als het scherm “Energiemonitor” of “Reisinformatie” wordt weergegeven, kies dan
“Vorige gegevens”.
De vorige gegevens resetten
Het beste gemeten brandstofver-
bruik
Gemiddeld brandstofverbruik
Het vorige gemeten brandstof-
verbruik
Het gemiddelde brandstofver-
bruik bijwerken
De geschiedenis van het gemiddelde brandstofverbruik is door middel van
kleuren verdeeld in vorige gemiddelden en het gemiddelde brandstofver-
bruik sinds de gegevens de laatste keer zijn bijgewerkt. Het weergegeven
gemiddelde brandstofverbruik is een globale waarde.
De afbeelding is slechts een voorbeeld.
1
2
3
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 141 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
142 2. Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
De vorige gegevens bijwerken
Auto's met Lexus display-audiosysteem
Werk het gemiddelde brandstofverbruik bij door de bedieningsknop naar links te bewe-
gen en “Update” (updaten) te selecteren om het actuele brandstofverbruik opnieuw te
meten.
Auto's met een 10,3 inch display
Werk het gemiddelde brandstofverbruik bij door “Updaten” te selecteren om het actu-
ele brandstofverbruik opnieuw te meten.
De gegevens resetten
Auto's met Lexus display-audiosysteem
De gegevens van het brandstofverbruik kunnen worden gewist door de bedieningsknop
naar links te bewegen en “Clear” (wissen) te kiezen.
Auto's met een 10,3 inch display
De gegevens van het brandstofverbruik kunnen gewist worden door “Clear” (wissen) te
kiezen.
Actieradius
Geeft de geschatte maximale afstand aan die nog met de in de tank aanwezige brand-
stof kan worden gereden.
Deze afstand wordt berekend op basis van het gemiddelde brandstofverbruik.
Hierdoor kan de werkelijke afstand die nog kan worden gereden, afwijken van de weer-
gegeven afstand.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 142 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
143
2. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Voertuiginformatie kan worden weergegeven op het nevenscherm
(Blz. 509), kies vervolgens of om het gewenste scherm te selecteren.
Brandstofverbruik
Geeft het gemiddelde brandstofver-
bruik en de teruggewonnen energie
van de afgelopen 10 minuten weer met
intervallen van 1 minuut en geeft de
actieradius weer.
Vorige gegevens
Geeft het gemiddelde brandstofver-
bruik en het hoogste brandstofverbruik
weer.
Reisinformatie
Geeft de actieradius, het gemiddelde
brandstofverbruik en de verstreken tijd
weer sinds het hybridesysteem is
gestart.
Gebruik van het nevenscherm (auto's met 10,3 inch display)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 143 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
144 2. Instrumentenpaneel
IS300h_EE(OM53E44E)
Energiemonitor
Geeft de werking van het hybridesys-
teem en de status van de energieterug-
winning weer.
De afbeelding is slechts een voorbeeld en kan afwijken van de werkelijke situatie.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 144 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
145
3
Bediening van
elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
3-1. Informatie over sleutels
Sleutels.............................................146
3-2. Openen, sluiten en
vergrendelen van de portieren
en de achterklep
Portieren..........................................152
Achterklep..................................... 159
Smart entry-systeem
met startknop ............................ 165
3-3. Verstellen van de stoelen
Voorstoelen................................... 215
Achterstoelen
(neerklapbaar)...........................217
Ergonomisch geheugen .......... 219
Hoofdsteunen ............................. 224
3-4. Verstellen van het stuurwiel
en de spiegels
Stuurwiel.........................................227
Binnenspiegel.............................. 229
Buitenspiegels...............................231
3-5. Openen en sluiten van de ruiten
en het schuifdak
Elektrisch bedienbare
ruiten............................................235
Schuifdak.......................................239
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 145 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
146
IS300h_EE(OM53E44E)
3-1. Informatie over sleutels
Bij de auto worden de volgende sleutels geleverd.
Elektronische sleutels
Bedienen van het Smart entry-sys-
teem met startknop (Blz.165)
Gebruik van de afstandsbedienings-
functie
Mechanische sleutels
Plaatje met sleutelnummer
Sleutelkaart (elektronische sleutel)
(indien aanwezig)
Bedienen van het Smart entry-systeem
met startknop (Blz.165)
Vergrendelen van de portieren
(Blz.152)
Sluiten van de ruiten en het schuif-
dak* (Blz.152)
Ontgrendelen van de portieren
(Blz.152)
Openen van de ruiten en het schuif-
dak* (Blz.152)
Openen van de achterklep
(Blz.160)
*: Deze instellingen moeten aan de persoonlijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Sleutels
De sleutels
1
2
3
4
Afstandsbediening
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 146 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
147
3-1. Informatie over sleutels
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
Druk op het ontgrendelknopje om de
mechanische sleutel uit de elektroni-
sche sleutel te halen.
De mechanische sleutel kan maar in één
richting ingestoken worden, aangezien
slechts één zijde van de sleutel van een
groef is voorzien. Als u de sleutel niet in
de slotcilinder kunt steken, draait u de
sleutel om en probeert u het opnieuw.
Bewaar de mechanische sleutel na
gebruik in de elektronische sleutel. Zorg
dat u de mechanische sleutel en de
elektronische sleutel bij u hebt. Als de
batterij van de elektronische sleutel leeg
is of de instapfunctie niet goed werkt,
bent u op de mechanische sleutel aan-
gewezen. (Blz. 678)
Gebruik van de mechanische sleutel
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 147 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
148 3-1. Informatie over sleutels
IS300h_EE(OM53E44E)
Sleutelkaart (indien aanwezig)
De sleutelkaart is niet waterdicht.
De mechanische sleutel die zich in de sleutelkaart bevindt, mag uitsluitend in noodge-
vallen worden gebruikt, bijvoorbeeld wanneer de elektronische sleutel niet goed werkt.
Als de mechanische sleutel moeilijk te verwijderen is, druk dan het vergrendelknopje
met een ballpoint of iets dergelijks naar beneden. Als het dan nog steeds moeilijk is om
de sleutel er uit te trekken, gebruik een muntstuk of iets dergelijks.
Wanneer u de sleutel van de auto moet achterlaten bij een parkeerwachter
Schakel het beveiligingssysteem van de bagageruimte (Blz.161) in en vergrendel
indien nodig het dashboardkastje (Blz. 529).
Verwijder de mechanische sleutel voor eigen gebruik en geef alleen de elektronische
sleutel aan de parkeerwachter.
Als u uw mechanische sleutels verliest
Een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige kan een nieuwe originele mechanische sleutel maken
met behulp van de andere originele mechanische sleutel en het sleutelnummer op uw
plaatje met sleutelnummer. Bewaar het plaatje met het sleutelnummer op een veilige
plaats buiten de auto, bijvoorbeeld in uw portemonnee.
Om de mechanische sleutel te bewaren,
schuift u hem in de sleutelkaart terwijl u de
ontgrendelknop indrukt.
Als het afdekkapje niet is geplaatst en de bat-
terij valt uit de sleutelkaart, of de batterij is ver-
wijderd omdat de sleutelkaart nat is
geworden, plaatst u de batterij terug met de
positieve zijde (+) naar het Lexus-embleem.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 148 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
149
3-1. Informatie over sleutels
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
Aan boord van een vliegtuig
Zorg ervoor dat u aan boord van een vliegtuig niet op de toetsen van de elektronische
sleutel drukt. Zorg ervoor dat de toetsen niet per ongeluk ingedrukt kunnen worden als
u de elektronische sleutel in bijvoorbeeld een tas hebt opgeborgen. Bij het indrukken van
de toetsen kan de elektronische sleutel radiogolven uitzenden die de bediening van het
vliegtuig kunnen beïnvloeden.
Leegraken batterij elektronische sleutel
De standaard levensduur van de batterij is 1 - 2 jaar. (De batterij in de sleutelkaart heeft
een levensduur van ongeveer anderhalf jaar.)
Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waarschuwingssignaal in de auto als het hybride-
systeem wordt uitgeschakeld. (Blz. 656)
Omdat de elektronische sleutel altijd radiogolven ontvangt, raakt de batterij ook ontla-
den wanneer de elektronische sleutel niet wordt gebruikt. De volgende symptomen
geven aan dat de batterij van de elektronische sleutel mogelijk ontladen is. Vervang de
batterij indien nodig. (Blz. 595)
Het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbediening werkt niet.
Het detectiegebied wordt kleiner.
Het ledcontrolelampje in de sleutel gaat niet branden.
Houd, om de levensduur van de batterij niet nodeloos te bekorten, de elektronische
sleutel op een afstand van minimaal 1 m van de volgende elektrische apparaten met een
magnetisch veld:
Televisietoestellen
•Computers
Mobiele telefoons, draadloze telefoons en batterijladers
Oplaadapparatuur voor draadloze en mobiele telefoons
Tafellampen
Inductiekookplaten
Batterij vervangen
Blz. 595
Bevestiging van het aantal geregistreerde sleutels
Het aantal al geregistreerde sleutels kan worden bevestigd. Neem voor meer informatie
contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als een verkeerde sleutel wordt gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 149 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
150 3-1. Informatie over sleutels
IS300h_EE(OM53E44E)
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de sleutel
Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet bloot aan sterke schokken en buig ze niet.
Stel de sleutels niet langdurig bloot aan hoge temperaturen.
Voorkom dat de sleutels nat worden en reinig ze niet in een ultrasoon reinigingsbad
of iets dergelijks.
Bevestig geen metaalhoudende of magnetische voorwerpen aan de sleutels en houd
de sleutels uit de buurt van dergelijke voorwerpen.
Haal de sleutels niet uit elkaar.
Plak geen stickers o.i.d. op het oppervlak van de elektronische sleutel.
Houd de sleutels uit de buurt van apparaten die magnetische velden opwekken (bij-
voorbeeld televisietoestellen, audiosystemen, inductiekookplaten en medische appa-
ratuur, zoals laagfrequente therapeutische uitrusting).
De elektronische sleutel bij u dragen
Houd de elektronische sleutel altijd ten minste 10 cm uit de buurt van ingeschakelde
elektrische apparaten. Radiogolven die worden uitgezonden door elektrische appara-
ten die zich minder dan 10 cm van de elektronische sleutel vandaan bevinden, kunnen
de correcte werking van de sleutel hinderen.
In geval van storingen in het Smart entry-systeem met startknop of andere proble-
men met de sleutel
Breng uw auto, inclusief alle elektronische sleutels die bij uw auto zijn geleverd en de
sleutelkaart, naar een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 150 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
151
3-1. Informatie over sleutels
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
OPMERKING
Wanneer u een elektronische sleutel verliest
Als de elektronische sleutel zoek blijft, wordt het risico aanzienlijk groter dat de auto
wordt gestolen. Ga onmiddellijk met alle overgebleven elektronische sleutels en de
sleutelkaart die bij uw auto zijn geleverd naar een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Omgaan met de sleutelkaart
Oefen geen overmatige kracht uit bij het terugplaatsen van de mechanische sleutel
in de sleutelkaart. Anders kan de sleutelkaart beschadigd raken.
Als de batterij of de sleutelkaart nat wordt, kan de batterij gaan corroderen.
Als de sleutelkaart in het water is gevallen of als vloeistof op de sleutel is gemorst,
verwijder dan zo snel mogelijk het afdekkapje van de batterij en droog de batterij en
de contactpunten af. (Pak het batterij-afdekkapje voorzichtig vast en trek het
omhoog om het te verwijderen.) Als de batterij gecorrodeerd is, laat hem dan ver-
vangen door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Druk het afdekkapje niet in en gebruik geen schroevendraaier om het te verwijderen.
Wanneer het afdekkapje geforceerd wordt verwijderd, kan de sleutel verbuigen of
beschadigd raken.
Als het afdekkapje van de batterij vaak wordt verwijderd, kan het los gaan zitten.
Zorg ervoor dat de batterij in de juiste richting geplaatst wordt.
Als de batterij verkeerd om geplaatst wordt, kan deze snel ontladen raken.
In de volgende gevallen kan het oppervlak van de sleutelkaart beschadigd raken of
de coating loslaten:
De sleutelkaart wordt in de nabijheid van harde voorwerpen gehouden, zoals
muntstukken of sleutels.
De sleutelkaart wordt bekrast door een scherp voorwerp, zoals de punt van een
vulpotlood.
Het oppervlak van de sleutelkaart wordt gereinigd met thinner of wasbenzine.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 151 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
152
IS300h_EE(OM53E44E)
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
De portieren kunnen worden vergrendeld en ontgrendeld met de instapfunctie,
de afstandsbediening of de schakelaars van de centrale vergrendeling.
Instapfunctie (indien aanwezig)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u hebt om deze functie in te kunnen
schakelen.
Pak de portiergreep vast om de
portieren te ontgrendelen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan de
achterzijde van de portiergreep aan-
raakt.
De portieren kunnen gedurende
3 seconden na het vergrendelen niet
worden ontgrendeld.
Raak de vergrendelsensor (inke-
ping aan de bovenzijde van de
portiergreep) aan om de portie-
ren te vergrendelen.
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
Afstandsbediening
Vergrendelen van alle portieren
Houd deze toets ingedrukt om de
ruiten en het schuifdak te sluiten.*
Controleer of het portier goed ver-
grendeld is.
Ontgrendelen van alle portieren
Houd deze toets ingedrukt om de
ruiten en het schuifdak te openen.*
*: Deze instellingen moeten aan de
persoonlijke voorkeur worden aan-
gepast door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Portieren
Van buitenaf ontgrendelen en vergrendelen van de portieren
1
2
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 152 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
153
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portieren zijn vergrendeld/
ontgrendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweemaal)
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de ruiten en het schuifdak bediend worden.
Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto een portier
wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto weer automatisch wordt
vergrendeld.
Verlichting Welcome Light-systeem
De parkeerlichten voor, de achterlichten en de kentekenplaatverlichting gaan in het don-
ker automatisch branden wanneer u de portieren ontgrendelt met de instapfunctie of de
afstandsbediening als de lichtschakelaar in de stand AUTO staat.
Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrendelsensor aan de
bovenzijde van de portiergreep (auto's met instapfunctie)
Zoemer centrale vergrendeling
Als geprobeerd wordt de portieren te vergrendelen wanneer een portier niet geheel
gesloten is, klinkt er gedurende 5 seconden een zoemer. Sluit het portier volledig om de
zoemer uit te schakelen en vergrendel de portieren opnieuw.
Het alarm inschakelen (indien aanwezig)
Wanneer de portieren worden vergrendeld, wordt het alarmsysteem ingeschakeld.
(Blz.100)
Wanneer het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbediening niet goed
werkt
Gebruik de mechanische sleutel om de portieren te vergrendelen en ontgrendelen.
(Blz. 678)
Vervang de sleutelbatterij door een nieuw exemplaar als deze ontladen raakt.
(Blz. 595)
Als het portier niet kan worden vergrendeld,
zelfs wanneer het sensorgebied bovenaan
wordt aangeraakt, probeer dan de sensorge-
bieden bovenaan en onderaan tegelijkertijd aan
te raken.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 153 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
154 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan er ernstig letsel ontstaan.
Bij het gebruik van de afstandsbediening en het bedienen van de elektrisch bedien-
bare ruiten of het schuifdak
Bedien de elektrisch bedienbare ruit of het schuifdak nadat u hebt gecontroleerd of er
geen risico is dat een passagier met een lichaamsdeel bekneld kan raken tussen de ruit
of het schuifdak. Laat tevens de afstandsbediening niet bedienen door kinderen. Het
kan gebeuren dat een lichaamsdeel van een kind of een andere passagier klem komt te
zitten tussen de elektrisch bedienbare ruit of het schuifdak.
Klembeveiliging
Steek geen lichaamsdelen in de opening om te proberen of de klembeveiliging werkt.
Het is mogelijk dat de klembeveiliging niet werkt als de ruiten of het schuifdak bijna
zijn gesloten.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 154 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
155
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
Schakelaars centrale vergrendeling
Vergrendelen van alle portieren
Ontgrendelen van alle portieren
Vergrendelknoppen binnenzijde portier
Vergrendelen van het portier
Ontgrendelen van het portier
De voorportieren kunnen worden
geopend door aan de portiergrepen
aan de binnenzijde te trekken, ook al
staan de vergrendelknoppen in de
stand vergrendeld.
Voorportieren
Zet de vergrendelknop aan de binnenzijde in de vergrendelde stand.
Sluit het portier met de portiergreep uitgetrokken.
Het portier kan niet worden vergrendeld als het contact in de stand ACC of AAN
staat of als de elektronische sleutel zich nog in de auto bevindt. De sleutel wordt ech-
ter mogelijk niet juist gesignaleerd waardoor het portier wellicht wordt vergrendeld.
Achterportieren
Zet de vergrendelknop aan de binnenzijde in de vergrendelde stand.
Sluit het portier.
Het portier kan niet worden vergrendeld als het contact in de stand ACC of AAN
staat of als de elektronische sleutel zich nog in de auto bevindt. De sleutel wordt ech-
ter mogelijk niet juist gesignaleerd waardoor het portier wellicht wordt vergrendeld.
Van binnenuit ontgrendelen en vergrendelen van de portieren
1
2
1
2
Vergrendelen van de portieren van buitenaf zonder gebruik te maken
van een sleutel
1
2
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 155 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
156 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
Het portier kan niet vanaf de binnen-
zijde van de auto worden geopend
wanneer het kinderslot is geactiveerd.
Ontgrendelen
Vergrendelen
Hierdoor wordt voorkomen dat kinde-
ren per ongeluk de achterportieren
openen. Druk de schakelaars op beide
achterportieren naar beneden om de
kindersloten te activeren.
De volgende functies kunnen worden in- of uitgeschakeld:
Raadpleeg Blz. 708 voor instructies voor het aanpassen aan de persoonlijke voor-
keur.
Kindersloten achterportieren
1
2
Automatische vergrendel- en ontgrendelsystemen van de portieren
Functie Werking
Functie koppeling van rijsnelheid
aan portiervergrendeling
Alle portieren worden vergrendeld als de rij-
snelheid ongeveer 20 km/h of hoger is.
Functie koppeling van stand selec-
tiehendel aan portiervergrendeling
Het in een andere stand dan stand P zetten van
de selectiehendel vergrendelt alle portieren.
Functie koppeling van stand selec-
tiehendel aan portierontgrendeling
Alle portieren worden automatisch ontgren-
deld wanneer de selectiehendel in stand P
wordt gezet.
Functie koppeling portierontgren-
deling aan bestuurdersportier
Alle portieren worden automatisch ontgren-
deld wanneer het bestuurdersportier wordt
geopend.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 156 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
157
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
Instellen van de ontgrendelfunctie (auto's met instapfunctie)
Het is mogelijk om in te stellen welke portieren met de instapfunctie via de afstandsbe-
diening worden ontgrendeld.
Zet het contact UIT.
Schakel de inbraaksensor en de hellingsensor van het alarmsysteem uit om tijdens het
veranderen van de instellingen het alarm niet onbedoeld te activeren. (indien aanwe-
zig) (Blz.103)
Wanneer het controlelampje in de sleutel uit is, houd dan de toets , of
ongeveer 5 seconden ingedrukt terwijl u tegelijkertijd de toets ingedrukt
houdt.
De instelling verandert telkens wanneer een handeling wordt uitgevoerd, zoals hieron-
der is aangegeven. (Als u de instelling opnieuw wilt wijzigen, laat u de toetsen los, wacht
u ten minste 5 seconden en herhaalt u vervolgens stap .)
Voor auto's met een alarm: om te voorkomen dat het alarm onbedoeld wordt geacti-
veerd, moet u de portieren ontgrendelen met de afstandsbediening en een portier een-
maal openen en sluiten als de instellingen zijn gewijzigd. (Als er binnen 30 seconden
nadat op is gedrukt geen portier wordt geopend, worden de portieren weer ver-
grendeld en wordt het alarm automatisch ingeschakeld.)
Zet het alarm onmiddellijk uit wanneer dit wordt geactiveerd. (Blz. 101)
1
2
3
3
Multi-informatiedis-
play Ontgrendelfunctie Piepsignaal
(auto's met linkse
besturing)
(auto's met rechtse
besturing)
Als u de portiergreep van het
bestuurdersportier vasthoudt,
wordt alleen het bestuurders-
portier ontgrendeld.
Exterieur: 3 keer een
piepsignaal
Interieur: Eén belsignaal
Als u de portiergreep van het
voorpassagiersportier vast-
houdt, worden alle portieren
ontgrendeld.
Als u een voorportiergreep
vasthoudt, worden alle portieren
ontgrendeld.
Exterieur: Twee piepsig-
nalen
Interieur: Eén belsignaal
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 157 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
158 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
Systeem voor crashportierontgrendeling
Als de auto aan een sterke schok wordt blootgesteld, worden alle portieren ontgrendeld.
Of het systeem in werking treedt, is afhankelijk van de kracht van de schok of het type
ongeval.
Gebruik van de mechanische sleutel
De portieren kunnen ook worden vergrendeld en ontgrendeld met de mechanische
sleutel. (Blz. 678)
Omstandigheden die de werking van het Smart entry-systeem met startknop en de
afstandsbediening beïnvloeden
Blz.167
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de ontgrendelfunctie met behulp van een sleutel)
kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 708)
WAARSCHUWING
Voorkomen van ongevallen
Neem bij het rijden met de auto de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van deze voorschriften kan ertoe leiden dat er per ongeluk een
portier wordt geopend en dat er iemand uit de auto valt, waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
Controleer of alle portieren volledig gesloten zijn.
Trek tijdens het rijden niet aan de binnenportiergreep.
Wees vooral voorzichtig bij de voorportieren. Deze portieren kunnen zelfs worden
geopend als de vergrendelknoppen in de stand vergrendeld staan.
Activeer de kindersloten op de achterportieren als er kinderen achter in de auto ver-
voerd worden.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 158 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
159
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
Druk op de ontgrendelschakelaar.
Schakelaar achterklep
Auto's met instapfunctie:
Druk de schakelaar op de achter-
klep in terwijl u de elektronische
sleutel bij u hebt.
Wanneer alle portieren zijn ontgren-
deld via de centrale vergrendeling,
kan de achterklep worden geopend
zonder dat u de elektronische sleutel
bij u hebt.
Auto's zonder instapfunctie:
Ontgrendel alle portieren via de
centrale vergrendeling en druk de
schakelaar op de achterklep in.
Achterklep
De achterklep kan worden ontgrendeld met het openingssysteem van de ach-
terklep, de instapfunctie of de afstandsbediening.
De achterklep van binnenuit openen
De achterklep van buitenaf openen
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 159 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
160 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
Afstandsbediening
Houd de schakelaar ingedrukt.
Trek de achterklep aan de greep in de
klep naar beneden zonder kracht te
gebruiken en duw de achterklep ver-
volgens van buitenaf naar beneden om
deze te sluiten.
Bij het sluiten van de achterklep
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 160 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
161
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
Om de bagage in de bagageruimte tegen diefstal te beschermen kan het bevei-
ligingssysteem van de bagageruimte worden ingeschakeld.
Uitsluitend bij neerklapbare achter-
stoelen: Zet de hendels van het
beveiligingssysteem van de bagage-
ruimte in de vergrendelstand.
Schakel de hoofdschakelaar in het
dashboardkastje uit om het ope-
ningssysteem van de achterklep uit
te schakelen.
Aan
Uit
Wanneer de hoofdschakelaar uit is,
kan de achterklep niet worden
geopend, zelfs niet met de afstands-
bediening of de instapfunctie.
Beveiligingssysteem bagageruimte
1
2
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 161 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
162 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
Bagageruimteverlichting (indien aanwezig)
De bagageruimteverlichting gaat branden als de achterklep wordt geopend.
Functie die voorkomt dat de achterklep wordt vergrendeld terwijl de elektronische
sleutel zich in de bagageruimte bevindt
Er klinkt een geluidssignaal als de achterklep wordt gesloten terwijl alle portieren zijn
vergrendeld en de elektronische sleutel zich in de bagageruimte bevindt.
In dat geval kan de achterklep worden geopend door op de schakelaar van de achter-
klep te drukken.
Als de elektronische reservesleutel zich in de bagageruimte bevindt en alle portieren
zijn vergrendeld, kan de beveiligingsfunctie tegen het insluiten van de sleutel worden
geactiveerd, zodat de achterklep kan worden geopend. Neem alle elektronische sleu-
tels mee als u de auto achterlaat om diefstal te voorkomen.
Als de elektronische sleutel zich in de bagageruimte bevindt en alle portieren zijn ver-
grendeld, wordt de sleutel mogelijk niet gesignaleerd afhankelijk van de locatie van de
sleutel en de aanwezige radiogolven. In dit geval kan de beveiliging sleutel insluiten niet
worden geactiveerd, zodat de portieren zullen worden vergrendeld als de achterklep
wordt gesloten. Zorg ervoor dat de sleutel zich niet in de auto bevindt als u de achter-
klep sluit.
De beveiliging sleutel insluiten kan niet worden geactiveerd als een van de portieren
ontgrendeld is. Open in dit geval de achterklep met het openingssysteem van de ach-
terklep.
Gebruik van de mechanische sleutel
De achterklep kan ook worden geopend met de mechanische sleutel. (Blz. 678)
Wanneer het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbediening niet goed
werkt
Gebruik de mechanische sleutel om de achterklep te ontgrendelen. (Blz. 678)
Vervang de sleutelbatterij door een nieuw exemplaar als deze ontladen raakt.
(Blz. 595)
Wanneer u een sleutel achterlaat bij een parkeerwachter
Blz.148
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De ontgrendelfunctie voor de achterklep kan worden gewijzigd. (Systemen met moge-
lijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 708)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 162 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
163
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Voordat u gaat rijden
Zorg ervoor dat de achterklep volledig gesloten is. Als de achterklep niet volledig is
gesloten, kan deze tijdens het rijden onverwacht opengaan, nabij gelegen objecten
raken en kunnen er voorwerpen of bagage uit de bagageruimte vallen, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
Laat kinderen niet in de bagageruimte spelen.
Als een kind per ongeluk in de bagageruimte opgesloten wordt, kan het ernstig letsel
oplopen als gevolg van blootstelling aan hoge temperaturen of stikken.
Laat nooit kinderen de achterklep openen of sluiten.
Anders wordt de achterklep mogelijk onbedoeld geopend en kan een hand, het
hoofd of de nek van een kind bekneld raken bij het sluiten van de achterklep.
Belangrijke punten tijdens het rijden
Sta nooit toe dat personen in de bagageruimte meerijden. In het geval van plotseling
remmen of een aanrijding kunnen ze ernstig letsel oplopen.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 163 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
164 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Gebruik van de bagageruimte
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat lichaamsde-
len bekneld raken, met ernstig letsel tot gevolg.
Verwijder sneeuw en ijs en dergelijke van de achterklep voordat u deze opent. Als u
dat niet doet, kan de achterklep na het openen plotseling weer dichtvallen.
Controleer de omgeving om er zeker van te zijn dat u de achterklep veilig kunt ope-
nen en sluiten.
Als zich personen in de buurt bevinden, zorg er dan voor dat deze niet in gevaar wor-
den gebracht en laat ze weten dat de achterklep geopend of gesloten gaat worden.
Wees extra voorzichtig wanneer u de achterklep opent of sluit wanneer er veel wind
staat, aangezien sterke wind ervoor kan zorgen dat de achterklep plotseling
beweegt.
Bevestig geen andere accessoires dan originele Lexus-accessoires aan de achter-
klep. Door het extra gewicht op de achterklep kan de achterklep, nadat deze is
geopend, plotseling weer dichtvallen.
Wanneer de achterklep niet volledig wordt
geopend, kan deze plotseling dichtvallen.
Wanneer de auto op een helling staat is het
moeilijker om de achterklep te openen of te
sluiten dan wanneer de auto vlak staat. Let er
dus op dat de achterklep niet onverwachts
vanzelf open gaat of wordt gesloten. Zorg
ervoor dat de achterklep volledig geopend is
voordat u de bagageruimte gebruikt.
Let bij het sluiten van de achterklep extra
goed op dat er geen vingers of andere zaken
bekneld raken.
Druk bij het sluiten van de achterklep licht op
de buitenzijde. Als gebruik wordt gemaakt
van de handgreep in de achterklep om de
achterklep helemaal te sluiten, kunnen han-
den of armen bekneld raken.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 164 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
165
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren (auto's met instapfunctie)
(Blz.152)
Openen van de achterklep (auto's met instapfunctie) (Blz.159)
Inschakelen van het hybridesysteem (Blz. 261)
Plaats van antenne
Bereik (gebieden waarin de elektronische sleutel wordt gesignaleerd)
Smart entry-systeem met startknop
De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd als u de elektronische
sleutel (inclusief sleutelkaart) bij u hebt, bijvoorbeeld in uw zak. De bestuur-
der moet de elektronische sleutel altijd bij zich hebben.
Antennes buiten het interieur (auto's met
instapfunctie)
Antennes in het interieur
Antenne in de bagageruimte
Antenne buiten de bagageruimte (auto's met
instapfunctie)
Bij het vergrendelen of ontgrendelen van
de portieren
(auto's met instapfunctie)
Het systeem werkt als de elektronische
sleutel zich binnen 0,7 m van een buiten-
portiergreep bevindt. (Alleen de portieren
die de sleutel signaleren, kunnen worden
geopend of gesloten.)
Bij het openen van de achterklep (auto's met instapfunctie)
Het systeem werkt als de elektronische sleutel zich binnen 0,7 m van de knop
voor het ontgrendelen van de achterklep bevindt.
Bij het starten van het hybridesysteem of veranderen van de standen van het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt.
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 165 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
166 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
Energiebesparende functie (auto's met instapfunctie)
De energiebesparende functie wordt geactiveerd om te voorkomen dat de batterij van
de elektronische sleutel en de 12V-accu leeg raken wanneer de auto gedurende langere
tijd niet wordt gebruikt.
In de volgende situaties kan het enige tijd duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden.
De elektronische sleutel bevindt zich gedurende 10 minuten of langer binnen een
afstand van 2 m van de auto.
Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet
gebruikt.
Als het Smart entry-systeem met startknop gedurende 14 dagen of langer niet is
gebruikt, kunnen de portieren alleen via het bestuurdersportier worden ontgrendeld.
Houd in dat geval de greep van het bestuurdersportier vast of gebruik de afstandsbe-
diening of de mechanische sleutel om de portieren te ontgrendelen.
Energiebesparende functie voor de batterij van de elektronische sleutel
Wanneer de energiebesparende functie is ingeschakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radiogolven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u inge-
drukt houdt. Ga na of het controlelampje van de
elektronische sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan niet
worden gebruikt als de energiebesparende
functie voor de batterij is ingeschakeld. Druk op
een van de toetsen van de elektronische sleutel
om de functie te annuleren.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 166 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
167
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties kunnen storingen optreden in de communicatie tussen de elektroni-
sche sleutel en de auto, waardoor het Smart entry-systeem met startknop, de afstands-
bediening en de startblokkering mogelijk niet goed werken: (Oplossingen: Blz. 678)
Wanneer de batterij van de elektronische sleutel leeg is
In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radiozender,
videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radiogolven of elektromagnetische
velden aanwezig zijn
Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of een ander draad-
loos communicatiemiddel bij u draagt
Wanneer de elektronische sleutel tegen een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
Kaarten met aluminiumfolie
Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
Metalen portemonnees of tassen
•Muntgeld
Metalen handwarmers
Media zoals CD's en DVD's
Als er andere sleutels met afstandsbediening (die radiogolven uitzenden) in de buurt
gebruikt worden
Als u de elektronische sleutel bij u draagt samen met de volgende apparaten die radio-
golven uitzenden
De elektronische sleutel of een afstandsbediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
Computers of pda's
Digitale audioapparatuur
Draagbare spelcomputers
Als een metalen coating of metalen voorwerpen aan de achterruit zijn bevestigd
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 167 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
168 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
Aanwijzing voor de instapfunctie (indien aanwezig)
Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, werkt het sys-
teem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergrendeld of ontgrendeld.
De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of te hoog of te dicht bij
het midden van de achterbumper bij het ontgrendelen van de achterklep.
Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van de portier-
vakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ontvangst van de radiogol-
ven wordt de sleutel mogelijk gesignaleerd door de antenne buiten het interieur en
kunnen de portieren worden vergrendeld vanaf de buitenzijde, waardoor de elektroni-
sche sleutel mogelijk in de auto wordt opgesloten.
Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ontgrendeld. De auto
kan echter alleen worden ontgrendeld via de portieren die de elektronische sleutel sig-
naleren.
Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een zware regenbui of het
wassen van de auto), kunnen de portieren worden ontgrendeld of vergrendeld. (Als de
portieren niet worden geopend en gesloten, worden deze na ongeveer 30 seconden
automatisch weer vergrendeld.)
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt, bestaat de mogelijkheid
dat de portieren niet ontgrendeld worden door de instapfunctie. (Gebruik de afstands-
bediening om de portieren te ontgrendelen.)
Wanneer u de vergrendel- of ontgrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet vergrendeld of ontgrendeld.
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld en ontgren-
deld. Volg in dit geval de correctieprocedure hieronder bij het wassen van de auto:
Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de auto.
(Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart entry-sys-
teem met startknop uit te schakelen. (Blz.166)
Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een zoemer buiten de auto. Vergrendel alle portie-
ren om het alarm uit te schakelen.
Als de vergrendelsensor in aanraking komt met ijs, sneeuw, modder, enz., werkt deze
mogelijk niet goed. Reinig de vergrendelsensor en raak hem opnieuw aan of gebruik
de vergrendelsensor aan de onderzijde van de portiergreep.
Het plotseling bedienen van de handgreep of het bedienen van de handgreep direct
nadat u het effectieve bereik bent binnengestapt, kan ontgrendeling van de portieren
belemmeren. Raak de ontgrendelsensor van het portier aan en controleer of de portie-
ren worden ontgrendeld voordat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
Het ontgrendelen van de auto duurt mogelijk langer als zich een andere elektronische
sleutel in het effectieve bereik bevindt.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 168 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
169
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
Aanwijzing voor de startknopfunctie
Zelfs wanneer de elektronische sleutel zich binnen het effectieve bereik (detectiege-
bied) bevindt, werkt het systeem mogelijk niet goed wanneer de elektronische sleutel
op het dashboard, op de hoedenplank, op de vloer of in de portiervakken of het dash-
boardkastje ligt wanneer het hybridesysteem wordt gestart of de stand van het contact
wordt gewijzigd.
Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan het hybridesysteem
mogelijk worden gestart als de elektronische sleutel zich in de buurt van de ruit bevindt.
Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
Auto's met instapfunctie: Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektroni-
sche sleutel niet binnen een afstand van 2 meter van de auto.
Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgeschakeld.
(Blz. 708)
Voor een juiste bediening van het systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem bedient. Houd de
elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem wellicht niet juist functioneert. (Het alarm kan per ongeluk afgaan of
de functie die voorkomt dat de portieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt wel-
licht niet.)
Laat de elektronische sleutel niet in de bagageruimte achter.
De beveiligingsfunctie tegen het insluiten van de sleutel functioneert mogelijk niet als
de sleutel zich op bepaalde locaties bevindt, zoals vlak bij een reservewiel (indien aan-
wezig), in de binnenrand van de bagageruimte, of door de omstandigheden waarin de
sleutel zich bevindt (zoals in een tas van metaal(folie), of dicht bij een metalen voor-
werp) of in de buurt van storende radiogolven. (Blz.162)
Als het Smart entry-systeem met startknop niet goed werkt
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren en het openen van de achterklep:
gebruik de mechanische sleutel. (Blz. 678)
Starten van het hybridesysteem: Blz. 679
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (van bijvoorbeeld het Smart entry-systeem met startknop) kunnen wor-
den gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 708)
Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de persoonlijke voor-
keursinstellingen
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren en openen van de achterklep:
Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel. (Blz. 152, 160, 678)
Starten van het hybridesysteem en wijzigen van de standen van het contact: Blz. 679
Uitschakelen van het hybridesysteem: Blz. 262
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 169 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
170 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
Verklaring voor het Smart entry-systeem met startknop
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 170 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
171
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 171 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
172 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 172 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
173
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 173 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
174 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 174 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
175
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 175 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
176 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 176 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
177
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 177 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
178 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 178 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
179
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 179 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
180 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 180 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
181
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 181 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
182 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 182 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
183
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 183 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
184 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 184 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
185
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 185 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
186 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 186 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
187
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 187 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
188 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 188 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
189
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 189 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
190 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 190 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
191
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 191 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
192 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 192 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
193
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 193 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
194 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 194 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
195
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 195 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
196 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 196 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
197
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 197 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
198 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 198 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
199
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 199 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
200 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 200 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
201
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 201 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
202 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 202 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
203
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 203 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
204 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 204 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
205
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 205 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
206 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 206 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
207
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 207 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
208 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 208 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
209
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 209 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
210 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 210 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
211
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 211 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
212 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 212 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
213
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 213 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
214 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Waarschuwing met betrekking tot beïnvloeding van elektronische apparatuur
Mensen met geïmplanteerde pacemakers, CRT-pacemakers of geïmplanteerde
hartdefibrillatoren moeten voldoende afstand bewaren tot de antennes van het Smart
entry-systeem met startknop. (Blz.165)
Radiogolven kunnen de werking van dergelijke apparatuur beïnvloeden. Indien
nodig kan de instapfunctie worden uitgeschakeld. Neem voor meer informatie over
bijvoorbeeld de frequentie van de radiogolven en de momenten waarop deze wor-
den uitgezonden, contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Raadpleeg
vervolgens uw arts om na te gaan of de instapfunctie moet worden uitgeschakeld.
Gebruikers van elektrische medische apparatuur anders dan geïmplanteerde pace-
makers, CRT-pacemakers en geïmplanteerde hartdefibrillatoren moeten contact
opnemen met de fabrikant van deze producten om te informeren of radiosignalen
invloed uitoefenen op de werking van deze apparatuur.
Radiogolven kunnen onverwachte effecten hebben op de werking van dergelijke
medische apparatuur.
Neem voor meer informatie over het uitschakelen van de instapfunctie contact op met
een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 214 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
215
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
3-3. Verstellen van de stoelen
Elektrisch verstelbare stoel
Handmatig verstelbare stoel
Voorstoelen
Procedure voor het verstellen
Stoelpositieverstelling
Rugleuningverstelling
Hoekverstelling zitting (voorzijde)
Hoekverstelling zitting
(achterzijde)
Lendensteunverstelling
(indien aanwezig)
Hoogteverstelling
1
2
3
4
5
6
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 215 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
216 3-3. Verstellen van de stoelen
IS300h_EE(OM53E44E)
Power Easy Access-systeem (indien aanwezig)
De bestuurdersstoel en het stuurwiel worden automatisch versteld in overeenstemming
met de stand van het contact en de toestand van de veiligheidsgordel van de bestuurder.
(Blz. 219)
Wanneer de stoel wordt versteld
Let er bij het verstellen van de stoel op dat de hoofdsteun het dak niet raakt.
Auto's met neerklapbare achterstoelen: Als de achterstoel bij het neerklappen de rug-
leuning van de voorstoel raakt, stel dan de positie van de voorstoel zo af, dat de stoelen
elkaar niet meer raken. Wanneer echter door het verstellen van de positie van de
bestuurdersstoel de bestuurder niet meer in de juiste houding achter het stuur kan zit-
ten, moet de rugleuning van de achterstoel weer in de oorspronkelijke positie worden
teruggezet. (Blz. 217)
WAARSCHUWING
Wanneer de positie van de stoel wordt versteld
Let er bij het verstellen van de positie van de stoel op dat de stoel de overige inzitten-
den van de auto niet raakt, omdat deze hierdoor wellicht letsel zouden kunnen oplo-
pen.
Houd uw handen niet onder de stoel of in de buurt van bewegende onderdelen om
letsel te voorkomen.
Uw vingers of handen zouden bekneld kunnen raken in het stoelmechanisme.
Zorg ervoor voor dat er voldoende ruimte overblijft voor de voeten, zodat ze niet
vast komen te zitten.
Stoel afstellen
Om te voorkomen dat u bij een aanrijding onder de veiligheidsgordel doorschuift, is
het raadzaam de leuning niet verder achterover te zetten dan strikt noodzakelijk is.
Als de rugleuning te ver achterover staat, kan bij een ongeval het heupgedeelte over
uw heupen heen schuiven, waardoor er te veel kracht op uw buik wordt uitgeoefend, of
kan het schoudergedeelte van de gordel in contact komen met uw nek, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.
Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden, aangezien de stoel dan onverwachts
kan bewegen. Hierdoor kan de bestuurder de controle over de auto verliezen.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 216 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
217
3-3. Verstellen van de stoelen
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
Controleer of de hendel van het
beveiligingssysteem van de bagage-
ruimte in de ontgrendelstand staat.
Trek de ontgrendelingshendel van
de rugleuning naar u toe en klap de
rugleuning neer.
Til bij het terugzetten van de rugleu-
ningen van de achterstoelen in de oor-
spronkelijke stand de rugleuningen op
tot deze worden vergrendeld.
Blz.161
Achterstoelen (neerklapbaar)
: Indien aanwezig
De rugleuningen kunnen worden neergeklapt.
Rugleuningen achter neerklappen
1
2
Beveiligingssysteem bagageruimte
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 217 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
218 3-3. Verstellen van de stoelen
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
Wanneer de rugleuningen achter omlaag worden geklapt
Klap de rugleuningen niet neer tijdens het rijden.
Parkeer de auto op een vlakke ondergrond, activeer de parkeerrem en zet de selec-
tiehendel in stand P.
Laat geen personen op een neergeklapte rugleuning of in de bagageruimte zitten tij-
dens het rijden.
Laat geen kinderen toe in de bagageruimte.
Nadat de rugleuning van de achterstoel rechtop is gezet
Controleer of de veiligheidsgordels niet gedraaid zijn of vastzitten in de rugleuning.
Controleer of de rugleuning goed vergren-
deld is door de rugleuning voorzichtig naar
voren en naar achteren te drukken.
Als de rugleuning niet goed vergrendeld is, is
de rode markering zichtbaar op de ontgren-
delingshendel van de rugleuningverstelling.
Zorg dat het rode merkteken niet zichtbaar is.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 218 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
219
3-3. Verstellen van de stoelen
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
De stoel en het stuurwiel worden automatisch versteld zodat de bestuurder
gemakkelijk in en uit de auto kan stappen.
Als de volgende handelingen zijn uit-
gevoerd, worden de bestuurdersstoel
en het stuurwiel automatisch versteld
zodat de bestuurder gemakkelijk in of
uit de auto kan stappen.
De selectiehendel is in stand P
gezet.
Het contact is UIT gezet.
De veiligheidsgordel van de bestuurders is losgemaakt.
Als een van de volgende handelingen is uitgevoerd, worden de bestuurdersstoel
en het stuurwiel automatisch teruggezet in de oorspronkelijke positie.
Het contact wordt in stand ACC of AAN gezet.
De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt vastgemaakt.
Bediening van het Power Easy Access-systeem
Als u uit de auto stapt, werkt het Power Easy Access-systeem mogelijk niet als de stoel al
bijna in de achterste positie staat, enz.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De mate waarin de stoel wordt versteld met het Power Easy Access-systeem kan aan de
persoonlijke voorkeur worden aangepast. (Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeursinstellingen: Blz. 708)
Ergonomisch geheugen
: Indien aanwezig
Deze functie zet de bestuurdersstoel, het stuurwiel en de buitenspiegels
automatisch in de gewenste stand om het in- en uitstappen te vergemakkelij-
ken en om aan uw voorkeur te voldoen.
Power Easy Access-systeem
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 219 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
220 3-3. Verstellen van de stoelen
IS300h_EE(OM53E44E)
De rijpositie die uw voorkeur heeft (de positie van de bestuurdersstoel, het stuur
en de buitenspiegels), kan met een druk op de knop in het geheugen worden
opgeslagen en weer worden opgeroepen.
Er kunnen drie verschillende posities worden opgeslagen in het geheugen.
Procedure voor opslaan
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Zet het contact AAN.
Zet de bestuurdersstoel, het stuurwiel en de buitenspiegels in de gewenste
positie.
Druk, terwijl u de toets SET inge-
drukt houdt of binnen 3 secon-
den nadat de toets SET is
ingedrukt, op toets 1, 2 of 3 tot de
zoemer klinkt.
Als er onder de gekozen toets al een
instelling was opgeslagen, zal deze
worden overschreven.
Procedure voor oproepen
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Zet het contact AAN.
Houd een van de toetsen van de
rijpositie die u wilt oproepen
ingedrukt totdat de zoemer
klinkt.
Ergonomisch geheugen
1
2
3
4
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 220 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
221
3-3. Verstellen van de stoelen
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
Het oproepen van de stoelpositie halverwege onderbreken
Voer een van de volgende handelingen uit:
Druk op de toets SET.
Druk op toets 1, 2 of 3.
Bedien een van de schakelaars van de stoelverstelling (schakelt alleen het oproepen
van de stoelpositie uit).
Bedien de schakelaar van de stuurverstelling (schakelt alleen het oproepen van de
stuurwielpositie uit).
Stoelposities die in het geheugen kunnen worden opgeslagen (Blz. 215)
Andere ingestelde posities dan de ingestelde positie met de schakelaar van de lenden-
steunverstelling kunnen in het geheugen worden opgeslagen.
Bedienen van het ergonomische geheugen nadat het contact UIT is gezet
De opgeslagen posities kunnen gedurende 180 seconden na het openen van het
bestuurdersportier nog worden geactiveerd en nog eens 60 seconden na het sluiten van
het portier. De opgeslagen stand van het stuurwiel kan worden geactiveerd door op de
startknop te drukken.
Het ergonomisch geheugen op de juiste wijze gebruiken
Als de stoel al in de verst mogelijke stand staat en de stoel wordt in dezelfde richting
bewogen, dan wijkt de opgeslagen positie mogelijk iets af wanneer deze wordt opgeroe-
pen.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 221 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
222 3-3. Verstellen van de stoelen
IS300h_EE(OM53E44E)
In elke elektronische sleutel (inclusief sleutelkaart) kan de door u gewenste rijpo-
sitie worden opgeslagen, zodat die kan worden opgeroepen.
Procedure voor registreren
Sla uw favoriete rijpositie op onder toets 1, 2 of 3 en voer daarna de onder-
staande handelingen uit:
Draag alleen de sleutel bij u die u wilt registreren en sluit het bestuurderspor-
tier. Als zich 2 of meer sleutels in de auto bevinden, kan de rijpositie niet juist
worden opgeslagen.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Zet het contact AAN.
Roep de rijpositie op die u wilt opslaan.
Houd de toets voor het oproepen
van de rijpositie ingedrukt en
druk op de schakelaar voor de
centrale vergrendeling in het por-
tier (vergrendelen of ontgrende-
len) totdat de zoemer klinkt.
Als de toets niet kan worden geregis-
treerd, klinkt de zoemer continu
gedurende ongeveer 3 seconden.
Procedure voor oproepen
Controleer of de portieren zijn vergrendeld alvorens de rijpositie op te
roepen. Gebruik de elektronische sleutel met de opgeslagen rijpositie en
ontgrendel en open het bestuurdersportier met de instapfunctie of de
afstandsbediening.
De stoel (niet het stuurwiel) wordt in de opgeslagen rijpositie gezet. De stoel
beweegt echter naar een positie iets achter de opgeslagen positie, zodat u
gemakkelijk kunt instappen.
Als de rijpositie een positie is die al is opgeslagen, zullen de stoel en de buitenspie-
gels niet bewegen.
Zet het contact in stand ACC of AAN of maak een veiligheidsgordel vast.
De stoel en het stuurwiel worden in de opgeslagen positie gezet.
Geheugenoproepfunctie
1
2
3
4
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 222 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
223
3-3. Verstellen van de stoelen
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
Procedure voor annuleren
Draag alleen de sleutel bij u die u wilt annuleren en sluit het bestuurderspor-
tier. Als zich 2 of meer sleutels in de auto bevinden, kan de koppeling aan de
rijpositie niet goed worden geannuleerd.
Zet het contact AAN.
Houd de toets SET ingedrukt en druk op de schakelaar voor de centrale
vergrendeling (vergrendelen of ontgrendelen) totdat de zoemer tweemaal
klinkt.
Als de toets niet kan worden geannuleerd, klinkt de zoemer continu gedurende
ongeveer 3 seconden.
Oproepen van de rijpositie met behulp van de geheugenoproepfunctie
In elke elektronische sleutel kunnen verschillende rijposities worden opgeslagen.
Daarom kan de rijpositie die wordt opgeroepen per sleutel anders zijn.
Wanneer een ander portier dan het bestuurdersportier wordt ontgrendeld via het
Smart entry-systeem met startknop, wordt de rijpositie niet opgeroepen. Druk in dat
geval op de toets van de rijpositie die is ingesteld.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De ontgrendelingsinstellingen van de geheugenoproepfunctie kunnen aan de persoon-
lijke voorkeur worden aangepast.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 708)
WAARSCHUWING
Waarschuwing bij het verstellen van de stoel
Let er bij het instellen van de stoelpositie op dat de stoel de passagier achterin niet
raakt en dat uw lichaam niet klem komt te zitten tussen de stoel en het stuurwiel.
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 223 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
224 3-3. Verstellen van de stoelen
IS300h_EE(OM53E44E)
Omhoog
Trek de hoofdsteun omhoog.
Omlaag
Duw de hoofdsteun omlaag en houd
daarbij de ontgrendelknop ingedrukt.
Omhoog
Trek de hoofdsteun omhoog.
Omlaag
Duw de hoofdsteun omlaag en houd
daarbij de ontgrendelknop ingedrukt.
Hoofdsteunen
Alle zitplaatsen zijn voorzien van een hoofdsteun.
Voorstoelen
Ontgrendelknop
1
2
Achterstoelen
Ontgrendelknop
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 224 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
225
3-3. Verstellen van de stoelen
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
Verwijderen van de hoofdsteunen
Plaatsen van de hoofdsteunen
Voorstoelen
Achterstoelen
Trek de hoofdsteun omhoog en houd daarbij de
ontgrendelknop ingedrukt.
Wanneer de hoofdsteun het dak raakt waar-
door het verwijderen ervan wordt bemoeilijkt,
wijzig dan de stoelhoogte of de -hoek.
Breng de hoofdsteun in lijn met de bevestigings-
gaten en schuif hem omlaag tot hij in de ver-
grendeling klikt.
Houd de ontgrendelknop ingedrukt wanneer u
de hoofdsteun laat zakken.
Houd de pootjes van de hoofdsteun boven de
bevestigingsgaten en schuif de steun omlaag in
de laagste vergrendelingspositie terwijl u de
ontgrendelknop ingedrukt houdt.
Ontgrendelknop
Ontgrendelknop
Ontgrendelknop
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 225 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
226 3-3. Verstellen van de stoelen
IS300h_EE(OM53E44E)
Afstellen van de hoogte van de hoofdsteunen
Afstellen van de hoofdsteun achter
Stel de hoofdsteunen voor gebruik altijd minimaal in op de op een na laagste stand.
Stel de hoofdsteunen zo in dat het midden van
de hoofdsteun zich zo dicht mogelijk bij de
bovenzijde van uw oren bevindt.
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de hoofdsteunen
Neem met betrekking tot de hoofdsteunen de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Plaats de hoofdsteunen altijd op de bijbehorende stoel.
Stel de hoofdsteunen altijd goed af.
Druk de hoofdsteunen na het plaatsen naar beneden om te controleren of ze goed
vergrendeld zijn.
Rijd nooit zonder hoofdsteunen.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 226 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
227
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Elektrische verstelling
Door de schakelaar te bedienen kan het stuur in de volgende richtingen versteld
worden:
Omhoog
Omlaag
Naar de bestuurder toe
Van de bestuurder af
Handmatige verstelling
Houd het stuurwiel vast en druk de
hendel omlaag.
Zet het stuurwiel in de ideale positie
door het in horizontale en verticale
richting te bewegen.
Trek na de verstelling de hendel
omhoog om het stuurwiel te borgen.
Stuurwiel
Procedure voor het verstellen
1
2
3
4
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 227 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
228 3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
IS300h_EE(OM53E44E)
Druk op of vlak bij het symbool
om te claxonneren.
Het stuurwiel kan worden versteld wanneer (elektrische verstelling)
Het contact in de stand ACC of AAN staat*.
*: Wanneer de bestuurdersgordel is vastgemaakt, kan het stuurwiel worden versteld,
ongeacht de stand van het contact.
Automatische verstelling van de stuurwielpositie (indien aanwezig)
Met het ergonomisch geheugen kan een gewenste stuurwielpositie in het geheugen
worden opgeslagen en automatisch worden opgeroepen. (Blz. 219)
Power Easy Access-systeem (indien aanwezig)
Het stuurwiel en de bestuurdersstoel worden automatisch versteld in overeenstemming
met de stand van het contact en de toestand van de veiligheidsgordel van de bestuurder.
(Blz. 219)
Claxon
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Verstel het stuurwiel niet tijdens het rijden.
Anders kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeval veroorzaken, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
Na het afstellen van het stuurwiel (handmatige verstelling)
Zorg ervoor dat het stuurwiel goed vergrendeld is.
Anders kan het stuurwiel plotseling bewegen, waardoor een ongeval kan ontstaan met
ernstig letsel tot gevolg. Ook klinkt de claxon wellicht niet als het stuurwiel niet goed is
vergrendeld.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 228 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
229
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
De hoogte van de binnenspiegel kan worden afgestemd op uw houding achter
het stuur.
Stel de hoogte van de binnenspiegel af
door de spiegel omhoog of omlaag te
bewegen.
Binnenspiegel met handmatig bediende antiverblindingsstand
Verblinding door de koplampen van achteropkomend verkeer kan worden
beperkt door de lip te verstellen.
Normale stand
Antiverblindingsstand
Binnenspiegel
De positie van de binnenspiegel kan worden afgesteld zodat de bestuurder
voldoende zicht naar achteren heeft.
Afstellen van de hoogte van de binnenspiegel
Antiverblindingsstand
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 229 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
230 3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
IS300h_EE(OM53E44E)
Binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand
De hoeveelheid gereflecteerd licht wordt automatisch gereduceerd op basis
van de helderheid van de koplampen van achteropkomend verkeer.
De modus voor de automatische
antiverblindingsstand wijzigen
AAN/UIT
Wanneer de automatische antiver-
blindingsstand is ingeschakeld,
brandt het controlelampje.
De functie wordt ingeschakeld tel-
kens wanneer het contact AAN
wordt gezet.
Druk op de toets om de functie uit te
schakelen. (Het controlelampje gaat
ook uit.)
Voorkomen van een onjuiste werking van de sensoren (auto's met binnenspiegel met
automatische antiverblindingsstand)
Controlelampje
Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook niet,
omdat hierdoor de werking van de sensoren in
negatieve zin beïnvloed kan worden.
WAARSCHUWING
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeval veroorzaken, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 230 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
231
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
Druk op de schakelaar om de bui-
tenspiegel te selecteren die moet
worden versteld.
Links
Rechts
Als u nogmaals op de schakelaar
drukt, keert de schakelaar terug in de
neutrale stand.
Verstel de buitenspiegel met de
schakelaar.
Omhoog
Rechts
Omlaag
Links
Buitenspiegels
Procedure voor het verstellen
1
1
2
2
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 231 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
232 3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
IS300h_EE(OM53E44E)
Met de schakelaar
Druk op de schakelaar om de bui-
tenspiegels in te klappen.
Druk nogmaals op de schakelaar om
de buitenspiegels weer uit te klap-
pen.
Automatische stand inschakelen (indien aanwezig)
De automatische stand maakt het mogelijk om het wegklappen of terugklap-
pen van de spiegels te koppelen aan het vergrendelen/ontgrendelen van de
portieren.
Druk op de schakelaar AUTO om
de automatische stand in te schake-
len.
Het controlelampje gaat branden.
Druk nogmaals op de schakelaar om
terug te gaan naar de handmatige
modus.
Automatisch inklappen en uitklappen van de spiegels
Controlelampje
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 232 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
233
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
Wanneer L of R op de spiegelselectieschakelaar wordt ingedrukt, worden de
buitenspiegels automatisch naar beneden gekanteld tijdens het achteruitrijden
om meer zicht op de grond te bieden.
Als u deze functie wilt uitschakelen, selecteert u L noch R.
Afstellen van de spiegelhoek tijdens het achteruitrijden
Stel de spiegelhoek naar wens af terwijl de selectiehendel in stand R staat.
De ingestelde hoek wordt opgeslagen en de spiegel kantelt automatisch naar
de opgeslagen hoek wanneer de volgende keer de selectiehendel in stand R
wordt gezet.
De opgeslagen positie voor omlaag kantelen van de spiegel is gekoppeld aan de
normale stand (afgestelde hoek met de selectiehendel in een andere stand dan R).
Als daarom de normale stand wordt gewijzigd na het afstellen, wijzigt ook de kan-
telstand.
Wanneer de normale stand wordt gewijzigd, stel dan tijdens het achteruitrijden de
hoek opnieuw af.
De spiegelhoek kan worden versteld wanneer
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Bij het losnemen en aansluiten van de accukabels
De functie voor het automatisch in- en uitklappen van de buitenspiegels is standaard uit-
geschakeld. Druk nogmaals op de schakelaar om de functie in te schakelen.
Als de spiegels beslagen zijn
De buitenspiegels kunnen worden ontwasemd met de spiegelverwarming. Door de ach-
terruitverwarming in te schakelen wordt de buitenspiegelverwarming ingeschakeld.
(Blz. 518)
Automatisch afstellen van de buitenspiegels (indien aanwezig)
U kunt de gewenste stand van de spiegel in het geheugen opslaan en automatisch vanuit
het ergonomisch geheugen oproepen. (Blz. 219)
Automatische antiverblindingsfunctie (indien aanwezig)
Als de binnenspiegel met antiverblindingsstand in de automatische stand wordt gezet,
reflecteren ook de buitenspiegels minder licht van achteropkomend verkeer.
(Blz. 230)
Gebruik van de automatische stand bij koud weer
Wanneer de automatische stand wordt gebruikt bij koud weer, kan de deurspiegel
bevriezen en wordt de spiegel mogelijk niet automatisch in- en uitgeklapt. Verwijder in
dit geval sneeuw en ijs van de spiegel en bedien de spiegel vervolgens met de handma-
tige modus of beweeg de spiegel met de hand.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Het automatisch in- en uitklappen van de buitenspiegels kan worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 708)
Koppeling van spiegelstand aan achteruitrijden (indien aanwezig)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 233 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
234 3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Belangrijke punten tijdens het rijden
Neem tijdens het rijden de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeval veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Verstel de spiegels niet tijdens het rijden.
Rijd niet met de auto als de spiegels zijn ingeklapt.
Beide buitenspiegels dienen in de normale stand te staan en goed te zijn ingesteld
alvorens met de auto wordt gereden.
Wanneer een spiegel wordt versteld
Zorg ervoor dat uw hand niet bekneld raakt tussen de bewegende spiegel en het spie-
gelhuis om letsel en storingen te voorkomen.
Als de spiegelverwarming is ingeschakeld
Raak het oppervlak van de spiegels niet aan, omdat dit heet kan worden en brandwon-
den kan veroorzaken.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 234 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
235
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
3-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen worden geopend en gesloten met
behulp van de schakelaars.
Door de schakelaar te bedienen bewegen de ruiten als volgt:
Sluiten
One-touch sluiten*
Openen
One-touch openen*
*: De ruit stopt in een tussenstand door de
schakelaar in de andere richting te
bewegen.
Druk de schakelaar in om de schake-
laars voor de ruiten van de passagiers
te blokkeren.
Het controlelampje gaat branden.
Gebruik deze schakelaar om te voorko-
men dat kinderen per ongeluk een pas-
sagiersruit openen of sluiten.
Elektrisch bedienbare ruiten
Openen en sluiten
1
2
3
4
Blokkeerschakelaar ruitbediening
Controlelampje
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 235 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
236 3-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
IS300h_EE(OM53E44E)
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen bediend worden als
Het contact AAN staat.
Bedienen van de elektrisch bedienbare ruiten nadat het hybridesysteem is uitgescha-
keld
Nadat het contact in stand ACC of UIT is gezet, kunnen de elektrisch bedienbare ruiten
nog gedurende ongeveer 45 seconden worden bediend. Ze kunnen echter niet meer
worden bediend zodra een van de voorportieren is geopend.
Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten van de ruit een object bekneld raakt tussen de ruit en het ruitframe,
stopt de beweging van de ruit en wordt de ruit weer iets geopend.
Knelbeveiliging
Als tijdens het openen van de ruit een object bekneld raakt tussen het portier en de ruit,
stopt de beweging van de ruit.
Als de ruit niet kan worden geopend of gesloten
Wanneer de klembeveiliging of de knelbeveiliging niet goed werkt en de portierruit niet
kan worden geopend of gesloten, voer dan de onderstaande handelingen uit met de
schakelaar van de ruitbediening van dat portier.
Breng de auto tot stilstand. Zorg ervoor dat het contact AAN staat en bedien de scha-
kelaar van de ruitbediening continu in de one-touch sluitpositie of de one-touch open-
positie binnen 4 seconden nadat de klembeveiliging of knelbeveiliging werd
geactiveerd, zodat de portierruit kan worden geopend en gesloten.
Als de portierruit ook na het uitvoeren van bovenstaande handelingen niet kan worden
geopend of gesloten, voer dan de onderstaande procedure uit voor initialisatie van de
functie.
Zet het contact AAN.
Houd de schakelaar voor de ruitbediening omhoog getrokken in de one-touch sluit-
positie en sluit de portierruit volledig.
Laat de schakelaar voor de ruitbediening even los en houd vervolgens de schake-
laar gedurende ten minste ongeveer 6 seconden in de one-touch sluitpositie.
Houd de schakelaar van de ruitbediening ingedrukt in de one-touch openpositie.
Blijf de schakelaar, nadat de portierruit volledig is geopend, nog eens ten minste 1
seconde in die positie vasthouden.
Laat de schakelaar voor de ruitbediening even los en houd vervolgens de schake-
laar gedurende ten minste ongeveer 4 seconden in de one-touch openpositie.
Houd de schakelaar voor de ruitbediening nogmaals omhoog getrokken in de one-
touch sluitpositie. Blijf de schakelaar, nadat de portierruit volledig is gesloten, nog
eens ten minste 1 seconde in die positie vasthouden.
Herhaal de procedure vanaf het begin als u de schakelaar hebt losgelaten terwijl de ruit
nog in beweging was.
Als de ruit in de tegengestelde richting beweegt en niet volledig kan worden gesloten of
geopend, laat dan de auto nakijken door een erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
1
2
3
4
5
6
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 236 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
237
3-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
Aan portierslot gekoppelde werking ruiten
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen worden geopend en gesloten met behulp van
de mechanische sleutel.* (Blz. 678)
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen worden geopend en gesloten met behulp van
de afstandsbediening.* (Blz.152)
*: Deze instellingen moeten aan de persoonlijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Als de 12V-accu wordt losgekoppeld
De blokkeerschakelaar voor de ruitbediening wordt uitgeschakeld. Druk indien nodig na
het aansluiten van de 12V-accu op de blokkeerschakelaar voor de ruitbediening.
Waarschuwingszoemer bij geopende elektrisch bedienbare ruiten
De zoemer klinkt en er verschijnt een melding op het multi-informatiedisplay op het
dashboard wanneer het contact UIT staat en u het bestuurdersportier opent terwijl de
elektrisch bedienbare ruiten geopend zijn.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de koppeling aan de portiervergrendeling) kunnen
worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 708)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 237 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
238 3-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Sluiten van de ruiten
De bestuurder is verantwoordelijk voor de bediening van de elektrisch bedienbare
ruiten, ook voor die van de passagiers. Laat, om onbedoelde bediening, met name
door kinderen, te voorkomen, de elektrisch bedienbare ruiten niet door kinderen
bedienen. Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel van een kind of een andere passa-
gier klem komt te zitten tussen de elektrisch bedienbare ruit. Wanneer er een kind in
de auto zit, verdient het aanbeveling om de blokkeerschakelaar voor de ruitbedie-
ning te gebruiken. (Blz. 235)
Controleer of geen van de inzittenden een lichaamsdeel naar buiten steekt dat
bekneld zou kunnen raken als de ruiten bediend worden.
Wanneer de elektrisch bedienbare ruiten worden bediend met de afstandsbediening
of mechanische sleutel, bedien dan de elektrisch bedienbare ruit nadat u hebt gecon-
troleerd of er geen risico is dat een passagier met een lichaamsdeel bekneld kan
raken tussen de ruit. Laat kinderen de ruit niet bedienen via de afstandsbediening of
mechanische sleutel. Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel van een kind of een
andere passagier klem komt te zitten door het bedienen van de elektrisch bedien-
bare ruit.
Wanneer u uit de auto stapt, zet dan het contact UIT en neem de sleutel en het kind
met u mee. Anders kan het kind de auto mogelijk onbedoeld, uit kattenkwaad, enz.
bedienen, wat tot een ongeval kan leiden.
Klembeveiliging
Gebruik geen lichaamsdelen om de klembeveiliging opzettelijk te activeren.
De klembeveiliging werkt mogelijk niet als iets klem komt te zitten als de ruit bijna vol-
ledig gesloten is. Zorg ervoor dat er geen lichaamsdelen klem komen te zitten tussen
de ruit.
Knelbeveiligingsfunctie
Steek geen lichaamsdelen of kledingstukken in de opening om te proberen of de
knelbeveiliging werkt.
De knelbeveiliging werkt mogelijk niet als iets bekneld raakt op het moment dat de
ruit bijna volledig geopend is. Zorg ervoor dat er geen lichaamsdelen of kledingstuk-
ken klem komen te zitten tussen de ruit.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 238 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
239
3-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
Opent het schuifdak*
Het schuifdak stopt iets voordat het vol-
ledig geopend is om windgeruis te
beperken.
Druk nogmaals op de schakelaar om
het schuifdak volledig te openen.
Sluit het schuifdak*
*: Druk licht op één zijde van de schake-
laar om de beweging van het schuifdak
halverwege te stoppen.
Kantelt het schuifdak omhoog*
Kantelt het schuifdak omlaag*
*: Druk licht op één zijde van de schake-
laar om de beweging van het schuifdak
halverwege te stoppen.
Schuifdak
: Indien aanwezig
Het schuifdak kan met behulp van de schakelaars in de dakconsole open en
dicht worden geschoven en naar boven en beneden worden gekanteld.
Openen en sluiten
1
2
Omhoog en omlaag kantelen
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 239 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
240 3-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
IS300h_EE(OM53E44E)
Het schuifdak kan worden bediend als
Het contact AAN staat.
Bedienen van het schuifdak nadat het hybridesysteem is uitgeschakeld
Het schuifdak kan, zelfs nadat het contact in de stand ACC of UIT is gezet, nog ongeveer
45 seconden worden bediend. Het kan echter niet meer bediend worden als een van de
voorportieren geopend is.
Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten of naar beneden kantelen een object bekneld raakt tussen het
schuifdak en het frame, stopt de beweging van het schuifdak en wordt het weer iets
geopend.
Zonnescherm
Het zonnescherm kan met de hand worden geopend en gesloten. Bij het openen van het
schuifdak zal het zonnescherm echter automatisch ook worden geopend.
Aan portierslot gekoppelde werking schuifdak
Het schuifdak kan worden geopend en gesloten met behulp van de mechanische sleu-
tel.* (Blz. 678)
Het schuifdak kan worden geopend en gesloten met behulp van de afstandsbedie-
ning.* (Blz.152)
*: Deze instellingen moeten aan de persoonlijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 240 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
241
3-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
3
Bediening van elk onderdeel
IS300h_EE(OM53E44E)
Als het schuifdak niet normaal sluit
Ga als volgt te werk:
Als het schuifdak sluit, maar dan weer een stukje opengaat
Breng de auto tot stilstand.
Houd de schakelaar CLOSE ingedrukt.*1
Het schuifdak gaat dicht, gaat weer open en stopt ongeveer 10 seconden.*2 Ver-
volgens gaat het weer dicht, kantelt het omhoog en stopt het ongeveer 1 seconde.
Ten slotte kantelt het schuifdak omlaag, waarna het opent en sluit.
Controleer of het schuifdak geheel gesloten is en laat dan de schakelaar los.
Als het schuifdak omlaag kantelt maar dan weer omhoog kantelt
Breng de auto tot stilstand.
Houd schakelaar UP ingedrukt*1 totdat het schuifdak omhoogkantelt en stopt.
Laat schakelaar UP even los en houd hem vervolgens weer ingedrukt.*1
Het schuifdak blijft ongeveer 10 seconden in de omhooggekantelde positie staan.*2
Vervolgens wordt de stand enigszins bijgesteld en stopt het dak ongeveer 1
seconde. Ten slotte kantelt het schuifdak omlaag, waarna het opent en sluit.
Controleer of het schuifdak geheel gesloten is en laat dan de schakelaar los.
*1: Als de schakelaar niet op het juiste moment wordt losgelaten, moet de procedure
helemaal opnieuw worden uitgevoerd.
*2: Als de schakelaar wordt losgelaten nadat er 10 seconden is gewacht, wordt de
automatische functie uitgeschakeld. Houd in dat geval de toets CLOSE of UP inge-
drukt. Het schuifdak kantelt omhoog en blijft gedurende ongeveer 1 seconde in die
stand. Dan kantelt het omlaag, gaat open en sluit. Controleer of het schuifdak
geheel gesloten is en laat dan de schakelaar los.
Als het schuifdak ook na het op de juiste wijze uitvoeren van bovenstaande procedure
niet volledig sluit, laat dan uw auto controleren door een erkende Lexus-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
1
2
3
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 241 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
242 3-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
IS300h_EE(OM53E44E)
Waarschuwingszoemer open schuifdak
De zoemer klinkt en er verschijnt een melding op het multi-informatiedisplay op het
dashboard wanneer het contact UIT wordt gezet en u het bestuurdersportier opent ter-
wijl het schuifdak geopend is.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de koppeling aan de portiervergrendeling) kunnen
worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 708)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Openen van het schuifdak
Laat geen van de inzittenden tijdens het rijden zijn/haar hand of hoofd buiten de auto
uit steken.
Ga niet op het schuifdak zitten.
Sluiten van het schuifdak
De bestuurder is verantwoordelijk voor het openen en sluiten van het schuifdak.
Laat, om onbedoelde bediening, met name door kinderen, te voorkomen, het schuif-
dak niet door kinderen bedienen. Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel van een
kind of een andere passagier klem komt te zitten tussen het schuifdak.
Controleer of geen van de inzittenden een lichaamsdeel naar buiten steekt dat
bekneld zou kunnen raken als het schuifdak bediend wordt.
Wanneer het schuifdak wordt bediend met de afstandsbediening of mechanische
sleutel, bedien dan het schuifdak nadat u hebt gecontroleerd of er geen risico is dat
een passagier met een lichaamsdeel bekneld kan raken tussen het schuifdak. Laat
kinderen het schuifdak niet bedienen via de afstandsbediening of mechanische sleu-
tel. Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel van een kind of een andere passagier
klem komt te zitten tussen het schuifdak.
Wanneer u uit de auto stapt, zet dan het contact UIT en neem de sleutel en het kind
met u mee. Anders kan het kind de auto mogelijk onbedoeld, uit kattenkwaad, enz.
bedienen, wat tot een ongeval kan leiden.
Klembeveiliging
Gebruik geen lichaamsdelen om de klembeveiliging opzettelijk te activeren.
Het is mogelijk dat de klembeveiliging niet werkt als het schuifdak bijna gesloten is.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 242 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
243
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto.....................244
Lading en bagage ....................... 251
Rijden met een aanhangwagen
(auto's zonder
trekhaakpakket).......................252
Rijden met een aanhangwagen
(auto's met
trekhaakpakket).......................253
4-2. Rijprocedures
Startknop.........................................261
EV-modus......................................266
Hybridetransmissie ...................268
Richtingaanwijzer-
schakelaar .................................. 275
Parkeerrem................................... 277
ASC (Active Sound
Control).......................................278
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar........................... 279
Automatic High Beam-
systeem........................................282
Schakelaar mistlampen ...........286
Ruitenwissers en -sproeiers...287
4-4. Tanken
Openen van de tankdop.........295
4-5. Gebruik van de ondersteunende
systemen
Lexus Safety System+ ..............299
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)....................................... 310
LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling)..................323
RSA (Road Sign Assist)............ 331
Dynamic Radar Cruise
Control........................................336
Cruise control .............................348
Lexus Parking Assist-sensor .352
Lexus Parking Assist
Monitor .........................................361
BSM (Blind Spot Monitor)......377
BSM-functie...........................384
RCTA ........................................ 387
Rijmodusselectieschakelaar.. 392
Ondersteunende systemen...396
4-6. Rijtips
Rijden met een hybrideauto..402
Rijden in de winter.....................405
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 243 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
244
IS300h_EE(OM53E44E)
4-1. Voordat u gaat rijden
Blz. 261
Zet met ingetrapt rempedaal de selectiehendel in stand D. (Blz. 268)
Deactiveer de parkeerrem. (Blz. 277)
Laat het rempedaal geleidelijk opkomen en trap langzaam het gaspedaal in
om de auto in beweging te brengen.
Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempedaal in.
Activeer indien nodig de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P als er gedurende langere tijd wordt gestopt.
(Blz. 268)
Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempedaal in.
Activeer de parkeerrem (Blz. 277) en zet de selectiehendel in stand P
(Blz. 268).
Plaats bij het parkeren op een helling indien nodig wielblokken.
Druk op de startknop om het hybridesysteem te stoppen.
Vergrendel de portieren nadat u hebt gecontroleerd of u de elektronische
sleutel bij u hebt.
Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in stand D.
Trap het gaspedaal geleidelijk in.
Deactiveer de parkeerrem.
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de onderstaande procedures:
Starten van het hybridesysteem
Rijden
Tot stilstand brengen van de auto
Parkeren van de auto
Wegrijden op een helling
1
2
3
1
2
1
2
3
4
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 244 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
245
4-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Als u wegrijdt op een helling omhoog
De Hill Start Assist Control wordt geactiveerd. (Blz. 396)
Rijden met een gunstig brandstofverbruik
Houd er rekening mee dat hybrideauto's vergelijkbaar zijn met conventionele auto's en
dat het belangrijk is dat u niet plotseling accelereert, enz. (Blz. 402)
Regen, rijden in de
Rijd voorzichtig als het regent, omdat het zicht dan minder is, de ruiten beslagen kun-
nen zijn en de weg glad kan zijn.
Rijd extra voorzichtig wanneer het begint te regenen, de weg kan dan immers bijzon-
der glad zijn.
Matig uw snelheid bij het rijden in de regen, tussen band en wegdek kan er zich dan
immers een waterfilm vormen die het sturen en remmen kan bemoeilijken.
Beperken van het vermogen van het hybridesysteem (Brake Override-systeem)
Wanneer het gaspedaal en rempedaal gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het vermo-
gen van het hybridesysteem mogelijk beperkt.
Er wordt een waarschuwingsmelding weergegeven op het multi-informatiedisplay ter-
wijl het systeem in werking is. (Blz. 647)
Beperken plotseling wegrijden (wegrijregeling)
Wanneer de onderstaande ongewone bediening plaatsvindt, wordt het motorvermo-
gen mogelijk beperkt.
Wanneer de selectiehendel van R in D, van D in R, van N in R, van P in D of van P in R
wordt gezet (D omvat S) terwijl het gaspedaal wordt ingetrapt, verschijnt er een
waarschuwingsmelding op het multi-informatiedisplay. (Blz. 637)
Wanneer het gaspedaal te diep wordt ingetrapt terwijl de auto in zijn achteruit staat.
Wanneer de wegrijregeling wordt geactiveerd, heeft uw auto mogelijk moeite met het
wegrijden in modder of op verse sneeuw. Deactiveer in zo'n geval de TRC
(Blz. 398) om de wegrijregeling uit te schakelen, zodat de auto makkelijker wegrijdt
in modder of op verse sneeuw.
Inrijden van uw nieuwe Lexus
Voor een maximale levensduur van de auto adviseren wij rekening te houden met onder-
staande aanwijzingen:
De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
De eerste 800 km:
Rijd niet met een aanhangwagen.
De eerste 1.000 km:
Rijd niet met extreem hoge snelheden.
Vermijd plotseling sterk accelereren.
Rijd niet langdurig in een lage versnelling.
Rijd niet langdurig met een constante snelheid.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 245 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
246 4-1. Voordat u gaat rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Remsysteem met in remschijf geïntegreerde parkeerremtrommel
Uw auto is uitgerust met een remsysteem met in de remschijf geïntegreerde parkeer-
remtrommel. Deze trommelremmen moeten regelmatig worden bijgesteld. Bij het ver-
vangen van onderdelen van de parkeerrem, dienen ze te worden afgesteld. Laat het
bijstellen uitvoeren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het desbetreffende land geldende wettelijke
voorschriften en controleer of de juiste brandstof verkrijgbaar is. (Blz. 696)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bij het starten van de auto
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als de auto stilstaat en het controlelampje READY
brandt. Dit voorkomt kruipen van de auto.
Tijdens het rijden
Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt, blindelings het gas- en rempedaal kunt vinden.
Als u per ongeluk in plaats van het rempedaal het gaspedaal intrapt, zal de auto
onverwacht accelereren, wat een ongeval tot gevolg kan hebben.
Bij het achteruitrijden draait u wellicht uw lichaam, waardoor het bedienen van de
pedalen moeilijk wordt. Zorg dat u de pedalen altijd goed kunt bedienen.
Zorg dat u altijd in de juiste houding achter het stuur zit, ook als de auto maar kort
hoeft te rijden. Zo kunt u rem- en gaspedaal goed bedienen.
Trap het rempedaal met uw rechtervoet in. Wanneer u het rempedaal met uw lin-
kervoet intrapt, kan in een noodgeval uw reactie vertraagd worden, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
De bestuurder moet extra goed letten op voetgangers als de auto alleen wordt aan-
gedreven door de elektromotor (tractiemotor). Aangezien er geen motorgeluiden
zijn, kunnen voetgangers de beweging van de auto misschien onjuist inschatten.
Rijd niet met de auto over licht ontvlambare materialen en parkeer de auto ook niet in
de buurt van dergelijke materialen.
Het uitlaatsysteem en de uitlaatgassen kunnen zeer heet worden. Deze hete onder-
delen kunnen brand veroorzaken als er licht ontvlambaar materiaal aanwezig is.
Schakel het hybridesysteem tijdens normaal rijden niet uit. Door het uitschakelen van
het hybridesysteem tijdens het rijden verliest u niet de controle over het stuurwiel of
de remmen. De stuurbekrachtiging werkt echter niet meer. Hierdoor zal het sturen
veel zwaarder gaan dan normaal. Zet in dat geval de auto aan de kant zodra dit veilig
kan.
In geval van nood, bijvoorbeeld als de auto onmogelijk op de normale manier tot stil-
stand kan worden gebracht: Blz. 615
Rem bij het afdalen van een steile helling af op de motor (terugschakelen) om een
veilige snelheid aan te kunnen houden.
Het continu gebruiken van de remmen kan leiden tot oververhitting en een vermin-
derde remwerking. (Blz. 268)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 246 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
247
4-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
Tijdens het rijden
Verstel het stuurwiel, de stoel en de binnen- en buitenspiegels niet tijdens het rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen.
Controleer altijd of alle passagiers hun armen, hoofd en andere lichaamsdelen bin-
nen de auto houden.
Tijdens het rijden op een glad wegdek
Door plotseling remmen, accelereren en sturen kunnen de banden hun grip verlie-
zen, met controleverlies tot gevolg.
Door plotseling accelereren, afremmen op de motor als gevolg van schakelen, of wij-
zigingen in het motortoerental kan de auto in een slip raken.
Trap na het rijden door een plas het rempedaal lichtjes in om ervoor te zorgen dat de
remmen goed werken. Door natte remblokken kan de remwerking afnemen. Rem-
men die aan één kant van de auto nat zijn en niet goed werken, kunnen de besturing
bemoeilijken.
Bedienen van de selectiehendel
Laat de auto niet achteruit rollen als de vooruitversnelling is ingeschakeld of vooruit
rollen terwijl de selectiehendel in stand R staat.
Als u dit toch doet, kan een ongeval of schade aan de auto het gevolg zijn.
Zet de selectiehendel tijdens het rijden niet in stand P.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de transmissie ontstaan waardoor u de controle
over de auto kunt verliezen.
Zet de selectiehendel tijdens het vooruitrijden niet in stand R.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de transmissie ontstaan waardoor u de controle
over de auto kunt verliezen.
Zet de selectiehendel tijdens het achteruitrijden niet in stand D.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de transmissie ontstaan waardoor u de controle
over de auto kunt verliezen.
Wanneer u de selectiehendel tijdens het rijden in stand N zet, wordt het hybridesys-
teem uitgeschakeld. Als de transmissie in stand N staat, is afremmen op de motor niet
mogelijk.
Zet de selectiehendel niet in een andere stand als het gaspedaal is ingetrapt. Als de
selectiehendel in een andere stand dan P of N wordt gezet, kan de auto onverwacht
snel accelereren, waardoor een ongeval en ernstig letsel kunnen ontstaan.
Als u een piepend of krassend geluid hoort (remblokslijtage-indicatoren)
Laat de remblokken zo snel mogelijk nakijken en indien nodig vervangen door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige. De remschijven kunnen beschadigd raken als de
remblokken niet op tijd worden vervangen.
Een beperkte mate van slijtage van de remblokken en remschijven maakt een grotere
remkracht mogelijk. Daardoor kunnen de remschijven iets sneller slijten dan de rem-
schijven bij een conventioneel remsysteem. Lexus adviseert daarom bij het vervangen
van de remblokken tevens de dikte van de remschijven op te meten.
Het rijden met een auto waarvan de remblokken en/of de remschijven de slijtagelimiet
hebben overschreden, is gevaarlijk.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 247 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
248 4-1. Voordat u gaat rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bij stilstaande auto
Trap het gaspedaal niet onnodig in.
Als de selectiehendel in een andere stand dan P of N staat, kan de auto onverwacht
in beweging komen, waardoor er een ongeval kan ontstaan.
Voorkom het ontstaan van ongevallen door het wegrollen van de auto, houd altijd het
rempedaal ingetrapt zolang het controlelampje READY brandt en activeer de par-
keerrem indien nodig.
Voorkom voor- of achteruitrollen van de auto bij stoppen op een helling, waardoor
een ongeval kan ontstaan: trap altijd het rempedaal in en activeer de parkeerrem
indien nodig.
Voorkom dat de motor met een te hoog toerental draait.
Als de motor met een hoog toerental draait terwijl de auto stilstaat, kan het uitlaatsys-
teem oververhit raken, hetgeen brand kan veroorzaken als er brandbaar materiaal
aanwezig is.
Als de auto geparkeerd is
Laat geen brillen, aanstekers, spuitbussen of blikken frisdrank in de auto liggen als
deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan ontstaan.
De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillenglazen en
kunststof monturen kunnen vervormen of barsten.
Blikjes frisdrank kunnen openbarsten, waardoor de inhoud in het interieur
terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof kortsluiting in de elektrische componen-
ten van de auto veroorzaken.
Laat geen aanstekers achter in de auto. Als een aansteker in het dashboardkastje of
op de vloer ligt, kan deze per ongeluk gaan branden als er bagage wordt geplaatst of
een stoel wordt afgesteld en brand veroorzaken.
Plak geen parkeerschijven op de voorruit of andere ruiten. Plaats geen reservoirs
zoals luchtverfrissers op het instrumentenpaneel of dashboard. Deze parkeerschij-
ven of reservoirs kunnen als een lens werken en brand veroorzaken in de auto.
Laat geen portier of ruit open als het gebogen glas van naastliggende gebouwen
voorzien is van een gemetalliseerde film, bijvoorbeeld een zilverkleurige folie. Weer-
kaatst zonlicht kan van het glas een lens maken en brand veroorzaken.
Activeer altijd de parkeerrem, zet de selectiehendel in stand P, schakel het hybride-
systeem uit en vergrendel de auto.
Laat de auto niet onbeheerd achter als het controlelampje READY brandt.
Als de auto is geparkeerd met de selectiehendel in stand P, terwijl de parkeerrem niet
is geactiveerd, zou de auto in beweging kunnen komen, wat kan leiden tot een onge-
val.
Raak de uitlaatpijp niet aan als het controlelampje READY brandt of direct na het uit-
schakelen van het hybridesysteem.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 248 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
249
4-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
Als u even gaat slapen in de auto
Schakel altijd het hybridesysteem uit. Anders zou u per ongeluk de selectiehendel kun-
nen verplaatsen of het gaspedaal in kunnen trappen, waardoor een ongeval zou kun-
nen ontstaan of het hybridesysteem oververhit zou kunnen raken en brand kan
ontstaan. Verder kunnen uitlaatgassen in een slecht geventileerde omgeving in de auto
terechtkomen, hetgeen zeer schadelijk is voor de gezondheid.
Bij het remmen
Rijd voorzichtiger wanneer de remmen nat zijn.
De remweg neemt toe als de remmen nat zijn en bovendien kan vocht ertoe leiden
dat de ene kant van de auto sterker afgeremd wordt dan de andere kant. Ook de
werking van de parkeerrem kan door vocht in negatieve zin beïnvloed worden.
Rijd niet te dicht achter een andere auto als het elektronisch geregelde remsysteem
niet werkt en vermijd afdalingen en scherpe bochten die afremmen noodzakelijk
maken.
In dit geval kan de auto nog wel worden afgeremd, maar moet er een grotere kracht
op het rempedaal worden uitgeoefend dan normaal. De remweg zal ook langer zijn.
Laat uw remmen onmiddellijk repareren.
Het remsysteem bestaat uit 2 of meer afzonderlijke hydraulische systemen: als een
van de systemen uitvalt, werkt het andere systeem/werken de andere systemen nog
wel. In dat geval moet het rempedaal krachtiger worden ingetrapt dan gewoonlijk en
neemt ook de remweg toe. Laat uw remmen onmiddellijk repareren.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 249 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
250 4-1. Voordat u gaat rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
OPMERKING
Tijdens het rijden
Trap tijdens het rijden niet tegelijkertijd het gaspedaal en het rempedaal in, anders
neemt het vermogen van het hybridesysteem mogelijk af.
Gebruik het gaspedaal niet om de auto op een helling op zijn plaats te houden en
trap daartoe ook niet het rempedaal en het gaspedaal gelijktijdig in.
Bij het parkeren
Activeer altijd de parkeerrem en zet de selectiehendel altijd in stand P. Anders kan de
auto onverwachts accelereren als het gaspedaal per ongeluk wordt ingetrapt.
Vermijd schade aan onderdelen van de auto
Draai het stuurwiel niet gedurende langere tijd in een van beide richtingen tegen de
aanslag aan.
Anders kan schade aan de stuurbekrachtigingsmotor ontstaan.
Rijd zo langzaam mogelijk over oneffenheden in de weg om schade aan de wielen,
de onderzijde van de auto, enz. te vermijden.
Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt
Een lekke of beschadigde band kan leiden tot de onderstaande situaties. Houd het
stuurwiel stevig vast en trap het rempedaal geleidelijk in om de auto tot stilstand te
brengen.
Het kan moeilijk zijn om de auto onder controle te houden.
De auto kan abnormale geluiden maken of trillen.
De auto kan abnormaal gaan overhellen.
Informatie over wat u moet doen in het geval van een lekke band (Blz. 660, 675)
Overstroomde wegen
Rijd niet op wegen die na zware regenval e.d. zijn overstroomd. Indien u dat toch doet,
kan de auto hierdoor ernstig beschadigd raken:
Motor slaat af
Kortsluiting in elektrische componenten
Motorschade door onderdompeling in water
Na het rijden op een overstroomde weg moet het volgende worden nagekeken door
een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige:
Remwerking
Veranderingen in peil en kwaliteit van motorolie en andere vloeistoffen van motor,
hybridetransmissie, differentieel, enz.
Smering van cardanas, lagers en kogelgewrichten van de wielophanging (indien
mogelijk) en de werking van alle koppelingen, lagers, enz.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 250 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
251
4-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie over voorzorgsmaatregelen, laadvermogen
en belading zorgvuldig door:
WAARSCHUWING
Zaken die niet in de bagageruimte vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroorzaken als ze in de bagageruimte vervoerd
worden:
Jerrycans met benzine
Spuitbussen
Voorzorgsmaatregelen bij opbergen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat de pedalen
niet goed kunnen worden ingetrapt, dat het zicht van de bestuurder wordt gehinderd
of dat de bestuurder of passagiers door voorwerpen geraakt worden, wat een ongeval
kan veroorzaken.
Vervoer lading en bagage indien mogelijk altijd in de bagageruimte.
Stapel bagage in de vergrote bagageruimte nooit hoger dan de rugleuningen, om te
voorkomen dat goederen tijdens hard remmen naar voren schuiven. Plaats bagage
altijd zo laag mogelijk.
Plaats als u de achterstoelen neerklapt geen lange voorwerpen direct achter de
voorstoelen.
Sta nooit toe dat er personen in de vergrote bagageruimte meerijden. De bagage-
ruimte is niet ontworpen om personen te vervoeren. Personen dienen plaats te
nemen op een zitplaats en een gordel op de juiste manier om te doen.
Leg geen lading of bagage op de volgende plaatsen:
In de voetenruimte bij de bestuurder
Op de voorpassagiersstoel of de achterstoelen (als er goederen op elkaar gesta-
peld worden)
Op de hoedenplank
Op het instrumentenpaneel
Op het dashboard
Vóór het Lexus display-audioscherm (indien aanwezig) of 10,3 inch display
(indien aanwezig)
Zorg dat alle voorwerpen die zich in het passagierscompartiment bevinden, zijn
opgeborgen of vastgezet.
Lading en gewichtsverdeling
Overlaad uw auto niet.
Verdeel het gewicht gelijkmatig.
Een onjuiste belading kan de besturing en de remwerking in negatieve zin beïnvloe-
den, waardoor een ongeval met ernstig letsel zou kunnen ontstaan.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 251 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
252 4-1. Voordat u gaat rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Rijden met een aanhangwagen
(auto's zonder trekhaakpakket)
Lexus raadt u af om met uw auto met een aanhangwagen te rijden. Lexus advi-
seert u bovendien geen trekhaak te laten monteren voor het gebruik van bij-
voorbeeld een fietsendrager. Uw auto is niet ontworpen voor het rijden met
een aanhangwagen of het gebruik van een op de trekhaak bevestigde fietsen-
drager en dergelijke.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 252 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
253
4-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Maximale gewichten
Controleer het maximale aanhangwagengewicht, het maximaal toelaatbare
voertuiggewicht, de maximale asbelasting en de maximale kogeldruk voordat
u met een aanhangwagen gaat rijden. (Blz. 694)
Trekhaak/trekhaak met afneembare kogel
Lexus adviseert gebruik te maken van een originele Lexus trekhaak/afneem-
bare trekhaak voor uw auto. Ook andere geschikte en kwalitatief vergelijk-
bare trekhaken mogen worden gebruikt.
Voorkomen van ongevallen
De auto zal anders aanvoelen als u met een aanhangwagen rijdt. De 3 meest
voorkomende oorzaken van aanrijdingen waarbij een auto met een aanhang-
wagen betrokken is, zijn: bestuurdersfouten, een te hoge snelheid en overbe-
lading.
Rijden met een aanhangwagen
(auto's met trekhaakpakket)
Het rijden met een aanhangwagen heeft een negatieve invloed op de presta-
ties, de rijeigenschappen, het brandstofverbruik en de levensduur van uw
auto. Gebruik de functies van de auto op de juiste manier en rijd voorzichtig
voor een maximale veiligheid en een optimaal comfort. Schade en/of defec-
ten die het gevolg zijn van het rijden met een aanhangwagen voor commerci-
ele doeleinden worden niet gedekt door de Lexus-garantie.
Raadpleeg voordat u met een aanhangwagen gaat rijden eerst een erkende
plaatselijke Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor meer informatie. In som-
mige landen zijn er namelijk wettelijke voorschriften voor het rijden met
aanhangwagens.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 253 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
254 4-1. Voordat u gaat rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Totaal aanhangwagengewicht en maximaal toegestane kogeldruk
Totaal aanhangwagengewicht
Het gewicht van de aanhangwagen
plus het gewicht van de lading mag
het maximale aanhangwagenge-
wicht niet overschrijden. Het is
gevaarlijk om dit gewicht te over-
schrijden. (Blz. 694)
Als het gewicht van de aanhangwa-
gen hoger is dan het gewicht van de
auto, is het gebruik van een stabilisa-
tor (tegen slingeren) aan te raden.
Maximaal toegestane kogeldruk
Belaad de aanhangwagen zo dat de kogeldruk hoger is dan 25 kg of 4% van het
maximale aanhangwagengewicht. Laat de kogeldruk de aangegeven waarde niet
overschrijden. (Blz. 694)
Informatielabel (typeplaatje)
Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht
Het totale gewicht van de bestuurder, passagiers, bagage, trekhaak, auto en
kogeldruk mag het maximaal toelaatbare voertuiggewicht niet met meer dan 100
kg overschrijden. Het is gevaarlijk om dit gewicht te overschrijden.
Maximaal toelaatbare achterasbelasting
De achterasbelasting mag de maximale asbelasting niet met meer dan 15% over-
schrijden. Het is gevaarlijk om dit gewicht te overschrijden.
Het maximale aanhangwagengewicht is bepaald bij tests op zeeniveau. Houd er
rekening mee dat het motorvermogen en het maximale aanhangwagengewicht
op grotere hoogten lager zijn.
Belangrijke punten met betrekking tot het beladen van een aanhang-
wagen
1
2
Type A Ty p e B
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 254 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
255
4-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Als het maximaal toelaatbare voertuiggewicht of de maximale asbelasting wordt
overschreden
Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een ongeval waarbij
ernstig letsel kan ontstaan.
Verhoog de aanbevolen bandenspanning met 20,0 kPa (0,2 kg/cm2 of bar, 3 psi).
(Blz. 703)
Rijd niet harder dan 100 km/h of niet harder dan de wettelijke limiet voor auto's met
een aanhangwagen.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 255 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
256 4-1. Voordat u gaat rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Montagepositie voor de trekhaak/afneembare trekhaak
436 mm
475 mm
476 mm
502 mm
520 mm
560 mm
622 mm
1
2
3
4
5
6
7
307 mm
318 mm
342 mm
394 mm
704 mm
1138 mm
58 mm
53 mm
42 mm
34 mm
6 mm
11 mm
390 mm
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 256 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
257
4-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Informatie over banden
Verhoog de bandenspanning met 20,0 kPa (0,2 kg/cm2 of bar, 3 psi) als er een aan-
hangwagen getrokken wordt. (Blz. 703)
Verhoog de bandenspanning van de aanhangwagen tot de waarde die de fabrikant van
de aanhangwagen opgeeft voor de combinatie van aanhangwagengewicht en bela-
ding.
Inrijden
Lexus raadt het rijden met een aanhangwagen af gedurende de eerste 800 km of als er
onderdelen van de aandrijflijn van de auto vervangen zijn.
Veiligheidscontroles voor het rijden met een aanhangwagen
Controleer of de maximale kogeldruk voor de trekhaak/trekhaak met afneembare
kogel niet overschreden wordt. Houd er rekening mee dat het gewicht van de aan-
hangwagen moet worden opgeteld bij het gewicht van de auto. Controleer verder of
door het rijden met de aanhangwagen de maximale asbelasting niet overschreden
wordt.
Controleer of de lading op de aanhangwagen goed vastgezet is.
Maak, indien u het achteropkomend verkeer niet goed kunt zien met de standaard bui-
tenspiegels, gebruik van extra buitenspiegels. Stel de armen van deze extra spiegels
aan beide zijden zo af dat ze altijd maximaal zicht bieden op de weg achter u.
Onderhoud
Als met de auto regelmatig met een aanhangwagen wordt gereden, moet er vaker
onderhoud worden uitgevoerd omdat de auto zwaarder belast wordt dan bij het rijden
zonder aanhangwagen.
Draai nadat er ongeveer 1.000 km met een aanhangwagen is gereden alle bouten van
de trekhaak nogmaals vast.
OPMERKING
Als de achterbumperversterking van aluminium is
Controleer of het stalen deel van de trekhaak niet direct in contact komt met het alumi-
nium.
Als staal en aluminium met elkaar in contact komen, ontstaat er een reactie die te ver-
gelijken is met corrosie, waardoor het desbetreffende gedeelte verzwakt wordt en er
schade kan ontstaan. Breng daarom op het contactvlak een roestwerend middel aan.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 257 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
258 4-1. Voordat u gaat rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
De auto zal anders aanvoelen als u met een aanhangwagen rijdt. Neem de
onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht om een ongeval en ernstig letsel te
voorkomen:
Controleer de elektrische aansluiting tussen de aanhangwagen en de auto
Breng de auto tot stilstand na een korte afstand gereden te hebben en contro-
leer, net als voor het wegrijden, of de verlichting van de aanhangwagen werkt.
Oefen het rijden met een aanhangwagen
Oefen het rijden met een aanhangwagen in een omgeving zonder of met
weinig verkeer, zodat u leert hoe de combinatie aanvoelt bij het keren,
stoppen en achteruitrijden.
Houd tijdens het achteruitrijden het stuurwiel stevig vast en draai het stuur-
wiel rechtsom om de aanhangwagen naar links te sturen en linksom om de
aanhangwagen naar rechts te sturen. Verdraai het stuurwiel altijd geleide-
lijk om stuurfouten te voorkomen. Laat iemand u bij het achteruitrijden
begeleiden om de kans op een ongeval te beperken.
Vergroten van de tussenafstand
Bij een snelheid van 10 km/h moet de afstand tot uw voorligger minimaal
gelijk zijn aan de totale lengte van uw auto en de aanhangwagen. Voorkom
plotselinge remmanoeuvres die tot een slip zouden kunnen leiden. Als de
auto in een slip raakt, zou u de controle over de auto kunnen verliezen. De
kans hierop is vooral aanwezig tijdens het rijden op een nat of glad wegdek.
Acceleratie/stuurcommando's/bochtengedrag
In te krappe bochten kan de aanhangwagen de auto raken. Reduceer uw
snelheid voordat u een bocht nadert en neem bochten met een zodanige
snelheid dat plotseling remmen niet nodig is.
Belangrijke punten met betrekking tot het aansnijden van bochten
De wielen van de aanhangwagen maken een krappere bocht dan de wielen
van de auto. Snijd bochten daarom ruimer aan dan u zou doen als u niet met
een aanhangwagen rijdt.
Advies
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 258 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
259
4-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Belangrijke punten met betrekking tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en krachtige zijwind zullen de wegligging en het rijgedrag
beïnvloeden. Ook bij het inhalen van bussen of grote vrachtwagens of het
ingehaald worden door dergelijke voertuigen, kunnen de aanhangwagen en
de auto gaan slingeren. Kijk bij het rijden langs dergelijke voertuigen veelvul-
dig in uw spiegels. Verminder vaart door voorzichtig het rempedaal in te trap-
pen zodra u ziet dat de aanhangwagen gaat slingeren. Houd tijdens het
remmen het stuurwiel altijd in de rechtuitstand.
Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van uw auto en de aanhangwagen en
zorg ervoor dat er voldoende tussenafstand is voordat u van rijstrook veran-
dert.
Informatie over de transmissie
Rijd bij een lange, steil aflopende helling niet in stand D om een goede rem-
werking te behouden. De selectiehendel moet in stand 4 van stand S staan.
(Blz. 271)
Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op een lange, steile helling bij buitentem-
peraturen hoger dan 30C kan ertoe leiden dat de motor oververhit raakt.
Als de koelvloeistoftemperatuurmeter aangeeft dat de motor oververhit
raakt, schakel dan direct de airconditioning uit en breng de auto op een vei-
lige plaats tot stilstand. (Blz. 686)
Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wielen van de auto en de aanhangwagen.
Zorg ervoor dat de auto goed op de parkeerrem staat en zet de selectiehen-
del in stand P.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 259 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
260 4-1. Voordat u gaat rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Voorkomen van een ongeval of letsel
Rijd niet met een aanhangwagen wanneer een band is gemonteerd die is gerepareerd
met de bandenreparatieset.
Rijsnelheid bij het rijden met een aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor het rijden met een aanhangwagen niet.
Voor het afrijden van een lange helling
Minder snelheid en schakel terug. Schakel bij het afdalen van een lange of steile helling
echter niet plotseling terug.
Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of gedurende een langere periode achtereen in.
Anders kan het remsysteem oververhit raken of kan de remwerking teruglopen.
OPMERKING
Auto's met bandenreparatieset (indien aanwezig)
Sleep of trek nooit andere voertuigen als een gemonteerde band is gerepareerd met
behulp van de bandenreparatieset. De belasting van de band kan leiden tot onver-
wachte schade aan de band.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 260 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
261
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
4-2. Rijprocedures
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op het multi-informatiedisplay weergegeven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan het hybridesysteem niet worden gestart.
Druk kort en krachtig op de start-
knop.
n keer kort en stevig indrukken van
de startknop is voldoende om deze te
bedienen. U hoeft de startknop niet
ingedrukt te houden.
Als het controlelampje READY gaat
branden, werkt het hybridesysteem nor-
maal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot het
controlelampje READY brandt.
Het hybridesysteem kan vanuit iedere
stand van het contact worden gestart.
Controleer of het controlelampje READY brandt.
Wanneer het controlelampje READY uit is, kunt u niet wegrijden.
Startknop
Als u de volgende handelingen uitvoert terwijl u een elektronische sleutel bij
u hebt, wordt het hybridesysteem gestart of de stand van het contact veran-
derd.
Starten van het hybridesysteem
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 261 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
262 4-2. Rijprocedures
IS300h_EE(OM53E44E)
Breng de auto volledig tot stilstand.
Activeer de parkeerrem (Blz. 277), en zet de selectiehendel in stand P.
Druk op de startknop.
Laat het rempedaal los en controleer of er niks meer wordt weergegeven op
het instrumentenpaneel.
De standen kunnen worden gewijzigd door op de startknop te drukken als het
rempedaal niet wordt ingetrapt. (De stand verandert iedere keer dat op de knop
wordt gedrukt.)
UIT*
De alarmknipperlichten kunnen wor-
den gebruikt.
Stand ACC
Sommige elektrische componenten
zoals het audiosysteem kunnen worden
gebruikt.
Op het instrumentenpaneel wordt
ACCESSORY weergegeven.
AAN
Alle elektrische componenten kunnen
worden gebruikt.
Op het instrumentenpaneel wordt
IGNITION ON weergegeven.
*: Als de selectiehendel niet in stand P
staat en het hybridesysteem wordt uit-
gezet, wordt het contact in stand ACC
gezet in plaats van UIT.
Uitschakelen van het hybridesysteem
Wijzigen van de standen van het contact
1
2
3
4
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 262 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
263
4-2. Rijprocedures
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Als de selectiehendel niet in stand P staat en het hybridesysteem wordt uitgezet,
wordt het contact in plaats van UIT in stand ACC gezet. Voer de volgende pro-
cedure uit om het contact UIT te zetten:
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Zet de selectiehendel in stand P.
Controleer of “Turn Off Vehicle” (zet auto uit) op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven en druk de startknop eenmaal in.
Controleer of “Turn Off Vehicle” (zet auto uit) op het multi-informatiedisplay
uit is.
Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in stand ACC of langer dan een uur AAN staat
(hybridesysteem niet in werking) terwijl de selectiehendel in stand P is staat, wordt het
contact automatisch UIT gezet. Deze functie kan echter niet geheel uitsluiten dat de
12V-accu ontladen raakt. Laat de auto niet gedurende langere tijd in stand ACC of AAN
staan terwijl het hybridesysteem niet in werking is.
Geluiden en trillingen die kenmerkend zijn voor een hybrideauto
Blz. 80
Leegraken batterij elektronische sleutel
Blz.149
Als de buitentemperatuur laag is, bijvoorbeeld bij rijden in de winter
Als het hybridesysteem gestart wordt, knippert het controlelampje READY mogelijk
lang. Bedien de auto niet totdat het controlelampje READY continu brandt. Continu
branden betekent dat de auto in beweging kan komen.
Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
Blz.167
Aanwijzingen voor de instapfunctie
Blz.168
Als het hybridesysteem niet kan worden ingeschakeld
De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. (Blz. 86)
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Controleer of de selectiehendel goed in stand P staat. Mogelijk kan het hybridesys-
teem niet worden gestart als de selectiehendel niet in stand P staat. “To Start Vehicle,
Put Shift Lever into P” (zet de selectiehendel in stand P om de auto te starten) wordt op
het multi-informatiedisplay weergegeven.
Uitschakelen van het hybridesysteem met de selectiehendel in een
andere stand dan P
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 263 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
264 4-2. Rijprocedures
IS300h_EE(OM53E44E)
Stuurslot
Nadat het contact UIT is gezet en de portieren zijn geopend en gesloten, wordt het
stuurwiel vergrendeld met de stuurslotfunctie. Als u nogmaals op de startknop drukt,
wordt het stuurslot automatisch weer uitgeschakeld.
Wanneer het stuurslot niet kan worden ontgrendeld
Oververhitting van de elektromotor van het stuurslot voorkomen
Om te voorkomen dat de elektromotor van het stuurslot oververhit raakt, kan de wer-
king worden onderbroken als het hybridesysteem in korte tijd herhaaldelijk wordt in- en
uitgeschakeld. Schakel het hybridesysteem in dat geval niet in of uit. Na ongeveer 10
seconden zal de elektromotor van het stuurslot weer functioneren.
Als op het multi-informatiedisplay “Smart Entry & Start System Malfunction See
Owner's Manual” (Storing in Smart entry-systeem met startknop; raadpleeg handlei-
ding) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto onmiddellijk controleren
door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als het controlelampje READY niet gaat branden
Neem, als het controlelampje READY niet gaat branden nadat de juiste procedure voor
het starten van de auto is gevolgd, direct contact op met een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Wanneer er een storing in het hybridesysteem aanwezig is
Blz. 635
Als de batterij van de elektronische sleutel ontladen is
Blz. 595
Bedienen van de startknop
Als de knop niet kort en krachtig wordt ingedrukt, wijzigt de stand van het contact
mogelijk niet of wordt het hybridesysteem niet gestart.
Als u probeert het hybridesysteem opnieuw te starten direct nadat het contact UIT is
gezet, dan start het hybridesysteem in sommige gevallen mogelijk niet. Wacht nadat u
het contact UIT hebt gezet een paar seconden voordat u het hybridesysteem opnieuw
start.
Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de persoonlijke voor-
keursinstellingen
Blz. 678
“Steering Wheel Lock Press Power Switch while
Turning Wheel” (Stuurwiel vergrendeld. Druk
op de startknop terwijl u het stuurwiel draait)
wordt op het multi-informatiedisplay weergege-
ven.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Druk op de startknop terwijl u het stuurwiel
naar links en rechts beweegt.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 264 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
265
4-2. Rijprocedures
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten alvorens het hybridesysteem te starten. Trap
onder geen enkele voorwaarde het gaspedaal in bij het starten van het hybridesys-
teem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als een storing aan het hybridesysteem zich voordoet terwijl de auto rijdt, vergrendel
of open de portieren dan niet totdat de auto veilig en volledig tot stilstand is gekomen.
Als onder deze omstandigheden het stuurslot wordt geactiveerd, kan dit leiden tot een
ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Uitschakelen van het hybridesysteem in noodgevallen
Als u in een noodgeval het hybridesysteem tijdens het rijden wilt stoppen, houdt u de
startknop langer dan 2 seconden ingedrukt of drukt u deze minstens 3 keer kort ach-
ter elkaar in. (Blz. 615)
Raak de startknop echter tijdens het rijden niet aan, behalve in geval van nood. Door
het uitschakelen van het hybridesysteem tijdens het rijden verliest u niet de controle
over het stuurwiel of de remmen. De stuurbekrachtiging werkt echter niet meer. Hier-
door zal het sturen veel zwaarder gaan dan normaal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat het contact niet gedurende een langere periode in stand ACC of AAN staan
terwijl het hybridesysteem niet is ingeschakeld.
Als ACCESSORY of IGNITION ON op het instrumentenpaneel wordt weergege-
ven terwijl het hybridesysteem niet in werking is, is het contact niet UIT. Verlaat de
auto nadat u het contact UIT hebt gezet.
Schakel het hybridesysteem niet uit als de selectiehendel in een andere stand dan P
staat. Als het hybridesysteem wordt uitgeschakeld met de selectiehendel in een
andere stand wordt het contact niet UIT maar in stand ACC gezet. Als de auto wordt
achtergelaten met het contact in stand ACC, kan de 12V-accu ontladen raken.
Starten van het hybridesysteem
Indien het hybridesysteem moeilijk start, laat uw auto dan onmiddellijk controleren
door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Symptomen die kunnen duiden op een defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken dan normaal, bijvoorbeeld als de knop iets blijft
hangen, kan de startknop defect zijn. Neem onmiddellijk contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 265 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
266 4-2. Rijprocedures
IS300h_EE(OM53E44E)
Schakelt EV-modus in/uit
Wanneer de EV-modus wordt ing e-
schakeld, wordt “EV MODE” (EV-
modus) op het multi-informatiedisplay
weergegeven. Door in de EV-modus de
schakelaar in te drukken, wordt terug-
gekeerd naar normaal rijden (aandrij-
ving door de benzinemotor en de
elektromotor [tractiemotor]).
Type A: behalve F SPORT-uitvoeringen
Type b: F SPORT-uitvoeringen
Omstandigheden waarin de EV-modus niet kan worden ingeschakeld
In de volgende gevallen kan de EV-modus mogelijk niet worden ingeschakeld. Als de
stand niet ingeschakeld kan worden, klinkt er een zoemer en verschijnt er een melding
op het multi-informatiedisplay.
De temperatuur van het hybridesysteem is te hoog.
De auto heeft lang in de zon gestaan of na het oprijden van een helling, het rijden met
hoge snelheid, enz.
De temperatuur van het hybridesysteem is te laag.
De auto heeft bijvoorbeeld lang in een omgeving met een temperatuur lager dan
ongeveer 0C gestaan.
De benzinemotor is aan het opwarmen.
Het batterijpakket (tractiebatterij) is bijna leeg.
De resterende capaciteit van het batterijpakket die op de energiemonitor wordt aan-
gegeven, is laag. (Blz.137)
Rijsnelheid is hoog.
Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de auto rijdt op een helling, enz.
De voorruitverwarming is ingeschakeld.
EV-modus
In de EV-modus wordt er elektrisch vermogen geleverd door het batterijpak-
ket (tractiebatterij) en wordt alleen de elektromotor (tractiemotor) gebruikt
voor de aandrijving van de auto.
Deze modus is geschikt voor het 's nachts of in de vroege morgen door woon-
wijken rijden of het rijden in een parkeergarage, enz. zonder dat u zich zor-
gen hoeft te maken over geluidsoverlast of uitlaatgassen.
Ty p e A Ty p e B
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 266 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
267
4-2. Rijprocedures
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
De EV-modus inschakelen wanneer de benzinemotor koud is
Als de benzinemotor nog koud is en het hybridesysteem wordt gestart, wordt na korte
tijd automatisch de benzinemotor gestart, zodat deze op temperatuur kan komen. In dat
geval kan de EV-modus niet worden ingeschakeld.
Druk zodra het hybridesysteem is gestart en het controlelampje READY brandt en voor-
dat de benzinemotor start op de schakelaar EV MODE om de EV-modus in te schake-
len.
Automatische uitschakeling van de EV-modus
Tijdens het rijden in de EV-modus, kan in de volgende gevallen automatisch de benzine-
motor worden gestart. Als de EV-modus wordt uitgeschakeld, klinkt een zoemer en
knippert het controlelampje EV MODE, waarna het uitgaat.
Het batterijpakket (tractiebatterij) raakt leeg.
De resterende capaciteit van het batterijpakket die op de energiemonitor wordt aan-
gegeven, is laag. (Blz.137)
Rijsnelheid is hoog.
Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de auto rijdt op een helling, enz.
Maximale rijafstand in EV-modus
De maximale rijafstand in de EV-modus varieert van een paar honderd meter tot onge-
veer 2 km. Er zijn afhankelijk van de omstandigheden van de auto echter situaties waar-
bij de EV-modus niet kan worden gebruikt.
(De maximale rijafstand is afhankelijk van de laadtoestand van het batterijpakket [tractie-
batterij] en de rijomstandigheden.)
Brandstofverbruik
Het hybridesysteem is ontworpen voor een zo laag mogelijk brandstofverbruik onder
normale rijomstandigheden (aandrijving door benzinemotor en elektromotor [tractie-
motor]). Als de EV-modus vaker wordt gebruikt dan nodig is, zal het brandstofverbruik
hoger zijn.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Controleer tijdens het rijden in de EV-modus zorgvuldig de omgeving van de auto.
Omdat er geen motorgeluiden zijn, merken voetgangers, fietsers of andere verkeers-
deelnemers en voertuigen in de omgeving mogelijk niet dat de auto wegrijdt of hen
nadert. Wees dus tijdens het rijden extra alert.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 267 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
268 4-2. Rijprocedures
IS300h_EE(OM53E44E)
Trap, terwijl het contact AAN staat, het rempedaal in en verplaats de selec-
tiehendel.
Breng de auto altijd eerst geheel tot stilstand voordat u schakelt tussen stand P en
D.
Hybridetransmissie
Bedienen van de selectiehendel
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 268 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
269
4-2. Rijprocedures
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
*1: Zet de selectiehendel onder normale rijomstandigheden in stand D voor een zo laag
mogelijk brandstofverbruik en een zo laag mogelijke geluidsproductie.
*2: Door in stand S een schakelbereik te selecteren, kunt u de mate van accelereren en
afremmen op de motor beïnvloeden.
Sportmodus/ECO-modus
Blz. 392
SNOW-modus
De SNOW-modus kan worden geselecteerd om de auto af te stemmen op de
omstandigheden bij rijden op een glad wegdek, bijvoorbeeld als het heeft
gesneeuwd.
Druk op de schakelaar.
Druk nogmaals op de schakelaar om
terug te gaan naar de normale
modus.
Doel van de schakelstanden
Schakelstand Doel of functie
PParkeren van de auto/inschakelen van het hybridesysteem
RAchteruit
NNeutraalstand
(Toestand waarbij het vermogen niet wordt overgebracht)
DNormaal rijden*1
SRijden in S-modus*2 (Blz. 271)
Selecteren van de rijmodus
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 269 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
270 4-2. Rijprocedures
IS300h_EE(OM53E44E)
Bedien de paddle shift-schakelaar - om een tijdelijk schakelbereik te selecteren.
Door het veranderen van het schakelbereik kan het gewenste niveau van rem-
werking worden geselecteerd. Selecteer vervolgens het schakelbereik met de
paddle shift-schakelaars - en +.
Opschakelen
Terugschakelen
Het geselecteerde schakelbereik, D1 t/
m D6, wordt weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Het standaard schakelbereik wanneer
paddle shift-schakelaar - wordt bediend,
is automatisch beperkt tot D2, D3, D4
of D5 afhankelijk van de rijsnelheid.
Houd de paddle shift-schakelaar +
enige tijd omlaag om weer terug te
keren naar het normale programma van
stand D.
Schakelbereiken en hun functies
Voor het afremmen op de motor kunt u uit 6 niveaus kiezen.
Bij een kleiner schakelbereik wordt er sterker op de motor afgeremd dan
bij een groter schakelbereik.
Selecteren van het schakelbereik in stand D
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 270 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
271
4-2. Rijprocedures
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Zet de selectiehendel in stand S om de S-modus in te schakelen. Schakelberei-
ken kunnen worden geselecteerd met de selectiehendel of de paddle shift-scha-
kelaars. Het schakelbereik kan worden geselecteerd met de selectiehendel of
met de paddle shift-schakelaars - en +.
Opschakelen
Terugschakelen
Het geselecteerde schakelbereik, S1 t/m
S6, wordt weergegeven op het instru-
mentenpaneel.
Het standaard schakelbereik in stand S
is automatisch beperkt tot S2, S3, S4 of
S5 afhankelijk van de rijsnelheid.
Schakelbereiken en hun functies
U kunt kiezen uit 6 niveaus voor de mate van accelereren en afremmen op
de motor.
Bij een kleiner schakelbereik wordt er sterker geaccelereerd en op de
motor afgeremd dan bij een groter schakelbereik en ook neemt het toe-
rental toe.
Als u accelereert in de standen 1 - 4 wordt mogelijk automatisch opge-
schakeld naar een hoger schakelbereik overeenkomstig de rijsnelheid.
Selecteren van het schakelbereik in stand S
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 271 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
272 4-2. Rijprocedures
IS300h_EE(OM53E44E)
Als paddle shift-schakelaar - wordt bediend terwijl de selectiehendel in stand D staat
Er wordt teruggeschakeld naar een bereik waarin een motorremwerking wordt gegene-
reerd die geschikt is voor de rijomstandigheden.
Automatische blokkering van de selectie van het schakelbereik in stand D
De selectie van het schakelbereik in stand D wordt geblokkeerd in de volgende gevallen:
Als de auto tot stilstand komt
Als in een schakelprogramma het gaspedaal gedurende langer dan een bepaalde tijd
wordt ingetrapt
Als de selectiehendel in een andere stand dan D wordt gezet
Waarschuwingszoemer bij beperking terugschakelmogelijkheid
Uit veiligheidsoverwegingen en om het rijgedrag niet in negatieve zin te beïnvloeden,
kan er onder bepaalde omstandigheden beperkt worden teruggeschakeld. In sommige
omstandigheden kan er helemaal niet worden teruggeschakeld met de selectiehendel of
paddle shift-schakelaar. (Er klinkt tweemaal een zoemer.)
Automatisch uitschakelen van de SNOW-modus
De SNOW-modus wordt automatisch uitgeschakeld als na het rijden in deze stand het
contact UIT wordt gezet.
Tijdens het rijden met de cruise control of de Dynamic Radar Cruise Control ingescha-
keld
Ook wanneer de volgende handelingen worden uitgevoerd met als doel op de motor af
te remmen, wordt er niet op de motor afgeremd omdat de cruise control of de Dynamic
Radar Cruise Control niet wordt uitgeschakeld.
Als er tijdens het rijden in stand D of stand S wordt teruggeschakeld naar 5 of 4.
(Blz. 336, 348)
Als tijdens het rijden in stand D de sportmodus wordt ingeschakeld. (Blz. 392)
Beperken plotseling wegrijden (wegrijregeling)
Wanneer de onderstaande ongewone bediening plaatsvindt, wordt het vermogen van
het hybridesysteem mogelijk beperkt.
Wanneer de selectiehendel van R in D, van D in R, van N in R, van P in D of van P in R
wordt gezet (D omvat S) terwijl het gaspedaal wordt ingetrapt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informatiedisplay. Lees de op het multi-informatiedis-
play weergegeven waarschuwingsmelding en volg de aanwijzingen op.
Wanneer ook het gaspedaal wordt ingetrapt terwijl de auto in zijn achteruit staat.
Schakelblokkeersysteem
Het schakelblokkeersysteem is een systeem dat voorkomt dat de selectiehendel tijdens
het starten per ongeluk in een andere stand gezet wordt.
De selectiehendel kan alleen uit stand P worden gezet wanneer het contact AAN staat
en het rempedaal wordt ingetrapt.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 272 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
273
4-2. Rijprocedures
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Als de selectiehendel niet in een andere stand dan P kan worden gezet
Controleer eerst of het rempedaal is ingetrapt.
Als de selectiehendel niet in een andere stand gezet kan worden terwijl u het rempedaal
ingetrapt hebt, kan er een probleem aanwezig zijn in het schakelblokkeersysteem. Laat
de auto onmiddellijk controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Met de volgende procedure kan in noodgevallen de blokkering van de selectiehendel
ongedaan worden gemaakt.
Uitschakelen van de schakelblokkering:
Activeer de parkeerrem.
Zet het contact UIT.
Tra p h e t r e m p e d a a l in .
Wrik het afdekplaatje omhoog met een sleuf-
kopschroevendraaier o.i.d.
Omwikkel het uiteinde van de schroeven-
draaier met een doek om schade aan het
afdekplaatje te voorkomen.
Druk de deblokkeerschakelaar in.
De selectiehendel kan worden verplaatst als
de schakelaar ingedrukt is.
WAARSCHUWING
Tijdens het rijden op een glad wegdek
Schakel voorzichtig terug en vermijd plotseling accelereren om te voorkomen dat de
auto in een slip raakt of de aangedreven wielen doorslippen.
Voorkomen van ongevallen bij het uitschakelen van de schakelblokkering
Activeer de parkeerrem en trap het rempedaal in alvorens de deblokkeerschakelaar in
te drukken.
Als per ongeluk het gaspedaal in plaats van het rempedaal wordt ingetrapt als de
deblokkeerschakelaar wordt ingedrukt en de selectiehendel uit stand P wordt gezet,
kan de auto plotseling wegrijden, hetgeen kan leiden tot een ongeval, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 273 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
274 4-2. Rijprocedures
IS300h_EE(OM53E44E)
OPMERKING
Lading batterijpakket (tractiebatterij)
Als de selectiehendel in stand N staat, wordt het batterijpakket (tractiebatterij) niet
opgeladen, ook al draait de motor. Als de auto lang in stand N blijft staan, ontlaadt het
batterijpakket (tractiebatterij) dus en start de auto mogelijk niet.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 274 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
275
4-2. Rijprocedures
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
De hendel keert direct na bediening terug in zijn oorspronkelijke positie.
Rechts afslaan
Rijstrookwisseling naar rechts
(beweeg de hendel iets omhoog en
laat hem los)
De richtingaanwijzers aan de rechter-
zijde zullen drie keer knipperen.
Rijstrookwisseling naar links
(beweeg de hendel iets omlaag en
laat hem los)
De richtingaanwijzers aan de linkerzijde
zullen drie keer knipperen.
Links afslaan
Als de richtingaanwijzers niet stoppen met knipperen nadat u links of rechts
bent afgeslagen of als u ze wilt uitschakelen
Beweeg de hendel in de tegenovergestelde richting van of .
Als u de hendel naar of beweegt, gaan de geselecteerde richtingaan-
wijzers knipperen.
Richtingaanwijzerschakelaar
Bedieningsinstructies
1
2
3
4
2 3
1
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 275 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
276 4-2. Rijprocedures
IS300h_EE(OM53E44E)
De richtingaanwijzers kunnen bediend worden als
Het contact AAN staat.
Als het controlelampje sneller knippert dan normaal
Controleer of er een lamp van de richtingaanwijzer voor of achter is doorgebrand.
Als de richtingaanwijzers stoppen met knipperen voordat van rijstrook is veranderd
Bedien de hendel nogmaals.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Het aantal keren dat de richtingaanwijzers tijdens het veranderen van rijstrook knippe-
ren kan worden aangepast.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen Blz. 708)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 276 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
277
4-2. Rijprocedures
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Trap, om de parkeerrem te activeren,
het parkeerrempedaal geheel in met
uw linkervoet terwijl u met uw rechter-
voet het rempedaal ingetrapt houdt.
(Door nogmaals op het pedaal te trap-
pen, wordt de parkeerrem gedeacti-
veerd.)
Parkeren van de auto
Blz. 244
Waarschuwingszoemer geactiveerde parkeerrem
Blz. 624, 636
Gebruik in de winter
Blz. 405
Parkeerrem
Bedieningsinstructies
OPMERKING
Voordat u gaat rijden
Deactiveer de parkeerrem.
Als u gaat rijden terwijl de parkeerrem is geactiveerd, kunnen de onderdelen van het
remsysteem oververhit raken, waardoor de remprestaties in negatieve zin kunnen
worden beïnvloed en de onderdelen van het remsysteem sneller slijten.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 277 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
278 4-2. Rijprocedures
IS300h_EE(OM53E44E)
Harder
Zachter
Wanneer de knop naar het laagste
volume wordt gedraaid, wordt het rijge-
luid uitgeschakeld en dooft het contro-
lelampje.
ASC wordt ingeschakeld wanneer
De auto in de normale modus of de sportmodus rijdt. (Blz. 392)
Situaties waarin het ASC-systeem mogelijk wordt uitgeschakeld
Het ASC-systeem wordt mogelijk uitgeschakeld afhankelijk van de rijomstandigheden,
bijvoorbeeld wanneer de wielen slippen als gevolg van plotseling accelereren.
ASC (Active Sound Control)
: Indien aanwezig
Het ASC-systeem is een elektronisch geluidssysteem dat rijgeluid voort-
brengt en hiermee de bewegingsomstandigheden van accelereren en dece-
lereren van de auto via luidsprekers achter het dashboard doorgeeft aan de
bestuurder. De reactie van de auto op het acceleratiegedrag en de schakel-
bewegingen van de bestuurder worden ook in geluid overgebracht. Wanneer
de sportmodus is geselecteerd, zal het geluid dat aan de bestuurder wordt
overgebracht harder zijn.
Regelen van het volume
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 278 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
279
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Draai aan het uiteinde van de hendel om de verlichting als volgt in te schakelen:
De parkeerlichten voor, ach-
terlichten, kentekenplaat- en
dashboardverlichting gaan
branden.
De koplampen en alle hierbo-
ven genoemde verlichting
gaan branden.
De koplampen, dagrijverlich-
ting (Blz. 280) en alle ver-
lichting die hierboven
genoemd is, worden automa-
tisch in- en uitgeschakeld.
(Wanneer het contact AAN
staat.)
De dagrijverlichting wordt
ingeschakeld. (Blz. 280)
Druk bij ingeschakelde koplampen
de hendel van u af om het grootlicht
in te schakelen.
Door de hendel weer in de middenstand
te zetten, wordt het grootlicht weer uit-
geschakeld.
Trek de hendel naar u toe en laat
deze meteen weer los om één keer
met het grootlicht te knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de kop-
lampen in- of uitgeschakeld.
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig of automatisch worden bediend.
Bedieningsinstructies
1
2
3
4
Inschakelen van het grootlicht
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 279 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
280 4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
IS300h_EE(OM53E44E)
Dankzij dit systeem kunnen de koplampen en de parkeerlichten vóór gedurende
30 seconden worden ingeschakeld wanneer het contact UIT staat.
Trek nadat u het contact UIT hebt gezet
de hendel naar u toe en laat hem los
terwijl de lichtschakelaar in de stand
of staat.
Trek de hendel naar u toe en laat hem
weer los om de verlichting uit te schake-
len.
Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers, wordt de
dagrijverlichting automatisch ingeschakeld als het hybridesysteem wordt gestart met de
lichtschakelaar uit of in de stand AUTO en de parkeerrem wordt gedeactiveerd. (Brandt
helderder dan de parkeerlichten voor.) Dagrijverlichting is niet ontworpen voor gebruik
in het donker.
Sensor koplampregeling
Automatisch uitschakelsysteem verlichting
Wanneer de lichtschakelaar in de stand of staat: De koplampen worden
automatisch uitgeschakeld als het contact in stand ACC of UIT wordt gezet.
Wanneer de lichtschakelaar in stand staat: De koplampen en alle verlichting
worden automatisch uitgeschakeld als het contact in stand ACC of UIT wordt gezet.
Zet, om de verlichting weer in te schakelen, het contact AAN of zet de lichtschakelaar
een keer in de stand en vervolgens terug in de stand of .
Follow Me Home-systeem
De werking van de sensor kan in negatieve zin
beïnvloed worden als er iets over de sensor
heen geplaatst wordt of als er iets op de ruit
wordt aangebracht waardoor de sensor wordt
afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste manier
de hoeveelheid omgevingslicht signaleren,
waardoor het automatische koplampsysteem
mogelijk onjuist functioneert.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 280 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
281
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Zoemer verlichting
Een zoemer klinkt als het contact UIT of in stand ACC wordt gezet en het bestuurders-
portier wordt geopend terwijl de verlichting is ingeschakeld.
Automatische verticale koplampverstelling
De koplamphoogte wordt automatisch geregeld op basis van het aantal passagiers in de
auto en de mate van belading om verblinding van andere weggebruikers door de kop-
lampen te voorkomen.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 708)
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als het hybridesysteem
niet is ingeschakeld.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 281 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
282 4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
IS300h_EE(OM53E44E)
Duw de hendel van u af terwijl de
lichtschakelaar in de stand of
staat.
Druk de schakelaar van het Auto-
matic High Beam-systeem in.
Het controlelampje van het Automatic
High Beam-systeem gaat branden als
het systeem werkt.
Automatic High Beam-systeem
: Indien aanwezig
Het Automatic High Beam-systeem gebruikt een camerasensor aan de
bovenzijde van de voorruit om de helderheid van de verlichting van tegenlig-
gers en voorliggers, straatverlichting, enz. te beoordelen en schakelt, indien
nodig, het grootlicht automatisch in en uit.
WAARSCHUWING
Beperkingen van het Automatic High Beam-systeem
Vertrouw niet blindelings op het Automatic High Beam-systeem. Rijd altijd voorzichtig
en houd hierbij de omgeving in de gaten en schakel indien nodig handmatig het groot-
licht in of uit.
Voorkomen van onjuiste werking van het Automatic High Beam-systeem
Voorkom overbelading van uw auto.
Inschakelen van het Automatic High Beam-systeem
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 282 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
283
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Dimlicht inschakelen
Trek de hendel in de oorspronkelijke
stand.
Het controlelampje van het Automa-
tic High Beam-systeem dooft.
Duw de hendel van u af om het Auto-
matic High Beam-systeem weer in te
schakelen.
Grootlicht inschakelen
Druk de schakelaar van het Auto-
matic High Beam-systeem in.
Het controlelampje van het Automa-
tic High Beam-systeem dooft en het
controlelampje van het grootlicht
gaat branden.
Druk de schakelaar in om het Auto-
matic High Beam-systeem weer in te
schakelen.
Handmatig in- en uitschakelen van het grootlicht
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 283 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
284 4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
IS300h_EE(OM53E44E)
Voorwaarden voor het automatisch in- en uitschakelen van het grootlicht
Als aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt het grootlicht automa-
tisch ingeschakeld (na ongeveer 1 seconde):
De rijsnelheid is ongeveer 40 km/h of hoger.
Het gebied voor de auto is niet verlicht.
Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of achter-
lichten.
Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
Als aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt het grootlicht auto-
matisch uitgeschakeld:
De rijsnelheid is lager dan ongeveer 30 km/h.
Het gebied voor de auto is verlicht.
Tegenliggers of voorliggers hebben de koplampen of achterlichten ingeschakeld.
Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.
Informatie werking camerasensor
In de volgende situaties wordt het grootlicht mogelijk niet automatisch uitgeschakeld:
Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
Als tegenliggers of voorliggers niet kunnen worden gesignaleerd als gevolg van een
reeks bochten, wegafscheidingen of bomen langs de weg
Wanneer tegenliggers opdoemen in de rechter tegemoetkomende rijstrook op een
brede weg
Wanneer de verlichting van tegenliggers of voorliggers niet is ingeschakeld
Het grootlicht wordt mogelijk uitgeschakeld als een tegenligger wordt gesignaleerd
die zijn mistlampen aan heeft terwijl de koplampen uit zijn.
Door de aanwezigheid van huisverlichting, straatverlichting, verkeerslichten of ver-
lichte billboards en andere reflecterende objecten wordt mogelijk geschakeld van
grootlicht naar dimlicht of blijft het dimlicht mogelijk ingeschakeld.
De volgende factoren kunnen van invloed zijn op de reactietijd voor het in- of uitscha-
kelen van het grootlicht:
De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van tegenliggers en
voorliggers
De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant werkt
Als een tegenligger of voorligger een voertuig op twee wielen betreft
De toestand van de weg (stijgingspercentage, bochten, toestand van het wegdek,
enz.)
Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage in de auto
Het grootlicht wordt mogelijk onverwacht in- of uitgeschakeld.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 284 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
285
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Fietsen of vergelijkbare voertuigen worden mogelijk niet gesignaleerd.
In de volgende situaties kan het systeem de helderheid van het omgevingslicht mogelijk
niet juist signaleren. Hierdoor blijven de dimlichten mogelijk branden of gaat het groot-
licht knipperen of worden voetgangers, tegenliggers of voorliggers verblind. Als dat
het geval is, moet handmatig geschakeld worden tussen grootlicht en dimlicht.
Bij rijden in slecht weer (zware regenval, mist, sneeuw, zandstormen, enz.)
Als het zicht door de voorruit wordt belemmerd door damp, wasem, ijs, vuil, enz.
Als de voorruit gebarsten of beschadigd is
Als de camerasensor vervormd of vuil is
Als de temperatuur van de camerasensor extreem hoog is
Als de helderheid van het omgevingslicht overeenkomt met die van koplampen,
achterlichten of mistlampen
Als de koplampen of achterlichten van tegenliggers of voorliggers zijn uitgescha-
keld, vuil zijn, een andere kleur hebben of niet correct zijn afgesteld
Als de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz. van een voorligger
In gebieden waar lichte en donkere stukken elkaar afwisselen.
Als geregeld en herhaaldelijk over stijgende en dalende wegen wordt gereden, of
over wegen met een slecht of oneffen wegdek (zoals klinkerwegen, grindwegen,
enz.)
Als geregeld en herhaaldelijk over bochtige wegen wordt gereden.
Als er zich een sterk spiegelend voorwerp, zoals een verkeersbord of spiegel, voor
de auto bevindt
Als de achterzijde van een voorligger sterk spiegelend is, zoals een container op
een truck
Als de koplampen van de auto beschadigd of vuil zijn, of niet correct zijn afgesteld
Als de auto naar één kant overhelt door bijvoorbeeld een lekke band, of aan de ach-
terzijde wat lager ligt doordat een aanhangwagen is aangekoppeld, enz.
Als herhaaldelijk op een abnormale manier wordt geschakeld tussen grootlicht en
dimlicht
Als de bestuurder meent dat het grootlicht mogelijk knippert of voetgangers of
andere bestuurders verblindt
Als de auto wordt gebruikt in een gebied waar men aan de andere kant van de weg
rijdt. Bijvoorbeeld, een auto bestemd voor rechtsrijdend verkeer in een gebied voor
linksrijdend verkeer of vice versa
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 285 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
286 4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
IS300h_EE(OM53E44E)
Schakelt het mistachterlicht in
Als de schakelaarring wordt losgelaten,
keert de ring terug naar de stand .
Door de schakelaarring nogmaals te
draaien, wordt het mistachterlicht uitge-
schakeld.
Mistlampen kunnen worden gebruikt als
De koplampen of parkeerlichten voor zijn ingeschakeld.
Schakelaar mistlampen
De mistlampen zorgen voor uitstekend zicht bij ongunstige rijomstandighe-
den, zoals bij regen of mist.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 286 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
287
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Bedien de hendel als volgt om de ruitenwissers te bedienen. De hendel keert
direct na bediening terug in zijn oorspronkelijke positie.
Ruitenwissers met intervalafstelling
Beweeg de hendel 2 stappen
omhoog
Beweeg de hendel 1 stap
omhoog
Beweeg de hendel 1 stap
omlaag
Beweeg de hendel 2 stappen
omlaag
Ruitenwissers en -sproeiers
Bedienen van de ruitenwisserhendel
1
2
3
4
Uit Enkele slag Enkele slag Intervalwerking Hoge snelheid
Intervalwerking Uit Uit Lage snelheid Hoge snelheid
Lage snelheid Uit Intervalwerking Hoge snelheid Hoge snelheid
Hoge snelheid Uit Lage snelheid Blijft gelijk Blijft gelijk
Status
vóór
bediening
Bediening
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 287 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
288 4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
IS300h_EE(OM53E44E)
Het wisinterval kan worden gewijzigd als de intervalstand wordt geselecteerd.
Verkort het interval van de wisser-
werking
Verlengt het interval van de wisser-
werking
Het interval van de ruitenwissers voor
wordt verkort naarmate de rijsnelheid
hoger wordt.
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
De ruitenwissers zullen automatisch een
aantal slagen maken als de ruitensproei-
ers worden ingeschakeld.
Als het contact AAN staat, de koplam-
pen zijn ingeschakeld en u de hendel
naar u toe trekt, werken de koplamp-
sproeiers één keer. Daarna werken de
koplampsproeiers elke vijfde keer dat u
de hendel naar u toe trekt.
5
6
7
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 288 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
289
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Ruitenwissers met regensensor
Beweeg de hendel 2 stappen
omhoog
Beweeg de hendel 1 stap
omhoog
Beweeg de hendel 1 stap
omlaag
Beweeg de hendel 2 stappen
omlaag
Aan/uit-schakelaar AUTO-
modus
In de AUTO-modus beginnen de rui-
tenwissers automatisch te wissen als de
sensor signaleert dat het regent. De wis-
snelheid wordt automatisch afgestemd
op de hoeveelheid neerslag en de rij-
snelheid.
Het controlelampje van de AUTO-modus gaat branden wanneer de AUTO-modus
wordt geselecteerd.
*1: Na een enkele slag keert de functie weer terug naar de AUTO-modus.
*2: De AUTO-modus wordt geannuleerd.
Controle-
lampje
1
2
3
4
5
Uit Enkele slag Enkele slag Lage
snelheid
Hoge
snelheid
Lage
snelheid Uit Uit Hoge
snelheid
Hoge
snelheid
Hoge
snelheid Uit Lage
snelheid Blijft gelijk Blijft gelijk
AUTO-
modus
Interval-
werking Uit
Enkele
slag*1Lage
snelheid*2Hoge
snelheid*2
Continu Blijft gelijk
Bediening
Status
vóór
bediening
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 289 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
290 4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
IS300h_EE(OM53E44E)
Als de AUTO-modus is geselecteerd, kan de gevoeligheid van de sensor als
volgt worden afgesteld door aan de schakelaarring te draaien:
Verhoogt de gevoeligheid
Verlaagt de gevoeligheid
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
De ruitenwissers zullen automatisch een
aantal slagen maken als de ruitensproei-
ers worden ingeschakeld.
Als het contact AAN staat, de koplam-
pen zijn ingeschakeld en u de hendel
naar u toe trekt, werken de koplamp-
sproeiers één keer. Daarna werken de
koplampsproeiers elke vijfde keer dat u
de hendel naar u toe trekt.
De ruitenwissers kunnen worden gebruikt als ruitenwissers met intervalregeling,
die werken ongeacht de rijsnelheid of de hoeveelheid regendruppels. Er kan tus-
sen de functies van de ruitenwissers met intervalregeling worden overgescha-
keld wanneer de auto stilstaat en de ruitenwissers zijn uitgeschakeld. De werking
van de ruitenwissers kan niet worden gewijzigd wanneer de AUTO-modus of de
intervalregeling is ingeschakeld.
Houd ingedrukt totdat het con-
trolelampje van de AUTO-modus
ophoudt met knipperen.
Als ingedrukt wordt gehouden totdat
het controlelampje van de AUTO-modus
ophoudt met knipperen, keert het systeem
terug naar de vorige situatie.
Er kan tussen de functies van de ruitenwissers worden overgeschakeld wanneer de
auto stilstaat en de ruitenwissers zijn uitgeschakeld.
6
7
8
Overschakelen tussen de functie ruitenwissers met intervalregeling of
met regensensor (auto's met ruitenwissers met regensensor)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 290 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
291
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Bediening van de ruitenwissers voor met intervalafstelling
Beweeg de hendel 2 stap-
pen omhoog
Beweeg de hendel 1 stap
omhoog
Beweeg de hendel 1 stap
omlaag
Beweeg de hendel 2 stap-
pen omlaag
1
2
3
4
Uit Enkele slag Enkele slag Intervalwerking Hoge snelheid
Intervalwerking Uit Uit Lage snelheid Hoge snelheid
Lage snelheid Uit Intervalwerking Hoge snelheid Hoge snelheid
Hoge snelheid Uit Lage snelheid Blijft gelijk Blijft gelijk
Status
vóór
bediening
Bediening
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 291 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
292 4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
IS300h_EE(OM53E44E)
Het wisinterval kan worden gewijzigd als de intervalstand wordt geselec-
teerd.
Verkort het interval van de wis-
serwerking
Verlengt het interval van de wis-
serwerking
Het interval van de ruitenwissers
voor wordt verkort naarmate de rij-
snelheid hoger wordt.
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
De ruitenwissers zullen automatisch
een aantal slagen maken als de rui-
tensproeiers worden ingeschakeld.
Als het contact AAN staat, de kop-
lampen zijn ingeschakeld en u de
hendel naar u toe trekt, werken de
koplampsproeiers één keer. Daarna
werken de koplampsproeiers elke
vijfde keer dat u de hendel naar u toe
trekt.
5
6
7
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 292 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
293
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
De ruitenwissers en ruitensproeiers kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
Wisslag om druppelvorming te voorkomen
Na enkele slagen volgt een pauze en maken de wissers nog een slag om de laatste drup-
pels te verwijderen.
Tijdens het rijden wordt deze laatste stap echter niet uitgevoerd.
Effecten van de rijsnelheid op de ruitenwisserwerking (auto's met ruitenwissers met
regensensor)
De rijsnelheid heeft invloed op het volgende, ook al staan de ruitenwissers niet in de
stand AUTO.
De intervalwerking
De werking van de ruitenwissers als de ruitensproeiers zijn gebruikt (de vertraging tot
de enkele slag om de laatste druppels te verwijderen)
In de stand voor de lage snelheid schakelt de ruitenwisser alleen over van lage snelheid
naar interval als de auto stilstaat.
Regensensor (auto's met ruitenwissers met regensensor)
Als de ruitenwisser in de AUTO-modus wordt gezet terwijl het contact AAN staat,
maken de ruitenwissers één wisslag om aan te geven dat de AUTO-modus is ingescha-
keld.
Als de temperatuur van de regensensor 85°C of hoger is, of -30°C of lager, werkt de
automatische functie mogelijk niet. Zet de ruitenwisserschakelaar in dat geval in een
andere modus dan AUTO.
Als de modus voor enkele slag van de ruitenwissers voor is ingeschakeld (auto's met
ruitenwisser met regensensor)
De AUTO-modus kan niet worden geactiveerd, ook al wordt ingedrukt.
Als er geen ruitensproeiervloeistof op de voorruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwezig is en controleer als dat
het geval is of de sproeierkoppen niet verstopt zijn.
De regensensor registreert de hoeveelheid
neerslag.
De auto is voorzien van een optische sensor.
Deze werkt mogelijk niet goed als zonlicht
van de opkomende of ondergaande zon af en
toe op de voorruit valt of als er insecten o.i.d.
op de voorruit zitten.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 293 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
294 4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Waarschuwing met betrekking tot het gebruik van de ruitenwissers in de AUTO-
modus
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht in werking treden als de sensor wordt aan-
geraakt of als de voorruit aan trillingen wordt blootgesteld terwijl de ruitenwissers in de
stand AUTO staan. Let erop dat er niets bekneld raakt als de ruitenwissers in werking
treden.
Waarschuwing met betrekking tot het gebruik van ruitensproeiervloeistof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeiervloeistof pas wanneer de voorruit warm is. De
vloeistof kan anders op de voorruit bevriezen en zo het zicht belemmeren. Dit kan lei-
den tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
OPMERKING
Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de voorruit droog is omdat hierdoor de voorruit
beschadigd kan worden.
Als er geen ruitensproeiervloeistof uit de sproeierkoppen komt
Als u de hendel gedurende langere tijd naar u toe getrokken houdt, kan de sproeier-
pomp beschadigd raken.
Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dat geval contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is geraakt deze niet schoon te maken met een
naald of iets dergelijks. Hierdoor kan de sproeierkop beschadigd raken.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 294 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
295
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
4-4. Tanken
Sluit alle portieren en ruiten en zet het contact UIT.
Controleer de brandstofsoort.
Brandstofsoorten
Blz. 696
Vulopening brandstoftank voor loodvrije benzine
Om vergissingen bij tankstations te voorkomen, is uw auto uitgerust met een kleinere
vulopening speciaal voor loodvrije benzine.
Openen van de tankdop
Voer de volgende stappen uit om de tankdop te openen:
Voor het tanken
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 295 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
296 4-4. Tanken
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Bij het tanken
Neem bij het tanken de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht
nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
Raak na het verlaten van de auto en voor het openen van de tankdopklep een onge-
verfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit af te voeren. Het is
belangrijk om statische elektriciteit af te voeren voordat u gaat tanken, omdat vonken
als gevolg van statische elektriciteit brandstofdampen tot ontbranding kunnen bren-
gen.
Pak de tankdop bij de greep vast en draai hem langzaam los.
Tijdens het losdraaien van de tankdop kan er een sissend geluid hoorbaar zijn. Wacht
tot het geluid verdwenen is alvorens de tankdop te verwijderen. Bij hoge buitentem-
peraturen kan er brandstof uit de vulpijp spuiten en letsel veroorzaken.
Zorg ervoor dat er niemand die de eventueel aanwezige statische elektriciteit van
zijn lichaam niet heeft afgevoerd, in de buurt van een niet afgesloten brandstoftank
komt.
Adem de brandstofdampen niet in.
Brandstof bevat stoffen die schadelijk zijn als ze ingeademd worden.
Rook niet tijdens het tanken.
Als u dat wel doet, kan er brand ontstaan.
Keer niet naar de auto terug als u statisch geladen bent.
Statische elektriciteit kan vonkvorming en daarmee brand veroorzaken.
Bij het tanken
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat de brandstof-
tank overstroomt:
Plaats het vulpistool nauwkeurig in de vulpijp.
Stop met het vullen van de tank wanneer het vulpistool automatisch uit klikt.
Vul de brandstoftank niet tot de rand.
OPMERKING
Ta n k e n
Mors geen brandstof tijdens het tanken.
Anders kan schade aan de auto ontstaan, zoals het slecht functioneren van het emis-
sieregelsysteem, of beschadiging van de onderdelen van het brandstofsysteem of van
de lak.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 296 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
297
4-4. Tanken
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Druk het midden van de achterste
rand van de tankdopklep in terwijl
alle portieren zijn ontgrendeld.
Blijf drukken totdat u een klik hoort en
haal uw hand weg om de tankdopklep
iets te openen. Open met de hand de
klep vervolgens volledig.
Draai de tankdop langzaam los en
plaats hem in de houder in de tank-
dopklep.
Als de tankdopklep niet kan worden geopend
Openen van de tankdop
1
2
Verwijder de klep in de bagageruimte en trek
aan de hendel om de tankdopklep te openen als
deze niet kan worden geopend door het indruk-
ken van de achterste rand van de tankdopklep.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 297 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
298 4-4. Tanken
IS300h_EE(OM53E44E)
Draai na het tanken van brandstof de
tankdop tot u een klik hoort. Als u de
dop loslaat, zal hij iets in de andere
richting draaien.
Sluit de tankdopklep en druk het
midden van de achterste rand van
de tankdopklep in totdat u een klik
hoort.
Wanneer u de portieren vergrendelt, zal
ook de tankdopklep worden vergren-
deld.
Situatie vergrendeling tankdopklep
De tankdopklep wordt in de volgende situaties mogelijk niet vergrendeld, zelfs wanneer
de portieren worden vergrendeld:
Wanneer de vergrendeltoets voor het portierslot aan de binnenzijde van de auto wordt
bediend
Wanneer het automatische vergrendelsysteem van de portieren wordt bediend
(Blz.156)
Wanneer de tankdopklep wordt gesloten nadat de portieren zijn vergrendeld
Sluiten van de tankdop
1
2
WAARSCHUWING
Vervangen van de tankdop
Vervang de tankdop uitsluitend door een originele Lexus tankdop die speciaal voor uw
auto ontwikkeld is. Anders kan er brand ontstaan of kunnen zich andere ongevallen
voordoen, wat kan leiden tot ernstig letsel.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 298 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
299
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
Blz. 310
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)
Blz. 323
Automatic High Beam-systeem
Blz. 282
RSA (Road Sign Assist)
Blz. 331
Adaptieve cruise control
Blz. 336
Lexus Safety System+
Het Lexus Safety System+ bestaat uit de volgende ondersteunende systemen
en draagt bij aan een veilige en comfortabele rijervaring:
: Indien aanwezig
WAARSCHUWING
Lexus Safety System+
Het Lexus Safety System+ is ontworpen om te werken met als uitgangspunt dat de
bestuurder voorzichtig rijdt en is ontworpen om te helpen de gevolgen van een aanrij-
ding voor de inzittenden en de auto te beperken of de bestuurder te assisteren onder
normale rijomstandigheden.
Vertrouw niet blindelings op het systeem, aangezien er een grens is aan de mate van
nauwkeurigheid bij de herkenning en de ondersteunende mogelijkheden die dit sys-
teem kan bieden. Het is altijd de verantwoordelijkheid van de bestuurder om de omge-
ving van de auto in de gaten te houden en veilig te rijden.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 299 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
300 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Het Pre-Crash Safety-systeem is uitgerust met een geavanceerde computer die
bepaalde informatie opslaat, zoals:
Status gaspedaal
Status rempedaal
Rijsnelheid
Bedrijfsstatus van de functies van het Pre-Crash Safety-systeem
Informatie (zoals de afstand en het relatieve snelheidsverschil tussen uw auto
en de voorligger of andere objecten)
Het Pre-Crash Safety-systeem slaat geen gesprekken, geluiden of afbeeldingen
op.
Gebruik van gegevens
Lexus kan de gegevens die door deze computer worden opgeslagen, gebrui-
ken om storingen vast te stellen, onderzoek te doen en de kwaliteit van haar
producten te verbeteren.
Lexus stelt de gegevens die zijn opgeslagen niet beschikbaar aan derden,
behalve:
Met toestemming van de eigenaar van de auto of, wanneer het een lease-
auto betreft, van de leaserijder van de auto
Op officieel verzoek van de politie, de rechtbank of een ander overheids-
orgaan
Voor gebruik door Lexus in een rechtszaak
Voor onderzoek waarbij de gegevens niet worden gekoppeld aan een
bepaalde auto of eigenaar
Opslaan voertuiginformatie
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 300 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
301
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Twee soorten sensoren, die zich achter de grille en de voorruit bevinden, signa-
leren informatie die nodig is voor de werking van de ondersteunende systemen.
Radarsensor
Camerasensor
Sensoren
1
2
WAARSCHUWING
Voorkomen van storingen in de radarsensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, werkt de radarsensor mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Houd de radarsensor en het grille-embleem te allen tijde schoon.
Bevestig geen accessoires, (doorzichtige) stickers of andere zaken op de radarsen-
sor, het grille-embleem of het omliggende gebied.
Stel de radarsensor en de omgeving van de sensor niet bloot aan krachtige schok-
ken.
Laat de auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als de radarsen-
sor, de grille of de voorbumper is blootgesteld aan een krachtige schok.
Haal de radarsensor niet uit elkaar.
Breng geen verf aan en breng geen wijzigingen aan op de radarsensor, het grille-
embleem of het omliggende gebied.
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als de radarsensor,
de grille of de voorbumper moet worden verwijderd en geplaatst of vervangen.
Radarsensor
Grille-embleem
Reinig de voorzijde van de radarsensor of de
voor- of achterzijde van het grille-embleem
als ze vuil zijn of als er waterdruppels,
sneeuw, enz. op zit(ten).
Reinig de radarsensor en het grille-embleem
met een zachte doek zodat er geen krassen
of beschadigingen ontstaan.
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 301 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
302 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Voorkomen van storingen in de camerasensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, werkt de camerasensor mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Houd de voorruit te allen tijde schoon.
Reinig de voorruit als deze vuil is of als er een dun olielaagje, waterdruppels,
sneeuw, enz. op zit(ten).
Als er een ruitencoating op de voorruit is aangebracht, moeten waterdruppels e.d.
nog steeds met de ruitenwissers voor worden verwijderd van het gedeelte van de
voorruit vóór de camerasensor.
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als de binnen-
zijde van de voorruit waar de camerasensor is geplaatst vuil is.
Als het gedeelte van de voorruit vóór de camerasensor is beslagen of wanneer er
condens of ijs op de voorruit zit, gebruik dan de voorruitverwarming om de condens
van de voorruit te verwijderen of de voorruit te ontdooien. (Blz. 518)
Vervang het ruitenwisserrubber of het ruitenwisserblad als waterdruppels niet goed
kunnen worden verwijderd van het gedeelte van de voorruit vóór de camerasensor
met de ruitenwissers voor.
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als de ruitenwisser-
rubbers of de ruitenwisserbladen moeten worden vervangen.
Bevestig geen voorwerpen, zoals (doorzich-
tige) stickers e.d. op de buitenzijde van de
voorruit vóór de camerasensor (het grijze
gebied in de afbeelding).
A: Vanaf de bovenzijde van de voorruit tot
ongeveer 1 cm onder de onderzijde van de
camerasensor
B: Ongeveer 20 cm (ongeveer 10 cm rechts
en links van het midden van de camerasen-
sor)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 302 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
303
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Plak geen ruitfolie op de voorruit.
Vervang de voorruit als deze beschadigd is of als er een barst in zit.
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als de voorruit moet
worden vervangen.
Zorg ervoor dat de camerasensor niet nat wordt.
Zorg ervoor dat er geen fel licht op de camerasensor schijnt.
Zorg ervoor dat de camerasensor niet vuil wordt of beschadigd raakt.
Zorg er bij het reinigen van de binnenzijde van de voorruit voor dat er geen glasreini-
ger op de lens terechtkomt. Raak de lens ook niet aan.
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als de lens vuil of
beschadigd is.
Stel de camerasensor niet bloot aan sterke schokken.
Wijzig de montagepositie of -richting van de camerasensor niet en verwijder de sen-
sor niet.
Neem de camerasensor niet uit elkaar.
Wijzig geen onderdelen van de auto rond de camerasensor (binnenspiegel, enz.) of
het dak.
Bevestig geen accessoires die de camerasensor mogelijk hinderen op de motorkap,
de grille of de voorbumper. Neem voor meer informatie contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Zorg er als een surfplank of een ander lang voorwerp op het dak moet worden
geplaatst voor dat deze de camerasensor niet hindert.
Breng geen wijzigingen aan de koplampen of andere lichten aan.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 303 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
304 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Verklaring
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 304 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
305
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 305 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
306 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 306 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
307
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 307 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
308 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 308 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
309
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 309 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
310 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
: Indien aanwezig
Het Pre-Crash Safety-systeem maakt gebruik van een radarsensor en een
camerasensor om voertuigen en voetgangers*1 voor uw auto te signaleren.
Wanneer het systeem oordeelt dat een aanrijding aan de voorzijde met een
voertuig of een voetganger waarschijnlijk is, wordt een waarschuwing geacti-
veerd om de bestuurder aan te sporen om uit te wijken en wordt de potentiële
remdruk verhoogd om de bestuurder te helpen een aanrijding te voorkomen.
Wanneer het systeem oordeelt dat een aanrijding aan de voorzijde met een
voertuig of een voetganger zeer waarschijnlijk is, worden de remmen auto-
matisch bekrachtigd om te helpen een aanrijding te voorkomen of om de
impact van een aanrijding te helpen verminderen.
Het Pre-Crash Safety-systeem kan worden in-/uitgeschakeld en het waar-
schuwingstijdstip kan worden gewijzigd. (Blz. 314)
*1: Afhankelijk van de regio waarin de auto is verkocht, is de voetgangerdetectiefunctie
mogelijk niet beschikbaar. Zie de volgende tabel voor meer informatie.
De landen en regio's in het overzicht zijn van toepassing vanaf oktober 2017.
Afhankelijk van wanneer de auto is verkocht kunnen de landen en regio's ech-
ter verschillen. Neem contact op met uw Lexus-dealer voor details.
Regio's Beschikbaarheid functie Landen/gebieden
Regio A De voetgangerdetectiefunctie is
beschikbaar
IJsland, Ierland, het Verenigd
Koninkrijk, Italië, Estland,
Oostenrijk, Nederland, Cyprus,
Griekenland, Zwitserland,
Zweden, Spanje, Slowakije,
Slovenië, Tsjechië, Denemarken,
Duitsland, Noorwegen,
Hongarije, Finland, Frankrijk,
België, Polen, Portugal, Letland,
Litouwen, Roemenië, Israël,
Turkije en de Canarische
Eilanden
Regio B De voetgangerdetectiefunctie is
niet beschikbaar Rusland
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 310 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
311
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Pre-Crash-waarschuwing
Als het systeem vaststelt dat de kans
op een frontale aanrijding groot is,
klinkt er een zoemer en wordt er
een waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informatiedis-
play om de bestuurder aan te sporen
een uitwijkmanoeuvre uit te voeren.
Pre-Crash Brake Assist
Als het systeem vaststelt dat de kans op een frontale aanrijding groot is, ver-
hoogt het systeem de remkracht afhankelijk van de mate waarin het rempe-
daal wordt ingetrapt.
Pre-Crash Brake-functie
Als het systeem vaststelt dat de kans op een frontale aanrijding groot is, waar-
schuwt het systeem de bestuurder. Wanneer het systeem oordeelt dat een
aanrijding aan de voorzijde zeer waarschijnlijk is, worden de remmen auto-
matisch bekrachtigd om te helpen een aanrijding te voorkomen of de snelheid
van de aanrijding te verlagen.
Dempingsregeling (indien aanwezig)
Wanneer het systeem oordeelt dat een aanrijding aan de voorzijde waar-
schijnlijk is, regelt het Adaptive Variable Suspension-systeem (Blz. 397) de
dempingskracht van de schokdempers om de auto te helpen stabiel te blijven.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 311 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
312 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Beperkingen van het Pre-Crash Safety-systeem
De bestuurder is volledig verantwoordelijk voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig
en houd rekening met de omgeving.
Gebruik in geen geval het Pre-Crash Safety-systeem ter vervanging van normaal
remmen. Dit systeem kan niet in alle gevallen aanrijdingen voorkomen of schade of
letsel verminderen. Vertrouw niet uitsluitend op dit systeem. Als u dat wel doet, kan
dat leiden tot een ongeval, met ernstig letsel tot gevolg.
Hoewel dit systeem is ontworpen om aanrijdingen te helpen voorkomen of de impact
van een aanrijding te helpen verminderen, is het effect afhankelijk van allerlei omstan-
digheden. Hierdoor bereikt het systeem mogelijk niet altijd hetzelfde prestatieniveau.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen aandachtig door. Vertrouw niet blindelings op
dit systeem en rijd altijd voorzichtig.
Omstandigheden waaronder het systeem mogelijk werkt, zelfs als er geen kans
op een aanrijding is: Blz. 318
Omstandigheden waaronder het systeem mogelijk niet juist werkt: Blz. 320
Probeer de werking van het Pre-Crash Safety-systeem niet zelf te testen omdat het
systeem mogelijk niet goed werkt, wat kan leiden tot een ongeval.
Pre-Crash Brake-systeem
Als de Pre-Crash Brake-functie in werking is, wordt er veel remkracht toegepast.
Als de auto wordt stilgezet door de werking van de Pre-Crash Brake-functie, wordt
de werking van de functie na ongeveer 2 seconden uitgeschakeld. Trap indien nodig
het rempedaal in.
Het Pre-Crash Brake-systeem werkt mogelijk niet, afhankelijk van de bediening van
de auto door de bestuurder. Als het gaspedaal diep wordt ingetrapt of het stuurwiel
wordt gedraaid, oordeelt het systeem mogelijk dat de bestuurder een uitwijkactie uit-
voert en werkt het Pre-Crash Brake-systeem mogelijk niet.
Terwijl het Pre-Crash Brake-systeem is ingeschakeld, wordt in sommige gevallen de
werking ervan mogelijk uitgeschakeld, wanneer het gaspedaal diep wordt ingetrapt
of het stuurwiel wordt gedraaid en het systeem oordeelt dat de bestuurder een uit-
wijkactie uitvoert.
Als het rempedaal wordt ingetrapt, oordeelt het systeem mogelijk dat de bestuurder
een uitwijkactie uitvoert en stelt het mogelijk het werkingstijdstip van de Pre-Crash
Brake-functie uit.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 312 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
313
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Wanneer moet het Pre-Crash Safety-systeem uitgeschakeld worden
Schakel in de volgende situaties het systeem uit, omdat het mogelijk niet juist werkt,
hetgeen kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan:
Als de auto wordt gesleept
Als uw auto een andere auto sleept
Bij het vervoeren van de auto op een vrachtwagen, boot, trein of vergelijkbaar trans-
portmiddel
Wanneer de auto wordt opgetakeld terwijl het hybridesysteem aan staat en de wielen
vrij kunnen draaien
Tijdens controle van de auto met een rollentestbank, zoals een vermogensbank of
snelheidsmetertester, of bij gebruik van een wielstabilisator
Als de voorbumper of grille wordt blootgesteld aan krachtige schokken ten gevolge
van een ongeval o.i.d.
Als niet op een stabiele wijze kan worden gereden met de auto, bijvoorbeeld als hij
betrokken is geweest bij een ongeval of als er storingen zijn
Als met een sportieve rijstijl of in het terrein wordt gereden
Als de banden niet op de juiste spanning zijn
Als de banden erg versleten zijn
Als er een andere maat banden dan voorgeschreven is gemonteerd
Als er sneeuwkettingen worden gebruikt
Als er een compact reservewiel of een bandenreparatieset wordt gebruikt
Als er tijdelijk uitrusting (sneeuwploeg, enz.) die de radarsensor of de camerasensor
kan hinderen op de auto is geplaatst
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 313 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
314 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
In-/uitschakelen van het Pre-Crash Safety-systeem
Het Pre-Crash Safety-systeem kan worden ingeschakeld/uitgeschakeld via
(Blz.128) van het multi-informatiedisplay.
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld telkens wanneer het contact AAN
wordt gezet.
Als het systeem wordt uitgescha-
keld, gaat het waarschuwingslampje
PCS branden en wordt er een mel-
ding weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
Wijzigen van de timing van de Pre-Crash-waarschuwing
De timing van de Pre-Crash-waarschuwing kan worden gewijzigd via
(Blz.128) van het multi-informatiedisplay.
De instelling van de timing blijft behouden als het contact UIT wordt gezet.
Ver weg
De waarschuwing treedt eerder in
werking dan bij de standaardtiming.
Gemiddeld
Dit is de standaardinstelling.
Dichtbij
De waarschuwing treedt later in wer-
king dan bij de standaardtiming.
Wijzigen van instellingen van het Pre-Crash Safety-systeem
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 314 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
315
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Werkingsvoorwaarden
De beschikbaarheid van de voetgangerdetectiefunctie is afhankelijk van de regio waarin
de auto is verkocht. (Voor specifieke landen/gebieden: Blz. 310)
Lees het volgende voor meer informatie:
Regio A
(De voetgangerdetectiefunctie is beschikbaar)
Het Pre-Crash Safety-systeem wordt ingeschakeld en het systeem oordeelt dat een aan-
rijding aan de voorzijde met een voertuig of een voetganger waarschijnlijk is.
Voor de werking van elke functie gelden de volgende snelheden:
Pre-Crash-waarschuwing:
De rijsnelheid ligt tussen ongeveer 10 en 180 km/h. (Voor het signaleren van een
voetganger ligt de rijsnelheid tussen ongeveer 10 en 80 km/h.)
Het snelheidsverschil tussen uw auto en het voertuig of de voetganger voor u is
ongeveer 10 km/h of groter.
Pre-Crash Brake Assist:
De rijsnelheid ligt tussen ongeveer 30 en 180 km/h. (Voor het signaleren van een
voetganger ligt de rijsnelheid tussen ongeveer 30 en 80 km/h.)
Het snelheidsverschil tussen uw auto en het voertuig of de voetganger is ongeveer
30 km/h (20 mph) of groter.
Pre-Crash Brake-systeem:
De rijsnelheid ligt tussen ongeveer 10 en 180 km/h. (Voor het signaleren van een
voetganger ligt de rijsnelheid tussen ongeveer 10 en 80 km/h.)
Het snelheidsverschil tussen uw auto en het voertuig of de voetganger voor u is
ongeveer 10 km/h of groter.
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet:
Als een accupool is losgenomen en weer aangesloten en er vervolgens gedurende een
bepaalde tijd niet met de auto is gereden
Als de selectiehendel in stand R staat
Als de VSC wordt uitgeschakeld (alleen de Pre-Crash-waarschuwingsfunctie werkt)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 315 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
316 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Regio B
(De voetgangerdetectiefunctie is niet beschikbaar)
Het Pre-Crash Safety-systeem wordt ingeschakeld en het systeem oordeelt dat een aan-
rijding aan de voorzijde met een voertuig waarschijnlijk is.
De verschillende functies werken bij de volgende snelheden:
Pre-Crash-waarschuwing:
De rijsnelheid ligt tussen ongeveer 15 en 180 km/h.
Het snelheidsverschil tussen uw auto en de voorligger is ongeveer 10 km/h of gro-
ter.
Pre-Crash Brake Assist:
De rijsnelheid ligt tussen ongeveer 30 en 180 km/h.
Het snelheidsverschil tussen uw auto en de voorligger is ongeveer 30 km/h of gro-
ter.
Pre-Crash Brake-systeem:
De rijsnelheid ligt tussen ongeveer 15 en 180 km/h.
Het snelheidsverschil tussen uw auto en de voorligger is ongeveer 10 km/h of gro-
ter.
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet:
Als een accupool is losgenomen en weer aangesloten en er vervolgens gedurende een
bepaalde tijd niet met de auto is gereden
Als de selectiehendel in stand R staat
Als de VSC wordt uitgeschakeld (alleen de Pre-Crash-waarschuwingsfunctie werkt)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 316 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
317
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Voetgangerdetectiefunctie*2
*2: Voor de als regio B gespecificeerde landen/gebieden (Blz. 310) is de voetganger-
detectiefunctie mogelijk niet beschikbaar.
Uitschakelen van Pre-Crash-remmen
Als zich een van de volgende situaties voordoet terwijl het Pre-Crash Brake-systeem in
werking is, wordt dit systeem uitgeschakeld:
Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
Het stuurwiel wordt sterk of abrupt verdraaid.
Het Pre-Crash Safety-systeem signaleert voet-
gangers op basis van de grootte, het profiel en
de beweging van een gesignaleerd object. Het
kan echter voorkomen dat een voetganger niet
gesignaleerd wordt vanwege de hoeveelheid
omgevingslicht en de beweging, het postuur en
de hoek ten opzichte van het gesignaleerde
object, waardoor het systeem mogelijk niet op
de juiste wijze werkt. (Blz. 321)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 317 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
318 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Omstandigheden waaronder het systeem mogelijk werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
In bepaalde situaties, zoals de situaties die hieronder zijn weergegeven, is het mogelijk
dat het systeem van oordeel is dat er een kans is op een frontale aanrijding en dat het
dus in werking treedt.
Wanneer een voertuig of een voetganger wordt gepasseerd*2
Wanneer van rijstrook wordt gewisseld bij het inhalen van een voorligger
Bij het inhalen van een voorligger die van rijstrook verandert
Wanneer u snel een voorligger nadert
Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag gaat, bijvoorbeeld op een oneffen
of golvend wegdek
Bij het naderen van objecten langs de kant van de weg, zoals vangrails, elektrici-
teitspalen, bomen of muren
Bij het rijden op een smalle rijbaan omringd door constructies, zoals een tunnel of
een stalen brug
Bij het inhalen van een voorligger die een
bocht naar links of rechts maakt
Bij het passeren van een voertuig dat stil-
staat op de rijstrook voor het tegemoetko-
mend verkeer om rechtsaf of linksaf te
slaan
Bij het rijden op een weg waar de relatieve
positie ten opzichte van de voorligger in
een naastliggende rijstrook kan verande-
ren, zoals op een bochtige weg
Wanneer er bij het begin van een bocht
een voertuig, voetganger*2 of object naast
de weg aanwezig is
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 318 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
319
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Als er zich metalen objecten (putdeksel, stalen plaat enz.), opstaande randen of uit-
stekende delen bevinden op het wegdek of in de berm
Bij het snel naderen van een slagboom van een elektronische tolpoort, slagboom bij
een parkeerterrein of andere afscheiding die open en dicht gaat
Bij het wassen van de auto in een wasstraat
Als de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz. dat wordt opgeworpen
door een voorligger
Bij het rijden door stoom of rook
Als er patronen of verf op de weg of op een muur aanwezig zijn/is die kunnen/kan
worden aangezien voor een voertuig of voetganger*2
Als wordt gereden in de buurt van een object dat radiogolven weerkaatst, zoals een
grote vrachtwagen of een vangrail
Als wordt gereden in de buurt van een televisiezendmast, radiozender, elektriciteitscentrale
of andere locatie waar sterke radiogolven of elektromagnetische velden aanwezig zijn
*2: Voor de als regio B gespecificeerde landen/gebieden (Blz. 310) is de voetgan-
gerdetectiefunctie mogelijk niet beschikbaar.
Als een overstekende voetganger de auto
zeer dicht nadert*2
Wanneer wordt gereden op plaatsen met
een lage constructie boven de weg (laag
plafond, verkeersbord, enz.)
Wanneer onder een object (billboard, enz.)
boven op een helling door wordt gereden
Bij het rijden door of onder objecten die in
contact kunnen komen met de auto, zoals
hoog gras, boomtakken of een spandoek
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 319 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
320 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Situaties waarin het systeem mogelijk niet goed werkt
In sommige situaties, zoals onderstaande, wordt een voertuig mogelijk niet gesigna-
leerd door de radarsensor en de camerasensor, waardoor het systeem niet goed werkt:
Als een tegenligger de auto nadert
Als de voorligger een motorfiets of fiets is
Bij het naderen van de zijkant of voorkant van een voertuig
Als de achterzijde van de voorligger smal is, zoals een lege truck
Als de voorligger een lading vervoert die uitsteekt voorbij de achterbumper
Als de voorligger een onregelmatige vorm heeft, zoals een tractor of een zijspan
Als de zon of ander licht rechtstreeks op een voorligger schijnt
Als een voertuig de auto snijdt of plotseling opdoemt van naast een ander voertuig
Als de voorligger een abrupte beweging maakt (zoals een uitwijkmanoeuvre, plot-
seling versnellen of afremmen)
Bij het plotseling invoegen vlak achter een voorligger
Bij slecht weer zoals bij hevige regen, mist, sneeuw of een zandstorm
Als de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz. dat wordt opgeworpen
door een voorligger
Bij het rijden door stoom of rook
Bij het rijden in een omgeving waarbij de helderheid van het omgevingslicht plotse-
ling verandert, zoals bij het in- of uitrijden van een tunnel
Als er zeer krachtig licht zoals zonlicht of koplampen van tegenliggers rechtstreeks
op de camerasensor schijnt/schijnen.
Als er weinig omgevingslicht is, zoals tijdens de schemering, of 's nachts of in een tunnel
Als de voorligger een lage achterzijde
heeft, zoals een oprijwagen
Als de voorligger een extreem grote
bodemvrijheid heeft
Als de voorligger zich niet direct voor uw
auto bevindt
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 320 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
321
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Nadat het hybridesysteem gestart is, is er gedurende een bepaalde tijd niet met de
auto gereden
Bij het afslaan naar links/rechts en gedurende een paar seconden na het afslaan
naar links/rechts
Tijdens het rijden in een bocht en gedurende een paar seconden na het rijden in een
bocht
Wanneer uw auto slipt
Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
Als een ruitenwisserblad de camerasensor blokkeert
De auto schommelt
Er wordt gereden met extreem hoge snelheden
Als op een helling wordt gereden
Wanneer de radarsensor of de camerasensor niet goed is uitgelijnd
In sommige situaties, zoals de onderstaande, kan wellicht onvoldoende remkracht wor-
den gerealiseerd, waardoor het systeem mogelijk niet goed werkt:
Als de remfuncties niet optimaal kunnen functioneren, bijvoorbeeld doordat onder-
delen van het remsysteem extreem koud of warm, of nat zijn
Als de auto niet goed onderhouden wordt (extreem versleten remdelen of banden,
onjuiste bandenspanning, enz.)
Als er met de auto gereden wordt op grind of een andere gladde ondergrond
Sommige voetgangers, zoals hieronder beschreven, worden mogelijk niet gesignaleerd
door de radarsensor en de camerasensor, waardoor het systeem niet goed werkt
*
2
:
Voetgangers kleiner dan ongeveer 1 m of groter dan ongeveer 2 m
Voetgangers die ruimvallende kleding (een regenjas, lange rok, enz.) dragen waar-
door hun silhouet vaag wordt
Voetgangers die grote bagage dragen, een paraplu vasthouden, enz. die een deel
van hun lichaam verbergt
Voetgangers die vooroverbuigen of gehurkt zitten
Voetgangers die een wandelwagentje, rolstoel, fiets of ander voertuig voortduwen
Groepen voetgangers die dicht bij elkaar lopen
Voetgangers die witte kleding dragen en er extreem licht uitzien
Voetgangers in het donker, bijvoorbeeld 's nachts of in een tunnel
Voetgangers waarvan de kleding ongeveer dezelfde kleur of helderheid heeft als de
omgeving
Voetgangers vlak bij muren, hekken, vangrails of grote objecten
Voetgangers die op een metalen object (putdeksel, staalplaat, enz.) op de weg staan
Voetgangers die snel lopen
Voetgangers die plotseling van snelheid veranderen
Voetgangers die van achter een voertuig of een groot object komen rennen
Voetgangers die zich heel dicht bij de zijkant van de auto (buitenspiegel, enz.) bevinden
*2: Voor de als regio B gespecificeerde landen/gebieden (Blz. 310) is de voetgan-
gerdetectiefunctie mogelijk niet beschikbaar.
Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 321 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
322 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Als het waarschuwingslampje PCS knippert of gaat branden en er een waarschu-
wingsmelding wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay
Het Pre-Crash Safety-systeem is mogelijk tijdelijk niet beschikbaar of er is mogelijk
sprake van een storing in het systeem.
In de volgende situaties gaat het waarschuwingslampje uit, verdwijnt de melding en
werkt het systeem weer normaal als weer aan de normale werkingsvoorwaarden wordt
voldaan:
Als de radarsensor, de camerasensor of het gedeelte rond elke sensor heet is, zoals
in de zon
Als de radarsensor, de camerasensor of het gedeelte rond elke sensor koud is, zoals
in een extreem koude omgeving
Wanneer een sensor voor vuil is of bedekt is met sneeuw, enz.
Als het gedeelte van de voorruit vóór de camerasensor is beslagen of wanneer er
condens of ijs op de voorruit zit (Ontwasemen van de voorruit: Blz. 518)
Als de camerasensor wordt geblokkeerd, bijvoorbeeld wanneer de motorkap open
is of een sticker is bevestigd op de voorruit in de buurt van de camerasensor
Als het waarschuwingslampje PCS blijft knipperen of branden, of als de waarschu-
wingsmelding niet verdwijnt terwijl de auto weer in orde is, is er mogelijk een storing
aanwezig in het systeem. Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als de VSC wordt uitgeschakeld
Als de VSC wordt uitgeschakeld (Blz. 398), worden ook het Pre-Crash Brake
Assist-systeem en de Pre-Crash Brake-functie uitgeschakeld.
Het waarschuwingslampje PCS gaat branden en “VSC Turned Off Pre-Collision Brake
System Unavailable” (VSC uitgeschakeld, Pre-Crash Brake-systeem niet beschikbaar)
wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 322 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
323
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Als wordt gereden op autowegen en snelwegen met witte (gele) lijnen waar-
schuwt deze functie de bestuurder als de auto de rijstrook dreigt te verlaten en
helpt hij om de auto in de rijstrook te houden door het stuurwiel te bedienen.
Het LDA-systeem herkent zichtbare
witte (gele) lijnen met de camerasensor
aan de bovenzijde van de voorruit.
Werking Lane Departure Alert
Wanneer het systeem vaststelt dat
de auto de rijstrook dreigt te verla-
ten, wordt een waarschuwing weer-
gegeven op het multi-informatiedis-
play en klinkt de waarschuwingszoe-
mer of trilt het stuurwiel om de
bestuurder te waarschuwen.
Wanneer de waarschuwingszoemer
klinkt of het stuurwiel trilt, controleer
dan de situatie op de weg en stuur de
auto voorzichtig terug naar het mid-
den van de rijstrook.
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)
: Indien aanwezig
Overzicht van functies
Functies die zijn opgenomen in het LDA-systeem
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 323 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
324 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Stuurregelingsfunctie
Wanneer het systeem vaststelt dat
de auto de rijstrook dreigt te verla-
ten, helpt het voor zover nodig om
de auto in de rijstrook te houden
door kortstondig het stuurwiel licht
te bedienen.
Behalve Israël: Als het systeem sig-
naleert dat het stuurwiel een
bepaalde periode niet bediend is of
dat het stuurwiel niet stevig wordt
vastgehouden, wordt een waarschu-
wing weergegeven op het multi-
informatiedisplay en wordt de functie
tijdelijk uitgeschakeld.
Israël: Als het systeem signaleert dat
het stuurwiel een bepaalde periode
niet bediend is of dat het stuurwiel
niet stevig wordt vastgehouden,
wordt een waarschuwing weergege-
ven op het multi-informatiedisplay en
klinkt de waarschuwingszoemer.
Waarschuwing voor slingeren
Wanneer de auto slingert of meer-
dere malen de rijstrook dreigt te ver-
laten, klinkt de waarschuwingszoe-
mer en wordt een melding weerge-
geven op het multi-informatiedisplay
om de bestuurder te waarschuwen.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 324 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
325
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Voordat u het LDA-systeem gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het LDA-systeem. Het LDA-systeem is geen systeem dat
de auto automatisch bestuurt of de hoeveelheid aandacht die moet worden besteed
aan het gebied vóór de auto beperkt. De bestuurder dient altijd volledige verantwoor-
delijkheid te nemen voor een veilig rijgedrag door de omgeving steeds goed in de
gaten te houden en het stuurwiel te bedienen om de rijrichting van de auto te corrige-
ren. De bestuurder moet ook zorgen voor voldoende pauzes als hij moe is, bijvoor-
beeld als hij langere tijd heeft gereden.
Als u niet op de juiste manier rijdt en niet goed oplet, kunt u een ongeval veroorzaken,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Onbedoelde werking van het LDA-systeem voorkomen
Als u het LDA-systeem niet gebruikt, zet het systeem dan uit met de toets LDA.
Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van het LDA-systeem
Gebruik het LDA-systeem niet in de volgende situaties.
Het systeem werkt mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot een ongeval waarbij ern-
stig letsel kan ontstaan.
Er is/zijn een reservewiel, sneeuwkettingen, enz. gemonteerd.
Als de banden erg versleten zijn of als de bandenspanning te laag is.
Er worden banden gebruikt met verschillende structuren of profielen of van verschil-
lende fabrikanten of merken.
Er bevinden zich naast de weg objecten die onterecht kunnen worden aangezien
voor witte (gele) lijnen (vangrails, stoepranden, reflecterende palen, enz.).
Er wordt gereden op een met sneeuw bedekte weg.
Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
Vanwege wegwerkzaamheden bevinden zich asfaltreparatiemarkeringen, witte
(gele) lijnmarkeringen enz. op de weg.
Er wordt gereden in een tijdelijke rijstrook of een smalle rijstrook door wegwerk-
zaamheden.
Er wordt gereden op een wegdek dat glad is door regenachtig weer, sneeuwval,
vorst, enz.
Er wordt gereden op andere wegen dan autowegen en snelwegen.
Er wordt gereden in een gebied met wegwerkzaamheden.
Er wordt met een aanhangwagen gereden of er wordt een andere auto gesleept.
Voorkomen van storingen in het LDA-systeem en onbedoeld uitgevoerde handelingen
Breng geen wijzigingen aan de koplampen aan en plak geen stickers op het lamp-
glas.
Breng geen wijzigingen aan de wielophanging enzovoort aan. Als onderdelen van de
wielophanging moeten worden vervangen, neem dan contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Monteer of plaats geen voorwerpen op de motorkap of de grille. Monteer ook geen
accessoires aan de voorzijde van de auto (bullbars, enz.).
Als de voorruit moet worden gerepareerd, neem dan contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 325 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
326 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Druk op de toets LDA om het LDA-
systeem in te schakelen.
Het controlelampje LDA gaat branden
en er wordt een melding weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets LDA om het
LDA-systeem uit te schakelen.
Als het LDA-systeem wordt in- of uitge-
schakeld, blijft de status van het LDA-
systeem de volgende keer dat het hybri-
desysteem wordt gestart ongewijzigd.
Inschakelen van het LDA-systeem
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 326 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
327
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Controlelampje LDA
Aan de hand van de verlichtingssta-
tus van de indicator wordt de
bestuurder geïnformeerd over de
bedrijfsstatus van het systeem.
Brandt wit:
LDA-systeem is in werking.
Brandt groen:
Stuurassistentie van de stuurregelings-
functie is in werking.
Knippert oranje:
Lane Departure Alert-functie is in wer-
king.
Display werking van ondersteuning
stuurwielbediening
Geeft aan de stuurassistentie van de stuurregelingsfunctie in werking is.
Display werking Lane Departure Alert-functie
Wordt weergegeven wanneer het multi-informatiedisplay wordt overgescha-
keld op het informatiescherm voor ondersteunende systemen.
Meldingen op het multi-informatiedisplay
1
2
3
Binnenzijde van de weergegeven
witte lijnen is wit
Binnenzijde van de weergegeven
witte lijnen is zwart
Dit geeft aan dat het systeem witte
(gele) lijnen herkent. Als de auto de rij-
strook verlaat, knippert de witte lijn die
wordt weergegeven aan de zijde waar
de auto de strook verlaat oranje.
Dit geeft aan dat het systeem witte
(gele) lijnen niet kan herkennen of tij-
delijk is uitgeschakeld.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 327 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
328 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Voorwaarden voor werking van de functies
Werking Lane Departure Alert
Deze functie werkt wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan.
De LDA is ingeschakeld.
De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
Het systeem herkent witte (gele) lijnen.
De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
De richtingaanwijzerschakelaar wordt niet bediend.
Er wordt gereden op een rechte weg of in een flauwe bocht met een straal van meer
dan ongeveer 150 m.
Er worden geen systeemstoringen gesignaleerd. (Blz. 623)
Stuurregelingsfunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan alle werkingsvoorwaarden voor de Lane
Departure Alert-functie wordt voldaan, maar ook aan alle onderstaande voorwaar-
den.
De instelling voor stuurassistentie in van het multi-informatiedisplay is aan.
(Blz.128)
Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
Behalve voor Israël: De waarschuwing handen van het stuurwiel wordt niet weerge-
geven. (Blz. 329)
Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan.
De instelling voor de waarschuwing voor slingeren in van het multi-informatie-
display is aan. (Blz.128)
De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
Er worden geen systeemstoringen gesignaleerd. (Blz. 623)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 328 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
329
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Tijdelijk uitschakelen van functies
Als niet langer aan de werkingsvoorwaarden wordt voldaan, wordt een functie mogelijk
tijdelijk uitgeschakeld. Als echter weer aan de werkingsvoorwaarden wordt voldaan,
wordt de werking van de functie automatisch hervat. (Blz. 328)
Stuurregelingsfunctie
Afhankelijk van de rijsnelheid, de situatie rondom het verlaten van de rijstrook, de
wegomstandigheden, enz. merkt de bestuurder mogelijk niet dat de functie in werking is
of werkt de functie mogelijk helemaal niet.
Werking Lane Departure Alert
De waarschuwingszoemer is mogelijk slecht te horen door geluiden van buiten, afspelen
van muziek, enz. Ook zijn trillingen van het stuurwiel mogelijk niet goed voelbaar door
de wegomstandigheden, enz.
Waarschuwing handen van het stuurwiel
Behalve voor Israël: Als het systeem oordeelt dat de bestuurder zijn handen van het
stuurwiel heeft genomen terwijl de stuurregelingsfunctie in werking is, wordt een waar-
schuwingsmelding weergegeven op het multi-informatiedisplay.
Als de bestuurder zijn handen van het stuurwiel blijft houden, wordt een waarschuwings-
melding weergegeven en wordt de functie tijdelijk uitgeschakeld. Deze waarschuwing
werkt op dezelfde wijze als de bestuurder het stuurwiel licht blijft vasthouden. Afhanke-
lijk van de wegomstandigheden, enz. wordt de functie echter mogelijk niet uitgescha-
keld.
Israël: Als het systeem oordeelt dat de bestuurder zijn handen van het stuurwiel heeft
genomen terwijl de stuurregelingsfunctie in werking is, wordt een waarschuwingsmel-
ding weergegeven op het multi-informatiedisplay.
Als de bestuurder zijn handen van het stuurwiel blijft houden, klinkt er een zoemer en
wordt er een waarschuwingsmelding weergegeven. Deze waarschuwing werkt op
dezelfde wijze als de bestuurder het stuurwiel licht blijft vasthouden. Afhankelijk van de
wegomstandigheden, enz. wordt de functie echter mogelijk niet uitgeschakeld.
Er bevinden zich maar aan één kant van de weg witte (gele) lijnen
Het LDA-systeem zal niet werken voor de zijde waar geen witte (gele) lijnen konden
worden herkend.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 329 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
330 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Omstandigheden waaronder de functies mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties signaleert de camerasensor witte (gele) lijnen mogelijk niet en
werken verschillende functies mogelijk niet normaal.
Er zijn schaduwen op de weg die parallel lopen aan de witte (gele) lijnen of deze
bedekken.
Er wordt met de auto gereden in een gebied zonder witte (gele) lijnen, zoals voor een
tolboom of kaartautomaat of op een kruising.
De witte (gele) lijnen zijn onderbroken of er zijn verhoogde rijstrookmarkeringen of
stenen aanwezig.
De witte (gele) lijnen zijn niet of moeilijk te zien door zand, enz.
Er wordt met de auto gereden op een wegdek dat nat is door regen, plassen, enz.
De verkeerslijnen zijn geel (waardoor ze mogelijk moeilijker te herkennen zijn dan
witte lijnen).
De witte (gele) lijnen lopen over een stoeprand, enz.
Er wordt met de auto gereden op een helder oppervlak, zoals beton.
Er wordt met de auto gereden op een oppervlak dat helder is als gevolg van gereflec-
teerd licht, enz.
Er wordt met de auto gereden in een gebied waar de helderheid plotseling verandert,
zoals bij in- en uitgangen van tunnels.
Licht van de koplampen van een tegenligger, de zon, enz. dringt de camera binnen.
Er wordt met de auto gereden op een plaats waar de weg zich splitst, wegen samenko-
men, enz.
Er wordt gereden op een helling.
Er wordt gereden op een weg die naar links of rechts helt of op een bochtige weg.
Er wordt gereden op een onverharde of ongelijkmatige weg.
Er wordt gereden in een scherpe bocht.
De rijstrook is zeer smal of breed.
De auto helt sterk over door het vervoeren van zware bagage of door een onjuiste ban-
denspanning.
De afstand tot de voorligger is extreem kort.
De auto beweegt vaak op en neer ten gevolge van de wegomstandigheden tijdens het
rijden (slechte wegen of naden in het wegdek).
De koplampglazen zijn vuil en laten 's nachts weinig licht door, of de lichtbundel wijkt af.
De auto heeft last van zijwind.
De auto is net van rijstrook gewisseld of een kruising overgestoken.
Er zijn winterbanden, enz. gemonteerd.
Waarschuwingsmelding
Waarschuwingsmeldingen worden gebruikt om een storing in het systeem aan te geven
of om de bestuurder tijdens het rijden te waarschuwen. (Blz. 630)
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Blz.128
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 330 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
331
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
De RSA herkent bepaalde verkeers-
borden door gebruik te maken van de
camerasensor en voorziet de bestuur-
der via het multi-informatiedisplay van
informatie.
Als het systeem vaststelt dat de snelheidslimiet wordt overschreden, of wanneer
er bijvoorbeeld verboden acties ten opzichte van de herkende verkeersborden
worden uitgevoerd, wordt de bestuurder m.b.v. een waarschuwingsdisplay en
waarschuwingszoemer gewaarschuwd*.
*: U kunt deze instelling aan uw persoonlijke voorkeur aanpassen.
RSA (Road Sign Assist)
: Indien aanwezig
Overzicht van de functie
Camerasensor
WAARSCHUWING
Voordat u de RSA gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het RSA-systeem. De RSA is een systeem dat de bestuur-
der ondersteunt middels het bieden van informatie, maar het is geen vervanging van
het eigen inzicht en de oplettendheid van de bestuurder. Rijd voorzichtig door altijd
goed op de verkeersregels te letten.
Onjuist of nalatig rijgedrag kan resulteren in een ongeval.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 331 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
332 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Nadat een verkeersbord door de camerasensor is herkend, wordt het op het
multi-informatiedisplay weergegeven wanneer de auto het verkeersbord pas-
seert.
Wanneer de informatie van het
ondersteunende systeem wordt
geselecteerd, kunnen er maximaal 3
verkeersborden worden weergege-
ven. (Blz. 119)
Wanneer andere informatie dan van
het ondersteunende systeem wordt
geselecteerd, wordt een verkeers-
bord met de snelheidslimiet of een
verkeersbord voor einde van alle
verboden weergegeven.
(Blz.119)
Er wordt geen verkeersbord voor
een inhaalverbod of met de snel-
heidslimiet met een aanvullend teken
weergegeven. Als er echter andere
verkeersborden dan die met de
maximaal toegestane snelheid wor-
den herkend, worden deze trapsge-
wijs weergegeven onder het
verkeersbord met de maximaal toe-
gestane snelheid.
Weergave op het multi-informatiedisplay
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 332 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
333
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
De volgende soorten verkeersborden, inclusief elektronische verkeersborden
en knipperende verkeersborden, worden herkend.
Niet-officiële (niet aan het Verdrag van Wenen voldoende) of recentelijk geïntrodu-
ceerde verkeersborden worden mogelijk niet herkend.
*1: Als de richtingaanwijzers bij het wisselen van rijstrook niet worden bediend, wordt het
teken niet weergegeven.
*2: Auto's met navigatiesysteem
Soorten herkende verkeersborden
Soort Multi-informatiedisplay
Begin/einde snelheidslimiet
Snelheidslimiet met
aanvullend teken
(Gelijktijdig met
snelheidslimiet
weergegeven)
(Voorbeeld display)
Nat
Regen
IJs
Oprit/afrit*1
Er is een aanvullend
teken
(Inhoud wordt niet
herkend)
Begin/einde inhaalverbod
Verboden in te rijden*2
Einde alle verboden
(Alle beperkingen geannuleerd. Terugkeer
naar de standaard verkeersregelgeving.)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 333 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
334 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
In de volgende situaties waarschuwt het RSA-systeem de bestuurder m.b.v. een
waarschuwingsdisplay.
Wanneer de rijsnelheid de drempelwaarde voor de snelheidswaarschuwing
in relatie tot de maximumsnelheid op het op het multi-informatiedisplay weer-
gegeven verkeersbord overschrijdt, verandert de kleur van het verkeersbord.
Als wordt gesignaleerd dat uw auto een ander voertuig inhaalt terwijl er een
verkeersbord voor een inhaalverbod wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay, gaat het verkeersbord knipperen.
Auto's met navigatiesysteem: Als het RSA-systeem een verkeersbord voor
verboden in te rijden herkent en signaleert dat de bestuurder het inrijverbod
negeert op basis van de kaartinformatie van het navigatiesysteem, knippert
het verkeersbord voor verboden in te rijden.
Afhankelijk van de situatie wordt de verkeerssituatie (richting en snelheid van het
verkeer en hoeveelheid verkeer) mogelijk niet goed gesignaleerd en werkt het
waarschuwingsdisplay mogelijk niet goed.
Automatisch uitschakelen van weergave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer verkeersborden automatisch uitgescha-
keld.
Een nieuw verkeersbord wordt over een bepaalde afstand niet herkend.
De weg verandert als gevolg van een afslag naar links of rechts, enz.
Omstandigheden waaronder de functie mogelijk niet goed werkt of niet goed signa-
leert
In de volgende situaties werkt de RSA niet normaal en worden verkeersborden mogelijk
niet herkend, worden onjuiste verkeersborden weergegeven, enz. Dit duidt echter niet
op een storing.
De camerasensor is niet goed uitgelijnd doordat de sensor, enz. is blootgesteld aan
hevige schokken.
Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op de voorruit in de buurt van de camerasensor.
Onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij zware regenval, mist, sneeuw of
zandstormen
Licht van een tegenligger, de zon, enz. dringt de camerasensor binnen.
Het verkeersbord is vuil, vervaagd, gekanteld of krom of, in geval van een elektronisch
verkeersbord, het contrast is slecht.
Het verkeersbord gaat helemaal of gedeeltelijk verscholen achter boombladeren, een
paal, o.i.d.
Het verkeersbord is alleen korte tijd zichtbaar voor de camerasensor.
De omgeving (bij afslaan, rijstrookwisseling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
Ook wanneer een verkeersbord niet van toepassing is op de rijstrook waar op dat
moment op wordt gereden, staat dit bord wel direct na een vertakking van de snelweg
Waarschuwingsdisplay
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 334 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
335
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
of bij een aangrenzende rijstrook net voordat rijstroken samenkomen.
Er zitten stickers op de achterzijde van de voorligger.
Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt op een verkeersbord dat compatibel is met
het systeem.
Er wordt met de auto in een land gereden waar het verkeer aan de andere kant rijdt.
Mogelijk worden verkeersborden met de snelheidslimiet voor parallelwegen gesigna-
leerd en weergegeven (wanneer deze in het zicht van de camerasensor staan) terwijl
de auto op de hoofdweg rijdt.
Mogelijk worden verkeersborden met de maximaal toegestane snelheid voor afslagen
van rotondes gesignaleerd en weergegeven (wanneer deze in het zicht van de camera-
sensor staan) terwijl de auto op de rotonde rijdt.
Rijden in een land met een andere eenheid voor snelheid
Aangezien de RSA verkeersborden herkent aan de hand van de ingestelde eenheid
voor snelheid, is het noodzakelijk om de ingestelde eenheid van het instrumentenpaneel
te wijzigen. Stel de ingestelde eenheid van het instrumentenpaneel in op de eenheid van
snelheid van de verkeersborden op de actuele locatie. (Blz. 708)
In-/uitschakelen van het systeem
Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd gezet terwijl er een verkeersbord met de maxi-
maal toegestane snelheid op het multi-informatiedisplay werd weergegeven, wordt dat-
zelfde verkeersbord weer weergegeven wanneer het contact AAN wordt gezet.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de drempelwaarde voor de waarschuwing voor te
hard rijden) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 128)
Selecteer op het instelscherm
(Blz.119)
Druk op op het stuurwiel.
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 335 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
336 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Wanneer de afstandsregelmodus is ingeschakeld, accelereert en decelereert de
auto automatisch overeenkomstig de veranderingen in snelheid van de voorlig-
ger, zelfs wanneer het gaspedaal niet wordt ingetrapt. In de constante-snelheids-
regelmodus rijdt de auto met een constante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control op autowegen en snelwegen.
Afstandsregelmodus (Blz. 339)
Constante-snelheidsregelmodus (Blz. 344)
Afstandsschakelaar
Display
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
Cruise control-schakelaar
Dynamic Radar Cruise Control
: Indien aanwezig
Overzicht van functies
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 336 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
337
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Voor het gebruik van de Dynamic Radar Cruise Control
Voor veilig rijden is alleen de bestuurder verantwoordelijk. Vertrouw niet alleen op het
systeem en rijd voorzichtig door altijd goed op de omgeving te letten.
Het Dynamic Radar Cruise Control-systeem biedt ondersteuning bij het rijden om de
bestuurder te ontlasten. Er zijn echter grenzen aan de geboden ondersteuning.
Stel de geschikte snelheid in op basis van de snelheidslimiet, de verkeersintensiteit, de
wegcondities, de weersomstandigheden, enz. De bestuurder is verantwoordelijk voor
het controleren van de ingestelde snelheid.
Zelfs als het systeem normaal werkt, kan de door het systeem gesignaleerde status van
de voorligger afwijken van de door de bestuurder waargenomen status. Daarom moet
de bestuurder altijd alert blijven, het gevaar van elke situatie inschatten en veilig rijden.
Volledig afgaan op het systeem of aannemen dat het systeem de veiligheid garandeert
tijdens het rijden kan leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg.
Waarschuwingen met betrekking tot de ondersteunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht, aangezien er grenzen zijn aan de
door het systeem geboden ondersteuning.
Als u dat niet doet, kunt u een ongeval veroorzaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
De bestuurder helpen bij het meten van de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control dient alleen ter ondersteuning van de bestuurder
bij het bepalen van de volgafstand tussen de eigen auto en een bepaalde voorligger.
Het systeem is niet bedoeld om zorgeloos of roekeloos rijgedrag te rechtvaardigen
en kan de bestuurder ook niet helpen tijdens het rijden bij slecht zicht. Het blijft nood-
zakelijk dat de bestuurder zelf de omgeving van de auto goed in de gaten houdt.
De bestuurder helpen bij het bepalen van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control bepaalt of de volgafstand tussen de eigen auto en
een bepaalde voorligger binnen een vastgelegd bereik ligt. Het systeem kan geen
andere beoordelingen maken. Het is daarom strikt noodzakelijk dat u zelf alert blijft
en inschat of een situatie mogelijk gevaarlijk is.
De bestuurder helpen bij het bedienen van de auto
Het Dynamic Radar Cruise Control-systeem kan geen aanrijdingen met een voorlig-
ger voorkomen. Daarom dient u wanneer er gevaar dreigt direct de controle over de
auto te nemen en juist te handelen om de veiligheid van alle betrokkenen te garande-
ren.
Voorkomen van onbedoeld activeren van de Dynamic Radar Cruise Control
Schakel de Dynamic Radar Cruise Control uit met de toets ON/OFF als deze niet
wordt gebruikt.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 337 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
338 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de Dynamic Radar Cruise Control
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, wordt de snelheid mogelijk niet goed geregeld, waardoor een
ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
Op wegen met voetgangers, fietsers, enz.
In druk verkeer
Op wegen met scherpe bochten
Op bochtige wegen
Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
Op steile afdalingen of bij afwisselend sterk dalende en sterk stijgende wegen
Bij het afdalen van een helling kan de rijsnelheid de geprogrammeerde snelheid
overschrijden.
Op invoegstroken van autowegen en snelwegen
Als de weersomstandigheden zo slecht zijn dat ze een juiste signalering door de sen-
soren onmogelijk zouden kunnen maken (mist, sneeuw, zandstorm, zware regenval,
enz.)
Als er regen, sneeuw, enz. op de voorzijde van de radarsensor of de camerasensor
zit
In verkeersomstandigheden waarbij herhaaldelijk accelereren en decelereren nood-
zakelijk is
Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in een noodgeval
Als er vaak een naderingswaarschuwing hoorbaar is
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 338 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
339
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
In deze modus registreert een radarsensor of er binnen ongeveer 100 meter
voor u een voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens gebruikt om de afstand tus-
sen uw auto en de voorligger te berekenen en een geschikte afstand tussen uw
auto en de voorligger te handhaven.
Let erop dat de afstand tot uw voorligger kleiner wordt als u een helling afrijdt.
Voorbeeld van het rijden met een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingesteld. De gewenste tus-
senafstand kan tevens met de afstandsschakelaar worden ingesteld.
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelheid
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automatisch de snel-
heid van uw auto. Als de snelheid nog meer moet worden gereduceerd, schakelt het
systeem het remsysteem in (de remlichten gaan dan branden). Het systeem regelt de
snelheid van de auto zo dat de afstand die de bestuurder heeft ingesteld tot de voor-
ligger gehandhaafd blijft. Als het systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen om
een veilige afstand tot de voorligger te creëren, klinkt er een naderingswaarschu-
wing.
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de ingestelde
snelheid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt wordt. Het
systeem schakelt vervolgens weer over op het rijden met constante snelheid.
Rijden in de afstandsregelmodus
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 339 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
340 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Druk op de toets ON/OFF om de
cruise control in te schakelen.
Het controlelampje van de Dynamic
Radar Cruise Control gaat branden en
er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Als de toets ON/OFF gedurende ten
minste 1,5 seconden ingedrukt wordt
gehouden, schakelt het systeem over op
de constante-snelheidsregelmodus.
(Blz. 344)
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (hoger dan
ongeveer 50 km/h) en druk de hen-
del naar beneden om de snelheid op
te slaan.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de
hendel wordt losgelaten, wordt de inge-
stelde snelheid.
Instellen van de rijsnelheid (afstandsregelmodus)
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 340 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
341
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de gewenste
snelheid wordt weergegeven.
Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de hendel kort in
de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel
omhoog of omlaag om de snelheid te
wijzigen en laat hem los als de
gewenste snelheid is bereikt.
Als de afstandsregelmodus is ingeschakeld, wordt de ingestelde snelheid als
volgt verhoogd of verlaagd:
IJsland, Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Italië, Estland, Oostenrijk, Nederland,
Cyprus, Griekenland, Zwitserland, Zweden, Spanje, Slowakije, Slovenië, Tsjechië,
Denemarken, Duitsland, Noorwegen, Hongarije, Finland, Frankrijk, België, Polen,
Portugal, Letland, Litouwen, Roemenië en de Canarische Eilanden
Fijnafstelling: 5 km/h (3,1 mph)*1 of 5 mph (8 km/h)*2, telkens als de hendel wordt
bediend
Ruime afstelling: In stappen van 5 km/h (3,1 mph)*1 of 5 mph (8 km/h)*2 zolang de
hendel wordt vastgehouden
Russische Federatie, Israël en Turkije
Fijnafstelling: 1 km/h (0,6 mph)*1 of 1 mph (1,6 km/h)*2, telkens als de hendel wordt
bediend
Ruime afstelling: In stappen van 5 km/h (3,1 mph)*1 of 5 mph (8 km/h)*2 zolang de
hendel wordt vastgehouden
In de constante-snelheidsregelmodus (Blz. 344) wordt de ingestelde snel-
heid als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1,6 km/h (1 mph)*1 of 1 mph (1,6 km/h)*2, telkens als de hendel wordt
bediend
Ruime afstelling: Zolang de hendel wordt vastgehouden, wordt de snelheid gewijzigd.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
Wijzigen van de ingestelde snelheid
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 341 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
342 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Door de schakelaar in te drukken
wordt de afstand tot de voorligger als
volgt gewijzigd:
Lang
Middelgroot
Kort
De tussenafstand wordt automatisch op
lang ingesteld als het contact AAN
wordt gezet.
Als er een auto voor u rijdt, wordt het symbool voor een voorligger ook weergege-
ven.
Selecteer een afstand in de onderstaande tabel. Houd er rekening mee dat de
aangegeven afstanden overeenkomen met een rijsnelheid van 80 km/h. De tus-
senafstand is afhankelijk van de rijsnelheid.
Als u de hendel naar u toe trekt,
wordt de snelheidsregeling uitge-
schakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens
uitgeschakeld als het rempedaal wordt
ingetrapt.
Als u de hendel omhoog drukt,
wordt de cruise control hervat en
wordt de ingestelde snelheid hervat.
De cruise control wordt echter niet her-
vat wanneer de rijsnelheid ongeveer 40
km/h of lager is.
Wijzigen van de tussenafstand (afstandsregelmodus)
Symbool
voorligger
1
2
3
Instellingen tussenafstand (afstandsregelmodus)
Afstandsopties Tu s s e n a f s t a n d
Lang Ongeveer 50 m (160 ft.)
Gemiddeld Ongeveer 40 m (130 ft.)
Kort Ongeveer 30 m (100 ft.)
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 342 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
343
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Wanneer uw auto een voorligger te
dicht nadert en automatisch decelere-
ren door middel van de cruise control
niet mogelijk is, zal het scherm gaan
knipperen en een zoemer klinken om
de bestuurder te waarschuwen. Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren als een andere
bestuurder vóór u invoegt terwijl u een
voorligger volgt. Trap het rempedaal in
om voldoende afstand tot uw voorlig-
ger te houden.
Mogelijk worden geen waarschuwingen gegeven
In de volgende gevallen worden mogelijk geen waarschuwingen gegeven als
de tussenafstand klein is.
Als de snelheid van de voorligger gelijk is aan of hoger is dan de snelheid
van uw eigen auto
Als de voorligger extreem langzaam rijdt
Direct nadat de snelheid van de cruise control is ingesteld
Bij het intrappen van het gaspedaal
Naderingswaarschuwing (afstandsregelmodus)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 343 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
344 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Wanneer de constante-snelheidsregeling is geselecteerd, blijft de auto met een
ingestelde snelheid rijden, zonder de tussenafstand te regelen. Selecteer deze
modus alleen wanneer de afstandsregelmodus niet goed werkt als gevolg van
een vuile radarsensor, enz.
Houd, terwijl de cruise control is uit-
geschakeld, de toets ON/OFF ten
minste 1,5 seconde ingedrukt.
Direct nadat de toets ON/OFF is inge-
drukt, gaat het controlelampje Dynamic
Radar Cruise Control branden. Vervol-
gens gaat het controlelampje cruise
control branden.
Overschakelen naar de constante-snel-
heidsregelmodus is alleen mogelijk als
de hendel wordt bediend terwijl de
cruise control uit staat.
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (hoger dan
ongeveer 50 km/h) en druk de hen-
del naar beneden om de snelheid op
te slaan.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de
hendel wordt losgelaten, wordt de inge-
stelde snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid:Blz. 341
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling: Blz. 342
Selecteren van de constante-snelheidsregelmodus
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 344 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
345
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
De Dynamic Radar Cruise Control kan worden gebruikt als
De selectiehendel in stand D of in schakelbereik 4S of hoger staat.
Schakelbereik 4 of hoger of stand D is geselecteerd met de paddle shift-schakelaar.
De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na het accelereren gaat de auto weer rijden
met de ingestelde snelheid. Als de afstandsregelmodus is ingeschakeld, neemt de rijsnel-
heid echter mogelijk af tot onder de ingestelde snelheid, zodat de afstand tot de voorlig-
ger gehandhaafd blijft.
Automatisch uitschakelen van de afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de volgende situaties.
Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h.
De VSC is geactiveerd.
De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld.
Als de SNOW-modus is ingeschakeld.
De sensor kan niet goed signaleren omdat hij ergens door bedekt is.
Pre Crash Brake-systeem is geactiveerd.
Als de afstandsregelmodus om een andere dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem aanwezig zijn. Neem
contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 345 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
346 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Automatisch uitschakelen van de constante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan ongeveer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h.
De VSC is geactiveerd.
De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld.
Pre Crash Brake-systeem is geactiveerd.
Als de constante-snelheidsregelmodus om een andere dan de hierboven genoemde
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem aanwezig
zijn. Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingsmeldingen en zoemers voor Dynamic Radar Cruise Control
Waarschuwingsmeldingen en zoemers worden gebruikt om een systeemstoring aan te
geven of om de bestuurder te informeren dat hij tijdens het rijden extra moet opletten.
Lees de op het multi-informatiedisplay weergegeven waarschuwingsmelding en volg de
aanwijzingen op.
Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste manier signa-
leert
Bedien in onderstaande gevallen en afhankelijk van de omstandigheden het rempedaal
wanneer het systeem onvoldoende decelereert of bedien het gaspedaal wanneer moet
worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht niet op de juiste manier signaleert, wordt er
mogelijk geen naderingswaarschuwing (Blz. 343) gegeven.
Auto's die plotseling voor u invoegen
Auto's die met lage snelheden rijden
Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
Voertuigen met een relatief kleine achterzijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)
Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
Als door omringend verkeer opgeworpen water of sneeuw de signalering door de sen-
sor hindert
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 346 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
347
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Omstandigheden waaronder de afstandsregelmodus mogelijk niet goed werkt
Bedien indien nodig in onderstaande gevallen het rempedaal (of, afhankelijk van de situ-
atie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste manier signaleert, werkt het
systeem mogelijk niet goed.
Als uw voorligger plotseling decelereert
Als de achterzijde van de auto ver ingezakt is
(omdat er zware lading in de bagageruimte
vervoerd wordt, enz.)
De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
Als de weg erg bochtig is of de rijstroken erg
smal zijn
Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uitvoe-
ren of frequent van rijstrook wisselt
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 347 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
348 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Met de cruise control kan een ingestelde snelheid worden vastgehouden zonder
dat hiervoor het gaspedaal hoeft te worden ingetrapt.
Controlelampjes
Cruise control-schakelaar
Druk op de toets ON/OFF om de
cruise control in te schakelen.
Het controlelampje cruise control gaat
branden.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Accelereer of decelereer naar de
gewenste snelheid en druk de hen-
del naar beneden om de snelheid in
te stellen.
Het controlelampje SET gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de
hendel wordt losgelaten, wordt de inge-
stelde snelheid.
Cruise control
: Indien aanwezig
Overzicht van functies
1
2
Instellen van de rijsnelheid
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 348 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
349
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de gewenste
snelheid wordt bereikt.
Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de hendel kort in
de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel in de
gewenste richting gedrukt.
De ingestelde snelheid wordt als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: Ongeveer 1 km/h (0,6 mph)*1 of 1 mph (1,6 km/h)*2, telkens als de hen-
del wordt bediend
Ruime afstelling: De ingestelde snelheid wordt continu verhoogd of verlaagd totdat
de hendel wordt losgelaten.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
Door de hendel naar u toe te trek-
ken wordt de constante-snelheids-
regeling uitgeschakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens
onderbroken als het rempedaal wordt
ingetrapt.
Door de hendel omhoog te drukken
wordt de constante-snelheidsrege-
ling hervat.
Hervatten is mogelijk vanaf een rijsnel-
heid van hoger dan ongeveer 40 km/h.
Wijzigen van de ingestelde snelheid
1
2
Uitschakelen en hervatten van de constante-snelheidsregeling
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 349 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
350 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
De cruise control kan worden gebruikt als
De selectiehendel in stand D of in schakelbereik 4S of hoger staat.
Schakelbereik 4 of hoger of stand D is geselecteerd met de paddle shift-schakelaars.
De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 40 km/h.
Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de acceleratie gaat de auto
weer rijden met de ingestelde snelheid.
De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise control uit te scha-
kelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accelereren en vervolgens de hendel
omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stellen.
Automatisch uitschakelen van de cruise control
De snelheidsregeling door de cruise control wordt in de volgende gevallen onderbro-
ken:
De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan 16 km/h onder de geprogrammeerde rij-
snelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
De VSC is geactiveerd.
De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de schakelaar VSC OFF in te
drukken.
Als de waarschuwingsmelding voor de cruise control op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk vervolgens
opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogrammeerd of de cruise control direct na het
activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een defect in het cruise control-sys-
teem aanwezig. Laat de auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 350 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
351
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Onbedoeld inschakelen van de cruise control voorkomen
Schakel de cruise control uit met de toets ON/OFF als deze niet wordt gebruikt.
Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de cruise control
Gebruik de cruise control niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, verliest u mogelijk de controle waardoor een ongeval met ernstig
letsel kan ontstaan.
In druk verkeer
Op wegen met scherpe bochten
Op bochtige wegen
Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
Op steile hellingen
Bij het afdalen van een steile helling kan de rijsnelheid de ingestelde snelheid over-
schrijden.
Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in een noodgeval
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 351 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
352 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Schakelt Lexus Parking Assist-sensor
in/uit
Als de schakelaar aan is, gaat het con-
trolelampje branden om de bestuurder
te informeren dat het systeem geacti-
veerd is.
Lexus Parking Assist-sensor
: Indien aanwezig
De afstand van uw auto tot obstakels bij het fileparkeren en achteruit inparke-
ren in een garage wordt gemeten door sensoren en wordt doorgegeven via
de displays en een zoemer. Controleer bij gebruik van dit systeem ook altijd
zelf de omgeving.
Soorten sensoren
Behalve F SPORT-uitvoeringen F SPORT-uitvoeringen
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
Schakelaar Lexus Parking Assist-sensor
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 352 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
353
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Wanneer de sensoren een obstakel signaleren, wordt de bestuurder door mid-
del van de volgende displays geïnformeerd over de positie en afstand tot het
obstakel.
Multi-informatiedisplay
Werking hoeksensor voor
Werking binnenste sensor voor
Werking hoeksensor achter
Werking binnenste sensor achter
Lexus display-audioscherm
Lexus Parking Assist-sensor
Wanneer de auto vooruitrijdt.
De grafische voorstelling wordt
automatisch weergegeven wanneer
een obstakel gesignaleerd wordt.
Het scherm kan zo worden ingesteld
dat de afbeelding niet wordt weerge-
geven. (Blz. 357)
:Hiermee kunt u de geluiden
van de zoemer uitschakelen.
Lexus Parking Assist-sensor
Rear Crossing Traffic Alert
(indien aanwezig)
Wanneer de auto achteruitrijdt.
Bij detectie van een obstakel ver-
schijnt er in het bovenste deel van het
scherm een vereenvoudigde weer-
gave.
Display
1
2
3
4
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 353 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
354 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
10,3 inch display
Lexus Parking Assist-sensor
Rear Crossing Traffic Alert
(indien aanwezig)
Er wordt op het nevenscherm auto-
matisch een grafische voorstelling
weergegeven wanneer een obstakel
wordt gesignaleerd. Het scherm kan
zo worden ingesteld dat de afbeel-
ding niet wordt weergegeven.
(Blz. 357)
: Hiermee kunt u de geluiden
van de zoemer uitschakelen. De
functie is beschikbaar als de auto
vooruitrijdt.
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 354 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
355
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Weergave afstand
Sensoren die een obstakel signaleren, branden continu of knipperen.
*1: De afbeeldingen wijken mogelijk af van de getoonde afbeeldingen. (Blz. 353)
*2: Multi-informatiedisplay
*3: Scherm audiosysteem
Weergave sensorsignalering, afstand tot obstakel
Display*1
Hulpdisplay Globale afstand tot obstakel
Lexus Parking
Assist Monitor
Hoeksensor voor/
binnenste sensor voor
Hoeksensor achter/
binnenste sensor achter
(continu) (langzaam
knipperen)
Alleen binnenste
sensor voor:
100 cm - 50 cm
Alleen binnenste
sensor achter:
150 cm - 60 cm
(continu) (knipperen)
50 cm - 40 cm 60 cm - 45 cm
(continu) (snel
knipperen)
40 cm - 30 cm
Hoeksensor achter:
45 cm - 30 cm
Binnenste sensor
achter:
45 cm - 35 cm
(knipperen*2 of
continu*3)
(continu)
Minder dan 30 cm
Hoeksensor achter:
Minder dan 30 cm
Binnenste sensor
achter:
Minder dan 35 cm
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 355 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
356 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Werking zoemer en afstand tot een obstakel
Een zoemer klinkt als de sensoren in werking zijn.
De geluidssignalen volgen elkaar sneller op naarmate de auto dichter bij
het obstakel komt.
Als de auto het obstakel genaderd is tot onderstaande afstanden, klinkt de
zoemer continu:
Binnenste sensoren voor: ongeveer 30 cm
Hoeksensoren: Ongeveer 30 cm
Binnenste sensoren achter: ongeveer 35 cm
Als er gelijktijdig 2 of meer obstakels worden gesignaleerd, reageert het
zoemersysteem op het dichtstbijzijnde obstakel. Als een of beide obstakels
dichter bij de auto komen dan hierboven vermeld staat, klinkt er een lang-
durig piepsignaal, gevolgd door elkaar snel opvolgende piepsignalen.
Ongeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 50 cm
Ongeveer 60 cm
Het schema toont het detectiebereik
van de sensoren. Merk op dat de senso-
ren geen obstakels kunnen detecteren
die zich extreem dicht bij de auto bevin-
den.
Het bereik van de sensoren kan ver-
schillend zijn, afhankelijk van bijvoor-
beeld de vorm van het object.
Detectiebereik van de sensoren
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 356 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
357
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
U kunt het volume van de zoemer en de instellingen van het scherm wijzigen
wanneer het contact AAN staat.
Druk op de toets MENU op de bedieningsknop van het Lexus display-audio-
systeem/Remote Touch en kies vervolgens op het scherm.
Selecteer “Auto” en selecteer vervolgens “Lexus Parking Assist” op het
scherm.
Selecteer het gewenste item.
Het geluidsvolume van de zoemer kan worden gewijzigd.
De weergave van de Lexus Parking Assist-sensor kan aan en uit worden
gezet.
De weergave van beeld en geluid voor de sensoren voor en de binnenste
sensoren achter kan worden ingesteld.
Instellen van de Lexus Parking Assist-sensor
1
2
3
Lexus display-audioscherm 10,3 inch display
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 357 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
358 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
De Lexus Parking Assist-sensor kan worden gebruikt als
Hoeksensoren voor:
Het contact AAN staat.
De selectiehendel in een andere stand dan P staat.
De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10 km/h.
(Bij een willekeurige snelheid als de selectiehendel in stand R staat.)
Binnenste sensoren voor:
Het contact AAN staat.
De selectiehendel in een andere stand dan P of R staat.
De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10 km/h.
Hoeksensoren en binnenste sensoren achter:
Het contact AAN staat.
De selectiehendel in stand R staat.
Weergave Lexus Parking Assist-sensor
Auto's met Lexus display-audiosysteem: Wanneer een obstakel wordt gesignaleerd ter-
wijl de Lexus Parking Assist Monitor in werking is, verschijnt de waarschuwingsindicator
in het bovenste gedeelte van het scherm, zelfs als de weergave is uitgeschakeld.
Als er geen melding op het multi-informatiedisplay verschijnt
Blz. 630
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(Blz. 357, 708)
WAARSCHUWING
Waarschuwing bij het gebruik van de Lexus Parking Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
Rijd als het systeem is ingeschakeld niet harder dan 10 km/h.
Het detectiegebied van de sensoren en de reactietijden zijn beperkt. Controleer tij-
dens het voor- of achteruitrijden of de omgeving (vooral naast de auto) veilig is en rijd
langzaam. Regel de snelheid met het rempedaal.
Monteer geen accessoires binnen de detectiegebieden van de sensoren.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 358 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
359
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Detectie-informatie sensoren
Het detectiegebied van de sensor is beperkt tot het gebied rond de bumper van de
auto.
Bepaalde omstandigheden van de auto en de omgeving, zoals de hieronder
genoemde, kunnen een negatieve invloed hebben op het vermogen van de sensoren
om obstakels correct te signaleren. Let vooral op in de volgende situaties. Anders kan
een ongeval het gevolg zijn.
Er zit vuil, sneeuw of ijs op de sensor. (Het reinigen van de sensoren zal het pro-
bleem oplossen.)
De sensor is bevroren. (Het ontdooien van de sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te zien is op het display of dat obstakels niet
worden gesignaleerd.
De sensor is op een of andere manier afgedekt.
De auto helt sterk over naar één zijde.
De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind of op gras.
Er is veel omgevingslawaai rond de auto van claxons, motorfietsmotoren, lucht-
remmen van vrachtwagens of andere geluidsbronnen die ultrasone geluidsgolven
produceren.
Er is een andere auto uitgerust met Parking Assist-sensoren in de nabije omge-
ving.
De sensor is bedekt met een laklaag of een overvloedige hoeveelheid regenwater.
De auto is uitgerust met een staafantenne of een draadloze antenne.
Er zijn sleepogen geplaatst.
Als de bumper of sensor een sterke schok ondergaat.
De auto nadert een hoge of gebogen stoeprand.
In fel zonlicht of zeer koud weer.
Objecten direct onder de bumper worden niet waargenomen.
Als het obstakel zich te dicht bij de sensor bevindt.
Er is een niet-originele Lexus-wielophanging geplaatst (verlagingsset, enz.).
Mogelijk worden mensen die bepaalde soorten kleding dragen niet gesignaleerd.
Naast bovenstaande voorbeelden zijn er situaties waarin verkeersborden en andere
objecten vanwege hun vorm door de sensor dichterbij worden gezien dan ze in werke-
lijkheid zijn.
De vorm van een obstakel kan ervoor zorgen dat een sensor het obstakel niet signa-
leert. Let goed op bij de volgende obstakels:
Kabels, hekken, touwen, enz.
Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
Zeer hoekige objecten
•Lage obstakels
Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van uw auto
Mensen, dieren en andere bewegende obstakels
Mensen die bepaalde soorten kleding dragen
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 359 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
360 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Tijdens het gebruik kunnen zich de volgende situaties voordoen:
Afhankelijk van de vorm van het obstakel en andere factoren kan de detectieaf-
stand korter worden of kan detectie onmogelijk zijn.
Mogelijk worden obstakels niet gesignaleerd als deze zich te dicht bij de sensor
bevinden.
Tussen het signaleren van een object en de weergave zit een kleine vertraging.
Zelfs als er met lage snelheid wordt gereden, bestaat de mogelijkheid dat het
obstakel binnen het detectiegebied van de sensoren komt voordat het display
wordt weergegeven en het waarschuwingssignaal hoorbaar is.
Smalle paaltjes of objecten die lager zijn dan de sensor worden mogelijk niet
gesignaleerd wanneer u ze nadert, zelfs als ze eenmaal zijn gesignaleerd.
Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen als de audio-installatie hard
staat of als de luchtcirculatie van de airconditioning veel geluid produceert.
OPMERKING
Als de Lexus Parking Assist-sensor wordt gebruikt
In de volgende gevallen werkt het systeem mogelijk niet goed als gevolg van een sto-
ring in een sensor enzovoort. Laat de auto nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Het bedieningsdisplay van de Lexus Parking Assist-sensor knippert en er klinkt een
zoemer terwijl er geen obstakel is gesignaleerd.
Als het gedeelte rond de sensor in aanraking komt met iets of wordt blootgesteld aan
een krachtige schok.
Als de bumper ergens tegenaan komt.
Als het display continu te zien is en er geen piepsignaal klinkt, behalve wanneer de
toets “Mute” van de zoemer is ingeschakeld.
Controleer eerst de sensor als er een weergavefout optreedt.
Als de fout zich voordoet terwijl er geen ijs, sneeuw of modder op de sensor zit, is de
sensor waarschijnlijk defect.
Opmerkingen bij het wassen van de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 360 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
361
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Het beeld achter de auto wordt weer-
gegeven wanneer de selectiehendel in
stand R staat en het contact AAN staat.
Het Parking Assist Monitor-systeem
wordt gedeactiveerd wanneer de selec-
tiehendel in een andere stand dan R
staat.
Wanneer de selectiehendel in stand R
wordt gezet en een functietoets (bij-
voorbeeld MENU) wordt ingedrukt,
wordt het Parking Assist Monitor-sys-
teem uitgeschakeld en schakelt het
scherm over naar de functie van de
toets die werd ingedrukt.
Lexus Parking Assist Monitor
: Indien aanwezig
De Parking Assist Monitor assisteert de bestuurder bij het achteruitrijden,
bijvoorbeeld bij het parkeren, door het gebied achter de auto op een scherm
weer te geven.
De afbeeldingen die hier worden gebruikt, dienen slechts als voorbeeld en
verschillen mogelijk van het werkelijke beeld op het scherm.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 361 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
362 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Schermweergave
Het scherm van de Parking Assist Monitor wordt weergegeven als de selec-
tiehendel in stand R wordt gezet terwijl het contact AAN staat.
Lexus Parking Assist-sensor
(indien aanwezig)
Rear Crossing Traffic Alert
(indien aanwezig)
Bij detectie van een obstakel ver-
schijnt er in het bovenste deel van het
scherm een vereenvoudigde weer-
gave.
Gebruik van het systeem
Gebruik een van de volgende modi:
Weergavemodus geschatte koerslijn (Blz. 364)
De geschatte koerslijnen worden
weergegeven en bewegen over-
eenkomstig de bediening van het
stuurwiel.
Gebruik van de Lexus Parking Assist Monitor
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 362 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
363
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Weergavemodus Parking Assist-hulprijlijn (Blz. 366)
De punten waarop het stuurwiel
naar de andere kant moet wor-
den gedraaid (Parking Assist-
hulprijlijnen), worden weergege-
ven.
Weergavemodus afstandslijn
Er worden uitsluitend afstandslij-
nen weergegeven.
Als de selectiehendel in een andere stand dan R staat, kan de weergavemodus
met de volgende procedure worden gewijzigd.
Druk op de toets MENU op de bedieningsknop van het Lexus display-audio-
systeem en selecteer vervolgens “Instellingen” op het scherm.
Selecteer “Auto” en selecteer vervolgens “Richtlijninstelling achteruitrijca-
mera” op het scherm.
Selecteer de gewenste weergavemodus.
Weergavemodus geschatte
koerslijn (Blz. 364)
Weergavemodus Parking Assist-
hulprijlijn (Blz. 366)
Weergavemodus afstandslijn
Er worden uitsluitend afstandslij-
nen weergegeven.
Wisselen van weergavemodus
1
2
3
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 363 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
364 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Schermbeschrijving
Voertuighartlijn
De lijn geeft naar schatting het midden van de auto boven de grond aan.
Voertuigbreedtereferentielijn
Deze lijn geeft een richting aan wanneer de auto achteruit wordt ingeparkeerd.
De weergegeven breedte is groter dan de werkelijke breedte van de auto.
De lijn is in lijn met de geschatte koerslijnen wanneer het stuurwiel recht staat.
Geschatte koerslijnen
De lijnen tonen een geschatte koers wanneer het stuurwiel wordt gedraaid.
Afstandslijn
De lijn beweegt, samen met de geschatte koerslijnen, synchroon met het stuurwiel.
De lijn toont punten op ongeveer 0,5 m (rood) en ongeveer 1 m (geel) van het
midden van de bumperrand.
Afstandslijn
De lijn toont de afstand achter de auto, een punt op ongeveer 0,5 m (blauw) van
de bumperrand.
Weergavemodus geschatte koerslijn
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 364 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
365
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Bediening bij parkeren
Bij parkeren in een ruimte in tegengestelde richting van de richting in de hier-
onder beschreven procedure zijn de stuurhandelingen ook in tegengestelde
richting.
Zet de selectiehendel in stand R.
Draai het stuurwiel dusdanig dat
de geschatte koerslijnen zich bin-
nen het parkeervak bevinden en
rijd langzaam achteruit.
Parkeervak
Geschatte koerslijnen
Draai, als de achterzijde van de
auto zich in het parkeervak
bevindt, het stuurwiel zodanig dat
de voertuigbreedtereferentielij-
nen zich tussen de linker en rech-
ter scheidslijnen van het parkeer-
vak bevinden.
Voertuigbreedtereferentielijn
1
2
1
2
3
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 365 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
366 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Zet als de voertuigbreedtereferentielijnen en de lijnen van het parkeervak
parallel liggen het stuurwiel recht en rijd langzaam achteruit totdat de auto
geheel in het parkeervak staat.
Breng de auto op een geschikte plaats tot stilstand en beëindig het parke-
ren.
Schermbeschrijving
Voertuigbreedtereferentielijnen
Deze lijnen geven een richting aan wanneer de auto achteruit wordt inge-
parkeerd. De weergegeven breedte is groter dan de werkelijke breedte
van de auto.
Parking Assist-hulprijlijnen
Deze lijnen geven het pad aan van de kleinst mogelijke bocht achter de
auto.
Deze lijnen geven ook bij benadering de stand van het stuurwiel tijdens het
parkeren aan.
Afstandslijn
Deze lijn (rood) geeft punten op ongeveer 0,5 m achter de achterbumper
van uw auto weer.
Voertuighartlijn
De lijn geeft naar schatting het midden van de auto boven de grond aan.
Weergavemodus Parking Assist-hulprijlijn
4
5
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 366 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
367
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Bediening bij parkeren
Bij parkeren in een ruimte in tegengestelde richting van de richting in de hier-
onder beschreven procedure zijn de stuurhandelingen ook in tegengestelde
richting.
Zet de selectiehendel in stand R.
Rijd achteruit tot de Parking
Assist-hulprijlijn de rand van de
linker scheidslijn van het parkeer-
vak raakt.
Parking Assist-hulprijlijn
Scheidslijn parkeervak
Draai het stuurwiel geheel naar rechts en rijd langzaam achteruit.
Zet als de auto parallel in het parkeervak staat het stuurwiel recht en rijd
langzaam achteruit totdat de auto geheel in het parkeervak staat.
Breng de auto op een geschikte plaats tot stilstand en beëindig het parke-
ren.
1
2
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 367 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
368 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Gebied dat op het scherm wordt weergegeven
De Parking Assist Monitor geeft,
vanaf de achterbumper, een beeld
weer van het gebied achter de auto.
Het beeld van de Lexus Parking
Assist Monitor kan worden aange-
past. (Blz. 426)
Het gebied dat op het scherm wordt
weergegeven, is afhankelijk van de
stand van de auto.
De camera kan geen objecten signa-
leren die zich te dicht bij de hoeken
van de bumper of onder de bumper
bevinden.
De camera is voorzien van een spe-
ciale lens. De afstand op het beeld op
het scherm wijkt af van de werkelijke
afstand.
Objecten die zich op een hogere
plaats bevinden dan de camera, wor-
den mogelijk niet weergegeven op
het scherm.
Voorzorgsmaatregelen voor Lexus Parking Assist Monitor
Hoeken van de bumper
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 368 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
369
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Camera Lexus Parking Assist Monitor
De camera van de Parking Assist
Monitor bevindt zich boven de ken-
tekenplaat.
Gebruik van de camera
Als er vuil of verontreinigingen (zoals waterdruppels, sneeuw, modder,
enz.) op de camera zit, kan deze geen duidelijk beeld overbrengen. Spoel
hem in dit geval af met een grote hoeveelheid water en veeg de camera-
lens af met een zachte, natte doek.
Verschillen tussen de schermweergave en de werkelijke weg
De afstandslijnen en voertuigbreedtereferentielijnen staan mogelijk niet
geheel parallel aan de zijlijnen van het parkeervak, ook al lijkt dit wel zo. Con-
troleer dit visueel.
De ruimtes tussen de voertuigbreedtereferentielijnen en de linker en rechter
zijlijn van het parkeervak zijn mogelijk niet gelijk aan elkaar, ook al lijkt dit wel
zo. Controleer dit visueel.
De afstandslijnen geven een indicatie van de afstanden op een vlakke onder-
grond. In elk van de volgende gevallen is er sprake van een foutmarge tussen
de rijlijnen op het scherm en de werkelijke afstand/koers op de weg.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 369 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
370 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Wanneer zich achter de auto een steile helling omhoog bevindt
De afstandslijnen geven een
afstand dichter bij de auto aan
dan in werkelijkheid het geval is.
Objecten lijken zich daarom ver-
der van de auto te bevinden dan
in werkelijkheid het geval is. Om
dezelfde reden bestaat er een
foutmarge tussen de rijlijnen en
de werkelijke afstand/koers op de
weg.
Wanneer zich achter de auto een steile helling omlaag bevindt
De afstandslijnen geven een
afstand verder van de auto van-
daan aan dan in werkelijkheid het
geval is. Objecten lijken zich
daarom dichter bij de auto te
bevinden dan in werkelijkheid het
geval is. Om dezelfde reden
bestaat er een foutmarge tussen
de rijlijnen en de werkelijke
afstand/koers op de weg.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 370 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
371
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Als een deel van de auto enigszins in de veren zakt
Als een deel van de auto enigs-
zins in de veren zakt door het
aantal passagiers of de verdeling
van de bagage, is er sprake van
een foutmarge tussen de rijlijnen
op het scherm en de werkelijke
afstand/koers op de weg.
Bij het naderen van driedimensionale objecten
De geschatte koerslijnen zijn gericht op vlakke objecten (zoals de weg). Met
de geschatte koerslijnen en afstandslijnen kan de positie van driedimensio-
nale objecten (zoals voertuigen) niet worden bepaald. Let bij het naderen van
een uitstekend driedimensionaal object (zoals de laadbak van een vracht-
auto) op het volgende.
Geschatte koerslijnen
Controleer visueel de omgeving
en het gebied achter de auto. In
de situatie in de afbeelding lijkt de
vrachtwagen buiten de geschatte
koerslijnen te zijn en lijkt het alsof
de auto de vrachtwagen niet zal
raken. Toch kan de achterzijde
van de vrachtwagen zich boven
de geschatte koerslijnen bevin-
den. Als u in werkelijkheid achter-
uitrijdt volgens de geschatte
koerslijnen, zal de auto de vracht-
wagen mogelijk raken.
Een foutmarge
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 371 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
372 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Afstandslijnen
Controleer visueel de omgeving
en het gebied achter de auto. Op
het scherm lijkt het alsof een
vrachtwagen op punt gepar-
keerd staat. Maar wanneer u in
werkelijkheid tot aan achter-
uitrijdt, raakt u de vrachtwagen.
Op het scherm lijkt het alsof
het dichtstbij is en het verst
weg is. In werkelijkheid is de
afstand tot en echter het-
zelfde en is verder dan en
.
2
1
1
3
1
3
2
1
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 372 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
373
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Als u bepaalde verschijnselen opmerkt
Als u een van de volgende verschijnselen opmerkt, raadpleeg dan de moge-
lijke oorzaak en de oplossing en controleer opnieuw.
Is het symptoom door de oplossing nog niet verdwenen, laat dan de auto con-
troleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Zaken die u dient te weten
Waarschijnlijke oorzaak Oplossing
Het beeld is niet goed te zien
De auto bevindt zich in een donkere
omgeving
De temperatuur rondom de lens is
hoog of laag
De buitentemperatuur is laag
Er zitten waterdruppels op de camera
Het regent of is vochtig
Er zitten verontreinigingen (modder,
enz.) op de camera
Er zitten krassen op de camera
Zonlicht of koplampen van andere
auto's schijnt/schijnen rechtstreeks in
de camera
De auto bevindt zich onder fluoresce-
rende lampen, natriumlampen, kwik-
lampen, enz.
Als dit gebeurt als gevolg van deze oor-
zaken, duidt dat niet op een storing.
Rijd achteruit terwijl u de omgeving van
de auto visueel controleert. (Gebruik de
monitor weer als de omstandigheden ver-
beterd zijn.)
Het beeld van het scherm van het Lexus
Parking Assist Monitor-systeem kan wor-
den aangepast.
(Blz. 426)
Het beeld is wazig
Er zit(ten) vuil of verontreinigingen (zoals
waterdruppels, sneeuw, modder, enz.) op
de camera.
Spoel de camera af met een grote hoe-
veelheid water en veeg de lens af met een
zachte, natte doek.
Het beeld is niet recht
De camera of de omgeving ervan is aan
een krachtige schok blootgesteld.
Laat de auto controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 373 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
374 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
De rijlijnen lopen helemaal verkeerd
De camerapositie is niet uitgelijnd.
Laat de auto controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
De auto staat schuin (de auto is zwaar
beladen, de bandenspanning is te laag
als gevolg van een lekke band, enz.).
De auto wordt gebruikt op een helling.
Als dit gebeurt als gevolg van deze oor-
zaken, duidt dat niet op een storing.
Rijd achteruit terwijl u de omgeving van
de auto visueel controleert.
De geschatte koerslijnen bewegen, ook al staat het stuurwiel recht
Er is een storing aanwezig in de uitgangs-
signalen van de stuurhoeksensor.
Laat de auto controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
De rijlijnen worden niet weergegeven
De achterklep is geopend.
Sluit de achterklep.
Laat als het symptoom hierdoor niet ver-
holpen is de auto controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
De rijlijnen worden niet weergegeven
Het stuurwiel is gedraaid terwijl de
accu was losgekoppeld en weer aange-
sloten.
Het laadniveau van de accu is laag.
De stuurhoeksensor is opnieuw
geplaatst.
Er is een storing aanwezig in de uit-
gangssignalen van de stuurhoeksensor.
Zet de auto stil en draai het stuurwiel zo
ver mogelijk naar links en rechts.
Laat als het symptoom hierdoor niet ver-
holpen is de auto controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschijnlijke oorzaak Oplossing
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 374 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
375
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Tijdens het gebruik van de Lexus Parking Assist Monitor
De Parking Assist Monitor is een aanvullend systeem om u te assisteren bij het achter-
uitrijden. Controleer bij het achteruitrijden eerst visueel de omgeving achter en
rondom de auto voordat u verder gaat.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om een ongeval te voorkomen
waarbij ernstig letsel kan ontstaan:
Vertrouw tijdens het achteruitrijden nooit uitsluitend op de Parking Assist-monitor.
De weergave en positie van de rijlijnen op het scherm wijken mogelijk af van de wer-
kelijke situatie.
Wees voorzichtig, net als bij het achteruitrijden met elke andere auto.
Rijd langzaam achteruit, waarbij u de rijsnelheid regelt via het rempedaal.
Als u dichtbijzijnde auto's, obstakels, mensen of de stoeprand dreigt te raken, trap
dan het rempedaal in om de auto tot stilstand te brengen.
De gegeven instructies zijn slechts richtlijnen.
Wanneer en in welke mate er bij het parkeren aan het stuurwiel moet worden
gedraaid, is afhankelijk van de verkeerssituatie, het wegdek, de staat van de auto, enz.
Houd hier rekening mee wanneer u gebruikmaakt van het Parking Assist-systeem.
Controleer voordat u de auto parkeert of er voldoende ruimte is voor uw auto.
Gebruik de Parking Assist Monitor in de volgende gevallen niet:
Op een glad of modderig wegdek of in sneeuw
Bij het gebruik van sneeuwkettingen of het reservewiel
Wanneer de achterklep niet geheel gesloten is
Op wegen die niet recht en niet vlak zijn, zoals bochten en hellingen.
Bij lage temperaturen wordt het scherm mogelijk donkerder of wordt het beeld
mogelijk onduidelijk. Het beeld kan worden vervormd wanneer de auto rijdt of
mogelijk kunt u het beeld niet op het scherm zien. Controleer voordat u verdergaat
de omgeving van de auto visueel en kijk ook in de spiegels.
Als er banden met andere afmetingen zijn gemonteerd, worden de rijlijnen op het
scherm mogelijk anders weergegeven.
De camera is voorzien van een speciale lens. De afstanden tot objecten en voetgan-
gers die op het scherm worden weergegeven, verschillen van de werkelijke afstan-
den. (Blz. 369)
Weergavemodus geschatte koerslijn: Laat, wanneer het stuurwiel in de rechtuitstand
staat en de voertuigbreedtereferentielijnen en de geschatte koerslijnen niet in een lijn
staan, uw auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 375 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
376 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
OPMERKING
Gebruik van de camera
De Parking Assist Monitor werkt in de volgende gevallen mogelijk niet goed.
Als de achterzijde van de auto aan schokken wordt blootgesteld, kan de stand van
de camera veranderen.
De camera is waterdicht afgesloten. Verwijder, demonteer of wijzig hem daarom
niet. Anders kan hij onjuist gaan werken.
Spoel de camera af met een grote hoeveelheid water en veeg de lens af met een
zachte, natte doek. Wrijf niet te hard over de cameralens. Als er krassen op de
cameralens zitten, kan deze geen duidelijk beeld overbrengen.
Zorg ervoor dat er geen organische oplosmiddelen, autowas, ruitenreiniger of
ruitencoating op de lens terechtkomt. Verwijder dergelijke stoffen zo snel moge-
lijk van de lens als dit gebeurt.
Bij een snelle temperatuurverandering, bijvoorbeeld wanneer bij koud weer heet
water op de auto wordt gegoten, kan het zijn dat het systeem niet goed werkt.
Stel de camera of de omgeving van de camera tijdens het wassen van de auto niet
bloot aan sterke waterstralen. Hierdoor kunnen storingen optreden in de camera.
Wanneer de camera wordt gebruikt in een omgeving die wordt verlicht door tl-
lampen, natriumlampen, kwiklampen, enz. kan het gebeuren dat de lampen en de
verlichte omgeving lijken te knipperen.
Stel de camera niet bloot aan een krachtige schok, omdat anders een storing kan
optreden.
Laat als dit gebeurt de auto controleren door een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 376 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
377
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
De Blind Spot Monitor is een systeem met 2 functies:
De BSM-functie (Blind Spot Monitor)
Helpt de bestuurder bij het nemen van een beslissing als van rijstrook wordt
gewisseld
De RCTA-functie (Rear Crossing Traffic Alert)
Helpt de bestuurder bij het achteruitrijden
Deze functies maken gebruik van dezelfde sensoren.
BSM (Blind Spot Monitor)
: Indien aanwezig
Overzicht van de Blind Spot Monitor
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 377 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
378 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Hoofdschakelaar BSM
Druk op de schakelaar om het systeem in of uit te schakelen. Als de schakelaar wordt
ingeschakeld, gaat het controlelampje van de schakelaar branden en klinkt de zoe-
mer. Gezamenlijke schakelaar voor de BSM-functie en de RCTA-functie.
Indicatoren in buitenspiegel
BSM-functie:
Als een auto in de dode hoek wordt gesignaleerd, gaat de indicator in de buitenspie-
gel branden als de richtingaanwijzerschakelaar niet wordt bediend. Als de richting-
aanwijzerschakelaar wordt bediend in de richting van de zijde waar een auto wordt
gesignaleerd, gaat de indicator in de buitenspiegel knipperen
RCTA:
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links achter nadert, gaan de
indicatoren in beide buitenspiegels knipperen.
RCTA-zoemer (RCTA)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links achter nadert, klinkt er
een zoemer. De zoemer klinkt ook gedurende ongeveer 1 seconde direct nadat de
BSM-functie is bediend om het systeem in te schakelen.
Weergave monitorscherm (RCTA)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links achter nadert, wordt
het RCTA-icoon (Blz. 388) voor de desbetreffende gesignaleerde zijde weerge-
geven op het monitorscherm.
In deze afbeelding wordt een voorbeeld getoond van een auto die van links achter
nadert.
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 378 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
379
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Zichtbaarheid van de indicatoren in de buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspiegels bij fel zonlicht niet goed te zien.
Hoorbaarheid van de RCTA-zoemer
De RCTA-zoemer komt mogelijk moeilijk boven harde geluiden uit, zoals wanneer het
volume van het audiosysteem hoog staat.
Als er een storing in de Blind Spot Monitor aanwezig is
Als er een systeemstoring wordt gesignaleerd om een van onderstaande redenen, wordt
er een waarschuwingsmelding weergegeven: (Blz. 630)
Een sensor is defect
Een sensor is vuil, bedekt met sneeuw of er zit een sticker op
De buitentemperatuur is zeer hoog of zeer laag
De sensorspanning is ongewoon
Een sensor is niet goed uitgelijnd
Verklaring bij de Blind Spot Monitor
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 379 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
380 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 380 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
381
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 381 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
382 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 382 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
383
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Omgaan met de radarsensor
Er zijn Blind Spot Monitor-sensoren geplaatst in respectievelijk de linker- en rechter-
zijde van de achterbumper. Houd u aan het volgende om ervoor te zorgen dat de Blind
Spot Monitor goed werkt.
Stel de sensor en de omgeving ervan op de achterbumper niet bloot aan krachtige
schokken.
Als een sensor ook maar iets wordt verplaatst, werkt het systeem mogelijk niet goed
meer en worden auto's mogelijk niet meer correct gesignaleerd.
Laat uw auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Een sensor of de omgeving ervan is blootgesteld aan krachtige schokken.
Als er krassen op of deuken in de omgeving van de sensor aanwezig zijn of als een
deel van de sensoren is losgekomen.
Neem de sensor niet uit elkaar.
Plak geen stickers op de sensor of de omgeving ervan op de achterbumper.
Breng geen wijzigingen aan de sensor of de omgeving ervan op de achterbumper
aan.
Breng geen andere kleur lak dan een officiële Lexus-kleur aan op de achterbumper.
Houd de sensoren en de omgeving ervan op
de achterbumper te allen tijde schoon.
Als een sensor of de omgeving ervan op de
achterbumper vuil is of bedekt met sneeuw,
werkt de Blind Spot Monitor mogelijk niet en
wordt er een waarschuwingsmelding
(Blz. 630) weergegeven. Veeg in dat geval
het vuil of de sneeuw weg en rijd gedurende
ongeveer 10 minuten met de auto terwijl aan
de bedrijfscondities voor de BSM-functie
(Blz. 385) wordt voldaan. Laat de auto
nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige wanneer de waarschuwingsmelding
niet verdwijnt.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 383 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
384 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
De BSM maakt gebruik van radarsensoren om auto's te signaleren die in een
aangrenzende rijstrook rijden in het gebied dat niet in de buitenspiegel is te zien
(de dode hoek) en brengt de bestuurder hiervan op de hoogte via de indicator in
de buitenspiegel.
Hieronder staan de gebieden aangegeven waarin auto's kunnen worden gesig-
naleerd.
Het detectiegebied reikt tot:
Ongeveer 0,5 m - 3,5 m vanaf de
zijkanten van de auto*
*: Het gebied tussen de zijkanten van de
auto en 0,5 m vanaf de zijkant van de
auto kan niet worden gesignaleerd.
Ongeveer 3 m achter de achter-
bumper
Ongeveer 1 m vóór de achterbum-
per
BSM-functie
Detectiegebieden BSM-functie
1
2
3
WAARSCHUWING
Waarschuwingen met betrekking tot het gebruik van de functie
De bestuurder is volledig verantwoordelijk voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en
houd rekening met de omgeving.
De BSM-functie is een aanvullende functie die de bestuurder er attent op maakt dat er
zich een auto in de dode hoek van de buitenspiegels bevindt of snel van achteren
nadert richting dode hoek. Vertrouw niet alleen op de BSM-functie. De functie kan niet
beoordelen of u veilig van rijstrook kunt wisselen. Wanneer u alleen op de functie ver-
trouwt, kan dit leiden tot een ongeval met ernstig letsel tot gevolg.
Aangezien het systeem onder bepaalde omstandigheden mogelijk niet goed werkt,
dient de bestuurder altijd zelf de veiligheid te controleren.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 384 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
385
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
De BSM-functie werkt wanneer
De BSM-functie werkt wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
De BSM-functie is ingeschakeld.
De selectiehendel staat in een andere stand dan R.
De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 16 km/h.
De BSM-functie signaleert een auto wanneer
De BSM-functie signaleert in de volgende situaties een auto in het detectiegebied:
Een auto in een aangrenzende rijstrook uw auto inhaalt.
Een andere auto binnen het detectiegebied komt wanneer deze van rijstrook wisselt.
Omstandigheden waaronder de BSM-functie een auto niet signaleert
De BSM-functie is niet ontworpen om de volgende typen voertuigen en/of objecten te
signaleren:
Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, enz.*
Tegemoetkomende auto's
Vangrails, muren, bebording, geparkeerde auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten*
Auto's achter u die op dezelfde rijstrook rijden*
Auto's die 2 rijstroken van uw auto verwijderd zijn*
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 385 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
386 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Omstandigheden waaronder de BSM-functie mogelijk niet goed werkt
Onder de volgende omstandigheden signaleert de BSM-functie auto's mogelijk niet
correct:
Als de sensor niet goed is uitgelijnd doordat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
Wanneer de sensor of de omgeving ervan op de achterbumper is bedekt door
modder, sneeuw of ijs of wanneer er een sticker op is geplakt
Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg van slecht weer, zoals zware regenval,
sneeuw, of mist
Wanneer meerdere auto's naderen met slechts weinig ruimte tussen elke auto
Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een auto achter u
Bij een duidelijk verschil in snelheid tussen uw auto en de auto die binnen het detec-
tiegebied komt
Wanneer het snelheidsverschil tussen uw auto en een andere auto verandert
Wanneer een auto het detectiegebied binnenkomt met ongeveer dezelfde snelheid
als uw auto
Wanneer uw auto vanuit stilstand wegrijdt, blijft een auto in het detectiegebied
Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zoals heuvels, dalingen in
de weg, enz.
Bij het rijden op wegen met scherpe bochten, opeenvolgende bochten of oneffen-
heden
Wanneer de rijstroken breed zijn of wanneer op de rand van een rijstrook wordt
gereden en de auto op een aangrenzende rijstrook ver van uw auto vandaan is
Bij het rijden met een aanhangwagen (auto's met trekhaakpakket)
Wanneer voorwerpen zoals een fietsendrager op de achterzijde van de auto zijn
gemonteerd
Bij een duidelijk verschil in hoogte tussen uw auto en de auto die binnen het detec-
tiegebied komt
Direct nadat de BSM-functie is ingeschakeld
Onder de volgende omstandigheden is de kans dat de BSM-functie onnodig een auto
en/of object signaleert groter:
Als de sensor niet goed is uitgelijnd doordat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
Wanneer de afstand tussen uw auto en een vangrail, muur, enz. die het detectiege-
bied binnenkomt kort is
Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zoals heuvels, dalingen in
de weg, enz.
Wanneer de rijstroken smal zijn of wanneer op de rand van een rijstrook wordt
gereden en een auto die op een andere dan de aangrenzende rijstroken rijdt het
detectiegebied binnenkomt
Bij het rijden op wegen met scherpe bochten, opeenvolgende bochten of oneffen-
heden
Als de banden slippen of spinnen
Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een auto achter u
Wanneer een fietsendrager of een ander accessoire op de achterzijde van de auto
is gemonteerd
Bij het rijden met een aanhangwagen (auto's met trekhaakpakket)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 386 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
387
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
De RCTA-functie maakt gebruik van radarsensoren om auto's die van rechts of
links achter naderen te signaleren en waarschuwt de bestuurder voor de aanwe-
zigheid van dergelijke auto's door de indicatoren in de buitenspiegels te laten
knipperen en een zoemer te laten klinken.
Naderende auto's
Detectiegebieden voor naderende auto's
RCTA
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 387 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
388 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Weergave RCTA-icoon (indien aanwezig)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links achter nadert,
wordt het volgende weergegeven op het scherm van het audiosysteem.
Display Inhoud
Er nadert een auto van links achter
Er nadert een auto van rechts achter
Er naderen auto's van beide kanten
Er is een storing aanwezig in de RCTA-functie
(Blz. 379)
WAARSCHUWING
Waarschuwingen met betrekking tot het gebruik van de functie
De bestuurder is volledig verantwoordelijk voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en
houd rekening met de omgeving.
De RCTA is slechts een aanvullende functie die de bestuurder waarschuwt wanneer er
een auto van rechts of links achter de auto nadert. Aangezien de RCTA onder
bepaalde omstandigheden mogelijk niet goed werkt, dient de bestuurder altijd zelf
visueel de veiligheid te controleren. Wanneer u te veel op deze functie vertrouwt, kan
dit leiden tot een ongeval met ernstig letsel tot gevolg.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 388 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
389
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Hieronder staan de gebieden aangegeven waarin auto's kunnen worden gesig-
naleerd.
De zoemer kan de bestuurder waarschuwen voor snellere auto's die van verder
weg naderen.
Bijvoorbeeld:
De RCTA werkt wanneer
De RCTA werkt wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
De BSM-functie is ingeschakeld.
De selectiehendel in stand R staat.
De rijsnelheid is lager dan ongeveer 8 km/h.
De rijsnelheid van de naderende auto ligt tussen ongeveer 8 km/h en 28 km/h.
Detectiegebieden RCTA
Naderende auto Snelheid
Afstand
waarschuwing
(bij benadering)
Snel 28 km/h 20 m
Langzaam 8 km/h 5,5 m
1
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 389 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
390 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Omstandigheden waaronder de RCTA-functie een auto niet signaleert
De RCTA is niet ontworpen om de volgende typen voertuigen en/of objecten te signale-
ren:
Auto's die direct van achteren naderen
Voertuigen die achteruit inparkeren in een parkeerruimte naast uw auto
Vangrails, muren, bebording, geparkeerde auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten*
Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, enz.*
Voertuigen die van de auto af bewegen
Voertuigen die naderen vanuit parkeerruimtes naast uw auto*
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
Omstandigheden waaronder de RCTA mogelijk niet goed werkt
Onder de volgende omstandigheden signaleert de RCTA auto's mogelijk niet correct:
Als de sensor niet goed is uitgelijnd doordat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
Wanneer de sensor of de omgeving ervan op de achterbumper is bedekt door
modder, sneeuw of ijs of wanneer er een sticker op is geplakt
Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg van slecht weer, zoals zware regenval,
sneeuw, of mist
Wanneer meerdere auto's naderen met slechts weinig ruimte tussen elke auto
Wanneer een auto met hoge snelheid nadert
Bij het rijden met een aanhangwagen (auto's met trekhaakpakket)
Voertuigen die niet kunnen worden gesigna-
leerd door de sensoren als gevolg van obsta-
kels
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 390 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
391
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Onder de volgende omstandigheden is de kans dat de RCTA onnodig een auto en/of
object signaleert groter:
Wanneer een voertuig uw auto van opzij passeert
Wanneer de afstand tussen uw auto en metalen objecten, zoals een vangrail, muur,
verkeersbord of geparkeerde auto, die mogelijk elektrische golven richting de ach-
terzijde van de auto reflecteren, kort is
Bij het achteruitrijden op een helling met
een grote verandering in het hellingsper-
centage
Bij het onder een kleine hoek achteruit uit-
rijden van een parkeerplaats
Als de sensoren een voertuig niet kunnen
signaleren als gevolg van obstakels
Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een
straat en er auto's over die straat rijden
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 391 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
392 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Auto's zonder Adaptive Variable Suspension-systeem
Normale modus
Zorgt voor een optimale balans tussen brandstofverbruik, geluidsproductie
en dynamische prestaties. Geschikt voor rijden in de stad.
Druk op de schakelaar om de rijmodus te wijzigen naar de normale modus wanneer
de ECO-modus of de sportmodus is geselecteerd.
ECO-modus
Helpt de bestuurder op milieuvriendelijke wijze te accelereren en het brand-
stofverbruik te verlagen door een gematigde afstelling van de smoorklep en
door het regelen van de werking van de airconditioning (verwarmen/koelen).
Wanneer de ECO-modus niet is geselecteerd en de rijmodusselectieschakelaar naar
links wordt gedraaid, gaat het controlelampje ECO-modus branden.
Sportmodus
Regelt het hybridesysteem voor een snelle en krachtige acceleratie. In deze
modus wordt ook het stuurgevoel gewijzigd, waardoor deze modus geschikt
is voor wanneer wendbaarheid is gewenst, bijvoorbeeld bij het rijden op zeer
bochtige wegen.
Wanneer de sportmodus niet is geselecteerd en de rijmodusselectieschakelaar naar
rechts wordt gedraaid, gaat het controlelampje SPORT branden en verandert de
hybridesysteemindicator in de toerenteller. (Blz.113)
Rijmodusselectieschakelaar
De rijmodi kunnen worden geselecteerd overeenkomstig de rijomstandighe-
den.
Behalve F SPORT-
uitvoeringen
FSPORT-
uitvoeringen
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 392 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
393
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Auto's met Adaptive Variable Suspension-systeem
Normale/aangepaste modus
U kunt de normale en aangepaste modus selecteren door de rijmodusselec-
tieschakelaar in te drukken. Telkens wanneer de schakelaar wordt ingedrukt,
wijzigt de rijmodus tussen de normale modus en de aangepaste modus. Wan-
neer de aangepaste modus wordt geselecteerd, gaat het controlelampje
“CUSTOMIZE” branden.
Druk, wanneer de ECO-modus of de sportmodus is geselecteerd, op de schakelaar
om de rijmodus te wijzigen naar de normale modus.
Normale modus
Zorgt voor een optimale balans tussen brandstofverbruik, stilte en dynami-
sche prestaties. Geschikt voor rijden in de stad.
Aangepaste modus
In deze modus kunt u rijden met de volgende functies aangepast aan uw
persoonlijke voorkeur.
De instellingen van de aangepaste modus kunnen alleen worden gewijzigd
op het display voor de persoonlijke voorkeursinstellingen van de rijmodus
op het scherm van het audiosysteem.
(Weergave van het display voor het aanpassen aan de persoonlijke voor-
keur van de rijmodus: Blz. 708)
1
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 393 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
394 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
ECO-modus
Helpt de bestuurder op milieuvriendelijke wijze te accelereren en het brand-
stofverbruik te verlagen door een gematigde afstelling van de smoorklep en
door het regelen van de werking van de airconditioning (verwarmen/koelen).
Wanneer de ECO-modus niet is geselecteerd en de rijmodusselectieschakelaar naar
links wordt gedraaid, gaat het controlelampje ECO-modus branden.
Sportmodus
•Modus SPORT S
Regelt het hybridesysteem voor een snelle en krachtige acceleratie. Deze
modus is geschikt voor wanneer wendbaarheid is gewenst, bijvoorbeeld bij
het rijden op zeer bochtige wegen.
Wanneer de sportmodus niet is geselecteerd en de rijmodusselectieschakelaar
naar rechts wordt gedraaid, gaat het controlelampje SPORT branden en veran-
dert de hybridesysteemindicator in de toerenteller. (Blz.113)
•Modus SPORT S+
Zorgt voor behoud van de stuurprestaties en rijstabiliteit door gelijktijdig
de stuurinrichting en de wielophanging te regelen alsmede het hybridesys-
teem. Geschikt voor een sportiever rijgedrag.
Wanneer de modus SPORT S is geselecteerd en de rijmodusselectieschakelaar
naar rechts wordt gedraaid, gaat het controlelampje SPORT S+ branden.
Functie Instellen
Aandrijflijn
Normaal
Power
ECO
Chassis Normaal
Sport
Airconditioning Normaal
ECO
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 394 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
395
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Werking van de airconditioning in de ECO-modus
De ECO-modus regelt het verwarmen/koelen en de aanjagersnelheid van het aircondi-
tioningsysteem om brandstof te besparen. Stel de aanjagersnelheid af of schakel de
ECO-modus uit om de prestaties van de airconditioning te verbeteren.
Automatisch uitschakelen van de sportmodus en de aangepaste modus
Als het contact UIT wordt gezet nadat is gereden in de sportmodus of de aangepaste
modus, wijzigt de rijmodus in de normale modus.
Pop-updisplay rijmodus (auto's met 10,3 inch display)
Wanneer de rijmodus wordt gewijzigd, wordt de geselecteerde rijmodus tijdelijk weer-
gegeven op het nevenscherm. (Blz. 508)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 395 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
396 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
ECB (elektronisch geregeld remsysteem)
Het elektronisch geregelde remsysteem genereert remkracht overeenkom-
stig de bediening van de remmen.
ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling remmen of
remmen op een glad wegdek
Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt als het
systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkmanoeuvres
en het nemen van bochten op een glad wegdek.
VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-, TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres
op een glad wegdek door de stuurcommando's aan te passen.
TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achteruit rolt bij helling op wegrijden
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is uw auto
uitgerust met de volgende systemen die automatisch in werking treden als de
omstandigheden daar om vragen. Houd er echter rekening mee dat dit aan-
vullende systemen zijn en vertrouw niet in al te sterke mate op deze systemen
als u de auto bedient.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 396 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
397
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminderen.
Adaptive Variable Suspension-systeem (indien aanwezig)
Regelt de dempingskracht van de schokdemper van elk wiel overeenkomstig
de weg- en rijomstandigheden en helpt zo te zorgen voor een groot rijcom-
fort, een uitstekend rijgedrag en een grote stabiliteit.
Als de modus SPORT S+ is geselecteerd met de rijmodusselectieschakelaar,
is de dempingskracht geschikter voor sportief rijden. (Blz. 393)
VDIM (Vehicle Dynamics Integrated Management)
Coördineert de werking van de ABS, Brake Assist, TRC, VSC, Hill Start
Assist Control en EPS
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres
op een glad wegdek door de remkracht en het vermogen van het hybridesys-
teem aan te passen
Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt ingetrapt, gaan de remlichten automa-
tisch knipperen om het achteropkomende verkeer te waarschuwen.
Het controlelampje Traction Control
knippert wanneer het TRC/VSC/ABS-
systeem in werking is.
Als het TRC/VSC/ABS-systeem in werking is
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 397 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
398 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Als u met uw auto vast komt te zitten in modder of sneeuw, kan het TRC-systeem
het aandrijfvermogen van het hybridesysteem naar de wielen beperken. Als u
dan op drukt, kunt u de auto waarschijnlijk makkelijker los krijgen door te
‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door
snel in te drukken en weer los te
laten.
“Traction Control Turned Off” (Traction
Control uitgeschakeld) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
Druk nogmaals op om het sys-
teem weer in te schakelen.
Zowel TRC als VSC uitschakelen
Houd meer dan 3 seconden ingedrukt terwijl de auto stilstaat om de TRC en VSC
uit te schakelen.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden en “Traction Control Turned Off” (Traction
Control uitgeschakeld) wordt op het multi-informatiedisplay weergegeven.*
Druk nogmaals op om het systeem weer in te schakelen.
*: Bij auto's met het Pre-Crash Safety-systeem worden ook de Pre-Crash Brake Assist
en het Pre-Crash Brake-systeem uitgeschakeld. Het waarschuwingslampje van het
Pre-Crash Safety-systeem gaat branden en de melding wordt op het multi-informatie-
display weergegeven. (Blz. 630)
Wanneer de melding wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay dat de TRC is
uitgeschakeld, zelfs al is de schakelaar VSC OFF niet ingedrukt
De TRC kan niet worden bediend. Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Uitschakelen van het TRC-systeem
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 398 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
399
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Voorwaarden voor werking Hill Start Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt voldaan, werkt de Hill Start Assist Control:
De selectiehendel staat in een andere stand dan P of N (bij het vooruit/achteruit
bergop wegrijden)
De auto staat stil
Het gaspedaal wordt niet ingetrapt
De parkeerrem is niet geactiveerd
Automatisch uitschakelen van Hill Start Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
De selectiehendel staat in stand P of N
Het gaspedaal wordt ingetrapt
De parkeerrem wordt geactiveerd
Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat het rempedaal is losgelaten
Als de 12V-accu wordt losgekoppeld
Het stuurwiel beweegt mogelijk vanuit de rechtuitstand, maar keert tijdens het rijden
automatisch terug.
Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt worden door de ABS, Brake Assist, TRC, VSC
en Hill Start Assist Control
Het is mogelijk dat u tijdens het starten van het hybridesysteem of bij het wegrijden een
geluid in de motorruimte hoort wanneer het rempedaal herhaaldelijk wordt ingetrapt.
Dit duidt niet op een storing in een van deze systemen.
De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen als bovenstaande systemen in wer-
king zijn. Geen van deze verschijnselen duidt op een storing.
Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.
Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektromotor hoor-
baar zijn.
Werkingsgeluiden ECB
In de volgende gevallen zijn mogelijk werkingsgeluiden van de ECB te horen. Dit duidt
echter niet op een storing.
Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte die zich voordoen wanneer het rempedaal
wordt bediend.
Wanneer het bestuurdersportier wordt geopend, kan aan de voorzijde van de auto een
geluid hoorbaar zijn dat afkomstig is van het remsysteem.
Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte die zich voordoen wanneer nadat na het uit-
schakelen van het hybridesysteem een of twee minuten zijn verstreken.
Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 399 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
400 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Automatisch opnieuw inschakelen van de TRC- en VSC-systemen
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitgeschakeld, worden deze automatisch opnieuw
ingeschakeld in de volgende situaties:
Het contact wordt UIT gezet.
Als alleen het TRC-systeem wordt uitgeschakeld, wordt de TRC weer ingeschakeld
zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem is uitgeschakeld, worden deze niet automa-
tisch weer ingeschakeld als de rijsnelheid toeneemt.
Gereduceerde bekrachtiging door het EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-systeem wordt gereduceerd om het systeem
tegen oververhitting te beschermen als er gedurende langere tijd veel stuurbewegingen
worden uitgevoerd. Hierdoor kan de besturing zwaar aanvoelen. Probeer als dat het
geval is minder frequent te sturen of breng de auto tot stilstand en schakel het hybride-
systeem UIT. Het EPS-systeem moet binnen 10 minuten weer normaal werken.
Voorwaarden voor werking noodstopsignaal
Als aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan, werkt het noodstopsignaal:
De alarmknipperlichten zijn uit
De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55 km/h
Het rempedaal wordt op zo'n manier ingetrapt dat het systeem op basis van de decele-
ratie van de auto oordeelt dat het om een noodstop gaat
Automatisch uitschakelen van noodstopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
De alarmknipperlichten worden ingeschakeld
Het rempedaal wordt losgelaten
Het systeem oordeelt op basis van de deceleratie van de auto dat het niet om een
noodstop gaat
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 400 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
401
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Het ABS werkt niet effectief als
De maximale grip van de banden overschreden wordt (bijvoorbeeld versleten ban-
den op een weg die bedekt is met sneeuw).
Er sprake is van aquaplaning bij hoge snelheid op een nat of glad wegdek.
De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met name in de volgende gevallen:
Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op besneeuwde wegen
Als wordt gereden met sneeuwkettingen
Als wordt gereden op slechte wegen
Als wordt gereden over wegen met diepe gaten of andere grote oneffenheden
De TRC/VSC werkt mogelijk niet effectief als
Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht kunnen op
een gladde weg niet onder alle omstandigheden gerealiseerd worden, zelfs niet als het
TRC/VSC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder omstandigheden waarbij de stabiliteit en de aan-
drijfkracht verloren kunnen gaan.
Hill Start Assist Control werkt niet effectief als
Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start Assist Control. De Hill Start Assist Control
werkt mogelijk niet effectief op steile hellingen en op met ijs bedekte wegen.
In tegenstelling tot de parkeerrem is de Hill Start Assist Control niet bedoeld om de
auto gedurende langere tijd op zijn plaats te houden. Gebruik de Hill Start Assist
Control niet om de auto op een helling op zijn plaats te houden omdat dat kan leiden
tot een ongeval.
Als de VSC is geactiveerd
Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos rijge-
drag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig als het controlelampje
knippert.
Als het TRC/VSC-systeem is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek aan. Scha-
kel de TRC en de VSC alleen in geval van nood uit, aangezien deze systemen zorgdra-
gen voor de voertuigstabiliteit en het aandrijfvermogen.
Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk zijn en hetzelfde
profiel en draagvermogen hebben. Controleer verder of alle banden de aanbevolen
spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken niet goed als er verschillende banden onder
de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor meer informatie
over het vervangen van de wielen of banden.
Omgaan met banden en wielophanging
Problemen met de banden of wijzigingen aan de wielophanging hebben een negatief
effect op de ondersteunende systemen en kunnen een storing veroorzaken.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 401 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
402
IS300h_EE(OM53E44E)
4-6. Rijtips
Gebruik van de ECO-modus
Bij gebruik van de ECO-modus kan het koppel dat correspondeert met de
mate waarin het gaspedaal wordt ingetrapt geleidelijker worden afgegeven
dan onder normale omstandigheden. Bovendien wordt de werking van de air-
conditioning (verwarmen/koelen) geminimaliseerd zodat er minder brand-
stof verbruikt wordt. (Blz. 392)
Gebruik van de hybridesysteemindicator
Als u probeert om de naald (behalve F SPORT-uitvoeringen) of de staafjes
(F SPORT-uitvoeringen) van de hybridesysteemindicator tijdens het rijden in
het ECO-gebied te houden, rijdt u milieuvriendelijker. (Blz.117)
Bediening selectiehendel
Zet de selectiehendel in stand D als u moet wachten bij een verkeerslicht of
als u in druk verkeer rijdt. Selecteer stand P wanneer de auto geparkeerd
wordt. Als u stand N gebruikt, is er geen positief effect op het brandstofver-
bruik. In stand N werkt de benzinemotor, maar kan er geen elektriciteit wor-
den opgewekt. Ook bij gebruik van bijvoorbeeld de airconditioning wordt het
vermogen van het batterijpakket (tractiebatterij) verbruikt.
Bedienen van het gaspedaal/rempedaal
Rijd zo vloeiend mogelijk. Voorkom onnodig snel accelereren en hard
remmen. Wanneer geleidelijk wordt geaccelereerd en gedecelereerd,
worden de voordelen van de elektromotor (tractiemotor) beter benut,
zodat het brandstofverbruik van de benzinemotor lager is.
Voorkom herhaaldelijk accelereren. Herhaaldelijk accelereren put het bat-
terijpakket (tractiebatterij) uit waardoor er meer brandstof wordt verbruikt.
Het batterijpakket kan worden opgeladen door tijdens het rijden het gas-
pedaal iets te laten opkomen.
Rijden met een hybrideauto
Besteed aandacht aan de volgende punten om zuinig en milieuvriendelijk te
rijden:
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 402 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
403
4-6. Rijtips
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Bij het remmen
Rem rustig en tijdig. Er kan meer elektrische energie worden geregenereerd
tijdens het decelereren.
Files
Herhaaldelijk accelereren en decelereren en ook langdurig wachten bij ver-
keerslichten veroorzaakt een hoog brandstofverbruik. Controleer de ver-
keersberichten en vermijd files zo veel mogelijk. Laat bij het rijden in een file
het rempedaal rustig los zodat de auto zachtjes vooruitrijdt en vermijd over-
matig gebruik van het gaspedaal. Dit helpt het benzineverbruik te beperken.
Rijden op de snelweg
Rijd met een constante snelheid. Neem als u ergens moet stoppen de tijd voor
het loslaten van het gaspedaal en trap rustig het rempedaal in. Er kan meer
elektrische energie worden geregenereerd tijdens het decelereren.
Airconditioning
Maak alleen gebruik van de airconditioning als dat nodig is. Dit helpt het ben-
zineverbruik te beperken.
In de zomer: Gebruik bij hoge temperaturen de recirculatiemodus. Dit
beperkt de belasting van de airconditioning en vermindert ook het brandstof-
verbruik.
In de winter: De benzinemotor wordt pas automatisch uitgeschakeld als de
benzinemotor en het interieur warm zijn en verbruikt dus brandstof. Het
brandstofverbruik kan worden verminderd door overmatig gebruik van de
verwarming te vermijden.
Controle van bandenspanning
Controleer de bandenspanning regelmatig. Een onjuiste bandenspanning
kan leiden tot een hoog brandstofverbruik.
Winterbanden kunnen veel wrijving veroorzaken en kunnen, als ze worden
gebruikt op droge wegen, dus ook een hoger verbruik veroorzaken. Gebruik
banden die geschikt zijn voor het seizoen.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 403 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
404 4-6. Rijtips
IS300h_EE(OM53E44E)
Bagage
Zware bagage leidt tot een hoger brandstofverbruik. Neem geen onnodige
bagage mee. Ook een groot imperiaal leidt tot een hoger brandstofverbruik.
Opwarmen voor het rijden
Opwarmen van de motor is niet nodig, omdat de benzinemotor als hij koud is
automatisch start en weer wordt uitgeschakeld. Als vaak korte afstanden wor-
den gereden, warmt de motor herhaaldelijk op en ook dat kan leiden tot een
hoger brandstofverbruik.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 404 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
405
4-6. Rijtips
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn voor winterse omstandigheden.
Motorolie
Koelvloeistof motor/vermogensregeleenheid
Ruitensproeiervloeistof
Laat de toestand van de 12V-accu controleren door een monteur.
Laat vier winterbanden onder uw auto monteren of schaf een set sneeuwket-
tingen voor de achterwielen aan.*
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben en van hetzelfde merk zijn en
controleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn voor de bandenmaat van uw auto.
*: 18 inch banden kunnen niet worden voorzien van sneeuwkettingen.
Voer, afhankelijk van de omstandigheden, de volgende handelingen uit:
Probeer een vastgevroren ruit niet met kracht te openen en zet de ruitenwis-
sers niet aan als deze vastgevroren zijn. Giet warm water over het bevroren
gedeelte om het ijs te laten smelten. Veeg het water direct weg om te voorko-
men dat het bevriest.
Verwijder de eventueel aanwezige sneeuw van de luchtinlaten voor de voor-
ruit om zeker te kunnen zijn van een juiste werking van de aanjager van het
airconditioningsysteem.
Controleer of er sprake is van ijs- of sneeuwophopingen op de verlichting aan
de buitenzijde, op het dak, op het chassis, rond de banden of op de remmen,
en verwijder deze indien dat het geval is.
Verwijder sneeuw en modder van de onderzijde van uw schoenen voordat u
in de auto stapt.
Verhoog de snelheid geleidelijk, houd een veilige afstand tussen u en uw voorlig-
ger en pas de snelheid aan de conditie van de weg aan.
Rijden in de winter
Tref voor het aanbreken van de winter de noodzakelijke voorbereidingen en
voer de benodigde controles uit. Pas uw rijgedrag altijd aan de actuele weers-
omstandigheden aan.
Voorbereiding voor de winter
Voordat u met de auto gaat rijden
Tijdens het rijden
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 405 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
406 4-6. Rijtips
IS300h_EE(OM53E44E)
Parkeer de auto en zet de selectiehendel in stand P, maar activeer de parkeer-
rem niet. De parkeerrem kan vastvriezen en bij het deactiveren niet vrij
komen. Blokkeer bij het parkeren van de auto de wielen zonder de parkeer-
rem te gebruiken.
Het niet in acht nemen hiervan kan gevaarlijk zijn omdat de auto onverwacht
in beweging kan komen, hetgeen kan leiden tot een ongeval.
Controleer als de auto geparkeerd is zonder de parkeerrem te activeren of
de selectiehendel niet uit stand P kan worden gezet*.
*: De selectiehendel wordt geblokkeerd als wordt geprobeerd deze vanuit stand P in
een andere stand te zetten zonder het rempedaal in te trappen. Als de selectie-
hendel niet uit stand P kan worden gezet, kan er een probleem aanwezig zijn in het
schakelblokkeersysteem. Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Behalve auto's met 18 inch banden
Gebruik de juiste maat sneeuwkettingen.
De maat van de sneeuwkettingen is afgestemd op de bandenmaat.
Zijketting
(diameter 3 mm)
Dwarsketting
(diameter 4 mm)
Auto's met 18 inch banden
18 inch banden kunnen niet worden voorzien van sneeuwkettingen.
Gebruik in plaats daarvan winterbanden.
Bij het parkeren
Kiezen van sneeuwkettingen
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 406 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
407
4-6. Rijtips
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
De wetgeving met betrekking tot het gebruik van sneeuwkettingen verschilt per
land en per soort weg. Stel u op de hoogte van lokale voorschriften alvorens
sneeuwkettingen te monteren.
Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het monteren en verwijderen van
sneeuwkettingen:
Monteer en verwijder de sneeuwkettingen op een veilige locatie.
Monteer de sneeuwkettingen op de achterwielen. Gebruik geen sneeuwkettingen om
de voorwielen.
Plaats de sneeuwkettingen zo strak mogelijk om de achterwielen. Zet de sneeuwket-
tingen na 0,5 1,0 km opnieuw vast.
Monteer de sneeuwkettingen volgens de meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Wetgeving met betrekking tot het gebruik van sneeuwkettingen
WAARSCHUWING
Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
Gebruik winterbanden met de voorgeschreven maat.
Zorg ervoor dat de bandenspanning aan de specificatie voldoet.
Rijd niet harder dan de toegestane snelheid of harder dan de snelheidslimiet die geldt
voor de gebruikte winterbanden.
Monteer winterbanden op alle wielen.
Rijden met sneeuwkettingen (behalve auto's met 18 inch banden)
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig letsel het gevolg zijn.
Rijd niet harder dan de maximaal toegestane snelheid voor de gebruikte sneeuwket-
tingen of niet harder dan 50 km/h, afhankelijk van welke snelheid de laagste is.
Vermijd het rijden over slechte wegdekken en over gaten.
Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en schakel-
handelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
Minder uw snelheid alvorens een bocht aan te snijden zodanig, dat u zeker weet dat
de auto bestuurbaar blijft.
Gebruik het LDA-systeem (Lane Departure Alert met stuurregeling) niet. (indien
aanwezig)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 407 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
408 4-6. Rijtips
IS300h_EE(OM53E44E)
OPMERKING
Repareren of vervangen van winterbanden
Laat winterbanden repareren of vervangen door een Lexus-dealer of door een ban-
denspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winterbanden heeft namelijk invloed op de werking
van de bandenspanningssensoren en -zenders.
Monteren van sneeuwkettingen (behalve auto's met 18 inch banden)
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn, werken de bandenspanningssensoren en -
zenders mogelijk niet goed.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 408 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
409
4-6. Rijtips
4
Rijden
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 409 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
410
IS300h_EE(OM53E44E)
5-1. Basishandelingen
Lexus display-audiosysteem ...412
Stuurwieltoetsen
audiosysteem..............................417
USB/AUX-aansluiting .............. 418
5-2. Instellingen
Instelmenu.......................................421
Algemene instellingen............. 422
Spraakinstellingen.....................425
Display-instellingen................... 426
5-3. Gebruik van het audiosysteem
Selecteren van
de audiobron ............................428
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem............ 429
Audio-instellingen.....................430
Bediening menuscherm
audiosysteem............................434
5-4. Gebruik van de radio
Bediening radio.......................... 437
5-5. Afspelen van een audio-CD
en discs met MP3/WMA/
AAC-bestanden
Bediening CD-speler...............439
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 410 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
411
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
5-6. Gebruik van een extern
apparaat
Afspelen van bestanden
op een iPod................................445
Gebruik van een
USB-geheugen........................449
Gebruik van de
AUX-aansluiting......................454
5-7. Bluetooth®-verbinding
Stappen voor het gebruik van
Bluetooth®-apparaten .........455
Registreren van een
Bluetooth®-apparaat............ 457
Selecteren van een
Bluetooth®-apparaat............458
Verbinding maken met een
Bluetooth®-audiospeler......459
Verbinding maken met een
Bluetooth®-telefoon .............460
Weergeven van gegevens van
een Bluetooth®-apparaat.....461
Gedetailleerde Bluetooth®-
instellingen.................................462
5-8. Bluetooth®-audio
Afspelen van bestanden via
Bluetooth®-audio...................463
5-9. Bluetooth®-telefoon
Gebruik van een
Bluetooth®-telefoon.............464
Een gesprek tot stand
brengen....................................... 466
Ontvangen van een oproep.. 469
Voeren van een
telefoongesprek ...................... 470
Gebruik van een Bluetooth®-
telefoonbericht .........................472
Gebruik van de toetsen
op het stuurwiel ........................475
Instellingen
Bluetooth®-telefoon..............476
5-10. Telefoonboek
Instellingen contacten.............. 478
Berichtinstellingen.....................482
5-11. Bluetooth®
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen) ..........483
Bluetooth®..........................486
5-12. Overige functies
Scherm “Informatie” ................. 494
MirrorLink™................................ 495
USB-foto .......................................499
Spraakcommandosysteem.....501
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 411 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
412
IS300h_EE(OM53E44E)
5-1. Basishandelingen
Onderstaande afbeelding heeft betrekking op auto's met linkse besturing.
De positie en vorm van toetsen kan iets afwijken bij auto's met rechtse besturing.
Een disc uitwerpen.
Het audiohoofdscherm weergeven.
Het mediahoofdscherm weergeven.
Een voorkeuzezender selecteren of een gewenst muziekstuk of bestand
beluisteren.
Behalve radio- en A/V-modus: Afspelen van een muziekstuk of bestand
onderbreken of hervatten.
Radio- en A/V-modus: Mute-functie in-/uitschakelen.
Knop TUNE•SCROLL
Een radiozender, muziekstuk of bestand selecteren.
Disc-opening
Knop POWERVOLUME
Druk op deze knop om het audiosysteem in of uit te schakelen. Draai aan de
knop om het volume te regelen.
Lexus display-audiosysteem
: Indien aanwezig
Gebruik de volgende toetsen om naar het audiosysteem te luisteren.
Bedieningstoetsen Lexus display-audiosysteem
1
2
3
4
5
6
7
8
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 412 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
413
5-1. Basishandelingen
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Scherm MENU
Kies op de bedieningseenheid de toets MENU om het scherm MENU weer
te geven.
Door gebruik te maken van de bedieningsknop van het Lexus display-audiosys-
teem, kunt u het audiosysteem, handsfree-systeem, enz. bedienen.
Weergeven van het scherm “Bron
of het audiohoofdscherm
(Blz. 428)
Weergeven van het scherm MENU
(Blz. 413)
Te r u g t o e t s
Weergeven van het vorige scherm
Draai of beweeg de bedieningsknop om een functie of nummer te selecteren.
Toe ts Functie
Audio Weergeven van het audiohoofdscherm
(Blz. 437, 439, 445, 449, 454, 463)
Klimaatregeling Weergeven van het aircobedieningsscherm (Blz. 510)
Telefoon Weergeven van het telefoonhoofdscherm (Blz. 464)
Auto Weergeven van de energiemonitor of het verbruiks-
scherm (Blz.136)
Info Weergeven van het scherm “Informatie” (Blz. 494)
Instellingen Weergeven van het scherm “Instellingen” (Blz. 421)
Display Weergeven van het scherm voor display-instellingen
(Blz. 426)
Bedieningsknop Lexus display-audiosysteem
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 413 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
414 5-1. Basishandelingen
IS300h_EE(OM53E44E)
Beweeg de bedieningsknop om de linker- of rechterzijde van het scherm
weer te geven.
Druk de bedieningsknop in om de geselecteerde functie of het geselecteerde
nummer in te voeren.
Gebruik van de bedieningsknop van het Lexus display-audiosysteem
Selecteren: Draai of beweeg de
bedieningsknop.
Invoeren: Druk op de bedienings-
knop.
Basishandelingen voor het scherm
Kies, wanneer een lijst wordt weergegeven, de juiste toets om door de lijst te
scrollen.
Selecteer de lijst door de bedie-
ningsknop te draaien.
Terugkeren naar het vorige
scherm.
De indicator gaat branden wan-
neer u de bedieningsknop naar
links kunt bewegen om extra
schermteksten te bekijken.
De indicator gaat branden wanneer u de bedieningsknop naar rechts kunt
bewegen om extra schermteksten te bekijken.
1
2
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 414 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
415
5-1. Basishandelingen
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Invoermodus
Letters en cijfers kunnen worden ingevoerd via het scherm.
Draai de bedieningsknop om het
gewenste karakter te selecteren
en druk op de bedieningsknop
om het karakter in te voeren.
Wanneer deze indicator wordt
weergegeven, kunt u de invoer-
velden wijzigen door de bedie-
ningsknop naar voren te
bewegen.
Wanneer deze indicator wordt weergegeven, kunt u het karaktertype wij-
zigen door de bedieningsknop naar rechts te bewegen en vervolgens het
gewenste karaktertype te selecteren.
Hiermee kunt u de karakters een voor een wissen. Houd deze geselec-
teerd om alle karakters te wissen.
Hiermee kunt u de invoer van de gegevens voltooien.
Invoerveldmodus
Wanneer u in het invoerveld staat, kunt u de cursor naar de gewenste positie
bewegen.
Draai de bedieningsknop om de
cursor naar links of rechts te
bewegen.
Wanneer deze indicator wordt
weergegeven, kunt u de cursor
naar het rechter invoerveld
bewegen door de bedienings-
knop naar rechts te bewegen.
Wanneer deze indicator wordt weergegeven, kunt u de cursor naar het lin-
ker invoerveld bewegen door de bedieningsknop naar links te bewegen.
Wanneer deze indicator wordt weergegeven, kunt u naar de invoermodus
overschakelen door de bedieningsknop naar achteren te bewegen.
Invoeren van letters en cijfers
1
2
3
4
5
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 415 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
416 5-1. Basishandelingen
IS300h_EE(OM53E44E)
Bij gebruik van het scherm
Mogelijk reageert de bedieningsknop van het Lexus display-audiosysteem bij zeer
lage temperaturen traag.
Als de temperatuur van het scherm laag is, kan het scherm donker zijn of iets trager
reageren dan normaal.
Met een zonnebril op is het scherm soms moeilijk afleesbaar. Probeer het scherm af te
lezen onder een andere hoek, stel het display in op het scherm “Display” (Blz. 426)
of zet uw zonnebril af.
Gebruik van mobiele telefoons
Mobiele telefoons kunnen storingen veroorzaken die hoorbaar zijn via de luidsprekers
als het audiosysteem ingeschakeld is.
WAARSCHUWING
Gebruik van de bedieningsknop van het Lexus display-audiosysteem
Wees bij extreme temperaturen extra voorzichtig bij de bediening van de bedienings-
knop van het Lexus display-audiosysteem, aangezien deze door de temperatuur in de
auto zeer heet of koud kan worden.
OPMERKING
Voorkomen van storingen in de bedieningsknop van het Lexus display-audiosysteem
Zorg ervoor dat de bedieningsknop van het Lexus display-audiosysteem niet in aan-
raking komt met etenswaren, vloeistoffen, stickers of brandende sigaretten, om te
voorkomen dat de bedieningsknop verkleurt, een vreemde geur afgeeft of defect
raakt.
Oefen geen grote kracht uit op de bedieningsknop van het Lexus display-audiosys-
teem, anders kan hij verbuigen of breken.
Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat, als het hybridesysteem is uitgeschakeld, het audiosysteem niet langer ingescha-
keld dan noodzakelijk is.
Voorkomen van schade aan het audiosysteem
Mors geen drank of ander soort vloeistof over het audiosysteem.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 416 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
417
5-1. Basishandelingen
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Vol umeto ets
Verhogen/verlagen van het volu-
me
Ingedrukt houden: blijft het volu-
me verhogen/verlagen
Radio geselecteerd:
Indrukken (behalve in stand voor
handmatige bediening): selecte-
ren van een radiozender
Indrukken (stand voor handmatige bediening): omhoog/omlaag zoeken
Ingedrukt houden (stand voor handmatige bediening): blijft omhoog/
omlaag zoeken
CD-, MP3/WMA/AAC-disc-, Bluetooth®-, iPod- of USB-modus:
Indrukken: selecteren van een muziekstuk/bestand/video
Ingedrukt houden: selecteren van een map/album (MP3/WMA/AAC-
disc of USB)
To e t s M O D E
Inschakelen, selecteren van de audiobron
Houd deze toets ingedrukt om het geluid van de actuele weergave te dem-
pen of de actuele weergave te onderbreken. Houd de toets ingedrukt om
het dempen of onderbreken ongedaan te maken.
Stuurwieltoetsen audiosysteem
Sommige functies van het audiosysteem kunnen worden bediend met behulp
van de toetsen op het stuurwiel.
De werking kan verschillen afhankelijk van het type audiosysteem of 10,3 inch
display. Raadpleeg de handleiding van het audiosysteem of 10,3 inch display
voor meer informatie.
Afhankelijk van het type audiobron zijn sommige functies mogelijk niet
beschikbaar.
Bedienen van het audiosysteem met de stuurwieltoetsen
1
2
WAARSCHUWING
Beperk de kans op ongevallen
Neem bij het bedienen van de toetsen op het stuurwiel de nodige voorzichtigheid in acht.
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 417 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
418 5-1. Basishandelingen
IS300h_EE(OM53E44E)
iPod
Open het afdekkapje en sluit een
iPod aan met behulp van een iPod-
kabel.
Als de iPod niet is ingeschakeld,
schakel deze dan alsnog in.
USB-geheugen
Open het afdekkapje en sluit het USB-geheugen aan.
Als het USB-geheugen niet is ingeschakeld, schakel dit indien van toepassing dan
alsnog in.
Draagbare audiospeler
Open het afdekkapje en sluit de draagbare audiospeler aan.
Als de draagbare audiospeler niet is ingeschakeld, schakel deze dan alsnog in.
USB/AUX-aansluiting
Sluit een iPod, USB-geheugen of draagbare audiospeler aan op de USB/
AUX-aansluiting zoals hieronder aangegeven. Selecteer iPod, USB, AUX of
A/V op het keuzescherm voor de audiobron. Vervolgens kunt u het apparaat
bedienen via het Lexus display-audiosysteem.
Aansluiten via de USB/AUX-aansluiting
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 418 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
419
5-1. Basishandelingen
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Om een video te kunnen bekijken op een iPod of VTR, moet gebruik worden
gemaakt van een 4-polige AUX-kabel om het draagbare audioapparaat aan te
sluiten.
Wanneer u een draagbaar audioapparaat op de AUX-aansluiting aansluit,
gebruik dan een 4-polige AUX-kabel met een stekker die precies lijkt op die in
de afbeelding.
Aangesloten apparaat (draagbaar
audioapparaat, enz.)
Audio links
Audio rechts
Massa
Video
Om een iPod-video te gebruiken
hebt u een 4-polige AUX-kabel en
een USB-stekker nodig. Sluit de
kabel en de stekker aan op de AUX-
en USB-aansluiting.
Gebruik van een 4-polige AUX-kabel
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 419 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
420 5-1. Basishandelingen
IS300h_EE(OM53E44E)
Bij gebruik van een 4-polige AUX-kabel
Als een ander type 4-polige AUX-kabel dan het getoonde wordt gebruikt, worden
audio en/of video mogelijk niet goed weergegeven.
WAARSCHUWING
Tijdens het rijden
Sluit geen apparaat aan en bedien het apparaat niet.
Anders kan zich een ongeval voordoen.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan het apparaat en de aansluitingen
Afhankelijk van het formaat en de vorm van het apparaat dat op het systeem is aange-
sloten, kan het consolevak mogelijk niet goed worden gesloten. Probeer in dat geval
niet het consolevak met kracht te sluiten; het apparaat of de aansluiting kan dan
beschadigd raken.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 420 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
421
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
5-2. Instellingen
Ga naar “Instellingen”: toets MENU “Instellingen
Wijzigen van de instellingen voor de
geluidsopties, de schermanimatie,
enz. (Blz. 422)
Wijzigen van de instellingen voor
het volume van de stembegeleiding.
(Blz. 425)
Wijzigen van de instellingen voor
registreren, verwijderen, verbinden
en verbinding verbreken van
Bluetooth®-apparaten.
(Blz. 456)
Wijzigen van de instellingen voor
FM-radio, iPod, enz. (Blz. 430)
Wijzigen van de persoonlijke voor-
keursinstellingen. (Blz. 708)
Wijzigen van de instellingen voor
het telefoongeluid, telefoonboek,
enz. (Blz. 476)
Instelmenu
Het Lexus display-audiosysteem kan naar wens worden ingesteld.
Weergave scherm “Instellingen”
1
2
3
4
5
6
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 421 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
422 5-2. Instellingen
IS300h_EE(OM53E44E)
Ga naar “Algemene instellingen”: toets MENU “InstellingenAlgemeen”
Algemene instellingen
Instelmogelijkheden voor het afstellen van de geluidsopties, de schermani-
matie, enz.
Scherm voor algemene instellingen
To e t s Functie
Ta a l Wijzigen van de taal. De talen waaruit u kunt kiezen,
kunnen per uitvoering of regio verschillen.
Meeteenheden Wijzigen van de eenheid voor afstand.
Piepsignaal Aan-/uitzetten van het piepsignaal.
Toetskleur Wijzigen van de toetskleur.
Afbeeldingen aanpassen Wijzigen van de startafbeelding en de afbeelding
voor scherm uit. (Blz. 423)
Animatie Aan-/uitzetten van de animatie.
“Persoonlijke gegevens verwij-
deren Wissen van persoonlijke gegevens (Blz. 424)
Software-update
Updaten van programmaversies. Neem voor meer
informatie contact op met een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Update Gracenote®-database
Updaten van de versie van de Gracenote-database.
Neem voor meer informatie contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Software-informatie Weergeven van de opensource-licentie.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 422 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
423
5-2. Instellingen
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Ga naar “Afbeeldingen aanpassen”: toets MENU “Instellingen “A l g e -
meen” Afbeeldingen aanpassen
Selecteer “Afbeeldingen instellen” en vervolgens de gewenste afbeelding.
Als startafbeelding instellen.
Als afbeelding voor scherm uit
instellen.
Instellen als zowel startafbeelding
als afbeelding voor scherm uit.
Een afbeelding toevoegen
Sluit een USB-geheugen aan. (Blz. 418)
Selecteer “Vanaf USB kopiëren” op het scherm “Afbeeldingen aanpassen
en selecteer vervolgens de gewenste afbeelding.
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer “Kopiëren.
Er kunnen maximaal 10 afbeeldingen worden gedownload.
Afbeeldingen wissen
Selecteer “Afbeeldingen wissen” op het scherm “Afbeeldingen aanpassen” en
selecteer vervolgens de gewenste afbeeldingen.
Aanpassen van afbeeldingen
1
2
1
2
3
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 423 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
424 5-2. Instellingen
IS300h_EE(OM53E44E)
USB-geheugen
Als de afbeeldingen op een USB-geheugen worden opgeslagen, moet de map waarin
de afbeeldingen worden opgeslagen de naam “Image” krijgen.
Compatibele apparaatformaten
Het volgende apparaatformaat kan worden gebruikt:
Het bestandsformaat van de afbeelding moet JPEG zijn
USB-communicatieformaat: USB2.0 FS (480 Mbps)
•Bestandsformaat: FAT16/32 (Windows)
Klasse: massaopslag
Compatibiliteit JPEG-bestanden
Compatibel afbeeldingsformaat: maximaal 10 MB
Ga naar “Persoonlijke gegevens wissen”: Toets MENU “Instellingen
Algemeen” “Persoonlijke gegevens wissen
Selecteer “Wissen”.
Bedenk of u de gegevens echt wilt wissen, want eenmaal gewiste gegevens kunnen
niet meer worden teruggehaald.
U kunt de volgende persoonlijke gegevens wissen of in de beginwaarden
terugzetten:
Gegevens uit het telefoonboek
Spraaklabel
Gegevens oproepgeschiedenis
Favoriete gegevens
•Bluetooth
®-apparaatgegevens
Geluidsinstellingen telefoon
Gedetailleerde Bluetooth®-instellingen
Instellingen audio/video
Gegevens aangepaste afbeelding
Instelling FM-info
Update-geschiedenis software
Gedetailleerde informatie software-update
Weergave-instelling telefoon
Instellingen contacten/oproepgeschiedenis
Berichtinstellingen
OPMERKING
Voorkomen van schade aan het USB-geheugen en de aansluitingen
Blz. 453
Persoonlijke gegevens wissen
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 424 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
425
5-2. Instellingen
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Ga naar “Spraakinstellingen”: toets MENU “Instellingen” “Spraak”
Wijzig het volume van de stembege-
leiding.
Terugkeren naar de standaardinstellingen
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer “Standaard”.
Spraakinstellingen
U kunt het volume van de stembegeleiding aanpassen.
1
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 425 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
426 5-2. Instellingen
IS300h_EE(OM53E44E)
Ga naar “Display”: toets MENU “Display”
Scherm uitschakelen.
Schermkwaliteit wijzigen.
Schermkwaliteit van de camera van
het Rear Monitor-systeem wijzigen.
Instellen dagmodus.
Met deze instelling wordt het scherm uitgeschakeld. Druk op een willekeurige
toets, bijvoorbeeld AUDIO of MENU, om het scherm in te schakelen.
Indien een afbeelding voor scherm uit is ingesteld, wordt de ingestelde afbeelding
weergegeven.
Als de koplampen worden ingeschakeld, wordt het scherm gedimd.
Het scherm kan echter wel weer worden teruggezet in de dagstand door “Dag-
modus” te selecteren.
De dagmodus blijft vervolgens ingeschakeld zolang de verlichting brandt, tot
opnieuw “Dagmodus” wordt geselecteerd.
Display-instellingen
Instelmogelijkheden voor het afstellen van het contrast en de helderheid van
het scherm.
Het display kan ook worden uitgeschakeld.
Scherm voor display-instellingen
1
2
3
4
Scherm uit
Dagmodus
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 426 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
427
5-2. Instellingen
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Selecteer “Algemeen” of “Camera” op het scherm “Display” of selecteer “Dis-
play” op het menuscherm van het audiosysteem. (Blz. 434)
Stel het display naar wens af door de bedieningsknop rechtsom (+) of linksom
(-) te draaien.
Beweeg de bedieningsknop naar links om Contrast”, “Helderheid”, “Kleur” of “Toon”
te selecteren. (“Kleur” en “Toon” zijn beschikbaar wanneer “Display” is geselecteerd
op het scherm voor audio-instellingen voor elke audiobron.)
Wijzigen van de voorbeeldafbeelding (wanneer “Algemeen” is geselecteerd)
Beweeg de bedieningsknop naar rechts en selecteer de gewenste voorbeeldafbeelding.
Instellen van het contrast/de helderheid/de kleur/de toon van het
scherm
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 427 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
428
IS300h_EE(OM53E44E)
5-3. Gebruik van het audiosysteem
Druk op de toets AUDIO om het scherm “Bron” weer te geven.
Als het scherm “Bron” niet wordt weergegeven, druk dan nogmaals op de toets.
Selecteer de gewenste audiobron.
Druk op de toets RADIO of MEDIA om de audiobron te selecteren.
Druk op de toets MODE wanneer het audiosysteem is ingeschakeld. De audio-
bron verandert iedere keer dat op de toets MODE wordt gedrukt.
Opnieuw rangschikken van de lijst
De volgorde van de bronlijst kan opnieuw worden gerangschikt.
Beweeg de bedieningsknop naar links terwijl het scherm “Bron” wordt weergegeven.
Selecteer “Audiobron selecteren”.
Selecteer een item dat u wilt verplaatsen en selecteer vervolgens waar u het naartoe
wilt verplaatsen.
Selecteren van de audiobron
In dit gedeelte wordt uitleg gegeven over het overschakelen tussen audio-
bronnen, zoals radio en CD.
Wijzigen van de audiobron
Gebruik van de toetsen op het stuurwiel om de audiobron te wijzigen
1
2
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 428 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
429
5-3. Gebruik van het audiosysteem
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Ga naar “Geluidsinstellingen”: toets MENU “Instellingen “A u d i o
“Geluidsinstellingen
Beweeg de bedieningsknop naar rechts om te schakelen tussen het scherm
voor geluidsinstellingen en het scherm voor de DSP-instelling en selecteer
vervolgens het gewenste scherm.
Geluidsinstellingen
Wijzigen van de hoge tonen,
de middentonen of de lage
tonen.
Wijzigen van de balans voor/ach-
ter.
Wijzigen van de balans links/
rechts.
“DSP”
De automatische geluidsregeling
(ASL) in-/uitschakelen
De surround-functie in-/uitscha-
kelen
De geluidskwaliteit kan afzonderlijk worden ingesteld
De hoge tonen, de middentonen en de lage tonen kunnen voor elke audiomodus afzon-
derlijk worden ingesteld.
Automatische geluidsregeling (ASL)
ASL past het volume en de toonregeling aan op basis van de rijsnelheid.
Optimaal gebruikmaken van het audiosysteem
U kunt op het schermGeluidsinstellingen” de geluidskwaliteit (hoge tonen/
middentonen/lage tonen), de balans en de DSP-instellingen wijzigen.
Wijzigen van de geluidsinstellingen en geluidskwaliteit
1
2
3
4
5
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 429 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
430 5-3. Gebruik van het audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Ga naar “Audio-instellingen”: toets MENU “InstellingenAudio
Geluidsinstellingen wijzigen
(Blz. 429)
Instellingen FM-radio wijzigen
(Blz. 430)
DAB-instellingen wijzigen
(indien aanwezig) (Blz. 431)
iPod-instellingen wijzigen
(Blz. 432)
USB-instellingen wijzigen (Blz. 432)
Instellingen externe video wijzigen (Blz. 433)
Instellingen voor de albumhoes
wijzigen (Blz. 433)
Selecteer om het scherm voor de radio-instellingen op een andere manier weer
te geven “FM-radio-instellingen op het menuscherm van het audiosysteem.
(Blz. 434)
De volgorde van de zenderlijst wijzi-
gen
Hiermee kunt u de verkeersmelding
aan-/uitzetten
Wanneer de verkeersmelding is inge-
schakeld, gaat de radio op zoek naar
een radiozender met verkeersinforma-
tie. (Blz. 438)
Audio-instellingen
Scherm voor audio-instellingen
1
2
3
4
5
6
7
Instellingen FM-radio wijzigen
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 430 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
431
5-3. Gebruik van het audiosysteem
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Hiermee kunt u de alternatieve frequentie aan-/uitzetten
Wanneer de alternatieve frequentie is ingeschakeld en een radiozender is gekozen,
wordt automatisch de frequentie gekozen met de beste ontvangst.
Hiermee kunt u het wijzigen van de regiocode aan-/uitzetten
Wanneer het wijzigen van de regiocode is ingeschakeld, wordt er overgeschakeld
naar een zender binnen hetzelfde gebied.
Hiermee kunt u FM-radiotekst aan-/uitzetten
Selecteer om het scherm voor de DAB-instellingen op een andere manier weer
te geven “DAB-instellingen” op het menuscherm van het audiosysteem.
(Blz. 434)
De DAB-zenderlijst updaten
Hiermee kunt u de L-band aan-/uit-
zetten
Wanneer dit is uitgeschakeld, is het
fysieke zenderbereik voor het afstem-
men beperkt tot Band III, behalve bij de
voorkeuzezenders.
Wanneer dit is ingeschakeld, is het
fysieke zenderbereik voor het afstem-
men Band III en L-band.
Hiermee kunt u de verkeersmelding aan-/uitzetten
Wanneer de verkeersmelding is ingeschakeld, zoekt de tuner automatisch een radio-
zender die regelmatig verkeersinformatie uitzendt en wordt er naar die zender over-
geschakeld zodra er verkeersinformatie wordt uitgezonden.
Hiermee kunt u de alternatieve frequentie aan-/uitzetten
Wanneer de alternatieve frequentie is ingeschakeld en een radiozender is gekozen,
wordt automatisch de frequentie gekozen met de beste ontvangst.
Hiermee kunt u DAB-radiotekst aan-/uitzetten
DAB-instellingen wijzigen (indien aanwezig)
3
4
5
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 431 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
432 5-3. Gebruik van het audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Selecteer om het scherm voor de iPod-instellingen op een andere manier weer
te geven “iPod-instellingen” op het menuscherm van het audiosysteem.
(Blz. 434)
De schermgrootte wijzigen (video-
modus)
Instellingen voor de albumhoes wij-
zigen (Blz. 433)
De schermkwaliteit wijzigen
(videomodus) (Blz. 426)
Ingang videogeluid wijzigen
Selecteer om het scherm voor de USB-instellingen op een andere manier weer
te geven “USB-instellingen” op het menuscherm van het audiosysteem.
(Blz. 434)
De schermgrootte wijzigen (video-
modus)
Instellingen voor de albumhoes wij-
zigen (Blz. 433)
De schermkwaliteit wijzigen (video-
modus) (Blz. 426)
iPod-instellingen wijzigen
1
2
3
4
USB-instellingen wijzigen
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 432 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
433
5-3. Gebruik van het audiosysteem
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Selecteer om het scherm voor de instellingen voor externe video op een andere
manier weer te geven “Externe video-instellingen” op het menuscherm van het
audiosysteem. (Blz. 434)
De schermgrootte wijzigen
Het videosignaal wijzigen
De schermkwaliteit wijzigen
(Blz. 426)
Selecteer om het scherm voor de albumhoesinstellingen op een andere manier
weer te geven “Albumhoesinstellingen” op het menuscherm van het audiosys-
teem. (Blz. 434)
Hiermee kunt u de weergave van de
albumhoes voor de disc-modus aan-
/uitzetten.
Hiermee kunt u de weergave van de
albumhoes voor de USB-modus
aan-/uitzetten.
Hiermee kunt u de prioriteit van de
weergave van de albumhoes voor
de USB-modus wijzigen.
Hiermee kunt u de weergave van de albumhoes voor de iPod-modus aan-/
uitzetten.
Hiermee kunt u de prioriteit van de weergave van de albumhoes voor de
iPod-modus wijzigen.
Wijzigen van instellingen externe video
1
2
3
Instellingen voor de albumhoes wijzigen
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 433 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
434 5-3. Gebruik van het audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Ga naar het menuscherm van het audiosysteem: Beweeg de bedieningsknop
naar links op het audiohoofdscherm.
Radiomodus
Bediening menuscherm audiosysteem
U kunt de instellingen en bedieningsfuncties voor iedere audiobron wijzigen.
Menuscherm audiosysteem
Toe ts Functie Beoogde
radiomodus
Opwaarts
zoeken Hiermee kunt u een zender zoeken met de dichtst-
bijzijnde frequentie (stopt wanneer een radiozen-
der is gevonden) (handmatige bediening)
AM, FM
Neerwaarts
zoeken
Terugspoelen Instellen van de periode voor het afluisteren in de
Time Shift-modus DAB
Voo ru it sp oe le n
Ti m e S hi f t U I T Uitschakelen van Time Shift-bediening DAB
Vol ge nd e
ensemble Selecteren van een ensemble (handmatige bedie-
ning) DAB
Vor ig e e ns em bl e
Volgende radio-
zender Selecteren van een service (handmatige bedie-
ning) DAB
Vorige radiozen-
der
Instellingen FM-
radio
Wijzigen van de instellingen van FM-radio
(Blz. 430) Alle modi
DAB-instellingen Wijzigen van de DAB-instellingen (Blz. 431) Alle modi
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 434 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
435
5-3. Gebruik van het audiosysteem
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Mediamodus
To e t s Functie Beoogde audiobron
Afspelen Een muziekstuk/bestand afspelen of pau-
zeren
Alle media (behalve A/
V)
Pauze
Muziekstuk
omhoog
Selecteren van een muziekstuk/bestand Alle media (behalve A/
V)
Muziekstuk
omlaag
Bestand
omhoog
Bestand
omlaag
Map omhoog Selecteren van een map/album MP3/WMA/AAC-
disc, USB-audio
Map omlaag
Snel vooruit-
spoelen Geselecteerd houden: een muziekstuk/
bestand snel vooruit- of terugspoelen
Alle media (behalve A/
V)
Snel terug-
spoelen
Herhalen Een herhaalmodus selecteren
(Blz. 436)
Alle media (behalve A/
V)
Random Selecteren van een afspeelmodus voor het
in willekeurige volgorde afspelen
(Blz. 436)
Alle media (behalve A/
V)
Shuffle
Volledig
scherm
Selecteren van een modus voor volledig
scherm iPod, USB-video, A/V
Ver bi nd en Verbinding maken met een Bluetooth®-
apparaat (Blz. 455) Bluetooth®
Instellingen
albumhoes
Wijzigen van de instellingen voor de
albumhoes (Blz. 433)
CD, MP3-/WMA-/
AAC-disc, USB, iPod
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 435 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
436 5-3. Gebruik van het audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
iPod-instellin-
gen
Wijzigen van de iPod-instellingen
(Blz. 432) iPod
USB-instellin-
gen
Wijzigen van de USB-instellingen
(Blz. 432) USB-audio/video
A/V-instellin-
gen
Wijzigen van de A/V-instellingen
(Blz. 433) A/V
Herhalen
Modus Actie
Nummer herhalen
Herhalen van bestand/nummerHerhalen
Aan
Map herhalen Herhalen van map/album
Album herhalen
In willekeurige volgorde afspelen
Modus Actie
1 CD
In willekeurige volgorde afspelen van disc/map/albumRandom
Shuffle
Map random
In willekeurige volgorde afspelen van alle mappen/albumsAlbum random
Album shuffle
To e t s Functie Beoogde audiobron
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 436 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
437
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
5-4. Gebruik van de radio
Wanneer u op de toets RADIO drukt, wordt vanuit een willekeurig scherm van
de geselecteerde bron het radiohoofdscherm weergegeven.
Menuscherm
Blz. 434
Beweeg de bedieningsknop naar rechts om het rechter menuscherm weer te
geven.
Het radiohoofdscherm naar het
selectiescherm voor voorkeuzezen-
ders wijzigen.
Het radiohoofdscherm naar het
zenderlijstselectiescherm wijzigen.
(FM en DAB)
Het radiohoofdscherm naar het
scherm voor handmatige selectie
wijzigen.
Het radiohoofdscherm naar het bedieningsscherm voor time shift wijzigen.
(DAB) (Blz. 438)
Met een van de hierna beschreven methodes kan worden afgestemd op een
radiozender.
Afstemmen met de zoekfunctie
Scherm voor handmatige bediening: Druk op de toets of of houd de toets
ingedrukt.
U kunt ook afstemmen met de zoekfunctie via het menuscherm. (Blz. 434)
De radio begint nu de ingestelde band af te zoeken tot een zender wordt ont-
vangen.
Bediening radio
Selecteer AM, FM of DAB op het scherm “Bron” om naar de radio te luiste-
ren.
Audiohoofdscherm
Wijzigen van de hoofdschermmodus
1
2
3
Afstemmen op een radiozender
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 437 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
438 5-4. Gebruik van de radio
IS300h_EE(OM53E44E)
Handmatig afstemmen (scherm voor handmatige bediening)
Draai de knop TUNE•SCROLL of draai de bedieningsknop.
Zenderlijst (scherm voor voorkeuzezenders of scherm voor zenders)
Druk op de toets < of >, draai de knop TUNE•SCROLL of draai de bedie-
ningsknop en druk deze in om de gewenste radiozender te selecteren.
U kunt radiozenders als voorkeuzezender instellen.
Zoek de gewenste zender op.
Draai de bedieningsknop om een van de zenders te selecteren en druk ver-
volgens op de bedieningsknop totdat u een piepsignaal hoort terwijl het
selectiescherm voor voorkeuzezenders wordt weergegeven.
Met de time shift-functie kan de uitzending waar u op dat moment naar luistert,
worden uitgesteld naar een willekeurig later tijdstip.
Beweeg de bedieningsknop naar rechts en selecteer “Time Shift”.
Draai de knop TUNE•SCROLL om de gewenste tijdsduur in te stellen.
U kunt de gewenste tijdsduur voor afspelen ook instellen via het menuscherm.
(Blz. 434)
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer “Time shift off” (Time Shift uit) om
de Time Shift-bediening uit te schakelen wanneer deze is ingeschakeld. De time shift-
bediening wordt uitgeschakeld wanneer “-0' 00”” gedurende 6 seconden op het
scherm wordt weergegeven zonder dat het systeem wordt bediend.
Ontvangstgevoeligheid
Het is niet altijd mogelijk radiosignalen perfect te ontvangen vanwege de steeds wisse-
lende positie van de antenne, verschillen in signaalsterkte en de aanwezigheid van
objecten in de omgeving als treinen, zendstations, enz.
De radioantenne is bevestigd aan de binnenzijde van de achterruit. Bevestig geen
metaalhoudende folie of andere metalen voorwerpen over de antennedraad aan de
binnenzijde van de achterruit om de ontvangst van radiosignalen niet in negatieve zin
te beïnvloeden.
Bediening verkeersmelding
Wanneer de verkeersmelding is ingeschakeld, wordt TP op het scherm weergegeven en
gaat de radio op zoek naar een radiozender met verkeersinformatie. Wanneer de radio
een TP-zender zoekt, wordt er een pop-upbericht weergegeven. Selecteer “Verder” om
naar het programma te luisteren. Zodra de verkeersinformatie is afgelopen, keert het
systeem weer terug naar de oorspronkelijke weergave.
Vastleggen van voorkeuzezenders (scherm voor voorkeuzezenders)
Time Shift-bediening (DAB) (indien aanwezig)
1
2
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 438 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
439
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
5-5. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3/WMA/AAC-bestanden
Wanneer u op de toets MEDIA drukt, wordt vanuit een willekeurig scherm van
de geselecteerde bron het hoofdscherm voor audiodisc weergegeven.
Menuscherm
Blz. 434
Selecteren van een muziekstuk/bestand
Druk op de toets < of >, draai de knop TUNE•SCROLL om het nummer van
het gewenste muziekstuk/bestand te selecteren.
Houd de toets of ingedrukt om vooruit of terug te spoelen.
Selecteren van een muziekstuk uit de lijst (CD)
Beweeg de bedieningsknop naar rechts en selecteer vervolgens het
gewenste muziekstuk.
Selecteren van een map (MP3/WMA/AAC-disc)
Beweeg de bedieningsknop naar rechts en selecteer “Mappen.
Selecteer de gewenste map. Selecteer vervolgens een bestand waarmee u
de geselecteerde map wilt beginnen.
Selecteren van een bestand voor de geselecteerde map (MP3/WMA/
AAC-disc)
Beweeg de bedieningsknop naar rechts en selecteer “Bestanden”.
Selecteer het gewenste bestand.
Bediening CD-speler
Plaats een disc in de speler, druk op de toets MEDIA of selecteer DISC op het
scherm “Bron” terwijl een disc is geplaatst om naar een disc te luisteren.
Hoofdscherm audiodisc
1
2
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 439 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
440 5-5. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3/WMA/AAC-bestanden
IS300h_EE(OM53E44E)
Foutmeldingen
Als een van de volgende foutmeldingen op het scherm verschijnt, raadpleeg dan de vol-
gende tabel en onderneem de bijpassende acties. Als het probleem niet is verholpen,
breng de auto dan naar een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Discs die kunnen worden gebruikt
Discs die zijn voorzien van onderstaand label, kunnen worden gebruikt.
Afhankelijk van het opnameformaat of de eigenschappen van de disc, krassen, vuil of
beschadigingen is afspelen wellicht niet mogelijk.
CD's met een kopieerbeveiliging kunnen mogelijk niet op de juiste manier worden afgespeeld.
Beschermingsfunctie disc-speler
Om de interne componenten in de speler te beschermen, wordt het afspelen automa-
tisch onderbroken als er een storing wordt gesignaleerd.
Als een disc gedurende langere tijd in de disc-speler blijft zitten of als de disc gedeelte-
lijk in de speler blijft zitten en niet wordt uitgenomen
De disc kan beschadigd raken waardoor deze niet meer goed kan worden afgespeeld.
Lensreinigers
Gebruik geen lensreinigers. Anders kan de disc-speler beschadigd raken.
MP3-, WMA- en AAC-bestanden
MP3 (MPEG Audio LAYER3) is een standaard audiocompressieformaat.
Door gebruik te maken van MP3-compressie kunnen bestanden worden gecompri-
meerd tot ongeveer 1/10 van hun oorspronkelijke grootte.
WMA (Windows Media Audio) is een audiocompressieformaat van Microsoft.
Audiobestanden die met deze techniek worden gecomprimeerd, zijn kleiner dan
bestanden van het MP3-formaat.
AAC is een afkorting van Advanced Audio Coding en verwijst naar een gestandaardi-
seerde audiocompressietechniek die wordt toegepast bij MPEG2 en MPEG4.
De compatibiliteit van MP3-, WMA- en AAC-bestanden en media/formaten is beperkt.
Melding Oorzaak Correctieprocedures
“Check disc
(controleer disc)
De disc is vuil of bescha-
digd.
•De disc is onderstebo-
ven geplaatst.
De disc kan niet worden
afgespeeld in de speler.
Reinig de disc.
Plaats de disc op de
juiste wijze.
Controleer of de disc
geschikt is voor de spe-
ler.
“DISC error” (fout disc) Er zit een storing in het
systeem. Verwijder de disc.
“No music files found.
(geen muziekbestanden
gevonden)
Er staan geen afspeelbare
bestanden op de disc. Verwijder de disc.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 440 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
441
5-5. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3/WMA/AAC-bestanden
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Compatibiliteit MP3-bestanden
Compatibele standaarden
MP3 (MPEG1 LAYER3, MPEG2 LSF LAYER3)
Compatibele samplingfrequenties
MPEG1 LAYER3: 32, 44,1, 48 (kHz)
MPEG2 LSF LAYER3: 16, 22,05, 24 (kHz)
Compatibele bitrates (compatibel met VBR)
MPEG1 LAYER3: 32 - 320 (kbps)
MPEG2 LSF LAYER3: 8 - 160 (kbps)
Compatibele weergavemogelijkheden: stereo, meerkanaalsstereo, tweekanaals-
weergave en monoweergave
Compatibiliteit WMA-bestanden
Compatibele standaarden
WMA versie 7, 8, 9 (alleen compatibel met Windows Media Audio-standaard)
Compatibele samplingfrequenties
32, 44,1, 48 (kHz)
Compatibele bitrates (alleen compatibel met 2-kanaalsweergave)
Versie 7, 8: CBR 48 - 192 (kbps)
Versie 9: CBR 48 - 320 (kbps)
Compatibiliteit AAC-bestanden
Compatibele standaarden
MPEG4/AAC-LC
Compatibele samplingfrequenties
11,025/12/16/22,05/24/32/44,1/48 (kHz)
Compatibele bitrates
16 - 320 (kbps)
Compatibele weergavemogelijkheden: 1 ch en 2 ch
Compatibele media
De media die kunnen worden gebruikt voor de weergave van MP3-, WMA- en AAC-
bestanden, zijn CD-R's en CD-RW's.
Afspelen is in bepaalde gevallen niet mogelijk als de CD-R of CD-RW niet is afgeslo-
ten. Weergave is in sommige gevallen niet mogelijk of de speler kan overslaan als er
krassen of vingerafdrukken op de disc aanwezig zijn.
Compatibele disc-formaten
De volgende disc-formaten kunnen worden gebruikt.
Disc-formaten: CD-ROM Mode 1 en Mode 2
CD-ROM XA Mode 2, Form 1 en Form 2
Bestandsformaten: ISO9660 Level 1, Level 2, (Romeo, Joliet)
UDF (2.01 of lager)
MP3-, WMA- en AAC-bestanden die in een ander formaat geschreven zijn, kun-
nen mogelijk niet op de juiste manier worden afgespeeld, en de bestandsnamen en
mapnamen kunnen mogelijk niet correct worden weergegeven.
Onderwerpen waarop de standaarden en beperkingen betrekking hebben zijn als
volgt.
Maximale mapstructuur: 8 niveaus (inclusief root)
Maximale lengte van mapnamen/bestandsnamen: 32 karakters
Maximaal aantal mappen: 192 (inclusief de root)
Maximaal aantal bestanden per disc: 255
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 441 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
442 5-5. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3/WMA/AAC-bestanden
IS300h_EE(OM53E44E)
Bestandsnamen
De enige soort bestanden die kunnen worden herkend als MP3/WMA/AAC en die
kunnen worden afgespeeld, zijn bestanden met de extensie .mp3, .wma of .m4a.
Discs met multi-sessieopnamen
Omdat het audiosysteem geschikt is voor het afspelen van multi-sessieopnamen, kun-
nen er discs worden afgespeeld met MP3-, WMA- en AAC-bestanden. Alleen de
eerste sessie kan echter worden afgespeeld.
ID3-, WMA- en AAC-tags
ID3-tags kunnen worden toegevoegd aan MP3-bestanden, waardoor het mogelijk
wordt de naam van het muziekstuk, de naam van de artiest, enz. op te nemen.
Het systeem is compatibel met ID3 versie 1.0, 1.1, en versie 2.2, 2.3 ID3-tags. (Het aan-
tal karakters is gebaseerd op ID3-versie 1.0 en 1.1.)
WMA-tags kunnen worden toegevoegd aan WMA-bestanden, waardoor het moge-
lijk wordt de titel van het muziekstuk en de naam van de artiest op te nemen op
dezelfde manier als met de ID3-tags.
AAC-tags kunnen worden toegevoegd aan AAC-bestanden, waardoor het mogelijk
wordt de titel van het muziekstuk en de naam van de artiest op te nemen op dezelfde
manier als bij de ID3-tags.
Afspelen van MP3-, WMA- en AAC-bestanden
Als er een disc met MP3-, WMA- of AAC-bestanden in de speler wordt geplaatst,
worden eerst alle bestanden op de disc gecontroleerd. Als deze controle voltooid is,
wordt het eerste MP3-, WMA of AAC-bestand afgespeeld. Om de bestandscontrole
niet langer te laten duren dan nodig is, adviseren wij u geen andere bestanden dan
MP3-, WMA- of AAC-bestanden op de disc te zetten en geen onnodige mappen te
creëren.
Discs met een combinatie van audio-opnames en MP3-, WMA- of AAC-gegevens
kunnen niet worden afgespeeld.
Extensies
Als de bestandsextensies .mp3, .wma en .m4a worden gebruikt voor andere bestan-
den dan MP3-, WMA- en AAC-bestanden, zullen deze bestanden niet juist herkend
worden en worden afgespeeld als MP3-, WMA- en AAC-bestanden. Dit kan leiden
tot storende geluiden en schade aan de luidsprekers.
Afspelen
Om MP3-bestanden met constante geluidskwaliteit af te spelen, adviseren wij de
opnames te maken met een vaste bitrate van ten minste 128 kbps en een sampling-
frequentie van 44,1 kHz.
Sommige CD-R's of CD-RW's kunnen niet worden afgespeeld, afhankelijk van de
eigenschappen van de disc.
Er is een groot aanbod aan gratis software voor het maken van MP3-, WMA- en
AAC-bestanden op de markt en afhankelijk van de kwaliteit van deze software kun-
nen een slechte geluidsweergave of storingen bij het begin van de weergave het
resultaat zijn. In sommige gevallen kan afspelen zelfs helemaal niet mogelijk zijn.
Als er andere bestanden dan MP3-, WMA- of AAC-bestanden op een disc staan,
kan het langer duren voordat de bestanden op de disc herkend worden en in som-
mige gevallen kan de disc wellicht helemaal niet worden afgespeeld.
Microsoft, Windows en Windows Media zijn geregistreerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de VS en andere landen.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 442 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
443
5-5. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3/WMA/AAC-bestanden
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
De Gracenote® media database
Gracenote, het logo en logotype van Gracenote, “Powered by Gracenote”, Musi-
cID, Playlist Plus en MediaVOCS zijn hetzij geregistreerde handelsmerken of han-
delsmerken van Gracenote, Inc. in de Verenigde Staten.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 443 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
444 5-5. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3/WMA/AAC-bestanden
IS300h_EE(OM53E44E)
OPMERKING
Discs en adapters die niet kunnen worden gebruikt
Gebruik de volgende discs niet.
Gebruik ook geen 8 cm disc-adapters, DualDiscs of printbare discs.
Hierdoor kan de speler beschadigd raken en/of kan het plaatsen/verwijderen van de
disc bemoeilijkt worden.
Discs met een andere diameter dan 12 cm.
Inferieure of vervormde discs.
Discs met een transparant of lichtdoorlatend opnamegedeelte.
Discs waarop tape, stickers of labels zijn geplakt of discs waarvan het label heeft los-
gelaten.
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de speler
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan leiden tot beschadiging van
de discs of van de speler zelf.
Plaats niets anders in de opening dan discs.
Probeer de speler niet met olie te smeren.
Stel discs niet bloot aan direct zonlicht.
Probeer de speler niet uit elkaar te nemen.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 444 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
445
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
5-6. Gebruik van een extern apparaat
Blz. 418
Wanneer u op de toets MEDIA drukt, wordt vanuit een willekeurig scherm van
de geselecteerde bron het hoofdscherm voor iPod weergegeven.
Menuscherm
Blz. 434
Selecteren van een muziekstuk
Druk op de toets of , draai de knop TUNE•SCROLL om het nummer van
het gewenste muziekstuk te selecteren.
Houd de toets of ingedrukt om vooruit of terug te spoelen.
Selecteren van een afspeelmodus
Beweeg de bedieningsknop naar rechts en selecteer “Browse” (Bladeren).
Selecteer de gewenste afspeelfunctie en selecteer vervolgens een
muziekstuk waarmee u de geselecteerde afspeelmodus wilt beginnen.
De huidige lijst weergeven
Beweeg de bedieningsknop naar rechts en selecteer “Now playing list” (Hui-
dige lijst).
Afspelen van bestanden op een iPod
Door een iPod aan te sluiten, kunt u genieten van muziek uit de luidsprekers
van de auto.
Druk op de toets MEDIA of selecteer “iPod” op het scherm “Bron”.
Aansluiten van een iPod
Hoofdscherm voor iPod
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 445 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
446 5-6. Gebruik van een extern apparaat
IS300h_EE(OM53E44E)
Informatie over iPod
“Made for iPod” (gemaakt voor iPod) en “Made for iPhone” (gemaakt voor iPhone)
houden in dat een elektronische accessoire speciaal is ontworpen voor de iPod respec-
tievelijk iPhone en dat de ontwikkelaar garandeert dat het product aan de prestatienor-
men van Apple voldoet.
Apple kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de werking van dit apparaat of
de mate waarin dit apparaat voldoet aan de eisen voor veiligheid en regelgeving. Let
erop dat het gebruik van dit accessoire in combinatie met een iPod of iPhone de wer-
king van de afstandsbediening negatief kan beïnvloeden.
iPhone, iPod, iPod classic, iPod nano en iPod touch zijn handelsmerken van Apple Inc.,
geregistreerd in de VS en andere landen.
iPod-albumhoes
Afhankelijk van de iPod en de muziekstukken in de iPod, kan de iPod-afbeelding wor-
den weergegeven.
Deze functie kan aan of uit worden gezet. (Blz. 433)
Het kan even duren voordat de albumhoes wordt weergegeven en de iPod kan niet
worden bediend zolang de albumhoes nog niet volledig wordt weergegeven.
iPod-functies
Wanneer een iPod is aangesloten en de audiobron wordt gewijzigd in iPod-modus,
gaat de iPod verder met het laatst afgespeelde bestand.
Afhankelijk van de iPod die op het systeem is aangesloten, zijn bepaalde functies
mogelijk niet beschikbaar. Als een functie niet beschikbaar is vanwege een storing (in
tegenstelling tot een systeemspecificatie), kan het helpen om het apparaat even los te
koppelen en weer aan te sluiten.
Als de iPod is aangesloten op het systeem, kan de iPod niet meer op de normale wijze
worden bediend. Dit is afhankelijk van de iPod. In dat geval moeten de bedieningsele-
menten van het audiosysteem van de auto worden gebruikt.
Als de batterijspanning van de iPod erg laag is, werkt de iPod wellicht niet. In dat geval
moet de iPod eerst worden opgeladen.
Compatibele modellen (Blz. 448)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 446 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
447
5-6. Gebruik van een extern apparaat
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Foutmeldingen
Als een van de volgende foutmeldingen op het scherm verschijnt, raadpleeg dan de vol-
gende tabel en onderneem de bijpassende acties. Als het probleem niet is verholpen,
breng de auto dan naar een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Melding Oorzaak/correctieprocedures
“Verbindingsfout. Raadpleeg
de handleiding van uw auto
voor instructies over het
opnieuw aansluiten van de
iPod.
Dit geeft aan dat er een probleem is met de iPod of
de aansluiting ervan.
“Er zijn geen muziekstukken
beschikbaar om af te spelen.
Zet compatibele muziekstuk-
ken op uw iPod.
Dit geeft aan dat de iPod geen audio-opnames
bevat.
“No items available.” (Geen
items beschikbaar.)
Dit geeft aan dat muziekstukken niet kunnen worden
gevonden in de geselecteerde afspeellijst.
Check the iPod firmware ver-
sion.” (controleer de firmware-
versie van de iPod)
Dit geeft aan dat de software-versie niet compatibel
is.
Controleer de compatibele modellen. (Blz. 448)
“iPod authorisation unsucces-
sful.” (autorisatie iPod mislukt)
Dit geeft aan dat het Lexus display-audiosysteem de
iPod niet kon autoriseren.
Controleer uw iPod.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 447 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
448 5-6. Gebruik van een extern apparaat
IS300h_EE(OM53E44E)
iPod-problemen
Om de meeste problemen tijdens het gebruik van uw iPod te verhelpen, kunt u de iPod
losnemen van de iPod-aansluiting in de auto en het apparaat resetten. Raadpleeg voor
het resetten van uw iPod de handleiding van de iPod.
Compatibele modellen
De volgende iPod®-, iPod nano®-, iPod classic®-, iPod touch®- en iPhone®-apparaten
kunnen in combinatie met dit systeem worden gebruikt.
Gemaakt voor
iPod touch (5e generatie)*
iPod touch (4e generatie)
iPod touch (3e generatie)
iPod touch (2e generatie)
iPod touch (1e generatie)
•iPod classic
iPod met video
iPod nano (7e generatie)*
iPod nano (6e generatie)
iPod nano (5e generatie)
iPod nano (4e generatie)
iPod nano (3e generatie)
iPod nano (1e generatie)
•iPhone 5s
*
•iPhone 5c*
•iPhone 5*
•iPhone 4S
•iPhone 4
•iPhone 3GS
•iPhone 3G
•iPhone
*: iPod-video wordt niet ondersteund
Afhankelijk van de verschillen tussen modellen, software-versies, enz., zijn sommige
modellen mogelijk niet compatibel met dit systeem.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de iPod en de aansluitingen
Afhankelijk van de vorm en het formaat van de iPod die op het systeem is aange-
sloten, is het mogelijk dat het consolevak niet goed gesloten kan worden. Probeer in
dat geval het consolevak niet met kracht te sluiten; de iPod of de aansluiting kunnen
dan beschadigd raken.
Laat de iPod niet in de auto achter. De temperatuur in de auto kan hoog oplopen.
Druk niet op de iPod en oefen geen onnodige druk hierop uit terwijl het apparaat is
aangesloten.
Steek geen vreemde voorwerpen in de aansluiting.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 448 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
449
5-6. Gebruik van een extern apparaat
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Blz. 418
Wanneer u op de toets MEDIA drukt, wordt vanuit een willekeurig scherm van
de geselecteerde bron het USB-hoofdscherm weergegeven.
Beweeg de bedieningsknop naar rechts en selecteer “Muziek afspelen” terwijl
het USB-videoscherm wordt weergegeven. Vervolgens schakelt het systeem
over naar de USB-audiomodus.
Menuscherm
Blz. 434
Selecteren van een bestand
Druk op de toets of , draai de knop TUNE•SCROLL om het nummer van
het gewenste bestand te selecteren.
Houd de toets of ingedrukt om vooruit of terug te spoelen.
Selecteren van een afspeelmodus
Beweeg de bedieningsknop naar rechts en selecteer “Bladeren”.
Selecteer de gewenste afspeelfunctie en selecteer vervolgens een bestand
waarmee u de geselecteerde afspeelmodus wilt beginnen.
De huidige lijst weergeven
Beweeg de bedieningsknop naar rechts en selecteer “Huidige lijst”.
Gebruik van een USB-geheugen
Door een USB-geheugen aan te sluiten, kunt u genieten van muziek uit de
luidsprekers van de auto.
Selecteer USB1 of USB2 op het scherm “Bron”.
Aansluiten van een USB-geheugen
USB-hoofdscherm
USB-audio
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 449 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
450 5-6. Gebruik van een extern apparaat
IS300h_EE(OM53E44E)
Beweeg de bedieningsknop naar rechts en selecteer “Play video” (Video afspe-
len) terwijl het USB-audioscherm wordt weergegeven. Vervolgens schakelt het
systeem over naar de USB-videomodus.
Deze functie kan niet worden gebruikt terwijl USB-foto of MirrorLink™ in gebruik is.
Menuscherm
Blz. 434
Selecteren van een bestand
Druk op de toets of , draai de knop TUNE•SCROLL om het nummer van
het gewenste bestand te selecteren.
Houd de toets of ingedrukt om vooruit of terug te spoelen.
Selecteren van een map
Beweeg de bedieningsknop naar rechts en selecteer “Bladeren”.
Selecteer de gewenste map en selecteer vervolgens een bestand waar-
mee u de geselecteerde map wilt beginnen.
De huidige lijst weergeven
Beweeg de bedieningsknop naar rechts en selecteer “Huidige lijst”.
Functies USB-geheugen
Afhankelijk van het type USB-geheugen dat op het systeem is aangesloten, kan het
apparaat zelf mogelijk niet worden bediend en zijn bepaalde functies mogelijk niet
beschikbaar. Als het apparaat niet kan worden bediend of als een functie niet beschik-
baar is vanwege een storing (in tegenstelling tot een systeemspecificatie), kan het hel-
pen om het apparaat even los te koppelen en weer aan te sluiten.
Formatteer het apparaat als het USB-geheugen nog steeds niet werkt nadat het appa-
raat is losgekoppeld en weer is aangesloten.
Foutmeldingen USB-geheugen
Als een van de volgende foutmeldingen op het scherm verschijnt, raadpleeg dan de vol-
gende tabel en onderneem de bijpassende acties. Als het probleem niet is verholpen,
breng de auto dan naar een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
USB-video
Melding Oorzaak/correctieprocedures
“Verbindingsfout. Raadpleeg de
handleiding van uw auto voor
instructies over het opnieuw
aansluiten van het USB-appa-
raat.
Dit geeft aan dat er een probleem is met het USB-
geheugen of de aansluiting ervan.
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 450 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
451
5-6. Gebruik van een extern apparaat
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
USB-geheugen
Compatibele apparaten
USB-geheugens die kunnen worden gebruikt voor de weergave van MP3-, WMA-
en AAC-bestanden (audiomodus) of MP4-, WMV- en AVI-bestanden (videomodus).
Compatibele apparaatformaten
Het volgende apparaatformaat kan worden gebruikt:
USB-communicatieformaat: USB2.0 FS (480 Mbps)
•Bestandsformaat: FAT16/32 (Windows)
Klasse: massaopslag
MP3-, WMA- en AAC-bestanden die in een ander formaat geschreven zijn, kun-
nen mogelijk niet op de juiste manier worden afgespeeld, en de bestandsnamen en
mapnamen kunnen mogelijk niet correct worden weergegeven.
Onderwerpen waarop de standaarden en beperkingen betrekking hebben zijn als
volgt:
Maximale mapstructuur: 8 niveaus
Maximaal aantal mappen in een apparaat: 3.000 (inclusief de root)
Maximaal aantal bestanden in een apparaat: 9.999
Maximaal aantal bestanden per map: 255
MP3-, WMA- en AAC-bestanden
MP3 (MPEG Audio LAYER 3) is een standaard audiocompressieformaat.
Met deze MP3-techniek kunnen bestanden worden gecomprimeerd tot ongeveer 1/10
van hun oorspronkelijke grootte.
WMA (Windows Media Audio) is een audiocompressieformaat van Microsoft. Audio-
bestanden die met deze techniek worden gecomprimeerd, zijn kleiner dan bestanden
van het MP3-formaat.
AAC is een afkorting van Advanced Audio Coding en verwijst naar een gestandaardi-
seerde audiocompressietechniek die wordt toegepast bij MPEG2 en MPEG4.
De compatibiliteit van MP3-, WMA- en AAC-bestanden en media/formaten is beperkt.
Compatibiliteit MP3-bestanden
Compatibele standaarden
MP3 (MPEG1 AUDIO LAYERIII, MPEG2 AUDIO LAYERIII)
Compatibele samplingfrequenties
MPEG1 AUDIO LAYERIII: 32, 44,1, 48 (kHz)
MPEG2 AUDIO LAYERIII: 16, 22,05, 24 (kHz)
Compatibele bitrates (compatibel met VBR)
MPEG1 AUDIO LAYERIII: 32-320 (kbps)
MPEG2 AUDIO LAYERIII: 8 - 160 (kbps)
Compatibele weergavemogelijkheden: stereo, meerkanaalsstereo, tweekanaals-
weergave en monoweergave
“Er zijn geen bestanden
beschikbaar om af te spelen. Zet
compatibele bestanden op uw
USB-apparaat.
Dit geeft aan dat er geen MP3/WMA/AAC-
bestanden in het USB-geheugen staan.
“No video files found.” (geen
videobestanden gevonden)
Dit geeft aan dat er geen videobestanden op het
USB-geheugen staan.
Melding Oorzaak/correctieprocedures
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 451 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
452 5-6. Gebruik van een extern apparaat
IS300h_EE(OM53E44E)
Compatibiliteit WMA-bestanden
Compatibele standaarden
WMA versie 7, 8, 9 (alleen compatibel met Windows Media Audio-standaard)
Compatibele samplingfrequenties
32, 44,1, 48 (kHz)
Compatibele bitrates (alleen compatibel met 2-kanaalsweergave)
Versie 7, 8: CBR 48 - 192 (kbps)
Versie 9: CBR 48 - 320 (kbps)
Compatibiliteit AAC-bestanden
Compatibele standaarden
MPEG4/AAC-LC
Compatibele samplingfrequenties
11,025/12/16/22,05/24/32/44,1/48 (kHz)
Compatibele bitrates
16 - 320 (kbps)
Compatibele weergavemogelijkheden: 1 ch en 2 ch
MP4-, WMV- en AVI-bestanden
De volgende resoluties kunnen worden gebruikt:
128x96, 160x120, 176x144 (QCIF), 320x240 (QVGA), 352x240 (SIF),
352x288 (CIF), 640x480 (VGA), 720x480 (NTSC), 720x576 (PAL)
Bestandsnamen
De enige soort bestanden die kunnen worden herkend als MP3/WMA/AAC en die
kunnen worden afgespeeld, zijn bestanden met de extensie .mp3, .wma of .m4a.
ID3-, WMA- en AAC-tags
ID3-tags kunnen worden toegevoegd aan MP3-bestanden, waardoor het mogelijk
wordt de naam van het muziekstuk, de naam van de artiest, enz. op te nemen.
Het systeem is compatibel met ID3 versie 1.0, 1.1, en versie 2.2, 2.3 ID3-tags. (Het aan-
tal karakters is gebaseerd op ID3-versie 1.0 en 1.1.)
WMA-tags kunnen worden toegevoegd aan WMA-bestanden, waardoor het moge-
lijk wordt de titel van het muziekstuk en de naam van de artiest op te nemen op
dezelfde manier als met de ID3-tags.
AAC-tags kunnen worden toegevoegd aan AAC-bestanden, waardoor het mogelijk
wordt de titel van het muziekstuk en de naam van de artiest op te nemen op dezelfde
manier als bij de ID3-tags.
Afspelen van MP3-, WMA- en AAC-bestanden
Als een apparaat met MP3-, WMA- of AAC-bestanden wordt aangesloten, wor-
den alle bestanden in het USB-geheugen gecontroleerd. Als deze controle voltooid
is, wordt het eerste MP3-, WMA of AAC-bestand afgespeeld. Om de bestands-
controle niet langer te laten duren dan nodig is, adviseren wij u geen andere bestan-
den dan MP3-, WMA- of AAC-bestanden in het USB-geheugen op te nemen en
geen onnodige mappen te creëren.
Als een USB-geheugen is aangesloten en de audiobron is gewijzigd naar afspeel-
modus voor USB, zal het USB-geheugen beginnen met het afspelen van het eerste
bestand in de eerste map. Als hetzelfde apparaat wordt verwijderd en weer aange-
sloten (en de inhoud ervan niet is veranderd), zal het USB-geheugen het afspelen
hervatten vanaf het punt waar de speler is geëindigd.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 452 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
453
5-6. Gebruik van een extern apparaat
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Extensies
Als de bestandsextensies .mp3, .wma en .m4a worden gebruikt voor andere bestan-
den dan MP3-, WMA- en AAC-bestanden, zullen deze bestanden worden overge-
slagen (en niet worden afgespeeld).
Afspelen
Om MP3-bestanden met constante geluidskwaliteit af te spelen, adviseren wij de
opnames te maken met een vaste bitrate van ten minste 128 kbps en een sampling-
frequentie van 44,1 kHz.
Er is een groot aanbod aan gratis software voor het maken van MP3-, WMA- en
AAC-bestanden op de markt en afhankelijk van de kwaliteit van deze software kun-
nen een slechte geluidsweergave of storingen bij het begin van de weergave het
resultaat zijn. In sommige gevallen kan afspelen zelfs helemaal niet mogelijk zijn.
Microsoft, Windows en Windows Media zijn geregistreerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de VS en andere landen.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan het USB-geheugen en de aansluitingen
Afhankelijk van de vorm en het formaat van het USB-geheugen dat op het systeem is
aangesloten, is het mogelijk dat het consolevak niet goed gesloten kan worden. Pro-
beer in dat geval het consolevak niet met kracht te sluiten; het USB-geheugen of de
aansluiting kan dan beschadigd raken.
Laat het USB-geheugen niet in de auto achter. De temperatuur in de auto kan hoog
oplopen.
Druk niet op het USB-geheugen en oefen geen onnodige druk hierop uit terwijl het
apparaat is aangesloten.
Steek geen vreemde voorwerpen in de aansluiting.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 453 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
454 5-6. Gebruik van een extern apparaat
IS300h_EE(OM53E44E)
Blz. 418
Wanneer u op de toets MEDIA drukt, wordt vanuit een willekeurig scherm van
de geselecteerde bron het hoofdscherm weergegeven.
Menuscherm
Blz. 434
Bedienen van draagbare spelers die zijn aangesloten op het audiosysteem
Het volume kan worden geregeld met behulp van de volumeregelaar van het audiosys-
teem van de auto. Alle overige functies moeten op de draagbare speler zelf worden
geregeld.
Bij het gebruik van een op de accessoireaansluiting aangesloten draagbare speler
Tijdens het afspelen kan ruis hoorbaar zijn. Gebruik de voedingsbron van de draagbare
speler.
Gebruik van de AUX-aansluiting
Sluit, om de AUX-aansluiting te gebruiken, een draagbare speler aan en druk
op de toets MEDIA of selecteer AUX of A/V op het scherm “Bron”.
Aansluiten van een draagbare speler
Hoofdscherm
OPMERKING
Voorkom schade aan de draagbare speler of de aansluiting
Afhankelijk van het formaat en de vorm van de draagbare speler die op het systeem is
aangesloten, is het mogelijk dat het consolevak niet goed gesloten kan worden. Pro-
beer in dat geval het consolevak niet met kracht te sluiten; de draagbare speler of de
aansluiting kunnen dan beschadigd raken.
Laat een draagbare speler niet in de auto achter. De temperatuur in de auto kan hoog
oplopen.
Druk niet op de draagbare speler en oefen geen onnodige kracht hierop uit terwijl
het apparaat is aangesloten.
Steek geen vreemde voorwerpen in de aansluiting.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 454 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
455
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
5-7. Bluetooth®-verbinding
Stappen voor het gebruik van Bluetooth
®
-apparaten
De volgende functies zijn beschikbaar wanneer gebruik wordt gemaakt van
draadloze Bluetooth®-communicatie:
Via het Lexus display-audiosysteem kan een draagbare audiospeler wor-
den bediend en beluisterd
U kunt handsfree bellen met een mobiele telefoon
Registreer en maak verbinding met een Bluetooth®-apparaat via onder-
staande handelingen om gebruik te maken van draadloze communicatie.
Overzicht registreren/verbinding maken met apparaat
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 455 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
456 5-7. Bluetooth®-verbinding
IS300h_EE(OM53E44E)
Ga naar “Bluetooth*-instellingen”: toets MENU “Instellingen”
“Bluetooth*
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG. Inc.
Wanneer het scherm “Bluetooth*-instellingen” wordt weergegeven vanaf het scherm
“Bluetooth*-audio
Geef het scherm “Bluetooth*-audio” weer. (Blz. 463)
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer “Verbinden”.
Wanneer het scherm “Bluetooth*-instellingen” wordt weergegeven vanaf het tele-
foonhoofdscherm
Geef het telefoonhoofdscherm weer. (Blz. 464)
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer “Telefoon verbinden”.
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG. Inc.
Scherm “Bluetooth*-instellingen
1
2
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 456 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
457
5-7. Bluetooth®-verbinding
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Zet de instelling voor de Bluetooth®-verbinding voor uw apparaat aan.
Ga naar “Bluetooth*-instellingen”: toets MENU “Instellingen”
“Bluetooth*
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer “Toestel toevoegen
Als dit scherm wordt weergegeven,
zoek dan de op dit scherm weerge-
geven toestelnaam op uw
Bluetooth®-apparaat.
Raadpleeg de bij uw Bluetooth®-appa-
raat geleverde handleiding voor meer
informatie over de bediening van uw
Bluetooth®-apparaat.
Registreer het Bluetooth®-appa-
raat met uw Bluetooth®-apparaat.
Bij Bluetooth®-apparaten die SSP-compatibel (Secure Simple Pairing) zijn, is geen
pincode nodig. Afhankelijk van het apparaat moet u mogelijk “Yes” (Ja) selecteren om
te registeren, of “No” (Nee) om het registreren van uw apparaat af te breken.
Als een foutmelding wordt weergegeven, volg dan de aanwijzingen op het scherm en
probeer het nog een keer.
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG. Inc.
Ga naar “Bluetooth*-instellingen”: toets MENU “Instellingen”
“Bluetooth*
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer “Remove device” (Toestel
verwijderen).
Selecteer het apparaat dat verwij-
derd moet worden.
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG. Inc.
Registreren van een Bluetooth®-apparaat
Bluetooth®-apparaten die compatibel zijn met telefoons (HFP) en draagbare
audiospelers (AVP) kunnen gelijktijdig worden geregistreerd. U kunt maxi-
maal 5 Bluetooth®-apparaten registreren.
Registreren van een Bluetooth®-apparaat
1
2
3
4
5
Verwijderen van een Bluetooth®-apparaat
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 457 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
458 5-7. Bluetooth®-verbinding
IS300h_EE(OM53E44E)
Ga naar “Bluetooth*-instellingen”: toets MENU “Instellingen”
“Bluetooth*
Selecteer het apparaat waarmee u
verbinding wilt maken.
Selecteer “Alles verbinden”, “Verbinden als telefoon” of “Verbinden als audio-
speler”.
Alles verbinden” betekent dat zowel de telefoon- als de audiofuncties van een
apparaat worden verbonden.
Als het gewenste Bluetooth®-apparaat niet wordt weergegeven, registreer het
apparaat dan. (Blz. 457)
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG. Inc.
Selecteren van een Bluetooth®-apparaat
Als er meerdere Bluetooth®-apparaten zijn geregistreerd, moet onder-
staande procedure worden gevolgd om het Bluetooth®-apparaat te selecte-
ren dat op dat moment gebruikt gaat worden. U kunt per keer maar een
apparaat gebruiken.
Selecteren van een Bluetooth®-apparaat
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 458 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
459
5-7. Bluetooth®-verbinding
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Als de draagbare audiospeler stand-by staat om verbinding te maken, wordt hij
automatisch verbonden zodra het contact in stand ACC of AAN staat.
Bedien de draagbare speler en sluit deze aan op het Bluetooth®-audiosysteem.
Ga naar “Bluetooth*-instellingen”: toets MENU “Instellingen”
“Bluetooth*
Selecteer het apparaat waarmee u
verbinding wilt maken.
Selecteer “Alles verbinden” of “Verbinden als audiospeler”.
Als het gewenste Bluetooth®-apparaat niet wordt weergegeven, registreer het
apparaat dan. (Blz. 457)
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG. Inc.
Verbinding maken met een Bluetooth®-audiospeler
Er zijn 2 verbindingsmethoden voor een draagbare speler beschikbaar: ver-
binden vanaf de auto of verbinden vanaf de draagbare speler.
Met de verbindingsmethode “Voertuig”
Met de verbindingsmethode “Toestel”
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 459 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
460 5-7. Bluetooth®-verbinding
IS300h_EE(OM53E44E)
De automatische verbinding wordt geactiveerd wanneer u uw telefoon regis-
treert. Het verdient aanbeveling deze optie in te schakelen en ervoor te zorgen
dat de Bluetooth®-telefoon zich op een plek bevindt waar een goede verbinding
mogelijk is.
Wanneer het contact in stand ACC of AAN wordt gezet, zoekt het systeem naar
een geregistreerde telefoon in de nabijheid.
Het systeem maak automatisch verbinding met de laatst aangesloten telefoon.
Het resultaat van de verbinding wordt weergegeven.
Wanneer de automatische verbinding is mislukt of “Bluetooth*-voeding” is uit-
geschakeld, dient u handmatig verbinding te maken met het Bluetooth®-appa-
raat.
Ga naar “Bluetooth*-instellingen”: toets MENU “Instellingen”
“Bluetooth*
Selecteer het apparaat waarmee u
verbinding wilt maken.
Selecteer “Connect all” (Alles verbinden), “Connect as a telephone” (Verbin-
den als telefoon) of “Connect as audio player” (Verbinden als audiospeler).
Als het gewenste Bluetooth®-apparaat niet wordt weergegeven, registreer het
apparaat dan. (Blz. 457)
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG. Inc.
Opnieuw verbinding maken met een Bluetooth®-telefoon
Als het systeem geen verbinding kan maken omdat het signaal te zwak is, zal het systeem
automatisch opnieuw proberen een verbinding te maken als het contact in stand ACC of
AAN staat.
Een telefoon aansluiten terwijl via Bluetooth®-audio wordt afgespeeld
Het afspelen van muziek via de Bluetooth®-audio wordt onderbroken.
Het kan enige tijd duren voor de verbinding tot stand komt.
Verbinding maken met een Bluetooth®-telefoon
Er zijn twee manieren om verbinding te maken: automatisch en handmatig.
Automatisch verbinding maken
Handmatig verbinding maken
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 460 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
461
5-7. Bluetooth®-verbinding
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Ga naar “Bluetooth*-instellingen”: toets MENU “Instellingen”
“Bluetooth*
Selecteer het gewenste apparaat en vervolgens “Toestelinformatie”.
De naam van het apparaat wijzi-
gen
De verbindingsmethode wijzigen
“Voertuig”: het audiosysteem aan-
sluiten op de draagbare audiospeler.
Apparaat”: de draagbare speler aan-
sluiten op het audiosysteem.
Het adres van het apparaat
Compatibiliteitsprofiel van het
apparaat
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG. Inc.
Terugkeren naar de standaardinstellingen
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer “Standaard” op het scherm “Toestel-
informatie”.
Weergeven van gegevens van een Bluetooth®-
apparaat
U kunt de gegevens van een geregistreerd apparaat controleren en wijzigen.
Registratiegegevens Bluetooth®-apparaat
1
2
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 461 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
462 5-7. Bluetooth®-verbinding
IS300h_EE(OM53E44E)
Ga naar “Bluetooth*-instellingen”: toets MENU “Instellingen”
“Bluetooth*
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer “Systeeminstellingen.
Hiermee kunt u de Bluetooth®-
functie aan-/uitzetten.
De naam van het apparaat wijzi-
gen.
De pincode wijzigen.
U kunt de pincode voor het registre-
ren van uw Bluetooth®-apparaat in
het systeem wijzigen.
Het adres van het apparaat
Hiermee kunt u de weergave van
de telefoonstatus aan-/uitzetten
U kunt het systeem zo instellen dat
tijdens het verbinding maken de sta-
tus wordt weergegeven.
Hiermee kunt u de weergave van
de status van de audiospeler aan-
/uitzetten
U kunt het systeem zo instellen dat
tijdens het verbinding maken met de
audiospeler de status wordt weerge-
geven.
Het compatibiliteitsprofiel van het systeem
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG. Inc.
Terugkeren naar de standaardinstellingen
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer “Standaard” op het scherm “Sys-
teeminstellingen”.
Gedetailleerde Bluetooth®-instellingen
U kunt de gedetailleerde Bluetooth®-instellingen controleren en wijzigen.
Controleren en wijzigen van gedetailleerde Bluetooth®-instellingen
1
2
1
2
3
4
5
6
7
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 462 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
463
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
5-8. Bluetooth®-audio
Wanneer er geen verbinding kan worden gemaakt met een Bluetooth®-appa-
raat, controleer dan de verbindingsstatus op het scherm “Bluetooth*-audio”. Als
er geen verbinding is gemaakt met het apparaat, registreer het apparaat dan of
maak verbinding. (Blz. 457, 459)
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG. Inc.
Wanneer u op de toets MEDIA drukt, wordt vanuit een willekeurig scherm van
de geselecteerde bron het hoofdscherm voor Bluetooth®-audio weergegeven.
Menuscherm
Blz. 434
Selecteren van een muziekstuk
Druk op de toets of of draai de knop TUNE•SCROLL om het nummer
van het gewenste muziekstuk te selecteren.
Houd de toets of ingedrukt om vooruit of terug te spoelen.
Selecteren van een afspeelmodus
Beweeg de bedieningsknop naar rechts en selecteer “Browse” (Bladeren).
Selecteer de gewenste afspeelfunctie en selecteer vervolgens een
muziekstuk waarmee u de geselecteerde afspeelmodus wilt beginnen.
De huidige lijst weergeven
Beweeg de bedieningsknop naar rechts en selecteer “Now playing list” (Hui-
dige lijst).
Afspelen van bestanden via Bluetooth®-audio
Dankzij het Bluetooth®-audiosysteem kunt u via een draadloze verbinding
muziekbestanden op een draagbare speler via de luidsprekers van de auto
afspelen.
Hoofdscherm Bluetooth®-audio
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 463 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
464
IS300h_EE(OM53E44E)
5-9. Bluetooth®-telefoon
Controleer voor u gaat bellen de verbindingsstatus, de ladingstoestand van de
batterij, het ontvangstgebied en de signaalsterkte. (Blz. 465)
Wanneer er geen verbinding kan worden gemaakt met een Bluetooth®-appa-
raat, controleer dan de verbindingsstatus. Als er geen verbinding is gemaakt met
het apparaat, registreer het apparaat dan of maak verbinding. (Blz. 457, 460)
Druk op de toets gesprek aannemen op het stuurwiel of selecteer “Telefoon” op
het scherm MENU om het onderstaande scherm weer te geven.
Telefoonnaam
Status Bluetooth®-verbinding
(Blz. 465)
Het scherm met de oproepge-
schiedenis weergeven
(Blz. 468)
Het scherm met favorieten weerge-
ven (Blz. 468)
Het scherm met contacten weerge-
ven (Blz. 466)
Het scherm met kiestoetsen weergeven (Blz. 466)
Het scherm met het postvak in weergeven (Blz. 472)
Gebruik van een Bluetooth®-telefoon
Het handsfree-systeem maakt het mogelijk uw mobiele telefoon te gebruiken
zonder dat u deze vast hoeft te houden.
Dit systeem ondersteunt Bluetooth®. Bluetooth® is een draadloos systeem
waarmee de mobiele telefoon contact legt met het handsfree-systeem zodat
er gesprekken kunnen worden gevoerd.
Telefoonhoofdscherm
1
2
3
4
5
6
7
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 464 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
465
5-9. Bluetooth®-telefoon
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Telefoontoets (Blz. 475)
Microfoon
Tijdens het telefoongesprek wordt
de in de auto geïntegreerde micro-
foon gebruikt.
De stem van uw gesprekspartner
wordt weergegeven via de luidspre-
kers voor.
Om gebruik te kunnen maken van
het handsfree-systeem, moet u uw
Bluetooth®-telefoon registreren in
het systeem. (Blz. 457)
Op een willekeurig scherm worden indicatoren als de signaalsterkte en de
ladingstoestand van de batterij weergegeven.
Status verbinding
Signaalsterkte
Ladingstoestand batterij
Weergave status
1
2
3
Indicatoren Status
Status verbinding
Goed Slecht Geen verbinding
(Blauw) (Grijs)
Signaalsterkte
Uitstekend Slecht
Ladingstoestand
batterij
Vol Leeg
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 465 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
466 5-9. Bluetooth®-telefoon
IS300h_EE(OM53E44E)
Ga naar “Kiestoetsen”: toets MENU “Telefoon “Kiestoetsen”
Voer een telefoonnummer in. (Blz. 415)
Druk op de toets gesprek aannemen op het stuurwiel of selecteer .
U kunt een nummer kiezen uit het telefoonboek dat geïmporteerd is vanuit uw
mobiele telefoon. Het systeem beschikt over één telefoonboek voor elke gere-
gistreerde telefoon. U kunt maximaal 2500 contacten opslaan in elk telefoon-
boek. (Blz. 467)
Ga naar “Contacten”: toets MENU “Telefoon” “Contacten
Selecteer het gewenste contact uit de lijst.
Kies het nummer en druk op de toets gesprek aannemen op het stuurwiel of
druk op de bedieningsknop.
Een gesprek tot stand brengen
Als een Bluetooth®-telefoon eenmaal is geregistreerd, kunt u met de vol-
gende procedure een gesprek tot stand brengen:
Bellen
Bellen vanuit het telefoonboek
1
2
3
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 466 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
467
5-9. Bluetooth®-telefoon
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
U kunt de telefoonnummers in een Bluetooth®-telefoon overbrengen naar het
systeem.
De bediening verschilt tussen PBAP-compatibele (Phone Book Access Profile)
en niet-PBAP-compatibele Bluetooth®-telefoons. Als de mobiele telefoon geen
PBAP of OPP (Object Push Profile) ondersteunt, kunt u geen contacten over-
brengen.
Druk op de toets gesprek aannemen op het stuurwiel.
Als het telefoonboek leeg is, wordt een melding weergegeven.
PBAP-compatibele Bluetooth®-telefoon waarbij “Automatische overdracht”
is uitgeschakeld
Kies “Altijd” om ervoor te zorgen dat elke keer dat een mobiele telefoon
wordt aangesloten de nieuwe contacten automatisch worden overgebracht.
(Blz. 478)
Selecteer “Once” (Eenmalig) als u nieuwe contacten wilt overbrengen vanuit
een mobiele telefoon.
Niet-PBAP-compatibele en OPP-compatibele Bluetooth®-telefoon
Selecteer “Transfer” (Overbr.) en bedien uw mobiele telefoon als u nieuwe
contacten wilt overbrengen vanuit een mobiele telefoon.
Kies “Toevoegen” als u handmatig een nieuw contact wilt toevoegen.
Wanneer het telefoonboek leeg is
1
2
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 467 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
468 5-9. Bluetooth®-telefoon
IS300h_EE(OM53E44E)
U kunt bellen via de nummers die onder de favorieten zijn geregistreerd.
Ga naar “Favorieten”: toets MENU Telefoon” “Favorieten”
Selecteer het gewenste contact uit de lijst.
Kies het nummer en druk op de toets gesprek aannemen op het stuurwiel of
druk op de bedieningsknop.
U kunt bellen met behulp van de oproepgeschiedenis.
Ga naar “Oproepgeschiedenis”: toets MENU “Telefoon” “Oproepge-
schiedenis”
Selecteer de gewenste vermelding
uit de lijst.
Druk op de toets gesprek aannemen op het stuurwiel of selecteer .
Overzicht oproepgeschiedenis
Als u een nummer belt van iemand die in het telefoonboek staat of gebeld wordt door
iemand die in het telefoonboek staat, wordt de naam van de desbetreffende persoon
weergegeven in de oproepgeschiedenis.
Als u hetzelfde nummer meerdere malen belt, wordt alleen het laatst gevoerde
gesprek in het overzicht weergegeven.
Internationaal bellen
Of u internationale telefoongesprekken kunt voeren, is afhankelijk van de mobiele tele-
foon die u gebruikt.
Bellen van het laatste item van de oproepgeschiedenis
Druk op de toets gesprek aannemen op het stuurwiel om het telefoonhoofdscherm
weer te geven.
Druk nogmaals op de toets om het scherm “Oproepgeschiedenis” weer te geven.
Druk nogmaals op de toets om het laatste item van de oproepgeschiedenis te selecte-
ren.
Bellen vanuit favorieten
Bellen vanuit de oproepgeschiedenis
1
2
3
1
2
3
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 468 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
469
5-9. Bluetooth®-telefoon
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Druk op de toets gesprek aannemen
op het stuurwiel of selecteer .
Druk op de toets gesprek aannemen op het stuurwiel of selecteer .
Internationaal bellen
Internationale gesprekken worden mogelijk niet juist weergegeven. Dit is afhankelijk van
de gebruikte mobiele telefoon.
Ontvangen van een oproep
Wanneer er een oproep wordt ontvangen, wordt het volgende scherm weer-
gegeven en klinkt er een geluidssignaal.
Een oproep beantwoorden
Weigeren van een oproep
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 469 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
470 5-9. Bluetooth®-telefoon
IS300h_EE(OM53E44E)
Selecteer “Transmit volume” (Zendvo-
lume). Beweeg de bedieningsknop
naar links terwijl het scherm “Transmit
volume” (Verzendvolume) wordt weer-
gegeven en selecteer “Default” (Stan-
daard) om het volume terug te zetten
naar de standaardwaarde.
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer “In-call volume” (Inbelvo-
lume). U kunt het volume ook regelen met de aan/uit/volumeknop of de stuur-
wieltoetsen.
Selecteer “Mute” (dempen).
Wanneer u gebruikmaakt van een antwoordservice of van telefonisch bankieren,
kunt u telefoonnummers en codes opslaan in de contactenlijst met behulp van de
karakters p of w (bij. 056133 w 0123p#1).
Contact met alleen een telefoonnummer
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer “0-9”.
Voer het nummer in.
Telefoonnummer met een p-karakter
Wanneer het p-karakter wordt gebeld bij een uitgaand gesprek, volgt er een
pauze van 2 seconden voordat de volgende cijfers automatisch worden gebeld.
Telefoonnummer met een w-karakter
Wanneer het w-karakter wordt gebeld bij een uitgaand gesprek, dient u naar het
scherm “Kiestonen” te gaan om de volgende cijfers in te voeren. Beweeg de
bedieningsknop naar links en selecteer “Kiestonen”.
Voeren van een telefoongesprek
Tijdens het voeren van een gesprek wordt het volgende scherm weergegeven.
Regelen van het verzendvolume
Het inbelvolume instellen
Om te voorkomen dat uw gesprekspartner meeluistert
Invoeren van tonen
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 470 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
471
5-9. Bluetooth®-telefoon
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Kies “Handsetmodus” om over te schakelen van handsfree bellen naar bellen
met de mobiele telefoon of vice versa.
Druk op de toets gesprek aannemen op het stuurwiel of selecteer .
Als tijdens een telefoongesprek een andere oproep wordt ontvangen, krijgt u
hiervan een melding.
De andere oproep beantwoorden:
Druk op de toets gesprek aannemen
op het stuurwiel of selecteer .
De oproep weigeren:
Druk op de toets gesprek aannemen
op het stuurwiel of selecteer .
Als een oproep in de wacht staat, kunt u door op de toets gesprek aannemen op het
stuurwiel te drukken of te selecteren overschakelen naar de andere oproep.
Doorsturen van een gesprek
Het is niet mogelijk tijdens het rijden een gesprek door te sturen van het handsfree-sys-
teem naar de mobiele telefoon.
Als u een gesprek doorstuurt van de mobiele telefoon naar het handsfree-systeem,
wordt het handsfree-scherm weergegeven en kunt u het systeem bedienen met behulp
van het scherm.
Het doorsturen van gesprekken en de bediening kan enigszins afwijken, afhankelijk van
het type mobiele telefoon.
Raadpleeg indien nodig de gebruiksaanwijzing van de mobiele telefoon.
Werking gesprek in de wacht zetten
De procedure voor het gesprek in de wacht zetten kan verschillen afhankelijk van uw
provider en uw mobiele telefoon.
Doorsturen van een oproep
Beëindigen van een gesprek
Wisselgesprek
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 471 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
472 5-9. Bluetooth®-telefoon
IS300h_EE(OM53E44E)
Ga naar “Postvak in”: toets MENU Telefoon” “Postvak in
Selecteer een bericht.
Als u de bedieningsknop naar links beweegt terwijl het scherm “Postvak in” wordt
weergegeven, gaat u naar het instelscherm. (Blz. 482)
Beweeg de bedieningsknop naar rechts terwijl het scherm “Postvak in” wordt weer-
gegeven en selecteer vervolgens een account om een berichtenoverzicht voor het
geselecteerde account weer te geven.
Wanneer u “Volgende” of “Vorige” selecteert, wordt het volgende of vorige
bericht weergegeven.
Wanneer een bericht te lang is, selecteer dan “Lees meer” om de volledige tekst
weer te geven.
Optiemenu
Beweeg de bedieningsknop naar links terwijl het berichtenscherm wordt
weergegeven.
Selecteer een al opgesteld
bericht en verstuur een antwoord.
Een afzender bellen.
Wanneer voor een afzender meer-
dere telefoonnummers geregis-
treerd staan, wordt er een
selectiescherm voor telefoonnum-
mers weergegeven.
Een telefoonnummer uit een
bericht bellen.
Selecteer “Markeren als ongelezen” om e-mails die zijn gelezen te marke-
ren als ongelezen. Selecteer “Markeren als gelezen” om e-mails die niet
zijn gelezen te markeren als gelezen.
Gebruik van een Bluetooth®-telefoonbericht
Als een Bluetooth®-telefoon die MAP-profiel-compatibel is eenmaal is gere-
gistreerd, kunt u met de volgende procedures een e-mail/sms/mms bekijken
en beantwoorden:
Berichten bekijken
Berichtenscherm
1
2
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 472 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
473
5-9. Bluetooth®-telefoon
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Beweeg de bedieningsknop naar links terwijl het berichtenscherm wordt
weergegeven.
Selecteer “Snelbericht” om het scherm “Snelbericht” weer te geven.
Selecteer het gewenste bericht en vervolgens “Verzenden”.
Bewerken van een snelbericht
Beweeg de bedieningsknop naar links terwijl het berichtenscherm wordt
weergegeven.
Selecteer “Snelbericht” en vervolgens het gewenste bericht. Beweeg de
bedieningsknop naar links terwijl het gewenste bericht wordt weergege-
ven.
Selecteer “Bewerken”.
Selecteer “Standaard” om na het bewerken terug te keren naar het standaardbe-
richt.
Een bericht beantwoorden
1
2
3
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 473 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
474 5-9. Bluetooth®-telefoon
IS300h_EE(OM53E44E)
Deze functie is beschikbaar wanneer “Pop-upbericht voor E-mail” of “Pop-upbe-
richt voor SMS/MMS” is ingeschakeld. (Blz. 482)
“Weergave binnenkomende E-mail” of “Weergave binnenkomende SMS/
MMS” is ingesteld op “Dropdown”
Wanneer een e-mail/sms/mms wordt ontvangen, wordt de melding voor een
binnenkomend bericht weergegeven aan de bovenzijde van het scherm en is
een geluidssignaal te horen.
“Weergave binnenkomende E-mail” of “Weergave binnenkomende SMS/
MMS” is ingesteld op “Volledig scherm”
Wanneer een e-mail/sms/mms wordt ontvangen, wordt de melding voor een
binnenkomend bericht weergegeven, is een geluidssignaal te horen en kan de
pop-up op het scherm worden bediend.
Het bericht bekijken.
Het bericht niet bekijken.
Bellen naar het telefoonnummer van
de afzender.
Een pop-upbericht ontvangen
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 474 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
475
5-9. Bluetooth®-telefoon
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Vol umeto ets
Tijdens een binnenkomend gesprek:
stelt het beltoonvolume in
Tijdens het voeren van een gesprek:
stelt het inbelvolume in.
Het volume van de gesproken aanwij-
zingen kan niet met deze toets worden
geregeld.
Toets gesprek aannemen
Opbellen
•Ontvangen
Telefoonhoofdscherm weergeven
Toets gesprek beëindigen
Gesprek beëindigen
Gesprek weigeren
Spraaktoets
Indrukken: het spraakcommandosysteem wordt ingeschakeld
Ingedrukt houden: het spraakcommandosysteem wordt uitgeschakeld
Gebruik van de toetsen op het stuurwiel
U kunt de toetsen op het stuurwiel gebruiken om een aangesloten mobiele
telefoon te bedienen.
Bedienen van een telefoon met de stuurwieltoetsen
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 475 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
476 5-9. Bluetooth®-telefoon
IS300h_EE(OM53E44E)
Ga naar “Telefooninstellingen”: toets MENU “Instellingen “Telefoon
Een Bluetooth®-apparaat registre-
ren en er verbinding mee maken.
(Blz. 457)
Het gespreksvolume instellen.
(Blz. 476)
De instellingen voor contacten/
oproepgeschiedenis wijzigen.
(Blz. 478)
De berichtinstellingen wijzigen.
(Blz. 482)
De weergave-instellingen van de telefoon wijzigen. (Blz. 477)
Het type beltoon wijzigen
Het beltoonvolume instellen
De toon voor een binnenkomende
sms/mms wijzigen
Het toonvolume voor een binnenko-
mende sms/mms instellen
Het type toon voor een binnenko-
mende e-mail wijzigen
Het toonvolume voor een binnenko-
mende e-mail instellen
Het toonvolume voor inkomende
oproepen instellen
Instellingen Bluetooth®-telefoon
U kunt het handsfree-systeem naar wens instellen.
Scherm “Telefooninstellingen”
1
2
3
4
Geluidsinstellingen
5
1
2
3
4
5
6
7
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 476 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
477
5-9. Bluetooth®-telefoon
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
De weergave van inkomende
oproepen wijzigen
De melding voor de status van het
overbrengen van telefoonboek/
oproepgeschiedenis aan-/uitzetten
Terugkeren naar de standaard volume-instellingen
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer “Standaard”.
Weergave-instellingen van de telefoon
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 477 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
478
IS300h_EE(OM53E44E)
5-10. Telefoonboek
Ga naar “Inst. cont./oproepgesch.”: toets MENU “InstellingenTelefoon”
“Inst. cont./oproepgesch.
Hiermee kunt u het automatisch
downloaden van een telefoonboek
aan-/uitzetten
Wanneer deze instelling is ingescha-
keld, worden de telefoonboekgegevens
automatisch overgebracht.
Afhankelijk van het type telefoon wordt
ook de oproepgeschiedenis overgezet.
Telefoonboek updaten (niet-PBAB-
compatibele Bluetooth®-telefoons
of compatibele telefoons waarbij
Automatische overdracht” is uitge-
schakeld)
De sorteermodus voor contacten
wijzigen
Een favoriet toevoegen
(Blz. 480)
Een favoriet verwijderen
(Blz. 480)
Hiermee kunt u de weergave van de
afbeeldingen van contacten aan-/
uitzetten
De oproepgeschiedenis wissen. (niet-PBAB-compatibele Bluetooth®-tele-
foons of compatibele telefoons waarbij “Automatische overdracht” is uitge-
schakeld)
Instellingen contacten
De afzonderlijke telefoonboeken van maximaal 5 telefoons kunnen in het sys-
teem worden geregistreerd. U kunt in totaal de gegevens van maximaal
2.500 contacten (maximaal 4 nummers per contact) in het telefoonboek van
het systeem registreren.
Scherm “Inst. cont./oproepgesch.
1
2
3
4
5
6
7
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 478 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
479
5-10. Telefoonboek
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Een nieuw contact toevoegen (niet-
PBAB-compatibele Bluetooth®-
telefoons of compatibele telefoons
waarbij “Automatische overdracht”
is uitgeschakeld)
Voer de naam, het telefoonnummer en
het type telefoonnummer in om een
nieuw contact toe te voegen.
Een contact bewerken (niet-PBAB-compatibele Bluetooth®-telefoons of
compatibele telefoons waarbij “Automatische overdracht” is uitgeschakeld)
Selecteer het contact dat u wilt bewerken.
Contacten wissen (Blz. 480) (niet-PBAB-compatibele Bluetooth®-tele-
foons of compatibele telefoons waarbij “Automatische overdracht” is uitge-
schakeld)
Een spraaklabel bewerken (Blz. 501)
Terugkeren naar de standaardinstellingen
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer “Standaard”.
U kunt de telefoonnummers in uw Bluetooth®-telefoon overbrengen naar het
systeem. De bediening verschilt tussen PBAP-compatibele en niet-PBAP-com-
patibele Bluetooth®-telefoons. Als uw mobiele telefoon geen PBAP of OPP
ondersteunt, kunt u geen contacten overbrengen.
Ga naar “Contacten overbrengen”: toets MENU “Instellingen” “Telefoon”
“Inst. cont./oproepgesch. “Contacten van telefoon updaten”
PBAP-compatibele Bluetooth®-telefoon waarbij “Automatische overdracht”
is ingeschakeld
Het updaten start automatisch.
PBAP-compatibele Bluetooth®-telefoon waarbij “Automatische overdracht”
is uitgeschakeld en niet-PBAP-compatibele Bluetooth®-telefoon
8
Een telefoonnummer overbrengen
9
10
11
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 479 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
480 5-10. Telefoonboek
IS300h_EE(OM53E44E)
Hiermee kunt u het contact over-
brengen van de aangesloten
mobiele telefoon en het huidige
contact vervangen.
Hiermee kunt u de gewenste con-
tactgegevens overbrengen van de
aangesloten mobiele telefoon en
aan de huidige gegevens toevoegen.
U kunt het gewenste contact registreren vanuit het telefoonboek. U kunt maxi-
maal 15 contacten per telefoon registreren.
Ga naar “Favoriet toevoegen”: toets MENU “Instellingen “Telefoon”
“Inst. cont./oproepgesch. “Favoriet toevoegen”
Kies het contact dat u wilt registreren.
Ga naar “Favoriet verwijderen”: toets MENU “Instellingen “Telefoon”
“Inst. cont./oproepgesch. “Favoriet verwijderen
Selecteer de gewenste contacten.
U kunt alle contacten selecteren door “Alles selecteren” te kiezen.
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer “Verwijderen”.
Ga naar “Contacten wissen”: toets MENU “Instellingen” “Telefoon”
“Inst. cont./oproepgesch.Contacten wissen
Selecteer de gewenste contacten.
U kunt alle contacten selecteren door “Alles selecteren” te kiezen.
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer “Wissen”.
1
2
Favorieten registreren
Favorieten verwijderen
De contactgegevens verwijderen
1
2
1
2
3
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 480 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
481
5-10. Telefoonboek
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Gegevens uit het telefoonboek
Voor elke geregistreerde telefoon worden de telefoonboekgegevens afzonderlijk
beheerd. Als één telefoon met het systeem is verbonden, kunnen de geregistreerde
gegevens van de andere telefoons niet worden weergegeven.
Wanneer u contacten overbrengt
Het overbrengen van contacten dient te gebeuren terwijl het hybridesysteem in werking is.
Als de mobiele telefoon OPP- of PBAP-compatibel is, moet u mogelijk 1234 in de mobiele
telefoon invoeren voor OBEX-certificatie.
Wanneer u “Contacten vervangen” of “Contact toevoegen” hebt geselecteerd om
contacten over te brengen
Als de mobiele telefoon geen OPP ondersteunt, werken deze functies niet. U kunt de
telefoonboekgegevens alleen overzetten door uw telefoon te bedienen.
Contacten overbrengen terwijl via Bluetooth®-audio wordt afgespeeld
Het afspelen van audio via de Bluetooth®-audio wordt onderbroken. Na het overbren-
gen van de gegevens wordt de verbinding automatisch hersteld. Afhankelijk van de tele-
foon wordt de verbinding mogelijk niet hersteld.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 481 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
482 5-10. Telefoonboek
IS300h_EE(OM53E44E)
Ga naar “Berichtinstellingen”: toets MENU “Instellingen “Telefoon
“Berichtinstellingen”
Hiermee kunt u het doorsturen van
berichten vanaf mobiele telefoons
aan-/uitzetten
Hiermee kunt u de weergave van
meldingen voor een nieuwe sms/
mms aan-/uitzetten
Hiermee kunt u de weergave van
meldingen voor een nieuwe e-mail
aan-/uitzetten
Hiermee kunt u de handtekening-
functie aan-/uitzetten
Hiermee kunt u de update-functie
voor de status gelezen/ongelezen
van berichten op de telefoon aan-/
uitzetten
De weergave van binnenkomende
sms/mms wijzigen
Hiermee kunt u de weergave van
binnenkomende e-mails wijzigen.
De accountnaam wijzigen naar
“Servicenaam” (naam van het aan-
gesloten apparaat) of “Vaste naam
(vooraf bepaalde naam)
Terugkeren naar de standaardinstellingen
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer “Standaard” op het scherm “Bericht-
instellingen”.
Berichtinstellingen
1
2
3
4
5
6
7
8
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 482 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
483
5
Lexus Display Audio system
IS300h_EE(OM53E44E)
5-11. Bluetooth®
Als zich een probleem voordoet met het handsfree-systeem of een Bluetooth®-
apparaat, controleer dan eerst de onderstaande tabel.
Bij het gebruik van het handsfree-systeem in combinatie met een Bluetooth®-
apparaat
Bij het registreren/aansluiten van een mobiele telefoon
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
Het handsfree-systeem of Bluetooth®-apparaat werkt niet.
De Bluetooth®-versie van de aangesloten mobiele telefoon is mogelijk ouder dan de
aangegeven versie.
Gebruik een mobiele telefoon met Bluetooth®-versie 2.0 of hoger (aanbevolen:
versie 3.0 met EDR of hoger). (Blz. 487)
Een mobiele telefoon kan niet worden geregistreerd.
Er is een onjuiste toegangscode ingevoerd op de mobiele telefoon.
Voer de juiste toegangscode in op de mobiele telefoon.
De registratieprocedure is niet voltooid op de mobiele telefoon.
Voltooi de registratieprocedure op de mobiele telefoon (bevestig de registratie
op de telefoon).
Er is verouderde registratie-informatie aanwezig op hetzij dit systeem hetzij de
mobiele telefoon.
Wis de bestaande registratie-informatie van zowel dit systeem als de mobiele
telefoon en registreer de mobiele telefoon die u op het systeem wilt aansluiten.
(Blz.457)
Er kan geen Bluetooth®-verbinding worden gemaakt.
Er is al een ander Bluetooth®-apparaat aangesloten.
Maak handmatig verbinding met de mobiele telefoon die u in combinatie met dit
systeem wilt gebruiken. (Blz. 460)
De Bluetooth®-functie is niet ingeschakeld op de mobiele telefoon.
Schakel de Bluetooth®-functie op de mobiele telefoon in.
De melding “Controleer uw telefoon.” wordt weergegeven.
De Bluetooth®-functie is niet ingeschakeld op de mobiele telefoon.
Schakel de Bluetooth®-functie op de mobiele telefoon in.
Er is verouderde registratie-informatie aanwezig op hetzij dit systeem hetzij de
mobiele telefoon.
Wis de bestaande registratie-informatie van zowel dit systeem als de mobiele
telefoon en registreer de mobiele telefoon die u op het systeem wilt aansluiten.
(Blz.457)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 483 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
484 5-11. Bluetooth®
IS300h_EE(OM53E44E)
Bij het bellen/gebeld worden
Bij gebruik van het telefoonboek
Bij gebruik van de Bluetooth®-berichtfunctie
U kunt niet bellen/gebeld worden.
Uw auto bevindt zich in een gebied waar geen bereik is.
Rijd naar een gebied waar het display niet aangeeft dat er geen bereik is.
De telefoonboekgegevens kunnen niet handmatig/automatisch worden overgebracht.
De functie voor automatisch overbrengen van het telefoonboek is voor dit systeem uit-
geschakeld.
Schakel de functie voor automatisch overbrengen van het telefoonboek voor dit
systeem in. (Blz.478)
De toegangscode is niet ingevoerd op de mobiele telefoon.
Voer de toegangscode in op de mobiele telefoon indien hierop wordt gevraagd
(standaardtoegangscode: 1234).
Het overbrengen op de mobiele telefoon is niet voltooid.
Voltooi het overbrengen op de mobiele telefoon (bevestig het overbrengen op
de telefoon).
De telefoonboekgegevens kunnen niet worden bewerkt.
De functie voor automatisch overbrengen van het telefoonboek is voor dit systeem
ingeschakeld.
Schakel de functie voor automatisch overbrengen van het telefoonboek voor dit
systeem uit. (Blz.478)
Berichten kunnen niet worden bekeken.
Het overbrengen van berichten is niet ingeschakeld op de mobiele telefoon.
Schakel het overbrengen van berichten op de mobiele telefoon in (bevestig het
overbrengen van berichten op de telefoon).
De functie voor automatisch overbrengen is voor dit systeem uitgeschakeld.
Schakel de functie voor automatisch overbrengen voor dit systeem in.
(Blz.482)
Er worden geen meldingen voor nieuwe berichten weergegeven.
Meldingen van de ontvangst van een sms/mms/e-mail is voor dit systeem uitgescha-
keld.
Schakel de meldingen van de ontvangst van een sms/mms/e-mail voor dit sys-
teem in. (Blz.482)
Het automatisch overbrengen van berichten is niet ingeschakeld op de mobiele tele-
foon.
Schakel het automatisch overbrengen op de mobiele telefoon in.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 484 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
485
5-11. Bluetooth®
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
In overige situaties
Hoewel alle mogelijke maatregelen zijn genomen, wijzigt de status van het symptoom
niet.
De mobiele telefoon bevindt zich niet dicht genoeg bij dit systeem.
Plaats de mobiele telefoon dichter in de buurt van dit systeem.
De mobiele telefoon is de meest waarschijnlijke veroorzaker van dit symptoom.
Schakel de mobiele telefoon uit, verwijder de accu, plaats deze terug en schakel
de mobiele telefoon weer in.
Schakel de Bluetooth®-verbinding met de mobiele telefoon in.
Annuleer de beveiligingssoftware van de mobiele telefoon en sluit alle toepas-
singen.
Controleer, voordat u een op de mobiele telefoon geïnstalleerde toepassing
gebruikt, zorgvuldig wat de bron ervan is en hoe de werking ervan de werking
van dit systeem kan beïnvloeden.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 485 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
486 5-11. Bluetooth®
IS300h_EE(OM53E44E)
Bij gebruik van het Bluetooth®-audiosysteem
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet.
Als de draagbare audiospeler is uitgeschakeld
Als er geen verbinding is met de draagbare audiospeler
Als de batterij van de draagbare audiospeler bijna leeg is
Het kan enige tijd duren voordat verbinding is gemaakt met de mobiele telefoon als
tegelijkertijd via Bluetooth®-audio wordt afgespeeld.
Afhankelijk van het type draagbare audiospeler dat is verbonden met het systeem kun-
nen er verschillen in de bediening zijn of kunnen bepaalde functies niet beschikbaar
zijn.
Bij het gebruik van het handsfree-systeem
Het volume van het audiosysteem wordt uitgeschakeld als er een telefoongesprek
wordt gevoerd.
Indien beide partijen tegelijkertijd spreken, is dit mogelijk moeilijk te verstaan.
Als het ontvangen gesprek te luid weergegeven wordt, kan er een echo hoorbaar zijn.
Als de Bluetooth®-telefoon zich te dicht bij het systeem bevindt, kan de geluidskwali-
teit in negatieve zin worden beïnvloed en kan de verbinding slechter worden.
In de volgende omstandigheden kan het moeilijk zijn om de gesprekspartner te ver-
staan:
Tijdens het rijden op onverharde wegen
Tijdens het rijden met hoge snelheden
Tijdens het rijden met geopende portierruit(en)
Als de airconditioning in de richting van de microfoon blaast
Bij storingen van het netwerk van de mobiele telefoon
Afhankelijk van het type telefoon zijn sommige functies mogelijk niet beschikbaar.
Situaties waarin het systeem niet werkt
Als een mobiele telefoon wordt gebruikt die geen Bluetooth® ondersteunt
Als de mobiele telefoon is uitgeschakeld
Als u buiten het bereik van het ontvangstgebied komt
Als de mobiele telefoon niet aangemeld is
Als de batterij van de mobiele telefoon bijna leeg is
Als uitgaand telefoonverkeer wordt beperkt, bijvoorbeeld door overbelasting van de
telefoonlijnen
Als de mobiele telefoon zelf niet kan worden gebruikt
Bij het overbrengen van gegevens van het telefoonboek van de mobiele telefoon
Bluetooth®
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 486 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
487
5-11. Bluetooth®
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Bluetooth®-antenne
De antenne is ingebouwd in het display.
Als de draagbare audiospeler zich achter de stoel, in het dashboardkastje of in de
opbergmogelijkheid in de middenconsole bevindt, of wordt afgedekt door een metalen
voorwerp, kan de verbinding slechter worden.
De verbinding kan verslechteren als de mobiele telefoon zich achter de stoel of in de
opbergmogelijkheid in de middenconsole bevindt of als hij contact maakt met of bedekt
is door metaal.
Ladingstoestand batterij/signaalstatus
Dit display kan iets afwijken van het display van de draagbare audiospeler of de tele-
foon zelf.
Dit systeem beschikt niet over een oplaadfunctie.
De batterij van de draagbare audiospeler of de mobiele telefoon raakt snel leeg als het
apparaat is aangesloten op het Bluetooth®-systeem.
Als gelijktijdig via de Bluetooth®-verbinding audio wordt afgespeeld en het handsfree-
systeem wordt gebruikt
De volgende problemen kunnen ontstaan.
De Bluetooth®-audioverbinding wordt mogelijk onderbroken.
Bij het afspelen van audio via de Bluetooth®-verbinding zijn mogelijk bijgeluiden hoor-
baar.
Over de contacten in dit systeem
Van elke geregistreerde telefoon worden de volgende gegevens opgeslagen. Als er ver-
binding wordt gemaakt met een andere telefoon, kunnen de geregistreerde gegevens
niet worden bekeken.
Contactgegevens
Oproepgeschiedenis
Favorieten
Melding
Wanneer een Bluetooth®-telefoon uit het systeem wordt verwijderd, worden boven-
staande gegevens ook gewist.
Over Bluetooth®
Compatibele modellen
Het Bluetooth®-audiosysteem ondersteunt draagbare audiosystemen met de volgende
specificaties:
Bluetooth®-specificaties:
Versie 2.0 of hoger (aanbevolen: versie 3.0 +EDR of hoger)
Het Bluetooth®-beeldmerk en -logo zijn gere-
gistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG,
Inc. en worden door FUJITSU TEN LIMITED
gebruikt onder licentie. Overige handelsmer-
ken en -namen zijn eigendom van de respectie-
velijke eigenaren.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 487 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
488 5-11. Bluetooth®
IS300h_EE(OM53E44E)
Profielen:
A2DP (Advanced Audio Distribution Profile) versie 1.0 of hoger
(aanbevolen: versie 1.2 of hoger)
Dit is een profiel voor het versturen van stereo-audiogeluid of geluid met een hoge
kwaliteit naar het audiosysteem.
AVRCP (Audio/Video Remote Control Profile) versie 1.0 of hoger
(aanbevolen: versie 1.4 of hoger)
Dit is een profiel voor de afstandsbediening van de A/V-apparatuur.
Maar vergeet niet dat sommige functies beperkt beschikbaar zijn, afhankelijk van het
type draagbare speler dat is aangesloten.
Het handsfree-systeem ondersteunt mobiele telefoons met de volgende specificaties:
Bluetooth®-specificatie:
Versie 2.0 of hoger (aanbevolen: versie 3.0 +EDR of hoger)
Profielen:
HFP (Handsfree-profiel) versie 1.0 of hoger (aanbevolen: versie 1.6 of hoger)
Dit is een profiel dat handsfree-telefoongesprekken mogelijk maakt via de mobiele
telefoon of headset. Het heeft een functie voor uitgaande en inkomende gesprek-
ken.
OPP (Object Push Profile) versie 1.1 of hoger (aanbevolen: versie 1.2)
Dit is een profiel voor het overzetten van telefoonboekgegevens. Als een mobiele
telefoon met Bluetooth®-ondersteuning PBAP en OPP heeft, kan OPP niet wor-
den gebruikt.
PBAP (Phone Book Access Profile) versie 1.0 of hoger (aanbevolen: versie 1.1)
Dit is een profiel voor het overzetten van telefoonboekgegevens.
MAP (Message Access Profile) versie 1.0 of hoger
Dit is een profiel voor het gebruik van telefoonberichten.
Als de mobiele telefoon geen HFP-profiel ondersteunt, kunt u hem niet registreren in het
handsfree-systeem. OPP, PBAP of MAP-diensten moeten afzonderlijk worden geselec-
teerd.
Opnieuw aansluiten van de draagbare audiospeler
Als de verbinding met de draagbare audiospeler als gevolg van een slechte ontvangst
wegvalt wanneer het contact in stand ACC of AAN staat, probeert het systeem automa-
tisch opnieuw verbinding te maken met de draagbare speler.
Volg wanneer u de draagbare audiospeler zelf hebt uitgeschakeld de volgende instruc-
ties om weer verbinding te maken:
Selecteer nogmaals de draagbare audiospeler
Voer de draagbare audiospeler in
Als u uw auto verkoopt
Zorg ervoor dat u uw persoonlijke gegevens wist. (Blz. 424)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 488 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
489
5-11. Bluetooth®
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Verklaring
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 489 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
490 5-11. Bluetooth®
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 490 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
491
5-11. Bluetooth®
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 491 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
492 5-11. Bluetooth®
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 492 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
493
5-11. Bluetooth®
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Tijdens het rijden
Gebruik de draagbare audiospeler of mobiele telefoon niet en probeer geen verbin-
ding te maken met het Bluetooth®-systeem.
Waarschuwing met betrekking tot beïnvloeding van elektronische apparatuur
Uw audiomodule is uitgerust met Bluetooth®-antennes. Mensen met geïmplan-
teerde pacemakers, CRT-pacemakers of geïmplanteerde hartdefibrillatoren moeten
voldoende afstand bewaren tot de Bluetooth®-antennes. Radiogolven kunnen de
werking van dergelijke apparatuur beïnvloeden.
Alvorens Bluetooth®-apparaten te gebruiken, moeten gebruikers van medische
apparatuur anders dan geïmplanteerde pacemakers, CRT-pacemakers en geïmplan-
teerde hartdefibrillatoren contact opnemen met de fabrikant of leverancier van deze
producten om te informeren of radiosignalen invloed uitoefenen op deze apparatuur.
Radiogolven kunnen onverwachte effecten hebben op de werking van dergelijke
medische apparatuur.
OPMERKING
Bij het verlaten van de auto
Laat uw draagbare audiospeler of mobiele telefoon niet achter in de auto. De tempera-
tuur in de auto kan hoog oplopen, waardoor uw draagbare audiospeler of mobiele
telefoon beschadigd kan raken.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 493 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
494
IS300h_EE(OM53E44E)
5-12. Overige functies
Ga naar “Informatie”: toets MENU “Info
Geef het scherm “MirrorLink
weer. (Blz. 495)
Het “USB-foto”-scherm weergeven.
(Blz. 499)
Scherm “Informatie”
Scherm “Informatie” weergeven
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 494 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
495
5-12. Overige functies
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Blz. 418
MirrorLink™
Met de MirrorLink™-functie kunt u de inhoud van een smartphone bedienen
via het Lexus display-audiosysteem.
Afhankelijk van de verschillen tussen modellen, software-versies, enz., zijn
sommige modellen mogelijk niet compatibel met dit systeem.
Sluit een smartphone met een USB-kabel aan op de USB-aansluiting.
Om veiligheidsredenen wordt, afhankelijk van de toepassing, tijdens het rij-
den het scherm voor veilig rijden weergegeven.
Een smartphone aansluiten
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 495 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
496 5-12. Overige functies
IS300h_EE(OM53E44E)
Ga naar “MirrorLink”: toets “MENU” “Info “MirrorLink
Selecteer de gewenste app op het scherm met apps.
MirrorLink™-scherm
Volg de specifieke bedieningsprocedures voor de smartphone-app.
Bedieningszone
Druk op de bedieningsknop van
het Lexus display-audiosysteem
op de terugtoets om de weergave
van de bedieningszone in of uit te
schakelen.
Hiermee kunt u terugkeren naar
het scherm met apps
Als u een nieuwe app selecteert,
wordt het scherm voor die app
weergegeven.
Hiermee worden software-toetsen weergegeven die dezelfde functie heb-
ben als de toetsen op de smartphone.
De audiobron wijzigen (radio, disc, enz.).
Draai de bedieningsknop naar links ter-
wijl het MirrorLink™-scherm wordt
weergegeven om het linker menu-
scherm weer te geven.
Een apparaat selecteren
De schermgrootte wijzigen
De display-instellingen wijzigen
Een MirrorLink™-apparaat selecteren
Als er meerdere MirrorLink™-apparaten beschikbaar zijn, kunt u het
gewenste apparaat selecteren.
Selecteer “MirrorLink™-toestel kiezen” op het linker menuscherm.
Selecteer “MirrorLink™ 1” of “MirrorLink™ 2”.
Gebruik van de MirrorLink™-functie
1
2
1
2
Menuscherm
3
4
1
2
3
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 496 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
497
5-12. Overige functies
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Werkingsvoorwaarden
Wanneer MirrorLink is geactiveerd, worden eerder geopende toepassingen, die via
een USB-aansluiting werken, gesloten en vice versa.
Compatibele apparaten
Smartphones die voldoen aan het certificeringsprogramma versie 1.1 of hoger van het
Car Connectivity Consortium. Raadpleeg de fabrikant of distributeur van de smart-
phone om te weten of deze compatibel is met MirrorLink.
Compatibele apps
Apps die door het Car Connectivity Consortium zijn gecertificeerd als MirrorLink
Base-Certified of Drive-Certified.
Over MirrorLink™
MirrorLink is een geregistreerd handelsmerk van Car Connectivity Consortium, Inc.
Bij gebruik van de MirrorLink™-functie
Controleer of het scherm van de smartphone is ontgrendeld. Ontgrendel het scherm
van de smartphone voordat u deze aansluit op het Lexus display-audiosysteem. (Som-
mige smartphones kunnen niet worden aangesloten via MirrorLink als het scherm is
vergrendeld.)
Zorg ervoor dat de smartphone is verbonden via Bluetooth®. (Met sommige smart-
phones is handsfree bellen via de MirrorLink-functie niet mogelijk als de smartphone
niet via Bluetooth® met de auto is verbonden.)
Als een MirrorLink-app niet kan worden geactiveerd, controleer dan of het certifi-
caat van de MirrorLink-app niet is verlopen. De certificaten van MirrorLink-apps
hebben een vervaldatum. (Er is een verbinding met internet noodzakelijk om het certi-
ficaat automatisch bij te werken.) Als een MirrorLink-app niet meer beschikbaar is,
kan dat komen doordat het certificaat is verlopen. In dat geval moet het certificaat
handmatig worden bijgewerkt. Raadpleeg de fabrikant van de smartphone of de ont-
wikkelaar van de app voor de procedure voor het bijwerken van het certificaat.
Controleer of het volume van de smartphone correct is ingesteld. Als het volume van
de MirrorLink-app erg laag is terwijl het volume van het Lexus display-audiosysteem
juist is verhoogd, controleer dan het volume van de smartphone en verhoog dit voor
zover nodig.
WAARSCHUWING
Tijdens het rijden
Sluit de smartphone niet aan en bedien deze niet.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 497 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
498 5-12. Overige functies
IS300h_EE(OM53E44E)
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de smartphone
Afhankelijk van het formaat en de vorm van de smartphone die op het systeem is aan-
gesloten, is het mogelijk dat het consolevak niet goed gesloten kan worden. Probeer
in dat geval het consolevak niet met kracht te sluiten; de smartphone of de aansluiting
kunnen dan beschadigd raken.
Laat uw smartphone niet achter in de auto. De temperatuur in de auto kan hoog
oplopen waardoor de smartphone beschadigd kan raken.
Druk niet op de smartphone en oefen geen onnodige druk hierop uit terwijl het appa-
raat is aangesloten.
Steek geen vreemde voorwerpen in de aansluiting.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 498 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
499
5-12. Overige functies
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
Ga naar “USB-foto”: toets MENU “Info “USB 1-foto” of “USB 2-foto”
Blz. 418
Beweeg de bedieningsknop naar links om het menuscherm weer te geven.
De modus voor volledig scherm wij-
zigen.
Hiermee kunt u de weergave van
een diavoorstelling aan-/uitzetten.
Begin de diavoorstelling vanuit een
geselecteerde map.
De afspeelsnelheid wijzigen.
De afspeelmodus wijzigen.
Beweeg de bedieningsknop naar rechts en selecteer “Bladeren”.
Selecteer de gewenste map en selecteer vervolgens een bestand waarmee u
de geselecteerde map wilt beginnen.
USB-foto
Door een USB-geheugen aan te sluiten, kunt u genieten van foto's op het
Lexus display-audiosysteem.
USB-fotoscherm
Aansluiten van een USB-geheugen
Menuscherm
1
2
3
4
Selecteren van een map en bestand
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 499 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
500 5-12. Overige functies
IS300h_EE(OM53E44E)
Functies USB-geheugen
Blz. 450
USB-geheugen
Compatibele apparaten
USB-geheugen dat kan worden gebruikt voor het weergeven van JPEG-bestanden.
Compatibele apparaatformaten
Het volgende apparaatformaat kan worden gebruikt:
USB-communicatieformaat: USB2.0 FS (480 Mbps)
•Bestandsformaat: FAT16/32 (Windows)
Klasse: massaopslag
Compatibiliteit JPEG-bestanden
Compatibel afbeeldingsformaat: maximaal 10 MB
Compatibel pixelformaat: maximaal 10.000.000 pixels
OPMERKING
Voorkomen van schade aan het USB-geheugen en de aansluitingen
Blz. 453
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 500 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
501
5-12. Overige functies
5
Lexus display-audiosysteem
IS300h_EE(OM53E44E)
U kunt gewenste contacten registreren om het spraakcommandosysteem
mogelijk te maken. U kunt maximaal 50 contacten per telefoon registreren.
Ga naar “Spraaklabels”: toets MENU “InstellingenTelefoon” “Inst.
cont./oproepgesch. “Spraaklabel” “Nieuw” of “Bewerken”
Selecteer het gewenste contact.
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer “REC”.
Noem het geregistreerde spraaklabel.
Selecteer “Afspelen” om het geregistreerde spraaklabel af te spelen.
Een spraaklabel wissen
Geef het scherm “Spraaklabels” weer.
Selecteer “Wissen” en vervolgens het gewenste contact.
Beweeg de bedieningsknop naar links en selecteer “Wissen”.
Druk op de spraaktoets.
Houd de spraaktoets ingedrukt om het
spraakcommandosysteem te annuleren.
Noem na het piepsignaal de
gewenste contactnaam.
Wanneer het icoon wordt weergege-
ven, kunt u het commando uitspreken.
Wanneer meer dan 1 contactnaam
wordt weergegeven, selecteer dan
de gewenste contactnaam.
Wanneer meer dan 1 telefoonnummer wordt weergegeven, selecteer dan het
gewenste telefoonnummer.
Wanneer de toets gesprek aannemen op het stuurwiel wordt ingedrukt, belt het sys-
teem het eerste telefoonnummer dat geregistreerd staat voor het eerste contact.
Spraakcommandosysteem
Met het spraakcommandosysteem kunt u bellen met contacten die een
spraaklabel hebben.
Een spraaklabel bewerken
Gebruik van het spraakcommandosysteem
1
2
3
4
1
2
3
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 501 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
502 5-12. Overige functies
IS300h_EE(OM53E44E)
Microfoon
Blz. 465
Spraakcommando's worden in de volgende gevallen mogelijk niet herkend:
Te snel uitgesproken
Te hard of te zacht uitgesproken
Andere inzittenden praten tijdens het uitspreken van spraakcommando's
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 502 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
503
6
Voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
6-1. Basishandelingen met het
Remote Touch-scherm
Remote Touch............................. 504
10,3 inch display ........................ 508
6-2. Gebruik van de airconditioning
Automatische
airconditioning ..........................510
Stuurwielverwarming/
stoelverwarming/
stoelventilatoren......................523
6-3. Gebruik van de
interieurverlichting
Overzicht
interieurverlichting.................525
Interieurverlichting..............526
Leeslampjes............................526
6-4. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden ..........528
Dashboardkastje ..................529
Consolevak.............................529
Bekerhouders/
fleshouders530
Voo rz ien in gen
bagageruimte ...........................532
6-5. Gebruik van de overige
voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen
in het interieur ..........................535
Zonnekleppen ......................535
Make-upspiegels .................535
Klok............................................535
Accessoireaansluiting........536
Armsteun ............................... 537
Zonnescherm achterruit .. 537
Handgrepen...........................539
Kledinghaakjes .....................539
ERA-GLONASS/EVAK .......540
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 503 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
504
IS300h_EE(OM53E44E)
6-1. Basishandelingen met het Remote Touch-scherm
To e t s M A P
Druk op deze toets om de actuele positie van de auto weer te geven.
To e t s
Auto's met navigatiesysteem
Met deze toets kunt u door de lijst scrollen en de schaal van de kaart wijzigen.
Auto's zonder navigatiesysteem
Met deze toets kunt u door de lijst scrollen.
Te r u g t o e t s
Druk op deze toets om het vorige scherm weer te geven.
To e t s M E N U
Druk op deze toets om het scherm “Menu” weer te geven. (Blz. 507)
Remote Touch
: Indien aanwezig
De Remote Touch kan worden gebruikt om de schermen van de Remote
Touch te bedienen.
Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem voor
meer informatie indien uw auto is uitgerust met een 10,3 inch display.
Onderstaande afbeelding heeft betrekking op auto's met linkse besturing.
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 504 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
505
6-1. Basishandelingen met het Remote Touch-scherm
6
Voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
Remote Touch-knop
Beweeg in de gewenste richting om een functie, letter of schermtoets te selecteren.
Druk op de knop om de geselecteerde functie, letter of schermtoets in te voeren.
To e t s E N T E R
Indrukken om de geselecteerde functie, letter of schermtoets in te voeren.
To e t s H O M E
Druk op deze toets om het beginscherm weer te geven.
Kiezen: Beweeg de Remote Touch-
knop in de gewenste richting.
Bevestigen: Druk op de Remote
Touch-knop of op een toets ENTER.
Bediening Remote Touch
5
6
7
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 505 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
506 6-1. Basishandelingen met het Remote Touch-scherm
IS300h_EE(OM53E44E)
Schermweergave bij lage temperatuur
Als de buitentemperatuur extreem laag is, reageert het scherm mogelijk trager, zelfs
wanneer de Remote Touch wordt bediend.
WAARSCHUWING
Bij gebruik van de Remote Touch
Zorg ervoor dat vingers, nagels of haren niet bekneld raken in de Remote Touch, om
letsel te voorkomen.
Wees bij extreme temperaturen voorzichtig met het bedienen van de Remote Touch,
aangezien deze door de temperatuur in de auto erg heet of erg koud kan worden.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de Remote Touch
Zorg ervoor dat de Remote Touch niet in aanraking komt met etenswaren, vloeistof-
fen, stickers of brandende sigaretten om te voorkomen dat de Remote Touch ver-
kleurt, een vreemde geur afgeeft of defect raakt.
Oefen geen overmatige druk uit op de Remote Touch, anders kan hij verbuigen of
breken.
Zorg ervoor dat munten, contactlenzen, enz. niet bekneld raken in de Remote Touch,
deze kan hierdoor defect raken.
Wanneer kledingstukken vast komen te zitten in de Remote Touch-knop, kunnen ze
scheuren.
Wanneer uw hand of een voorwerp op de Remote Touch-knop rust terwijl het con-
tact in stand ACC wordt gezet, werkt de Remote Touch-knop mogelijk niet goed.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 506 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
507
6-1. Basishandelingen met het Remote Touch-scherm
6
Voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
Druk op de toets MENU van de Remote Touch om het scherm “Menu” weer te
geven.
Als de weergave van een dubbel scherm is geselecteerd, wordt het scherm “Menu”
weergegeven op het hoofdscherm. (Blz. 508)
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
Scherm “Menu”
Schakelaar Functie
*1Hiermee kunt u het kaartscherm of het navigatiemenuscherm weer-
geven.*2
Hiermee kunt u het bedieningsscherm voor het audiosysteem weer-
geven.*2
Hiermee kunt u het mediabedieningsscherm weergeven.*2
Hiermee kunt u het scherm voor handsfree-bediening weergeven.*2
Hiermee kunt u de energiemonitor of het brandstofverbruiksscherm
weergeven. (Blz.137, 139)
Hiermee kunt u het scherm “Informatie” weergeven.*2
Hiermee kunt u het aircobedieningsscherm weergeven. (Blz. 510)
Hiermee kunt u het scherm “Instellingen” weergeven.*2
Display Hiermee kunt u het contrast en de helderheid van de schermen
instellen, het scherm uitschakelen, enz.*2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 507 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
508 6-1. Basishandelingen met het Remote Touch-scherm
IS300h_EE(OM53E44E)
Weergave op volledig scherm
De volgende functies kunnen op volledig scherm worden weergegeven:
•Opstartscherm
Scherm “Menu” (Blz. 507)
Kaartscherm*
•Audioscherm*
Energiemonitor of brandstofverbruiksscherm (Blz.136)
Aircobedieningsscherm (Blz. 510)
*: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
Dubbel scherm
Verschillende informatie kan worden weergegeven op het linker en het rech-
ter scherm. Het audioscherm kan bijvoorbeeld worden weergegeven en
bediend terwijl het informatiescherm voor het brandstofverbruik wordt weer-
gegeven. Het grote scherm aan de linkerzijde van het display wordt het
hoofdscherm genoemd en het kleine scherm aan de rechterzijde wordt het
nevenscherm genoemd.
10,3 inch display
: Indien aanwezig
Overzicht 10,3 inch display
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 508 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
509
6-1. Basishandelingen met het Remote Touch-scherm
6
Voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
Selecteren van het te bedienen scherm
Beweeg bij het selecteren van het hoofdscherm de Remote Touch-knop naar
links. Beweeg bij het selecteren van het nevenscherm de Remote Touch-knop
naar rechts.
Hoofdscherm
Zie voor meer informatie over de functies en de bediening van het hoofd-
scherm het desbetreffende hoofdstuk en de handleiding voor het navigatie-
en multimediasysteem.
Nevenscherm
Basisschermen
Gebruik de schermtoetsen aan de rechterzijde van het display om het op het
nevenscherm weergegeven scherm te wijzigen.
Navigatiesysteem*
Audio*
Telefoon*
Voertuiginformatie (Blz.143)
Airconditioning
(Blz. 516)
Hiermee kunt u het nevenscherm
verbergen. Als het item dat op het
hoofdscherm wordt weergege-
ven, op volledig scherm kan wor-
den weergegeven (Blz. 508),
wordt het op volledig scherm
weergegeven.
Subschermen
Elk van de volgende schermen wordt automatisch weergegeven overeen-
komstig de voorwaarden.
Lexus Parking Assist-sensor (Blz. 353)
Telefoon*
Rijmodus (Blz. 392)
*: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
Werking dubbel scherm
1
2
3
4
5
6
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 509 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
510
IS300h_EE(OM53E44E)
6-2. Gebruik van de airconditioning
Automatische airconditioning
De uitstroomopeningen waaruit de lucht komt en de aanjagersnelheid wor-
den automatisch geregeld op basis van de gekozen temperatuur.
Auto's met Lexus display-audiosysteem: Druk op de toets MENU van het
Lexus display-audiosysteem en selecteer “Klimaatregeling” om het bedie-
ningsscherm voor de airconditioning weer te geven.
Raadpleeg “Bedieningsknop Lexus display-audiosysteem” op Blz.413 voor
meer informatie over de bedieningsknop van het Lexus display-audiosys-
teem.
Auto's met een 10,3 inch display: Druk op de toets MENU van de Remote
Touch en kies om het aircobedieningsscherm weer te geven. Het aircon-
ditioningsysteem kan worden weergegeven en bediend op het nevenscherm.
(Blz. 509)
Deze afbeeldingen hebben betrekking op een auto met linkse besturing.
De positie en vorm van toetsen kunnen iets afwijken bij auto's met rechtse
besturing.
Verder zijn de positie van het display en de knoppen per systeem verschillend.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 510 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
511
6-2. Gebruik van de airconditioning
6
Voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
Met DUAL-modus
Zonder DUAL-modus
Bedieningspaneel airconditioning
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 511 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
512 6-2. Gebruik van de airconditioning
IS300h_EE(OM53E44E)
Wijzigen van de ingestelde temperatuur
Raak om de ingestelde temperatuur
te veranderen de sensor aan en
beweeg uw vinger omhoog of
omlaag.
U kunt de ingestelde temperatuur
ook wijzigen door de sensor aan te
raken.
Wanneer de ingestelde temperatuur
is gewijzigd, klinkt een zoemer.
Instellen van de aanjagersnelheid
Druk op om de aanjagersnelheid te verhogen.
Druk op om de aanjagersnelheid te verlagen.
Wijzigen van de luchtcirculatiemodus
Druk op om de luchtcirculatie te wijzigen.
Met Lexus display-audiosysteem Met een 10,3 inch display
Iedere keer dat er op de toets wordt gedrukt, worden er andere uitstroom-
openingen geselecteerd.
Er stroomt lucht naar het bovenlichaam.
Er stroomt lucht naar het bovenlichaam en de voeten.
Er stroomt lucht naar de voeten.
Er stroomt lucht naar de voeten en de voorruitverwarming is in werking
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 512 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
513
6-2. Gebruik van de airconditioning
6
Voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
S-FLOW-modus (indien aanwezig)
Wanneer er op de achterstoelen geen passagiers zitten, kan de luchtstroom
alleen op de voorstoelen worden gericht om het effect van de airconditioning
bij de achterstoelen te verminderen.
Afhankelijk van de temperatuur in en buiten de auto wordt de luchtstroom echter
mogelijk naar de achterstoelen gevoerd, ook al is de S-FLOW-modus ingescha-
keld voor het comfortbehoud in de auto.
Druk op .
Als de S-FLOW-modus is ingeschakeld, gaat het controlelampje branden.
Druk nogmaals op om de luchtstroom naar de achterstoelen te hervatten.
Overige functies
Overschakelen tussen de buitenluchtmodus en de recirculatiemodus
(Blz. 518)
Ontwasemen van de voorruit (Blz. 518)
Ontwasemen van de achterruit en de buitenspiegels (Blz. 518)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 513 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
514 6-2. Gebruik van de airconditioning
IS300h_EE(OM53E44E)
Met Lexus display-audiosysteem
Wijzigen van de ingestelde temperatuur links
Wijzigen van de instelling van de aanjagersnelheid
Hiermee kunt u de automatische modus in-/uitschakelen
Hiermee kunt u de instelling van de aanjagersnelheid wijzigen tijdens bedie-
ning in de automatische modus. (Blz. 519)
Hiermee kunt u de koel- en ontvochtigingsfunctie aan-/uitzetten
Afzonderlijk instellen van de temperatuur voor de bestuurder en voor de
voorpassagier (DUAL-modus) (Blz. 517)
Weergeven van het bedieningsscherm voor de opties (Blz. 516)
Selecteren van de luchtcirculatiemodus
Wijzigen van de ingestelde temperatuur rechts
Wijzig de ingestelde temperatuur
Bedieningsscherm airconditioning (indien aanwezig)
(Met DUAL-modus) (Zonder DUAL-modus)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 514 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
515
6-2. Gebruik van de airconditioning
6
Voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
Met een 10,3 inch display
Wijzigen van de ingestelde temperatuur links
Wijzigen van de instelling van de aanjagersnelheid
Selecteren van de luchtcirculatiemodus
Wijzigen van de ingestelde temperatuur rechts
Weergeven van het bedieningsscherm voor de opties (Blz. 516)
Hiermee kunt u de automatische modus in-/uitschakelen.
Hiermee kunt u de koel- en ontvochtigingsfunctie aan-/uitzetten
Afzonderlijk instellen van de temperatuur voor de bestuurder en voor de
voorpassagier (DUAL-modus) (Blz. 517)
Hiermee kunt u de instelling van de aanjagersnelheid wijzigen tijdens bedie-
ning in de automatische modus. (Blz. 519)
Wijzig de ingestelde temperatuur
(Met DUAL-modus) (Zonder DUAL-modus)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 515 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
516 6-2. Gebruik van de airconditioning
IS300h_EE(OM53E44E)
Bedieningsscherm voor opties
Selecteer op het aircobedieningsscherm om het bedienings-
scherm voor opties weer te geven. De functies kunnen in en uit worden
geschakeld.
Bedieningsscherm nevenscherm (auto's met een 10,3 inch display)
Met Lexus display-audiosysteem Met een 10,3 inch display
Verwijderen van pollen uit de lucht (pollenverwijderingsmodus)
(Blz. 518)
1
Met DUAL-modus Zonder DUAL-modus
Selecteren van de luchtcirculatiemodus
Wijzigen van de ingestelde temperatuur links
Wijzigen van de instelling van de aanjagersnelheid
Wijzigen van de ingestelde temperatuur rechts
Hiermee kunt u de automatische modus in-/uitschakelen
Hiermee kunt u de koel- en ontvochtigingsfunctie aan-/uitzetten
Afzonderlijk instellen van de temperatuur voor de bestuurder en voor de
voorpassagier (DUAL-modus) (Blz. 517)
Wijzig de ingestelde temperatuur
1
2
3
4
5
6
7
8
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 516 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
517
6-2. Gebruik van de airconditioning
6
Voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
Druk op of selecteer AUTO op het bedieningsscherm voor de air-
conditioning.
Wijzig de ingestelde temperatuur.
Druk op de toets om de procedure te beëindigen.
Controlelampje automatische modus
Als de instelling van de aanjagersnelheid of de luchtcirculatiemodi worden
bediend, dooft het controlelampje van de automatische modus. De automati-
sche modus blijft echter ingeschakeld voor de andere functies dan die wor-
den bediend.
Afzonderlijk instellen van de temperatuur voor de bestuurder en voor de
voorpassagier (DUAL-modus) (indien aanwezig)
Voer een van de volgende procedures uit om de DUAL-modus in te schake-
len:
Druk op of selecteer DUAL op het aircobedieningsscherm.
Selecteer DUAL op het bedieningsscherm van het nevenscherm. (Auto's
met een 10,3 inch display)
Wijzig de ingestelde temperatuur aan passagierszijde.
Als de DUAL-modus is ingeschakeld, gaat het controlelampje branden.
Wanneer de DUAL-modus is ingeschakeld, wordt de temperatuur uit de uit-
stroomopeningen achter ingesteld via de ingestelde temperatuur rechts.
Gebruik van de automatische modus
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 517 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
518 6-2. Gebruik van de airconditioning
IS300h_EE(OM53E44E)
Schakelen tussen buitenluchtmodus en recirculatiemodus
Druk op om naar de recirculatiemodus te schakelen.
Druk op om naar de buitenluchtmodus te schakelen.
Het controlelampje boven de geselecteerde toets gaat branden.
Pollenverwijderingsmodus (indien aanwezig)
Pollen worden verwijderd en de luchtstroom wordt naar het bovenlichaam
geleid.
Selecteer op het bedieningsscherm voor de opties.
Wanneer de pollenverwijderingsmodus is ingeschakeld, wordt op het
bedieningsscherm voor de airconditioning weergegeven.
Om te voorkomen dat de voorruit beslaat als de temperatuur van de buitenlucht
laag is, treedt de ontvochtigingsfunctie mogelijk in werking.
De pollen worden ook uitgefilterd als de pollenverwijderingsmodus uitgeschakeld
is.
Ontwasemen van de voorruit
De ruitverwarming wordt gebruikt om de voorruit en de zijruiten voor te ont-
wasemen.
Druk op .
Zet, als de recirculatiemodus is ingeschakeld, de luchttoevoertoets in de buiten-
luchtmodus. (Mogelijk gaat dit automatisch.)
Verhoog de aanjagersnelheid en de temperatuur om de voorruit en zijruiten snel-
ler te ontwasemen.
Druk wanneer de voorruit is ontwasemd nogmaals op om terug te keren
naar de vorige modus.
Ontwasemen van de achterruit en buitenspiegels
De achterruit- en buitenspiegelverwarming worden gebruikt om de achter-
ruit te ontwasemen en om regendruppels, dauw en ijs van de buitenspiegels
te verwijderen.
Druk op .
De achterruit- en buitenspiegelverwarming wordt na een tijdje automatisch uitge-
schakeld.
Overige functies
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 518 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
519
6-2. Gebruik van de airconditioning
6
Voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
Voorruitverwarming (indien aanwezig)
Dit systeem wordt gebruikt om ijsvorming op de voorruit en de ruitenwissers
te voorkomen.
Wordt in-/uitgeschakeld.
Het controlelampje gaat branden
wanneer de voorruitverwarming is
ingeschakeld.
De voorruitverwarming wordt na
een tijdje automatisch uitgeschakeld.
Persoonlijke voorkeursinstellingen aanjager (indien aanwezig)
De instelling van de aanjagersnelheid tijdens bediening in de automatische
modus kan aan de persoonlijke voorkeur worden aangepast.
Selecteer FAST/ECO op het aircobedieningsscherm om de instellingsmodus
voor de aanjagersnelheid te wijzigen.
Elke keer als FAST/ECO wordt geselecteerd, verandert de instellingsmodus voor
de aanjagersnelheid als volgt:
NORMAL (NORMAAL) ECO FAST (SNEL) NORMAL (NOR-
MAAL)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 519 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
520 6-2. Gebruik van de airconditioning
IS300h_EE(OM53E44E)
Plaats van uitstroomopeningen
De uitstroomopeningen en lucht-
hoeveelheid veranderen overeen-
komstig de geselecteerde luchtcir-
culatiemodus.
Afstellen van de stand en de mate van opening van de uitstroomopeningen
Richt de luchtstroom naar links of rechts, boven of beneden
Beweeg de knop helemaal naar de buitenzijde om de uitstroomopening te sluiten.
(uitstroomopeningen achter)
Draai de knop om de uitstroomopening te openen of te sluiten
Uitstroomopeningen
Voor Achter
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 520 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
521
6-2. Gebruik van de airconditioning
6
Voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
Registreren van instellingen van airconditioning in elektronische sleutels (auto's met
ergonomisch geheugen)
Als u de auto ontgrendelt met een elektronische sleutel en het contact AAN zet, keert
de airconditioning automatisch terug naar de instellingen die in die elektronische sleu-
tel zijn opgeslagen.
Als het contact UIT wordt gezet, worden de huidige instellingen van de airconditioning
automatisch opgeslagen in de elektronische sleutel die is gebruikt om de auto te ont-
grendelen.
Het systeem werkt mogelijk niet correct als er meer dan een elektronische sleutel in de
buurt is of als het Smart entry-systeem met startknop is gebruikt om het passagierspor-
tier te ontgrendelen.
De portieren waarmee de instellingen van de airconditioning kunnen worden opgeroe-
pen wanneer ze via het Smart entry-systeem met startknop worden ontgrendeld, kun-
nen worden gewijzigd.* Neem voor meer informatie contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*: Tegelijkertijd wordt gewijzigd met welke portieren het ergonomisch geheugen naar
de opgeslagen instellingen terugkeert.
Gebruik van de automatische modus
De aanjagersnelheid wordt automatisch geregeld op basis van de gekozen temperatuur
en de omgevingscondities.
Direct na het indrukken van of AUTO kan de aanjager even worden uitgescha-
keld tot er voldoende warme of koude lucht voorhanden is.
Beslaan van de ruiten
Wanneer de luchtvochtigheid in de auto hoog is, zullen de ruiten gemakkelijk beslaan.
Als u (A/C) inschakelt, wordt de lucht die via de uitstroomopeningen stroomt,
ontvochtigd en wordt de voorruit efficiënt ontwasemd.
Als u (A/C) uitschakelt, zullen de ruiten mogelijk sneller beslaan.
De ruiten zullen mogelijk beslaan als de recirculatiemodus is ingeschakeld.
Buitenlucht-/recirculatiemodus
Zet bij het rijden op stoffige wegen, in tunnels of in druk verkeer de luchttoevoertoets in
de recirculatiemodus. Zo wordt voorkomen dat er buitenlucht de auto in stroomt. Wan-
neer tijdens het koelen de recirculatiemodus wordt ingeschakeld, wordt ook het interi-
eur van de auto effectief gekoeld.
Mogelijk wordt de buitenluchtmodus/recirculatiemodus automatisch ingeschakeld
afhankelijk van de ingestelde temperatuur of de temperatuur in de auto.
Werking van de airconditioning in de ECO-modus
In de ECO-modus wordt de airconditioning als volgt bediend voor een laag brandstofverbruik:
Het motortoerental en de werking van de compressor worden geregeld om de ver-
warm-/koelcapaciteit te beperken
Wanneer de automatische modus is gekozen, wordt de aanjagersnelheid beperkt
Doe het volgende om de prestaties van de airconditioning te verbeteren:
Wijzig de aanjagersnelheid
Schakel de ECO-modus uit
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 521 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
522 6-2. Gebruik van de airconditioning
IS300h_EE(OM53E44E)
Geuren ventilatie en airconditioning
Zet de airconditioning in de buitenluchtmodus om frisse lucht binnen te laten.
Tijdens het gebruik kunnen verschillende geuren van binnen en buiten de auto in het
airconditioningsysteem terechtkomen. Dit kan tot gevolg hebben dat de lucht die uit de
uitstroomopeningen komt niet lekker ruikt.
Het voorkomen van mogelijke geuren:
We raden u aan het airconditioningsysteem in de buitenluchtmodus te zetten voor-
dat u de motor uitschakelt.
Mogelijk wordt het inschakelen van de aanjager direct nadat de airconditioning in
de automatische modus wordt ingeschakeld even vertraagd.
Interieurfilter
Blz. 593
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. de werking van de toets AUTO van de airconditioning) kunnen wor-
den gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 714)
WAARSCHUWING
Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik niet in combinatie met koele lucht bij zeer vochtig weer. Het verschil
tussen de buitentemperatuur en de temperatuur van de voorruit zorgt ervoor dat de
buitenkant van de voorruit beslaat, waardoor het zicht wordt belemmerd.
Voorkomen van brandwonden
Raak het spiegeloppervlak van de buitenspiegels niet aan wanneer de buitenspiegel-
verwarming is ingeschakeld.
Raak het onderste deel van de voorruit en de gedeeltes bij de voorstijlen niet aan
wanneer de voorruitverwarming is ingeschakeld.
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat, als het hybridesysteem is uitgeschakeld, de airconditioning niet langer ingescha-
keld dan noodzakelijk is.
Plaats geen voorwerpen op het dashboard
die de uitstroomopeningen kunnen bedek-
ken. Anders raakt de luchtstroom mogelijk
geblokkeerd, waardoor de voorruitverwar-
ming de voorruit niet kan ontwasemen.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 522 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
523
6-2. Gebruik van de airconditioning
6
Voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
Schakelt de stuurwielverwarming in/uit
Wanneer d e stuur wielverwarming in
werking is, gaat het controlelampje
branden.
De stuurwielverwarming kan worden gebruikt wanneer het contact AAN staat.
De stuurwielverwarming wordt na ongeveer 30 minuten automatisch uitgeschakeld.
Stuurwielverwarming/stoelverwarming/
stoelventilatoren
: Indien aanwezig
De zijkanten van het stuurwiel en de stoelen worden verwarmd door respec-
tievelijk de stuurwielverwarming en de stoelverwarming. De stoelventilato-
ren zorgen voor een goede ventilatie door lucht door de stoelen te blazen.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig wanneer iemand uit onderstaande categorieën in contact komt met het
stuurwiel en de stoelen wanneer de stuurwiel- en stoelverwarming zijn ingeschakeld:
Baby's, kleine kinderen, oudere personen, zieken en gehandicapten
Personen met een gevoelige huid
Personen die oververmoeid zijn
Personen die alcohol hebben gedronken of personen die rustgevende medicijnen
(slaapmiddel, middel tegen verkoudheid, enz.) hebben gebruikt
Neem, om de kans op brandwonden of oververhitting te beperken, de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
Bedek de stoel niet met een kleed of kussen als de stoelverwarming in gebruik is.
Gebruik de stoelverwarming niet langer dan noodzakelijk is.
OPMERKING
Plaats geen zware voorwerpen met een ongelijkmatig oppervlak op de stoel en leg
geen scherpe voorwerpen (naalden, punaises, enz.) op de stoel.
Gebruik de functies niet wanneer het hybridesysteem niet is ingeschakeld, om te
voorkomen dat de 12V-accu ontladen raakt.
Stuurwielverwarming
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 523 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
524 6-2. Gebruik van de airconditioning
IS300h_EE(OM53E44E)
Elke keer dat de schakelaar wordt
ingedrukt, wijzigt de intensiteit van de
stoelverwarming en gaan de controle-
lampjes die aangeven welke stand is
ingeschakeld (oranje) als volgt bran-
den:
hoog (3 segmenten branden) mid-
den (2 segmenten branden) laag (1
segment brandt) uit
De stoelverwarming kan worden gebruikt als
Het contact AAN staat.
Timerregeling stoelverwarming
De timerregeling van de stoelverwarming kan worden ingeschakeld door de schake-
laars van de stoelverwarming aan bestuurders- en voorpassagierszijde gelijktijdig in te
drukken totdat een zoemer eenmaal klinkt. Als een stoelverwarming wordt ingeschakeld
terwijl de timerregeling van de stoelverwarming is ingeschakeld, wordt de intensiteit van
de stoelverwarming automatisch gewijzigd van hoogmiddenlaag.
De timing van het wijzigen van de intensiteit van de stoelverwarming is onder meer
afhankelijk van de temperatuur in het interieur op het moment dat de stoelverwarming
werd ingeschakeld.
De timerregeling van de stoelverwarming kan worden uitgeschakeld door de schake-
laars van de stoelverwarming aan bestuurders- en voorpassagierszijde gelijktijdig in te
drukken totdat een zoemer tweemaal klinkt.
Elke keer dat de schakelaar wordt
ingedrukt, wijzigt de intensiteit van de
stoelventilator en gaan de controle-
lampjes die aangeven welke stand is
ingeschakeld (groen) als volgt branden:
hoog (3 segmenten branden) mid-
den (2 segmenten branden) laag (1
segment brandt) uit
De stoelventilatoren kunnen worden gebruikt als
Het contact AAN staat.
Aan airconditioning gekoppelde regelmodus
Wanneer het toerental van de stoelventilator hoog is, wordt het toerental hoger over-
eenkomstig de aanjagersnelheid van de airconditioning.
Stoelverwarming
Type A Type B
Stoelventilatoren
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 524 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
525
IS300h_EE(OM53E44E)
6
Voorzieningen in het interieur
6-3. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting
Instapverlichting spiegelvoet
Interieurverlichting voor
(Blz. 526)
Leeslampjes voor (Blz. 526)
Verlichting portiergreep
Interieurverlichting achter
(Blz. 526)
Leeslampjes achter (Blz. 526)
Verlichting schakelaars
ruitbediening
Instapverlichting
Voetenruimteverlichting
1
2
3
4
5
6
7
8
9
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 525 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
526 6-3. Gebruik van de interieurverlichting
IS300h_EE(OM53E44E)
In-/uitschakelen van de verlichting
In-/uitschakelen van de stand
DOOR
In-/uitschakelen van de verlichting
Interieurverlichting
1
2
Leeslampjes
Voor Achter
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 526 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
527
6-3. Gebruik van de interieurverlichting
6
Voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
De interieurverlichting en leeslampjes kunnen worden bediend wanneer
De interieurverlichting en leeslampjes kunnen worden gebruikt ongeacht de stand van
het contact. Wanneer het contact echter UIT wordt gezet, kunnen ze alleen worden
gebruikt wanneer de energiebesparende functie van de 12V-accu niet in werking is.
Energiebesparende functie van de 12V-accu
Om te voorkomen dat de 12V-accu ontladen raakt, wordt ongeveer 20 minuten nadat
het contact UIT is gezet de energiestroom naar de interieurverlichting, de leeslampjes
en de overige verlichting automatisch uitgeschakeld. (Als de interieurverlichting e.d. aan
wordt gelaten wanneer het contact UIT wordt gezet, wordt de verlichting automatisch
uitgeschakeld.)
Zet om de interieurverlichting e.d. weer in te schakelen het contact in stand ACC of
AAN of bedien de schakelaar voor de interieurverlichting totdat de interieurverlichting
gaat branden.
Als het systeem van de instapverlichting ervoor zorgt dat de verlichting automatisch gaat
branden, wordt de energiebesparende functie van de 12V-accu uitgeschakeld.
Instapverlichting
De verschillende lampjes in het interieur worden automatisch in- en uitgeschakeld,
afhankelijk van de stand van het contact, de aanwezigheid van de elektronische sleutel,
het vergrendeld/ontgrendeld zijn van de portieren en het openen/sluiten van de portie-
ren.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. de tijd die verstrijkt voordat de verlichting uit gaat) kunnen worden
gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 708)
OPMERKING
Laat de verlichting niet langer ingeschakeld dan nodig is wanneer het hybridesysteem
is uitgeschakeld, om te voorkomen dat de 12V-accu ontladen raakt.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 527 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
528
IS300h_EE(OM53E44E)
6-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden
Dashboardkastje (Blz. 529)
Fleshouders (Blz. 530)
Bekerhouders (indien aanwezig)
(Blz. 530)
Consolevak (Blz. 529)
WAARSCHUWING
Laat geen brillen, aanstekers of spuitbussen in de opbergvakken liggen. Als u dat wel
doet, kan dat bij hoge temperaturen leiden tot het volgende:
Brillen kunnen vervormen als de temperatuur in de auto te hoog oploopt of bar-
sten als ze in contact komen met andere voorwerpen.
Aanstekers en spuitbussen kunnen exploderen. Als ze in contact komen met
andere voorwerpen, kunnen aanstekers vlam vatten en kunnen spuitbussen gas
gaan lekken, waardoor brand kan ontstaan.
Houd de deksels gesloten tijdens het rijden of als de opbergvakken niet in gebruik
zijn.
Bij plotseling remmen of uitwijken kan letsel ontstaan doordat een inzittende wordt
geraakt door de open klep of door voorwerpen in het opbergvak.
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 528 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
529
6-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden
6
Voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
Openen (druk op de knop)
Ontgrendelen met de mechanische
sleutel
Vergrendelen met de mechanische
sleutel
De verlichting van het dashboardkastje gaat branden wanneer het contact in de stand
ACC of AAN staat.
In het dashboardkastje bevindt zich de hoofdschakelaar van de achterklepontgrende-
ling. (Blz.161)
Druk de knop in.
Til het deksel met de hand op om het
consolevak volledig te openen.
Dashboardkastje
1
2
3
Het scheidingspaneel in het dashboardkastje
kan worden verwijderd.
Consolevak
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 529 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
530 6-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden
IS300h_EE(OM53E44E)
Bekerhouders
Fleshouders
Sluit de kap als er een fles wordt opgeborgen.
De fles kan mogelijk niet worden opgeborgen als gevolg van de grootte of vorm ervan.
De rubber matjes onder in de bekerhouders vóór kunnen worden verwijderd.
Bekerhouders/fleshouders
Voor (type A) Voor (type B)
Achter (indien aanwezig)
Klap de armsteun naar beneden en druk de knop in de armsteun achter in om
de bekerhouder uit de armsteun te laten komen.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 530 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
531
6-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden
6
Voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Zet niets anders dan bekers of blikjes in de bekerhouders en alleen flessen in de fles-
houders. Andere voorwerpen kunnen bij een ongeval of plotseling remmen naar bui-
ten worden geslingerd en letsel veroorzaken.
Dek indien mogelijk warme dranken die in de bekerhouders staan af om verbranding
te voorkomen.
OPMERKING
Berg om schade aan de bekerhouder achter te voorkomen de bekerhouder op alvo-
rens de armsteun in te klappen.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 531 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
532 6-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden
IS300h_EE(OM53E44E)
Til de ogen voor gebruik omhoog.
In de bagageruimte zijn haken aanwezig
waaraan bagage kan worden vastgezet.
Losmaken van de riem
Vas tmaken van d e riem
Voorzieningen bagageruimte
Bagagehaken
WAARSCHUWING
Om letsel te voorkomen, dienen de bagagehaken altijd in de opbergpositie te worden
teruggezet wanneer ze niet worden gebruikt.
Riem voor vastzetten verbandtrommel
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 532 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
533
6-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden
6
Voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
Houd de haak vast en til de mat van
de bagageruimte op.
Maak de mat van de bagageruimte
met de haak vast.
Til de mat in de bagageruimte op en
maak de mat vast met de haak.
Mat bagageruimte
1
2
OPMERKING
Laat bij het sluiten van de achterklep de hendel van de mat niet vastgehaakt zitten aan
de rand van de bagageruimte. Hierdoor kan de mat beschadigd raken.
Opbergvak in de bodem van de bagageruimte
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 533 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
534 6-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden
IS300h_EE(OM53E44E)
Losmaken van de riem
Vas tmaken van d e riem
Riem voor vastzetten gevarendriehoek
1
2
Vouw de riem voor het vastzetten van de gevaren-
driehoek op (zoals aangegeven bij ) en zet hem
vast met de clip ( ) om schade aan de riem te
voorkomen wanneer deze niet in gebruik is.
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 534 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
535
IS300h_EE(OM53E44E)
6
Voorzieningen in het interieur
6-5. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
Klap de zonneklep omlaag om deze
in de vooruitgerichte stand te zetten.
Klap de zonneklep omlaag, maak de
klep los en draai deze naar de zij-
kant om de zonneklep in de zijde-
lingse stand te zetten.
Verschuif het klepje om de spiegel te
openen.
De verlichting gaat branden als het
afdekklepje opzij geschoven wordt.
De klok kan worden ingesteld.
Ingedrukt houden zorgt ervoor dat
de wijzers achteruit gaan draaien.
Ingedrukt houden zorgt ervoor dat
de wijzers vooruit gaan draaien.
Overige voorzieningen in het interieur
Zonnekleppen
1
2
Make-upspiegels
Klok
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 535 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
536 6-5. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
Op de accessoireaansluiting kunnen 12V-accessoires worden aangesloten die
minder dan 10 A verbruiken.
Open het deksel.
De accessoireaansluiting kan worden gebruikt wanneer het contact in stand ACC of
AAN staat.
Accessoireaansluiting
Sommige uitvoeringen: Plaats de kabel in de
houder om het consolevak volledig te sluiten
met de kabel langs het consolevak.
OPMERKING
Sluit de accessoireaansluiting af met het kapje als de aansluiting niet in gebruik is om
schade aan de accessoireaansluiting te voorkomen. Vreemde voorwerpen of vloei-
stoffen die in de accessoireaansluiting terechtkomen, kunnen kortsluiting veroorza-
ken.
Sluit geen accessoires aan die meer dan 12 V/10 A verbruiken om defecte zekerin-
gen te voorkomen.
Gebruik de accessoireaansluiting niet langer dan noodzakelijk is als het hybridesys-
teem niet is ingeschakeld, om te voorkomen dat de 12V-accu ontladen raakt.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 536 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
537
6-5. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
6
Voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
Klap de armsteun omlaag om deze te
kunnen gebruiken.
Het zonnescherm voor de achterruit kan omhoog en omlaag worden bewogen.
Omhoog/omlaag
Armsteun (indien aanwezig)
OPMERKING
Plaats geen al te zware last op de armsteun om schade aan de armsteun te voorkomen.
Zonnescherm achterruit (indien aanwezig)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 537 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
538 6-5. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
Het zonnescherm voor de achterruit kan worden gebruikt wanneer het contact AAN
staat.
Ook nadat het contact in stand ACC of UIT is gezet, kan het zonnescherm voor de
achterruit nog gedurende ongeveer 1 minuut worden bediend.
Automatisch oprollen bij achteruitrijden: voor een optimaal zicht naar achteren wordt
het zonnescherm voor de achterruit automatisch opgerold als de selectiehendel in
stand R wordt gezet.
Het zonnescherm gaat weer omhoog onder de volgende omstandigheden:
De knop wordt nogmaals ingedrukt.*
De selectiehendel wordt in stand P gezet.
De selectiehendel is uit stand R gezet en de rijsnelheid loopt op tot minimaal
15 km/h.
Als het hybridesysteem uit wordt gezet terwijl het zonnescherm naar beneden is
gerold omdat de achteruit is ingeschakeld, wordt het scherm niet automatisch weer
omhoog bewogen als het hybridesysteem weer ingeschakeld wordt en de rijsnelheid
hoger wordt dan 15 km/h. Druk op de knop om het zonnescherm omhoog te bewe-
gen.
*: Af en toe werkt de functie automatisch oprollen bij achteruitrijden niet nadat de
schakelaar is ingedrukt. Herhaal de bovenstaande procedure om de functie te
bedienen.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er geen vingers of voorwerpen tussen het zonnescherm en de gelei-
ders aanwezig zijn wanneer het zonnescherm voor de achterruit wordt bediend. Deze
zouden bekneld kunnen raken, waardoor letsel of schade kan ontstaan.
OPMERKING
Bedien het zonnescherm voor de achterruit niet als het hybridesysteem niet is inge-
schakeld, om te voorkomen dat de 12V-accu ontladen raakt.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht voor een optimale werking van het
zonnescherm achter.
Belast de motor of andere componenten van het zonnescherm voor de achterruit
niet overmatig.
Plaats geen voorwerpen waar deze het openen/sluiten van het zonnescherm kun-
nen hinderen.
Bevestig niets aan het zonnescherm.
Houd de opening schoon en plaats ook niets op de opening.
Bedien het zonnescherm voor de achterruit niet gedurende een langere tijd ach-
ter elkaar.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 538 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
539
6-5. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
6
Voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
Een handgreep aan het dak kan ter
ondersteuning van uw lichaam worden
gebruikt wanneer u zit.
De handgrepen achter zijn voorzien
van kledinghaakjes.
Handgrepen
WAARSCHUWING
Gebruik de handgreep niet bij het in- of uitstappen of bij het opstaan vanaf uw zitplaats.
OPMERKING
Belast de handgreep niet overmatig, om beschadiging van de handgreep te voorko-
men.
Kledinghaakjes
WAARSCHUWING
Hang geen kleerhangers, harde voorwerpen of voorwerpen met scherpe punten aan
het kledinghaakje. Als de curtain airbags geactiveerd worden, kunnen deze voorwer-
pen projectielen worden en ernstig letsel veroorzaken.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 539 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
540 6-5. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
To e t s S OS*
Controlelampjes
Microfoon
*: Deze toets is bestemd voor communi-
catie met de ERA-GLONASS/EVAK-
systeembeheerder.
Andere SOS-toetsen van overige syste-
men van een auto hebben geen betrek-
king op het apparaat en zijn niet
bestemd voor communicatie met de
ERA-GLONASS/EVAK-systeembe-
heerder.
ERA-GLONASS/EVAK1, 2
1: Indien aanwezig
2: Werkt binnen het ERA-GLONASS/EVAK-dekkingsgebied.
De systeemnaam kan per land verschillend zijn.
Het noodoproepapparaat is een apparaat dat in een auto is geplaatst om (met
behulp van GLONASS-signalen [Global Navigation Satellite System] en
GPS-signalen [Global Positioning System]) de locatie en rijrichting van de
auto te bepalen en om ervoor te zorgen dat er bij verkeersongevallen en
andere incidenten op autowegen in de Russische Federatie/Kazachstan
(niet-aanpasbare) informatie over de auto wordt verzameld en verzonden.
Daarnaast zorgt het apparaat via mobiele netwerken (GSM) voor het verzen-
den en ontvangen van gesproken communicatie tussen de auto en de ERA-
GLONASS/EVAK-systeembeheerder.
Er zijn automatische noodoproepen (automatische melding van een aanrij-
ding) en handmatige noodoproepen (door het indrukken van de toets SOS)
mogelijk naar het ERA-GLONASS/EVAK-controlecentrum.
Deze service is verplicht krachtens de technische voorschriften van de dou-
ane-unie.
Systeemonderdelen
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 540 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
541
6-5. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
6
Voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
Automatische noodoproepen
Als een airbag wordt geactiveerd, belt het systeem automatisch het ERA-
GLONASS/EVAK-controlecentrum.* De medewerker van het controlecen-
trum ontvangt de locatie van auto, het tijdstip waarop het ongeval plaatsvond
en het VIN van de auto en probeert de inzittenden van de auto te spreken om
de ernst van de situatie te beoordelen. Als de inzittenden niet in staat zijn om
te communiceren, behandelt de medewerker de oproep als een noodgeval,
neemt hij of zij contact op met de dichtstbijzijnde hulpdiensten (112 enz.) en
verzoekt hij of zij om assistentie ter plaatse.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep worden geplaatst. (Blz. 543)
Handmatige noodoproepen
Druk in een noodsituatie op de toets SOS om het ERA-GLONASS/EVAK-
controlecentrum te bellen.* De medewerker van het controlecentrum zal de
locatie van uw auto bepalen, de situatie beoordelen en de benodigde hulp-
diensten sturen.
Als u per ongeluk op de toets SOS hebt gedrukt, zeg dan tegen de medewerker
dat er geen sprake is van een noodgeval.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep worden geplaatst. (Blz. 543)
Noodoproepdiensten
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 541 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
542 6-5. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
Wanneer het contact AAN wordt gezet, gaat het rode controlelampje gedu-
rende 10 seconden branden en gaat vervolgens het groene controlelampje
branden om aan te geven dat het systeem is ingeschakeld. De controlelampjes
geven het volgende aan:
Als het groene controlelampje gaat branden en blijft branden, is het systeem
ingeschakeld.
Als het groene controlelampje tweemaal per seconde knippert, wordt er een
automatische of handmatige noodoproep gedaan.
Als er geen controlelampjes branden, is het systeem niet ingeschakeld.
Als het rode controlelampje brandt op een ander moment dan direct na het
AAN zetten van het contact, is er mogelijk een storing in het systeem aanwe-
zig of is de back-upbatterij mogelijk leeg.
Als het rode controlelampje gedurende ongeveer 30 seconden knippert tij-
dens een noodoproep, is de verbinding verbroken of is het signaal van het
mobiele netwerk te zwak.
De levensduur van de back-upbatterij is hooguit 3 jaar.
Het apparaat is voorzien van een testmodus om de werking van het noodoproe-
psysteem te testen. Neem om het apparaat te testen, contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Controlelampjes
Testmodus apparaat
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 542 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
543
6-5. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
6
Voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Wanneer er geen noodoproep kan worden geplaatst
In de volgende situaties kunnen mogelijk geen noodoproepen worden gedaan.
Neem in dergelijke gevallen op een andere wijze contact op met hulpdiensten (112
enz.).
Zelfs als de auto zich in het ontvangstgebied van de mobiele telefoon bevindt, kan
het moeilijk zijn om contact te leggen met het ERA-GLONASS/EVAK-controle-
centrum als de ontvangst slecht is of de lijn bezet is. In dergelijke gevallen krijgt u
mogelijk geen contact met het ERA-GLONASS/EVAK-controlecentrum en kunt
u dus geen noodoproepen doen en kunnen hulpdiensten niet worden ingescha-
keld, ook al probeert het systeem verbinding te maken met het ERA-GLO-
NASS/EVAK-controlecentrum.
Wanneer de auto zich buiten het ontvangstgebied van de mobiele telefoon
bevindt, kunnen er geen noodoproepen worden geplaatst.
Wanneer er een storing aanwezig is in de bijbehorende apparatuur (zoals het
paneel van de toets SOS, de controlelampjes, microfoon, luidspreker, DCM,
antenne of op de apparatuur aangesloten bedrading) of deze beschadigd of kapot
is, kan er geen noodoproep worden geplaatst.
Tijdens een noodoproep doet het systeem herhaaldelijk een poging om contact
op te nemen met het ERA-GLONASS/EVAK-controlecentrum. Als er echter als
gevolg van een slechte ontvangst geen contact kan worden gelegd met het ERA-
GLONASS/EVAK-controlecentrum, kan het systeem mogelijk geen contact
maken met het mobiele netwerk en wordt de noodoproep beëindigd zonder dat
er verbinding is gemaakt. Het rode controlelampje knippert gedurende ongeveer
30 seconden om aan te geven dat de verbinding is verbroken.
Het apparaat werkt mogelijk niet wanneer er een kracht op wordt uitgeoefend.
Als de spanning van de accu afneemt of als de accu is losgenomen, kan het systeem
mogelijk geen verbinding maken met het ERA-GLONASS/EVAK-controlecentrum.
Als het noodoproepsysteem wordt vervangen door een nieuw exemplaar
Het noodoproepsysteem moet worden geregistreerd. Neem contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 543 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
544 6-5. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Voor uw veiligheid
Rijd voorzichtig.
De functie van dit systeem is om u te helpen bij het plaatsen van een noodoproep bij
ongevallen, zoals een verkeersongeval of een plotseling medisch noodgeval. Het sys-
teem biedt de bestuurder en de passagiers op geen enkele wijze bescherming. Rijd
voorzichtig en doe voor uw veiligheid altijd uw veiligheidsgordel om.
Geef bij noodgevallen uw leven en de levens van anderen topprioriteit.
Wanneer u een branderige lucht of anderszins een vreemde lucht ruikt, verlaat dan
de auto en zoek onmiddellijk een veilige plek op.
Het systeem signaleert schokken, waardoor de automatische meldingen mogelijk
niet altijd overeenkomen met de werking van het airbagsysteem. (Als de auto van
achteren wordt aangereden, enz.)
Plaats om veiligheidsredenen geen noodoproep tijdens het rijden.
Wanneer u tijdens het rijden belt, kan het zijn dat u het stuurwiel niet goed kunt
bedienen, waardoor er een ongeval kan ontstaan.
Breng de auto tot stilstand en controleer of de omgeving veilig is alvorens een nood-
oproep te plaatsen.
Vervang zekeringen altijd door de voorgeschreven zekeringen. Als u andere zeke-
ringen gebruikt, kan er kortsluiting in het circuit optreden en kan er brand ontstaan.
Wanneer u het systeem gebruikt terwijl er rook is of sprake is van een ongewone
geur, kan er brand ontstaan. Stop onmiddellijk met het gebruik van het systeem en
neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
OPMERKING
Voorkomen van schade
Voorkom dat er vloeistof op het paneel van de toets SOS, enz. komt en sla er niet
tegenaan.
In geval van een storing in het paneel van de toets SOS, de luidspreker of de micro-
foon tijdens een noodoproep of een handmatige onderhoudscontrole
Het is wellicht niet mogelijk om noodoproepen te doen, de systeemstatus te bevesti-
gen of te communiceren met de medewerker van het ERA-GLONASS/EVAK-con-
trolecentrum. Als de apparatuur beschadigd is, neem dan contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 544 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
545
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
7-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen van
het exterieur van uw auto....546
Reinigen en beschermen van
het interieur van uw auto .....550
7-2. Onderhoud
Onderhoud en reparatie........553
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
Voorzorgsmaatregelen bij zelf
uit te voeren onderhoud......555
Motorkap ...................................... 557
Plaatsen van een
garagekrik..................................558
Motorruimte ................................559
12V-accu........................................566
Banden...........................................569
Ver van gen van he t wiel
(auto's met een krik) ..............583
Bandenspanning ........................589
Velgen.............................................. 591
Interieurfilter................................593
Batterij elektronische
sleutel...........................................595
Controleren en vervangen
van zekeringen.........................598
Lampen ..........................................602
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 545 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
546
IS300h_EE(OM53E44E)
7-1. Onderhoud en verzorging
Spoel de auto van boven naar beneden af met veel water en verwijder zo vuil
en stof van de carrosserie, uit de wielkasten en van de onderkant van de auto.
Was de auto met een spons of een zachte doek (bijv. een zeemlap).
Verwijder hardnekkige vlekken met een autowasmiddel en spoel grondig af
met water.
Veeg overtollig water weg.
Wanneer het water niet meer in druppels op de lak blijft liggen, moet de auto
opnieuw in de was worden gezet.
Zet de auto alleen in de was als de carrosserie is afgekoeld.
Zelfherstellende coating
De carrosserie is voorzien van een zelfherstellende coating die bestand is tegen kleine,
oppervlakkige krassen die worden veroorzaakt in een autowasstraat, enz.
De coating heeft een levensduur van 5 tot 8 jaar vanaf het moment dat de auto vanuit
de fabriek is geleverd.
De hersteltijd varieert afhankelijk van de diepte van de kras en de buitentemperatuur.
De hersteltijd kan korter worden wanneer de coating verwarmd wordt met warm
water.
Diepe krassen die zijn veroorzaakt door sleutels, muntstukken e.d. kunnen niet worden
hersteld.
Gebruik geen was met schuurmiddelen.
Wassen in de wasstraat
Zorg ervoor dat de buitenspiegels zijn ingeklapt voordat u van een wasstraat gebruik-
maakt. Begin met wassen vanaf de voorzijde van de auto. Klap de spiegels weer uit
voordat u gaat rijden.
Sommige borstels in wasstraten kunnen krassen veroorzaken, waardoor de lak van uw
auto wordt beschadigd.
Hogedrukreinigers
Zorg ervoor dat de sproeiers van de wasstraat zich zo ver mogelijk bij de ruiten van-
daan bevinden.
Controleer voordat u de wasstraat gebruikt of de tankdopklep van uw auto goed
gesloten is.
Reinigen en beschermen van het exterieur van uw
auto
Voer het volgende uit om uw auto te beschermen en in perfecte staat te hou-
den:
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 546 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
547
7-1. Onderhoud en verzorging
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Bij gebruik van een wasstraat (auto's met instapfunctie)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het werkzame
gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg
in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het wassen van de auto:
Leg de sleutel op een afstand van ten minste 2 m van de auto als u de auto wast. (Zorg
ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart entry-systeem
met startknop uit te schakelen. (Blz.166)
Lichtmetalen velgen
Verwijder vuil onmiddellijk met een neutraal reinigingsmiddel.
Spoel het reinigingsmiddel direct na het gebruik weg met water.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om de lak tegen beschadiging te
beschermen.
Gebruik geen zuurhoudende of alkalische middelen of schuurmiddelen
Gebruik geen harde borstels
Reinig de velgen niet met reinigingsmiddelen als de velgen, bijvoorbeeld na het rij-
den of stilstaan bij warm weer, nog warm zijn
Bumpers
Gebruik geen schuurmiddelen.
Waterafstotende laag zijruiten voor
De volgende voorzorgsmaatregelen kunnen de effectiviteit van de waterafstotende
laag vergroten:
Verwijder regelmatig vuil van de zijruiten voor.
Zorg ervoor dat vuil en stof zich niet gedurende langere periodes op de ruiten kun-
nen verzamelen.
Reinig de ruiten zo snel mogelijk met een zachte, vochtige doek.
Gebruik voor het reinigen van de ruiten geen was of ruitenreinigers met schuurmid-
delen.
Gebruik geen metaalhoudende voorwerpen om condens te verwijderen.
Wanneer de waterafstotende werking niet meer voldoende is, kan de laag worden
gerepareerd. Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 547 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
548 7-1. Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Bij het wassen van de auto
Zorg dat er geen water in de motorruimte komt. Dit kan brand in de elektrische com-
ponenten, enz. veroorzaken.
Bij het wassen van de voorruit (auto's met regensensor)
Wanneer het bovenste deel van de voorruit waar de regensensor is geplaatst met de
hand wordt aangeraakt
Wanneer een natte doek of iets dergelijks in de buurt van de regensensor wordt
gehouden
Als iets tegen de voorruit stoot
Als u het regensensorhuis aanraakt of als iets in aanraking komt met de regensensor
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de uitlaatpijpen
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaatpijpen heet worden.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaatpijpen niet aan totdat deze voldoende zijn afge-
koeld, aangezien het aanraken van een hete uitlaatpijp brandwonden kan veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de achterbumper met de Blind Spot
Monitor (indien aanwezig)
Als de lak van de achterbumper is geschilferd of bekrast, kan een storing optreden in
het systeem. Als dit het geval is, neem dan contact op met een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Zet de ruitenwissers in de stand intervalrege-
ling. (Blz. 290)
Als de AUTO-modus is geselecteerd, kunnen
de ruitenwissers in de volgende gevallen
onverwacht in werking treden. Hierdoor kun-
nen uw handen bekneld raken en kunt u ernstig
letsel oplopen, en ook kunnen de ruitenwisser-
bladen beschadigd raken.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 548 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
549
7-1. Onderhoud en verzorging
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
OPMERKING
Aantasting van de lak en corrosie van de carrosserie en onderdelen (lichtmetalen
velgen, enz.) voorkomen
Was de auto zo spoedig mogelijk:
Na het rijden in een kustgebied
Na het rijden over gepekelde wegen
Als er zich teer of boomsappen op de lak bevinden
Als er zich dode insecten, insecten- of vogelpoep op de lak bevinden
Na het rijden in gebieden waar sprake is van veel rook, stof, ijzerdeeltjes of chemi-
sche stoffen
Als de auto erg vuil is geworden van stof of modder
Als er brandstof op de lak is gemorst
Als de lak is geschilferd of bekrast, laat deze dan direct herstellen.
Verwijder vuil van de velgen en berg ze op een droge plaats op om te voorkomen dat
de velgen tijdens de opslag gaan corroderen.
Schoonmaken van de verlichting aan de buitenzijde
Was deze met de nodige voorzichtigheid. Gebruik geen organische oplosmiddelen
en borstel ze ook niet af met een harde borstel.
Dit kan het oppervlak van de lampen beschadigen.
Breng geen was aan op de lenzen.
Was kan het lampglas beschadigen.
Wassen in een autowasstraat (auto's met ruitenwissers met regensensor)
Zet de ruitenwissers in de stand intervalregeling. (Blz. 290)
Als de AUTO-modus is geselecteerd, kunnen de ruitenwissers in werking treden,
waardoor de ruitenwisserbladen beschadigd kunnen raken.
Reinigen met een hogedrukreiniger
Stel de camera of de omgeving ervan tijdens het wassen van de auto niet bloot aan
sterke waterstralen uit een hogedrukreiniger. Door de kracht van de waterstralen
werkt het apparaat mogelijk niet goed meer.
Houd de sproeierkop uit de buurt van hoezen (rubberen of kunststof afdekkingen),
stekkers of de volgende onderdelen. Wanneer onderdelen in aanraking komen met
sterke waterstralen, kunnen ze beschadigd raken.
Aan tractie gerelateerde
onderdelen
Onderdelen stuurinrichting
Onderdelen wielophanging
Onderdelen remsysteem
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 549 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
550 7-1. Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Verwijder vuil en stof met een stofzuiger. Veeg vuile oppervlakken schoon
met een in lauw water gedompelde doek.
Als het vuil niet kan worden verwijderd, verwijder het dan met een zachte
doek met water met ongeveer 1% reinigingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reinigingsmiddel en water grondig met een
schone, vochtige doek.
Verwijder vuil met een zachte doek of synthetische zeem die vochtig is
gemaakt in een sop met zuiveringszout.
Gebruik sop met maximaal 9% zuiveringszout opgelost in water.
Veeg daarna het resterende vocht van het leder af met een droge, schone
doek.
Verwijder vuil en stof met een stofzuiger.
Veeg overtollig vuil en stof weg met een zachte doek die is bevochtigd met
een verdund reinigingsmiddel.
Gebruik sop met ongeveer 5% wolreinigingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reinigingsmiddel grondig met een schone,
vochtige doek.
Veeg daarna het resterende vocht van het leder af met een droge, schone
doek. Laat de lederen bekleding drogen in een geventileerde ruimte in de
schaduw.
Reinigen en beschermen van het interieur van uw
auto
Voer het volgende uit om het interieur van uw auto te beschermen en in per-
fecte staat te houden:
Beschermen van het interieur
Schoonmaken van de metaalaccenten met satijnglans
Schoonmaken van lederen bekleding
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 550 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
551
7-1. Onderhoud en verzorging
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Verwijder vuil en stof met een stofzuiger.
Verwijder het met een zachte vochtige doek met ongeveer 1% reinigings-
middel.
Verwijder alle sporen van het reinigingsmiddel en water grondig met een
schone, vochtige doek.
Onderhoud van lederen bekleding
Om het interieur in een goede conditie te houden, raadt Lexus u aan het twee keer per
jaar schoon te maken.
Schoonmaken van de vloerbedekking
Er zijn verschillende reinigingsmiddelen op schuimbasis in de handel verkrijgbaar.
Gebruik een spons of een borstel om het schuim aan te brengen. Wrijf met elkaar over-
lappende cirkels. Gebruik geen water. Veeg vuile oppervlakken schoon en laat ze dro-
gen. Het beste resultaat wordt verkregen als de vloerbedekking zo droog mogelijk
wordt gehouden.
Veiligheidsgordels
Maak de veiligheidsgordels schoon met een mild sop, lauw water en een doek of spons.
Controleer ook de gordels regelmatig op overmatige slijtage, rafels en scheuren.
Bij het reinigen van de beklede delen van het dashboardkastje, het consolevak, enz.
Wanneer er plakband met sterke hechting wordt gebruikt, kan het oppervlak van de
bekleding beschadigd raken.
Schoonmaken van kunstleder
WAARSCHUWING
Water in de auto
Mors geen vloeistof in de auto, zoals op de vloer, in de ventilatieopeningen van het
batterijpakket (tractiebatterij) of in de bagageruimte.
Anders kunnen het batterijpakket, elektrische onderdelen en dergelijke defect raken
of vlam vatten.
Voorkom dat onderdelen of de bedrading van het SRS in het interieur nat worden.
(Blz. 44)
Een elektrische storing kan ervoor zorgen dat de airbags worden geactiveerd of niet
op de juiste wijze werken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Reinigen van het interieur (met name het dashboard)
Gebruik geen autowas of lakcleaner. Het dashboard kan in de voorruit worden weer-
kaatst; hierdoor kan het gezichtsveld van de bestuurder worden belemmerd wat een
ernstig ongeval tot gevolg kan hebben.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 551 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
552 7-1. Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
OPMERKING
Reinigingsmiddelen
Gebruik de volgende vloeistoffen niet, omdat ze verkleuring van het interieur of stre-
pen en beschadigingen van gelakte oppervlakken kunnen veroorzaken:
Scherm audiosysteem: organische reinigingsmiddelen zoals wasbenzine of ben-
zine, alkalische oplossingen en alcohol
Stoelen: alkalische oplossingen, organische reinigingsmiddelen als thinner of was-
benzine en alcohol
Overige onderdelen: organische reinigingsmiddelen zoals wasbenzine of ben-
zine, alkalische of zuurhoudende middelen, kleurstoffen en bleekmiddel
Gebruik geen autowas of lakcleaner. Het dashboard of andere gelakte delen van het
interieur kunnen beschadigd raken.
Voorkomen van beschadiging van lederen bekleding
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om beschadiging en vroegtijdige
slijtage van lederen bekleding te voorkomen:
Verwijder stof en vuil onmiddellijk van de bekleding.
Stel de auto niet langdurig bloot aan direct zonlicht. Parkeer uw auto in de schaduw,
vooral bij warm weer.
Leg geen vinyl of plastic voorwerpen of artikelen die was bevatten op de bekleding,
aangezien ze bij hoge temperaturen in het interieur mogelijk aan het leer vast blijven
kleven.
Water op de vloerbedekking
Was de vloerbedekking van de auto niet met water.
Water dat in contact komt met elektrische onderdelen boven of onder de vloerbedek-
king, kan schade aan de verschillende systemen van de auto veroorzaken, bijvoor-
beeld aan het audiosysteem. Water kan bovendien roest aan de carrosserie
veroorzaken.
Bij het reinigen van de binnenzijde van de voorruit (auto's met Lexus Safety System+)
Zorg ervoor dat er geen glasreiniger op de lens terechtkomt. Raak de lens ook niet
aan. (Blz. 301)
Schoonmaken van de binnenzijde van de achterruit
Gebruik geen ruitenreiniger om de achterruit schoon te maken. Hierdoor kunnen de
verwarmingsdraden en antenne beschadigd raken. Veeg de ruit voorzichtig schoon
met een doek en lauw water. Veeg de ruit schoon in dezelfde richting als de verwar-
mingsdraden en antenne.
Voorkom beschadiging van de verwarmingsdraden en de antenne.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 552 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
553
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
7-2. Onderhoud
Laat het onderhoud aan uw auto uitvoeren volgens het onderhoudsschema.
(Zie voor meer informatie betreffende het onderhoudsschema het onderhouds-
boekje en het garantieboekje.)
Hoe zit het met zelf uit te voeren onderhoud?
Als u een beetje technisch inzicht en wat eenvoudig gereedschap hebt, zijn veel
onderhoudswerkzaamheden zelf uit te voeren.
Houd er echter rekening mee dat voor bepaalde werkzaamheden speciaal gereed-
schap en kennis benodigd zijn. Dit soort werkzaamheden kunt u beter overlaten aan
een deskundig monteur. Zelfs als u een ervaren doe-het-zelfmonteur bent, raden wij
u aan om reparaties en onderhoud door een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige uit
te laten voeren. Een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur houdt de onder-
houdshistorie van uw Lexus bij, wat handig kan zijn als u ooit werkzaamheden moet
laten uitvoeren die onder de garantie vallen. Indien u de onderhoudswerkzaamheden
door een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige dan een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur laat uitvoeren, raden wij u aan te vra-
gen of de onderhoudshistorie kan worden bijgehouden.
Onderhoud en reparatie
Om veilig en zuinig te kunnen rijden is het van essentieel belang dat uw auto
goed verzorgd en onderhouden wordt. Lexus raadt u aan uw auto als volgt te
onderhouden:
Periodiek onderhoud
Zelf uit te voeren onderhoud
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 553 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
554 7-2. Onderhoud
IS300h_EE(OM53E44E)
Waar naartoe voor goed onderhoud?
Om uw auto in de best mogelijke staat te houden, raadt Lexus u aan om alle onder-
houdswerkzaamheden, inspecties en reparaties te laten uitvoeren door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Laat door de garantie gedekte reparaties en servicewerkzaam-
heden uitvoeren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur, die originele
Lexus-onderdelen gebruikt bij het oplossen van eventuele problemen met uw auto. Er
kunnen ook voordelen aan zitten om niet door de garantie gedekte reparaties en ser-
vicewerkzaamheden te laten uitvoeren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur, die u met zijn expertise kan helpen eventuele problemen met uw auto op te
lossen.
Uw erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige voert alle onderhoudswerkzaamheden aan uw auto
betrouwbaar en tegen zo laag mogelijke kosten uit, dankzij zijn ervaring met auto's van
het merk Lexus.
Wanneer moet uw auto worden gerepareerd?
Wees attent op veranderingen in de prestaties en geluiden en op zichtbare tekenen die
erop wijzen dat onderhoud noodzakelijk is. Een paar belangrijke aanwijzingen zijn:
De motor hapert, stottert of slaat over
Een merkbaar verlies aan trekkracht
Vreemde motorgeluiden
Sporen van lekkage onder de auto (na gebruik van de airconditioning is waterlekkage
echter normaal)
Verandering in het uitlaatgeluid (dit kan wijzen op een zeer gevaarlijk koolmonoxide-
lek. Rijd met alle ruiten open en laat het uitlaatsysteem onmiddellijk controleren).
Abnormaal zachte banden, ongewoon veel bandengepiep bij het nemen van bochten
of ongelijkmatige bandenslijtage
De auto trekt naar één kant, terwijl u rechtuitrijdt op een vlakke weg
Vreemde geluiden die kennelijk in verband staan met de bewegingen van de wielop-
hanging
Verlies van remkracht; “sponzig” aanvoelend rempedaal; het pedaal kan bijna tot op de
vloer worden ingetrapt; scheeftrekken van de auto bij remmen
Koelvloeistoftemperatuur voortdurend hoger dan normaal (Blz. 113)
Als u een van deze zaken merkt, laat dan uw auto zo snel mogelijk nakijken door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige. Mogelijk moet uw auto afgesteld of gerepareerd worden.
WAARSCHUWING
Wanneer uw auto niet volgens de voorschriften is onderhouden
Onjuist onderhoud kan ernstige schade aan de auto en ernstig letsel veroorzaken.
Omgaan met de 12V-accu
12V-accupolen, aansluitingen en bijbehorende onderdelen bevatten lood. Een lood-
vergiftiging kan hersenbeschadiging veroorzaken. Was daarom na werkzaamheden
altijd uw handen. (Blz. 566)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 554 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
555
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren
onderhoud
Als u controles en onderhoudswerkzaamheden uitvoert, dient u dit precies te
doen zoals in dit hoofdstuk wordt beschreven.
Onderwerp Benodigdheden
Conditie 12V-accu
(Blz. 566)
•Vet
Universele sleutel (voor de bouten van de accukabels)
Koelvloeistofniveau
motor/vermogens-
regeleenheid
(Blz. 563)
Toyota Super Long Life Coolant of een gelijkwaardig pro-
duct
Toyota Super Long Life koelvloeistof is voorgemixt met 50%
koelvloeistof en 50% gedestilleerd water.
Trechter (uitsluitend voor het bijvullen van koelvloeistof)
Motoroliepeil
(Blz. 560)
Originele Toyota-motorolie of gelijkwaardig
Doek of poetspapier
Trechter (uitsluitend voor het bijvullen van motorolie)
Zekeringen
(Blz. 598)
Zekering met dezelfde stroomsterkte als de oorspronkelijke
zekering
Lampen
(Blz. 602)
Lamp met hetzelfde nummer en vermogen als het oorspron-
kelijke exemplaar
Kruiskopschroevendraaier Sleufkopschroevendraaier
•Sleutel
Radiateur en con-
densor (Blz. 565)
Bandenspanning
(Blz. 589) Bandenspanningsmeter •Compressor
Ruitensproeier-
vloeistof
(Blz. 565)
Water of ruitensproeiervloeistof met antivries (voor gebruik
onder winterse omstandigheden)
Trechter (uitsluitend voor het bijvullen van ruitensproeier-
vloeistof)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 555 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
556 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
In de motorruimte bevinden zich allerlei mechanismen en vloeistoffen die plotseling in
beweging kunnen komen, heet kunnen worden of elektrisch geladen kunnen worden.
Neem onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht om ernstig letsel te voorkomen.
Tijdens werkzaamheden in de motorruimte
Controleer of het controlelampje voor stand ACC of AAN in het multi-informatiedis-
play en het controlelampje READY beide uit zijn.
Houd handen, kleding en gereedschap uit de buurt van de draaiende ventilator en de
aandrijfriem.
Raak de motor, de vermogensregeleenheid, de radiateur, het uitlaatspruitstuk, enz.
niet direct na het rijden aan, aangezien deze onderdelen heet kunnen zijn. De olie en
andere vloeistoffen kunnen ook heet zijn.
Laat geen brandbare voorwerpen, zoals een stuk papier of een doek, achter in de
motorruimte.
Rook niet, veroorzaak geen vonken en voorkom open vuur in de buurt van brandstof.
Brandstofdampen zijn licht ontvlambaar.
Wees voorzichtig, want remvloeistof is gevaarlijk voor uw handen en ogen en kan
gelakte oppervlakken beschadigen. Als u remvloeistof op uw handen of in uw ogen
krijgt, spoel ze dan onmiddellijk met schoon water.
Raadpleeg een arts als u last blijft houden.
Werkzaamheden bij de elektrische koelventilatoren of de radiateur
Zorg ervoor dat het contact UIT staat.
Wanneer het contact AAN staat, kunnen de elektrische koelventilatoren automatisch
worden ingeschakeld als de airconditioning wordt ingeschakeld en/of als de koelvloei-
stoftemperatuur hoog is. (Blz. 565)
Veiligheidsbril
Draag een veiligheidsbril om uw ogen te beschermen tegen rondvliegend of vallend
materiaal, een straal vloeistof, enz.
OPMERKING
Wanneer u het luchtfilter verwijdert
Rijden zonder luchtfilter kan leiden tot overmatige motorslijtage door vuil in de inlaat-
lucht.
Als het vloeistofniveau te laag of te hoog is
Het is normaal dat het remvloeistofniveau iets lager wordt door slijtage van de rem-
blokken of door een hoog vloeistofniveau in de accumulator.
Als het reservoir regelmatig moet worden bijgevuld, kan dit duiden op een serieus pro-
bleem.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 556 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
557
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Trek de ontgrendelingshendel van
de motorkap naar u toe.
De motorkap zal iets omhoog springen.
Trek de veiligheidshaak omhoog en
open de motorkap.
Motorkap
Ontgrendelen van de motorkap vanuit het interieur.
1
2
WAARSCHUWING
Controle voor het rijden
Controleer of de motorkap goed dicht en vergrendeld is.
Als de motorkap niet goed vergrendeld is, kan hij tijdens het rijden onverwacht open-
gaan, waardoor een ongeval kan ontstaan met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 557 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
558 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
Voor
Achter
Plaatsen van een garagekrik
Volg bij het gebruik van een garagekrik altijd de bij de krik geleverde handlei-
ding en wees voorzichtig.
Krik de auto uitsluitend op met de garagekrik onder een van de aangegeven
kriksteunpunten. Als de auto wordt opgekrikt terwijl de krik niet goed is
geplaatst, kan de auto beschadigd raken of van de krik vallen en ernstig letsel
veroorzaken.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 558 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
559
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
12V-accu
Blz. 566
Motorruimte
Koelvloeistofreservoir vermogens-
regeleenheid (Blz. 563)
Oliepeilstok
(Blz. 560)
Koelvloeistofreservoir
(Blz. 563)
Motorolievuldop
(Blz. 561)
Zekeringenkast (Blz. 598)
Sproeierreservoir (Blz. 565)
Elektrische koelventilatoren
Condensor (Blz. 565)
Radiateur koelsysteem
vermogensregeleenheid
(Blz. 565)
Radiateur koelsysteem motor
(Blz. 565)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 559 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
560 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
Controleer het oliepeil met behulp van de peilstok bij bedrijfswarme, afgezette
motor.
Controle van motorolie
Plaats de auto op een horizontale ondergrond. Wacht, nadat de motor op
bedrijfstemperatuur is gekomen en het hybridesysteem is uitgeschakeld,
minstens 5 minuten om de olie de gelegenheid te geven naar het carter
terug te stromen.
Trek de peilstok uit de motor ter-
wijl u een doek onder het uiteinde
houdt.
Veeg de peilstok met een schone doek af.
Steek de peilstok weer volledig in de motor.
Trek de peilstok uit de motor en
controleer het oliepeil terwijl u
een doek onder het uiteinde
houdt.
Laag
Normaal
Te h o o g
De vorm van de peilstok is afhan-
kelijk van de uitvoering van de
auto en het motortype.
Veeg de peilstok af en steek deze helemaal terug in de houder.
Motorolie
1
2
3
4
5
1
2
3
6
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 560 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
561
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Motorolie bijvullen
Als het oliepeil onder het onderste
merkteken of er net boven ligt, moet
u olie bijvullen van het type zoals
hierna is vermeld, of van hetzelfde
type als waarmee de motor eerder
werd gevuld.
Controleer welke kwaliteit motorolie wordt voorgeschreven en leg de beno-
digdheden voor het bijvullen klaar.
Verwijder de olievuldop door deze linksom te draaien.
Giet beetje voor beetje motorolie in de vulopening en controleer onder-
tussen het oliepeil steeds door middel van de peilstok.
Plaats de olievuldop door deze rechtsom te draaien.
Olieverbruik
Tijdens het rijden wordt een bepaalde hoeveelheid motorolie verbruikt. In de volgende
situaties kan het olieverbruik toenemen en moet er tussen de onderhoudsintervallen
door mogelijk olie worden bijgevuld.
Als de motor nog nieuw is, bijvoorbeeld direct na aanschaf van de auto of nadat de
motor is vervangen
Als een lagere kwaliteit motorolie of motorolie met een verkeerde viscositeit wordt
gebruikt
Bij het rijden met hoge motortoerentallen, met een zwaar beladen auto, met een aan-
hangwagen of bij veelvuldig optrekken en afremmen
Als de motor langdurig stationair draait, of bij veelvuldig rijden in druk verkeer
Keuze motorolie Blz. 698
Oliehoeveelheid
(minimaal maximaal) 1,5 l (1,6 qt., 1,3 Imp.qt.)
Onderwerp Schone trechter
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 561 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
562 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
Na het verversen van de olie
Het indicatiesysteem motorolie verversen moet worden gereset. Ga als volgt te werk:
Selecteer op het multi-informatiedisplay. (Blz. 128)
Druk op of van de bedieningstoets van het instrumentenpaneel op het stuur-
wiel om “Vehicle Settings” (voertuiginstellingen) en vervolgens “Oil Maintenance”
(onderhoud motorolie) te selecteren. (Druk op om de instelling te bevestigen.)
Selecteer “Yes” (ja) en druk vervolgens op .
Er wordt een melding weergegeven op het multi-informatiedisplay.
WAARSCHUWING
Afgewerkte motorolie
Afgewerkte motorolie bevat schadelijke stoffen die huidaandoeningen zoals ontste-
king of huidkanker kunnen veroorzaken. Wees daarom voorzichtig en vermijd lang-
durig en herhaaldelijk contact met de huid. Verwijder afgewerkte motorolie door
goed met water en zeep te wassen.
Voer afgewerkte motorolie en gebruikte oliefilters op een veilige en acceptabele
manier af. Gooi afgewerkte motorolie en gebruikte oliefilters nooit weg in de vuilnis-
bak, in het riool of zomaar ergens.
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur, een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige, tankstation of een automa-
terialenzaak voor meer informatie over recycling of afvoeren.
Houd motorolie buiten het bereik van kinderen.
OPMERKING
Voorkomen van ernstige schade aan de motor
Controleer regelmatig het oliepeil.
Bij het olie verversen of bijvullen
Let erop dat er geen motorolie op onderdelen van de auto terechtkomt.
Vul nooit te veel olie bij, anders kan de motor beschadigd raken.
Controleer na het olie verversen altijd het oliepeil met de peilstok.
Controleer of de olievuldop goed is vastgedraaid.
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 562 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
563
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Koelvloeistofreservoir
Het koelvloeistofniveau is correct als het zich bij koude motor tussen het FULL-
en het LOW-streepje bevindt.
Dop reservoir
FULL-streepje
LOW-streepje
Als het niveau zich op of onder het
LOW-streepje bevindt, moet koel-
vloeistof worden bijgevuld tot aan
het FULL-streepje. (Blz. 686)
Koelvloeistofreservoir vermogensregeleenheid
Het koelvloeistofniveau is correct als het zich tussen de streepjes F en L bevindt
wanneer het hybridesysteem koud is.
Dop reservoir
Streepje F
Streepje L
Als het niveau zich op of onder het
onderste streepje (L) bevindt, moet
koelvloeistof worden bijgevuld tot
aan het bovenste streepje (F).
(Blz. 686)
Koelvloeistof
1
2
3
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 563 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
564 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
Selectie van koelvloeistof
Gebruik alleen Toyota Super Long Life Coolant of een gelijkwaardig product.
Toyota Super Long Life Coolant is een mengsel van 50% koelvloeistof en 50% gedemi-
neraliseerd water. (Minimumtemperatuur: -35C)
Neem voor meer informatie over koelvloeistof contact op met een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als het koelvloeistofniveau korte tijd na het bijvullen weer is gezakt
Controleer de radiateurs, de slangen, de doppen van de koelvloeistofreservoirs, de
aftapkraan en de waterpomp.
Als u geen lek kunt vinden, laat dan een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige de druk op de dop
nakijken en controleren op lekkages in het koelsysteem.
WAARSCHUWING
Wanneer het hybridesysteem heet is
Verwijder de dop van het koelvloeistofreservoir of de vuldop van de koelvloeistof van
de motor/vermogensregeleenheid niet. (Blz. 686)
Als het koelsysteem nog onder druk staat, kan hete koelvloeistof uit de vulopening
spuiten als de dop wordt verwijderd en brandwonden of ander ernstig letsel veroorza-
ken.
OPMERKING
Bij het bijvullen van koelvloeistof
Gebruik geen onverdunde antivries of alleen water. Een goede mengverhouding van
water en antivries zorgt voor een goede smering, corrosiebescherming en koeling.
Lees altijd de informatie op het etiket van de antivries of koelvloeistof.
Als u koelvloeistof morst
Verwijder de koelvloeistof met veel water om te voorkomen dat het de lak of onderde-
len aantast.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 564 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
565
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Controleer de radiateurs en de condensor en verwijder eventueel vuil.
Als een van bovenstaande onderdelen erg vuil is of als u niet zeker bent van de
staat ervan, laat dan uw auto nakijken door een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Als een sproeier niet werkt of een
waarschuwingsmelding wordt weerge-
geven op het multi-informatiedisplay, is
het sproeierreservoir mogelijk leeg.
Vul ruitensproeiervloeistof bij.
Radiateurs en condensor
WAARSCHUWING
Wanneer het hybridesysteem heet is
Raak om brandwonden te voorkomen de radiateur of de condensor niet aan, aange-
zien deze heet kunnen zijn.
Ruitensproeiervloeistof
WAARSCHUWING
Bij het bijvullen van ruitensproeiervloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als het hybridesysteem warm is of nog werkt. Rui-
tensproeiervloeistof bevat alcohol en kan vlam vatten als het bijvoorbeeld op hete
motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
Vul het reservoir uitsluitend met ruitensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw auto worden aangetast en de pomp bescha-
digd raken, waardoor er geen ruitensproeiervloeistof meer kan worden gesproeid.
Verdunnen van ruitensproeiervloeistof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruitensproeiervloeistoffles aangegeven temperatu-
ren voor de juiste mengverhouding.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 565 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
566 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
De 12V-accu bevindt zich links in de
bagageruimte.
Verwijder de afdekkap van de 12V-
accu.
Controleer de 12V-accu op gecorrodeerde en loszittende klemmen, scheuren
en een loszittende klembeugel.
Accupolen
Klembeugel
12V-accu
Plaats
Verwijderen van de afdekkap van de 12V-accu
Exterieur
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 566 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
567
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
De betekenis van de waarschuwingssymbolen aan de bovenzijde van de 12V-
accu is als volgt:
Voorzorgsmaatregelen voor het opladen van de accu
Tijdens het opladen van de 12V-accu ontstaat het licht ontvlambare en explosieve water-
stof. Houd u daarom voor het opladen aan de volgende voorzorgsmaatregelen:
Als de 12V-accu in de auto is gemonteerd, moet voorafgaand aan het opladen de mas-
sakabel worden losgenomen.
Zorg ervoor dat de acculader tijdens het aansluiten en losnemen van de accuklemmen
is uitgeschakeld.
Na het laden/aansluiten van de 12V-accu
Mogelijk start het hybridesysteem niet. Volg de onderstaande procedure om het sys-
teem te initialiseren.
Zet de selectiehendel in stand P.
Open en sluit een van de portieren.
Schakel het hybridesysteem weer in.
Nadat de 12V-accu losgenomen is geweest en weer is aangesloten, is het wellicht niet
meteen mogelijk om de portieren met het Smart entry-systeem met startknop te ont-
grendelen. Gebruik in dat geval de afstandsbediening of de mechanische sleutel om de
portieren te vergrendelen of ontgrendelen.
Start het hybridesysteem met het contact in stand ACC. Het hybridesysteem kan niet
worden gestart als het contact UIT staat. Het hybridesysteem werkt vanaf de tweede
poging echter normaal.
De stand van het contact wordt door de auto geregistreerd. Als de 12V-accu weer
wordt aangesloten, keert de startknop terug naar de stand die was geselecteerd voor-
dat de 12V-accu werd losgenomen. Zorg ervoor dat het contact UIT wordt gezet voor-
dat u de 12V-accu losneemt. Wees extra voorzichtig als niet bekend is wat de stand van
de startknop was voordat de 12V-accu werd losgenomen.
Neem, als het systeem na meerdere pogingen nog niet start, contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingssymbolen
Niet roken, geen open vuur,
geen vonken Accuzuur
Draag een veiligheidsbril Lees de gebruiksaanwijzing
Buiten bereik van kinderen
houden Explosief gas
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 567 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
568 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Chemicaliën in de 12V-accu
Het zwavelzuur in de 12V-accu is giftig en bijtend en kan het ontstaan van het licht ont-
vlambare en explosieve waterstof veroorzaken. Neem bij werkzaamheden bij of aan de
12V-accu de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om ernstig letsel te voorkomen:
Veroorzaak geen vonken met gereedschap.
Rook nooit en steek nooit een lucifer of een aansteker aan bij de 12V-accu.
Voorkom dat ogen, huid of kleren in contact komen met de elektrolyt.
Adem of slik nooit elektrolyt in.
Gebruik een veiligheidsbril als u bij de 12V-accu bezig bent.
Laat kinderen niet in de buurt spelen als u met de 12V-accu bezig bent.
Een veilige plaats voor het opladen van de 12V-accu
Laad de 12V-accu altijd op in een open ruimte. Laad de 12V-accu niet op in een garage
of in een afgesloten ruimte waar onvoldoende ventilatie is.
Procedure voor het opladen van de 12V-accu
Laad de accu alleen op met een druppellader (4 A - 5 A). Het opladen van een 12V-
accu met een snellader kan een explosie veroorzaken.
Noodmaatregelen met betrekking tot elektrolyt
Als er elektrolyt in uw ogen terechtkomt
Spoel de ogen minstens 15 minuten met water en schakel direct medische hulp in.
Blijf zo mogelijk water met een spons of doek op de ogen deppen, terwijl u naar een
arts of het ziekenhuis gaat.
Als er elektrolyt op uw huid terechtkomt
Was de huid zorgvuldig met veel water. Als het pijn doet of brandt, roept u meteen
medische hulp in.
Als er elektrolyt op uw kleding terechtkomt
De elektrolyt kan via de kleding op uw huid terechtkomen. Trek onmiddellijk de kle-
ding uit en volg, indien nodig, de procedure zoals hierboven beschreven.
Als u per ongeluk elektrolyt binnenkrijgt
Drink zo veel mogelijk water of melk. Schakel zo snel mogelijk medische hulp in.
Vervangen van de 12V-accu
Gebruik alleen een voor deze auto ontworpen 12V-accu. Anders kan er gas (water-
stof) in het passagierscompartiment komen, waardoor brand of een explosie kan ont-
staan.
Neem voor de vervanging van de 12V-accu contact op met een erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
Wanneer de 12V-accu wordt opgeladen
Laad de 12V-accu nooit op wanneer het hybridesysteem in werking is. Controleer ook
of alle accessoires zijn uitgeschakeld.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 568 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
569
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Controleer of de slijtage-indicatoren op de banden te zien zijn. Controleer de
banden tevens op ongelijkmatige slijtage, zoals overmatige slijtage aan een zijde
van het loopvlak.
Controleer de staat en de bandenspanning van het reservewiel ook als het niet
gebruikt wordt.
Nieuwe band
Versleten loopvlak
Slijtage-indicator
De plaats van de slijtage-indicatoren wordt aangegeven met de tekst TWI of op de
wang van de band.
Vervang de band als de slijtage-indicatoren zichtbaar zijn op de band.
Banden
Vervang of verwissel banden afhankelijk van het onderhoudsschema en het
slijtagepatroon.
Controleren van de banden
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 569 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
570 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
Wissel de banden zoals aangegeven in de afbeelding.
Lexus beveelt aan om de banden ongeveer elke 10.000 km van plaats te wisse-
len om een gelijkmatig slijtagepatroon en een langere levensduur van de banden
te verkrijgen.
Vergeet niet na het wisselen van de banden het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem te initialiseren.
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspanningssensoren en -zenders om een lage banden-
spanning te signaleren voordat deze tot problemen leidt.
Als de bandenspanning onder een bepaalde waarde komt, wordt de bestuurder
door middel van een waarschuwingslampje gewaarschuwd. (Blz. 626)
Plaatsen van bandenspanningssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspanningssenso-
ren en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssensoren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van deze componenten worden geregistreerd
in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-ECU en moet het banden-
spanningswaarschuwingssysteem worden geïnitialiseerd. Laat de identifica-
tiecodes van de bandenspanningssensoren en -zenders registreren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. (Blz. 571)
Wisselen van banden
Auto's met hetzelfde formaat voor-
en achterband
Auto's met een verschillend for-
maat voor- en achterband
Voor
Voor
Bandenspanningswaarschuwingssysteem
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 570 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
571
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem moet worden geïnitialiseerd
onder de volgende omstandigheden:
Bij het wisselen van wielen.
Als de bandenspanning wordt gewijzigd (bijvoorbeeld wanneer de rijsnel-
heid of de belading verandert).
Als de bandenmaat wordt aangepast.
Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt geïnitialiseerd, wordt
de actuele bandenspanning als referentiespanning beschouwd.
Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Parkeer de auto op een veilige plaats en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de auto rijdt.
Breng de banden op de voorgeschreven spanning bij koude banden.
(Blz. 703)
Breng de banden op de voorgeschreven spanning voor de banden in koude toe-
stand. Deze spanning vormt de referentiespanning voor het bandenspannings-
waarschuwingssysteem.
Zet het contact AAN.
Houd de resetknop van het ban-
denspanningswaarschuwingssys-
teem ingedrukt tot het
waarschuwingslampje lage ban-
denspanning drie keer langzaam
knippert.
Laat het contact nog enkele minuten AAN staan en zet vervolgens het
contact UIT.
Registreren van identificatiecodes
De bandenspanningssensoren en -zenders zijn voorzien van een unieke iden-
tificatiecode. Bij het vervangen van een bandenspanningssensor en -zender is
het noodzakelijk om de identificatiecode te registreren. Laat de identificatie-
code registreren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 571 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
572 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
Wanneer moeten banden worden vervangen
Banden moeten worden vervangen als:
De slijtage-indicatoren zijn te zien op een band.
De banden beschadigingen vertonen, zoals insnijdingen, scheuren of barsten die zo
diep zijn dat het binnenmateriaal zichtbaar wordt en bulten die duiden op een interne
beschadiging
Een band vaak leegloopt of niet goed kan worden gerepareerd vanwege de grootte of
plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als u er niet zeker van bent.
Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de bandenspanningssensor en -zender niet is geregistreerd,
werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet correct. Na ongeveer 10 minu-
ten rijden gaat het waarschuwingslampje lage bandenspanning gedurende 1 minuut
knipperen en het blijft daarna branden om aan te geven dat er een storing in het systeem
aanwezig is.
Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten altijd door gekwalificeerd werkplaatspersoneel
worden gecontroleerd, zelfs als er niet of nauwelijks met de banden is gereden en de
banden niet beschadigd lijken te zijn.
Periodieke controle van de bandenspanning
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem vervangt de periodieke controle van de
bandenspanning niet. Controleer daarom ook zelf regelmatig de bandenspanning.
Brede banden (behalve 16 inch banden)
In het algemeen slijten brede banden eerder en kan de grip op besneeuwde en/of
gladde wegen beperkt zijn in vergelijking met standaard banden. Monteer winterbanden
of sneeuwkettingen* wanneer u op besneeuwde en/of gladde wegen gaat rijden en pas
uw rijsnelheid aan aan de omstandigheden.
*: 18 inch banden kunnen niet worden voorzien van sneeuwkettingen. Gebruik in plaats
daarvan winterbanden.
Als de profieldiepte van winterbanden minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de winterbanden verloren.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 572 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
573
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Situaties waarin het bandenspanningswaarschuwingssysteem mogelijk niet goed
werkt
Onder de volgende omstandigheden werkt het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
Als er niet-originele Lexus-velgen zijn gemonteerd.
Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet overeenkomt met de OE-
specificaties (Original Equipment).
Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet de voorgeschreven maat
heeft.
Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
Er is een run-flat band met ondersteunende ring gemonteerd.
Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radiografische
signalen nadelig beïnvloedt.
Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wielkasten.
Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven waarde.
Als er banden zonder bandenspanningssensoren en -zenders worden gebruikt.
Als de identificatiecode op de bandenspanningssensoren en -zenders niet is gere-
gistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-ECU.
In de volgende situaties kunnen de prestaties worden beïnvloed.
In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radiogolven of elektromag-
netische velden aanwezig zijn
Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
Wanneer de auto geparkeerd is, kan het langer duren voordat de waarschuwing ver-
schijnt of verdwijnt.
Wanneer de bandenspanning snel daalt, zoals bij een klapband, dan verschijnt de
waarschuwing mogelijk niet.
De initialisatieprocedure
Voer de initialisatie uit na het op spanning brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden koud zijn bij de initialisatie en bij het aanpassen
van de bandenspanning.
Als u het contact tijdens de initialisatie per ongeluk UIT hebt gezet, dan is het niet
noodzakelijk de resettoets in te drukken, omdat de initialisatie automatisch herstart
wordt wanneer het contact de volgende keer AAN wordt gezet.
Als u per ongeluk de resettoets indrukt wanneer initialiseren niet nodig is, breng de
banden dan op de juiste spanning wanneer ze koud zijn en voer opnieuw de initialisatie
uit.
Waarschuwingen bandenspanningswaarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het bandenspanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de omstandigheden waaronder het systeem geïnitialiseerd is. Daarom laat het
systeem mogelijk zelfs een waarschuwing zien wanneer de bandenspanning niet laag
genoeg is of wanneer de druk hoger is dan de druk die was ingesteld tijdens het initialise-
ren van het systeem.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 573 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
574 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
Als de initialisatie van het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet voltooid is
De initialisatie kan worden uitgevoerd in enkele minuten. In de volgende gevallen wor-
den de instellingen echter niet opgeslagen en zal het systeem niet goed werken. Laat, als
herhaalde pogingen de bandenspanning op te slaan mislukken, de auto nakijken door
een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
Als de resetknop van het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt bediend,
gaat het waarschuwingslampje lage bandenspanning niet 3 keer knipperen.
Na het initialiseren knippert het waarschuwingslampje lage bandenspanning gedu-
rende 1 minuut en blijft het tijdens het rijden nog gedurende 20 minuten branden.
Registreren van identificatiecodes
De identificatiecodes van de bandenspanningssensoren en -zenders van twee sets ban-
den kunnen worden geregistreerd.
Als de identificatiecodes voor zowel de normale banden als de winterbanden vooraf zijn
geregistreerd, is het niet nodig om de identificatiecodes te registreren wanneer de nor-
male banden worden vervangen door winterbanden.
Neem voor meer informatie over het wijzigen van identificatiecodes contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 574 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
575
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Verklaring voor het bandenspanningswaarschuwingssysteem
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 575 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
576 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 576 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
577
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 577 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
578 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 578 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
579
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 579 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
580 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 580 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
581
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Bij het controleren of vervangen van de banden
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen om ongevallen te voorkomen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan schade aan de aandrijflijn
veroorzaken en gevaarlijke rijeigenschappen tot gevolg hebben, waardoor een onge-
val met ernstig letsel kan ontstaan.
Gebruik geen banden van verschillende merken, types of profielen.
Gebruik ook geen banden met duidelijk verschillende slijtagepatronen door elkaar.
Gebruik uitsluitend de door Lexus voorgeschreven bandenmaat.
Gebruik geen verschillende soorten banden (radiaalbanden, gordelbanden met dia-
gonaalkarkas en diagonaalbanden) door elkaar.
Gebruik geen zomer-, all-season- en winterbanden door elkaar.
Gebruik nooit banden onder uw auto die zijn gebruikt onder een andere auto.
Door het gebruik van banden waarvan het verleden onbekend is, loopt u extra risico.
Auto's met bandenreparatieset: Rijd niet met een aanhangwagen o.i.d. als een
gemonteerde band gerepareerd is met behulp van de bandenreparatieset. De belas-
ting van de band kan leiden tot onverwachte schade aan de band.
Bij het initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Druk niet op de resetknop van het bandenspanningswaarschuwingssysteem voordat
de banden op de voorgeschreven spanning zijn gebracht. Anders kan het voorkomen
dat het waarschuwingslampje voor de lage bandenspanning niet gaat branden terwijl
de bandenspanning te laag is, of wel gaat branden terwijl de bandenspanning in orde
is.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 581 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
582 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
OPMERKING
Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssensoren, zenders en
ventieldopjes
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of bandenspanningssen-
soren en -zenders contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige omdat de
bandenspanningssensoren en -zenders beschadigd kunnen raken als er niet voor-
zichtig mee wordt omgegaan.
Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ventieldopjes niet
geplaatst worden, dan kan er water in de bandenspanningssensoren terechtkomen
en kunnen ze vast gaan zitten.
Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere ventieldopjes dan voor-
geschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitten.
Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer bandenreparatievloeistof
is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Vervang na het gebruik van bandenreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -
zender wanneer de band wordt gerepareerd of vervangen. (Blz. 570)
Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de bandenspanning
tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden vermindert. Bovendien kun-
nen de banden zelf en de velgen en carrosserie beschadigd raken bij het rijden over
onverharde wegen.
Brede banden (behalve 16 inch banden)
Het gebruik van brede banden kan leiden tot meer schade aan de velg bij het rijden op
een slecht wegdek. Let daarom goed op de volgende punten:
Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning hebben. Bij een te lage bandenspan-
ning zullen de banden sneller beschadigd raken.
Rijd niet door diepe gaten of tegen hoge of scherpe voorwerpen aan of eroverheen.
Anders kunnen de banden en velgen ernstig beschadigd raken.
Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te laag is, anders kunnen de banden en/of vel-
gen ernstig beschadigd raken.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 582 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
583
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Breng de auto tot stilstand op een stevige, vlakke ondergrond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P.
Schakel het hybridesysteem uit.
Vervangen van het wiel (auto's met een krik)
Krik de auto uitsluitend op met de krik onder een van de aangegeven krik-
steunpunten.
Als de auto wordt opgekrikt terwijl de krik niet goed is geplaatst, kan de auto
beschadigd raken of van de krik vallen en ernstig letsel veroorzaken.
Voor het opkrikken van de auto
Plaats van de krik en het gereedschap
Krik
Krikslinger
Schroevendraaier
Sleepoog
Wielmoersleutel
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 583 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
584 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
Verwijder de afdekkap van de 12V-accu. (Blz. 566)
Haal de krik eruit.
Vas tdraaie n
Losdraaien
Als de krik te vast zit en niet met de
hand kan worden verwijderd, steek
dan een gereedschap, bijvoorbeeld
de bij de auto geleverde schroeven-
draaier, in het gat in de krik (gedeelte
A) en draai de krik los.
WAARSCHUWING
Gebruik van de krik
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Onjuist gebruik van de krik kan ertoe leiden dat de auto van de krik valt, wat tot ernstig
letsel kan leiden.
Gebruik de krik uitsluitend voor het verwisselen van een wiel of de montage en het
verwijderen van sneeuwkettingen.
Gebruik voor het verwisselen van een wiel uitsluitend de met de auto meegeleverde
krik.
Gebruik de krik niet voor het verwisselen van wielen van andere auto's en gebruik
ook geen krik van een andere auto.
Zet de krik op de juiste wijze onder het kriksteunpunt.
Zorg ervoor dat er zich geen lichaamsdelen bevinden onder een auto die alleen door
een krik wordt ondersteund.
Start het hybridesysteem niet en ga niet met de auto rijden als deze door de krik
wordt ondersteund.
Krik de auto niet op als er nog iemand in de auto aanwezig is.
Plaats niets op of onder de krik als de auto wordt opgekrikt.
Krik de auto niet verder op dan voor het verwisselen van het wiel noodzakelijk is.
Plaats de auto op bokken als u onder de auto moet zijn.
Zorg wanneer u de auto laat zakken dat er niemand onder komt. Breng mensen in de
buurt op de hoogte van het laten zakken.
Verwijderen van de krik
1
2
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 584 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
585
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Plaats wielblokken.
Draai de wielmoeren iets los (één
slag).
Draai deel A van de krik met de
hand aan totdat de uitsparing in de
kop van de krik in contact komt met
het kriksteunpunt.
De aanduidingen van de kriksteunpun-
ten bevinden zich onder de dorpel.
Deze duiden de kriksteunpunten aan.
Vervangen van een wiel
1
Wiel Positie wielblok
Voo r Links Achter het rechter achterwiel
Rechts Achter het linker achterwiel
Achter Links Voor het rechter voorwiel
Rechts Voor het linker voorwiel
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 585 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
586 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
Draai de krik vervolgens verder
omhoog totdat het wiel vrij van de
grond is.
Verwijder alle wielmoeren en het
wiel.
Leg het wiel met de buitenzijde omhoog
op de grond, om krassen op de velg te
voorkomen.
4
5
WAARSCHUWING
Vervangen van een wiel
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om de kans op ernstig letsel te
beperken.
Laat zo spoedig mogelijk na het vervangen van een wiel de moeren met een aanhaal-
moment van 103 Nm (10,5 kgm, 76 ft.lbf) vastzetten.
Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat de wiel-
moeren los raken, waardoor de wielen van de auto af kunnen lopen en een ongeval
met ernstig letsel als gevolg kan ontstaan.
Plaats een beschadigde naafdop niet opnieuw, omdat deze tijdens het rijden los kan
raken.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 586 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
587
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Verwijder eventueel aanwezige ver-
ontreinigingen van het contactvlak
van de velg.
Als er verontreinigingen op het contact-
vlak aanwezig zijn, kunnen tijdens het
rijden de wielmoeren los lopen, waar-
door het wiel los kan raken.
Plaats het reservewiel en draai de wielmoeren met de hand allemaal onge-
veer even ver op de wielbout.
Draai de wielmoeren zover vast tot-
dat de sluitringen contact maken
met de velg.
Laat de auto zakken.
Draai iedere moer twee of drie keer
aan in de volgorde die in de afbeel-
ding is aangeven.
Aanhaalmoment:
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
Berg de krik en het gereedschap op.
Plaatsen van het wiel
1
2
Vel g
Ruitensproeier
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 587 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
588 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
Verklaring voor de krik
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 588 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
589
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Gevolgen van een onjuiste bandenspanning
Het rijden met een onjuiste bandenspanning kan de volgende gevolgen hebben:
Hoger brandstofverbruik
Verminderd rijcomfort en een slechte handling
Kortere levensduur van de banden als gevolg van slijtage
Een onveilige auto
Beschadiging van de aandrijflijn
Als een band vaak moet worden opgepompt, laat deze dan controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Instructies voor het controleren van de bandenspanning
Let bij het controleren van de bandenspanning op het volgende:
Controleer de bandenspanning alleen als de banden koud zijn.
Als uw auto ten minste 3 uur heeft stilgestaan of niet meer dan 1,5 km heeft gereden,
kunt u de bandenspanning voor koude banden correct aflezen.
Gebruik altijd een bandenspanningsmeter.
Het is moeilijk te bepalen of een band de juiste bandenspanning heeft op basis van
alleen het uiterlijk.
Het is normaal dat de spanning van een band na een rit is opgelopen aangezien
warmte wordt gegenereerd in de band. Laat na het rijden geen lucht uit de banden
lopen om de spanning te verlagen.
Verdeel de passagiers en het gewicht van de bagage gelijkmatig over de auto.
Bandenspanning
Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning hebben. De bandenspanning
moet ten minste eenmaal per maand gecontroleerd worden. Lexus beveelt u
echter aan de bandenspanning eens per twee weken te controleren.
(Blz. 703)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 589 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
590 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Een goede bandenspanning zorgt voor een langere levensduur van de banden
Houd de bandenspanning op de juiste waarde.
Als de banden niet de juiste spanning hebben, kunnen onderstaande zaken zich voor-
doen. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Overmatige slijtage
Ongelijkmatige slijtage
Slecht rijgedrag
Mogelijke klapband door oververhitting
Luchtlekkage tussen de band en velg
Wielvervorming en/of beschadiging van de band
Groter risico op beschadiging van de band tijdens het rijden (als gevolg van voor-
werpen op het wegdek, verbindingsstukken of scherpe randen in het wegdek, enz.)
OPMERKING
Controleren en op de juiste spanning brengen van de banden
Plaats na controle altijd de ventieldopjes.
Zonder de ventieldopjes kan er vuil en vocht in het inwendige van de ventielen door-
dringen. Hierdoor kan de afdichting in gevaar komen, wat kan leiden tot een lagere
bandenspanning.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 590 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
591
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Let er bij het vervangen van velgen op dat deze hetzelfde draagvermogen,
dezelfde diameter, velgbreedte en ET-waarde* hebben.
Elke erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kan vervangende velgen leveren.
*: Offset” is de gebruikelijke term.
Lexus adviseert u de volgende velgen niet te gebruiken:
Velgen van verschillende maten of types
Gebruikte velgen
Verbogen velgen die hersteld zijn
Gebruik uitsluitend de Lexus-wielmoeren en de Lexus-wielmoersleutel bij uw
lichtmetalen velgen.
Controleer de wielmoeren na de eerste 1.600 km telkens als een band is ver-
wisseld, een band is gerepareerd of is vervangen.
Pas op dat lichtmetalen velgen niet beschadigd raken als u sneeuwkettingen
gebruikt.
Bij het balanceren moet gebruik worden gemaakt van Lexus- of gelijkwaar-
dige balanceergewichtjes, die geplaatst dienen te worden met een kunststof
of rubber hamer.
Ver vangen van ve lgen
De velgen van uw auto zijn uitgerust met bandenspanningssensoren en -zenders voor
het bandenspanningswaarschuwingssysteem, dat in een vroegtijdig stadium waarschuwt
als de bandenspanning te laag wordt. Bij het vervangen van velgen moeten er banden-
spanningssensoren en -zenders worden geplaatst. (Blz. 570)
Velgen
Als een velg verbuigingen of scheuren vertoont of erg gecorrodeerd is, moet
deze vervangen worden. Anders kan de band van de velg raken of kan de auto
moeilijk beheersbaar worden.
Keuze van velg
Belangrijke aanwijzingen voor lichtmetalen velgen
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 591 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
592 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Vervangen van velgen
Gebruik alleen de in deze handleiding aanbevolen maat velgen en banden. Een
andere maat kan resulteren in een slechtere controle over de auto.
Gebruik nooit een binnenband bij een poreuze velg die ontworpen is voor een tube-
less band. Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
OPMERKING
Vervangen van bandenspanningssensoren en -zenders
Omdat het repareren of vervangen van een band invloed kan hebben op de banden-
spanningssensoren en -zenders, adviseren we u deze werkzaamheden uit te laten
voeren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Ga ook voor de aanschaf van
bandenspanningssensoren en -zenders naar een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Gebruik voor uw auto alleen originele Lexus-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden gegarandeerd dat de bandenspanningssen-
soren en -zenders goed werken.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 592 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
593
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Zet het contact UIT.
Open het dashboardkastje. Til de
tussenplaat op aan de zijde met de
steun, maak de nokken van de steun
los en verwijder de tussenplaat door
er in horizontale richting aan te trek-
ken.
Druk de lippen in en verwijder de fil-
terplaat.
Druk de nokken in en verwijder de
filterhouder.
Interieurfilter
Het interieurfilter moet regelmatig worden vervangen om de optimale wer-
king van de airconditioning te behouden.
Verwijderen
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 593 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
594 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
Verwijder het interieurfilter uit de fil-
terhouder en vervang het.
Plaats het filter en de filterhouder met
de aanduiding UP naar boven gericht
in het dashboardkastje.
Controle-interval
Controleer en vervang het interieurfilter volgens het onderhoudsschema. In gebieden
met veel stof of met veel verkeer moet vervanging vaker plaatsvinden. (Zie voor meer
informatie betreffende het onderhoudsschema het onderhoudsboekje en het garantie-
boekje.)
Als er te weinig lucht uit de ventilatieroosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer het filter en vervang het indien nodig.
Interieurfilter met luchtreinigingsfunctie
Als er geurstoffen in uw auto zijn geplaatst, kan de luchtreinigingsfunctie in korte tijd
aanzienlijk achteruit gaan.
Als er constant een airconditioninglucht te ruiken is, moet het interieurfilter worden ver-
vangen.
5
OPMERKING
Bij het gebruik van de airconditioning
Controleer of het interieurfilter aanwezig is.
Als de airconditioning zonder filter gebruikt wordt, kan het systeem beschadigd raken.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 594 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
595
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Sleufkopschroevendraaier
Kleine sleufkopschroevendraaier
Lithiumbatterij CR2032
Neem de mechanische sleutel uit de
houder.
Verwijder het klepje.
Wikkel tape om het uiteinde van de
schroevendraaier om beschadiging van
de sleutel te voorkomen.
Verwijder het batterijdekseltje.
Wikkel tape om het uiteinde van de
schroevendraaier om beschadiging van
de sleutel te voorkomen.
Batterij elektronische sleutel
Vervang de batterij door een nieuw exemplaar als deze ontladen raakt.
De volgende zaken zijn benodigd:
Batterij vervangen
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 595 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
596 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
Verwijder de lege batterij.
Plaats een nieuwe batterij met de posi-
tieve aansluiting (+) naar boven.
Gebruik een CR2032 lithiumbatterij
Batterijen zijn verkrijgbaar bij een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige, plaatselijke elektroza-
ken of fotospeciaalzaken.
Vervang de batterij alleen door het door de fabrikant aanbevolen type.
Gooi batterijen niet weg, maar lever ze in als KCA.
Wanneer de batterij in de sleutelkaart moet worden vervangen (indien aanwezig)
De batterij voor de sleutelkaart is alleen bij uw Lexus-dealer verkrijgbaar. Uw Lexus-
dealer kan de batterij voor u vervangen.
Als de batterij van de elektronische sleutel ontladen is
Dit kan leiden tot de volgende verschijnselen:
Het Smart entry-systeem met startknop en de afstandsbediening zullen niet goed wer-
ken.
Het bereik van de afstandsbediening zal kleiner worden.
Verklaring voor de sleutelbatterij
Vervang de batterij alleen door het door de fabrikant aanbevolen type.
Gooi batterijen niet weg, maar lever ze in als KCA.
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 596 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
597
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Lege batterijen en andere onderdelen
Kinderen kunnen deze kleine voorwerpen inslikken en daardoor stikken. Houd deze
voorwerpen buiten bereik van kinderen. Als u dat niet doet, kan dat leiden tot ernstig
letsel.
Voorzorgsmaatregelen voor lithiumbatterijen
WAARSCHUWING:
ALS DE BATTERIJ DOOR EEN ONJUIST TYPE BATTERIJ WORDT VERVAN-
GEN, KAN EEN EXPLOSIE OPTREDEN.
GOOI BATTERIJEN NIET WEG, MAAR LEVER ZE IN ALS KCA.
OPMERKING
Voor een goede werking na het vervangen van de batterij
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen om ongevallen te voorkomen:
Zorg altijd dat uw handen droog zijn.
Door vocht kan de batterij gaan corroderen.
Voorkom dat andere onderdelen in de afstandsbediening worden aangeraakt of
bewogen.
Verbuig de aansluitingen van de batterij niet.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 597 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
598 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
Zet het contact UIT.
Open het deksel van de zekeringenkast.
Motorruimte:
Verwijder de clips.
Druk de borglippen aan beide zijden
in om het deksel te ontgrendelen en
til het deksel eraf terwijl u aan het
borgplaatje trekt.
Controleer bij het plaatsen van het
deksel of het borgplaatje en de borg-
lippen aan beide zijden juist zijn vast-
gemaakt.
Controleren en vervangen van zekeringen
Als een bepaalde stroomverbruiker niet werkt, kan het zijn dat een zekering
is doorgebrand. Controleer in dat geval de desbetreffende zekering en ver-
vang deze indien nodig.
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 598 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
599
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Verwijder de zekering met de zeke-
ringtrekker.
Alleen zekering type A kan worden ver-
wijderd met de zekeringtrekker.
Zijpaneel dashboard links (auto's
met linkse besturing)
Zijpaneel dashboard links (auto's
met rechtse besturing)
Verwijder het deksel. Verwijder het deksel.
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 599 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
600 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
Controleer of de zekering is doorgebrand.
Goede zekering
Defecte zekering
Type A en B:
Vervang de doorgebrande zekering door een nieuwe zekering met de juiste stroom-
sterkte. De stroomsterkte staat vermeld op het deksel van de zekeringenkast.
Type C en D :
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
4
1
2
Type A Typ e B
Type C Ty p e D
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 600 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
601
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Na het vervangen van een zekering
Als na het vervangen van de zekering de verlichting nog niet werkt, kan het zijn dat de
lamp moet worden vervangen. (Blz. 602)
Laat als de nieuwe zekering opnieuw doorbrandt de auto controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Als de stroomafname van een circuit te groot is
De zekeringen zullen doorbranden voordat de bedrading van de auto onherstelbaar
beschadigd raakt.
Bij het vervangen van lampen
Lexus raadt u aan om originele Lexus-producten te gebruiken, die speciaal voor deze
auto ontworpen zijn. Doordat bepaalde lampen in verbinding staan met circuits die zijn
ontworpen om overbelasting te voorkomen, kunnen niet-originele onderdelen of onder-
delen die niet voor deze auto ontworpen zijn onbruikbaar zijn.
WAARSCHUWING
Voorkomen van storingen en het ontstaan van brand
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan resulteren in schade aan de
auto, brand en ernstig letsel.
Monteer nooit een zekering voor een hogere stroomsterkte dan aangegeven, of een
stukje metaal.
Gebruik altijd een originele Lexus-zekering of een gelijkwaardige zekering.
Vervang de zekering nooit door een stukje draad of metaal, ook niet tijdelijk.
Breng geen wijzigingen aan de zekeringen of de zekeringenkasten aan.
Zekeringenkast in de buurt van de vermogensregeleenheid
Controleer en vervang deze zekeringen niet zelf, omdat in de buurt van de zekerin-
genkast hoogspanningsbedrading en hoogspanningsonderdelen aanwezig zijn.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een elektrische schok, waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
OPMERKING
Voordat u een zekering vervangt
Laat de oorzaak van de te grote stroomafname zo snel mogelijk vaststellen en repare-
ren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 601 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
602 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
Controleer het vermogen van de defecte lamp. (Blz. 705)
Voor
Lampen
U kunt de onderstaande lampen desgewenst zelf vervangen. Sommige lam-
pen zijn eenvoudiger te vervangen dan andere lampen. Aangezien onderde-
len beschadigd zouden kunnen raken, raden wij u aan om de vervanging te
laten uitvoeren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Voorbereiden van het vervangen van een lamp
Plaats lampen
Richtingaanwijzer voor (gloeilamp)
Instapverlichting buitenzijde
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 602 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
603
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Achter
Richtingaanwijzer achter
1
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 603 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
604 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
Richtingaanwijzers voor (gloeilamp)
Alleen linkerzijde: Druk de clip in
en verwijder de vulpijp van het
ruitensproeierreservoir.
Draai de lamphouder linksom.
Verwijder de lamp.
Plaats een nieuwe lamp en ver-
volgens de lamphouder in de
lichtunit door de lamphouder erin
te steken en deze rechtsom te
draaien.
Schakel na het plaatsen van de lamp
de richtingaanwijzer voor in om visu-
eel te controleren of er geen licht uit
de lampvoet schijnt.
Plaats na het vervangen van de linker lamp de vulpijp van het ruitensproei-
erreservoir terug.
Lampen vervangen
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 604 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
605
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Richtingaanwijzers achter
Open de bagageruimte en ver-
wijder de afdekking.
Verwijder de 2 schroeven.
Duw en trek de lichtunit naar de
achterzijde van de auto, zoals
aangegeven in de afbeelding, om
hem te verwijderen.
Breng beschermende tape aan op
de rand van het pasvlak van de licht-
unit op de carrosserie, zoals de ach-
terbumper, om te voorkomen dat de
auto beschadigd raakt.
Wanneer u op het gedeelte A, aan-
gegeven in de afbeelding, en richting
de achterzijde van de auto drukt, zal
het losmaken van de lipjes gemakke-
lijker gaan.
Draai de lamphouder linksom.
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 605 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
606 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
Verwijder de lamp.
Plaats een nieuwe lamp en ver-
volgens de lamphouder in de
lichtunit door de lamphouder erin
te steken en deze rechtsom te
draaien.
Schakel na het plaatsen van de lamp
de richtingaanwijzer achter in om
visueel te controleren of er geen licht
uit de lampvoet schijnt.
Breng de lipjes in lijn en druk de
lichtunit richting de voorzijde van
de auto om de module te plaat-
sen.
Verwijder de beschermende tape
van de rand van het pasvlak van de
lichtunit op de carrosserie.
Plaats de 2 schroeven en afdekkingen.
5
6
7
8
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 606 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
607
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Instapverlichting spiegelvoet
Druk op het bovenste gedeelte
van de buitenspiegel om het spie-
gelglas naar boven te kantelen en
breng beschermende tape aan
op het onderste gedeelte van de
spiegelkap.
Steek er 2 met beschermende
tape omwikkelde schroeven-
draaiers tussen en maak de lip-
pen achter het spiegelglas los.
Beweeg het spiegelglas naar u toe
en maak de lippen met 2 tegelijk los.
Wees voorzichti g e n laat het spiegel-
glas niet vallen.
Neem de stekkers achter het
spiegelglas los en verwijder het
spiegelglas.
Merk bij het verwijderen van de
dunne stekkers een van de stekkers
met een stuk tape om te voorkomen
dat u ze verkeerd om aansluit.
Wees voorzichti g e n laat het spiegel-
glas niet vallen.
Raak de onderdelen van het spiegelglas waarop vet is aangebracht niet aan.
Het aantal aanwezige stekkers is afhankelijk van de specificatie van de auto.
Verwijder de 5 schroeven en ver-
wijder de buitenste spiegelkap en
de kap achter de spiegel.
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 607 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
608 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
Draai de lamphouder linksom.
Verwijder de lamp.
Plaats een nieuwe lamp en ver-
volgens de lamphouder in de
lichtunit door de lamphouder erin
te steken en deze rechtsom te
draaien.
Breng bij het plaatsen van de fitting
de merktekens van het verlichtings-
huis en de fitting in lijn.
5
6
7
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 608 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
609
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Plaats de spiegelkap op het spie-
gelframe, zet hem vast met een
schroef en plaats de richtingaan-
wijzer opzij en de instapverlich-
ting buitenzijde.
Gebruik alleen de schroefpositie die
in de afbeelding is aangegeven.
Breng de lipjes van de richtingaan-
wijzer opzij en de kap in lijn en plaats
het geheel.
Laat de lippen in de groef van het
huis van de instapverlichting aan de
buitenzijde in die van de kap grijpen
en zet het huis vast.
Schakel na het plaatsen van het huis
van de instapverlichting aan de bui-
tenzijde de instapverlichting aan de
buitenzijde in om visueel te controle-
ren of er geen licht uit de lampvoet
schijnt.
Maak de lipjes los en neem de
boven- en onderzijde van de bui-
tenste spiegelkap los van elkaar.
8
9
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 609 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
610 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
Plaats de buitenste spiegelkap
door eerst de onderzijde en
daarna de bovenzijde te plaatsen.
Plaats de pen van de richtingaanwij-
zer opzij in het gat van de kap om de
onderzijde van de kap te plaatsen.
Bevestig de kap met de schroe-
ven en sluit de stekkers weer aan.
Bevestig de bedrading door deze op
de oorspronkelijke positie in de
haken aan de achterzijde van het
spiegeloppervlak te plaatsen.
Lijn de lippen uit en bevestig het
spiegelglas door de lippen in dia-
gonale paren naar binnen te
drukken.
Zorg ervoor dat u de lippen in de
volgorde zoals in de afbeelding is
aangegeven plaatst en druk ze naar
binnen totdat u een klikgeluid hoort.
Hoort u geen klikgeluid, forceer de
lippen dan niet verder. Verwijder het
spiegelglas en controleer of de lip-
pen goed zijn uitgelijnd.
Verwijder na het bevestigen van de
spiegel de beschermende tape van
het onderste deel van de spiegelkap.
10
11
12
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 610 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
611
7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
7
Onderhoud en verzorging
IS300h_EE(OM53E44E)
Vervangen van de volgende lampen
Laat de onderstaande lampen vervangen door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Koplampen
Parkeerlichten voor en dagrijverlichting
Richtingaanwijzers voor (led)
Richtingaanwijzers opzij
Rem-/achterlichten
Achterlichten
Achteruitrijlicht
Mistachterlicht
Derde remlicht
Kentekenplaatverlichting
Ledlampen
Behalve de richtingaanwijzers voor (gloeilamp), de richtingaanwijzers achter en de
instapverlichting buitenzijde zijn alle lampen voorzien van een aantal LED's. Laat een
defecte LED vervangen door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Condensvorming in de koplampen
Het tijdelijk beslaan van de binnenzijde van het koplampglas is normaal. Neem in de vol-
gende gevallen contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor meer informatie:
Als er erg veel condens aan de binnenzijde van het koplampglas zit.
Als de binnenzijde van de koplamp nat is en blijft.
Wanneer u de richtingaanwijzers voor vervangt (gloeilamp)
Wanneer de vulpijp van het ruitensproeierreservoir wordt verwijderd terwijl er een grote
hoeveelheid ruitensproeiervloeistof in het ruitensproeierreservoir aanwezig is, wordt er
mogelijk ruitensproeiervloeistof op de auto gemorst en dient u dit te verwijderen.
Bij het vervangen van lampen
Blz. 601
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 611 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
612 7-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Lampen vervangen
Schakel de verlichting uit. Wacht na het uitschakelen van de verlichting tot de lampen
zijn afgekoeld.
De lampen kunnen erg heet worden en brandwonden veroorzaken.
Raak het glas van de lamp niet aan met blote handen. Als u het glas van de lamp toch
moet vastpakken, gebruik daarvoor dan een schone droge doek, om te voorkomen
dat er vocht of olie op de lamp komt.
Als de lamp een kras heeft of is gevallen, kan deze defect raken of breken.
Zorg ervoor dat de lamp en de borgclips goed vastzitten. Anders kan de lamp door
oververhitting beschadigd raken, kan brand ontstaan of kan water binnendringen in
de koplampunit. Hierdoor kunnen de koplampen beschadigd raken en kan condens-
vorming in de koplamp optreden.
Voorkomen van schade en brand
Controleer of de lampen en borgclips goed vastzitten.
Controleer het vermogen van de lamp voordat deze wordt geplaatst om beschadi-
ging door hitte te voorkomen.
OPMERKING
Bij het vervangen van de instapverlichting in de spiegelvoet
Als de voorportierruit u hindert bij de vervangingsprocedure, open deze dan om u vol-
doende werkruimte te verschaffen. Wanneer u niet voor voldoende werkruimte zorgt,
kunt u krassen op de auto veroorzaken.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 612 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
613
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
8-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten...................614
Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet worden
gebracht....................................... 615
8-2. Stappen die genomen moeten
worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept ........................................616
Als u denkt dat er iets mis is... 622
Als een waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingszoemer
klinkt ............................................. 623
Als er een
waarschuwingsmelding
wordt weergegeven...............630
Als de auto een lekke band heeft
(auto's met een
bandenreparatieset)..............660
Als de auto een lekke band heeft
(auto's met run-flat
banden)........................................675
Als het hybridesysteem
niet kan worden gestart ........676
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt........................ 678
Als de 12V-accu is ontladen... 681
Als uw auto oververhit
raakt..............................................686
Als de auto vast komt
te zitten..........................................691
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 613 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
614
IS300h_EE(OM53E44E)
8-1. Belangrijke informatie
Druk op de schakelaar.
Alle richtingaanwijzers gaan knipperen.
Druk nogmaals op de schakelaar om ze
weer uit te schakelen.
Alarmknipperlichten
Als de alarmknipperlichten gedurende langere tijd worden gebruikt terwijl het hybride-
systeem niet in werking is (terwijl het controlelampje READY niet brandt) kan de 12V-
accu ontladen raken.
Alarmknipperlichten
De alarmknipperlichten worden gebruikt om andere bestuurders te waar-
schuwen wanneer de auto tot stilstand moet worden gebracht, bijvoorbeeld
bij pech.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 614 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
615
8-1. Belangrijke informatie
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Trap het rempedaal met beide voeten stevig in.
Rem niet “pompend”; hierdoor is meer kracht nodig om de auto tot stilstand te bren-
gen.
Zet de selectiehendel in stand N.
Als de selectiehendel in stand N staat
Zet na het afremmen de auto stil op een veilige plaats langs de weg.
Schakel het hybridesysteem uit.
Als de selectiehendel niet in stand N kan worden gezet
Blijf het rempedaal met beide voeten intrappen om de rijsnelheid van de auto
zo veel mogelijk af te remmen.
Om het hybridesysteem uit te scha-
kelen, houdt u de startknop langer
dan 2 seconden ingedrukt of drukt u
deze driemaal of vaker kort na
elkaar in.
Breng de auto op een veilige plaats langs de weg tot stilstand.
Als uw auto in geval van nood tot stilstand moet
worden gebracht
Breng de auto alleen in noodgevallen, bijvoorbeeld wanneer de auto niet op
de normale manier stilgezet kan worden, als volgt tot stilstand:
1
2
3
4
3
Houd gedurende ten minste 2 secon-
den ingedrukt of druk 3 maal of vaker
achter elkaar kort in
4
WAARSCHUWING
Als het hybridesysteem tijdens het rijden uitgeschakeld moet worden
De stuurbekrachtiging zal niet meer werken, waardoor het verdraaien van het stuur-
wiel zwaarder gaat. Minder zo veel mogelijk vaart voordat u het hybridesysteem uit-
schakelt.
5
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 615 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
616
IS300h_EE(OM53E44E)
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Het volgende kan duiden op een probleem in de transmissie. Neem contact op
met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige, of met een bergingsbedrijf.
Er verschijnt een waarschuwingsmelding voor het hybridesysteem op het
multi-informatiedisplay en de auto beweegt niet.
De auto maakt een abnormaal geluid.
Als uw auto moet worden gesleept
Als uw auto moet worden gesleept, adviseren wij u dat te laten doen door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige of professioneel bergingsbedrijf,
en daarbij gebruik te maken van een lepelwagen of een autoambulance.
Gebruik een stevige sleepkabel en neem de wettelijke voorschriften in acht.
Omstandigheden waaronder u vóór het slepen contact dient op te
nemen met de dealer
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 616 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
617
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Sleep de auto niet met een takelwagen,
om beschadiging van de carrosserie te
voorkomen.
Slepen met een takelwagen
Slepen met een lepelwagen
Aan de voorzijde Aan de achterzijde
Gebruik een dolly onder de achterwie-
len.
Gebruik een dolly onder de voorwie-
len.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 617 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
618 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Als uw auto wordt getransporteerd op
een autoambulance, zet de auto dan op
de plaatsen vast die zijn aangegeven in
afbeelding.
Als uw auto met touwen of kettingen
wordt vastgezet, moeten de aange-
geven bevestigingshoeken 45 zijn.
Trek de touwen of kettingen niet te
strak aan omdat hierdoor schade aan
de auto kan ontstaan.
In geval van nood kunt u een sleepkabel of -ketting aan een sleepoog vastmaken.
Uw auto mag op deze manier alleen op een verharde weg en met lage snelheid
(lager dan 30 km/h) over een korte afstand worden gesleept.
Er moet een bestuurder in de auto zitten om te sturen en te remmen. Ook die-
nen de wielen, de assen, de aandrijflijn, de stuurinrichting en de remmen in een
goede conditie te zijn.
Vervoeren op een autoambulance
Slepen in een noodgeval
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 618 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
619
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Haal het sleepoog tevoorschijn. (Blz. 583)
Verwijder het afdekkapje van het
sleepoog met een sleufkopschroe-
vendraaier.
Plaats om de carrosserie te beschermen
een doek tussen de schroevendraaier
en de carrosserie, zoals aangegeven in
de afbeelding.
Plaats het sleepoog in de opening en
draai het zo ver mogelijk met de
hand vast.
Draai het sleepoog stevig vast met
behulp van een wielmoersleutel of
een stevige metalen stang.
Maak de kabel of de ketting goed vast aan het sleepoog.
Pas op dat u de carrosserie niet beschadigt.
Stap in de weg te slepen auto en start het hybridesysteem.
Als het hybridesysteem niet start, zet dan het contact AAN.
Zet de selectiehendel in stand N en deactiveer de parkeerrem.
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan worden gezet: Blz. 273
Procedure bij slepen in een noodgeval
1
2
3
4
5
6
7
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 619 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
620 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Tijdens het slepen
Als het hybridesysteem is uitgeschakeld, werken de rem- en stuurbekrachtiging niet.
Hierdoor zullen het remmen en sturen veel zwaarder gaan dan normaal.
Wielmoersleutel
De wielmoersleutel bevindt zich in de bagageruimte. (Blz. 583)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
Bij het slepen van de auto
Tijdens het slepen
Wanneer u bij het slepen kabels of kettingen gebruikt, vermijd dan plotseling optrek-
ken, enz. waardoor er extreme krachten op het sleepoog en de sleepkabel of -ketting
worden uitgeoefend. Het sleepoog en de kabel of ketting kunnen beschadigd raken
en afgebroken stukken kunnen personen raken en ernstige schade veroorzaken.
Zet het contact niet UIT.
De mogelijkheid bestaat dat het stuurwiel wordt vergrendeld en niet kan worden
bediend.
Plaatsen van een sleepoog op de auto
Controleer of het sleepoog goed vastzit.
Als dat niet het geval is, dan kan het sleepoog bij het slepen losraken.
Zorg ervoor dat de auto wordt vervoerd met
alle vier de wielen van de grond. Als de wielen
tijdens het slepen de grond raken, kunnen de
aandrijflijn en de bijbehorende onderdelen
beschadigd raken, kan zich een ongeval voor-
doen als gevolg van een richtingsverandering
van de auto of kan door de werking van de
motor opgewekte energie brand veroorzaken
afhankelijk van de aard van de schade of sto-
ring.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 620 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
621
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
OPMERKING
Voorkomen van beschadigingen aan de auto bij het slepen met een lepelwagen
Sleep de auto nooit aan de achterzijde als het contact UIT staat. Het stuurslot is niet
sterk genoeg om de voorwielen in de rechtuitstand te houden.
Let erop dat de andere zijde van de auto dan die die op de lepel staat voldoende
grondspeling heeft. Als er onvoldoende speling aanwezig is, kan de auto tijdens het
slepen beschadigd raken.
Voorkomen van beschadigingen aan de auto bij het slepen met een takelwagen
Sleep de auto niet met een takelwagen, noch vooruit, noch achteruit.
Voorkomen van beschadigingen aan de auto tijdens slepen in een noodgeval
Maak de kabel of de ketting niet vast aan onderdelen van de wielophanging.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 621 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
622 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Sporen van lekkage onder de auto.
(Na gebruik van de airconditioning is waterlekkage normaal.)
Banden die er te zacht uit zien of die ongelijkmatig versleten zijn
De naald van de koelvloeistoftemperatuurmeter staat voortdurend hoger dan
normaal.
Abnormale uitlaatgeluiden
Overmatig piepende banden bij het nemen van een bocht
Vreemde geluiden die kennelijk in verband staan met de bewegingen van de
wielophanging
Pingelende of andere abnormale geluiden van het hybridesysteem
De motor hapert, stottert of draait onregelmatig
Een merkbaar verlies aan trekkracht
De auto trekt tijdens het remmen sterk naar één kant
De auto trekt sterk naar één kant, terwijl u rechtuitrijdt op een vlakke weg
Teruglopende remwerking, sponzig gevoel in het rempedaal, een rempedaal
dat bijna tot op de vloer kan worden ingetrapt
Als u denkt dat er iets mis is
Als u een van de volgende verschijnselen opmerkt, moet uw auto mogelijk
worden afgesteld of gerepareerd. Neem zo snel mogelijk contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Zichtbare symptomen
Hoorbare symptomen
Merkbare symptomen
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 622 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
623
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Als een waarschuwingslampje gaat branden of een
waarschuwingszoemer klinkt
Voer op rustige wijze onderstaande handelingen uit als een van de waarschu-
wingslampjes gaat branden of knipperen. Als een van de lampjes gaat bran-
den of knipperen en daarna weer uitgaat, is er niet noodzakelijkerwijs een
defect in het systeem aanwezig. Laat wanneer dit zich blijft voordoen de auto
controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Overzicht waarschuwingslampjes en waarschuwingszoemers
Waarschu-
wingslampje Waarschuwingslampje/details/handelingen
Waarschuwingslampje remsysteem
Geeft het volgende aan:
Het remvloeistofniveau is te laag; of
Storing in het remsysteem
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige. Doorrijden met de auto kan gevaarlijk zijn.
Waarschuwingslampje remsysteem
Geeft aan dat er een storing is in:
Het regeneratieve remsysteem; of
Het elektronisch geregelde remsysteem
Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(indien aanwezig)
Laadstroomcontrolelampje
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het laadsysteem van de
auto
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 623 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
624 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Motorcontrolelampje
Geeft aan dat er een storing is in:
Het hybridesysteem;
Het emissieregelsysteem (sommige uitvoeringen);
Het elektronische motorregelsysteem; of
De elektronische smoorklepregeling
Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje SRS
Geeft aan dat er een storing is in:
Het SRS-airbagsysteem; of
Het gordelspannersysteem
Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje ABS
Geeft aan dat er een storing is in:
Het ABS; of
Het Brake Assist-systeem
Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) parkeerrem*1
Geeft aan dat de parkeerrem is geactiveerd
Deactiveer de parkeerrem.
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektrische stuur-
bekrachtiging
Geeft aan dat er een storing is in de elektrische stuurbekrachtiging
(EPS)
Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(indien aanwezig)
Controlelampje LDA (Lane Departure Alert)
Als het controlelampje LDA brandt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LDA (Lane Depar-
ture Alert met stuurregeling).
Controleer de waarschuwingsmelding die op het multi-informa-
tiedisplay wordt weergegeven. (Blz. 630)
Als het controlelampje LDA knippert:
Geeft aan dat de auto van de rijstrook afwijkt (terwijl de LDA
[Lane Departure Alert] met stuurregeling in werking is)
Controleer de omgeving van de auto en breng de auto weer tus-
sen de rijstrookmarkeringen.
Waarschu-
wingslampje Waarschuwingslampje/details/handelingen
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 624 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
625
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
(Knippert of brandt)
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje PCS
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-Crash
Safety-systeem) of dat het systeem tijdelijk niet beschikbaar is
doordat de auto extreem warm/koud is, doordat er zich vuil rond
de sensor voor bevindt, enz.
(Blz. 322, 642)
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay. (Blz. 322, 642)
Als het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) of de VSC (Vehicle Sta-
bility Control-systeem) wordt uitgeschakeld, gaat het waarschu-
wingslampje PCS branden.
Blz. 322
Controlelampje Traction Control
Geeft aan dat er een storing is in:
De VSC (Vehicle Stability Control);
De TRC (Traction Control); of
De Hill Start Assist Control
Het lampje gaat knipperen wanneer de VSC, de TRC of het ABS-
systeem in werking is.
Laat de auto onmiddellijk controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) open portier/ach-
terklep*2
Geeft aan dat een portier of de achterklep niet geheel gesloten is
Controleer of alle portieren en de achterklep gesloten zijn.
Waarschuwingslampje laag brandstofniveau
Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof ongeveer 10
liter of minder is
Vul de brandstoftank.
Waarschu-
wingslampje Waarschuwingslampje/details/handelingen
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 625 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
626 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
*1: Waarschuwingszoemer geactiveerde parkeerrem:
Blz. 636
*2: Waarschuwingszoemer open portier/achterklep:
Blz. 633
*3: Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel:
De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordel herinnert de bestuurder, de
voorpassagier en de achterpassagiers eraan de veiligheidsgordel om te doen. De
zoemer klinkt gedurende 30 seconden als de rijsnelheid 20 km/h is. Als de veilig-
heidsgordel daarna nog niet is vastgemaakt, laat de zoemer gedurende 90 seconden
een ander geluid horen.
Controlelampje (waarschuwingszoemer) bestuurders- en voor-
passagiersgordel*3
Waarschuwt de bestuurder en/of voorpassagier dat de veiligheids-
gordel vastgemaakt dient te worden.
Doe de veiligheidsgordel om.
Als er iemand op de voorpassagiersstoel zit, moet ook de veilig-
heidsgordel voor de voorpassagier worden vastgemaakt, zodat
het waarschuwingslampje (de waarschuwingszoemer) uitgaat.
Controlelampjes veiligheidsgordel achterpassagiers (waarschu-
wingszoemer)*3
Waarschuwt de achterpassagiers om de veiligheidsgordel om te
doen
Doe de veiligheidsgordel om.
Centraal waarschuwingslampje
Een zoemer klinkt en het waarschuwingslampje gaat branden en
knippert om aan te geven dat het centrale waarschuwingssysteem
een storing heeft gesignaleerd.
Blz. 630
Waarschuwingslampje lage bandenspanning
Als het lampje gaat branden:
Lage bandenspanning, bijvoorbeeld door
Natuurlijke oorzaken (Blz. 627)
•Lekke band (Blz. 660, 675)
Breng de banden op de juiste spanning.
Na een paar minuten dooft het lampje. Laat het systeem nakij-
ken door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige indien het lampje niet dooft nadat de banden op span-
ning zijn gebracht.
Als het lampje gaat branden nadat het gedurende 1 minuut geknip-
perd heeft:
Storing in het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Laat het systeem controleren door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschu-
wingslampje Waarschuwingslampje/details/handelingen
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 626 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
627
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Detectiesensor voorpassagier, controlelampje veiligheidsgordel en waarschuwings-
zoemer
Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de detectiesensor het contro-
lelampje laten knipperen en de waarschuwingszoemer laten klinken, ook al zit er nie-
mand op de passagiersstoel.
Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor wellicht niet goed, waar-
door ook het waarschuwingslampje niet goed werkt.
Als het motorcontrolelampje tijdens het rijden gaat branden
Bij sommige uitvoeringen gaat het motorcontrolelampje branden als de brandstoftank
geheel leeg gereden is. Vul de brandstoftank onmiddellijk als deze leeg is. Het motor-
controlelampje gaat na enkele ritten weer uit.
Als het motorcontrolelampje niet dooft, neem dan zo snel mogelijk contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektrische stuurbekrachtiging
Als de spanning van de 12V-accu laag is of tijdelijk daalt, kan het waarschuwingslampje
van de elektrische stuurbekrachtiging gaan branden en kan er een waarschuwingszoe-
mer klinken.
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden
Gebruik de volgende procedure wanneer de banden voldoende zijn afgekoeld.
Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau.
Als het waarschuwingslampje zelfs na enkele minuten niet uitgaat, controleer dan of de
bandenspanning in orde is en voer de initialisatie uit.
Het waarschuwingslampje kan weer gaan branden wanneer bovenstaande handelingen
zijn uitgevoerd zonder eerst de banden voldoende te laten afkoelen.
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk branden door een
natuurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk branden door een
natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsverlies dat op den duur optreedt
of een veranderde bandenspanning die veroorzaakt wordt door temperatuurverande-
ringen. In dat geval zal het waarschuwingslampje na een paar minuten uitgaan als de
banden weer op de juiste spanning gebracht zijn.
Omstandigheden waaronder het bandenspanningswaarschuwingssysteem mogelijk
niet juist werkt
Blz. 573
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat branden nadat
het gedurende 1 minuut heeft geknipperd
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning vaak gaat branden nadat het gedu-
rende 1 minuut geknipperd heeft wanneer het contact AAN wordt gezet, laat het sys-
teem dan controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingszoemer
In sommige gevallen is de zoemer niet hoorbaar door omgevingsgeluiden of geluid van
het audiosysteem.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 627 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
628 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Als de waarschuwingslampjes van het ABS en het remsysteem blijven branden
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem contact op met
een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. De auto kan tijdens het remmen extreem
onstabiel worden en het ABS-systeem treedt mogelijk niet in werking, waardoor een
aanrijding en ernstig letsel kunnen ontstaan.
Als het waarschuwingslampje elektrische stuurbekrachtiging gaat branden
De besturing kan extreem zwaar aanvoelen.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan gebruikelijk, houd het dan stevig vast en oefen
meer kracht uit dan anders.
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat niet doet, kunt u de macht
over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Auto's met een bandenreparatieset
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Breng de banden meteen op
spanning.
Als, nadat de banden op spanning zijn gebracht, het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning opnieuw gaat branden, kan dit erop duiden dat er een band lek is. Con-
troleer de banden. Repareer een lekke band met de bandenreparatieset.
Vermijd plotselinge stuurbewegingen en hard remmen. De banden kunnen bescha-
digd raken, waardoor u de controle over het stuurwiel of de remmen kunt verliezen.
Auto's met run-flat banden
Pas zo snel mogelijk uw snelheid aan. Rijd niet sneller dan 60 km/h.
Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau.
Als, nadat de banden op spanning zijn gebracht, het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning opnieuw gaat branden, kan dit erop duiden dat er een band lek is. Laat
de band vervangen door de dichtstbijzijnde erkende Lexus-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Vermijd plotselinge stuurbewegingen en hard remmen. De banden kunnen bescha-
digd raken, waardoor u de controle over het stuurwiel of de remmen kunt verliezen.
Als u een klapband krijgt of als er plotseling een lek ontstaat
Het kan zijn dat het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet meteen in werking
treedt.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 628 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
629
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het bandenspanningswaarschuwingssysteem goed werkt
Monteer geen banden met verschillende specificaties of van verschillende merken,
anders werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem mogelijk niet goed.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 629 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
630 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Waarschuwingslampje, centraal
Het centrale waarschuwingslampje gaat ook branden of knipperen om aan te geven
dat er op dat moment een melding wordt weergegeven op het multi-informatiedis-
play.
Multi-informatiedisplay
Als een van de waarschuwingslampjes weer gaat branden na het uitvoeren van
de volgende handelingen, neem dan contact op met een erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven
Blijf kalm en voer onderstaande handelingen uit als er een waarschuwings-
melding verschijnt op het multi-informatiedisplay:
Behalve F SPORT-uitvoeringen F SPORT-uitvoeringen (wanneer de
hoofdteller in het midden is
geplaatst)
F SPORT-uitvoeringen (wanneer
de hoofdteller rechts is geplaatst)
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 630 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
631
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Overzicht waarschuwingsmeldingen en waarschuwingszoemers
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de kans op een frontale aanrijding groot is,
of dat het Pre-Crash Brake-systeem in werking is
Er klinkt ook een zoemer.
Voorkom een aanrijding door af te remmen of
andere uitwijkmanoeuvres uit te voeren.
Geeft aan dat het hybridesysteem is uitgeschakeld ter-
wijl de selectiehendel niet in stand P stond
Er klinkt ook een zoemer.
Zet de selectiehendel in stand P.
Geeft aan dat het hybridesysteem tijdens het rijden is
uitgeschakeld
Er klinkt ook een zoemer.
Breng de auto op een veilige plaats, bijvoorbeeld bij
een stoeprand, tot stilstand.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat uw auto de voorligger te dicht nadert (in
de afstandsregelmodus)
Er klinkt ook een zoemer.
Trap het rempedaal in om de snelheid te verlagen.
(Knippert)
(Knippert)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 631 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
632 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de auto van de rijstrook afwijkt (terwijl de
LDA [Lane Departure Alert] met stuurregeling in wer-
king is)
De rijstrookmarkering aan de zijde die de auto over-
schrijdt, gaat oranje knipperen.
Er klinkt ook een zoemer.
Controleer de omgeving van de auto en rijd terug
naar de rijstrook binnen de markeringen.
Geeft het volgende aan:
Het remvloeistofniveau is te laag; of
Er zit een storing in het remsysteem.
Er klinkt ook een zoemer.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot
stilstand en neem contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Doorrijden met de auto kan gevaarlijk
zijn.
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het hybride-
systeem
Er klinkt ook een zoemer.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot
stilstand en neem contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
(Knippert)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 632 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
633
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Geeft aan dat een of meerdere portieren niet goed
gesloten zijn
Het systeem geeft tevens aan welk portier niet goed
gesloten is.
Als de auto een snelheid bereikt van 5 km/h, knippert
en klinkt er een zoemer om aan te geven dat
een of meer portieren nog niet volledig gesloten zijn.
Controleer of alle portieren gesloten zijn.
Geeft aan dat de motorkap niet geheel gesloten is
Als de rijsnelheid 5 km/h wordt, knippert en
klinkt er een zoemer om aan te geven dat de motor-
kap niet goed gesloten is.
Sluit de motorkap.
Geeft aan dat de achterklep niet geheel gesloten is
Als de rijsnelheid 5 km/h wordt, knippert en
klinkt er een zoemer om aan te geven dat de achter-
klep niet goed gesloten is.
Sluit de achterklep.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Lexus
Parking Assist-sensor
De sensoren van de Parking Assist knipperen.
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 633 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
634 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat een Lexus Parking Assist-sensor vuil is of
bedekt is met ijs
Er klinkt ook een zoemer.
Reinig de sensor.
Geeft aan dat het gaspedaal wordt ingetrapt terwijl de
selectiehendel in stand N staat.
Er klinkt ook een zoemer.
Laat het gaspedaal los en zet de selectiehendel in
stand D, S of R.
Geeft aan dat het gaspedaal wordt ingetrapt om de auto
op een helling te laten stilstaan, enz.
Er klinkt ook een zoemer.
Laat het gaspedaal los en trap het rempedaal in.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
(Knippert)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 634 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
635
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Geeft aan dat het batterijpakket (tractiebatterij) zwak
wordt doordat er veel tijd verstreken is sinds de selectie-
hendel in stand N is gezet.
Er klinkt ook een zoemer.
Schakel het hybridesysteem weer in wanneer u de
motor start.
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het hybride-
systeem
Er klinkt ook een zoemer.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot
stilstand en neem contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Geeft aan dat het batterijpakket (tractiebatterij) bijna
leeg is.
Er klinkt ook een zoemer.
Zet de selectiehendel in stand P als de auto gedu-
rende langere tijd stilstaat. Het batterijpakket (trac-
tiebatterij) kan niet worden opgeladen als de
selectiehendel in stand N staat.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
(Knippert)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 635 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
636 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Geeft aan dat er een storing is in de elektrische stuurbe-
krachtiging (EPS)
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Geeft aan dat de auto met een snelheid van 5 km/h of
meer rijdt met de parkeerrem geactiveerd
Er klinkt ook een zoemer.
Deactiveer de parkeerrem.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 636 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
637
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Geeft aan dat de schakelstand is gewijzigd en de wegrij-
regeling is geactiveerd terwijl het gaspedaal werd inge-
trapt
Er klinkt ook een zoemer.
Laat het gaspedaal even los.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de LDA (Lane Departure Alert met stuur-
regeling) heeft vastgesteld dat de bestuurder zijn han-
den niet aan het stuurwiel heeft terwijl de stuurregelings-
functie is ingeschakeld
Als de bestuurder het stuurwiel licht blijft vasthouden,
kan het systeem de bediening van het stuurwiel moge-
lijk niet signaleren en wordt deze waarschuwing
mogelijk weergegeven.
Er klinkt ook een zoemer. (Israël)
Houd het stuurwiel stevig vast.
(indien aanwezig)
Behalve Israël: Geeft aan dat de stuurregelingsfunctie
tijdelijk is uitgeschakeld doordat de LDA (Lane Depar-
ture Alert met stuurregeling) heeft vastgesteld dat de
bestuurder zijn handen niet aan het stuurwiel heeft ter-
wijl de stuurregelingsfunctie is ingeschakeld
Als de bestuurder het stuurwiel licht blijft vasthouden,
kan het systeem de bediening van het stuurwiel moge-
lijk niet signaleren en wordt deze waarschuwing
mogelijk weergegeven.
Houd het stuurwiel stevig vast.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 637 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
638 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Geeft een storing in de motor aan
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Geeft een storing in de motor aan
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Geeft een storing in de motor aan
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Geeft aan dat er een storing is in:
Het SRS-airbagsysteem; of
Het gordelspannersysteem
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 638 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
639
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Geeft aan dat er een storing is in:
Het ABS; of
Het Brake Assist-systeem
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Geeft aan dat de koelvloeistoftemperatuur te hoog is
Er klinkt ook een zoemer.
Blz. 686
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het laadsys-
teem van de auto.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot
stilstand en neem contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Doorrijden met de auto kan gevaarlijk
zijn.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(F SPORT-
uitvoeringen)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 639 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
640 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de radarsensor vuil is of bedekt is met ijs
Er klinkt ook een zoemer.
Reinig de sensor.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat het Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem tijdelijk niet kan worden gebruikt als gevolg van
slechte weersomstandigheden
Er klinkt ook een zoemer.
Gebruik het Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem wanneer dit weer beschikbaar is.
(indien aanwezig)
Geeft het volgende aan:
De doorstroomregelaar van de grille kan niet in wer-
king treden; of
De doorstroomregelaar van de grille is vuil of bedekt
met ijs
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Smart
entry-systeem met startknop
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 640 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
641
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat een Blind Spot Monitor-sensor of de
omliggende gebieden op de bumper vuil zijn of bedekt
zijn met ijs
Er klinkt ook een zoemer.
Veeg het vuil, de sneeuw, het ijs, enz. weg en rijd
gedurende ongeveer 10 minuten met de auto ter-
wijl aan de bedrijfscondities voor de BSM-functie
(Blz. 385) wordt voldaan. Als de waarschuwings-
melding niet verdwijnt, is de sensor mogelijk niet
goed uitgelijnd. Laat de auto controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het cruise
control-systeem (indien aanwezig) of het Dynamic
Radar Cruise Control-systeem (indien aanwezig)
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem
uit te schakelen en druk vervolgens opnieuw op de
toets om het systeem in te schakelen.
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LDA
(Lane Departure Alert met stuurregeling)
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 641 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
642 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
(indien aanwezig)
Er wordt niet aan de bedrijfscondities van de camera-
sensor voldaan.
De onderstaande systemen worden mogelijk tijdelijk
uitgeschakeld tot het in de melding aangegeven pro-
bleem is opgelost.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)
Adaptieve cruise control
Automatic High Beam-systeem
RSA (Road Sign Assist)
Blz. 322
(indien aanwezig)
Geeft aan dat het systeem tijdelijk niet beschikbaar is als
gevolg van een storing in een andere sensor dan de
camerasensor
Er klinkt ook een zoemer.
Schakel het LDA-systeem (Lane Departure Alert
met stuurregeling) uit, wacht een poosje en schakel
dan het LDA-systeem (Lane Departure Alert met
stuurregeling) weer in.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS
(Pre-Crash Safety-systeem)
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 642 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
643
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het BSM-sys-
teem (Blind Spot Monitor)
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Geeft aan dat de oliedruk niet in orde is
Er klinkt ook een zoemer.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot
stilstand en neem contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Geeft aan dat er een storing is in:
Het regeneratieve remsysteem; of
Het elektronisch geregelde remsysteem
Er klinkt ook een zoemer.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot
stilstand en neem contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Geeft aan dat de actieve motorkap geactiveerd is
geweest
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 643 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
644 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het systeem
van de actieve motorkap
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat het LDA-systeem (Lane Departure Alert
met stuurregeling) niet kan worden gebruikt omdat de
rijsnelheid ongeveer 50 km/h of lager is
Rijd met een snelheid van ongeveer 50 km/h of
hoger.
Geeft aan dat het hybridesysteem tijdens het rijden is
uitgeschakeld
Er klinkt ook een zoemer.
Bedien het stuurwiel met meer kracht dan gebrui-
kelijk.
Geeft aan dat het contact UIT of in stand ACC is gezet
en het bestuurdersportier geopend wordt terwijl de ver-
lichting is ingeschakeld.
Er klinkt ook een zoemer.
Schakel de verlichting uit.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 644 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
645
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat het schuifdak niet geheel gesloten is (als
het contact UIT staat en het bestuurdersportier geopend
is)
Er klinkt ook een zoemer.
Sluit het schuifdak.
Geeft aan dat de ruiten niet geheel gesloten zijn (als het
contact UIT staat en het bestuurdersportier geopend is)
Er klinkt ook een zoemer.
Sluit alle ruiten.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de ruiten en het schuifdak niet geheel
gesloten zijn (als het contact UIT staat en het bestuur-
dersportier geopend is)
Er klinkt ook een zoemer.
Sluit alle ruiten en het schuifdak.
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het systeem
van de wegrijregeling
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto onmiddellijk controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
(Knippert)
(Knippert)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 645 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
646 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Brake
Override-systeem
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto onmiddellijk controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Geeft aan dat het motoroliepeil laag is
Deze melding kan verschijnen als de auto op een hel-
ling stilstaat. Plaats de auto op een horizontale onder-
grond en controleer of de melding verdwijnt.
Controleer het oliepeil en vul indien nodig olie bij.
Geeft aan dat het hybridesysteem oververhit is geraakt
Deze melding wordt mogelijk weergegeven tijdens
het rijden onder zware omstandigheden. (Bijvoor-
beeld wanneer u een lange steile helling op rijdt.)
Er klinkt ook een zoemer.
Stoppen en controleren. (Blz. 686)
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 646 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
647
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Geeft aan dat er een storing is in:
De automatische verticale koplampverstelling; of
Het Automatic High Beam-systeem (indien aanwe-
zig); of
•De ledkoplampen
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de RSA
(Road Sign Assist).
Er klinkt ook een zoemer
Laat de auto controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Geeft aan dat het gaspedaal en rempedaal gelijktijdig
worden ingetrapt
Laat het gaspedaal los en trap het rempedaal in.
Geeft aan dat het ruitensproeiervloeistofniveau laag is
Vul ruitensproeiervloeistof bij.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 647 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
648 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof
ongeveer 10 liter of minder is
Vul de brandstoftank.
Geeft aan dat de buitentemperatuur ongeveer 3C of
lager is
Er klinkt ook een zoemer.
Rijd voorzichtig, aangezien de weg glad kan zijn.
Geeft aan dat de TRC (Traction Control) is uitgescha-
keld
Schakel de TRC in. (Blz. 398)
Geeft aan dat de motorolie moet worden ververst. (Als
de melding niet is gereset, zal het controlelampje niet
goed werken.)
Controleer de motorolie en ververs indien nodig.
Na het verversen van de motorolie moet de melding
worden gereset.
Geeft aan dat de motorolie moet worden ververst. (Na
het verversen van de motorolie en het resetten van de
melding.)
Laat de motorolie en het oliefilter door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige controleren en/of verversen/vervan-
gen. Na het verversen van de motorolie moet de
melding worden gereset.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 648 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
649
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de schakelaar van het Automatic High
Beam-systeem is ingedrukt terwijl het dimlicht is inge-
schakeld
Schakel het grootlicht in en druk de schakelaar van
het Automatic High Beam-systeem nogmaals in.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de werking van de Pre-Crash Brake-func-
tie en de Pre-Crash Brake Assist is gestopt sinds de
VSC (Vehicle Stability Control) werd uitgeschakeld (de
Pre-Crash-waarschuwing werkt wel)
Schakel de VSC in. (Blz. 398)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat het PCS (Pre-Collision-systeem) tijdelijk
niet beschikbaar is
Wanneer de omstandigheden verbeteren, wordt de
werking van het systeem hervat. Als deze melding
permanent wordt weergegeven, laat de auto dan
controleren door een erkende Lexus-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Geeft aan dat de werking van systemen die veel stroom
verbruiken, zoals de airconditioning, is onderbroken
Schakel de elektrische verbruikers die u niet nodig
hebt uit om het stroomverbruik te verlagen. Wacht
een tijdje totdat het elektriciteitsniveau weer op
peil is.
Als deze melding frequent wordt weergegeven, laat
de auto dan onmiddellijk controleren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 649 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
650 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Door de overeenkomstige handeling uit te voeren verdwijnen de meldingen.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat een deel van de sensor van het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem) vuil is of is bedekt door ijs, enz.
Verwijder het vuil, ijs, enz.
Overige weergegeven meldingen
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
Er is onderhoud aan de koelcomponent van het batte-
rijpakket (tractiebatterij) nodig
Het filter kan verstopt zitten, de ventilatieopening kan
geblokkeerd zijn of er kan een gat in het kanaal zitten.
Laat onderhoud aan de koelcomponent van het bat-
terijpakket (tractiebatterij) uitvoeren door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 650 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
651
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Geeft aan dat de EV-modus niet beschikbaar is*
De reden dat de EV-modus niet beschikbaar is (motor
draait stationair, ladingstoestand batterijpakket (trac-
tiebatterij) is laag, rijsnelheid is hoger dan de snelheid
waarbij de EV-modus werkt, gaspedaal is te ver inge-
trapt) kan worden weergegeven.
Er klinkt ook een zoemer.
Gebruik de EV-modus wanneer deze beschikbaar
is.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 651 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
652 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
*: Werkingsvoorwaarden EV-modus: Blz. 266
Geeft aan dat de EV-modus automatisch uitgeschakeld
is*
De reden dat de EV-modus niet beschikbaar is
(ladingstoestand batterijpakket (tractiebatterij) is laag,
rijsnelheid is hoger dan de snelheid waarbij de EV-
modus werkt, gaspedaal is te ver ingetrapt) kan wor-
den weergegeven.
Er klinkt ook een zoemer.
Rijd een tijdje met de auto.
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Behalve
FSPORT-
uitvoeringen)
(F SPORT-
uitvoeringen)
(Knippert) (Knippert)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 652 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
653
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Waarschuwingsmeldingen
De afbeeldingen van waarschuwingsmeldingen die hier worden gebruikt, dienen slechts
als voorbeeld en verschillen mogelijk van het werkelijke beeld op het multi-informatie-
display.
Waarschuwingsmelding bij ingeschakeld Dynamic Radar Cruise Control-systeem
(indien aanwezig)
Onder de volgende omstandigheden wordt de waarschuwingsmelding mogelijk niet
weergegeven, ook niet als de afstand tot de voorligger afneemt:
Wanneer uw auto en de voorligger met dezelfde snelheid rijden of als de voorligger
sneller rijdt dan uw auto
Als de voorligger extreem langzaam rijdt
Onmiddellijk nadat de cruise control-snelheid is ingesteld
Op het moment dat het gaspedaal wordt ingetrapt
De LDA-functie (Lane Departure Alert met stuurregeling) (indien aanwezig)
Onder de volgende omstandigheden wordt er geen waarschuwingsmelding weergege-
ven, ook al wordt er over een rijstrookmarkering gereden:
Wanneer de rijsnelheid afwijkt van het werkingsgebied van het LDA-systeem
(Blz. 328)
Wanneer de rijstrookmarkeringen niet kunnen worden herkend (Blz. 330)
De melding die aangeeft dat onderhoud moet worden uitgevoerd, moet worden gere-
set
Zorg ervoor dat het olieverversingssysteem wordt gereset. (Blz. 562)
Waarschuwingszoemer
Blz. 627
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 653 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
654 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Interieur
zoemer
Zoemer
exterieur
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
Con-
tinu
Het bestuurdersportier werd ge-
opend terwijl de selectiehendel niet
in stand P stond en het contact niet
UIT stond.
Zet de selectiehendel in stand P.
Con-
tinu
Con-
tinu
Het bestuurdersportier werd ge-
opend en gesloten terwijl de elek-
tronische sleutel zich niet in de auto
bevond, de selectiehendel niet in
stand P stond en het contact niet
UIT stond.
Zet de selectiehendel in stand P.
Neem de elektronische sleutel
weer mee in de auto.
Een
keer
De elektronische sleutel wordt niet
gesignaleerd als geprobeerd wordt
het hybridesysteem te starten.
Start het hybridesysteem met
de elektronische sleutel in de
buurt.
(Knippert)
(Afwisselend weergegeven)
(Knippert)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 654 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
655
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Een
keer
Con-
tinu
Er werd geprobeerd de auto te ver-
laten met de elektronische sleutel en
de portieren te vergrendelen zon-
der het contact eerst UIT te zetten
terwijl de selectiehendel in stand P
stond.
Zet het contact UIT en vergren-
del de portieren opnieuw.
Een
keer 3 keer
De elektronische sleutel bevond
zich buiten de auto en er werd een
ander portier dan het bestuurders-
portier geopend en gesloten terwijl
het contact niet UIT stond.
Neem de elektronische sleutel
weer mee in de auto.
Het bestuurdersportier werd ge-
opend en gesloten terwijl de elek-
tronische sleutel zich niet in de auto
bevond, de selectiehendel in stand P
stond en het contact niet UIT stond.
Zet het contact UIT.
Neem de elektronische sleutel
weer mee in de auto.
9 keer
Er is geprobeerd om te rijden terwijl
de elektronische sleutel zich niet in
de auto bevond.
Ga na of de elektronische sleu-
tel zich in de auto bevindt.
Interieur
zoemer
Zoemer
exterieur
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Afwisselend weergegeven)
(Knippert)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 655 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
656 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Con-
tinu
Er is geprobeerd de portieren te
vergrendelen met het Smart entry-
systeem met startknop terwijl de
elektronische sleutel zich nog in de
auto bevond.
Neem de elektronische sleutel
uit de auto en vergrendel de
portieren opnieuw.
Een
keer
Con-
tinu
Er is geprobeerd een van de voor-
portieren te vergrendelen door een
portier te openen en de vergrendel-
knop aan de binnenzijde in de ver-
grendelstand te zetten, en het
portier vervolgens te sluiten door
aan de buitenportiergreep te trek-
ken terwijl de elektronische sleutel
zich nog in de auto bevond.
Neem de elektronische sleutel
uit de auto en vergrendel de
portieren opnieuw.
Een
keer
De batterij van de elektronische
sleutel is (bijna) leeg.
Vervang de batterij van de elek-
tronische sleutel. (Blz. 595)
Een
keer
Het stuurslot kon niet worden ont-
grendeld binnen 3 seconden na het
indrukken van de startknop.
Druk de startknop in terwijl het
rempedaal wordt ingetrapt en
het stuurwiel naar links en
rechts wordt gedraaid.
Interieur
zoemer
Zoemer
exterieur
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Auto's met instapfunctie)
(Knippert)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 656 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
657
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Een
keer
Toen de portieren werden ont-
grendeld met de mechanische
sleutel en de startknop vervol-
gens werd ingedrukt, kon de elek-
tronische sleutel niet worden
gesignaleerd in de auto.
De elektronische sleutel kon niet
worden gesignaleerd, ook niet
nadat de startknop tweemaal ach-
ter elkaar werd ingedrukt.
Houd de elektronische sleutel
tegen de startknop terwijl u het
rempedaal intrapt.
Een
keer
Tijdens een startprocedure van het
hybridesysteem waarbij de elektro-
nische sleutel niet goed werkte
(Blz. 679), werd de elektronische
sleutel tegen de startknop gehou-
den.
Druk de startknop in binnen 10
seconden nadat de zoemer
heeft geklonken.
Geeft het volgende aan:
De portieren werden ontgrendeld
terwijl het contact UIT stond en
vervolgens werd het bestuurders-
portier geopend en gesloten;
Het contact werd in stand ACC
gezet terwijl het hybridesysteem
niet werd gestart
De selectiehendel werd vanuit
stand P in een andere stand gezet
terwijl het contact AAN stond.
Druk op de startknop terwijl u
het rempedaal ingetrapt houdt.
Interieur
zoemer
Zoemer
exterieur
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 657 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
658 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Een
keer
Het contact is UIT gezet terwijl de
selectiehendel in een andere stand
dan P stond.
Zet de selectiehendel in stand P.
Een
keer
Nadat het contact UIT is gezet ter-
wijl de selectiehendel in een andere
stand dan P stond, is de selectiehen-
del in stand P gezet.
Zet het contact UIT.
Het contact is UIT gezet door de
automatische power off-functie.
Verhoog de volgende keer dat u
het hybridesysteem start het
toerental iets en laat dat zo
gedurende ongeveer 5 minu-
ten om de 12V-accu op te laden.
Con-
tinu
Geeft aan dat het hybridesysteem in
een noodgeval tijdens het rijden is
uitgeschakeld
Zet de selectiehendel in stand N
en zet het contact AAN om het
hybridesysteem weer te star-
ten.*
Interieur
zoemer
Zoemer
exterieur
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
(Knippert)
(Knippert)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 658 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
659
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
*: Afhankelijk van de omstandigheden start het hybridesysteem mogelijk niet.
Waarschuwingsmeldingen
Blz. 653
Waarschuwingszoemer
Blz. 627
Een
keer
Geeft aan dat de startknop tijdens
het rijden is ingedrukt
Laat de startknop direct los, ten-
zij u de auto in geval van nood
moet stilzetten.
Een
keer
Er is geprobeerd de motor te star-
ten terwijl de selectiehendel niet in
de juiste stand stond.
Zet de selectiehendel in stand P
en start de motor.
Interieur
zoemer
Zoemer
exterieur
Waarschuwingsmelding Details/handelingen
(Knippert)
(Knippert)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 659 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
660 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Als de auto een lekke band heeft
(auto's met een bandenreparatieset)
Uw auto is niet uitgerust met een reservewiel, maar wel met een bandenrepa-
ratieset.
Een lekke band met perforatieschade door een spijker of schroef kan voorlo-
pig worden gerepareerd met de bandenreparatieset.
WAARSCHUWING
Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een lekke band wordt doorgereden, kunnen
band en velg zodanig beschadigd worden dat reparatie niet meer mogelijk is en kan er
een ongeval ontstaan.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 660 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
661
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Breng de auto tot stilstand op een veilige plaats en een stevige, vlakke onder-
grond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P.
Schakel het hybridesysteem uit.
Schakel de alarmknipperlichten in. (Blz. 614)
Controleer de mate waarin de band beschadigd is.
Een band mag alleen met de ban-
denreparatieset worden gerepa-
reerd indien de beschadiging te
wijten is aan perforatie van het loop-
vlak door een spijker of schroef.
Haal de spijker of schroef niet uit
de band. Als u het object verwij-
dert, kan het lek ondanks de
noodreparatie met de bandenre-
paratieset groter worden.
Rijd de auto naar voren tot het gat, voor zover zichtbaar, zich boven aan de
band bevindt om lekkage van bandenreparatievloeistof te voorkomen.
Een lekke band die niet kan worden gerepareerd met de bandenreparatieset
In de volgende gevallen is reparatie van de band met behulp van de bandenreparatieset
niet mogelijk. Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De band is beschadigd door rijden met onvoldoende spanning
De band loopt leeg door een scheur in of beschadiging van de flank
De band is zichtbaar van de velg afgelopen
Het lek in of de beschadiging van het loopvlak is 4 mm of groter
De velg is beschadigd
Twee of meer banden zijn lek
De band is op meerdere plaatsen lek of beschadigd
Voordat u de band repareert
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 661 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
662 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Plaats van de bandenreparatieset
Onderdelen van de bandenreparatieset
Slang
Ontluchtingsdopje
Bandenspanningsmeter
Compressorschakelaar
Voedingsaansluiting
Stickers
1
2
3
4
5
6
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 662 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
663
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Verwijder de afdekkap van de 12V-
accu.
Verwijder de riem en de bandenre-
paratieset.
Verwijderen van de bandenreparatieset
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 663 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
664 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Neem de reparatieset uit het gereedschapsvak.
Verwijder het ventieldopje van het
wiel met de lekke band.
Verwijder de beschermende laag
van de fles en trek de slang uit. Ver-
wijder het dopje van de slang.
Bevestig de bij de fles meegeleverde
stickers op de aangegeven plaatsen.
(Zie stap 9.)
Het ontluchtingsdopje van de slang
wordt nog gebruikt. Berg het dopje
daarom veilig op.
Sluit de slang aan op het ventiel.
Draai het uiteinde van de slang zo ver
mogelijk rechtsom.
Reparatiemethode in noodgevallen
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 664 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
665
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Zorg ervoor dat de compressor is
uitgeschakeld.
Verwijder de voedingsaansluiting
van de compressor.
Sluit de voedingsstekker aan op de
accessoireaansluiting. (Blz. 536)
5
6
7
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 665 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
666 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Verwijder de sticker.
Bevestig de 2 stickers zoals aange-
geven.
Verwijder vuil en vocht van het wiel
voordat u de sticker bevestigt. Als de
sticker niet kan worden bevestigd, laat
dan, wanneer u de band laat repareren
of vervangen, de erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige weten dat bandenre-
paratievloeistof is ingespoten.
8
9
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 666 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
667
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Sluit de fles aan op de compressor.
Plaats de fles, om deze aan te sluiten,
verticaal in de compressor, zoals aange-
geven in de afbeelding, en zorg ervoor
dat de klauw op de flessenhals in de uit-
sparing van het compressorhuis haakt.
Controleer de voorgeschreven bandenspanning.
De bandenspanning wordt aangegeven op de sticker, zoals afgebeeld. (Blz. 703)
10
11
Auto's met linkse besturing Auto's met rechtse besturing
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 667 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
668 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Schakel het hybridesysteem in.
Zet de compressor aan om de ban-
denreparatievloeistof in te spuiten
en de band met lucht te vullen.
Vul de band tot de voorgeschreven
bandenspanning bereikt is.
De bandenreparatievloeistof
wordt ingespoten, de druk loopt
op en daalt vervolgens geleide-
lijk.
De bandenspanningsmeter geeft
ongeveer 1 minuut (5 minuten bij
lage temperaturen) nadat de
schakelaar aan is gezet de wer-
kelijke bandenspanning weer.
Vul de band tot de voorgeschre-
ven bandenspanning.
Zet de compressor uit en con-
troleer de bandenspanning.
Zorg dat de band niet te hard
wordt opgepompt en vul de
band met lucht tot de voorge-
schreven bandenspanning is
bereikt.
Als de bandenspanning nog steeds lager is dan voorgeschreven nadat
de schakelaar 35 minuten aan staat, is de band te veel beschadigd om
nog gerepareerd te worden. Schakel de compressor uit en neem con-
tact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Laat wat lucht ontsnappen wanneer de bandenspanning de voorge-
schreven waarde overschrijdt. (Blz. 672, 703)
12
13
14
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 668 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
669
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Maak terwijl de compressor is uitgeschakeld de slang los van het ventiel en
trek vervolgens de voedingsstekker uit de accessoireaansluiting.
Mogelijk ontsnapt er bij het verwijderen van de slang wat bandenreparatievloeistof.
Plaats het ventieldopje op het ventiel van het gerepareerde wiel.
Plaats het ontluchtingsdopje op het
uiteinde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet wordt
geplaatst, ontsnapt er mogelijk banden-
reparatievloeistof en kan de auto vuil
worden.
Berg de fles, terwijl deze aan de compressor is bevestigd, tijdelijk op in de
bagageruimte.
Rijd, om de bandenreparatievloeistof gelijkmatig over de band te verdelen,
meteen ongeveer 5 km met een snelheid van maximaal 80 km/h.
Stop, nadat u ongeveer 5 km/h hebt
gereden, op een veilige plaats met
een harde en horizontale onder-
grond en verwijder het ontluchtings-
dopje van de slang voordat u de
reparatieset opnieuw aansluit.
15
16
17
18
19
20
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 669 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
670 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Zet de compressor aan, wacht
ongeveer 5 seconden en zet de
compressor weer uit. Controleer de
bandenspanning.
Als de bandenspanning lager is
dan 130 kPa (1,3 kg/cm2 of bar,
19 psi): Het gat kan niet worden
gerepareerd. Neem contact op
met een erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskun-
dige.
Als de bandenspanning 130 kPa (1,3 kg/cm2 of bar, 19 psi) of hoger is,
maar lager dan de voorgeschreven spanning: Ga door naar .
Als de bandenspanning juist is (Blz. 703): Ga verder met .
Zet de compressor aan om de band op de voorgeschreven spanning te bren-
gen. Rijd ongeveer 5 km en voer dan uit.
Plaats het ontluchtingsdopje op het
uiteinde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet wordt
geplaatst, ontsnapt er mogelijk banden-
reparatievloeistof en kan de auto vuil
worden.
Berg de fles, terwijl deze aan de compressor is bevestigd, op in de bagage-
ruimte.
Voorkom plotseling remmen, plotseling accelereren en scherpe bochten. Rijd
voorzichtig met een snelheid van maximaal 80 km/h naar de dichtstbijzijnde
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor het repareren of vervangen
van de band.
21
1
2
22
323
22
20
23
24
25
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 670 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
671
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Bandenreparatieset
De bandenreparatievloeistof is beperkt houdbaar. De uiterste houdbaarheidsdatum
staat vermeld op de fles. De bandenreparatievloeistof dient voor de uiterste houdbaar-
heidsdatum te worden vervangen. Neem voor de vervanging contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
De vloeistof in de bandenreparatieset kan slechts eenmalig worden gebruikt om een
enkele band tijdelijk te repareren. Als de bandenreparatievloeistof in de fles en andere
delen van de set zijn gebruikt en moeten worden vervangen, neem dan contact op met
een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
De reparatievloeistof kan worden gebruikt bij temperaturen van -30C tot 60C.
De bandenreparatieset is exclusief bestemd voor de originele banden die op uw auto
zijn gemonteerd. Gebruik de set niet voor banden met een afwijkende maat of voor
andere doeleinden.
Als de bandenreparatievloeistof op uw kleren komt, kan deze vlekken veroorzaken.
Eventueel gemorste bandenreparatievloeistof moet direct van het wiel of de carrosse-
rie worden verwijderd. Veeg het oppervlak onmiddellijk af met een vochtige doek.
Als de bandenreparatieset wordt gebruikt, zal dit duidelijk hoorbaar zijn. Dit is normaal
en duidt niet op een storing.
Nadat een band is gerepareerd met de bandenreparatieset
Vervang de bandenspanningssensor en -zender.
Zelfs als de bandenspanning op het voorgeschreven niveau ligt, gaat mogelijk het
waarschuwingslampje lage bandenspanning branden/knipperen.
Aanwijzing voor het controleren van de bandenreparatieset
Controleer regelmatig de uiterste houdbaarheidsdatum van de bandenreparatievloei-
stof.
De uiterste houdbaarheidsdatum staat vermeld op de fles. Gebruik de bandenreparatie-
vloeistof niet wanneer de uiterste houdbaarheidsdatum is verstreken. Anders worden
reparaties met de bandenreparatieset mogelijk niet goed uitgevoerd.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 671 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
672 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Als de band op een te hoge spanning is gebracht
Neem de slang los van het ventiel.
Neem de slang los van het ventiel, verwijder het dopje van de slang en sluit dan de
slang weer aan.
Schakel de compressor in, wacht een paar seconden en schakel deze dan weer uit.
Controleer of de bandenspanning op het voorgeschreven niveau is. (Blz. 703)
Zet als de bandenspanning lager is dan de voorgeschreven spanning de compressor
weer aan en herhaal de procedure van het op spanning brengen tot de voorgeschre-
ven spanning is bereikt.
Plaats het ontluchtingsdopje op het uiteinde
van de slang en druk het uitsteeksel in het
ventiel om wat lucht uit de band te laten ont-
snappen.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorschriften kan een ongeval tot gevolg hebben.
De bandenreparatieset is speciaal voor uw auto gemaakt. Gebruik de set nooit voor
andere auto's.
Gebruik de bandenreparatieset niet voor banden met een andere maat dan de voor-
geschreven maten of voor andere doeleinden. Als u dit wel doet, kunnen de banden
mogelijk niet meer worden gerepareerd.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de bandenreparatievloeistof
Het inslikken van bandenreparatievloeistof is schadelijk voor uw gezondheid. Als u
bandenreparatievloeistof inslikt, moet u zo veel mogelijk water drinken en onmiddel-
lijk een huisarts raadplegen.
Spoel direct met water wanneer bandenreparatievloeistof in uw ogen of op uw huid is
terechtgekomen. Raadpleeg een huisarts als u zich niet lekker blijft voelen.
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 672 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
673
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Bij het repareren van een lekke band
Parkeer de auto op een veilige plaats en een vlakke ondergrond.
Raak de wielen of het gedeelte rond de remmen direct nadat met de auto is gereden
niet aan.
Nadat met de auto is gereden, zijn de wielen en het gedeelte rond de remmen moge-
lijk zeer heet. Wanneer u deze delen met uw handen, voeten of andere lichaamsde-
len aanraakt, kan dit leiden tot brandwonden.
Sluit de slang stevig aan op het ventiel terwijl het wiel aan de auto bevestigd is.
Als de slang niet goed is aangesloten op het ventiel, kan er lucht ontsnappen of kan
de bandenreparatievloeistof naar buiten spuiten.
Als de slang tijdens het vullen loskomt van het ventiel, is het mogelijk dat de slang
abrupte bewegingen maakt vanwege de luchtdruk.
Nadat de band gevuld is, kunnen er spetters bandenreparatievloeistof naar buiten
komen als de slang wordt losgemaakt of wanneer u lucht uit de band laat ontsnappen.
Volg voor het repareren van de band de volgende procedure. Als u de procedure
niet volgt, kan de bandenreparatievloeistof naar buiten spuiten.
Bewaar afstand tot de band wanneer deze gerepareerd wordt, omdat de band kan
klappen. Zet de schakelaar van de compressor direct uit als u ziet dat de band
scheurtjes vertoont of vervormt.
De bandenreparatieset kan bij langdurig gebruik oververhit raken. Gebruik de com-
pressor niet langer dan 10 minuten achter elkaar.
Sommige onderdelen van de bandenreparatieset kunnen erg warm worden. Wees
daarom voorzichtig tijdens en na het gebruik ervan.
Plak de waarschuwingssticker voor de rijsnelheid alleen op de aangegeven plaats.
Als de sticker wordt aangebracht op een plaats waar zich een airbag bevindt, zoals
op het middelste deel van het stuurwiel, dan kan dit de werking van het airbagsys-
teem hinderen.
Rijden om de bandenreparatievloeistof gelijkmatig te verdelen
Rijd langzaam en voorzichtig. Wees extra voorzichtig bij het maken van bochten.
Als de auto niet rechtuit rijdt of als u merkt dat het stuurwiel naar één kant trekt,
brengt u de auto tot stilstand en controleert u het volgende:
Toestand van de band. De band kan van de velg zijn afgelopen.
Bandenspanning. Als de bandenspanning 130 kPa (1,3 kg/cm2 of bar, 19 psi) of
lager is, dan kan dit duiden op een ernstige schade aan de band.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 673 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
674 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
OPMERKING
Een noodreparatie uitvoeren
Voer de noodreparatie uit zonder de spijker of schroef die het loopvlak heeft door-
boord te verwijderen. Als het object dat het lek heeft veroorzaakt is verwijderd, is het
wellicht niet mogelijk om een noodreparatie met de bandenreparatieset uit te voeren.
De bandenreparatieset is niet waterdicht. Zorg dat de bandenreparatieset niet in
aanraking komt met water, bijvoorbeeld bij gebruik in de regen.
Zet de bandenreparatieset niet op een stoffige ondergrond, zoals in het zand of in de
berm. Als er vuil of stof in de bandenreparatieset komt, kan er een storing optreden.
Houd de bandenreparatieset tijdens het gebruik rechtop. De bandenreparatieset
werkt anders niet.
Gebruik van de bandenreparatieset
De compressor heeft een gelijkstroomvoeding van 12 V nodig. Sluit de compressor
niet aan op een andere voedingsbron.
Als de bandenreparatieset in aanraking komt met benzine, kan de bandenreparatie-
set beschadigd raken. Zorg dat de set niet met benzine in aanraking kan komen.
Berg de bandenreparatieset op de daarvoor bestemde plaats op en houd hem buiten
bereik van kinderen.
Demonteer of wijzig de bandenreparatieset niet. Stel onderdelen als de bandenspan-
ningsmeter niet bloot aan schokken. Hierdoor kunnen storingen optreden.
Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer bandenreparatievloeistof
is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Vervang na het gebruik van bandenreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -
zender wanneer de band wordt gerepareerd of vervangen. (Blz. 570)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 674 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
675
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Run-flat banden (de indicatie RFT of DSST is aangegeven op de wang van
de band)
Breng, wanneer u een lekke band
hebt, uw auto zo snel mogelijk naar
de dichtstbijzijnde Lexus-dealer of
erkende bandenspecialist.
U kunt maximaal 300 km met een
snelheid lager dan 60 km/h rijden
als het waarschuwingslampje voor
een lage bandenspanning is gaan
branden. (Blz. 626)
Onder sommige omstandigheden (zoals bij hoge temperaturen)
Het is niet mogelijk om nog 300 km met de auto te rijden.
Voor gedetailleerde informatie over run-flat banden
Zie het garantieboekje van de banden.
Als de auto een lekke band heeft
(auto's met run-flat banden)
Uw auto is niet uitgerust met een reservewiel, maar met run-flat banden kunt
u met een lekke band blijven doorrijden. Minder in dat geval snelheid en rijd
extra voorzichtig.
OPMERKING
Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of bandenspanningssen-
soren en -zenders contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige omdat de ban-
denspanningssensoren en -zenders beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig
mee wordt omgegaan.
Rijden over verkeersdrempels
Wanneer een auto een lekke band heeft, is de wagenhoogte lager dan normaal. Zorg
ervoor dat niets de bodem van de auto raakt.
Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer bandenreparatievloeistof
is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Vervang bij het vervangen van de band de bandenspanningssensor en -zender.
(Blz. 570)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 675 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
676 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Een van de onderstaande punten kan het probleem veroorzaken:
De elektronische sleutel werkt mogelijk niet goed. (Blz. 679)
Er is mogelijk onvoldoende brandstof aanwezig in de tank.
Vul de brandstoftank.
Er kan een storing aanwezig zijn in de startblokkering. (Blz. 86)
Er kan een storing aanwezig zijn in het stuurslotsysteem.
Het hybridesysteem van de motor is mogelijk defect als gevolg van een elek-
trische storing, zoals een ontladen batterij van de elektronische sleutel of een
defecte zekering. Er bestaat echter, afhankelijk van het soort storing, een
noodmaatregel om het hybridesysteem te starten. (Blz. 677)
Een van de onderstaande punten kan het probleem veroorzaken:
De 12V-accu is mogelijk te ver ontladen. (Blz. 681)
De accuklemmen zitten mogelijk los of zijn gecorrodeerd. (Blz. 566)
Als het hybridesysteem niet kan worden gestart
Het niet starten van het hybridesysteem kan verschillende oorzaken hebben.
Raadpleeg het volgende overzicht en onderneem de bijpassende acties:
Het hybridesysteem kan niet worden gestart, ook al is de startproce-
dure correct uitgevoerd. (Blz. 261)
De interieurverlichting en de koplampen gaan zwakker branden of de
claxon maakt geen of weinig geluid.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 676 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
677
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Een van de onderstaande punten kan het probleem veroorzaken:
De 12V-accu is mogelijk te ver ontladen. (Blz. 681)
Een of beide accuklemmen kunnen loszitten. (Blz. 566)
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het probleem niet
verholpen kan worden of als de reparatieprocedure niet bekend is.
Wanneer het hybridesysteem niet start maar de startknop normaal werkt, kan
het systeem aan de hand van de volgende stappen voorlopig worden gestart:
Gebruik deze startprocedure alleen in noodgevallen.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P.
Zet het contact in stand ACC.
Houd de startknop gedurende 15 seconden ingedrukt terwijl het rempedaal
stevig wordt ingetrapt.
Ook als het hybridesysteem met behulp van deze stappen kan worden gestart,
kan er een storing in het systeem aanwezig zijn. Laat de auto controleren door
een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De interieurverlichting en de koplampen gaan niet branden of de
claxon maakt geen geluid.
Noodstartfunctie
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 677 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
678 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Portieren
Gebruik de mechanische sleutel
(Blz.147) om de volgende hande-
lingen uit te voeren:
Vergrendelen van alle portieren
Sluiten van de ruiten en het
schuifdak (draaien en vasthou-
den)*
Ontgrendelen van alle portieren
Openen van de ruiten en het schuifdak (draaien en vasthouden)*
*: Deze instelling moet aan de persoonlijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Achterklep
Draai de mechanische sleutel
rechtsom om de achterklep te ont-
grendelen. (Blz.102)
Als de elektronische sleutel niet goed werkt
Als de communicatie tussen de elektronische sleutel en de auto is verbroken
(Blz.167) of de elektronische sleutel niet kan worden gebruikt omdat de
batterij leeg is, werken het Smart entry-systeem met startknop en de
afstandsbediening niet. In dergelijke gevallen kunnen de portieren en de ach-
terklep worden geopend en kan het hybridesysteem worden gestart volgens
onderstaande procedure.
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren, ontgrendelen van de
achterklep en aan de sleutel gekoppelde functies
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 678 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
679
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Controleer of de selectiehendel in stand P staat en trap het rempedaal in.
Raak de startknop aan met de zijde
van de elektronische sleutel met
daarop het Lexus-embleem.
Wanneer de elektronische sleutel wordt
gedetecteerd, klinkt er een zoemer en
wordt het contact AAN gezet.
Wanneer het Smart entry-systeem met
startknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen, wordt
het contact in stand ACC gezet.
Trap het rempedaal stevig in en controleer of op het multi-informatie-
display wordt weergegeven.
Druk op de startknop.
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het hybride-
systeem nog steeds niet kan worden gestart.
Starten van het hybridesysteem
1
2
3
4
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 679 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
680 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Uitschakelen van het hybridesysteem
Zet de selectiehendel in stand P en druk op de startknop zoals u normaal doet bij het uit-
schakelen van het hybridesysteem.
Vervangen van de sleutelbatterij
Omdat deze procedure een noodmaatregel is, wordt geadviseerd de batterij van de
elektronische sleutel zo snel mogelijk te laten vervangen als deze ontladen is.
(Blz. 595)
Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld als de mechanische sleutel wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen.
Het alarm kan worden geactiveerd als een portier met de mechanische sleutel wordt
ontgrendeld terwijl het alarmsysteem is ingeschakeld.
Wijzigen van de standen van het contact
Laat het rempedaal los en druk tijdens stap hierboven op de startknop.
Het hybridesysteem wordt niet ingeschakeld en de stand verandert iedere keer dat de
knop wordt ingedrukt. (Blz. 262)
Als de elektronische sleutel niet goed werkt
Controleer of het Smart entry-systeem met startknop niet is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen. Is de functie uitgeschakeld, schakel hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 708)
Controleer of de energiebesparende functie voor de batterij is ingeschakeld. Is de
functie ingeschakeld, schakel hem dan uit. (Blz.166)
WAARSCHUWING
Bij het gebruik van de mechanische sleutel en het bedienen van de elektrisch bedien-
bare ruiten of het schuifdak
Bedien de elektrisch bedienbare ruit of het schuifdak nadat u hebt gecontroleerd of er
geen risico is dat een passagier met een lichaamsdeel bekneld kan raken tussen de ruit
of het schuifdak.
Laat tevens de mechanische sleutel niet bedienen door kinderen. Het kan gebeuren
dat een lichaamsdeel van een kind of een andere passagier klem komt te zitten tussen
de elektrisch bedienbare ruit of het schuifdak.
3
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 680 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
681
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Als u de beschikking hebt over een set startkabels en een tweede voertuig met
een 12V-accu, kunt u uw auto starten met behulp van de onderstaande hulpstart-
procedure.
Controleer of u de elektronische
sleutel bij u hebt.
Als u de startkabels aansluit, kan het
alarm afgaan of kunnen de portieren
worden vergrendeld, afhankelijk van de
situatie. (Blz.102)
Open de motorkap (Blz. 557) en
het deksel van de zekeringenkast.
Verwijder de clips.
Druk de borglippen aan beide zij-
den in om het deksel te ontgren-
delen en til het deksel eraf terwijl
u aan het borgplaatje trekt.
Als de 12V-accu is ontladen
Als de 12V-accu ontladen is, kan het hybridesysteem met behulp van de
onderstaande procedures worden gestart.
U kunt ook contact opnemen met een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
1
2
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 681 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
682 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Open het deksel van de speciale
hulpstartaansluiting.
Sluit de startkabels als volgt aan:
Sluit de positieve startkabel aan op de speciale hulpstartaansluiting van uw
auto.
Sluit de andere zijde van de positieve startkabel aan op de positieve accu-
pool (+) van de tweede auto.
Sluit de negatieve startkabel aan op de negatieve accupool (-) van de
tweede auto.
Sluit de andere zijde van de negatieve startkabel aan op de auto met de
ontladen accu op een stevig, stilstaand, niet gelakt metalen punt, ver weg
van de hulpstartaansluiting en bewegende delen, zoals aangegeven in de
afbeelding.
Start de motor van de tweede auto. Verhoog het motortoerental iets en laat
de motor gedurende ongeveer 5 minuten met het verhoogde toerental
draaien om de 12V-accu van uw auto op te laden.
Open en sluit een van de portieren terwijl het contact UIT staat.
3
4
1
2
3
4
5
6
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 682 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
683
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Laat de motor van de tweede auto met een iets verhoogd toerental draaien
en start het hybridesysteem van uw auto door het contact AAN te zetten.
Controleer of het controlelampje READY gaat branden. Neem contact op
met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het controlelampje
niet gaat branden.
Verwijder de startkabels als het hybridesysteem gestart is in exact de omge-
keerde volgorde van aansluiten.
Laat zodra het hybridesysteem is gestart, de auto zo snel mogelijk controleren
door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Starten van het hybridesysteem wanneer de 12V-accu ontladen is
Het hybridesysteem kan niet worden gestart door de auto aan te duwen.
Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Zet de koplampen en het audiosysteem uit als het hybridesysteem is uitgeschakeld.
Schakel niet-noodzakelijke elektrische verbruikers uit als er gedurende langere tijd
met lage snelheden gereden wordt, bijvoorbeeld in een file.
Opladen van de 12V-accu
De 12V-accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs wanneer de auto niet in gebruik is. Dit
wordt veroorzaakt door natuurlijke ontlading en het effect van bepaalde elektrische
apparatuur. Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt, kan de 12V-accu ontladen en
kan het hybridesysteem mogelijk niet meer worden gestart. (De 12V-accu laadt automa-
tisch op wanneer het hybridesysteem in werking is.)
Bij het bijladen of vervangen van de 12V-accu
Wanneer de 12V-accu is ontladen, is het in sommige gevallen niet mogelijk om de por-
tieren te ontgrendelen met het Smart entry-systeem met startknop. Gebruik de
afstandsbediening of de mechanische sleutel om de portieren te vergrendelen of te
ontgrendelen.
Mogelijk start het hybridesysteem niet bij de eerste poging nadat de 12V-accu weer is
opgeladen, maar start hij wel normaal na de tweede poging. Dit wijst niet op een sto-
ring.
De stand van het contact wordt door de auto geregistreerd. Wanneer de 12V-accu
weer wordt aangesloten, keert het systeem terug naar de stand die was geselecteerd
voordat de 12V-accu ontladen was. Zorg dat het contact UIT staat voordat de 12V-
accu wordt losgenomen.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten van de 12V-accu wanneer u niet zeker weet in
welke stand het contact stond voordat de 12V-accu werd opgeladen.
7
8
9
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 683 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
684 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Voorkomen van brand en explosie van de 12V-accu
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat het licht ont-
vlambare gas dat uit de 12V-accu kan komen, per ongeluk tot ontbranding komt:
Zorg ervoor dat de startkabel aangesloten wordt op de juiste accupool en niet per
ongeluk in aanraking komt met een ander onderdeel dan de bedoelde accupool.
Zorg ervoor dat de op de+-pool aangesloten startkabel niet in contact komt met
andere onderdelen of metalen oppervlakken, zoals metalen steunen en ongelakt
metaal.
Laat de “+” en “-” klemmen van de startkabels niet in contact komen met elkaar.
Rook niet en gebruik geen lucifers, aanstekers en open vuur in de buurt van de 12V-
accu.
Voorzorgsmaatregelen 12V-accu
De 12V-accu bevat giftige en corrosieve elektrolyt en de onderdelen van de accu
bevatten lood en loodhoudende samenstellingen. Neem bij het omgaan met de 12V-
accu de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
Draag bij het werken met de 12V-accu altijd een veiligheidsbril en zorg ervoor dat de
accuvloeistof niet in contact komt met de huid, kleding of de carrosserie van de auto.
Leun niet over de 12V-accu heen.
Was vloeistof van de 12V-accu die op de huid of in de ogen terecht is gekomen direct
weg met water en raadpleeg een arts.
Bedek de plaats waar de accuvloeistof op terechtgekomen is met een natte spons of
doek totdat er medische hulp kan worden verkregen.
Was altijd uw handen nadat u de accudrager, de accupolen en andere accu-gerela-
teerde onderdelen hebt aangeraakt.
Houd kinderen uit de buurt van de 12V-accu.
Na het laden van de 12V-accu
Laat de 12V-accu zo snel mogelijk controleren door een erkende Lexus-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Als de 12V-accu verouderd raakt en nog wordt gebruikt, kan een onwelriekend gas
worden uitgestoten. Dit kan schadelijk zijn voor de gezondheid van de passagiers.
Vervangen van de 12V-accu
Blz. 568
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 684 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
685
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
OPMERKING
Omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de startkabels voor dat deze niet verstrikt raken in de
koelventilatoren of de ventilatorriem.
Speciale hulpstartaansluiting
De speciale hulpstartaansluiting moet worden gebruikt als de 12V-accu in een nood-
geval vanuit een andere auto wordt geladen. Gebruik de speciale hulpstartaansluiting
niet om een andere auto op te laden.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 685 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
686 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
De naald van de koelvloeistoftemperatuurmeter (Blz.113) komt in het rode
gebied of u merkt dat het hybridesysteem minder vermogen levert. (De auto
accelereert bijvoorbeeld niet als het gaspedaal wordt ingetrapt.)
“Engine Coolant Temp High Stop in a Safe Place See Owners Manual” (Tem-
peratuur koelvloeistof te hoog. Breng auto op veilige plaats tot stilstand.
Raadpleeg handleiding) of “Hybrid System Overheated Reduced Output
Power” (Hybridesysteem oververhit. Gereduceerd uitgangsvermogen) wordt
weergegeven op het multi-informatiedisplay.
Er komt stoom onder de motorkap uit.
Als de naald van de koelvloeistoftemperatuurmeter in het rode gebied
komt
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand en schakel de airconditio-
ning en vervolgens het hybridesysteem uit.
Als er stoom te zien is:
Open, nadat de stoom is verdwenen, voorzichtig de motorkap.
Als er geen stoom te zien is:
Open voorzichtig de motorkap.
Controleer nadat het hybridesys-
teem voldoende is afgekoeld de
slangen en het radiateurblok
(radiateur) op sporen van lek-
kage.
Radiateur
Koelventilatoren
Neem bij lekkage van een grote
hoeveelheid koelvloeistof onmid-
dellijk contact op met een
erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Als uw auto oververhit raakt
Het volgende kan erop duiden dat de auto oververhit raakt.
Correctieprocedures
1
2
3
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 686 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
687
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Het koelvloeistofniveau is cor-
rect als het zich tussen de streep-
jes FULL en LOW bevindt.
Reservoir
FULL (maximaal)
LOW (minimaal)
Vul indien nodig koelvloeistof bij.
In noodgevallen mag ook water
gebruikt worden als u geen koel-
vloeistof bij de hand hebt.
Schakel het hybridesysteem en de airconditioning in en controleer of de
koelventilatoren van de radiateur draaien en of er geen koelvloeistof lekt
uit de radiateur of de slangen.
De koelventilatoren gaan draaien als de airconditioning wordt ingeschakeld direct
na een koude start. Controleer of de ventilatoren draaien door ernaar te luisteren
en te voelen of er luchtstroom is. Schakel als u hier niet zeker van bent de aircondi-
tioning nog een aantal keer in en uit.
(De ventilatoren werken mogelijk niet bij temperaturen beneden het vriespunt.)
Als de koelventilatoren niet draaien:
Schakel het hybridesysteem onmiddellijk uit en neem contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de ventilatoren draaien:
Laat de auto controleren door de dichtstbijzijnde erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
4
1
2
3
5
6
7
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 687 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
688 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
Als “Hybrid System Overheated Reduced Output Power (Hybridesysteem
oververhit. Gereduceerd uitgangsvermogen)” wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
Schakel het hybridesysteem uit en open de motorkap voorzichtig.
Controleer nadat het hybridesys-
teem is afgekoeld de slangen en
het radiateurblok (radiateur) op
sporen van lekkage.
Radiateur
Koelventilatoren
Neem bij lekkage van een grote
hoeveelheid koelvloeistof onmid-
dellijk contact op met een
erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Het koelvloeistofniveau is cor-
rect als het zich tussen de streep-
jes F en L bevindt.
Reservoir
F
L
Vul indien nodig koelvloeistof bij.
In noodgevallen mag ook water
gebruikt worden als u geen koel-
vloeistof bij de hand hebt.
1
2
3
1
2
4
1
2
3
5
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 688 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
689
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Start het hybridesysteem en controleer of “Hybrid System Overheated
Reduced Output Power” (Hybridesysteem oververhit. Gereduceerd uit-
gangsvermogen) op het multi-informatiedisplay wordt weergegeven.
Als de melding niet verdwijnt:
Schakel het hybridesysteem uit en neem contact op met een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
Als de melding niet wordt weergegeven:
Laat de auto controleren door de dichtstbijzijnde erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
WAARSCHUWING
Bij controles in de motorruimte van uw auto
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel, zoals brand-
wonden, tot gevolg hebben.
Als er stoom onder de motorkap vandaan komt, open de motorkap dan niet voordat
de stoom is verdwenen. De motorruimte kan zeer heet zijn.
Controleer nadat het hybridesysteem is uitgeschakeld of het controlelampje READY
uit is.
Als het hybridesysteem in werking is, kan de benzinemotor automatisch worden
gestart of kan de koelventilator automatisch aanslaan, ook nadat de benzinemotor is
uitgeschakeld. Kom niet in de buurt van bewegende delen zoals de riem en ventilator
en raak ze niet aan. Als uw vingers of kledingstukken (stropdas, sjaal) ertussen
komen, kan ernstig letsel het gevolg zijn.
6
Draai de dop van het koelvloeistofreservoir of
de vuldop voor de koelvloeistof niet los als het
hybridesysteem en de radiateur heet zijn.
Er kan hete stoom of koelvloeistof uit spuiten.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 689 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
690 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
OPMERKING
Bijvullen van koelvloeistof motor/vermogensregeleenheid
Vul langzaam koelvloeistof bij nadat het hybridesysteem voldoende is afgekoeld. Het
te snel bijvullen van koelvloeistof bij een heet hybridesysteem kan schade aan het
hybridesysteem veroorzaken.
Voorkomen van beschadigingen aan het koelsysteem
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen:
Zorg dat de koelvloeistof niet verontreinigd raakt (bijvoorbeeld met zand of stof)
Gebruik geen koelvloeistofadditief.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 690 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
691
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
IS300h_EE(OM53E44E)
Schakel het hybridesysteem uit. Activeer de parkeerrem en zet de selectie-
hendel in stand P.
Verwijder modder, sneeuw of zand rond de achterwielen.
Leg een stuk hout, stenen of ander materiaal onder de achterwielen om de
wielen grip te geven.
Schakel het hybridesysteem weer in.
Zet de selectiehendel in stand D of R en deactiveer de parkeerrem. Trap ver-
volgens voorzichtig het gaspedaal in.
Wanneer u de auto moeilijk los kunt krijgen
Als de auto vast komt te zitten
Voer de volgende procedures uit als de banden doorslippen of als de auto
vastzit in modder, sneeuw, enz.:
Druk op om de TRC uit te schakelen.
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 691 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
692 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
IS300h_EE(OM53E44E)
WAARSCHUWING
Bij het vrij proberen te krijgen van een auto die vastzit
Als u de auto in beweging wilt krijgen door te “schommelen”, controleer dan eerst of er
in de omgeving van de auto geen andere auto's, objecten of personen aanwezig zijn
die geraakt zouden kunnen worden als de auto plotseling in beweging komt. De auto
kan ook een plotselinge beweging maken als de wielen weer grip krijgen. Neem de
grootst mogelijke voorzichtigheid in acht.
Bedienen van de selectiehendel
Zet de selectiehendel niet in een andere stand als het gaspedaal is ingetrapt.
Als u dat wel doet, kan de auto onverwacht snel accelereren, waardoor een aanrijding
en ernstig letsel kunnen ontstaan.
OPMERKING
Om beschadiging van de transmissie en andere componenten te voorkomen
Voorkom dat de achterwielen gaan doorslippen en dat het gaspedaal verder wordt
ingetrapt dan noodzakelijk is.
Als de auto na deze pogingen nog steeds vastzit, moet deze door een ander voertuig
worden losgetrokken.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 692 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
693
9
Voertuigspecificaties
IS300h_EE(OM53E44E)
9-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil, enz.)...... 694
Informatie over brandstof....... 706
9-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen............708
9-3. Initialisatie
Te initialiseren onderdelen.......717
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 693 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
694
IS300h_EE(OM53E44E)
9-1. Specificaties
*1: Ongeladen auto
*2:Auto's met 255/35R18-banden
*3: AVE30L-AEXEHW- en AVE30R-AEXEHW-uitvoeringen
*4: AVE30L-AEXLHW- en AVE30R-AEXLHW-uitvoeringen
De modelcode staat vermeld op het typeplaatje. (Blz. 695)
*5: Auto's met trekhaakpakket
Onderhoudsgegevens (brandstof, oliepeil, enz.)
Afmetingen en gewichten
Totale lengte 4.680 mm (184,3 in.)
Totale breedte 1.810 mm (71,3 in.)
Totale hoogte*11.430 mm (56,3 in.)
Wielbasis 2.800 mm (110,2 in.)
Spoorbreedte*1
Voor 1.535 mm (60,4 in.)
Achter 1.550 mm (61,0 in.)
1.540 mm (60,6 in.)*2
Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht*52.130 kg (4.696 lb.)*3
2.145 kg (4.729 lb.)*4
Maximale
asbelasting*5
Voor 1.090 kg (2.403 lb.)
Achter 1.200 kg (2.646 lb.)
Kogeldruk*575 kg (165 lb.)
Maximaal aanhang-
wagengewicht*5
Geremd 750 kg (1.653 lb.)
Ongeremd 750 kg (1.653 lb.)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 694 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
695
9
9-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
IS300h_EE(OM53E44E)
Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer (VIN) is het wettelijke identificatienummer
van uw auto. Dit is het belangrijkste identificatienummer van uw Lexus. Het
wordt gebruikt voor het op naam zetten van de auto.
Dit nummer is links boven op het dashboard en in de motorruimte ingeslagen.
Dit nummer staat ook op het type-
plaatje.
Motornummer
Het motornummer is op de aange-
geven plaats ingeslagen in het
motorblok.
Identificatie van de auto
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 695 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
696 9-1. Specificaties
IS300h_EE(OM53E44E)
Motor
Model 2AR-FSE
Ty p e 4-cilinder lijnmotor, 4-takt benzinemotor
Boring x slag 90,0 98,0 mm (3,54 3,86 in.)
Cilinderinhoud 2.494 cm3 (152,2 cu. in.)
Klepspeling
(koude motor) Automatische afstelling
Dynamoriemspanning Automatische afstelling
Brandstof
Brandstofsoort
Als u dit soort labels aantreft bij het tankstation, gebruik
dan alleen brandstof met een van de onderstaande
labels.
EU:
Alleen loodvrije benzine conform de Europese norm
EN228
Behalve EU:
Uitsluitend loodvrije benzine
Research-octaangetal
(RON) 95 of hoger
Inhoud brandstoftank
(Referentie) 66 l (17,4 gal., 14,5 Imp. gal.)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 696 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
697
9
9-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
IS300h_EE(OM53E44E)
Elektromotor (tractiemotor)
Ty p e Synchroonmotor met permanente magneet
Maximaal vermogen 105 kW
Maximaal koppel 300 Nm (30,6 kgm, 221,3 ft•lbf)
Batterijpakket (tractiebatterij)
Ty p e Nikkel-metaalhydride batterij
Spanning 7,2 V/module
Inhoud 6,5 Ah (3 h)
Aantal 32 modules
Totale spanning 230,4 V
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 697 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
698 9-1. Specificaties
IS300h_EE(OM53E44E)
Oliehoeveelheid (verversen [bij benadering*])
*: De aangegeven hoeveelheid motorolie is een referentiehoeveelheid voor het verver-
sen van de motorolie. Breng de motor op bedrijfstemperatuur en schakel het hybride-
systeem uit, wacht ten minste 5 minuten en controleer het oliepeil met de peilstok.
Keuze motorolie
De motor is af fabriek gevuld met originele Toyota-motorolie. Lexus beveelt
het gebruik van originele Toyota-motorolie aan. Er kan ook andere motorolie
van gelijkwaardige kwaliteit worden gebruikt.
Oliesoort:
0W-20, 5W-30 en 10W-30:
API SL “Energy-Conserving”, SM “Energy-Conserving”, SN “Resource-
Conserving” of ILSAC multigrade-motorolie
15W-40:
API SL, SM of SN multigrade-motorolie
Aanbevolen viscositeit (SAE):
Uw Lexus is af fabriek gevuld met
motorolie met een viscositeit van
SAE 0W-20. Dit is de beste keuze
voor een laag brandstofverbruik en
goede starteigenschappen bij koud
weer.
U kunt de viscositeit SAE 5W-30
gebruiken als SAE 0W-20 niet
beschikbaar is. Deze dient echter bij
de volgende verversing vervangen
te worden door SAE 0W-20.
Bij het gebruik van motorolie met
een viscositeit van SAE 10W-30 of
hoger, kan het bij extreme kou voor-
komen dat de motor moeilijk start.
Daarom wordt dan motorolie met
een viscositeit van SAE 0W-20 of
5W-30 aanbevolen.
Smeersysteem
Met filter 4,5 l (4,8 qt., 4,0 Imp. qt.)
Zonder filter 4,1 l (4,3 qt., 3,6 Imp. qt.)
Te verwachten temperatuurbereik tot
de volgende verversing
Aanbevolen
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 698 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
699
9
9-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
IS300h_EE(OM53E44E)
Viscositeit (als voorbeeld wordt hier 0W-20 gebruikt):
Het gedeelte 0W in 0W-20 geeft aan dat de olie ervoor zorgt dat de
motor goed start bij koud weer. Olie met een lage waarde voor de W zorgt
dat de motor goed start bij koud weer.
Het gedeelte 20 in 0W-20 geeft de viscositeit van de olie weer als de olie
een hoge temperatuur heeft. Olie met een hogere viscositeit (hogere
waarde) is mogelijk beter geschikt wanneer met hoge snelheden of met
veel belading wordt gereden.
Merktekens oliekwaliteit:
Let er bij het aanschaffen van motorolie op of ten minste één van beide
bovenstaande symbolen op de verpakking is gedrukt.
API-symbool
Bovenste deel: API SERVICE SN
geeft de kwaliteit van de motorolie
aan en is vastgesteld door API
(American Petroleum Institute).
Middelste deel: SAE 0W-20 geeft
de viscositeit aan.
Onderste deel: In dit deel staat
“Resource-Conserving”, wat staat
voor brandstofbesparende en
groene eigenschappen.
ILSAC-symbool
Het ILSAC-symbool (International Lubricant Standardization and Approval Com-
mittee) staat op de voorzijde van de verpakking.
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 699 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
700 9-1. Specificaties
IS300h_EE(OM53E44E)
Koelsysteem
Motor
Vermogensregeleenheid
Auto's met linkse
besturing
Auto's met rechtse
besturing
Inhoud 8,2 l (8,7 qt.,
7,2 I mp.qt .)
2,0 l (2,1 qt.,
1,8 Imp.qt.)
2,2 l (2,3 qt.,
1,9 Imp.qt.)
Soort koelvloeistof
Gebruik een van de volgende middelen:
Toyota Super Long Life Coolant
Of een gelijkwaardig product
Gebruik niet uitsluitend kraanwater.
Ontstekingssysteem (bougie)
Merk DENSO FK20HBR8
Elektrodenafstand 0,8 mm (0,031 in.)
OPMERKING
Bougies met iridium elektroden
Gebruik alleen bougies met iridium elektroden. Wijzig de elektrodenafstand niet.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 700 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
701
9
9-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
IS300h_EE(OM53E44E)
*: De aangegeven hoeveelheid vloeistof dient als referentie.
Als vervanging noodzakelijk is, neem dan contact op met een erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Elektrisch systeem
12V-accu
Klemspanning bij 20C
(68F):
12,0 V of hoger
(Controleer de spanning gedurende 20 minuten nadat
het hybridesysteem en de verlichting zijn uitgescha-
keld.)
Als de spanning lager is dan de standaardwaarde, laad
dan de accu op.
Laadstroom 4 A - 5 A
Hybridetransmissie
Hoeveelheid*3,8 l (4,0 qt., 3,3 Imp.qt.)
Soort vloeistof Originele Toyota ATF WS
OPMERKING
Hybridetransmissievloeistof
Gebruik van andere transmissievloeistof dan originele Toyota ATF WS kan schade
aanrichten aan de hybridetransmissie van uw auto.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 701 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
702 9-1. Specificaties
IS300h_EE(OM53E44E)
Uw Lexus is af fabriek gevuld met originele Toyota-differentieelolie.
Gebruik alleen een gelijkwaardige differentieelolie met de hierboven aangegeven spe-
cificatie. Neem voor meer informatie contact op met een erkende Lexus-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*1: Minimale afstand van pedaal tot vloer bij een pedaalkracht van 500 N (51,0 kg, 112,4
lbf) als het hybridesysteem in werking is.
*2: Vrije slag parkeerrempedaal bij pedaalkracht van 300 N (30,6 kg, 67,4 lbf).
Differentieel
Inhoud 1,35 l (1,42 qt., 1,19 Imp. qt.)
Oliesoort en viscositeit Originele Toyota-differentieelolie LT
75W-85 GL-5 of gelijkwaardig
Remmen
Afstand van pedaal tot
vloer*1Min. 117 mm (4,6 in.)
Vrije slag pedaal 1,0 - 6,0 mm (0,04 - 0,24 in.)
Vrije slag parkeerrem-
pedaal*27 - 10 klikken
Soort vloeistof SAE J1703 of FMVSS nr. 116 DOT 3, SAE J1704 of
FMVSS nr. 116 DOT 4
Stuurinrichting
Vrije slag Minder dan 30 mm (1,2 in.)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 702 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
703
9
9-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
IS300h_EE(OM53E44E)
16 inch banden
*1: Voor het rijden met snelheden boven de 190 km/h (118 mph)
*2: Voor het rijden met snelheden van 190 km/h (118 mph) of lager
*3: Voor een laag brandstofverbruik wordt ECO-bandenspanning aanbevolen. De ban-
denspanning is van invloed op het comfort, de weggeluiden en het stuurgedrag.
Banden en velgen
Bandenmaat 205/55R16 91W
Bandenspanning
(Aanbevolen
bandenspanning
koud)
Normale
bandenspanning
260 kPa (2,6 kg/cm2 of bar, 38 psi)*1
250 kPa (2,5 kg/cm2 of bar, 36 psi)*2
ECO-banden-
spanning*3270 kPa (2,7 kg/cm2 of bar, 39 psi)
Wielmaat 16 7J
Aanhaalmoment
wielmoeren 103 Nm (10,5 kgm, 76 ftlbf)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 703 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
704 9-1. Specificaties
IS300h_EE(OM53E44E)
17 inch banden
18 inch banden
Bij het rijden met een aanhangwagen (auto's met trekhaakpakket)
Verhoog de bandenspanning met 20,0 kPa (0,2 kg/cm2 of bar, 3 psi) en houd rekening
met de lagere toegestane maximumsnelheid.
Bandenmaat 225/45R17 91W, 225/45RF17 91W
Bandenspanning
(Aanbevolen
bandenspanning
koud)
Rijsnelheid
Voorwiel
kPa (kg/cm2 of
bar, psi)
Achterwiel
kPa (kg/cm2 of
bar, psi)
Voor snelheden boven
190 km/h (118 mph) 290 (2,9, 42) 290 (2,9, 42)
Voor snelheden onder
190 km/h (118 mph) 250 (2,5, 36) 250 (2,5, 36)
Wielmaat 17 7 1/2J
Aanhaalmoment
wielmoeren 103 Nm (10,5 kgm, 76 ftlbf)
Bandenmaat 225/40R18 88Y, 255/35R18 90Y
Bandenspanning
(Aanbevolen
bandenspanning
koud)
250 kPa (2,5 kg/cm2 of bar, 36 psi)
Wielmaat 18 8J (225/40R18), 18 8 1/2J (255/35R18)
Aanhaalmoment
wielmoeren 103 Nm (10,5 kgm, 76 ftlbf)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 704 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
705
9
9-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
IS300h_EE(OM53E44E)
Lampen*
Lampen WTy p e
Exterieur
Richtingaanwijzers voor (gloeilamp) 21 A
Richtingaanwijzers achter 21 A
Instapverlichting spiegelvoet 5 B
Interieur
Instapverlichting 5 B
Make-upverlichting 8 B
Interieurverlichting 8 B
Leeslampjes 8 B
Voetenruimteverlichting 3,8 B
Bagageruimteverlichting*25 B
A: Glassokkellampen (oranje)
B: Glassokkellampen (helder)
*: Lampen die niet in deze tabel staan, zijn ledlampen.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 705 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
706 9-1. Specificaties
IS300h_EE(OM53E44E)
Gebruik van benzine vermengd met ethanol in een benzinemotor
Lexus staat het gebruik van benzine met een ethanolgehalte van 10% toe. Zorg dat het
gebruikte benzine/ethanol-mengsel een research-octaangetal heeft dat overeenkomt
met het bovenstaande.
Als de motor pingelt
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Het kan een enkele keer voorkomen dat u de motor licht hoort pingelen tijdens accele-
reren of bij het oprijden van een heuvel. Dit is normaal en is geen reden tot bezorgd-
heid.
Informatie over brandstof
Als u dit soort labels aantreft bij het tankstation, gebruik dan alleen brandstof
met een van de onderstaande labels.
EU:
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine conform de Europese norm EN228.
Gebruik loodvrije benzine met een octaangetal van 95 RON (Research
Octane Number) of hoger voor optimale prestaties van uw auto.
Behalve EU:
Gebruik alleen loodvrije brandstof.
Gebruik loodvrije benzine met een octaangetal van 95 RON (Research
Octane Number) of hoger voor optimale prestaties van uw auto.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 706 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
707
9
9-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
IS300h_EE(OM53E44E)
OPMERKING
Opmerking over de brandstofkwaliteit
Gebruik de juiste brandstoffen. De motor zal beschadigd raken wanneer u de ver-
keerde brandstof gebruikt.
Gebruik geen loodhoudende benzine.
Gebruik van loodhoudende benzine zal de werking van de driewegkatalysator blij-
vend aantasten, waardoor het emissieregelsysteem niet goed kan werken.
EU: Gebruik geen bio-ethanolbrandstof die wordt verkocht onder de naam E50 of
E85, of brandstof met een hoog ethanolgehalte. Bij gebruik van deze brandstoffen
wordt het brandstofsysteem beschadigd. Neem bij twijfel contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Buiten EU: Gebruik geen bio-ethanolbrandstof die wordt verkocht onder de naam
E50 of E85, of brandstof met een hoog ethanolgehalte. Uw auto is geschikt voor
benzine met maximaal 10% ethanol. Bij het gebruik van brandstof met meer dan 10%
ethanol (E10) wordt het brandstofsysteem van de auto beschadigd. Zorg ervoor dat
u brandstof tankt met de juiste specificaties en de vereiste kwaliteit. Neem bij twijfel
contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Gebruik geen methanolhoudende benzine, zoals M15, M85 of M100. Door metha-
nolhoudende benzine te gebruiken kan de motor beschadigd raken of kunnen er sto-
ringen in optreden.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 707 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
708
IS300h_EE(OM53E44E)
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Zorg er bij het wijzigen van de instellingen voor dat de auto op een veilige plaats
staat met de selectiehendel in stand P en geactiveerde parkeerrem.
Wijzigen met de Remote Touch of de bedieningsknop van het Lexus dis-
play-audiosysteem (indien aanwezig)
Auto's met Remote Touch
Druk op de toets MENU van de Remote Touch.
Selecteer op het scherm “Menu” en selecteer .
Er kunnen verschillende instellingen worden gewijzigd. Raadpleeg het over-
zicht met instellingen die kunnen worden gewijzigd voor meer informatie.
Auto's met bedieningsknop Lexus display-audiosysteem
Druk op de bedieningsknop van het Lexus display-audiosysteem op de
toets MENU.
Selecteer “Instellingen” op het scherm MENU en selecteer “Auto”.
Er kunnen verschillende instellingen worden gewijzigd. Raadpleeg het over-
zicht met instellingen die kunnen worden gewijzigd voor meer informatie.
Wijzigen met de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel
Blz.128
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen
Uw auto is voorzien van verschillende elektronische functies die naargelang
uw persoonlijke voorkeur kunnen worden ingesteld. De instellingen van deze
functies kunnen worden gewijzigd met de bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel, de Remote Touch, de bedieningsknop van het Lexus display-
audiosysteem of bij een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Functies van de auto aanpassen aan de persoonlijke voorkeur
1
2
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 708 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
709
9
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
IS300h_EE(OM53E44E)
Sommige voorkeursinstellingen zijn van invloed op de instellingen van andere
functies. Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Auto's met Remote Touch of bedieningsknop Lexus display-audiosysteem:
Instellingen die u met de Remote Touch of de bedieningsknop van het Lexus
display-audiosysteem kunt wijzigen
Instellingen die door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kunnen
worden gewijzigd
Definitie van symbolen: O = beschikbaar, — = niet beschikbaar
Meters, tellers en multi-informatiedisplay (Blz.113, 119)
*1: De standaardinstelling verschilt per land.
*2: Behalve F SPORT-uitvoeringen
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
1
2
Functie Standaardinstelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Eenheden*1km (liter/100 km) km (km/L) O—
mijlen (MPG)
Kleur*2Kleur 1 Kleur 2 O
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 709 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
710 9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
IS300h_EE(OM53E44E)
Portierslot (Blz.152, 159, 678)
Smart entry-systeem met startknop en afstandsbediening (Blz.152, 159)
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Ontgrendelen met de mechani-
sche sleutel
Alle portieren in
één keer ont-
grendelen
Bestuurdersportier
ontgrendelen in een
keer, overige portie-
ren in twee keer
O
Snelheidsafhankelijke automati-
sche portiervergrendeling Aan Uit O O
Alle portieren worden vergren-
deld wanneer u de selectiehendel
in een andere stand dan P zet
Uit Aan O O
Alle portieren worden ontgren-
deld wanneer u de selectiehendel
in stand P zet
Uit Aan O O
Functie koppeling van de portier-
ontgrendeling aan het bestuur-
dersportier
Aan Uit O O
Vergrendelen/ontgrendelen van
de achterklep wanneer alle por-
tieren worden vergrendeld/ont-
grendeld
Aan Uit O
1
2
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Bedieningssignaal
(alarmknipperlichten) Aan Uit O O
Tijd totdat na het ontgrendelen,
zonder dat een portier wordt
geopend, de portieren automa-
tisch weer worden vergrendeld
30 seconden
60 seconden
O
120 seconden
Waarschuwingszoemer open
portier/achterklep Aan Uit O
Verlichting Welcome Light-sys-
teem Aan Uit O
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 710 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
711
9
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
IS300h_EE(OM53E44E)
Smart entry-systeem met startknop (Blz.152, 159, 165)
*: Indien aanwezig
Afstandsbediening (Blz.152, 159)
Ergonomisch geheugen* (Blz. 219)
*: Indien aanwezig
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Smart entry-systeem met start-
knop Aan Uit O O
Ontgrendelen met het Smart
entry-systeem met startknop*Alle portieren Bestuurdersportier O O
Aantal opeenvolgende portier-
vergrendelingen*Zo veel als
gewenst 2 keer O
1
2
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Afstandsbediening Aan Uit O
Ontgrendelen
Alle portieren in
één keer ont-
grendelen
Bestuurdersportier
ontgrendelen in een
keer, overige portie-
ren in twee keer
O O
Werking ontgrendelen achter-
klep
(Kort) ingedrukt
houden
n keer kort indruk-
ken
O
Twee keer indrukken
(Lang) ingedrukt
houden
Uit
1
2
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Beweging bestuurdersstoel wan-
neer bestuurder de auto verlaat Standaard Uit O O
Gedeeltelijk
Portieren gekoppeld aan het
ergonomisch geheugen
Bestuurders-
portier Alle portieren O
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 711 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
712 9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
IS300h_EE(OM53E44E)
Buitenspiegels (Blz. 231)
*: Indien aanwezig
Elektrisch bedienbare ruiten (Blz. 235)
Schuifdak* (Blz. 239)
*: Indien aanwezig
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Automatisch weg- en uitklappen
van de buitenspiegels*
Gekoppeld aan
het vergrende-
len/ontgrende-
len van de
portieren
Uit
O
Gekoppeld aan de
bediening van de
startknop
1
2
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Bediening gekoppeld aan gebruik
van de mechanische sleutel Uit Aan O
Koppeling van werking aan
afstandsbediening Uit Aan O
Koppeling van werking aan
afstandsbediening (zoemer) Aan Uit O
1
2
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Bediening gekoppeld aan gebruik
van de mechanische sleutel Uit Aan O
Gecombineerde koppeling van
bediening aan portiervergrende-
ling met mechanische sleutel
(alleen openen)
Alleen schuiven Alleen kantelen O
Koppeling van werking aan
afstandsbediening Uit Aan O
Gecombineerde koppeling van
bediening aan portiervergrende-
ling met afstandsbediening
(alleen openen)
Alleen schuiven Alleen kantelen O
Koppeling van werking aan
afstandsbediening (zoemer) Aan Uit O
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 712 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
713
9
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
IS300h_EE(OM53E44E)
Richtingaanwijzerschakelaar (Blz. 275)
*1: Nadat de richtingaanwijzers hebben geknipperd bij het links of rechts afslaan terwijl
deze functie is uitgeschakeld en de richtingaanwijzerschakelaar naar de eerste posi-
tie wordt bewogen in de richting van de knipperende richtingaanwijzer, kunt u selec-
teren of de richtingaanwijzers moeten knipperen of doven.
*2: De richtingaanwijzers blijven knipperen als de richtingaanwijzerschakelaar naar de
eerste positie in de richting van het laten knipperen van de richtingaanwijzer wordt
bewogen.
*3: De richtingaanwijzers gaan niet knipperen als de richtingaanwijzerschakelaar naar
de eerste positie in de richting van het laten knipperen van de richtingaanwijzer wordt
bewogen.
Automatische verlichting (Blz. 279)
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Het aantal keren dat de richting-
aanwijzers automatisch knippe-
ren wanneer de
richtingaanwijzerschakelaar
wordt bewogen naar de eerste
positie om het veranderen van rij-
strook aan te geven*1
3
5
O
7
Uit*2
Uit*3
1
2
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Gevoeligheid lichtsensor Standaard -2 - 2 O O
Tijd die verstrijkt voordat de kop-
lampen automatisch worden uit-
geschakeld
30 seconden
60 seconden
O90 seconden
120 seconden
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 713 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
714 9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
IS300h_EE(OM53E44E)
Lexus Parking Assist-sensor*1 (Blz. 352)
*1: Indien aanwezig
*2: Wanneer Lexus Parking Assist-sensor in werking is.
Rijmodusselectieschakelaar (Blz. 392)
*:Indien aanwezig
Automatische airconditioning (Blz. 510)
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Detectieafstand van de binnenste
sensor voor Ver weg Dichtbij O O
Detectieafstand van de binnenste
sensor achter Ver weg Dichtbij O O
Zoemervolume 31 - 5 O O
Instelling display*2Alle sensoren
worden weerge-
geven
Display uit O O
1
2
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Regeling aandrijflijn in aange-
paste modus*Normaal Power O
Eco
Regeling chassis in aangepaste
modus*Normaal Sport O
Aircowerking in aangepaste
modus*Normaal Eco O
1
2
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Schakelen tussen buitenluchtmo-
dus en de aan de schakelaar
AUTO gekoppelde recirculatie-
modus
Aan Uit O O
Werking automatische aircoscha-
kelaar Aan Uit O O
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 714 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
715
9
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
IS300h_EE(OM53E44E)
Stoelverwarming* (Blz. 523)
*:Indien aanwezig
Verl icht ing (Blz. 525)
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Timerregeling stoelverwarming Uit Aan O O
1
2
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Tijd die verstrijkt voordat de inte-
rieurverlichting uitgaat 15 seconden
Uit
O O7,5 seco nde n
30 seconden
Werking nadat het contact UIT is
gezet Aan Uit O
Werking als de portieren worden
ontgrendeld Aan Uit O
Werking wanneer u de auto
nadert terwijl u de elektronische
sleutel bij u draagt
Aan Uit O
Verlichting portiergreep Aan Uit O
Tijd die verstrijkt voordat de in-
stapverlichting spiegelvoet dooft 15 seconden
Uit
O O7,5 seco nde n
30 seconden
Werking van de instapverlichting
spiegelvoet wanneer u de auto
nadert terwijl u de elektronische
sleutel bij u draagt
Aan Uit O
Werking van de instapverlichting
spiegelvoet wanneer de portieren
worden ontgrendeld met de scha-
kelaar centrale vergrendeling
Aan Uit O
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 715 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
716 9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
IS300h_EE(OM53E44E)
Voertuigaanpassingen
Wanneer de snelheidsafhankelijke automatische portiervergrendeling en de schakel-
gekoppelde automatische vergrendeling zijn ingeschakeld, werkt het portierslot als
volgt.
Als de selectiehendel in een andere stand dan P wordt gezet, worden alle portieren
vergrendeld.
Als de auto wordt gestart terwijl alle portieren zijn vergrendeld, werkt de snelheids-
afhankelijke automatische portiervergrendeling niet.
Als de auto wordt gestart terwijl een van de portieren is ontgrendeld, werkt de snel-
heidsafhankelijke automatische portiervergrendeling wel.
Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld, kan de functie ontgrende-
len met instap niet worden aangepast.
Als de portieren niet worden geopend nadat de portieren zijn ontgrendeld en de timer
automatisch opnieuw vergrendelen wordt geactiveerd, worden er signalen gegene-
reerd overeenkomstig de instellingen van het volume van de zoemer en de bedienings-
signaalfunctie (alarmknipperlichten).
Bepaalde instellingen kunnen worden gewijzigd via een schakelaar of het scherm van
het audiosysteem. Wanneer een instelling wordt gewijzigd via een schakelaar, wordt de
gewijzigde instelling pas op het scherm van het audiosysteem weergegeven wanneer
het contact UIT en weer AAN wordt gezet.
WAARSCHUWING
Tijdens het aanpassen van de persoonlijke voorkeursinstellingen
Zorg dat de auto geparkeerd staat op een plaats met voldoende ventilatie, aangezien
het hybridesysteem tijdens het instellen moet draaien. In een afgesloten ruimte, zoals
een garage, kunnen uitlaatgassen die het schadelijke koolmonoxide (CO) bevatten,
zich ophopen en in de auto terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn voor de gezond-
heid.
OPMERKING
Tijdens het aanpassen van de persoonlijke voorkeursinstellingen
Zorg ervoor dat het hybridesysteem tijdens het instellen draait, om te voorkomen dat
de 12V-accu ontladen raakt.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 716 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
717
IS300h_EE(OM53E44E)
9
Voertuigspecificaties
9-3. Initialisatie
Te initialiseren onderdelen
Na bijvoorbeeld het loskoppelen en weer aansluiten van de 12V-accu of
onderhoud aan de auto, moet het volgende systeem worden geïnitialiseerd,
zodat het weer op de juiste manier werkt.
Onderwerp Wanneer initialiseren Referentie
Indicatiesysteem motorolie ver-
versen Na het verversen van de olie Blz. 562
Bandenspanningswaarschu-
wingssysteem
Bij het wisselen van banden
Als de bandenspanning wordt
gewijzigd omdat de rijsnelheid of
de belading verandert.
Blz. 571
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 717 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
718 9-3. Initialisatie
IS300h_EE(OM53E44E)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 718 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
719
Index
IS300h_EE(OM53E44E)
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen)....................... 720
Alfabetische index..................................724
Raadpleeg bij auto's met een 10,3 inch display de handleiding voor
het navigatie- en multimediasysteem voor meer informatie over de
onderstaande uitrusting.
Navigatiesysteem Audio-/videosysteem
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 719 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
720
IS300h_EE(OM53E44E)
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
Als u uw mechanische sleutel verloren bent, kan een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige een nieuwe originele mechanische sleutel leveren.
(Blz.148)
Als u uw elektronische sleutels bent verloren, neemt de kans dat uw auto
wordt gestolen aanmerkelijk toe. Neem onmiddellijk contact op met een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. (Blz.151)
Is de batterij van de elektronische sleutel zwak of leeg? (Blz. 595)
Staat het contact AAN?
Zorg dat het contact UIT staat wanneer u de portieren vergrendelt.
(Blz. 262)
Bevindt de elektronische sleutel zich in de auto?
Vergrendel de portieren nadat u hebt gecontroleerd of u de elektronische
sleutel bij u hebt.
De functie werkt mogelijk niet goed als gevolg van de radiogolven.
(Blz.167)
Is het kinderslot geactiveerd?
Het achterportier kan niet vanaf de binnenzijde van de auto worden geopend
wanneer het kinderslot is geactiveerd. Open het achterportier vanaf de bui-
tenzijde en deactiveer het kinderslot. (Blz. 156)
Als u een probleem hebt, controleer dan het volgende voordat u contact
opneemt met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De portieren kunnen niet worden vergrendeld, ontgrendeld, geopend
of gesloten
U bent uw sleutels verloren
De portieren kunnen niet worden vergrendeld of ontgrendeld
Het achterportier kan niet worden geopend
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 720 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
721
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
IS300h_EE(OM53E44E)
De functie die voorkomt dat de elektronische sleutel in de bagageruimte ach-
terblijft treedt in werking en u kunt de achterklep zoals gebruikelijk openen.
Neem de sleutel uit de bagageruimte. (Blz.162)
Hebt u op de startknop gedrukt terwijl u het rempedaal ingetrapt hield?
(Blz. 261)
Staat de selectiehendel in stand P? (Blz. 263)
Kan de elektronische sleutel in de auto worden gesignaleerd? (Blz.165)
Is het stuurslot ontgrendeld? (Blz. 264)
Is de batterij van de elektronische sleutel zwak of leeg?
Het hybridesysteem kan in dit geval worden gestart op een tijdelijke manier.
(Blz. 679)
Is de 12V-accu ontladen? (Blz. 681)
Staat het contact AAN?
Als u de selectiehendel niet in een andere stand kunt zetten na het intrappen
van het rempedaal terwijl het contact AAN staat. (Blz. 272)
Het wordt automatisch vergrendeld om diefstal van de auto te voorkomen.
(Blz. 264)
De achterklep is gesloten terwijl de elektronische sleutel zich nog in de
auto bevindt
Als u denkt dat er iets mis is
Het hybridesysteem start niet
De selectiehendel kan niet vanuit stand P in een andere stand worden
gezet, zelfs al trapt u het rempedaal in
Het stuurwiel kan niet worden gedraaid nadat het hybridesysteem is uit-
geschakeld
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 721 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
722 Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
IS300h_EE(OM53E44E)
Is de blokkeerschakelaar van de ruitbediening ingedrukt?
De elektrisch bedienbare ruiten, behalve die van het bestuurdersportier, kun-
nen niet worden bediend als de blokkeerschakelaar van de ruitbediening
wordt ingedrukt. (Blz. 235)
De auto power off-functie wordt bediend als het contact gedurende een
bepaalde tijd in stand ACC of AAN staat (het hybridesysteem werkt niet).
(Blz. 263)
Het controlelampje van de veiligheidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de voorpassagier hun veiligheidsgordel?
(Blz. 626)
Het waarschuwingslampje van de parkeerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd? (Blz. 277)
Afhankelijk van de situatie klinken er mogelijk ook andere soorten waarschu-
wingszoemers. (Blz. 623, 630)
Heeft iemand een portier geopend of bewoog er iets in de auto tijdens het
instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het alarm klinken. (Blz. 100)
Deactiveer of schakel het alarm uit volgens een van de onderstaande manieren:
Ontgrendel de portieren of open de achterklep met de instapfunctie of de
afstandsbediening.
Schakel het hybridesysteem in.
De ruiten kunnen niet worden geopend of gesloten met de schakelaars
van de ruitbediening
Het contact wordt automatisch UIT gezet
Tijdens het rijden klinkt een waarschuwingszoemer
Er wordt een alarm geactiveerd en de claxon klinkt (indien aanwezig)
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 722 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
723
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
IS300h_EE(OM53E44E)
Wordt de melding weergegeven op het multi-informatiedisplay?
Controleer de melding op het multi-informatiedisplay. (Blz. 630)
Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden of een waarschuwingsmel-
ding wordt weergegeven, raadpleeg dan Blz. 623, 630.
Auto's met een bandenreparatieset
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand en repareer de lekke band
met de bandenreparatieset. (Blz. 660)
Auto's met run-flat banden
Minder snelheid en rijd extra voorzichtig. Breng uw auto naar de dichtstbij-
zijnde erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige of bandenspecialist om de
lekke band te laten vervangen. (Blz. 675)
Voer de procedure uit voor als de auto vastzit in modder, vuil of sneeuw.
(Blz. 691)
Bij het verlaten van de auto klinkt een waarschuwingszoemer
Er gaat een waarschuwingslampje branden of er wordt een waarschu-
wingsmelding weergegeven
Wanneer zich een probleem heeft voorgedaan
Als uw auto een lekke band heeft
De auto zit vast
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 723 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
724
IS300h_EE(OM53E44E)
Alfabetische index
Alfabetische index
A/C .............................................................510
Automatische airconditioning......510
Interieurfilter..........................................593
Persoonlijke voorkeurs-
instellingen aanjager...................... 519
S-FLOW-modus................................ 513
AAC-disc.................................................439
Aan/uit-schakelaar airbag...................53
Aanhangwagen, rijden met..............253
ABS (antiblokkeersysteem).............396
Waarschuwingslampje...................624
Accessoireaansluiting ........................536
Accu (12V-accu) ..................................566
Als de 12V-accu is ontladen......... 681
Rijden in de winter, voorbe-
reidingen en controles ............... 405
Waarschuwingslampje...................623
Achterklep................................................ 159
Afstandsbediening............................. 160
Bagageruimteverlichting .................162
Beveiligingssysteem
bagageruimte...................................... 161
Handgreep achterklep ....................160
Hoofdschakelaar
openingssysteem achterklep...... 161
Ontgrendelschakelaar
achterklep ........................................... 159
Smart entry-systeem
met startknop .................................... 159
Voorzieningen bagageruimte ....532
Achterlichten.......................................... 279
Lampen vervangen ............................. 611
Lichtschakelaar................................... 279
Achterruitverwarming
Achterruit ................................................518
Buitenspiegels.......................................518
Voorruit....................................................518
Achterruitverwarming ....................... 518
Achterstoelen..........................................217
Beveiligingssysteem
bagageruimte ......................................161
Neerklappen van
de rugleuningen............................... 217
Achteruitrijlicht
Lampen vervangen..............................611
Actieve motorkap ...................................55
Actueel
brandstofverbruik ............ 139, 141, 143
Adaptive Variable Suspension-
systeem.................................................. 397
Afmetingen ............................................. 694
Afstandsbediening
Afstandsbediening.........146, 152, 159
Smart entry-systeem
met startknop.......................... 152, 159
Batterij vervangen.............................595
Energiebesparende functie............166
Vergrendelen/
ontgrendelen .......................... 152, 159
A
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 724 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
725
Alfabetische index
IS300h_EE(OM53E44E)
Airbags.........................................................43
Aan/uit-schakelaar airbag...............53
Airbags, aanbrengen van
wijzigingen en demonteren.........48
Airbags, algemene
voorzorgsmaatregelen..................45
Airbags, plaats van............................... 43
Airbags, voorzorgsmaatregelen
voor kinderen......................................45
Curtain airbags,
voorzorgsmaatregelen...................47
De juiste houding
achter het stuur ..................................36
Side airbags,
voorzorgsmaatregelen..................45
SRS-airbags............................................. 43
Voorwaarden voor activering
curtain airbags....................................49
Voorwaarden voor activering
side airbag ............................................ 49
Voorwaarden voor activering
van airbags...........................................49
Voorzorgsmaatregelen
side airbags en curtain airbags..45
Waarschuwingslampje SRS ........624
Werkingsvoorwaarden
side airbags en curtain airbags.. 49
Airconditioning.......................................510
Automatische airconditioning......510
Interieurfilter..........................................593
Persoonlijke voorkeurs-
instellingen aanjager...................... 519
S-FLOW-modus................................ 513
Alarm..........................................................100
Alarmknipperlichten ............................ 614
Antennes (Smart entry-systeem
met startknop) .....................................165
Antiblokkeersysteem (ABS) ........... 396
Waarschuwingslampje .................. 624
Antidiefstalsysteem
Alarm........................................................ 100
Inbraaksensor en hellingsensor...103
Startblokkering......................................86
Supervergrendeling............................ 99
Armsteun................................................. 537
ASC (Active Sound Control) ......... 278
Audio-ingang.......................................... 418
Audiosysteem..........................................412
Audio-ingang........................................418
Audiotoetsen op het stuurwiel ..... 417
AUX-aansluiting/
USB-aansluiting ...............................418
Bluetooth®-audio............................. 463
CD-speler............................................. 439
Draagbare audioapparatuur....... 454
iPod .......................................................... 445
Optimaal gebruik.............................. 429
Radio.........................................................437
USB-geheugen.................................. 449
Automatic High Beam-systeem ...282
Automatische verticale
koplampverstelling ............................281
AUX-aansluiting ................................... 418
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 725 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
726 Alfabetische index
IS300h_EE(OM53E44E)
Baby- of kinderzitje.................................59
Baby- of kinderzitje plaatsen
met bovenste gordel........................72
Baby- of kinderzitje plaatsen met
ISOfix-bevestigingssysteem.......... 71
Baby- of kinderzitje plaatsen
met veiligheidsgordels ...................68
Babyzitjes, definitie...............................60
Babyzitjes, plaatsen .............................68
Kinderzitjes, definitie ...........................60
Kinderzitjes, plaatsen..........................68
Zitkussens, definitie..............................60
Zitkussens, plaatsen............................70
Bagagehaken .........................................532
Bagageruimteverlichting.................... 162
Vermogen.............................................705
Band met lage wang............................ 572
Banden......................................................569
Als uw auto een
lekke band heeft.................660, 675
Bandenmaat ........................................ 703
Bandenreparatieset .........................660
Bandenspanning ............................... 703
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem .............570
Controle ................................................569
Sneeuwkettingen...............................406
Vervangen............................................583
Waarschuwingslampje .................. 626
Winterbanden..................................... 407
Wisselen van wielen........................570
Bandenreparatieset ............................660
Bandenspanning...................................589
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem .............570
Onderhoudsgegevens................... 703
Waarschuwingslampje .................. 626
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem.................. 570
Initialisatie ................................................571
Plaatsen van bandenspannings-
sensoren en -zenders .................570
Registreren van
identificatiecodes............................. 571
Resetknop bandenspannings-
waarschuwingssysteem ...............571
Waarschuwingslampje .................. 626
B
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 726 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
727
Alfabetische index
IS300h_EE(OM53E44E)
Batterijpakket (tractiebatterij)............. 81
Bedieningsknop Lexus display-audio-
systeem................................................... 413
Bekerhouders ....................................... 530
Beveiligingssysteem
bagageruimte.........................................161
Bevestigingssteunen .............................. 67
Binnenspiegel
Binnenspiegel......................................229
Buitenspiegels.......................................231
Blind Spot Monitor (BSM) ............... 377
Blokkeerschakelaar
ruitbediening .......................................235
Bluetooth®
Audiosysteem......................................463
Handsfree-systeem
(voor mobiele telefoon)..............464
Bougie .......................................................700
Bovenste gordel....................................... 72
Brake Assist ...........................................396
Brandstof ................................................. 295
Brandstofmeter ......................................113
Informatie...............................................706
Inhoud.....................................................696
Soort ........................................................696
Tanken .................................................... 295
Waarschuwingslampje .................. 625
Brandstofmeter........................................113
Brandstofverbruik..................................139
Actueel
brandstofverbruik.........139, 141, 143
Gemiddeld
brandstofverbruik.........139, 141, 143
BSM (Blind Spot Monitor) ................377
BSM-functie.........................................384
RCTA...................................................... 387
Buitenspiegels .........................................231
BSM (Blind Spot Monitor)............377
Buitenspiegelverwarming ..............518
Geheugen spiegelverstelling........219
Koppeling van spiegelstand
aan achteruitrijden......................... 233
Verstellen en inklappen................... 231
Buitentemperatuur ................................. 113
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 727 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
728 Alfabetische index
IS300h_EE(OM53E44E)
CD-speler................................................439
Centraal waarschuwingslampje.....626
Claxon.......................................................228
Condensor .............................................565
Consolevak.............................................529
Contact (startknop).............................. 261
Controlelampje EV-modus................. 79
Controlelampje
Traction Control................................625
Controlelampje
veiligheidsgordel ............................... 626
Controlelampjes......................................110
Cruise control
Cruise control .....................................348
Dynamic Radar Cruise
Control................................................336
Curtain airbags ........................................43
DAB
(Digital Audio Broadcasting)....... 437
Dagrijverlichting ..................................280
Dagtellers ................................................... 113
Dashboardkastje .................................. 529
Differentieel............................................ 702
Digital Audio Broadcast (DAB)..... 437
Dimmer dashboardverlichting ..........116
Disc met MP3-bestanden................ 439
Disc met WMA-bestanden ............. 439
Display
Dynamic Radar Cruise
Control................................................ 336
LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling)..........................327
Multi-informatiedisplay.......................119
Rij-informatie .........................................125
Waarschuwingsmelding ...............630
Dynamic Radar Cruise Control..... 336
C
D
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 728 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
729
Alfabetische index
IS300h_EE(OM53E44E)
E-mail......................................................... 472
ECB (elektronisch geregeld
remsysteem)........................................396
ECO-modus...........................................392
Eenheden.................................................. 128
Elektrisch bedienbare ruiten ...........235
Aan portierslot gekoppelde
werking ruiten.................................. 237
Blokkeerschakelaar
ruitbediening.....................................235
Klembeveiliging..................................236
Werking .................................................235
Elektrische stuurbekrachtiging
(EPS).......................................................397
Waarschuwingslampje...................624
Elektromotor (tractiemotor)................77
Elektronisch geregeld
remsysteem (ECB) ..........................396
Elektronische sleutel ............................ 146
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt ...............................678
Batterij vervangen............................ 595
Energiebesparende functie........... 166
Energiemonitor ...................................... 136
EPS (elektrische
stuurbekrachtiging)..........................397
Waarschuwingslampje...................624
ERA-GLONASS/EVAK .................540
EV-modus................................................266
Fleshouders ............................................530
Follow Me Home-systeem...............280
Gemiddeld
brandstofverbruik ............ 139, 141, 143
Gemiddelde rijsnelheid.......................139
Gereedschap.........................................583
Gewicht.................................................... 694
E
F
G
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 729 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
730 Alfabetische index
IS300h_EE(OM53E44E)
Haken
Bagagehaken ......................................532
Bevestigingshaken (vloermat)....... 34
Kledinghaakjes....................................539
Handgrepen ...........................................539
Handsfree-systeem
(voor mobiele telefoon)..................464
Hendel
Ontgrendelingshendel
motorkap............................................557
Richtingaanwijzerschakelaar.......275
Ruitenwisserhendel...........................287
Selectiehendel.....................................268
Veiligheidshaak..................................557
Hill Start Assist Control .....................396
Hoofdsteunen ........................................224
Hoogspanningsonderdelen................. 81
Hybridesysteem........................................77
Als het hybridesysteem niet
kan worden gestart....................... 676
Energiemonitor/
verbruiksscherm ..............................136
EV-modus ............................................ 266
Hoogspanningsonderdelen .............81
Hybridesysteemindicator..................117
Oververhitting ....................................686
Rijden met een hybrideauto ........402
Starten van het hybridesysteem .. 261
Startknop .................................................261
Uitschakelsysteem
voor noodgevallen........................... 82
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem....................................81
Hybridesysteemindicator .................... 117
Hybridetransmissie..............................268
Als de selectiehendel niet in
een andere stand dan P kan
worden gezet ...................................273
Paddle shift-schakelaars................ 270
S-modus .................................................. 271
H
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 730 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
731
Alfabetische index
IS300h_EE(OM53E44E)
Identificatie
Auto......................................................... 695
Motor...................................................... 695
Inbraaksensor en hellingsensor.......103
Indicator motortoerental......................115
Initialisatie
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem................571
Elektrisch bedienbare ruiten........236
Motorolie,
onderhoudsgegevens .................562
Multi-informatiedisplay.................... 128
Schuifdak..................................................241
Inrijperiode, tips ....................................245
Instapverlichting
Plaats........................................................525
Vermogen.............................................705
Instapverlichting spiegelvoet
Lampen vervangen ..........................607
Plaats........................................................525
Vermogen.............................................705
Instellingen toerenteller...................... 128
Instrumentenpaneel
Controlelampjes ................................... 110
De weergave wijzigen ....................... 116
Dimmer dashboardverlichting....... 116
Multi-informatiedisplay ...................... 119
Tellers ......................................................... 113
Waarschuwingslampjes..................109
Interieurfilter ...........................................593
Interieurverlichting...............................525
Vermogen.............................................705
ISOfix-bevestigingssysteem............... 67
Kentekenplaatverlichting.................. 279
Lampen vervangen..............................611
Lichtschakelaar ...................................279
Kilometerteller.......................................... 113
Kindersloten ............................................156
Kledinghaakjes......................................539
Klembeveiliging
Elektrisch bedienbare ruiten ....... 236
Schuifdak............................................... 240
Klok ............................................................535
Knie-airbags.............................................. 43
Koelsysteem...........................................563
Oververhitting
hybridesysteem...............................686
Oververhitting van de motor......686
Koelvloeistof........................................... 563
Controle ................................................563
Inhoud.....................................................700
Rijden in de winter, voorbe-
reidingen en controles................405
I
K
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 731 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
732 Alfabetische index
IS300h_EE(OM53E44E)
Koelvloeistof
vermogensregeleenheid................563
Controle.................................................563
Inhoud..................................................... 700
Rijden in de winter, voorbe-
reidingen en controles ............... 405
Koelvloeistoftemperatuurmeter .......113
Koplampen.............................................. 279
Automatic High Beam-
systeem ...............................................282
Follow Me Home-systeem.......... 280
Lampen vervangen ............................. 611
Lichtschakelaar................................... 279
Koplampsproeiers................................287
Krik
Bij de auto geleverde krik ............ 583
Plaatsen van de krik.........................558
Krikslinger............................................... 583
Lampen
Vermogen ............................................705
Vervangen............................................604
Lane Departure Alert
met stuurregeling (LDA) .............. 323
LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling) ........................... 323
Leeslampjes............................................ 526
Vermogen ............................................705
Leeslampjes achter ............................. 526
Vermogen ............................................705
Leeslampjes voor ................................. 526
Vermogen ............................................705
Lekke band
Auto's met
bandenreparatieset ......................660
Auto's met run-flat banden .......... 675
Lexus display-audiosysteem..............412
Lexus Parking Assist Monitor...........361
Lexus Parking Assist-sensor ........... 352
Lexus Safety System+......................... 299
Automatic High Beam-
systeem............................................... 282
Dynamic Radar Cruise
Control................................................ 336
LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling)......................... 323
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem) ...............................................310
RSA (Road Sign Assist)..................331
L
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 732 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
733
Alfabetische index
IS300h_EE(OM53E44E)
Make-upspiegels..................................535
Make-upverlichting .............................535
Make-upverlichting ..........................535
Vermogen.............................................705
Meters..........................................................113
MirrorLink...........................................495
Mistachterlicht.......................................286
Lampen vervangen ............................. 611
Toets.........................................................286
Mistlamp...................................................286
Lampen vervangen ............................. 611
Toets.........................................................286
MMS (Multimedia Messaging
Service).................................................. 472
Motor.........................................................696
Contact (startknop)............................261
Identificatienummer......................... 695
Motorkap...............................................557
Motorruimte........................................ 559
Oververhitting.................................... 686
Stand ACC........................................... 262
Starten van het hybridesysteem...261
Startknop..................................................261
Motorcontrolelampje .........................624
Motorkap .................................................557
Actieve motorkap.................................55
Openen..................................................557
Motorolie .................................................560
Controle................................................ 560
Inhoud..................................................... 698
Rijden in de winter, voorbe-
reidingen en controles ............... 405
Motorolie,
onderhoudsgegevens..................... 562
Multi-informatiedisplay......................... 119
Dynamic Radar Cruise Control 336
Energiemonitor .................................... 137
Gekoppeld aan audiosysteem.......119
Gekoppeld aan
navigatiesysteem................................119
Instellingen..............................................128
LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling) .........................327
Rij-informatie .........................................125
Waarschuwingsmelding ...............630
Naderingswaarschuwing..................343
Navigatiesysteem*
Noodstopsignaal.................................. 397
M
N
*: Raadpleeg bij auto's met een 10,3 inch display de handleiding voor het
navigatie- en multimediasysteem.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 733 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
734 Alfabetische index
IS300h_EE(OM53E44E)
Olie
Differentieelolie...................................702
Motorolie .............................................. 698
Onderhoud
Exterieur.................................................546
Interieur..................................................550
Lichtmetalen velgen.........................547
Onderhoud en reparatie...............553
Onderhoudsgegevens...................694
Zelf uit te voeren onderhoud..... 555
Veiligheidsgordels............................. 551
Opbergmogelijkheden......................528
Opbergvak in bodem
bagageruimte......................................533
Openingssysteem
Achterklep.............................................. 159
Motorkap...............................................557
Oververhitting .......................................686
Paddle shift-schakelaars ................... 270
Parkeerlichten voor ............................ 279
Lampen vervangen..............................611
Lichtschakelaar ...................................279
Parkeerrem..............................................277
Parking Assist-sensoren ................... 352
PCS (Pre-Crash Safety-systeem).. 310
Waarschuwingslampje .................. 625
Pech, wat te doen bij
Als de 12V-accu is ontladen..........681
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt...............................678
Als de waarschuwingszoemer
klinkt...................................................... 623
Als er een waarschuwings-
melding wordt weergegeven..630
Als het hybridesysteem
niet kan worden gestart.............. 676
Als het waarschuwingslampje
gaat branden.................................... 623
Als u denkt dat er iets mis is..........622
Als uw auto een lekke band
heeft..........................................660, 675
Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet worden
gebracht...............................................615
Als uw auto moet worden
gesleept ................................................616
Als uw auto oververhit raakt........686
Als uw auto vast komt te zitten.....691
Persoonlijke voorkeurs-
instellingen aanjager..........................519
Pop-updisplay..........................................128
O
P
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 734 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
735
Alfabetische index
IS300h_EE(OM53E44E)
Portieren ................................................... 152
Automatisch vergrendel-
en ontgrendelsysteem
van de portieren .............................. 156
Buitenspiegels.......................................231
Kinderslot achterportier ................. 156
Portierslot ............................................... 155
Waarschuwingslampje
open portier/achterklep.............625
Waarschuwingszoemer
open portier/achterklep.............. 153
Zijruiten...................................................235
Portierslot
Afstandsbediening..............................146
Portieren...................................................152
Smart entry-systeem
met startknop .................................... 165
Power Easy Access-systeem ........... 219
Pre-Crash Safety-systeem (PCS)..310
Waarschuwingslampje...................625
Radiateur .................................................565
Radio.......................................................... 437
Rear Crossing Traffic Alert...............377
Rear View Monitor-systeem.............361
Regeling instrumentenverlichting
Dimmer dashboardverlichting.......116
Regeneratief remmen............................79
Remlichten
Lampen vervangen..............................611
Noodstopsignaal............................... 397
Remote Touch*....................................504
Remsysteem
Parkeerrem ...........................................277
Regeneratief remmen.........................79
Vloeistof................................................. 702
Waarschuwingslampje .................. 623
Rij-informatie............................................125
Richtingaanwijzers............................... 275
Lampen vervangen.................604, 611
Richtingaanwijzerschakelaar........275
Vermogen ............................................705
Richtingaanwijzers achter ................ 275
Lampen vervangen..............................611
Richtingaanwijzerschakelaar........275
Richtingaanwijzers opzij.................... 275
Lampen vervangen..............................611
Richtingaanwijzerschakelaar........275
Richtingaanwijzers voor.................... 275
Lampen vervangen..........................604
Richtingaanwijzerschakelaar........275
Vermogen ............................................705
R
*: Raadpleeg bij auto's met een 10,3 inch display de handleiding voor het
navigatie- en multimediasysteem.
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 735 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
736 Alfabetische index
IS300h_EE(OM53E44E)
Rijden.........................................................244
De juiste houding
achter het stuur ..................................36
Inrijperiode, tips..................................245
Procedures ........................................... 244
Rijden in de winter............................ 405
Rijden met een hybrideauto.........402
Rijmodusselectieschakelaar.........392
Rijden in de winter................................405
Riem voor vastzetten
gevarendriehoek...............................534
Riem voor vastzetten
verbandtrommel................................532
RSA (Road Sign Assist) ..................... 331
Ruiten.........................................................235
Achterruitverwarming......................518
Elektrisch bedienbare ruiten........235
Ruitensproeiers .....................................287
Controleren......................................... 565
Rijden in de winter, voorbe-
reidingen en controles ............... 405
Toets.........................................................287
Ruitenwissers voor...............................287
Ruitenwissers
met intervalafstelling.....................287
Ruitenwissers
met regensensor ............................289
Run-flat banden.....................................675
S-FLOW-modus ....................................513
Schakelaars
Afstandsschakelaar...........................342
ASC (Active Sound Control)..... 278
Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel........................ 122
Blokkeerschakelaar
ruitbediening .................................... 235
BSM-schakelaar
(Blind Spot Monitor).....................377
Contactslot.............................................261
Cruise control-
schakelaar..............................336, 348
Hoofdschakelaar
openingssysteem achterklep.......161
Lichtschakelaar ...................................279
Ontgrendelschakelaar
achterklep............................................159
Paddle shift-schakelaars................ 270
Resetknop bandenspannings-
waarschuwingssysteem ...............571
Rijmodusselectieschakelaar ........ 392
Schakelaar achterruit- en
buitenspiegelverwarming............518
Schakelaar alarmknipperlichten..614
Schakelaar Automatic
High Beam-systeem.................... 282
Schakelaar centrale
vergrendeling ....................................155
Schakelaar EV-modus................... 266
Schakelaar LDA
(Lane Departure Alert)............... 326
S
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 736 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
737
Alfabetische index
IS300h_EE(OM53E44E)
Schakelaar Lexus Parking
Assist-sensor....................................352
Schakelaar mistlampen...................286
Schakelaar ruitenwissers
en -sproeiers ....................................287
Schakelaar SNOW..........................269
Schakelaar stuurverstelling............227
Schakelaar
stuurwielverwarming....................523
Schakelaar voorruitverwarming . 519
Schakelaar VSC OFF.................... 398
Schakelaar zonnescherm
achterruit ............................................537
Schakelaars buitenspiegels ............231
Schakelaars centrale
vergrendeling.................................... 155
Schakelaars ruitbediening.............235
Schakelaars stoelventilator...........524
Schakelaars stoelverwarming.....524
Schuifdakschakelaars......................239
Spraaktoets...........................................475
Startknop..................................................261
Telefoontoetsen..................................475
Toetsen ergonomisch
geheugen.............................................219
Toetsen voor afstandsbediening
audiosysteem .....................................417
Schakelblokkeersysteem .................. 272
Schakelstand en schakelbereik .........113
Schoonmaken............................546, 550
Exterieur.................................................546
Interieur..................................................550
Lichtmetalen velgen.........................547
Veiligheidsgordels............................. 551
Schuifdak ................................................. 239
Aan portierslot gekoppelde
werking schuifdak.......................... 240
Klembeveiliging.................................. 240
Werking................................................. 239
Selectiehendel....................................... 268
Als de selectiehendel niet
in een andere stand dan P
kan worden gezet ..........................273
Hybridetransmissie ..........................268
Sensor
Automatisch koplampsysteem...280
Binnenspiegel .....................................230
Inbraaksensor en hellingsensor...103
LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling)......................... 323
Lexus Parking Assist-sensor....... 352
Radarsensor.............................. 301, 383
Ruitenwissers
met regensensor............................ 293
Servicestekker............................................81
Side airbags ............................................... 43
Slepen/trekken .......................................616
Aanhangwagen, rijden met.......... 253
Maximaal
aanhangwagengewicht..............694
Sleepoog .................................................619
Slepen in een noodgeval.................616
Sleutelkaart...............................................146
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 737 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
738 Alfabetische index
IS300h_EE(OM53E44E)
Sleutels....................................................... 146
Afstandsbediening..............................146
Afstandsbediening...................152, 159
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt ...............................678
Batterij vervangen............................ 595
Elektronische sleutel ..........................146
Energiebesparende functie........... 166
Mechanische sleutel...........................147
Plaatje met sleutelnummer..............146
Startknop..................................................261
Waarschuwingszoemer ................. 153
Smart entry-systeem
met startknop....................................... 165
Instapfuncties ..............................152, 159
Plaats van antenne ............................. 165
Starten van het hybridesysteem...261
SMS (Short Message Service) ....... 472
Sneeuwkettingen..................................406
Snelheidsmeter.........................................113
SNOW-modus......................................269
Specificaties............................................694
Spiegels
Binnenspiegel......................................229
Buitenspiegels.......................................231
Buitenspiegelverwarming..............518
Make-upspiegels...............................535
Sportmodus.............................................392
Spraakcommandosysteem ...............501
Spraaktoets .............................................475
Stand voor het verwijderen
van pollen...............................................518
Startblokkering.........................................86
Startknop................................................... 261
Stoelpositiegeheugen.......................... 219
Stoelpositiegeheugen
bestuurdersstoel..................................219
Stoelventilatoren .................................. 524
Stoelverwarming .................................. 524
Stuurbekrachtiging (elektrische
stuurbekrachtiging).......................... 397
Waarschuwingslampje .................. 624
Stuurslot ................................................... 264
Stuurslot, ontgrendeling ................ 264
Stuurwiel ...................................................227
Audiotoetsen......................................... 417
Geheugen stuurwielverstelling....219
Power Easy Access-systeem .......219
Stuurwielverwarming ...................... 523
Verstellen...............................................227
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen......................708
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 738 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
739
Alfabetische index
IS300h_EE(OM53E44E)
Taal (multi-informatiedisplay)...........128
Tankdopklep...........................................295
Als de tankdopklep niet
kan worden geopend.................. 297
Tanken.....................................................295
Tanken.......................................................295
Als de tankdopklep niet
kan worden geopend.................. 297
Brandstofsoorten...............................696
Inhoud......................................................696
Openen van de tankdop............... 297
Telefoontoetsen ....................................475
Toerentalpiek ............................................115
Toerenteller................................................113
Tractiebatterij (batterijpakket)............ 81
Tractiemotor (elektromotor)...............77
Traction Control (TRC) .....................396
Transmissie..............................................268
Hybridetransmissie...........................268
Paddle shift-schakelaars ................270
Rijmodusselectieschakelaar.........392
S-modus...................................................271
TRC (Traction Control) .....................396
USB-aansluiting..................................... 418
USB-apparaat.............................449, 499
Aansluiten................................................418
USB-audio............................................ 449
USB-foto ...............................................499
USB-video............................................ 449
T
U
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 739 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
740 Alfabetische index
IS300h_EE(OM53E44E)
Vastzitten
Als de auto vast komt te zitten..... 691
VDIM (Vehicle Dynamics
Integrated Management) ..............397
Vehicle Stability Control (VSC) ...396
Veiligheidsgordels ..................................38
Baby- en kinderzitjes plaatsen.......68
Blokkeerautomaat (ELR)..................40
Controlelampje en
waarschuwingszoemer
veiligheidsgordel............................626
Dragen van veiligheidsgordels
door kinderen .....................................40
Gordelspanners....................................39
Hoe de veiligheidsgordel
te dragen...............................................38
Veiligheidsgordel afstellen ..............39
Veiligheidsgordels schoonmaken
en onderhouden.............................. 551
Veiligheidsgordels,
gebruik bij zwangerschap..............41
Waarschuwingslampje SRS ........624
Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen ........................................58
Airbags, voorzorgsmaatregelen.. 45
Baby- en kinderzitjes.......................... 59
Batterij elektronische sleutel,
voorzorgsmaatregelen............... 597
Blokkeerschakelaar
ruitbediening .................................... 235
Dragen van veiligheidsgordels
door kinderen..................................... 40
Kindersloten achterportieren........156
Plaatsen van baby-
en kinderzitjes......................................67
Stoelverwarming,
voorzorgsmaatregelen............... 523
Veiligheidsgordels,
voorzorgsmaatregelen...................42
Voorzorgsmaatregelen
12V-accu............................... 568, 684
Voorzorgsmaatregelen
bagageruimte ...................................163
Voorzorgsmaatregelen
elektrisch bedienbare ruiten ....238
Voorzorgsmaatregelen
schuifdak .............................................242
Ventilatieopeningen batterijpakket
(tractiebatterij) ...................................... 82
Ventilatoren (stoelventilatoren)..... 524
V
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 740 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
741
Alfabetische index
IS300h_EE(OM53E44E)
Verlichting
Automatic High Beam-
systeem ...............................................282
Bagageruimteverlichting .................162
Follow Me Home-systeem.......... 280
Instapverlichting .................................526
Interieurverlichting ............................526
Lampen vervangen ......................... 604
Leeslampjes..........................................526
Lichtschakelaar................................... 279
Make-upverlichting ..........................535
Overzicht interieurverlichting.....525
Richtingaanwijzerschakelaar.......275
Schakelaar mistlampen...................286
Vermogen.............................................705
Verlichting dashboardkastje............529
Verlichting portiergreep ...................525
Verlichting voetenruimte ..................525
Vermogen.............................................705
Verlichting, automatische ................ 279
Vermogensregeleenheid...................... 81
Verstreken tijd .............................. 139, 143
Vervangen
Banden................................................... 583
Batterij elektronische sleutel ....... 595
Lampen...................................................602
Zekeringen .......................................... 598
Verwarming.............................................510
Airconditioning....................................510
Buitenspiegels...................................... 518
Stoelverwarming................................524
Stuurwielverwarming.......................523
Vloeistof
Hybridetransmissie.............................701
Remsysteem.........................................702
Ruitensproeiers.................................. 565
Vloermatten .............................................. 34
Voertuigidentificatienummer..........695
Voorruitverwarming.............................519
Voorstoelen..............................................215
Baby- en kinderzitjes plaatsen .......67
Ergonomisch geheugen..................219
Hoofdsteunen......................................224
Juiste houding achter het stuur..... 36
Power Easy Access-systeem .......219
Schoonmaken.....................................550
Stoelpositiegeheugen.......................219
Stoelventilatoren................................ 524
Stoelverwarming ............................... 524
Verstellen................................................215
Verstellen,
voorzorgsmaatregelen.................216
VSC (Vehicle Stability Control) ....396
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 741 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
742 Alfabetische index
IS300h_EE(OM53E44E)
Waarschuwingen voor het geval
de auto bij een ongeval
betrokken raakt.....................................84
Waarschuwingslabel............................... 81
Waarschuwingslampje
achterpassagiersgordel..................626
Waarschuwingslampje
veiligheidsgordel bestuurder
en voorpassagier...............................626
Waarschuwingslampjes............108, 109
ABS...........................................................624
Bandenspanning................................626
Centraal
waarschuwingslampje.................626
Controlelampje
Traction Control.............................625
Elektrische stuurbekrachtiging...624
Laadsysteem........................................623
Laag brandstofniveau......................625
Motorcontrolelampje ......................624
Portier geopend.................................625
Pre-Crash Safety-systeem ...........625
Remsysteem.........................................623
SRS............................................................624
Waarschuwingslampje
achterpassagiersgordel..............626
Waarschuwingslampje
veiligheidsgordel bestuurder
en voorpassagier ...........................626
Waarschuwingsmeldingen...............630
Waarschuwingszoemers
Lexus Parking Assist-sensor....... 352
Naderingswaarschuwing.............. 343
Portier geopend ................................625
Pre-Crash Brake-systeem...............311
Terugschakelen...................................272
Waarschuwingssysteem
veiligheidsgordel bestuurder
en voorpassagier.......................... 626
Waarschuwingssysteem
veiligheidsgordels achter ..........626
Wassen en in de was zetten............. 546
Wegrijregeling........................... 245, 272
Wielen.........................................................591
Bandenmaat ........................................ 703
Vervangen..............................................591
Winterbanden ....................................... 407
W
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 742 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
743
Alfabetische index
IS300h_EE(OM53E44E)
Zekeringen............................................. 598
Zelf uit te voeren onderhoud...........555
Zijruiten ....................................................235
Zonnekleppen .......................................535
Zonnescherm
Achter......................................................537
Dak............................................................240
Zonnescherm achterruit ...................537
Automatisch oprollen
bij achteruitrijden............................537
Bediening...............................................537
Z
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 743 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
744
IS300h_EE(OM53E44E)
INFORMATIE VOOR BIJ HET TANKSTATION
IS300h_OM_Europe_OM53E44E.book Page 744 Thursday, October 19, 2017 5:10 PM
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Lexus IS 300h - 2017 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Lexus IS 300h - 2017 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 27.77 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Lexus IS 300h - 2017

Lexus IS 300h - 2017 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 772 pagina's

Lexus IS 300h - 2017 Gebruiksaanwijzing - English - 744 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info